Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer
04/137693
Aanleiding Tijdens de discussie over de parkeertarieven voor het jaar 2002 is uw raad toegezegd een parkeernota op te stellen, waarin een harmonisatie van het parkeerbeleid voor de nieuwe gemeente zou worden uitgewerkt. Medio 2002 is, na een meervoudig aanbestedingstraject, een opdracht hiertoe aan adviesbureau BRO te Vught uitgezet. Het product van deze opdracht, de Integrale Parkeernota is in 2003 opgeleverd. Medio 2003 heeft het college twee bestuursopdrachten met betrekking tot het “parkeerbedrijf” gegeven: In het kader van de Ombuigingen dient de opbrengst uit het Parkeerbedrijf ingaande 2007 met € 1 milj. verhoogd te zijn ten opzichte van 2004. Deze opdracht maakt bijstelling cq. aanvulling op de Integrale Parkeernota 2003 noodzakelijk. Daarnaast is in het kader van Impuls 2005 opdracht gegeven “de mogelijke verzelfstandiging van het parkeerbedrijf, met name de garages” te onderzoeken. Professionalisering en efficiencyverbetering van het Parkeerbedrijf worden in deze opdracht nadrukkelijk meegenomen naast andere bedrijfsvoeringsaspecten. De voorstellen voor een evenwichtig parkeerbeleid en de zekerstelling van de ombuigingsopdracht zijn rijp voor besluitvorming; de advisering rond de mogelijke privatisering nog niet. Met name de implementatie consequenties in dezelfde periode dat Impuls 2005 operationeel wordt behoeft nader onderzoek.
Onderwerp Het parkeerbeleid 2005 en verder. Voorstel In te stemmen met de beslispunten, zoals vermeld in dit gemeenteblad, waaronder het volgende vast te stellen: a. het parkeerbeleid als omschreven in de Integrale Parkeernota, alsmede de aanvullingen daarop, zoals vermeld in dit gemeenteblad; b. de Wegsleepverordening evenementen Gemeente Sittard-Geleen conform de Integrale Parkeernota; c. de Parkeerverordening 2005. Inleiding Het speelveld. Het parkeerbeleid, en dus ook de Integrale Parkeernota zijn bouwstenen van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid. Andere bouwstenen zijn onder andere de wegencategorisering, de mobiliteitsvisie uit de binnenstadsontwikkelingen, het gemeentelijk Fietsplan (met onder andere uitspraken over fietsparkeren), het gemeentelijk Verkeersveiligheidsplan, het plan Duurzaam Paraaf
Burgemeester W.J.A. Dijkstra
Secretaris
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
Veilig Verkeer en vervoersmanagementplannen. Voor het stadsdeel Sittard is in 2000 een Gemeentelijk Mobiliteitsplan vastgesteld. Hoofddoelstelling van dit plan is: • “Het beheersen van de groei van de automobiliteit en het duurzaam verbeteren van de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid.” Uitgesplitst in: • Beheersen van de groei van het autoverkeer (mobiliteit); • Duurzaam verbeteren van de leefbaarheid in het stedelijk milieu (waarbij wonen en verblijven op een kwalitatief hoog peil staan); • Duurzaam verbeteren / in stand houden bereikbaarheid (economisch functioneren van winkels/bedrijven); • Duurzaam verbeteren van de verkeersveiligheid. Voor het vaststellen van een gemeentelijk mobiliteitsplan zijn actuele nationale en provinciale kaders noodzakelijk. Naar verwachting zal de Tweede Kamer in het voorjaar een uitspraak doen over de Nota Mobiliteit, die recentelijk is aangeboden door de minister van Verkeer en Waterstaat. Daarna heeft de provincie maximaal 18 maanden de tijd een provinciaal mobiliteitsplan op te stellen. Deze twee plannen vormen de basis voor een Gemeentelijk Mobiliteitsplan. Parkeerregulering is ooit ingevoerd om er voor te zorgen dat gedefinieerde doelgroepen een parkeerplaats kunnen vinden, dat deze plaatsen niet vooraf ingenomen worden door anderen. Dat is, zeker in een tijd van steeds toenemende nog steeds het hoofddoel. Een les uit experimenten met gratis parkeren op “hoogtijdagen” voor de middenstand heeft noodzaak tot regulering onderstreept. Naast dit hoofddoel is de economische component steeds belangrijker geworden In de discussies rond de bereikbaarheids- en mobiliteitsaspecten van de binnenstadsprojecten heeft een evaluatie plaatsgevonden in de richting van het uitgangspunt zoals dat is verwoord in de concept Nota Mobiliteit (minister van Verkeer & Waterstaat): “Mobiliteit mag, mits marktconform beprijsd en zo nodig centraal te sturen”; vertaald naar Sittard-Geleen: “Bereikbaarheid (en dus ook parkeren) is een kwaliteitskenmerk van de nieuwe stad”. In het kader van de binnenstadsprojecten en met name de Rijkswegboulevard heeft integrale toetsing van de effecten voor de autobereikbaarheid en het openbaar vervoer plaatsgevonden. Dit is gebeurd aan de hand van het verkeersmodel. In het kader van Zitterd Re-visited en Stadshart Geleen is de parkeercirculatie middels het verkeersmodel ingepast. Parkeren is van groot belang voor de bereikbaarheid en zo voor het economisch functioneren van de stad; iedere auto die naar de stad toe rijdt moet na het rijden gestald kunnen worden om de feitelijke economische handeling (kopen, werken, recreëren, bevoorraden, ontlasten) respectievelijk wonen in de stad mogelijk te maken. Het beleid is na de gemeentelijke herindeling niet geharmoniseerd en aangepast aan de visie van de nieuwe stad. De voorstellen De basis wordt gevormd door de Integrale Parkeernota (product BRO).
22 juli 2005 Pagina 2 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
1. Opbouw. De nota bestaat uit een gedetailleerde inventarisatie van bestaand beleid, de voor het parkeerbeleid maatgevende functies van ondermeer de centrumgebieden (wonen, winkelen en werken) en de beheerelementen. Daarnaast een beleidsdeel en een beheerdeel (het hoofdrapport). De nota bevat hiermee een schat aan informatie die nu en in de toekomst bruikbaar is, mits goed beheerd. Achtereenvolgens wordt in een kwalitatieve analyse van de centra van Sittard en Geleen gekeken naar de activiteiten, met de winkels als uitgangspunt. Deze analyseresultaten worden gecombineerd met de uitkomsten van het parkeeronderzoek (kwantitatieve analyse) hetgeen resulteert in een beschrijving van de parkeersituatie. Via een beschrijving van de bouwstenen voor beleid komt men tot de parkeerregulering per stadsdeel (Sittard, Geleen en Born). Gelet op gewijzigde omstandigheden kunnen de exploitatieberekeningen slechts als gedateerde indicaties gelezen worden. Bij de advisering rond de bedrijfsvoering en privatisering zal deze informatie geactualiseerd worden gepresenteerd. 2. Probleemaanpak. Afhankelijk van de maatgevende activiteiten (vooral winkelen) worden voor de verschillende stadscentra passende oplossingen geboden voor de middellange termijn en een doorkijk voor de periode na ca. 2007 en een doorrekening van de effecten van het beleid op basis van een globale exploitatieverkenning. Een en ander op basis van de kennis van 2002. De uitwerking van het beleid. Uitwerkingen en aanvullingen op de Integrale Parkeernota. Uiteraard hebben de bestuursopdrachten effect op de Integrale Parkeernota; omwille van de tijd en de kosten is afgezien van een volledig herschrijven van de nota. De noodzakelijke aanpassingen worden hier aangeven en verwerkt in de (separaat opgesomde) beslispunten: 1. Doelgroepenbeleid en regulering. (pag. 28 en verder in het hoofdrapport) * De bezoekers moeten binnen acceptabele loopafstand van de bron (kernwinkelgebied of andere publieksaantrekkende voorzieningen) adequate parkeervoorzieningen aantreffen met keuzemogelijkheden op basis van tarief, loopafstand en plaatsgarantie. * De bewoners en zakelijk belanghebbenden moeten op acceptabele loopafstand de auto(s) kunnen parkeren met voldoende keuzemogelijkheid op basis van tarief en loopafstand. Tijdelijke overcapaciteit kan voor die periode beschikbaar worden gesteld aan belanghebbenden (abonnementen). * De werkers moeten zo veel mogelijk op eigen terrein parkeren of op afstand van het centrumgebied parkeren zonder dat daarbij parkeercapaciteit van de bezoeker wordt benut. 2. Parkeerplaatsverplichting / parkeerplaatsverordening. (pag. 22) De uitgangspunten “Verordening Parkeerplaatsverplichting Sittard-Geleen” luiden: -er vindt toetsing plaats bij ieder initiatief dat bouwvergunningplichtig is, of waarvoor een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is. - in de nieuwe situatie dient voldaan te worden aan de Parkeernorm uit de "Verordening Parkeerplaatsverplichting Sittard-Geleen". - parkeerplaatsen die niet binnen het initiatief gerealiseerd (kunnen) worden, worden gerealiseerd door het Parkeerbedrijf. - voor iedere door het Parkeerbedrijf te realiseren parkeerplaats wordt een bijdrage geheven die gelijk is aan een nader vast te stellen percentage van de gemiddelde investering voor een parkeerplaats in een parkeergarage in het betreffende stadsdeel, en zal jaarlijks in de tarieventabel worden vastgesteld. Het percentage is afhankelijk van de exploitatiemogelijkheden.
22 juli 2005 Pagina 3 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
Bij de voorbereiding van de verordening is gebleken dat het noodzakelijk is de normen te koppelen aan de bouwverordening. Er is in Nederland slechts één voorbeeld gevonden van een verordening zoals die wordt voorgestaan en die dekkend is voor een gehele stad. Deze is uitgewerkt in Amersfoort, en wordt omgewerkt voor de Sittard-Geleense situatie. Vaststelling zal uiterlijk in juni 2005 kunnen plaatsvinden. Voor nieuwe bouwinitiatieven die tot het vaststellen van de verordening worden ingediend zullen de Parkeerkencijfers CROW 2003 gehanteerd worden. 3. Wegsleepregeling. (pag. 24) Het belang van een wegsleepregeling ligt meer dan bij het Parkeerbedrijf in het beleidsveld Openbare Orde en Veiligheid. Dit belang speelt vooral bij grote evenementen. Door de directe relaties met de parkeerexploitatie ligt het voor de hand het beheer van de regeling bij het Parkeerbedrijf te leggen. De organisatie ten behoeve van de wegsleepregeling is “slapend”; de kosten die gemoeid zijn met het reactiveren ten behoeve van een evenement zullen door de initiatiefnemers, respectievelijk door de OOV-handhavers gedragen worden. De regeling dienst formeel door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de regeling. 4. Parkeren is een kwaliteitskenmerk van de nieuwe stad. (impliciet) In het licht van de ombuigingsopdracht verdient dit uitgangspunt van beleid extra aandacht. Parkeervoorzieningen dienen van een hoog inrichtingsniveau te zijn, en ook als zodanig beheerd te worden. NEN 2443 is de minimumstandaard. De garage onder het Hub Dassenplein geeft het beeld voor het vereiste kwaliteitsniveau voor algemene plaatsen. 5. Uitgangspunt voor het tarievensysteem is: Één basistarief voor de stadsdelen Geleen en Sittard met variatie op basis van afstand tot de doelen (kernwinkelgebied), kwaliteit (verharding, overdekt) en comfort (vooraf of achteraf betalen); uitgesproken schaarste (nu Kiss&ride station; Tempelplein en postkantoor Engelenkampstraat). Differentiatie tussen de kernen is naast exploitatieoverwegingen gebaseerd op wat gelet op de concurrentie haalbaar is. Lopende beheercontracten zijn gerespecteerd. Uit marketingoverwegingen kan een tarief aangepast worden bijvoorbeeld om gewenning aan het gebruik van duurdere garages te stimuleren. Na negatieve reacties op gebroken parkeertijd per vaste tijdseenheid in het verleden (bijvoorbeeld 11 minuten per 10ct) wordt nu toegewerkt naar afgeronde tijdseenheden per 10 ct. als kleinste betaaleenheid. Getracht is het aantal verschillende tarieven zo veel mogelijk te beperken (naar aanleiding van een opmerking van de commissie Stad).Ten aanzien van vergunningen (alleen nog onder strikte voorwaarden voor bewoners van centrumgebieden en gereguleerde schillen en in principe met plaatsgarantie voor de directe woonomgeving) is mede op aandringen van de Raadscommissie Stad, vooralsnog gekozen voor een relatief laag tarief met als argumentatie dat bewoners van het centrum en de aangrenzende gebieden niet onevenredig belast moeten worden met effecten van parkeerregulering in de stad. Voor de centrumgebieden geldt tevens dat bewoning optimaal gestimuleerd moet worden. De opbrengsten van de vergunningen komen grosso modo overeen met de kosten voor eerste uitgifte; de handhavingkosten voor deze plaatsen moeten voorlopig dus uit de lopende exploitatie gedekt worden. Ten opzichte van de huidige praktijk zullen zakelijk belanghebbenden alleen nog in aanmerking komen voor een abonnement voor die terreinen die als zodanig zijn aangewezen. Bewoners die niet in aanmerking komen voor een vergunning (bijvoorbeeld voor een tweede auto) kunnen ook in aanmerking komen voor een abonnement.
22 juli 2005 Pagina 4 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
Het tarief voor abonnementen is gebaseerd op 10% van de parkeeruren waarop men ingevolge dat abonnement recht heeft. Voor verdere informatie wordt verwezen naar bijgaande Parkeerverordening, de Tarieventabel (bijlage 3) en de Toelichting Parkeertarieven (bijlage 4). 6. Belanghebbendenregeling. De door het college vastgestelde spelregels ten aanzien van het instellen van een belanghebbendenregeling in de in de Integrale Parkeernota gedefinieerde schilgebieden is als bijlage 5 bijgevoegd. In een plaatsingsbesluit legt het college van B&W de gebieden vast waarin belanghebbendenparkeren conform de spelregels gemandateerd kunnen worden ingevoerd. De “restruimte” in de schil, dus de ruimte die niet noodzakelijk is om belanghebbenden een parkeerplaats te garanderen kan gebruikt worden om de parkeerdruk in het centrum te verlichten. In de lijn van de Integrale Parkeernota wordt gekozen voor fiscalisering, en niet voor het instellen van een blauwe zone. De belangrijkste argumenten zijn: (vooralsnog) vallen naheffingen bij overtredingen aan het Parkeerbedrijf, bekeuringen op overtreding van de blauwe zone komen het ministerie van Justitie ten goede; fiscalisering is een constante factor bij betaald parkeren in de gehele stad en schept dus duidelijkheid; bij fiscalisering is “contact” met de parkeerautomaat noodzakelijk waarbij gedetailleerde informatie gegeven kan worden, bij een blauwe zone is informatievertrekking beperkt tot de borden aan het begin van het gebied. De regeling kan ook op andere plaatsen gebruikt worden; het college zal in die gevallen een separaat plaatsingsbesluit nemen. 7. De nieuwe stad. Ten opzichte van het moment van schrijven van de BRO-nota is er nu meer zicht op de ambities van de nieuwe stad en haar centrumgebieden. De transformatie naar de nieuwe stad zal grote bouwactiviteiten gedurende vele jaren tot gevolg hebben. Dit kan niet zonder ingrepen in de bereikbaarheid en het bestaande parkeerareaal. Afhankelijk van de detailplanning en de samenloop zal hierop vanuit het Parkeerbedrijf ingespeeld worden. Er zal gezocht moeten worden naar tijdelijk oplossingen om de parkeerdruk te kunnen opvangen. Bij deze tijdelijke oplossingen zal om praktische en financiële redenen de kwantitatieve oplossing centraal staan en mogelijk tijdelijk op kwaliteit worden ingeboet. Het Parkeerbedrijf zal open staan voor samenwerking met de winkelierorganisaties om tot gezamenlijke acties te komen. Acties die gericht zijn op compensatie en binding. In de plannen voor de centra is voorzien dat nieuwe parkeerplaatsen in principe in gebouwde voorzieningen, resp. ondergronds gerealiseerd zullen worden. Het Parkeerbedrijf zal zorg moeten dragen voor een exploitabele ontwikkeling. Beslispunten
1.
Het reguleringsplan Sittard (pag. 29 en verder in het hoofdrapport) wordt onderschreven: * vergunningenlocaties in het centrum voor bewoners en zakelijk belanghebbenden aan de rand; * primaire bezoekerslocaties direct rond het centrum en bij de supermarkten, uitsluitend
22 juli 2005 Pagina 5 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
voor bezoekers; * gecombineerde bezoekers- en belanghebbendenlocaties in de schil en in het centrum; * specifieke betaalde locaties op redelijke loopafstand van het centrumgebied voor bezoekers en werkers waarvan de werkers onder de belanghebbendenregeling vallen; * een parkeergelegenheid voor bussen: gedeelte terrein Stadswegske. De rest van het terrein in te zetten als betaald terrein voor werkers; * de volledige schil en de centrumring bestemmen als vergunningengebied primair bedoeld voor bewoners en secundair (op termijn) in te zetten voor eventueel werkers of belanghebbenden uit het centrum. De grens tussen schil en centrum wordt gevormd door de parkeerring, bestaande uit het Stationsplein, E. van Barstraat, Odasingel, Pr. Kennedysingel, Engelenkampstraat en Wilhelminastraat. De schil omvat het gebied van ca. 400 meter buiten de parkeerring; * zo veel als enigszins mogelijk benutten van vrijkomende percelen in het centrum als tijdelijke parkeerplaatsen. De kwaliteitseisen kunnen hier aangepast zijn aan het tijdelijke karakter en de verwachte piekfunctie. De inrichting dient voor het Parkeerbedrijf kostenneutraal te zijn. De gebieden en locaties zijn aangegeven in de figuur Doelgroepenbeleid Sittard, pag. 29 hoofdrapport. Het reguleringsbeleid wordt ondersteund door de tarievenstructuur en de parkeerduurbeperking. De tarieven zijn separaat vastgesteld. 2.
Het Reguleringsplan Geleen (pag. 34 hoofdrapport) wordt onderschreven: * bezoekerslocaties direct rond het centrum en bij de supermarkten; * bezoekers en belanghebbendenlocaties in een schil rond de bezoekerslocaties; * enkele werkerslocaties op redelijke loopafstand van het centrumgebied; * tijdelijke parkeerplaats op de schoollocatie Elisabethstraat als compensatie voor bezoekersparkeerplaatsen en voor belanghebbenden; * een deel van de terreinen bij Glanerbrook worden aangewezen als parkeerplaats voor werkers. Er wordt vooralsnog geen tarief geheven; de veiligheid wordt verhoogd door camerabewaking in combinatie met betere verlichting; * de schil valt in zijn geheel onder het vergunningenbeleid voor bewoners en eventueel voor werkers en belanghebbenden uit het centrum. De grens tussen schil en centrum wordt gevormd door de parkeerring, bestaande uit de Rijksweg, Mauritsslaan, H. Hermanslaan en de Groenstraat. De gebieden en locaties zijn aangegeven in de figuur Doelgroepenbeleid Geleen, pag. 34 hoofdrapport. Het reguleringsbeleid wordt ondersteund door de tarievenstructuur en de parkeerduurbeperking. De tarieven zijn separaat vastgesteld.
3.
Het Reguleringsplan Born (pag. 36 hoofdrapport) wordt onderschreven, waarbij gelet op de ombuigingsopdracht het instellen van (fiscale) parkeertarieven overwogen kan worden indien een vorm van regulering noodzakelijk blijkt.
4.
De Parkeerverordening 2005 wordt vastgesteld.
5.
De belanghebbendenregeling (pag. 38 hoofdrapport) wordt onderschreven en de door het college van B&W vastgesteld spelregels onderschreven.
22 juli 2005 Pagina 6 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
* de leges voor bewonersvergunningen zullen vooralsnog niet kostendekkend zijn. 6.
De Tarieventabel is separaat vastgesteld; de onderliggende structuur en de toelichting worden ter kennisgeving aangenomen.
7.
NEN 2443 is de minimumstandaard voor nieuwe parkeergarages.
8.
Voorstellen inzake een mogelijke privatisering van het Parkeerbedrijf zullen uiterlijk in de raadsvergadering van juni 2005 behandeld worden.
Beoogd effect Het vaststellen van een integraal parkeerbeleid voor de komende jaren, als bouwsteen van de bereikbaarheid van de centrumgebieden van de stad. Argumenten De gemeenteraad heeft een harmonisatie van het parkeerbeleid van de gemeenten Geleen en Sittard gevraagd. De nieuwe stad heeft op grond van haar ontwikkelingsvisie behoefte aan een geactualiseerd parkeerbeleid. Kanttekeningen Tijdens het proces van productie heeft meermaals intensieve communicatie plaatsgevonden met de belanghebbenden; de informatie hier opgedaan is meegenomen. Afrondende communicatie met belanghebbenden (Geleen Promotion, S.O.B.S en de externe projectgroepen van de Binnenstadsprojecten,waarin de marktpartijen participeren) heeft plaatsgevonden. De beide bestuursopdrachten zijn hierin meegenomen. De Integrale Parkeernota heeft de procedures van de gemeentelijke inspraakverordening doorlopen. In haar vergadering van 28-04-04 heeft de Raadscommissie Stad een aantal vragen gesteled en opmerkingen gemaakt. Deze zijn in deze nieuwe versie beantwoord, resp. meegenomen. Bijlage 6: verslag afrondend gesprek met Geleen Promotion en S.O.B.S. Bijlage 7: verslag inspraakbijeenkomst. Financiële toelichting Met de implementatie van de Integrale Parkeernota is een bedrag gemoeid van € 210.000,bestaande uit: Parkeerverwijssysteem € 50.000 Ingang Hub Dassenplein incl. camerabewaking € 30.000 Beveiliging Fontysterrein € 25.000 Beveiliging Glanerbrook terrein € 40.000 Tariefaanpassing/aanpassing bebordingen € 15.000 Communicatie / marketing € 15.000 Invoering belanghebbendenparkeren 2005 € 20.000 Opzet wegsleepregeling € 10.000
22 juli 2005 Pagina 7 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
Uitwerking parkeerplaatsverplichting (extern advies) Aanpassing Groenstraat Totaal
€
5.000 N.V.T. € 210.000
De lasten zijn meegenomen in de tariefberekening en kunnen zo gedekt worden uit de parkeerexploitatie. Met de uitwerking van de bestuursopdrachten Ombuigingen en Impuls 2005 is een bedrag gemoeid van € 55.000,-, eveneens te dekken uit de parkeerexploitatie. Juridische toelichting Verwerkt in de beslispunten Communicatie actief openbaar Openbaar vanaf (datum): 21-09-04 (B&W besluit) Openbaar besluit: Onderwerp
Besluit
Parkeerbedrijf Informatie:G. Schrijnemakers tel:4778554 e-mail:
[email protected] portefeuillehouder:W. Lennertz
Personeel en Organisatie Start interne verzelfstandiging per 01-01-05. Uitvoering en planning Implementatie Parkeerbedrijf ingaande 01-12-04 Parkeerplaatsverordening: besluitvorming uiterlijk juni 2005 Besluitvorming Parkeerbedrijf incl. privatiseringsaspect 2005 Implementatie parkeerbeleid ingaande 01-12-04 Start uitvoering 01-01-05 Evaluatie / controle door de Raad Jaarlijks middels jaarverslag Parkeer BV
22 juli 2005 Pagina 8 van 9
Gemeente Sittard-Geleen Voorstel aan Gemeenteraad
Reg. nummer 04/137693
Bijlagen Bijlage 1. Integrale Parkeernota hoofdrap port. Bijlage 2. Integrale Parkeernota bijlagenrapport. Bijlage 3. Tarieventabel parkeertarieven 2005. Bijlage 4. Toelichting Parkeertarieven. Bijlage 5. Spelregels belanghebbendenregeling schillen rond centra Sittard-Geleen. Bijlage 6. Verslag afsluitend overleg met Geleen Promotion en S.B.O.S. Bijlage 7: Verslag inspraakbijeenkomst. Bijlage 8: Kaarten parkeerplaatsen naar doelgroepen Geleen en Sittard, BRO.
Registratie Voorstel aan Gemeenteraad Steller : Guy Schrijnemakers Telefoon : 4778554 E-mail : standaard
Reg. nummer : 04/137693 Reg. datum : Reg.nummer(s) bijlagen:
Sector Stadsontwikkeling Parkeerbedrijf Burgemeester W.J.A. Dijkstra
Secretaris
22 juli 2005 Pagina 9 van 9
De raad der gemeente Sittard-Geleen,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2004, gemeenteblad 2004, nummer 95 ; gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t :
vast te stellen het parkeerbeleid als omschreven in de Integrale Parkeernota en de aanvullingen zoals beschreven in het gemeenteblad.
Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 15 december 2004,
De griffier,
De voorzitter,
Drs. F.T.H.A. Coenen
Drs. W.J.A. Dijkstra
L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory\BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Parkeerbeleid 2005.Doc
De raad der gemeente Sittard-Geleen,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2004, gemeenteblad 2004, nummer 95 ; gelet op het bepaalde in artikel 147, lid 2 juncto 108 van de Gemeentewet, de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen en de Parkeernota; b e s l u i t :
vast te stellen de “Parkeerverordening 2005”; Afdeling 1: Definities en begripsomschrijvingen Artikel 1.1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen, als bedoeld in artikel 1, onder z van het RVV 1990; c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; d. houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven; e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; f. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur; g. (parkeer)vergunninghoudersplaats: een plaats die: 1. is aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of 2. gelegen is binnen een zone aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory\BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Parkeerverordening 2005.Doc
2 h.
i. j. k.
(parkeer)vergunning: een door Burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeervergunninghoudersplaatsen en in het gebied dat krachtens het aanwijzingsbesluit, zoals bedoeld in artikel 2.1, onderdeel a van deze verordening, is aangewezen als zone 1; (parkeer)vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend; abonnement: een door Burgemeester en wethouders verleend abonnement, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen; abonnementhouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een abonnement is verleend.
Afdeling 2: Plaatsen voor vergunninghouders c.q. abonnementhouders en tijdstippen. Artikel 2.1 a. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren van vergunninghouders c.q. abonnementhouders; b. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders c.q. abonnementhouders is toegestaan. Artikel 2.2 a. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek: 1. een vergunning verlenen voor het parkeren op parkeervergunninghoudersplaatsen of in het gebied dat krachtens het aanwijzingsbesluit, zoals bedoeld in artikel 2.1, onderdeel a van deze verordening, is aangewezen als zone 1; 2. een abonnement verlenen voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen; b. Een vergunning c.q. abonnement kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die beschikt over een geldig rijbewijs, wanneer deze: 1. woont in een gebied waar parkeervergunninghoudersplaatsen c.q. parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn. Hierbij wordt in eerste instantie uitgegaan van 1 vergunning c.q. 1 abonnement per woonadres. Tevens kan hier het criterium van parkeergelegenheid op eigen terrein c.q. gehuurd terrein gehanteerd worden; 2. een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar parkeervergunninghoudersplaatsen c.q. parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn én aannemelijk maakt dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren én er geen sprake is van een beperking, zoals bedoeld in lid d; 3. een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar mede door abonnementhouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en zijn voertuig van maandag tot en met vrijdag in de parkeergarage wenst te parkeren; c. Aan de vergunning c.q. het abonnement kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop vergunningen c.q. abonnementen van kracht zijn; d. Ter bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte worden vergunningen in eerste instantie aan bewoners en abonnementen aan bedrijven en werknemers verstrekt. Slechts in geval van zeer bijzondere omstandigheden kan hiervan afgeweken worden. L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory \BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Parkeerverordening 2005.Doc
3
Artikel 2.3 a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning c.q. een abonnement; b. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 6 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning c.q. een abonnement; c. Burgemeester en wethouders kunnen de in lid b genoemde termijn met ten hoogste 6 weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld; d. Een besluit tot afwijzing van een aanvraag is met redenen omkleed. De aanvrager wordt van deze afwijzing schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 2.4 a. Door Burgemeester en wethouders kan een vergunning per jaar en een abonnement per kwartaal of per jaar worden verleend, vervolgens vindt een automatische verlenging plaats; b. Een vergunning c.q. een abonnement bevat in ieder geval de volgende gegevens: 1. de periode waarvoor de vergunning c.q. het abonnement geldt; 2. het gebied c.q. de straat waarvoor de vergunning c.q. het abonnement geldt en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning c.q. het abonnement is verleend. De vermelding van het kenteken kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen, afhankelijk van het gebied of de omstandigheid, achterwege gelaten worden. Artikel 2.5 a. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning c.q. een abonnement intrekken of wijzigen: 1. op verzoek van de vergunning- c.q. de abonnementhouder; 2. wanneer de vergunning- c.q. de abonnementhouder het gebied, waarvoor de vergunning c.q. het abonnement is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt; 3. wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning c.q. het abonnement; 4. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen c.q. abonnementen komt te vervallen; 5. wanneer de vergunning- c.q.de abonnementhouder handelt in strijd met de aan de vergunning c.q. het abonnement verbonden voorschriften; 6. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning c.q. het abonnement onjuiste gegevens zijn verstrekt; 7. om redenen van openbaar belang; b. Een besluit tot intrekken of wijzigen van een vergunning c.q. een abonnement is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning c.q. het abonnement schriftelijk in kennis gesteld; c. Voor de wijziging van een vergunning c.q. een abonnement zal een kostendekkend tarief in rekening worden gebracht. Hierbij valt te denken aan de wijziging van een kentekennummer. Artikel 2.6 a. Wanneer de abonnementhouder het abonnement, geldende voor een kwartaal, wenst op te zeggen, dient hij dit minimaal 1 maand voorafgaand aan het volgende kwartaal schriftelijk kenbaar te maken aan Burgemeester en wethouders. Vergunningen c.q. abonnementen, geldende voor een jaar dienen minimaal 1 maand voor het volgende jaar opgezegd te worden. L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory \BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Parkeerverordening 2005.Doc
4 b.
De vergunning- c.q. de abonnementhouderskaart dient uiterlijk 5 dagen na geldigheidsdatum geretourneerd te worden.
Afdeling 3: Verbodsbepalingen. Artikel 3.1 a. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan: 1. op een parkeervergunninghoudersplaats; 2. op een parkeerapparatuurplaats; b. Het is verboden een (brom-)fiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd; c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. Artikel 3.2 Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen. Artikel 3.3 a. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een parkeervergunning- c.q. een abonnementhoudersplaats slechts aan vergunningc.q. abonnementhouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: 1. zonder vergunning c.q. abonnement; 2. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning c.q. het abonnement; 3. in strijd met de aan de vergunning c.q. het abonnement verbonden voorwaarde(n); b. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. Afdeling 4: Strafbepaling. Artikel 4.1 Overtreding van het bepaalde in afdeling 3 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie. Afdeling 5: Overgangs- en slotbepalingen. Artikel 5.1 Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door Burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast. Artikel 5.2 Deze verordening kan worden aangehaald als: “Parkeerverordening 2005”. L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory \BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Parkeerverordening 2005.Doc
5
Artikel 5.3 a. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005; b. Met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt, vervalt de “Parkeerverordening 2003” d.d. 12 december 2002.
Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 15 december 2004,
De griffier,
De voorzitter,
Drs. F.T.H.A. Coenen
Drs. W.J.A. Dijkstra
L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory \BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Parkeerverordening 2005.Doc
Sleepovereenkomst Gemeente Sittard-Geleen – Takel- en Bergingsbedrijf J. Roex. De Gemeente Sittard- Geleen, ten deze vertegenwoordigd door Burgemeester en wethouders, hierna te noemen de Gemeente; handelend ter uitvoering van het besluit d.d…………………… tot invoering van de Wegsleepverordening evenementen Gemeente Sittard-Geleen; en het Takel- en Bergingsbedrijf M.F. Roex BV, gevestigd te Sittard ten deze vertegenwoordigd door de heer M.F. Roex, hierna te noemen Roex; verklaren het volgende te zijn overeengekomen: I.
II.
de Gemeente belast Roex met werkzaamheden verband houdende met en benodigd tot het takelen en wegslepen van voertuigen in het kader van de Wegsleepverordening evenementen Sittard-Geleen in de Gemeente Sittard-Geleen, zodra daartoe door of namens een door Burgemeester en wethouders gemandateerde opdracht is gegeven aan Roex; Roex aanvaardt de in onderdeel I. genoemde verplichting zonder van de Gemeente een tegenprestatie te vorderen anders dan bij een opdracht in verband met strafbare feiten en zonder recht op vergoeding van de kosten door de Gemeente, voor schade aan Roex berokkend bij het verrichten van de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden.
Onder de navolgende voorwaarden: 1.
a. b. c.
2.
De overeenkomst heeft betrekking op takel- en wegsleepwerkzaamheden in het kader van de Wegsleepverordening evenementen Sittard-Geleen in de Gemeente Sittard-Geleen. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 5 jaar, ingaande op ……………………… Deze overeenkomst zal eindigen op……………, mits de overeenkomst verlengd wordt ingevolge voorwaarde 1, onderdeel c. De overeenkomst wordt telkens onder dezelfde voorwaarden stilzwijgend verlengd met een periode van 1 jaar, tenzij één der partijen schriftelijk, uiterlijk 3 maanden voor het verstrijken van de lopende periode te kennen geeft geen verdere verlenging van de overeenkomst te wensen.
Mogelijkheden tot tussentijdse opzegging: a. met onmiddellijke ingang: 1. met wederzijds goedvinden, door middel van ondertekening door de Gemeente en Roex van een daartoe strekkende overeenkomst; 2. van rechtswege, indien één van de partijen na ingebrekestelling niet voldoet aan de verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit, tenzij partij alsnog verkiest nakoming te vorderen, of, waar dit niet mogelijk is, de Gemeente verkiest Roex een boete op te leggen van maximaal € 500,- (vijfhonderd Euro) per gelegenheid van het niet nakomen door Roex van de uit deze overeenkomst voor hem voortvloeiende verplichtingen;
1
b.
c.
3.
a.
b.
4.
a. b.
c.
van rechtswege, indien Roex in faillissement of surseance van betaling verkeert, bij fusering van Roex met een ander bedrijf, bij zodanige wijziging van of in Roex, dat een geheel gewijzigde bedrijfsvoering van Roex is te verwachten, of zodra Roex de vrije beschikking over zijn vermogen verliest. na een termijn van ten hoogste 3 maanden (vanaf de ondertekeningsdatum van deze overeenkomst) voor het geval één van de partijen de overeenkomst wenst te beëindigen. De beëindiging dient schriftelijk te geschieden. Roex verplicht zich te allen tijde beschikbaar te zijn voor het verrichten van de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden. Bij ontstentenis van Roex zal hiervan onverwijld door of namens Roex kennis worden gegeven aan de Gemeente. Indien Roex in strijd met de hiervoor onder 3.a. gestelde verplichting, niet beschikbaar is en geen kennis van dit feit heeft gegeven aan de Gemeente is het gestelde onder 2.a.2. van toepassing, onverlet het verhaal op Roex van de door de Gemeente geleden schade ten gevolge van zodanige gebeurtenis. Roex vrijwaart de Gemeente tegen alle aanspraken van derden, die betrekking hebben op, of die een direct of indirect gevolg zijn van de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden. Roex is gehouden alle aan de Gemeente toegebrachte schade, direct of indirect veroorzaakt door hetgeen Roex verricht of nalaat te verrichten in het kader van de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden onverwijld aan de Gemeente te vergoeden. Alle bergings- en afsleepwerkzaamheden worden verricht onder de Algemene Bergings- en Vervoercondities Gestrande Voertuigen.
5.
Roex is verplicht het takel-, bergings-, transport- en hulpmaterieel in goede staat en bij voortduring gebruiksgereed te houden, alles tenminste volgens de wettelijke voorschriften en door de Nederlandse Vereniging van Bergingsspecialisten gestelde of te stellen eisen.
6.
a. b. c. d. e.
Opdrachten tot het verrichten van de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden worden door of namens de Gemeente rechtstreeks aan Roex verstrekt. Voorafgaand aan de dag van het evenement wordt Roex door de Gemeente geï nformeerd over het plaatsvinden van het evenement; De Gemeente verleent Roex medewerking tot het verrichten van gegevens die noodzakelijk zijn voor de administratieve- en financiële afwikkeling van de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden. Het is Roex niet toegestaan dergelijke gegevens te gebruiken voor het aanbieden van diensten of voor doeleinden gelegen buiten het directe veld van zijn werkzaamheden als bedoeld in de onderdeel I. Bij niet naleving van de onder 6.c. genoemde verplichting verbeurd Roex telkens een boete van ten hoogste € 500,- (vijfhonderd Euro) aan de Gemeente, onverlet het gestelde onder 2.a.2.
7.
Na een daartoe verstrekte opdracht is Roex verplicht terstonds uit te rukken naar de aangegeven locatie, waarbij hij tenminste de maximum uitrijtijd van 30 minuten in acht neemt.
8.
a.
Op de middels opdracht aangegeven locatie zal Roex de in onderdeel I. genoemde werkzaamheden naar behoren verrichten. Zulks houdt onder meer in, dat het gedrag en de handelswijze van Roex te allen tijde in overeenstemming dienen te zijn met het algemeen in het maatschappelijk
2
b.
verkeer aanvaarde regels van wellevendheid voor een voertuig met een maximum gewicht van 3500 kg. Roex is gehouden alle aanwijzingen door of namens de Gemeente stipt en onmiddellijk op te volgen.
9.
Roex is verplicht het voertuig zoals bedoeld in onderdeel I. af te voeren naar de in de Wegsleepverordening evenementen Sittard-Geleen aangewezen bewaarplaats.
10.
a. b.
11.
De Gemeente verplicht zich de tarieven voor de Wegsleepverordening evenementen Sittard-Geleen, te vergoeden. Betaling zal binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur geschieden. De tarieven zullen jaarlijks worden geï ndexeerd.
in gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet beslist de Gemeente.
Sittard-Geleen,……………………..
De Gemeente,
Roex,
Burgemeester en wethouders
de heer M.F. Roex
3
1 Toelichting bij de “Wegsleepverordening evenementen Gemeente SittardGeleen”.
Algemene toelichting. Op 6 november 2001 is in het Staatsblad 2001, nr. 510, het besluit tot inwerkingtreding van de wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en het Besluit wegslepen van voertuigen afgekondigd en vastgesteld dat de nieuwe Wegsleepregeling met ingang van 1 januari 2002 in werking treedt. Artikel 170 tot en met 173 WVW 1994 zijn geheel vervangen door nieuwe bepalingen. Kort samengevat houden de wijzigingen in de wegsleepregeling voor gemeenten het volgende in.
Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Het uitvoeren van het wegslepen van voertuigen is geen bevoegdheid meer van de Burgemeester, maar van het gehele college van Burgemeester en Wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. In de WVW 1994 wordt een aantal bepalingen uit de Awb niet van toepassing verklaard. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.
Uitgebreide werking. Voorheen was wegslepen uitsluitend toegestaan in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen. De herziene regeling in de WVW 1994 en het daarop gebaseerde Besluit wegslepen van voertuigen laten een uitbreiding zien. Er zijn immers meer locaties denkbaar waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding is. Direct optreden tegen dergelijke fout geparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Deze wegen en weggedeelten moeten eerst nader worden aangewezen in een
2 gemeentelijke verordening. In zowel de oude als in de nieuwe regeling geldt dat een voertuig niet zonder meer kan worden weggesleept. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is.
Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang. Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WetMulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van Burgemeester en Wethouders. Voorheen bestond er een onlosmakelijk verband tussen beide vormen van optreden. Er moest altijd eerst een proces-verbaal op grond van de WetMulder worden opgemaakt. Indien het desbetreffende proces-verbaal werd geseponeerd of wanneer vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door de rechter volgde, dienden ook de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig te worden terugbetaald. In de nieuwe wegsleepregeling wordt deze koppeling losgelaten. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet meer vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Het is wel noodzakelijk om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van Burgemeester en Wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.
Verordening.
3 In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van Burgemeester en Wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Het college kan pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over: 1. de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard; 2. de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen; 3. de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept. Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van Burgemeester en Wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van Burgemeester en Wethouders geschieden.
Wegsleepwaardige overtredingen. In vele bestaande wegsleepregelingen van de Burgemeester is concreet aangegeven in welke gevallen er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding. Hiervoor is vaak aansluiting gezocht bij de delictsomschrijvingen uit de WVW 1994 of het RVV 1990. Zo'n aanpak kan uit praktisch oogpunt wellicht wenselijk zijn. Toch is voor een andere aanpak gekozen. Enerzijds omdat een gemeente zichzelf nodeloos beperkingen kan opleggen wanneer in de verordening zelf concreet wordt aangegeven welke wegsleepwaardige overtredingen worden onderscheiden. Op grond van het nieuwe artikel 170, eerste lid WVW 1994 kunnen immers voertuigen waarmee én een verkeersregel wordt overtreden én waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van: a. de veiligheid op de weg of b. de vrijheid van het verkeer of c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
4 zonder meer worden weggesleept. Anderzijds omdat het gevaar bestaat dat de delictsomschrijvingen uit de wegenverkeerswetgeving en de wegsleepverordening niet naadloos op elkaar aansluiten. Wanneer dit het geval is, bestaat er de kans dat de gemeente in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures om formele redenen in het ongelijk wordt gesteld. Daarnaast geldt uiteraard ook dat zaken niet dubbel moeten worden geregeld. Bovendien zou bij elke wijziging in de desbetreffende onderdelen van de wegenverkeerswetgeving ook de wegsleepverordening moeten worden aangepast. Om die redenen is gekozen voor een verordening waarin de delictsomschrijvingen niet zijn opgenomen, maar alleen zaken zijn geregeld die gemeenten aanvullend moeten en kunnen regelen. Om toch enig houvast te hebben bij de toepassing van de wegsleepverordening is in een bijlage bij deze toelichting aangegeven in welke gevallen bij evenementen er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving. Tot slot wijzen wij nog op het bepaalde in artikel 170, zesde lid WVW 1994. Hierin wordt bepaald dat een voertuig niet kan worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging wordt begonnen. In de wet wordt niet expliciet aangegeven wanneer met de overbrenging wordt begonnen. In de dagelijkse praktijk wordt ervan uitgegaan dat pas met de overbrenging wordt begonnen wanneer het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Indien de rechthebbende zich eerder bij zijn voertuig meldt, mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Wel zal de rechthebbende alle aan de voorbereiding van de overbrenging verbonden kosten dienen te vergoeden, waarbij met name kan worden gedacht aan de voorrijkosten van het sleepvoertuig en administratieve kosten.
Artikelsgewijze toelichting. Artikel 1. In deze bepaling zijn een aantal begrippen omschreven die één maal of diverse malen in deze verordening terugkomen. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving. Ad d. Voertuig. Het begrip “voertuig”, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen,
5 trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg. Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid. Ad f. Evenement. Er is voor gekozen de mogelijkheid tot wegslepen uitsluitend in geval van evenementen in het leven te roepen. Onder “evenementen” wordt hetgeen verstaan zoals omschreven in onderdeel f van artikel 1. Als men immers naar het verleden kijkt, hebben zich binnen de gemeente slechs twee gevallen voorgedaan die door de politie als wegsleepwaardig werden geacht. Wel neemt de behoefte om te kunnen wegslepen in geval van evenementen met de jaren steeds meer toe. Voornamelijk vanuit instanties als brandweer, ambulance en politie wordt het verlangen om de vaststelling van een wegsleepregeling voor evenementen steeds groter. Artikel 2. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan. Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In de voorliggende verordening is voor de ruimste variant gekozen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen. Dit betekent dat een voertuig in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts kan worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Artikel 3.
6 Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van Burgemeester en Wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de Burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen. De openingstijden kunnen wel nader door het college van Burgemeester en Wethouders worden vastgesteld omdat ze niet expliciet genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994. Openstelling van de bewaarplaats(en) alleen gedurende werkdagen lijkt niet voldoende omdat iemand hierdoor onevenredige schade kan lijden, die mogelijk op de gemeente wordt verhaald. Artikel 4. In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten. In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip 'etmaal' gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later. Artikel 5, 6.en 7. De tekst van deze artikelen spreekt voor zich, zodat nadere toelichting overbodig wordt geacht.
De raad der gemeente Sittard-Geleen,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2004, gemeenteblad 2004, nummer 95 ; gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen; b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening: “Wegsleepverordening evenementen Gemeente Sittard-Geleen”.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen. In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. wet: de Wegenverkeerswet 1994; c. voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al van het RVV 1990; d. APV: de Algemene Plaatselijke Verordening der Gemeente Sittard-Geleen; e. evenement: een voor het grootschalige publiek toegankelijke verrichting van vermaak in de openbare lucht, met uitzondering van betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties, herdenkingsplechtigheden, dienstverleningen, bedrijfsmatige speelgelegenheden en kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen. Onder evenement wordt mede verstaan: *
markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h van de Gemeentewet en de APV ten aanzien van “Snuffelmarkten e.d”;
L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory\BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Wegsleepverordening 2005.Doc
2 *
optochten, zoals bedoeld in de APV ten aanzien van “Optochten”;
*
feesten en wedstrijden, zoals bedoeld in de APV ten aanzien van “Feest, muziek en wedstrijd e.d.”;
*
kermissen;
f. college: het college van Burgemeester en Wethouders der Gemeente Sittard-Geleen.
Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd,overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten bij evenementen. Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 3. Plaats bewaring voertuigen en openingstijden. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: de afgesloten loods van Takel- en Bergingsbedrijf J. Roex, Gasthuisgraaf 10 te Sittard. De openingstijden van deze bewaarplaats worden door het college vastgesteld.
Artikel 4. Kosten overbrengen en bewaren voertuigen. De kosten van het overbrengen en bewaren van een voertuigen bedragen:
a. voorrijkosten: € 65,00 (excl. BTW); b. kosten overbrengen: € 90,00 (excl. BTW); c. kosten van het bewaren van een voertuig bedragen: * € 8,00 (excl. BTW) voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan; * € 8,00 (excl. BTW) voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan. L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory \BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Wegsleepverordening 2005.Doc
3 Artikel 5. Uitwerking van de nadere regels van de verordening. De uitwerking van de nadere regels van de verordening geschiedt door het college. Hierbij kan gedacht worden aan de uitvoeringsvoorschriften, de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden met betrekking tot het fysieke wegslepen.
Artikel 6. Inwerkingtreding. Deze verordening treedt in werking op ...
Artikel 7. Citeertitel.
Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening evenementen Gemeente Sittard-Geleen.
Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 15 december 2004,
De griffier,
De voorzitter,
Drs. F.T.H.A. Coenen
Drs. W.J.A. Dijkstra
L:\Datagroepen\Griffie-Werkdirectory \BIS 2004\2004-12-15\RB 95 Wegsleepverordening 2005.Doc