VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp:
Kadernotitie Participatiewet Peelregio
Registratienummer:
517454
Op voorstel van het college d.d.:
18 februari 2014
Datum vergadering:
11 maart 2014
Portefeuillehouder:
J.P. Ragetlie
Rol gemeenteraad:
Kaderstellende rol
Voorstel in het kort De concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio vast te stellen.
Samenvatting Het kabinet streeft er naar dat per 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treedt. De Participatiewet maakt onderdeel uit van de drie decentralisaties met verder nog Zorg (AWBZ/WMO) en Jeugd. De drie decentralisaties maken onderdeel uit van de beoogde samenwerking in Peel 6.1. In de aanloop naar de invoering van de Participatiewet vindt afstemming plaats in de samenhang van de drie decentralisaties via ingerichte projectgroepen en stuurgroepen per decentralisatie met ieder hun onderlinge dwarsverbanden en de stuurgroep Peel 6.1. Als onderdeel in het invoeringstraject geeft bijgevoegde concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio invulling aan de uitgangspunten van de Participatiewet, de uitgangspunten van de gezamenlijke uitvoering in de Peelregio ten aanzien van de Participatiewet en de richting van de beoogde uitvoeringsorganisatie. Bijlagen 1. Strategische kadernotitie 2. Advies cliëntenraad
1
Deurne, 18-02-2014
Nr. 24 / 00517454
AAN DE RAAD, 1.
Inleiding
Dit voorstel wordt tegelijkertijd in de Peelregio gemeenten aan de desbetreffende raden ter vaststelling aangeboden. Het kabinet streeft er naar dat per 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treedt. De Participatiewet maakt onderdeel uit van de drie decentralisaties met verder nog Zorg (AWBZ/WMO) en Jeugd. De drie decentralisaties maken onderdeel uit van de beoogde samenwerking in Peel 6.1. In de aanloop naar de invoering van de Participatiewet vindt afstemming plaats in de samenhang van de drie decentralisaties via ingerichte projectgroepen en stuurgroepen per decentralisatie met ieder hun onderlinge dwarsverbanden en de stuurgroep Peel 6.1. Als onderdeel in het invoeringstraject geeft bijgevoegde concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio invulling aan de uitgangspunten van de Participatiewet, de uitgangspunten van de gezamenlijke uitvoering in de Peelregio ten aanzien van de Participatiewet en de richting van de beoogde uitvoeringsorganisatie. 2.
Doelstelling en beoogd effect
De doelstelling van de Participatiewet is om iedereen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden. Bij voorkeur naar regulier werk. 3.
Motivering en argumentatie
Participatiewet De invoering van de Participatiewet gaat uit van het zoveel mogelijk invoeren van één regeling voor de mensen met een zwakkere positie op de arbeidsmarkt. Die invoering gaat gepaard met forse bezuinigingen. De huidige Wet werk en bijstand (Wwb) wordt omgebouwd tot de nieuwe Participatiewet en gaat daar geheel in op. Op het Participatiebudget (budget voor re-integratie activiteiten) wordt fors bezuinigd op de rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening (Wsw), terwijl de rechten van de huidige populatie Wsw-ers in stand worden gehouden. De Wajong is met de uitvoering van de Participatiewet alleen nog toegankelijk voor Wajongers die blijvend en duurzaam volledig arbeidsongeschikt zijn. De huidige Wajongers worden herkeurd. Dat betekent een forse toename van instroom in de Participatiewet (Wwb) van hen die niet meer in de Wajong worden toegelaten en zij die als gevolg van herkeuring hun Wajong-status verliezen. Door de Participatiewet wordt een heel andere werkwijze gevraagd van de samenwerkende organisaties, gemeenten, Atlant Groep, UWV, Werkplein, Werkgeversplein. De gemeenten hebben de lead en moeten zich erop beraden op welke wijze vorm geven 1
wordt aan de invulling van de wet, maar bovenal ook aan de samenwerking tussen de organisaties. Door de drie decentralisaties, de beoogde samenwerking in Peel 6.1, en de afname van zowel het Participatiebudget als het Inkomensdeel (Wet Buig) dienen (op termijn) principiële keuzes gemaakt te worden. Die keuzes moeten er toe leiden dat er blijvend een passende vorm van dienstverlening aan de klant wordt aangeboden. Dat vraagt, dat men een ‘open mind’ naar de huidige structuren en organisaties wordt gekeken. Er wordt een cultuuromslag zowel intern als extern van alle partners in de manier van denken en werken gevraagd. In dat nieuwe denken zijn de drie decentralisaties, de nieuwe Participatiewet en Peel 6.1., een gegeven. Peel 6.1 In de Strategische kadernotitie wordt uitgegaan van een centrale uitvoeringsorganisatie waarin ‘werk en inkomen’ door de gezamenlijke partners, regiogemeente, Atlant Groep en Werkplein wordt uitgevoerd. Deze centrale uitvoeringsorganisatie maakt onderdeel uit van Peel 6.1. Het UWV en het Werkgeversplein zijn belangrijke partners in deze uitvoeringsorganisatie. De vormgeving van de organisatie en de bestuurlijke inbedding in Peel 6.1 wordt uitgewerkt in het vervolgproces. Daarbij zullen de mogelijke oplossingen worden getoetst aan de randvoorwaarden en uitgangspunten van de kadernotitie en afzonderlijke ter besluitvorming worden voorgelegd. Organisatiemodel Onderdeel van verdere uitwerking is de samenwerking waarbij (zoveel mogelijk) de betrokkene partners in elkaar geschoven worden. Naar buiten toe wordt gecommuniceerd als één Uitvoeringsorganisatie die nog een andere naamsduiding moet krijgen. Alle functies zijn samengebracht in één uitvoeringsorganisatie die in principe onder (eind) verantwoordelijkheid van het bestuur Peel 6.1. de werkzaamheden gaat uitvoeren en volgens de wettelijk voorgeschreven functies zijn ook de overige functies rond werk en inkomensvoorziening opgenomen. In die uitvoeringsorganisatie wordt de inkomensvraag altijd voorafgegaan door een werkvraag. Uitgangspunt is werk, tenzij, waarbij uitgegaan wordt van kansen en niet van beperkingen. Een belangrijk aandachtspunt dat nog verder uitgewerkt moet worden is de ondernemersrol. Die nieuwe uitvoeringsorganisatie moet wel haar ondernemersrol kunnen blijven vervullen. Immers, de uitvoeringsorganisatie heeft naast haar publieke rol een ondernemersrol in de uitvoering en nakoming van diverse overeenkomsten met private ondernemers / werkgevers. Gelet op de noodzaak van slagkracht in de ondernemersrol wordt bij de uitwerking dit aspect in randvoorwaarden uitgewerkt. Dit organisatiemodel heeft de voorkeur van de Stuurgroep Participatiewet en de portefeuillehouders Sociale Zaken van de gemeenten in de Peelregio. Toegang In de structuur zijn werk en inkomen onlosmakelijk met elkaar verbonden. De toegang tot werk en inkomen is een belangrijk onderdeel in de resultaten die in de uitvoeringsorganisatie gerealiseerd kunnen worden. Die resultaten bepalen mede de financiële risico’s, effectiviteit en efficiency bij afnemend beschikbare budgetten. Lokaal opgehaalde werk- en of inkomensvraag wordt altijd doorgegeven aan de centrale uitvoeringsorganisatie. Beoordeling vindt in dei uitvoeringsorganisatie plaats. De regie voor Werk en Inkomen ligt in de centrale uitvoeringsorganisatie. Doorverwijzing naar de centrale uitvoeringsorganisatie kan ook via andere belangenbehartigers zoals woning2
bouwvereniging, onderwijsinstellingen en sociaal maatschappelijke instellingen. Voor zover er niet of nog niet tot een werkoplossing kan worden gekomen zullen de basisvoorzieningen binnen de sociale structuur van de betreffende gemeente worden ingezet om andere vormen van participatie en sociale activering aan te bieden. Werkgeversbenadering Een ander belangrijk onderdeel is de werkgeversbenadering vanuit de centrale uitvoeringsorganisatie. De krachten worden in de werkgeversbenadering gebundeld, waarbij vanuit ‘één loket’ alle werkgevers met hun vragenstelling worden bediend. In de personeelsvoorziening is de vraag van de werkgever, ofwel de vacature leidend. Ontzorgen van werkgevers, HRM voor met name MKB-bedrijven en van werk naar werk zijn andere belangrijke onderdelen in de werkgeversbenadering. Procesafspraken Om de voortgang van de invoering van de Participatiewet te borgen zijn er procesafspraken gemaakt. Er zijn een aantal thema’s benoemd die onder de verantwoordelijkheid van het kernteam worden uitgewerkt. Gemeenten en kernpartners zijn gevraagd om daarvoor personele capaciteit met de benodigde expertise te leveren. Als deze expertise niet kan worden geleverd draagt het kernteam, nadat de stuurgroep daarmee heeft ingestemd, er zorg voor dat de capaciteit en kwaliteit beschikbaar is voor het uitwerken van de thema’s. De resultaten van de uitgewerkte thema’s worden door de kerngroep voorgelegd aan de stuurgroep en de stuurgroep geleid de resultaten door naar het portefeuillehoudersoverleg Sociale Zaken. Gemeenten die niet deelnemen accepteren en gaan akkoord met de resultaten die worden geleverd. 4.
Achtergronden en beleidshistorie
Zie punt 3. 5.
Financiën en risico's
Volgen in de verdere uitwerkingen van de Participatiewet en Peel 6.1. 6.
Juridische aspecten
Volgen in de verdere uitwerkingen van de Participatiewet en Peel 6.1. 7.
Communicatie en draagvlak
De kadernota is door de kernpartners in de regio, de Peelgemeenten en gemeente Geldrop-Mierlo opgesteld. De kadernota is aan de cliëntenraad Wwb/Wsw Deurne aangeboden. Samenvattende reactie op hoofdlijn op het advies van de cliëntenraad Rol cliëntenraad De cliëntenraad heeft tijdens dit proces hun rol niet kunnen pakken, omdat deze gelegenheid niet is geboden. Dit is een terecht punt. Om in het vervolgproces niet in herhaling te vallen is nu bij de verdere uitwerking, zoals opgenomen in bijlage 3 ‘projectorga3
nisatie implementatiefase’ van de kadernotitie de cliëntenraad expliciet opgenomen. Mogelijkheid tot de invulling ‘couleur lokale’ Het is voor de cliëntenraad onduidelijk waarom in figuur 1 van de kadernota dat ‘overige producten’ ‘maatschappelijke participatie’ en ‘tegenprestatie’ naar de individuele gemeenten wordt doorgeschoven. De intentie is om bij de voorgenoemde onderdelen de mogelijkheid te binnen om de ‘couleur lokale’ in te vullen. De variant van de cliëntenraad mbt de uitwerking van het Werkbedrijf De cliëntenraad legt een variant 3A voor. Deze variant komt overeen met variant 3 in de bijlage van de kadernota. De toevoeging van de cliëntenraad op deze variant is dat de uitvoering van het verstrekken van uitkeringen door SVB kan plaatsvinden. Tijdens het proces is variant 3 besproken, maar in de kadernota is variant 4 verder toegelicht. Onder het kopje ‘samenhang werk en inkomen’ is toegelicht waarom de functie ‘inkomen’ niet wordt losgekoppeld. Verzoek om de rol van de cliëntenraad in het vervolgproces uit te breiden De cliëntenraad doet een beroep op college en raad om de rol van de cliëntenklankbordgroep in het vervolgproces explicieter te benoemen. Zij verzoeken om de gemeenschappelijke cliëntenraad (die benoemt is voor de dienstverlening op het Werkplein, hierin neemt ook bijv. het UWV plaats) te benoemen als cliëntvertegenwoordiger en hen in het voortraject te betrekken om te komen tot verordeningen en uitvoering. Dit onderwerp heeft meerdere malen op de regionale agenda gestaan, maar hier is nog geen concreet standpunt ingenomen. Vanuit Deurne wordt dit van harte toegejuicht, maar of dit voor de andere deelnemende gemeenten ook tot een mogelijkheid behoort, dient bezien te worden. Het college/ de raad kan hier wellicht een uitspraak over doen. Geadviseerd wordt om dit initiatief door de cliëntenraad zelf te laten oppakken, door hun collega-raden in de regio hiervoor te benaderen om gezamenlijk een concreet uitgewerkt voorstel voor te leggen. Advies cliëntenraad Voor de volledigheid in bijlage 2 het advies van de cliëntenraad, inclusief in het blauw een ambtelijke reactie. 8.
Uitvoering en realisatie
Zie bijlage 3 van de kadernota Participatiewet Peelregio (bijlage 1). 9.
Voorstel
De concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio vast te stellen.
Burgemeester en wethouders van Deurne, De secretaris, De burgemeester, (G.J.C. Kusters)
(H.J. Mak)
4
Nr 24a
DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2014, nr. 24; overwegende dat: gelet op de invoering van de Participatiewet:
BESLUIT de concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 maart 2014. De griffier
De voorzitter,
(R.J.C.M. Rutten)
(H.J. Mak)
1