voor de medewerkers van de alliantie voortgezet onderwijs nijmegen en het land van maas en waal
Informatiebulletin 12e jaargang • nummer 2 • december 2013
Werkconferentie Academische Opleidingsschool Op 8 november zaten vijf Academische Opleidingsscholen uit de regio bij elkaar om gemeenschappelijk gedeelde vervolgstappen te nemen. Lees het gesprek met de organisatoren op pagina 5.
Passend Onderwijs De spanning neemt weer toe nu de invoerings datum van 1 augustus 2014 voor het Passend Onderwijs nadert. Maar de vraag is of er reden is om ons in onze regio zenuwachtig te maken. Vrijwel iedereen kan zich achter de doelstel lingen van passend onderwijs scharen. Het is bijna vanzelfsprekend dat kinderen onderwijs en begeleiding krijgen die aansluiten bij hun capaciteiten, ontwikkelingsmogelijkheden en ondersteuningsbehoefte. Nu aanvankelijk aangekondigde bezuinigingen definitief van tafel zijn, is er ook geen reden meer voor het schrikbeeld dat veel docenten (drie of vier zorgleerlingen per klas erbij) voor zich zagen. Als we kijken naar de ontwikkelingen in onze regio hebben we al forse stappen gezet: • Vrijwel al onze scholen hebben hun onder steuningsplan op papier staan. Uit die plannen blijkt dat we vooral moeten door gaan met de ondersteuning die we nu aan onze leerlingen bieden. • Het ondersteuningsplan dat ons regionale Samenwerkingsverband (SWV) moet opstellen zal voor de kerstvakantie in concept klaar zijn. Daarna wordt het beoordeeld door vertegenwoordigers van de GMR’en en de gemeenten. Alles wijst erop dat dit plan in het vroege voorjaar klaar is. • Binnen het SWV Passend Onderwijs in onze regio begint een goede samenwerking december 2013
tussen het regulier onderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs op gang te komen. • Met het Flex College hebben wij een goede zorgvoorziening, waar wij projecten voor leerlingen uit het speciaal onderwijs onder kunnen brengen. • Passend onderwijs is pas van invloed op de instroom van leerlingen in het schooljaar 2015 / 2016. Dat betekent dat we volgend schooljaar de tijd hebben om het beleid goed in te bedden op de scholen en duidelijke afspraken te maken over die instroom. Daarbij is de verwachting dat er niet meer dan lichte verschuivingen zouden kunnen optreden, waarbij de inschatting is dat wij het hebben over enkele leerlingen per school en zeker niet per klas. Verder uitstel van de invoering zal eigenlijk alleen maar leiden tot meer onzekerheid bij ouders en leerlingen; dat is ongewenst. Natuurlijk rest ons nog het nodige huiswerk op de werkvloer, maar gezien de ervaring in onze regio mogen we toch wel met enig vertrouwen die datum tegemoet zien. Dirck van Bennekom Bestuurder Alliantie voortgezet Onderwijs
Alliantielezing door Micha de Winter Micha de Winter verzorgt op donderdag 16 januari de vijfde Alliantielezing onder de titel: Aandacht voor de pedagogische opdracht. Hij zal spreken over de rol van opvoeding en vorming in het voortgezet onderwijs, nu en in de toekomst. Prof. dr. De Winter is hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit van Utrecht. In zijn lezing pleit Micha de Winter voor een actieve eigentijdse invulling van de pedagogische opdracht in onze scholen. Daarbij staat hij niet alleen stil bij de rol van docenten en schoolleiders, maar pleit hij ook voor meer betrokkenheid van leerlingen en ouders bij de school. Alle medewerkers van de Alliantie zijn uitgenodigd de lezing bij te wonen. De lezing begint om 15.00 uur en vindt plaats in De Vereeniging. Ontvangst met koffie en thee vanaf 14.30 uur. Na afloop (rond 17.00 uur) bestaat de gelegenheid om onder het genot van een drankje met elkaar na te praten. U kunt zich tot 11 januari per mail aanmelden bij Cissie Goossens:
[email protected]
INHOUD Voorwoord – Alliantielezing – Challenge Day – Collegiale visitatie – Pre University College of Science – Op één na de beste – Voorbereiden op passend onderwijs – ABP-spreekuur – Werkconferentie AOS – Leren werken met leerwerktaken – Recent onderzoek
Een echte held blijft zichzelf Anderhalf jaar geleden kwam op het Pax Christi College een leerling naar docente Cindy van ZandvoortEnning toe. ‘Mevrouw, ik hoor dat er ergens weer iemand voor de trein is gesprongen. Ik weet zeker dat bij ons op school ook kinderen zijn die denken dat ze alleen staan. Kunnen we daar iets aan doen?’ Het was het begin van Challenge Day op school. Dit schooljaar hebben alle vijf derde klassen vmbo-t het pro gramma een dag gevolgd. In Amerika is het al 25 jaar een beproefd recept om in korte tijd wederzijds begrip en respect te kweken. ‘Het is meer dan een anti-pestprogramma’, zegt Cindy, ‘Het kan ook gaan over vervelende thuissituaties, bijvoorbeeld. In een veilige omgeving met veel begeleiding kan iedereen die dag zichzelf zijn. Het begint spelenderwijs en luchtig. Alles wat wordt besproken blijft bin nen het groepje. Het zorgadviesteam was bang dat er problemen uit zou den komen, maar die kende je al.’ De dag lijkt op Arie Boomsma’s ‘Over de streep’, maar dan zonder de extreme gebeurtenissen in dat tv-programma en
zonder camera’s. De kinderen stappen let terlijk over de streep als ze de beschreven situatie op zichzelf van toepassing vinden.
Cindy: ‘Het breekt echt je hart als je een kind zes of zeven keer over de streep ziet gaan. Wat kan het toch oneerlijk zijn. Dat zo’n kind toch nog kans ziet om op school te komen, maar gelukkig geeft school ook houvast.’ Het is het schokeffect dat indruk maakt op de kinderen en waardoor ze zich bewust worden van de situ atie waarin hun medeleerlingen zitten. Ze leren dat je jezelf mag zijn en dat dat ook voor anderen geldt. En dat je erover mag praten. Bij het programma hoort een lespakket van twaalf lessen, aan de hand waarvan alles wat die dag aan de orde is gekomen nog eens kan worden besproken. ‘Eigenlijk zou iedereen op school dit een keer moeten mee maken’, zegt Cindy. Je hoeft je niet te schamen over je situatie. Je bent niet de enige. Delen met anderen is een krachtig middel. Die boodschap hebben de Pax-leerlingen wel uit Challenge Day gehaald. Een echte held blijft zichzelf. n www.challengedaynederland.nl
Collegiale visitatie Stedelijk Gymnasium Nijmegen Onder regie van de Stichting het Zelfstan dig Gymnasium (SHZG) is in schooljaar 2012-2013 een visitatieproject van start gegaan. Om de kwaliteit en objectiviteit van de visitaties te waarborgen wordt het project begeleid door het Nederlands Kwaliteitscentrum voor het Onderwijs (NKCO). Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen was in mei 2013 als eerste van de 38 zelfstandige gymnasia in ons land aan de beurt voor een bezoek van een visitatiecommissie. Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen heeft ervoor gekozen om als eerste deel te nemen om de bevindingen van de visitatiecommissie mee te kunnen nemen in de voorbereidingen voor een nieuw Schoolplan 2014-2018. Het betreft een collegiale visitatie omdat het doel niet is om een keurmerk of iets dergelijks uit te reiken, maar primair om van elkaar te leren. De leden van de visitatiecommis sie zijn daarom ook uitsluitend school leiders, afdelingsleiders en docenten van 2
zelfstandige gymnasia. Voor de visitatie is een protocol ontwikkeld en zijn thema’s geselecteerd, waar de school ook inspraak in heeft gehad. Er is gekozen voor een resultaatgericht onderzoek, met als vaste thema’s onderwijsresultaten en de klas sieke talen en cultuur en als keuzethema het ruime en uitdagende onderwijsaanbod van de school. Ter voorbereiding op de visitatie heeft de schoolleiding een zelfe valuatie geschreven die in het MT en met de MR is besproken. De eigenlijke visitatie heeft plaatsgevonden op woensdag 29 mei en bestond uit een reeks gesprekken met de schoolleiding, docenten en leerlingen onder- en bovenbouw en een delegatie van de sectie klassieke talen. Na de zomervakantie is het rapport van de visitatiecommissie beschikbaar gekomen. Op een studiemiddag op 26 september is het rapport met alle medewerkers bespro ken. Het voert te ver om het rapport hier samen te vatten. Het volgende citaat uit de samenvatting van het rapport geeft een
goede indruk van de bevindingen van de visitatiecommissie: ‘Er wordt ingezet op een hoog kennis niveau van leerlingen, in de lessen ligt de lat hoger dan het minimale niveau van het eindexamen. Leerlingen krijgen op allerlei manieren de gelegenheid om zich te ont plooien. Dit alles vindt plaats in een sfeer die volgens alle gesprekspartners prettig en respectvol is.’ Natuurlijk zijn er ook verbeterpunten aangestipt, onder andere op het gebied van differentiatie in de les, de motivatie van de leerlingen voor de klassieke talen en het verder aanscherpen van de leer doelen. Het visitatierapport biedt derhalve genoeg aanknopingspunten om samen verder te werken aan de ontwikkeling van ons onderwijs. Want, zoals één van de panelleden het formuleerde: ‘Je bent met zijn allen een gymnasium. Anders werkt het niet.’ n Ronald van Bruggen informatiebulle tin
Leerlingen volgen excellentieprogramma op universiteit Anouk Jansen en Kaley Bons (5vwo, SSgN), hier op de foto met hun scheikunde- en NLT-docent Huub Dodemont, behoren tot de selecte groep van twintig leerlingen van Nijmeegse scholen die meedoen aan het excellentieprogramma van het Radboud PUC of Science. Twee jaar lang, in tien modules van vijf weken, verkennen zij op de universiteit het heelal, van quarks via DNA en plaattekto niek tot sterrenstelsels. Wetenschappers van de RU en docenten van de deelnemen de scholen geven de colleges en schrijven mee aan het programma. Ook leerlingen van het Stedelijk Gymnasium, Dominicus College en Pax Christi College nemen aan het programma deel. Anouk en Kaley zijn gedreven, doen op school altijd actief mee in de les en halen hoge cijfers. Ze zijn door deze selectie gekomen door hun motivatie en met aanbevelingsbrieven van hun docenten. ‘Je werkt hier met mensen met hetzelfde niveau als jij’, zo motiveert Anouk de enorme extra inspanning. ‘Je krijgt een voorsprong op andere leerlingen, een extra papiertje’, zegt Kaley, ‘Je leert veel en niet alleen theorie. Je krijgt proefjes te zien die je op school nooit zou zien.’
Anouk en Kaley kregen een aanbevelingsbrief van hun scheikunde- en NLT-docent Huub Dodemont.
Iedere week volgen de leerlingen vier uur lang colleges en zijn ze ook nog eens een uur of vier bezig met hun huiswerk: twaalf opdrachten per week. Ze werken echt op een moeilijk niveau en de inhoud van het programma is anders dan op school. Anouk: ‘Wiskunde is mijn beste vak op school, maar hier is het heel anders.’ Kaley: ‘We hebben tot nu toe vooral natuurkunde en scheikunde gehad. Soms vind je aan sluiting bij de scheikunde op school, maar vaak helemaal niet.’
Mijn pensioen, hoe zit dat? Uw pensioen is in grote lijnen geregeld, maar desondanks zijn er allerlei punten waar u zelf beslissingen in moet nemen. Wanneer u stopt met werken, of u al dan niet gebruik wilt maken van een deeltijd pensioen en of u uw nabestaandenpensioen wilt inruilen voor een hoger ouderdoms pensioen zijn zaken die u zelf moet regelen. Voor jongeren is het interessant om te weten hoe zij een pensioenbedrag kun nen opbouwen om op het niveau van de gepensioneerden van nu (70 procent van het gemiddelde inkomen). Zorg ervoor dat u in de toekomst niet voor onaangename verrassingen komt te staan! Om onze medewerkers de gelegenheid te geven de juiste keuzes te maken, wordt er een ABP-spreekuur op het Bestuursbureau van de Alliantie Voortgezet Onderwijs december 2013
georganiseerd. Samen met een pensioen specialist van ABP wordt er naar uw pensi oensituatie gekeken. De pensioenspecialist kan u adviseren welke maatregelen u dient te treffen om uw financiële toekomst op een aanvaardbaar niveau te brengen. Via www.avonmw.nl kunt u zich aanmelden voor het spreekuur (vergeet niet om eerst in te loggen). De data waarop het spreekuur gehouden wordt zijn: 16 december 2013, 14 januari 2014, 4 februari 2014, 11 maart 2014, 9 april 2014 en 5 juni 2014. Wanneer u een afspraak heeft geboekt, ontvangt u een bevestigingsmail. U kunt ook, indien nodig, zelf de afspraak annuleren. De procedure hiervoor vindt u in de bevestigingsmail. n
Anouk en Kaley vinden het interessant genoeg om gemotiveerd te blijven. ‘We hebben geen CKV meer en dus een tus senuur waarin we huiswerk kunnen maken. De school wil ook verder naar de vakken kijken als het mis dreigt te gaan. Via aante keningen van anderen houden we de lessen bij die we op school missen.’ Vooralsnog denken ze dat het zal lukken. Anouk: ‘Als je ergens aan begint, ga je het halen. Ik blijf zo lang doorgaan als ik kan.’ Kaley knikt instemmend. n
Op één na beste Het Maaswaal College is de op één na beste werkgever van Nederland in het voortgezet onderwijs. De medewerkers van de school schreven hun werkgever zelf in voor deze prijs, een initiatief van de Docentenbank, de NSO en DUO. Het Maaswaal College is trots op de verkiezing. De prijs bevestigt de reputatie van de school in de kwaliteit van het personeelsbeleid en geeft medewerkers en management extra inspiratie. Vorig jaar is het Maaswaal College ook tweede geworden in deze verkiezing. n
Wees er snel bij! Enkele data zijn al volgeboekt. 3
voorbereiden op passend onderwijs
Effectief docentgedrag is de sleutel ‘Als de deur van de klas dichtgaat begint het échte werk en daar heb ik een enorm respect voor.’ Lex Knops kan niet genoeg benadrukken dat het docentschap een vak is, hoezeer de docent ertoe doet voor de leerlingen en dat hij een enorme impact heeft in de klas.
Lex Knops: ‘De vraag: “Wat kan ik met deze klas” zal altijd wel blijven.’
Serious Request Voor het derde jaar op rij laten drie docenten van het Maaswaal College locatie Oosterweg zich opsluiten in een glazen huis. Jasper Gijsbers wordt dit jaar van 16 tot en met 19 december bijgestaan door Veerle Slobbe en Floor van de Weem. Het doel is om samen met de leerlingen zoveel mogelijk geld op te halen voor de Serious Requestactie van 3FM. De leerlingen organi seren onder andere een schoolfeest voor ouders. Dit jaar is de landelijke actie voor de wereldwijde problematiek omtrent diarree. Vorig jaar werd er in Wijchen ruim 34.000 euro ingezameld. Ook het Citadel College zal twee dagen op zijn kop staan om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor de actie. Doel is om 20.000 euro naar Leeuwarden te brengen. n
Colofon Redactie Luutje Niemantsverdriet contact:
[email protected]
Lex Knops is ambulant begeleider vanuit REC Vierland, heeft veel ervaring met clus ter-4-leerlingen (psychische problemen en gedragsstoornissen) en werkt sinds vorig schooljaar met docenten op de vmbo-afde lingen van vier Alliantiescholen om hen voor te bereiden op passend onderwijs. ‘De sleutel ligt bij effectief docentgedrag en aandacht geven aan gewenst gedrag van leerlingen.’ ‘Niemand weet wat er gaat gebeuren. Docenten zijn bang dat ze leerlingen krijgen waarvoor ze niet zijn toegerust. Onduidelijk is ook wat de invulling wordt van de ambulant begeleiders. De vrees is dat veel expertise verloren gaat. Hoewel er altijd leerlingen blijven die gebaat zijn bij een meer specialistische aanpak, is zeker dat door de zorgplicht van scholen er leerlingen zullen komen die veel extra aandacht vragen van de docent’, denkt Lex. Op het Citadel College, Maaswaal College, Mondial College en Pax Christi College
doet hij mee met docenten in de klas en kijkt hij hoe zij hun vaardigheden kunnen uitbouwen. ‘Ik kijk waar docenten tegenaan lopen. Cluster-4-leerlingen zijn leerlingen die zich niet aan de gangbare regels houden. Effectief docentgedrag zit hem in kleine vaardigheden als een goede start van de les maken, een krachtige beurtverdeling,voorspelbaar en zelf een krachtig voorbeeld zijn. Deze vaardigheden zijn in de praktijk niet gemakkelijk, maar je ontwikkelt ze door ze dagelijks uit te voe ren. Juist wanneer het in een klas stormt, is het zeer belangrijk om nog veel méér te gaan doen van wat je normaal al deed.’ Hij is ervan overtuigd dat het in de klas werkt om woorden te geven aan gewenst gedrag van leerlingen. ’Bijvoorbeeld: “Wat goed dat jullie samenwerken”. Dat is gemakkelijk gezegd, maar het is niet je natuur. Je bent geneigd te reageren op negatief gedrag, maar dat zou je nou juist moeten negeren. Niets is krachtiger dan zelf je reactie in de hand te hebben en je niet te laten sturen door wat er in eerste instantie op je afkomt.’ Om docenten zich bewust te laten worden van de goede dingen die er in een les gebeuren, laat hij hun o.a. ‘krachtbeelden’ zien in een video-opname van de les. ‘De vraag: “Wat kan ik met deze klas” zal altijd wel blijven. Met goed klassenma nagement en gedrag kun je iedereen bedie nen. Docenten zijn bereid om zich kwets baar op te stellen en gefilmd te worden om daar zicht op te krijgen. De belangrijkste stap is dan al gezet.’ Als het goed gaat in de klas, heeft dat ook invloed op de cirkels eromheen. Lex: ‘Ik vraag soms of een docent wel eens zomaar ouders heeft gebeld. Niet omdat er iets mis was, maar met: “Hij was op tijd, hij had zijn spullen bij zich en hij had ook huiswerk gemaakt. Dat wilde ik even zeggen”. Het gevolg is dat de betrokkenen positief kunnen zijn tegen het kind.’ n
Vormgeving en druk Thoben Offset Nijmegen Postbus 6618, 6503 GC Nijmegen Telefoon (024) 3790158 E-mail:
[email protected]
www.alliantievo.nl december 2013
4
nieuwsbrief december 2013
De Academische Opleidingsschool AOS Alliantie VO & Notre Dame Partners: ILS HAN en Radboud Docenten Academie werkconferentie over werken met verbindingen
Onderzoek als deel van het repertoire Studenten komen nu meer met een onderzoekende houding de school binnen. Het wordt spannend of we die positieve invloed voor de school vast kunnen hou den, denkt Henk Delger (ILS-HAN). Dan zou er een nieuwe generatie docenten ontstaan die het vanzelfsprekend vindt om samen kleine onderzoekjes te doen met een grote uitstraling. Als de subsidie voor de Academische Opleidingsschool (AOS) weg zou vallen, vindt Helma Oolbekkink (Radboud Docenten Academie), zouden docenten moeten zeggen: Stoppen? Nee, want onderzoek doen hoort bij mijn professionaliteit. Dat punt is nog niet bereikt, onderzoek zit nog niet in het DNA van de scholen. Maar de afgelopen jaren zijn wel veel stappen gezet binnen de AOS, vertellen Helma en Henk, die op 8 november een werkcon ferentie organiseerden voor de vijf oplei dingsscholen waarin hun instituten partner zijn. Er was een goede opkomst met tachtig deelnemers, die grofweg in drie groepen waren te verdelen: lerarenopleiders, docen ten/onderzoekers en schoolleiders. De
AOS Alliantie & Notre Dame was er goed vertegenwoordigd. De werkconferentie was een noodzakelijke volgende stap in de samenwerking tussen de scholen en de opleidingen voor eersteen tweedegraads leraar. ‘De aanleiding was om te zoeken naar meer verbindingen. De sleutel daarvoor is elkaar leren kennen en zien waar we elkaar nodig hebben’, zegt Helma. ‘Waar grenzen tussen de partners vervagen, krijgen we een betere opleiding voor de studenten.’ De deelnemers konden na een korte inlei ding kiezen uit zestien workshops, in vier parallelsessies van 25 minuten. Een interes sante opzet, vonden de deelnemers vanuit de Alliantiescholen. Niet te lang, niet te kort en met de ‘pitches’ waarmee elke workshop begon, kwam de discussie steevast op gang. Met de diversiteit aan thema’s kon het gemêleerde publiek aan de slag. De verhalen, ervaringen en voorbeelden van anderen werden inspirerend gevonden. Hoofdvraag van de conferentie was: hoe kunnen onderzoeksgemeenschappen recht doen aan samenwerking binnen de AOS op
onderzoek en tegelijkertijd aan de verbin ding tussen opleiden en onderzoek. Helma: ‘We zijn toe aan goed afgewogen en gemeenschappelijk gedeelde vervolg stappen om ervoor te zorgen dat onder zoek onderdeel wordt van het repertoire van elke leraar en geen aparte taak meer is of bij een vaste groep mensen hoort. In de voorbereiding is de focus verlegd naar “ontmoeten” en zichtbaar maken wat er in de scholen gebeurt. Dat laatste was voor sommigen, zoals het lectoraat van de HAN, al een verrassing.’ ‘De onderzoeksgemeenschappen zijn er al’, vult Henk aan, ‘Dat zijn de onderzoeksgroe pen op de scholen, de onderzoekers op de instituten en schooloverstijgend de Exper tisegroep Onderzoek. Maar hoe kom je er verder mee? Het blijft nog bij een te kleine groep. De olievlek heeft nog niet voldoende gewerkt. Er is een wereld te winnen als collega’s van scholen en opleiding samen onderzoek doen, waarbij je verschillende kwaliteiten bij elkaar brengt en expertises benoemt. Bijvoorbeeld de vakdidacticus die Lees verder op pagina 6
Deelnemers vanuit de Alliantiescholen praten na over de conferentie.
5
informatiebulle tin
Vervolg van pagina 5 zijn vakgebied bijhoudt, een ander die weer iets anders bijdraagt.’ Helma: ‘Daar is een dubbele winst te boe ken. De inzet van ict als middel tot differen tiatie, bijvoorbeeld, speelt niet alleen op de scholen. Daar worstelen wij op de leraren opleidingen ook mee. Onderzoek kan een nog duidelijkere positie in de school krijgen, echt als onderdeel van de professionaliteit van leraren. Het is daarom goed dat school leiders en coördinatoren het nu minder in individuele projecten en meer in gezamen lijk gedragen onderzoek dicht bij de praktijk zoeken. Dat zien we meer komen. De schoolleider is daarbij echt een sleutelfiguur. In 2012 hebben we met schoolleiders geke ken: Daar staan we en daar willen we naar toe. Misschien is het goed die bijeenkomst te herhalen en opnieuw te kijken waar we in willen investeren.’ Henk: ‘We zullen zeker vaker bijeenkom sten houden, bijvoorbeeld over het beoor delen van onderzoek. Iedereen kan dan zelf wel bepalen om daar wel of niet bij te zijn.’ Helma: ‘In de voorbereiding kunnen we vast mensen aan elkaar koppelen, gericht op een doel.’ n
De leerwerktaken zijn te vinden op www.professioneleopleidingsschool.nl, onder het menu OPLEIDEN.
Contact: Sofie Eisenburger Projectleider Opleidingsschool
[email protected] www.professioneleopleidingsschool.nl
De schoolpracticumdocent (spd) heeft meer invloed op het leren van de student dan wij op de opleiding hebben. Daarom is het mooi dat een deel van het beschik bare subsidiegeld wordt ingezet voor scholing van de spd’, vindt Hans Scheltin ga, instituutsbegeleider van het ILS HAN. Eind oktober gaf hij op het Dominicus Col lege aan zo’n zestien docenten een twee uur durende spd-workshop over de inzet van leerwerktaken bij de begeleiding van hun studenten. Hoewel al een beetje gaar van een dag vergaderen, gingen de spd’s actief en gemotiveerd aan de slag. ‘Omdat het helpt’, aldus Hans. De workshop is heel praktisch ingericht. Leerwerktaken worden sinds een jaar of vier ontwikkeld en steeds meer ingezet om de leerdoelen van de student te bereiken. Theorie en praktijk komen dichter bij elkaar. Hans: ‘Spd en student kunnen er heel gericht en gestructureerd mee aan de slag. Via het observatieformulier kan de spd specifieke feedback geven. Dat is voor de spd heel praktisch.’ Inmiddels zijn behoorlijk wat leerwerkta ken te vinden op de websites van de AOS en van Bureau Extern, ingedeeld per vak en niveau en met een duidelijke titel. Iedere Alliantieschool heeft een specia list, die de leerwerktaken met de spd’s bespreekt. De workshops leren de spd’s, uitgaande van hun eigen ervaringen in het
recent onderzoek
Waarom dit onderzoek?
Naam, functie en school
Leesvaardigheid is erg belangrijk, maar de resultaten van de toets vielen tegen.
Lisanne van de Vinne, docente Frans, Citadel College. Lisanne heeft met dit onderzoek de Gerard Weshoff Taaldidactiekprijs gewon nen, een landelijke prijs voor de beste afstudeerscriptie, die ieder jaar afwis selend voor het hbo en het wo wordt uitgereikt.
Wat heb je onderzocht? De leesvaardigheidstoets die vanaf het jaar 2000 gebruikt wordt aan het eind van leerjaar 2. Ik heb de toets geanaly seerd op de punten waarop het Europees Referentiekader (ERK) vanaf 2004 de toetsen baseert.
6
Praktische workshops helpen stagebegeleider
Wat heb je gevonden? In elf jaar tijd is er zoveel veranderd dat de toets niet meer aansluit op het niveau van de leerlingen. Docenten denken vaak dat tegenvallende cijfers aan het onderwijs liggen. In dit geval is er niets te zeggen over het lees vaardigheidsniveau van de leerlingen omdat de toets niet deugt. Ik heb een nieuwe toets ontworpen, die op school is afgenomen, maar de analyse van de resultaten viel buiten het tijdpad van het onderzoek. Wel viel op dat ook deze resultaten lager uitvielen dan gehoopt. Dit is reden tot vervolgonderzoek,
begeleiden van studenten, hoe en wanneer ze de leerwerktaken kunnen inzetten. Heel concreet raken de docenten aan de hand van een videofragment van een les met elkaar in gesprek. Welke feedback zou je deze student geven? Wat moet hij leren? Wat heeft hij nodig? En vervolgens: Welke leerwerktaken zijn er en waar vind ik die? Daarmee gaan ze direct aan de slag. Peter Altena, docent Nederlands op het Dominicus College, was erbij. Hij had achttien jaar geleden zijn eerste student en heeft de begeleiding zien veranderen. ‘Het was intuïtiever, je gaf tips, bedacht meer zelf. Het deed meer een beroep op je eigen creativiteit, maar je deed ook wel eens niet wat je nu wel doet. De infrastructuur die er nu voor de spd is, is fantastisch. En veel. Ik heb nu gezien wat beschikbaar is. Je hoeft maar een hengeltje uit te gooien naar een passende leerwerktaak voor de student. Ik heb het idee dat de sturende functie van de spd nu wat groter is en misschien is dat ook wel goed. Voor de student weegt de urgentie van het werken in de klas zwaarder dan de reflectieve kant. Met leerwerktaken stuur je dat bij.’ Volgens Peter zou iedere docent om de paar jaar spd moeten zijn. ‘Het is een onophoudelijke confrontatie met wat je zelf doet en ontzettend leerzaam als je goede studenten hebt.’ n
waarin ook het leesvaardigheidsonder wijs wordt meegenomen.
Hoe kan de school dit onderzoek gebruiken? Docenten hopen een hoger niveau lees vaardigheid te bereiken aan het eind van leerjaar 2 door leesstrategieën en differentiatie tussen sterke en zwakke lezers te koppelen. Met nog te ontwer pen hulpkaarten met leesstrategieën voor sterke en zwakke lezers, kunnen leerlingen op hun eigen niveau hun leesvaardigheid optimaliseren. Deze hulpkaarten zouden dan ook gebruikt kunnen worden bij andere moderne vreemde talen.
Meer informatie
[email protected]
informatiebulle tin