Informatienotitie AAN
gemeenteraad
VAN
College van Burgemeester en Wethouders
ONDERWERP
DATUM
informatienotitie resultaten onderzoeken en second opinions beslisdocument GPZC 13 juni 2014
KOPIE AAN
BIJLAGE
6 bijlagen
REGISTRATIENUMMER
GEM ‐ 1317488/ 10542
Het college heeft op 27 mei 2014 het beslisdocument besproken (zoals opgesteld door het Gebruikers Platform Zwemmend Culemborg) en het volgende besluit genomen: “Het college stelt de gemeenteraad voor om het ‘plan verenigingen 2521 zwembad’, zoals uitgewerkt in het beslisdocument, door de initiatiefnemers te laten uitvoeren met inachtneming van een onderzoek van het college naar (gedeeltelijke) garantstelling door Stichting Waarborgfonds Sport, de financiering, een second opinion betreffende het vrijwilligersvraagstuk in relatie tot de exploitatiebegroting en het eigendomsvraagstuk.” Op donderdag 5 juni 2014 heeft de voorbespreking van het raadsvoorstel ‘Besluit inzake beslisdocument GPZC inzake 2521 zwembad’ plaatsgevonden. Wij hebben met u afgesproken dat u ter voorbereiding van het raadsdebat aanstaande donderdag 19 juni 2014 wordt geïnformeerd over de resultaten van de onderzoeken en second opinions betreffende het beslisdocument. A resultaten en conclusies per onderzoek en second opinion Opdracht resultaten en conclusies 1 een second opinion van het vrijwilligersvraagstuk
2 een second opinion van de exploitatiebegroting
Gemeente Culemborg Ridderstraat 250
Dhr Lucas Meijs van de Erasmus Universiteit is benaderd voor een ‘second opinion van het vrijwilligersvraagstuk’. Zie bijlage 1. Het GPZC is gevraagd om een schriftelijke reactie te geven op de ‘second opinion van het vrijwilligersvraagstuk’ zoals opgesteld door dhr Lucas Meijs. Zie bijlage 2. Wij hebben aan dhr Lucas Meijs gevraagd om de haalbaarheid te beoordelen van het beslisdocument (de hoofdvraag) en heeft daarbij een 5‐ tal deelvragen gesteld. Dhr Lucas Meijs beantwoordt de hoofdvraag, vanuit het perspectief van het vrijwilligersbeleid, met ‘een volmondig ja’. Dhr Arno Seinstra van adviesbureau Seinstra/Van der Laar is benaderd voor een ‘second opinion van de exploitatiebegroting’. Zie bijlage 3. Het GPZC is gevraagd om een schriftelijke reactie te geven op de ‘second opinion van de exploitatiebegroting’ zoals opgesteld door dhr Arno Seinstra. Zie bijlage 4. Dhr Arno Seinstra geeft het advies om (a) de voorliggende exploitatiebegroting op deze wijze niet aan te nemen en (b) meer tijd te nemen voor de besluitvorming. Wij leggen deze second opinion naast ons neer. De motivering is:
Postbus 136 4100 AC Culemborg
Tel 0345 477 700 Fax 0345 477 950
[email protected] www.culemborg.nl
Vervolgblad Informatienotitie Pagina 2
3 onderzoek naar de kredietnemer‐bouwheer‐ eigenaar van het zwembadvastgoed
vwb advies (a) Wij zijn dhr Arno Seinstra erkentelijk voor zijn kritische blik maar moeten constateren dat de grondslag voor meerdere conclusies ontbreekt. De stichtingskostenraming is onderbouwd met een berekening op basis van een Definitief Ontwerp. De grondslag voor een conclusie dat de gecalculeerde baten van het ‘plan verenigingen 2521 zwembad’ hoogst onzeker zijn, ontbreekt. De aanname dat de opbrengst binnen de exploitatie lager zal zijn doordat het aanbod van faciliteiten en diensten wordt versoberd, sluit niet aan bij de uitkomst van de exploitatie gebaseerd op de programmering zoals opgenomen in het beslisdocument. vwb advies (b) De politieke keuze, op basis van het raadsbesluit op 28 november 2013, staat verwoord in het raadsvoorstel zijnde dat ‘Op het moment dat het beslisdocument (plan van GPZC) de toets der kritiek kan doorstaan, volgt een besluitvormingsprocedure uitsluitend op basis van het beslisdocument.’
Wij onderschrijven dat de opbouw van het weerstandsvermogen beperkt is. Dit brengt een financieel risico met zich mee. De geringe opbouw van het weerstandsvermogen is inherent aan de bezuinigingstaakstelling van de raad en de politieke keuze om een private semiprofessionele organisatie het zwembad te laten exploiteren. Daarbij luidt de politieke keuze in Culemborg op basis van het initiatiefvoorstel in de raad van 11 juli 2013: we vragen aan burgers om verantwoordelijkheden op zich te nemen in de exploitatie van maatschappelijke voorzieningen. Deze keuze aangevuld met het dwingende budgettaire kader van de raad, brengt met zich mee dat er slechts beperkt een weerstandsvermogen kan worden opgebouwd. Dhr Wim van Rijswijk van Coresta Finance BV is benaderd voor een toelichting (in de vorm van een memo) op de nader te nemen keuzes, de gemeentelijke risico’s en de processtappen met betrekking tot de garantstelling van de gemeente. Zie bijlage 5. De conclusie in deze memo is als volgt: 1. KEUZE. Bij het ontwerpen van garanties/zekerheden zijn er enkele keuzes. De sterkste zekerheid ontstaat bij de garantie voor rente en aflossing door de gemeente gedurende de looptijd van de lening (40 jaar). 2. RISICO. Het financiële risico voor de gemeente is dat de Stichting Zwembad Culemborg op enig moment geen kostendekkende zwembadexploitatie meer kan voeren vanwege dalende inkomsten of oplopende kosten. De gemeente staat op dat moment voor de keuze om het jaarlijkse subsidiebedrag aan Stichting Zwembad Culemborg te verhogen. Kiest de gemeente daar niet voor dan dreigt faillissement voor Stichting Zwembad Culemborg. In dat scenario kan de gemeente op zoek gaan naar een andere exploitant die binnen het beschikbare subsidiebudget de zwembadvoorziening onder de voorwaarde van een gelijke dienstverlening, openhoudt. Mocht dit niet lukken dan staat de gemeente voor de keuze om of een hogere subsidiebijdrage te accepteren of te accepteren dat er geen zwemvoorziening meer is. 3. PROCES. Er zijn vijf kandidaat kredietverleners geselecteerd om
Vervolgblad Informatienotitie Pagina 3 een aanbod uit te brengen. Aan maximaal drie kandidaat kredietverleners wordt een finale aanbieding gevraagd (na 3 juli 2014). Op deze manier blijft een werkzame mededinging in stand en worden de drie aanbiedingen in concurrentie uitgebracht. De kredietverlener met het voordeligste aanbod mag de geldlening verstrekken. Daarnaast is er een ambtelijke scenariostudie gedaan naar het eigendom van het zwembadvastgoed. Er zijn drie scenarioʹs waaruit gekozen kan worden. scenario A: Stichting Zwembad Culemborg i/o voert de bedrijfsexploitatie van het 2521zwembad en treedt daarnaast op als kredietnemer, bouwheer en eigenaar. Dit scenario is opgenomen in het beslisdocument. scenario B: Stichting Zwembad Culemborg i/o voert de bedrijfsexploitatie van het 2521zwembad en treedt daarnaast op als kredietnemer, bouwheer en eigenaar. Uiterlijk de dag voor oplevering van de nieuwbouw van het 2521zwembad draagt stichting Zwembad Culemborg i/o het vastgoed over aan een nader op te richten/in te richten gemeentelijk vastgoed organisatie. Scenario C: Stichting Zwembad Culemborg i/o voert de bedrijfsexploitatie van het 2521zwembad en de gemeente Culemborg treedt op als kredietnemer, bouwheer en eigenaar. Uiterlijk de dag voor oplevering van de nieuwbouw van het 2521zwembad draagt de gemeente Culemborg het vastgoed over aan een nader op te richten/in te richten gemeentelijk vastgoed organisatie. Een kritiek aandachtspunt bij scenario C is dat in het treasurystatuut 2010 is bepaald dat geldleningen aangegaan kunnen worden voor een periode van maximaal 20 jaar. In dit scenario moet de gemeenteraad, bij het aantrekken van deze lening, expliciet besluiten om hiervan af te wijken. Garantstelling Wij spreken van een garantstelling, wanneer partij A een garantstelling afgeeft voor een investering van partij B. In geval van scenario A zijn de consequenties van garantstelling beschreven in bijlage 5. In geval van scenario B en C is daarvan geen sprake: wij kiezen voor een veilige geldlening van 40 jaar met een rente vast periode van 40 jaar. Het vastgoed (de registergoederen) blijven via het zakelijk recht (erfpachtrecht) het juridisch eigendom van of de gemeente zelf of van de gemeentelijke vastgoedorganisatie in oprichting. Daarmee is het financiële risico van de gemeente voor de garantiestelling vooraf bekend; namelijk de hoogte van de jaarlijkse rente en aflossing (vast bedrag 40 jaar lang). Wanneer gekozen wordt voor het scenario dat de Stichting Zwembad Culemborg i.o. eigenaar wordt van het vastgoed, zal bij het erfpachtrecht tussen de gemeente en de Stichting Zwembad Culemborg i.o uiteraard worden opgenomen dat bij een eventuele liquidatie van de Stichting Zwembad Culemborg i.o om welke reden dan ook, het vastgoed terugvalt aan de gemeente zonder bijkomende kosten anders dan de garantie (het vaste jaarlijkse bedrag voor rente en aflossing). Dit is een regeling die wij in vergelijkbare situaties hebben toegepast. Scenario B is het meest voor de hand liggende voorkeursscenario op dit moment. Op het moment dat er een keuze wordt gemaakt voor de
Vervolgblad Informatienotitie Pagina 4 oprichting/inrichting van een gemeentelijk vastgoedorganisatie met als portefeuille het volledige gemeentelijk vastgoed, draagt stichting Zwembad Culemborg i/o het vastgoed over aan een nader op te richten/in te richten gemeentelijk vastgoed organisatie. Het einddoel in deze van het college is, dat de zeggenschap over het zwembad bij de gemeente blijft. 4 onderzoek naar garantstelling Dhr Stefan de Wit van Stichting Waarborgfonds Sport (hierna te noemen door Stichting Waarborgfonds SWS) is benaderd met de vraag of de planvorming mbt de Sport zwembadexploitatie, zoals opgenomen in het ‘beslisdocument’, in aanmerking komt voor een garantstelling door het SWS. Het SWS is in eerste aanleg positief en bereid om een onderzoek te doen naar de concrete mogelijkheden van garantstelling. Uit oogpunt van zorgvuldigheid hanteert de SWS een procedure van meerdere weken voor dit onderzoek. Er is geen definitief antwoord van de SWS te verwachten voor de geplande datum van besluitvorming, te weten 3 juli 2014. Daarbij is de maximale borgstelling die het SWS per aanvraag toekent slechts € 250.000. Wij zetten, met het oog op bovenstaande, de aanvraagprocedure niet voort. 5 onderzoek naar de uitgaven van Wij hebben opdracht gegeven om te onderzoeken welke installatieonderdelen zijn vervangen tegen welke kosten in zwembad De de NV Sportfondsenbad Culemborg (hierna te noemen Meer. Vanaf 2011 is er voor ongeveer € 400.000 aan onderdelen vervangen NV SFC) inzake groot (zie bijlage 6). Ter referentie is aan NV Sportfondsenbad Culemborg onderhoud in de afgelopen gevraagd wat de kosten voor nieuwbouw zouden zijn in het hypothetische jaren scenario dat de machinekamer van zwembad De Meer volledig zou worden vernieuwd. Dat bedrag is 1 miljoen euro. 6 korte analyse van de resultaten Wij hebben opdracht gegeven om kort te analyseren wat de resultaten en en bestuurlijke conclusies naar bestuurlijke conclusies destijds waren naar aanleiding van het aanleiding van het onderzoeksrapport van Drijver en Partners uit 2011 en het renovatieplan onderzoeksrapport van Drijver van de Raad van Commissarissen van NV Sportfondsenbad Culemborg uit en Partners uit 2011 en het 2012. In beide plannen is opgenomen een scenario voor de instandhouding renovatieplan van de Raad van van zwembad De Meer voor een periode van 20 jaar (scenario 1), een Commissarissen uit 2012 periode van 40 jaar (scenario 2) en een periode van 10 jaar (scenario 3). Drijver en Partners rekende de gemeente destijds in 2011 voor wat de kosten voor materiële instandhouding zijn voor scenario 1 en scenario 2 voor een periode van 10 jaar (2012‐2021). Voor scenario 1 betekende dit een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage van € 388.082 per jaar en voor scenario 2 betekende dit een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage van € 391.732 per jaar. De Raad van Commissarissen van NV Sportfondsenbad Culemborg rekende de gemeente destijds in 2012 voor dat hun renovatieplan (scenario 3) een verlaging van de jaarlijkse onderhoudslasten oplevert van € 130.000 naar € 50.000. Deze verlaging kwam tot stand doordat de Raad van Commissarissen ten onrechte hanteerde in het renovatieplan enerzijds een afschrijvingstermijn van de investering van 40 jaar en anderzijds een instandhouding van het zwembad in 10 jaar. Het is gebruikelijk dat een investering van een renovatie wordt afgeschreven binnen de periode van instandhouding. Het college concludeerde hierover destijds dat in het
Vervolgblad Informatienotitie Pagina 5 renovatieplan lasten worden verlegd naar de toekomst en sprak daarover het oordeel ‘onaanvaardbaar’ uit.
7 korte analyse van consequenties Wij hebben opdracht gegeven om een korte analyse te maken van de van scenario van uitstel van consequenties van scenario van uitstel van besluitvorming. Om hier besluitvorming helderheid over te verschaffen is het noodzakelijk om na te gaan welke frictiekosten er op de NV Sportfondsenbad Culemborg afkomen in het scenario van een liquidatie van de NV. Er is onderscheid te maken in een 5‐ tal frictiekosten: [1] een fiscale naheffing, [2] kosten sociaal plan [3] kosten stopzetten contractuele verplichtingen, [4] exploitatieverliezen gaandeweg 2015, [5] extra exploitatieverliezen gaandeweg 2015 in de laatste maanden voor de sluitingsdatum. De vraag is of deze frictiekosten kunnen worden opgevangen op basis de aanwezige liquide middelen van de NV SFC. Op 31 december 2012 bedroegen de liquide middelen van de NV SFC € 390.000. Dit is het enige bedrag dat binnen de NV Sportfondsenbad Culemborg beschikbaar is. De conclusie is dat de frictiekostensoorten 1/2/3 waarschijnlijk kunnen worden gedekt door de aanwezige liquide middelen van de NV SFC. Frictiekostensoort 4 en 5 zijn lastig te schatten en hangen van veel factoren af (effectiviteit reorganisatie NV SFC, effectiviteit samenwerking met GPZC met het oog op het inschakelen van vrijwilligers op het moment dat er ‘gaten in het rooster’ ontstaan, etc.). Het antwoord op de vraag ‘wat kost uitstel?’ is nu: 1. Het verwachte jaarrekeningsresultaat/de liquidatiebalans van de NV SFC wordt negatief beïnvloed in het scenario van uitstel omdat iedere maand dat de NV SFC in 2015 exploiteert het exploitatieverlies toeneemt. De Raad van Commissarissen van NV Sportfondsenbad Culemborg heeft de statutair directeur opdracht gegeven tot het reorganiseren en afslanken van de organisatie met het doel om het exploitatieverlies zo veel mogelijk te beperken. Een exacte schatting van het exploitatieverlies op de uiteindelijke liduidatiebalans is niet te geven. Indicatief kan worden gesteld dat, afhankelijk van het effect van alle maatregelen, het scenario van uitstel van besluitvorming € 20.000 per maand kost. 2. Uitstel levert een risico met betrekking tot de financieringsvoorwaarden (waaronder het rente%) en een risico met betrekking tot het aanbestedingsresultaat. Dit kan in principe zowel ten voordele als ten nadele uitpakken. 3. Naast financiële consequenties is er een maatschappelijk risico en maatschappelijke ‘kosten’ met betrekking tot het draagvlak enerzijds onder de initiatiefnemers van het 2521zwembad en anderzijds in algemene zin onder alle mensen die zich verantwoordelijk voelen voor de zwemvoorziening in Culemborg.
Vervolgblad Informatienotitie Pagina 6 B beantwoording vragen voorbespreking 5 juni 2014 Tijdens de voorbespreking op 5 juni 2014 van het raadsvoorstel ‘Besluit inzake beslisdocument GPZC inzake 2521zwembad’ is een groot aantal vragen gesteld. Een aantal vragen was gericht op het verifiëren van informatie. Hier wordt, in onderstaande paragraaf, nader op ingegaan. a) de nieuwe locatie Tot het bouw‐ en woning‐rijp maken van de Is de aanleg van de benodigde infrastructuur locatie behoort ondermeer de aanleg van (waaronder parkeerplaatsen) opgenomen in de parkeerplaatsen, de inrichting van de openbare begroting voor het bouw‐ en woningrijp maken van groene ruimte, de aanleg van 1 de locatie? fietsparkeerplaatsen, het benodigde grondwerk. Wat zijn de begrote kosten voor het bouw‐ en De begrote kosten bedragen € 230.000. Dit 2 woningrijp maken van de locatie? betreffen reguliere plankosten die in ieder andere planontwikkeling ook gemaakt worden. De huidige parkeerplaatsen tegenover zwembad De Betreffen het reguliere plankosten die in ieder Meer blijven in gebruik. 3 andere planontwikkeling ook gemaakt worden? b) de oude locatie Zijn er sloopkosten van zwembad De Meer te 4 verwachten?
Nee, het vastgoed wordt verkocht.
c) materiële instandhouding 2521 zwembad De dotatie komt overeen met 1,5% van de bouwkosten. In de markt worden momenteel contracten voor de materiële instandhouding van Is de opgenomen dotatie van het groot onderhoud zwembaden afgesloten waarbij gelijke dan wel (€ 66.000 per jaar) voldoende om alle noodzakelijke lagere percentages worden gehanteerd. U vervangingen met betrekking tot het gebouw en de ontvangt nog een nadere onderbouwing in de vorm van een meerjarenonderhoudsplan. 5 installaties voor de komende 40 jaar te dekken? C eindconclusie Op grond van het bovenstaande handhaaft het college van Burgemeester en Wethouders het besluit van 27 mei 2014 om het ʹplan verenigingen 2521 zwembadʹ te laten uitvoeren door initiatiefnemers. Bijlagen: 1. second opinion dhr Lucas Meijs 2. reactie GPZC op second opinion dhr Lucas Meijs 3. second opinion dhr Arno Seinstra 4. reactie GPZC second opinion dhr Arno Seinstra 5. memo financiering/eigendom dhr Wim van Rijswijk 6. overzicht vervangingen vanaf 2011 in zwembad De Meer