Visie en ondersteuningsmethodieken Odion
Februari 2011 Door: Gedragsdeskundigen
Inhoudsopgave: Visie en ondersteuningsmethodiek Odion 1. Inleiding
3
2. Visie: Acht domeinen van bestaan van Schalock en Verdugo 2.1 Lichamelijk welbevinden 2.2 Psychisch welbevinden 2.3 Interpersoonlijke relaties 2.4 Deelname aan de samenleving 2.5 Persoonlijke ontwikkeling 2.6 Materieel welzijn 2.7 Zelfbepaling 2.8 Belangen
5 5 6 7 8 9 10 11 12
3. Randvoorwaarden van zorg en ondersteuning 3.1 De ondersteuningscirkel en het ondersteuningsplan 3.2 Cliëntveiligheid 3.3 Kwaliteit van medewerkers en organisatie 3.4 Samenhang in zorg en ondersteuning
13 13 14 15 15
4. Bijlage Methodieken 4.1 Algemeen 4.1.1 Totale Communicatie 4.2 Met betrekking tot specifiek probleemgedrag 4.2.1 Heijkoop 4.2.2 Motiverende gespreksvoering 4.3 Met betrekking tot wensen toekomst 4.3.1 PTP 4.4 Met betrekking tot ouderenzorg/ dementie 4.4.1 Fenomenologische benadering 4.4.2 R.O.T 22 4.4.3 Validation 4.5 Met betrekking tot meervoudige handicaps en ontwikkelmogelijkheden 4.5.1 Speelpoort/ Doepoort 4.5.2 Portage 4.5.3 Speltraining 4.6 Met betrekking tot autisme 4.6.1 ABA 4.6.2 Geef me de vijf 4.6.3 Ik ben speciaal 4.6.4 TEACCH 4.7 Met betrekking tot Niet Aangeboren Hersenletsel 4.7.1 Hooi op je vork 4.7.2 Competentie gericht werken
16 16 16 18 18 20 21 21 22 22
22 24 24 24 25 27 27 27 28 29 31 31 32
4.8 Met betrekking tot het trainen van arbeidsvaardigheden en vinden van werk 4.8.1 Supported employment 4.8.2 Melba 4.8.3 EIM
33 33 34 35
5. Afkortingen
37
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
2
Visie en ondersteuningsmethodiek Odion 1. Inleiding In het nieuwe meerjarenbeleidsplan 2010- 2014 van Odion staat geschreven dat de doelstelling van Odion is de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking te bevorderen. Odion ondersteunt kinderen en volwassenen met een beperking opdat zij in staat zijn hun eigen leven te leiden. De missie berust op twee pijlers: de eigen regie van de cliënt en de professionele deskundigheid van Odion. Deze doelstelling en missie sluiten geheel aan bij het Visie document “Kwaltiteitskader Gehandicaptenzorg” wat onlangs is verschenen. De basis van dit kwaliteitskader is een gezamenlijke visie op zorg en ondersteuning in alle sectoren van de gehandicapten zorg. Odion heeft ruim 900 cliënten, en geen cliënt is hetzelfde. Er zijn cliënten met een verstandelijke beperking, variërend van een zeer ernstig meervoudige beperking tot een licht verstandelijke beperking, functionerend op moeilijk lerend niveau. Cliënten kunnen daarbij een zintuiglijke of motorische handicap hebben. Ook zijn er cliënten met een bijkomend gedragsprobleem of een psychiatrische stoornis. Er zijn cliënten bij Odion die een lichamelijke beperking hebben en cliënten die al dan niet als gevolg van een trauma een niet aangeboren hersenletsel hebben opgelopen. Om de cliënten op verschillende gebieden goed te kunnen ondersteunen werken we binnen Odion volgens een ondersteuningsconcept. Dat wil zeggen dat Odion zorg en dienstverlening biedt aan mensen met een beperking op zodanige wijze dat zij als volwaardige burgers deelnemen aan de samenleving en gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de samenleving biedt. Professionele zorg aan mensen met een beperking vraagt kennis over de beperking en de problemen die deze beperking met zich meebrengt. We willen ook weten wat de ondersteuningsbehoefte is van mensen met een beperking. Het visie document gaat uit van het AAIDD model (American Association on Intellectual Developmental Disabalities) wat aansluit bij nationale en internationale inzichten. De AAIDD bestaat uit een groep wetenschappers die internationaal richtlijnen formuleert om het begrip verstandelijke beperking te definiëren. Zij hebben ook afspraken gemaakt om de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking te kunnen beschrijven en onderzoeken. Schalock en Verdugo hebben een vertaling hiervan gemaakt door de visie op verstandelijke beperking uit te werken in 8 domeinen van bestaan.
Voor wie is deze notitie? Voor ieder die dagelijks met de cliënten van Odion werkt is deze notitie geschikt als belangrijk uitgangspunt in het werk. De acht domeinen van bestaan worden vertaald naar de situatie van Odion. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van de kwaliteitsthema’s uit het Visie document. De notitie wordt besloten met een beschrijving van de meest gangbare methodieken die binnen Odion worden gebruikt ten behoeve van al die verschillende cliënten met al hun verschillende beelden, vragen, wensen en ondersteuningsbehoefte.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
3
Bij de beschrijving van de domeinen en de kwaliteitsthema’s is de volgorde aangehouden van het Visie document. Het is een willekeurige volgorde die verder niets zegt over de prioriteiten in de kwaliteit van het bestaan van de cliënt. o o o
Blom, M. en Visscher, J. (2007). Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg, Visie document. Utrecht: VGN. Schalock, R. en Verdugo Alonso, M.A. (2002). Handbook of Quality of Life for Human Service. Washington: American Association on Mental Retardation. Odion, Raad van Bestuur (2010). Odion, ontmoeten en ondernemen, meerjarenbeleidsplan 2010 – 2014 Purmerend.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
4
2. Visie Acht domeinen van bestaan van Schalock en Verdugo 2.1 Lichamelijk welbevinden Odion schept de voorwaarden voor het lichamelijk welbevinden van de cliënten. Daarbij heeft zij menselijke waardigheid hoog in het vaandel staan. Deze waardigheid wordt gewaarborgd ondanks lichamelijke en of verstandelijke beperkingen van de cliënt. Dit kan tot uiting komen in zaken als respect voor privacy en een respectvolle benadering (bv bij persoonlijke hygiëne). Er is aandacht voor de gezondheid van de cliënten door een gezonde leefwijze te stimuleren. Hierbij kan gedacht worden aan zaken als voldoende bewegen en gevarieerd eten. Er zal altijd een balans gezocht worden in rust en activiteit. Ook wordt voorlichting gegeven over gewoontes die de gezondheid schaden, zoals een overmatig gebruik van alcohol en/of drugs of het besmet raken met SOA’s of hepatitis B. Signalen van lichamelijke klachten van cliënten worden serieus genomen en er wordt zonodig doorverwezen naar de huisarts of doorgesproken met de AVG, of verpleeghuisarts van de stichting. Het begeleiden van een verantwoord medicijngebruik, individuele epilepsieprotocollen, regelmatige visus- en gehoorscreeningen dragen bij aan de zorg voor het lichamelijk welbevinden zoals Odion die aan haar cliënten wil bieden. Voorbeeld: - Madelon (39 jaar, IW- locatie) rookt een pakje sigaretten per dag terwijl zij steeds meer gezondheidsklachten heeft. Ze wil minder gaan roken. Begeleiding helpt haar om minder te gaan roken. - Jasper (18 jaar, KDC) eet zeer eenzijdig en heeft ernstig ondergewicht. Zijn ouders vinden dat dit wel meevalt. Met zijn ouders, begeleiding, de orthopedagoog en AVG wordt een gesprek gepland om een plan te maken.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
5
2.2 Psychisch welbevinden Odion stelt zich ten doel het psychisch welbevinden van de cliënten te bevorderen. Op alle domeinen van het leven heeft de cliënt invloed. Odion neemt de wens van de cliënt serieus. Hierin is constant een gezonde spanning aanwezig in wat de cliënt wil en aankan. Cliënt en professional proberen daarin tot overeenstemming te komen. Klachten van cliënten worden serieus genomen. Voortdurend wordt de vraag gesteld of er geen sprake is van overvraging of ondervraging. Door passende dagbesteding te zoeken en situaties te creëren waarin cliënten van betekenis zijn voor anderen, probeert Odion het zelfbeeld van de cliënten positief te beïnvloeden en zo de mogelijkheid te vergroten dat zij waardering krijgen voor wat zij doen. Ook een woonomgeving die past bij de behoeften van de cliënt is van essentieel belang voor het psychisch welbevinden. De zorg die hierin geboden wordt moet overeenstemmen met de vraag, maar ook met de mogelijkheden van de cliënt. Teveel zorg is bijna net zo schadelijk voor de ontwikkeling van een cliënt als te weinig zorg. Odion ondersteunt de cliënt in zijn contact met de buitenwereld, bemiddelt zonodig en verduidelijkt de speciale zorg die een cliënt nodig heeft. Specifieke ondersteuningsmethodieken worden ingezet in de dagelijkse begeleiding op dagcentrum of woonvoorziening (zie hoofdstuk 4 Methodiek). Odion biedt PSH en behandelt met EMDR en creatieve therapie. Voorbeeld: - Marjan (72 jaar, woont op een 24-uurslocatie) wil niet meer naar dagbesteding, ze vindt dat ze lang genoeg gewerkt heeft en wil liever thuis blijven, waar ze vaak zit te breien, tv kijkt of kruiswoordpuzzels maakt. Begeleiding bekijkt samen met Marjan hoe ze op een prettige manier haar dag kan doorbrengen. - Johan (28 jaar, woont op een IW- locatie) heeft een aantal gesprekken bij PSH (Psycho Sociale Hulpverlening) om het overlijden van zijn moeder een plekje te geven. - Inge (34 jaar, begeleid werken) wil graag in een kinderdagverblijf werken. Begeleiding zoekt samen met Inge naar een plek waar ze stage kan lopen. Inge vindt het fijn dat ze op deze manier iets kan betekenen voor anderen en voelt zich zo meer gewaardeerd.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
6
2.3 Inter-persoonlijke relaties Het aangaan en onderhouden van sociale contacten is één van de basisbehoeften van de mens. Familie, vrienden, buren, collega’s vormen het sociale netwerk. Deze contacten zijn essentieel voor het welbevinden. Het is voor mensen met een beperking vaak moeilijker om contacten aan te gaan en deze te onderhouden. Het netwerk is daardoor meestal klein en kwetsbaar. Ook is de kans groot dat het netwerk uitsluitend bestaat uit mensen met een beperking, familie en de professionele begeleiders. Odion wil graag dat cliënten een goed sociaal netwerk hebben, d.w.z. passend bij de mogelijkheden van de cliënt en voldoende gevarieerd, zowel in wonen, werken als de vrije tijd. Ze stimuleert en faciliteert de cliënten bij het aangaan van contacten. Belangrijk is dan aan te sluiten aan het communicatieniveau van de cliënt. Niet alleen door de begeleiders maar ook door de mensen uit het netwerk. Begeleiders hebben een professionele relatie met cliënten. In deze relatie zijn zij een voorbeeld door het gebruik van goede sociale vaardigheden, hebben zij een respectvolle bejegening en staan zij open voor wat de cliënt wil en nodig heeft. Voorbeeld: - Boris (6 jaar, KDC) speelt elke week met Jesse (6jaar) van de basisschool in de hoop dat er zo vriendschappelijke contacten ontstaan. Begeleiding stimuleert Boris om samen te spelen en het contact met Jesse te onderhouden. - Patricia (39 jaar) wil weer contact met haar zus die zij al jaren niet heeft gezien door ruzie binnen de familie. De persoonlijke begeleider van Patricia stimuleert haar om contact op te nemen met haar zus en bereid haar voor op hun eerste gesprek. - Peter (28 jaar BZW) wil graag contact met zijn nieuwe buren nu hij verhuisd is naar een eigen huis. De begeleider bespreekt met Peter hoe hij dit het beste kan aanpakken. Tijdens het wekelijkse contact moment bespreken ze hoe het contact met de buren verloopt.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
7
2.4 Deelname aan de samenleving Mensen met een beperking moeten de gelegenheid krijgen te integreren in de samenleving en gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de samenleving biedt. Odion wil dit realiseren door mensen met een beperking een woonvoorziening in de wijk aan te bieden, met een eigen voordeur en de mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Zo wonen cliënten van Odion dichtbij winkels en voorzieningen in de eigen buurt. Zij gaan naar de reguliere huisarts en tandarts, nemen deel aan activiteiten die georganiseerd worden in de woonplaats en hebben vaak ook vrijetijdsbesteding in hun eigen wijk. Odion ondersteunt cliënten bij het aanleren van vaardigheden en het leggen van contacten, zodat zij met of zonder ondersteuning optimaal gebruik kunnen maken van de voorzieningen in de samenleving. Odion wil haar cliënten daarnaast zoveel mogelijk werk of dagbesteding in de samenleving aanbieden, werk bepaalt immers een deel van je identiteit en geeft een gevoel van eigenwaarde. Zinvolle dagbesteding die is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Door middel van markten waar zelfgemaakte spullen worden verkocht of winkels en eetgelegenheden midden in de maatschappij, wordt het contact met de samenleving mogelijk gemaakt. Vrijwilligers worden actief gezocht om deelname aan de maatschappij te vergemakkelijken, maar cliënten worden zelf ook gestimuleerd tot het verrichten van vrijwilligerswerk. Voorbeeld: - Bart (25 jaar, IW- locatie). Samen met een job coach heeft Bart werk gevonden bij een garage, hij werkt hier met veel plezier. Hij is trots op zijn werk en heeft een leuk contact met zijn collega’s. - Sacha (45 jaar) heeft bij wonen en dagbesteding vrijwel met dezelfde mede cliënten te maken. In haar vrije tijd heeft ze er bewust voor gekozen niet met ditzelfde groepje te gaan zwemmen. Samen met begeleiding heeft ze een sportschool in de buurt gevonden waar zij nu gaat fitnessen.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
8
2.5 Persoonlijke ontwikkeling Odion ondersteunt de cliënt bij het aanleren en ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en bij het behoud van vaardigheden. Zij heeft als uitgangspunt dat iedereen leert, werkt en ontspant op zijn eigen manier. Iedereen ontwikkelt zich dan ook op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo, met zijn eigen wensen en mogelijkheden als uitgangspunt. Odion gaat er van uit dat iedere persoon met een beperking zich persoonlijk kan ontwikkelen, of het nu gaat om het kiezen van je eigen broodbeleg of het zelfstandig leren reizen met het openbaar vervoer. Odion sluit aan bij de mogelijkheden en wensen van de cliënt en probeert mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Bij het leren van nieuwe vaardigheden hoort ook het mogen maken van fouten. Het gaat er dan om dat cliënten “verantwoorde” risico’s kunnen nemen. We verstaan daaronder dat we goed nadenken over wat nieuwe vaardigheden een cliënt kunnen brengen en welke risico’s dat mogelijk met zich meebrengt.
Voorbeeld: - Marjan (26 jaar, 24-uurs locatie) wil haar wekelijkse boodschappen zelf leren doen. Begeleiding oefent met haar stap voor stap hoe je boodschappen moet doen. - Frits (10 jaar, MCG). Begeleiding wil Frits leren hoe hij kan kiezen tussen twee soorten broodbeleg. - Nico (39 jaar, BZW) wil weten waar zijn geld aan op gaat. Samen met zijn begeleider maakt hij een overzicht van al zijn inkomsten en uitgaven.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
9
2.6 Materieel welzijn Materieel welzijn heeft betrekking op het hebben van voedsel, kleding, huisvesting/inrichting, en passende begeleiding. Odion helpt cliënten met het aanvragen van voldoende financiële middelen en het zoeken naar passend werk. De ondersteuning is onder meer gericht op activiteiten die bijdrage aan bijvoorbeeld omgaan met financiën, hulp bij administratie, behuizing, inrichting van het huis en vervoer. Maar ook ondersteuning bij het bezoeken en regelen van zaken bij een instantie als de gemeente voor bijvoorbeeld het aanvragen van subsidie. Odion biedt ondersteuning bij de aanvraag van een passende indicatie. Dit is mede afhankelijk van de behoefte van de cliënt binnen de mogelijkheden die geboden kunnen worden. Voorbeeld: - Armand (45 jaar, BZW) wil graag ondersteuning bij het aflossen van zijn schulden en leren omgaan met zijn administratie, post en financiën. Zijn begeleider van BZW helpt hem hiermee. - Michel (24 jaar, IW- locatie) wil graag in een ander huurhuis wonen en na een tijdje wil hij een huis kopen en samenwonen. Met zijn persoonlijke begeleider zet hij op een rijtje wat de stappen zijn die hij hiervoor moet nemen en bekijken ze of het gestelde doel realistisch is. Algemeen: Bijna alle cliënten worden ondersteund bij de aanvraag van uitkeringen, subsidies en indicaties.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
10
2.7 Zelfbepaling Zelfbepaling houdt in dat de eigen wensen, behoeften en keuzes in de ondersteuning centraal staan. Belangrijk is hierbij rekening te houden met het niveau en de mogelijkheden van de individuele cliënt. Odion is een professionele organisatie en zal daarom een goede inschatting willen maken van de gebieden waarop een cliënt in staat is om zijn eigen keuzes te bepalen. De cliënt heeft de regie over zijn leven. Odion bepaalt daarbij de kaders waarbinnen de ondersteuning geboden kan worden. Daarom zal Odion altijd rekening houden met zowel de feitelijke bekwaamheid als de wilsbekwaamheid dan wel onbekwaamheid van een cliënt op het van toepassing zijnde gebied. Immers, een keus kan alleen maar verantwoord worden gemaakt als een cliënt de consequenties van zijn keus kan overzien. Met betrekking tot het onderwerp kinderwens stelt Odion het belang van het (on)geboren kind centraal. Uit ervaring en onderzoek is gebleken dat het opvoeden van kinderen door mensen met een verstandelijke beperking zelden tot nooit goed gaat. Daarom voert Odion ten aanzien van dit onderwerp een ontmoedigingsbeleid. Bij het bestaan van een kinderwens zal (indien mogelijk) altijd het omringende milieu c.q. netwerk van de cliënt nadrukkelijk worden betrokken en ingeschakeld. o
Vries, M. de en Knuvers, B. (2008). Odion, notitie kinderwens. Purmerend.
Voorbeeld:
- René (20 jaar IW- locatie) wil graag zijn rijbewijs gaan halen, samen met zijn begeleider bekijkt hij of dit mogelijk is. - Miep (70 jaar) heeft dagbesteding bij DAC voor ouderen. Ze heeft de wens en behoefte om in plaats van vier dagen twee dagen naar dagbesteding te gaan. Begeleiding regelt dat Miep twee dagen naar dagbesteding gaat. - John (18 jaar MCG) heeft de behoefte om na de lunch een half uur te snoezelen in de snoezelruimte. Begeleiding past dit in in het dagschema van John.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
11
2.8 Belangen Odion vindt het belangrijk de mening van de cliënt te horen. Heel bewust is daarom ook de keus gemaakt om te praten over zeggenschap. Cliënten krijgen de mogelijkheid te zeggen wat zij belangrijk vinden en medewerkers luisteren hiernaar. Om ervoor te zorgen dat het beleid blijft aansluiten bij de wensen van de cliënten worden cliënten betrokken bij de dagelijkse gang van zaken op locatieniveau en kunnen zij daarover advies geven. Zonodig krijgen de cliënten hierbij ondersteuning door de begeleider zeggenschap. Vanuit zeggenschap wordt bekeken hoe de cliënt ook medezeggenschap kan hebben in zaken die locatie overstijgend zijn. De begeleider zeggenschap implementeert en bewaakt het beleid van Odion. Indien de verstandelijke beperking dit niet mogelijk maakt vertegenwoordigen ouders of familieleden de belangen van de cliënt. Binnen Odion is dit per cluster georganiseerd door middel van een clusterraad waarin ouders/verwanten de verschillende locaties vertegenwoordigen. Vanuit de verschillende clusters is er een Centrale Medezeggenschapraad die regelmatig contact heeft met de Raad van Bestuur. Odion schenkt ook aandacht aan het begrijpelijk overbrengen van informatie naar cliënten door middel van vereenvoudigde brieven, al dan niet ondersteund met pictogrammen. Als een cliënt het niet eens is met het beleid kan hij een beroep doen op een vertrouwenspersoon binnen Odion of een klacht indienen die wordt behandeld door een onafhankelijke commissie. Voorbeeld: - Bea (26 jaar, 24-uurs locatie), krijgt tijdens de cliëntenvergadering van haar woonlocatie de mogelijkheid om een punt over het avondeten aan te dragen. - Piet (56 jaar) krijgt ondersteuning van zijn begeleider bij het uitbrengen van zijn stem tijdens de kabinetsverkiezingen. - Floortje (33 jaar) bespreekt samen met haar begeleider haar ondersteuningsplan en geeft aan of zij het eens is met de inhoud. Hierna wordt het plan met de ouders van Floor besproken.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
12
3. Randvoorwaarden van zorg en ondersteuning In dit deel van de notitie vindt een uitwerking plaats van de randvoorwaarden zoals die ook in het Visie document zijn beschreven.
3.1 De ondersteuningscirkel en het ondersteuningsplan De ondersteuningscirkel is een weergave van het methodisch werken. We herkennen hierin de cirkel van Deming die uitgaat van: informatie verzamelen, komen tot een beeld van de cliënt, rapportage, uitvoering en evaluatie van ondersteuning. De persoonlijk begeleider is samen met de basismedewerker verantwoordelijk voor het totale proces van zorg en ondersteuning. Samen met de cliënt, teamleider en gedragskundige worden alle stappen in het methodisch proces gezet. Bij alle stappen kan de persoonlijk begeleider hulp nodig hebben en inroepen van een deskundige vanuit de vakgroepen zoals een AVG, verpleeghuisarts, gedragskundige, logopedist, communicatiebegeleider, muziekbegeleider, fysiotherapeut en of ergotherapeut. Het kan dan gaan over vragen ten aanzien van gedrag, gezondheid, ontwikkelingsniveau, communicatie, motoriek enzovoort van de cliënt. Zodra de vraag beantwoord is gaat de begeleider zelf door met de stappen in het methodisch proces. Overigens is het niet zo dat de stappen altijd op volgorde plaatsvinden. Het kan ook nodig zijn even een stap terug te zetten op de cirkel om daarna weer vooruit te kunnen. Cirkel van Deming Informatie verzamelen
aanpassen van het plan
beeldvorming
evaluatie
uitvoering
rapportage
Te consulteren deskundigen Gedragskundige Arts Fysiotherapeut Logopedist
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
13
Ergotherapeut Communicatie begeleider Muziek begeleider Externe deskundigen Cliënten die van Odion ondersteuning krijgen starten met het tekenen van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst. Het ondersteuningsplan is een concrete uitwerking van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst. In samenwerking met de cliënt wordt het ondersteuningsplan geschreven. De diverse vakdisciplines leveren hun bijdrage aan het ondersteuningsplan en leveren op grond van hun kennis een bijdrage aan de juiste basishouding, doelen en afspraken. De vaststelling van het ondersteuningsplan vindt plaats samen met de cliënt en/ of de persoon die de zorg- en dienstverleningsovereenkomst heeft getekend. Binnen Odion wordt gewerkt met PlanCare dossier waardoor alles digitaal kan worden vastgelegd. PlanCare dossier is in te zien door de cliënt door middel van het ondersteuningsplan online. Multidisciplinair werken, met een duidelijke herkenbaarheid van de verschillende disciplines is een uitgangspunt dat maakt dat er een helder beeld van de cliënt ontstaat. Verschillende disciplines kunnen gelijktijdig in het ondersteuningsplan werken. Daarmee is het ondersteuningsplan geen statisch plan, maar een hulpmiddel om de cliënt te ondersteunen in zijn dagelijkse vragen en behoeften.
3.2 Cliëntveiligheid: fysieke veiligheid, sociale en emotionele veiligheid Cliëntveiligheid kan verschillende betekenissen hebben. Het heeft een objectieve en een subjectieve component. De objectieve component heeft betrekking op maatregelen en protocollen zoals we die terug kunnen vinden in het handboek Odion. Voorbeelden hiervan zijn het protocol medicatiebeleid, seksueel misbruik, vrijheidsbeperkende maatregelen. Elk incident dat zich voordoet wordt gemeld en centraal verzameld via de MIC/MIM procedure om te bekijken welke verbeteringen er gedaan kunnen worden ter voorkoming van nieuwe incidenten. Te denken valt aan praktische aanpassingen bij cliënten die gevallen zijn of bijscholing in het kader van hoe om te gaan met (dreigende) agressie. In materieel opzicht wordt in de woon- en leefomgeving van de cliënt bekeken of er wordt voldaan aan algemeen geldende veiligheidseisen. Elke cliënt wordt onder andere geïnformeerd over brandveiligheid. De subjectieve component heeft betrekking op de ervaren veiligheid van de cliënt. Met betrekking tot de sociale veiligheid wordt er binnen de woon- en dagbestedinglocaties volop aandacht gegeven aan het creëren van een goede sfeer. Odion zorgt voor de emotionele veiligheid van de cliënt door individueel te bekijken hoeveel zelfstandigheid iemand aankan en hoeveel nabijheid iemand nodig heeft. In het ondersteuningsplan worden eventuele risicofactoren (bijvoorbeeld verslaving, verwaarlozing) die van invloed kunnen zijn op de ondersteuning beschreven. De begeleider maakt een inschatting in wat de cliënt kan en aankan. Het is van belang dat deze inschatting zo zorgvuldig mogelijk wordt gemaakt. Te veel ondersteuning kan leiden tot betutteling, afhankelijkheid en te weinig uitdaging in het leven van de cliënt. Te weinig ondersteuning kan leiden tot overvraging en daaruit voortkomend probleemgedrag. Risico’s horen bij het leven van ieder persoon, dus ook bij het leven van onze cliënten. Waar het om gaat is dat we deze risico’s weloverwogen nemen en beschrijven in het ondersteuningsplan.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
14
3.3 Kwaliteit van medewerkers en organisatie Odion zet deskundig en gediplomeerd (professioneel) personeel in. Personeel moet voldoen aan de eisen die aan het werk in de gehandicaptenzorg worden gesteld. Odion zorgt ervoor dat medewerkers aan deskundigheidsbevordering doen. Er wordt methodisch gewerkt aan de hand van ondersteuningsplannen, en medewerkers zijn geschoold om met deze ondersteuningsplannen te kunnen werken. Er worden met regelmaat werkbegeleidings- gesprekken met medewerkers gevoerd over de inhoud van zorg. Medewerkers worden ondersteund door teamleiders, managers, stafmedewerkers, gedragskundigen, artsen en paramedici. Ook is er een intern scholingsbeleid met veel verschillende modules voor medewerkers die kort of al langer in dienst zijn. Om te voldoen aan de eisen die de wet BIG ons stelt zijn er skill-labs ontwikkeld op het gebied van bijvoorbeeld epilepsie en diabetes.
3.4 Samenhang in zorg en ondersteuning Dit punt heeft te maken met afstemming in de zorg die wordt geboden, zodat er sprake is van continuïteit. De persoonlijk begeleider doet alles in overleg met de cliënt, dan wel met diegene die de zorg- en dienstverleningsovereenkomst heeft getekend. Belangrijk is ook te overleggen met de direct betrokkenen (ouders, familie) van de cliënt. Methodisch werken is van groot belang. De afstemming vindt onder meer plaats door middel van ondersteuningsplannen en rapportages. Belangrijk is te zorgen voor overdracht van gegevens. Een eenduidige communicatie is noodzakelijk tussen alle partijen die betrokken zijn bij een cliënt, zowel binnen als buiten de organisatie waar de cliënt werkt of woont. Odion draagt zorg voor zoveel mogelijk vaste begeleiders, om de cliënten de nodige veiligheid en continuïteit te kunnen bieden. Indien dit niet mogelijk is wordt geprobeerd bekende medewerkers vanuit de flexpool in te zetten.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
15
4. Bijlage Methodieken De ondersteuningscirkel is de verbinding tussen theorie en praktijk. Om de ondersteuning van hoge kwaliteit te laten zijn maken we gebruik van verschillende methodieken. Hieronder volgt een beschrijving van de meest gebruikte methodieken binnen Odion. We hebben niet gekozen voor één specifieke methodiek maar werken eclectisch. Dat wil zeggen dat we meerdere methodieken geheel of gedeeltelijk gebruiken afhankelijk van de wensen en vragen van de cliënt. Er zijn methodieken die geschikt zijn voor specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld mensen met een zeer ernstige meervoudige beperking) of methodieken voor specifieke stoornissen (stoornis binnen het autistisch spectrum, gedragsproblemen).
4.1 Algemeen 4.1.1 Totale communicatie (TC) Doel TC heeft het doel de communicatie van en met iemand met een beperking zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Het uitgangspunt is, dat communicatie wezenlijk is voor het bestaan, dat alle mensen in staat zijn te communiceren en dat communicatie altijd plaatsvindt. Doelgroep Kinderen en volwassenen met een verstandelijke, zintuiglijke of meervoudige beperking (ongeacht het niveau). Omschrijving TC is een visie en werkwijze, welke is ontwikkeld door Effatha Guyott (Kentalis). TC is het bewust, tegelijkertijd en op maat gebruik maken van alle mogelijke communicatievormen. Communicatie is alle gedrag in een situatie waarin mensen contact hebben met elkaar. Het gaat naast gesproken taal of gebarentaal dus ook over aanraken, gezichtsuitdrukking, expressie, plaatjes, foto’s etc. In alle communicatie wordt gebruik gemaakt van verschillende communicatiemiddelen op verschillende niveaus. De omgeving zal steeds moeten aansluiten op het niveau van de ander zodat er sprake kan zijn van optimale communicatie en wederzijds begrip. De communicatieve mogelijkheden van iemand zijn niet onder alle omstandigheden en in alle situaties hetzelfde. Het communicatieniveau wordt onder andere beïnvloed door het sociaal-emotionele niveau. In een stressvolle situatie daalt meestal het communicatie niveau. Op dat moment wordt ‘eenvoudigere’ communicatie veelal beter begrepen. Dit vraagt goede observatie en flexibiliteit van de communicatiepartner.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
16
Werkwijze binnen Odion In het ondersteuningsplan wordt beschreven wat de communicatieve mogelijkheden en vaardigheden zijn van de cliënt. Er wordt beschreven wat de cliënt gebruikt in contact met zijn omgeving en wat de cliënt begrijpt van zijn omgeving. Ook wordt gekeken naar het niveau waarop de communicatie begrepen wordt en de functie van de communicatie. Het ondersteuningsplan geeft daarmee aan hoe de communicatie vorm gegeven moet worden en tevens hoe en op welke wijze de communicatie uitgebreid kan worden. Op de kinderdagcentra en de locaties voor cliënten met een zintuiglijke beperking zijn standaard communicatiemedewerkers betrokken en wordt al het personeel geschoold in de methodiek. Al de overige locaties worden op projectbasis bijgeschoold. Zie voor een uitgebreidere beschrijving de TC notitie op intranet. o
Oskam, W. en Scheres, W. (2005). Totale Communicatie. Amsterdam: Reed Business BV.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
17
4.2 Met betrekking tot specifiek probleemgedrag 4.2.1 Heijkoop Doel Ondersteuning aan cliënten en begeleiders bij het vinden van een uitweg bij vastgelopen gedrag. Doelgroep Cliënten en begeleiders. Omschrijving Jacques Heijkoop ontwikkelde een benadering die cliënten en begeleiders ondersteunt bij het vinden van een uitweg bij vastgelopen gedrag. Deze weg is zowel versterkend voor het zelfvertrouwen van de begeleider als van de cliënt. Anders dan gebruikelijk is voor hem probleemgedrag een extra kans voor de versterking van het wederzijds vertrouwen. Deze benadering heet ‘Anders Kijken Naar’. De methode wordt toegepast bij vragen die ouders, begeleiders en therapeuten hebben over hun kind of cliënt die extra speciaal is op grond van een handicap of stoornis. De aanleiding varieert van onmacht bij ernstig en moeilijk verstaanbaar gedrag aan de ene kant tot het ‘zomaar, uit interesse’ bij iemand te willen stil staan, aan de andere kant. De methode pakt al deze vragen op als onderdeel van een bredere vraag. Het is de vraag naar het ‘wie’ van de persoon, naast het ‘wat’ van zijn stoornis of handicap. De benadering wordt krachtig ondersteund door een set van instrumenten. Deze bewerken een natuurlijke interne verandering bij begeleiders. Hun kijk op en het begrijpen van de cliënt verandert. Deze verandering heeft direct invloed op de omgang met de cliënt. Werkwijze binnen Odion Via gezamenlijke bijeenkomsten worden begeleiders gestimuleerd, in een actieve en open samenwerking, zich meer bewust te worden van het ‘wie’ van de cliënt tegen de achtergrond van het ‘wat’ van zijn handicap of stoornis. Men wordt geactiveerd om tussen die bijeenkomsten zelf te gaan verkennen, uitproberen en nieuwe vormen te zoeken voor contact, communicatie en samenwerking. Er worden 5 verschillende instrumenten gebruikt om die bewustwording op gang te brengen en te onderhouden. Ontdekkend Kijken Een specifieke manier van videoanalyse. Het haalt het eigene van de cliënt naar voren. Zijn persoonlijke manier van communiceren, initiatieven nemen, opstellen en relaties aangaan, emoties en belevingen die in het dagelijkse leven onder de oppervlakte blijven van onze bewuste waarneming, komen naar voren. Functioneringsprofiel Met dit instrument wordt een totaalbeeld van de cliënt gecreëerd. De ontwikkeling van vaardigheden, taalgebruik en taalbegrip wordt vergeleken met de sociale, emotionele en persoonlijkheid- of zelfontwikkeling. De begeleider kan er zijn, meestal onbewuste, verwachtingen mee onderzoeken op over- en onderschatting. Het onderscheid tussen kunnen en aankunnen wordt doorleefd.
Relatiebeheer Begeleiders worden zich bewust van de relationele aspecten binnen begeleiding en communicatie. De bewustwording van de persoonlijke opstelling biedt nieuwe kansen
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
18
voor de wederzijdse actieve inbreng in zowel handelen, denken, spreken als beleven. De schijnbare tegenstelling tussen afhankelijkheid en het persoonlijk ervaren van eigen invloed wordt hiermee opgelost. Probleemgedrag = extra kans Dit instrument biedt een kader en richtlijnen om op een constructieve manier met de cliënt moeilijke situaties aan te gaan. De observatie van het probleemgedrag binnen het totaal van lichaamstaal is de basis voor een betekenisanalyse. De betekenis die het probleemgedrag voor zowel de begeleider als de cliënt heeft. Op basis van deze analyse ontwikkelt de begeleider samen met de cliënt manieren om onderliggende motieven en emoties vorm te geven. VideoTraining Dit instrument ondersteunt de begeleider in het gericht en bewust oefenen met de voor hem belangrijke kwaliteiten in zijn omgang met de cliënt. De trainer doet dat door in de voorbereiding de begeleider te activeren zijn eigen onderwerp te kiezen en uit te werken. In de nabespreking stimuleert hij vervolgens de begeleider met behulp van de videobeelden zichzelf feedback te geven. De methode Heijkoop kan voor alle cliënten waarbij sprake is van vastgelopen gedrag worden ingezet.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
19
4.2.2 Motiverende gesprekvoering. Doel Cliënten helpen hun problemen te onderkennen en aan te zetten tot verandering. Doelgroep Jongeren en volwassenen met een lichamelijke- of licht verstandelijke beperking. Omschrijving Motiverende gespreksvoering is een gesprekstechniek die elke hulpverlener kan inzetten om cliënten te motiveren tot verandering. De kern van deze benadering is dat mensen gaan inzien dat zij een probleem hebben en gemotiveerd raken om dit aan te pakken. Motivatie om te veranderen wordt beschouwd als iets wat de hulpverlener bij een cliënt uitlokt in plaats van oplegt. Het is een empatische stijl, de houding van de hulpverlener moet accepterend zijn. De cliënt moet ontdekken waarom het belangrijk is voor hem om te veranderen. De hulpverlener ziet de weerstand bij een cliënt als signaal om van strategie te veranderen. Het vertrouwen dat de hulpverlener heeft in de cliënt werkt als selffulfilling prophecy (ook de cliënt raakt overtuigd van zijn capaciteiten). Technieken voor motiverende gespreksvoering: Reflectief luisteren Open vragen stellen Omgaan met weerstand Samenvatten Agenda bepalen en toestemming vragen Uitlokken van verandertaal Stadia van veranderproces: Motiverende gespreksvoering gaat ervan uit dat mensen in het veranderproces een aantal stadia doorlopen. 1. Voorbeschouwing 2. Overpeinzing 3. Besluitvorming 4. Actie 5. Onderhoud 6. Terugval Tijdens het proces kan de cliënt meerdere malen switchen van stadium en dus ook terugvallen. De hulpverlener sluit aan bij het stadium waar de cliënt zich bevindt en past daar zijn techniek op aan. Werkwijze binnen Odion Motiverende gespreksvoering wordt gebruikt op locaties met cliënten met een licht verstandelijke beperking en bij Begeleid Zelfstandig Wonen.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
20
4.3 Met betrekking tot wensen/toekomst 4.3.1 Persoonlijke Toekomst Planning (PTP) Doel Mensen en organisaties te ondersteunen bij het uitstippelen en vormgeven van hun toekomst. Doelgroep In principe iedereen die verandering in zijn leven wil aanbrengen en daar de hulp van zijn netwerk bij vraagt. Binnen Odion gaat het om de cliënten, ongeacht niveau of leeftijd. Omschrijving Persoonlijke toekomstplanning is een individuele en creatieve manier om mensen te helpen vorm te geven aan hun toekomst. Het is een methode om mensen te ondersteunen in het richting geven aan hun leven, met het oog op een betere kwaliteit. De dromen van de personen zijn het uitgangspunt van persoonlijke en sociale veranderingen De persoon met een handicap en diens netwerk staan daarin centraal. Zij vormen het startpunt van de persoonlijke toekomstplanning, sturen het proces en bepalen de uitkomsten. Er is een gemeenschappelijk doel, namelijk het ondersteunen van de persoon met een handicap bij het formuleren van de gewenste toekomst. De groep zal een belangrijke rol kunnen spelen bij het helpen realiseren van deze toekomstdromen. Persoonlijke Toekomstplanning richt zich op vijf domeinen die in sterke mate de kwaliteit van levenservaringen bepalen. Als men aan deze vijf domeinen werkt en de gewenste toekomst voor ogen houdt, dan stijgt de kwaliteit van leven van de centrale persoon in sterke mate. Deze vijf domeinen zijn: 1. Deelname (community presence) 2. Keuze (choice) 3. Bekwaamheid (competence) 4. Respect 5. Relaties (community participation) Deze vijf kenmerken zijn nauw met elkaar verbonden. Iedere verwezenlijking van één van deze componenten vergemakkelijkt de verwezenlijking van de andere. Deze componenten moeten uitgewerkt worden aan de hand van de unieke interesses van de persoon met de handicap. FASE 1: Persoonlijk Profiel - Wie ben ik? - Wat doe ik? - Wat kan ik? - Hoe ziet mijn leven er nu uit?
Levensverhaal Relaties - Plaatsen - Keuze Wat werkt er? / Wat werkt niet? Capaciteiten - Respect - Thema's Persoonlijk Profiel
FASE 2: Persoonlijke Toekomstvisie
Toekomstdromen
FASE 3: Persoonlijk Toekomstplan
Brainstormen Ideeën Strategieën Acties
Werkwijze binnen Odion PTP wordt als methodiek besproken in de basiscursus. visie en ondersteuningsmethodiek Odion
21
4.4 Met betrekking tot ouderenzorg/dementie 4.4.1 Fenomenologische benadering Binnen Odion wordt methodisch volgens de zogenaamde ‘fenomenologische benadering’ omgegaan met oudere en dementerende cliënten. De fenomenologische benadering houdt onder andere in dat, afhankelijk van de individuele kenmerken van de ouder wordende cliënt en/of de fase van dementie, kan worden nagegaan welke methodieken of combinatie van methodieken en begeleidingsvormen het best passend is. De fenomenologische benadering geeft een aantal richtlijnen voor de dagelijkse begeleiding. De belangrijkste daarvan zijn: het individualiseren van de begeleiding, waarin het er om gaat dat voor ieder individu zorg op maat geleverd wordt. Het tweede belangrijke punt is het respecteren en accepteren van de eigenaardigheden die de oudere in de loop van zijn leven heeft opgebouwd. De meest gebruikte methodieken zijn Realiteit Oriëntatie Training (R.O.T.) en Validation. Daarnaast worden begeleidingsvormen als Snoezelen, Warme zorg en Reminiscentie toegepast. Hieronder zullen de methodieken Realiteitsorientatietraining en Validation kort worden besproken. 4.4.2 Realiteitsoriëntatietraining (R.O.T.) Doel Ouderen zo lang mogelijk in de realiteit van het hier en nu te houden en het niveau van functioneren zo lang mogelijk te handhaven om zo verwardheid en onzekerheid te verminderen. Doelgroep Dit is een methodiek die met name geschikt is voor ouderwordende mensen, denk aan ouderdomsvergeetachtigheid, en dementerende mensen, die zich in de eerste fase van dementie bevinden. Omschrijving Bij deze benaderingswijze wordt getracht de cliënt te helpen om zich beter te oriënteren door het herhaaldelijk aanbieden van juiste informatie over tijd, plaats en persoon. Daarnaast wordt de client systematisch verbeterd als er sprake is van verkeerde uitspraken of handelingen. Er wordt een beroep gedaan op de nog aanwezige cognitieve functies. Werkwijze binnen Odion Realiteitsorientatietraining, of elementen hiervan, wordt toegepast bij cliënten op ouderenlocaties en bij cliënten die beginnend aan het dementeren zijn. Hier staat geen vaste tijd voor: de toepassing is toegesneden op de individuele behoefte van de cliënt. 4.4.3 Validation Doel Het doel van Validation is om door het herkennen en bevestigen van gevoelens, om de ouder wordende en/of dementerende cliënt rust en een gevoel van veiligheid te bieden. Doelgroep Dit is een methodiek die met name geschikt is voor ouder wordende en dementerende mensen.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
22
Omschrijving Deze benadering werd door de Amerikaanse Naomi Feil ontwikkeld. De begeleider die werkt vanuit de validation-benadering, probeert zich in te leven in de beleving van de dementerende of ouder wordende mens. Deze beleving wordt dan door de begeleider bevestigd. Feil heeft allerlei technieken verzameld om contact te maken met de ouder wordende en/of dementerende cliënt en aan te sluiten bij diens beleving. Feil beschrijft veertien technieken die de hulpverlener kan gebruiken om contact te maken. Werkwijze binnen Odion Validation, of elementen hiervan wordt individueel toegepast bij cliënten op ouderenlocaties en bij cliënten die aan het dementeren zijn. Er staat geen vaste tijd voor: de toepassing is aangepast op de persoonlijke behoefte en kenmerken van de cliënt. o o
Dr. Maaskant, M.A. en Boer, A. MBA (2002). Veroudering, dementie, rouw en verlies. Respectvol omgaan met mensen met een verstandelijke beperking. Dwingeloo: Kavanah. Urlings, H. (2002). Respectvol en methodisch begeleiden van oudere en dementerende mensen met een verstandelijke handicap, cursusboek. Landgraaf: Buro voor deskundigheidsbevordering.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
23
4.5 Met betrekking tot meervoudige handicaps en ontwikkelmogelijkheden 4.5.1 Speelpoort/Doepoort Doel Aan de hand van een observatie- en activiteitenlijst de voorkeur voor zintuigen in kaart brengen, om als ingang (poortje) te gebruiken voor zelf spelen, zelf actief bezig zijn en ontwikkelen. Doelgroep Kinderen en volwassenen met een ontwikkelingsleeftijd tot ongeveer een jaar met een verstandelijke en/of meervoudige beperking. Omschrijving Kinderen en volwassenen met een jong ontwikkelingsniveau en lichamelijke beperkingen hebben vaak moeite met zelf spelen en zelf ontdekken (door geringe exploratiedrang, of door lichamelijke beperkingen). Daarom werken de Speelpoort en Doepoort met andere materialen en wordt de speelomgeving van de cliënt anders ingericht. Op deze manier wordt er zoveel als mogelijk gedaan om de cliënt te stimuleren tot beleving en ontwikkeling. De Speelpoort en Doepoort zijn opgebouwd rond de zintuigen: grote motoriek (bewegen), kleine motoriek en tasten, kijken, luisteren, proeven en ruiken. De nadruk ligt op het zelf spelen en leren ontdekken van materialen, het gebruik van de poortjes is het uitgangspunt. De zintuigen vormen observatieblokken die overeenkomen met leeftijdsperiodes van de ontwikkeling van de cliënt. Elk observatieblok bestaat uit een aantal items die door iedereen die de cliënt goed kent ingevuld kan worden. Onder elk blok staan doelen die de cliënt in deze periode onder de knie moet krijgen. Tevens staan er bij elk blok ideeën voor spelletjes en materialen die gebruikt kunnen worden. Werkwijze binnen Odion Uit de ingevulde Speelpoort of Doepoort blijkt welke poortjes het meest openstaan bij de cliënt. Deze poortjes worden gebruikt om nog te behalen doelen te formuleren. De doelen die uit de observatieblokken worden gehaald, maken onderdeel uit van het ondersteuningsplan. De doelen en activiteiten worden in een multidisciplinair team bedacht, ontwikkeld en toegepast. De meeste materialen en constructies worden zelf gemaakt. Zo heeft iedere cliënt zijn eigen doelen en zijn eigen materialen. Op de Brede Scholen ‘De Boomgaard’ en ‘Dynamica’ wordt er gebruik gemaakt van de Speelpoort en Doepoort, zowel bij de kinderen als bij de volwassenen met een laag ontwikkelingsniveau en/of meervoudige beperking. o o
Stichting Esdégé Reigersdaal (2003). De Speelpoort. Stichting Esdégé Reigersdaal (2007). De Doepoort.
4.5.2 Portage Doel Het doel van het Portage Programma is de ontwikkeling van kinderen in de ontwikkelingsleeftijd van 0 tot 6 jaar te stimuleren en/of gewenste gedragsveranderingen teweeg te brengen.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
24
Doelgroep Kinderen van het kinderdagcentrum met een ontwikkelingsleeftijd vanaf 1 jaar. Omschrijving De Portage vaardighedenlijst is een doelgericht systeem dat bestaat uit alle vaardigheden die een kind dient te kunnen. De ontwikkelingsvaardigheden zijn onderscheiden in domeinen, namelijk vroegontwikkeling (vaardigheden die jonge kinderen in de leeftijd van 0-4 maanden doorgaans verwerven), sociale ontwikkeling, taalontwikkeling, zelfredzaamheid ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en motorische ontwikkeling. In de vaardighedenlijst zijn allerlei vaardigheden gerangschikt die verschijnen in een ontwikkelingsverloop van 0-6 jaar. Hiermee wordt bepaald welke vaardigheden het kind volledig, soms of nog niet beheerst. Elk domein in de vaardighedenlijst bestaat uit items die door iedereen die het kind goed kent ingevuld kunnen worden. De vaardigheden die het kind soms, of nog niet beheerst verdienen aandacht van de begeleiding. Deze vaardigheden vormen daarom de doelen waarmee begeleiding met het kind aan het werk gaat. In de activiteitenlijst van het Portage Programma staan suggesties voor spelletjes, oefeningen en opdrachten om aan de vaardigheden te kunnen werken. Werkwijze binnen Odion Het domein van de vaardigheden die het kind matig of nog niet beheerst vormen de doelen in het ondersteuningsplan. De doelen en activiteiten worden in een multidisciplinair team bedacht, ontwikkeld en toegepast. Op de Brede Scholen ‘De Boomgaard’ en ‘Dynamica’ wordt er gebruik gemaakt van de Portage. o
Meulen, B.F. van der en Sipma, W.G. (2003). Portage Programma Nederland. Lisse: Swets & Zeilinger B.V.
4.5.3 Speltraining Doel Het stimuleren van de spelvaardigheden van het kind. Doelgroep Kinderen met een verstandelijke handicap en/of autisme. Bij het programma en de werkwijze van de speltraining worden de fasen van de normale spelontwikkeling gevolgd: manipulatie, combinatiespel, functioneel spel en symbolisch spel. Het materiaal is erop gericht de integratie van zintuiglijke ervaringen (horen, zien) te bevorderen. De visie is gebaseerd op de leertheorie (Piaget) en kennis over spel vanuit de ontwikkelingspsychologie. Er wordt gewerkt aan de hand van de methodiek Speltraining van mevr. Prof. Dr. I.A. van Berckelaer-Onnes. Het programma wordt tweemaal in de week gedurende twintig minuten per keer gegeven: speltraining is een hulpmiddel en moet worden herhaald om het effect te handhaven.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
25
Tijdens de speltraining wordt verschillend spelmateriaal aangeboden aan het kind. Bij de speltraining krijgt het kind de mogelijkheid zelf te ontdekken wat het met materiaal kan doen. Tevens kan door de speltraining worden onderzocht voor welk materiaal en voor welke activiteiten het kind belangstelling heeft, zodat zinvol spelgedrag kan worden aangeleerd. Bij de training is het materiaal het meest belangrijk, de verbale aanbieding is ondergeschikt aan het materiaal (dus er wordt weinig gesproken). Het aangeboden (spel-) materiaal doet afwisselend een beroep op de diverse zintuigen (horen, voelen, zien, ruiken, proeven). Degene die het kind traint, observeert en rapporteert, pleegt overleg en zorgt voor aansturing van het spel in andere situaties (bv. thuis). Werkwijze binnen Odion Voorafgaand aan de training wordt een voormeting gedaan, aan het einde een nameting om de effecten te evalueren. In elke trainingssessie wordt gewerkt met twee sets van speeltjes die na elkaar worden aangeboden en waarbij de tweede set de eerste set vormt van de volgende sessie. In eerste instantie mag het kind met het materiaal doen wat hij wil, daarna doet de begeleider een handeling met het materiaal voor en geeft het materiaal daarna aan het kind waarbij het de bedoeling is dat het kind de handeling imiteert. Tijdens de eerste fase, de manipulatiefase, krijgt het kind één speeltje per keer. Bij de tweede fase, de combinatiefase, worden twee speeltjes tegelijkertijd aangeboden. In deze fase wordt geleidelijk de overgang naar het functionele spel gemaakt door zinvolle combinaties aan te bieden (bijvoorbeeld blokken stapelen). Tijdens het functionele spel wordt in de eerste sessies onderscheid gemaakt tussen objectgericht spel (auto met blokken) en persoonsgerichte handelingen (haren kammen, tanden poetsen). Tijdens de vierde en vijfde sessie worden deze spelactiviteiten door elkaar aangeboden. In de derde fase komt het symbolische spel aan de orde. Frequentie (en intensiteit): 2 maal per week gedurende 12-15 weken. Op de Brede Scholen “De Boomgaard en Dynamica” wordt er gebruik gemaakt van de Speltraining o
Speltraining: Vakgroep Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit van Leiden onder leiding van mevr. Prof. Dr. I.A. van Berckelaer – Onnes
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
26
4.6 Met betrekking tot autisme 4.6.1 ABA (Applied Behavioral Analysis) Doel Jonge kinderen met autisme op een positieve manier vaardigheden aanleren. Doelgroep Jonge kinderen tot 8 jaar met een verstandelijke handicap en autisme. Omschrijving ABA is een intensieve begeleidingsmethode die het mogelijk maakt de ontwikkeling te stimuleren bij kinderen met autisme, een (ernstige) ontwikkelingsachterstand en/of een taalontwikkelingsstoornis. ABA is gericht op het bevorderen van communicatie, zelfredzaamheid, spel, sociale vaardigheden en (voor-)schoolse vaardigheden. Het kind leert zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden van zijn omgeving. De methode maakt gebruik van gedragstherapeutische principes. Het aanleren van vaardigheden gebeurt in kleine stapjes (Discrete Trial Training) en op basis van veel herhaling en oefening. De training vindt plaats in een 1 op 1 leersituatie en in de natuurlijke leefomgeving van het kind, zowel thuis als op school of dagverblijf. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het kind de verworven vaardigheden generaliseert naar nieuwe situaties. De leersituatie wordt zo opgebouwd dat de persoon maximaal succes heeft en minimaal faalt. De opdrachten worden zo eenvoudig mogelijk gemaakt en er wordt gewerkt met het belonen van gewenste gedragingen. Het is belangrijk dat het kind gemotiveerd is om te leren. Er worden geen aversieve interventies gebruikt. ABA is een gestructureerde, systematische en individuele leermethode die zich richt op de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Werkwijze binnen Odion ABA wordt binnen Odion aangeboden binnen een speciaal project op Dynamica. Het is een samenwerkingsproject tussen het KDC en de ZML school. In een groepje van 6 kinderen wordt er door 3 begeleiders met ABA gewerkt. Ook de ouders zijn hierbij betrokken, een deel van de training vindt thuis plaats. Zowel ouders als begeleiders krijgen hiervoor een cursus. Naast dit project wordt er op De Boomgaard ook met ABA gewerkt als individuele training voor enkele kinderen. Hiervoor is wel extra indicatie nodig. 4.6.2 Geef me de 5 Doel Voorspelbaar en duidelijke opvoeding en begeleiding bieden aan cliënten met een autismespectrumstoornis aan de hand van vijf punten: Wat, Hoe, Wanneer, Waar en Wie. Doelgroep Het boek “Geef me de 5” is geschreven voor de opvoeding van kinderen met autisme en aanverwante contactstoornissen en het syndroom van Asperger. Het boek biedt bruikbare handvaten voor de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking en autisme.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
27
Omschrijving “Geef me de 5” is een praktische methode waarin een andere manier van denken wordt beschreven. Het kind met autisme wordt door een auti-bril bekeken, waardoor begrip ontstaat voor de andere manier van denken en de oorzaak van bepaald gedrag. Hierdoor kan de omgeving beter afstemmen op de manier van denken en waarnemen van het kind. Door de gefragmenteerde waarneming heeft het kind met autisme moeite om de samenhang te overzien. De waarneming bestaat als het ware uit verschillende puzzelstukjes. Het is van belang dat de omgeving de samenhang tussen de losse stukjes aanbrengt. Deze samenhang is gebaseerd op vijf punten: Het Wat, Hoe, Wanneer, Waar en Wie. Werkwijze binnen Odion Binnen Odion wordt “Geef me de 5” gebruikt binnen de Praktisch Pedagogische Gezinsbegeleiding en op de verschillende woon- en dagbestedinglocaties waar cliënten met autismespectrumstoornissen wonen of werken. Aan de hand van de vijf puzzelstukken wordt de samenhang verduidelijkt in bv. het dagprogramma of in de taken die uitgevoerd moeten worden. Wat: Alles wat een cliënt moet uitvoeren, het Wat wordt uitgewerkt in de andere vier puzzelstukken. Hoe: De wijze waarop de taak gedaan moet worden, welke handelingen zijn nodig en in welke volgorde. Waar: Op welke plaats moet de taak uitgevoerd worden, deze plek moet duidelijk en overzichtelijk zijn. Wanneer: Wanneer start en eindigt de taak, bijvoorbeeld door middel van tijden op de klok of in een vaste volgorde. Wie: Wie doet wat, duidelijkheid over wat de taak is van de cliënt en welke andere personen erbij betrokken zijn. o
Bruin, C. de (2008). Geef me de 5. Doetinchem: Graviant Educatieve Uitgaven.
4.6.3 Ik ben speciaal Doel Personen met autisme zelfkennis bijbrengen, kennis van en hoe om te gaan met autisme. Doelgroep Kinderen, jongeren en volwassenen met een autismespectrumstoornis: - Zwak- tot normaal begaafde jongeren tussen 12 en 16/17 jaar - Jongeren tussen 12 en 18 jaar met een licht verstandelijke beperking (Versie “Dit ben ik!?”) - (rand)normaal begaafde kinderen tussen 9 en 12 jaar (Versie “Het grote ik-boek”) - Normaal begaafde (jong)volwassenen - Volwassenen met een lichte verstandelijke beperking Omschrijving “Ik ben speciaal” is een programma voor psycho-educatie aan mensen met een autismespectrumstoornis. In dit programma zijn empowerment en dialoog belangrijke uitgangspunten. Het instrument biedt personen met een autismespectrumstoornis de mogelijkheid om zichzelf beter te leren kennen.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
28
Door het stellen van vragen worden personen met een autismespectrumstoornis geleid tot de juiste inzichten op basis waarvan ze zelfstandig en autonoom beslissingen kunnen nemen. “Ik ben speciaal” heeft vijf primaire doelstellingen: - Autisme leren kennen en begrijpen en het bij zichzelf kunnen beschrijven. - De gevolgen van dat autisme op het eigen functioneren en het eigen leven kunnen beschrijven. - Op concrete wijze moeilijke situaties kunnen definiëren die te maken hebben met autisme. - Aanpassingsstrategieën kunnen identificeren die gebruikt kunnen worden om met die moeilijke situaties om te gaan. - Autisme een plaats kunnen geven in het zelfbeeld op een manier waardoor de zelfwaardering positief blijft of wordt. Werkwijze binnen Odion “Ik ben speciaal” wordt binnen Odion individueel aangeboden vanuit de diagnostiek en behandelafdeling. Samen met een gedragskundige doorloopt de persoon met een autismespectrumstoornis de verschillende werkbladen van het programma. “Ik ben speciaal” kan gemakkelijk aan elk individu worden aangepast, het is mogelijk bepaalde delen te verplaatsen, weg te laten of toe te voegen. Diverse thema’s komen aan de orde; de binnen- en buitenkant van het menselijk lichaam, het verschil tussen stoornis, ziekte en handicap en wat een autismespectrumstoornis inhoudt. Wat zijn de positieve en negatieve aspecten en wat zijn mogelijke hulpmiddelen of vormen van ondersteuning. Een voorwaarde is dat de persoon met autisme met hulp kan lezen en schrijven en voldoende taakspanning heeft om een half uur tot een uur te werken. De volledige werkmap neemt ongeveer 10-15 uur in beslag, elke sessie duurt maximaal 45-60 minuten. o
Vermeulen, P. (2005). Ik ben speciaal 2. Werkboek psycho-educatie voor mensen met autisme. Gent/Berchem: Vlaamse Dienst Autisme en Uitgeverij EPO.
4.6.4 TEACCH Doel Het voornaamste doel van TEACCH is de optimale aanpassing van een persoon. De begeleider richt zich op de individuele vaardigheden, interesses en behoeften van de persoon met autisme om zijn ontwikkeling te stimuleren en het onaangepast gedrag te reduceren. Hiervoor probeert men de omgeving waarin de methode wordt toegepast optimaal te structureren, en staan visualisering en voorspelbaarheid centraal. Doelgroep Cliënten met autisme. Omschrijving TEACCH staat voor “Treatment and Education of Autistic and related Communication handicapped Children”. De methodiek is opgebouwd in een zestal stappen, waarvan de 1e: het introduceren, het vertrouwd raken met de thematiek van autisme, de kern vormt. De 6 stappen: 1. Wat autisme is en het vertrouwd raken met een werkelijkheid die eigenlijk niet invoelbaar is; 2. Het concreet en duidelijk vaststellen wat bij dit ene kind (dus verbijzondering) aan mogelijkheden zichtbaar zijn;
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
29
3. Het realiseren van aansluitende (dag)schema’s, ritmes, ordening/structuur voor dit ene kind; 4. De ondersteuners duidelijk maken wat ze aan kunnen treffen en hoe daar mee om te gaan, ook hier weer aansluitend bij de leefwereld van dit kind; 5. Het concreet structureren van afspraken, verantwoordelijkheden, praktische taken, (werk)schema’s en rollen; 6. Het gebruik maken van de bijzondere interessen van de cliënten zelf. De zes stappen krijgen vorm in drie te onderscheiden fasen: 1.Het bieden van maximale veiligheid als basis – heeft gevolgen voor ruimte, tijd, plaats en mate van concrete aanwezigheid en ondersteuning. 2.Dat wat de cliënt geleerd heeft wordt stukje bij beetje uitgebreid naar aansluitende ruimten binnen de setting. 3.Dat wat de cliënt in de ene setting heeft geleerd, uitbreiden naar alternatieve leef-/ werkruimten. In deze fasen kan er voor ruimte, tijd, activiteiten en hanteren van beschikbare relaties individueel gekeken worden naar mogelijkheden. Werkwijze binnen Odion Het kernbegrip is structuur: door middel van een zeer gestructureerde educatieve omgeving tracht men de individuele vaardigheden te ontwikkelen. Er wordt heel sterk gewerkt met visualisering van items. Standaard wordt er multidisciplinair gewerkt en ouders worden ook betrokken om in de thuissituatie op analoge wijze te werken. Bij de begeleiding en behandeling worden doelen bepaald op basis van hun nut en functionaliteit voor het leven van de persoon met autisme. Via incidental teaching (een onderdeel van gedragstherapie) optimaliseert men de communicatie. Voor kinderen met taalmoeilijkheden wordt gebarentaal, foto's, tekeningen, picto’s etc. gebruikt. Op de Brede Scholen “De Boomgaard en Dynamica” wordt er gebruik gemaakt van TEACCH. o
Peeters, T. (2009). Autisme. Van begrijpen tot begeleiden. Antwerpen: Hadewijch.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
30
4.7 Met betrekking tot Niet Aangeboren Hersenletsel 4.7.1 Hooi op je vork Doel Begeleiden van mensen met NAH. Het biedt een kader om met elkaar in gesprek te komen, zaken op een rij te zetten en stappen in de gewenste richting te zetten. Doelgroep Hooi op je vork is bedoeld voor mensen met een niet aangeboren hersenletsel. Omschrijving Het begeleiden van mensen met hersenletsel roept veel vragen op. Hoe help je iemand zijn leven weer op orde te krijgen? Wat wil die persoon bereiken en wat is er nog mogelijk? Hoe ga je om met ambities die niet meer aansluiten bij de huidige mogelijkheden? En wat doe je als iemand zich helemaal geen beeld van de toekomst kan vormen? Het begeleidingsmodel Hooi op je vork biedt ondersteuning bij het vinden van antwoorden op deze vragen. Hooi op je vork is een praktische methode voor het begeleiden van mensen met hersenletsel. Werkwijze binnen Odion Om een ondersteuningsplan te kunnen schrijven voor een cliënt, kan Hooi op je vork een middel zijn om in gesprek te gaan met de cliënt. Er wordt aandacht besteed aan de periode voor én na het hersenletsel. Onderdelen van Hooi op je vork zijn terug te vinden in het ondersteuningsplan van Odion. De methode wordt dan ook niet als geheel gebruikt, maar als hulpmiddel voor het uitbreiden van de beeldvorming bij cliënten met NAH. o
Belle, P. van en Zadoks, J. (2005). Methodisch ondersteunen van mensen met hersenletsel. Greep op je leven met Hooi op je vork. Utrecht: Lemma.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
31
4.7.2 Competentie gericht werken Doel Competentie vergroting richt zich op het versterken van de (potentiële) krachten van de cliënt op het gebied van individueel zelfstandig wonen. Doelgroep Competentie gericht werken is een analyse methode om de cliënt met NAH en diens situatie goed in beeld te krijgen en waar mogelijk de zelfredzaamheid en autonomie van de cliënt in het dagelijks leven te behouden en/of te vergroten. Omschrijving Het competentiemodel beidt meerdere mogelijkheden om naar gedrag te kijken. Er wordt naast het tekort aan vaardigheden rekening gehouden met de taken waar cliënten voor staan. Het is een analyse van iemand zijn vaardigheden met daarin interne en externe factoren beschreven die van invloed zijn op het uiteindelijk kunnen volbrengen van een taak of doel. Om tot een werkende situatie te komen kunnen in dit model de volgende strategieën worden ingezet: taakverlichting, taakverrijking, wegnemen of beperken van de invloed van stressoren. Wat je uiteindelijk doet is de balans te vinden tussen draagkracht en draaglast zodat iemand zijn doel of taak behaald. De basisuitgangspunten van competentie gericht werken zijn: Omgevingsfactoren hebben een bepalende rol (ze bevorderen of belemmeren iemands competentie) De draagkracht van een persoon wordt enerzijds bepaald door zijn competentie (waaronder dan verstaan wordt zijn sociale vaardigheden, maar ook zijn emotionele en cognitieve vaardigheden, zijn zelfbeeld, de mate waarin hij denkt zelf invloed te hebben op de loop der dingen). Anderzijds door de sociale steun die hij ervaart, bijvoorbeeld vriendenkring, woonklimaat of iemand om mee te praten. Hulpverlening vanuit dit balans- of competentiemodel wil zeggen dat men er naar streeft de weegschaal in evenwicht te houden. Enerzijds door de persoon zelf te ondersteunen, te begeleiden of te trainen. Anderzijds door de omgeving te bewerken door te zorgen dat stressfactoren een mindere rol gaan spelen en te zorgen dat positieve krachten in iemands omgeving worden gemobiliseerd en versterkt. Versterken en ondersteunen van de gezonde kanten van de cliënt is het belangrijkste doel en niet “genezen” of “behandelen”. De wensen van de cliënt en zelfbepaling staan centraal. Alleen daar waar nodig geeft begeleiding sturing en zoekt naar oplossingen buiten zichzelf. Dit zodat ook de afhankelijkheid van de begeleiding zoveel mogelijk wordt beperkt. Werkwijze binnen Odion Begeleiders binnen de LG gebruiken het analyse model om een situatie of wens van een cliënt goed in beeld te krijgen. Zodat zij de hulp en begeleiding kunnen bieden die wenselijk is.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
32
4.8 Met betrekking tot het trainen van arbeidsvaardigheden en vinden van werk 4.8.1 Supported employment Doel Door middel van begeleiding naar en in werk bij te dragen aan integratie en emancipatie van mensen met een handicap Doelgroep Jongeren [schoolverlaters] en volwassenen - Leerlingen vanuit het ZMLK onderwijs - Cliënten vanuit activiteitengroepen binnen Odion - Cliënten vanuit leerwerkbedrijven binnen Odion - Cliënten afkomstig vanuit Odibaan - Cliënten afkomstig uit de Baanstede - Specifieke doelgroep: cliënten met gedragsproblematiek - Specifieke doelgroep: cliënten met verstandelijke en auditieve beperking Omschrijving Supported Employment is de basis van het begeleid werken. Iedere jobcoach volgt deze cursus en past de methodiek toe in het werk. Het goed in beeld krijgen van de cliënt is een belangrijk onderdeel in Supported Employment. Het heeft als doel dat cliënt en jobcoach inzicht ontwikkelen in: · Wensen, motieven en mogelijke perspectieven van de cliënt · Vaardigheden en in de persoon gelegen factoren · Manier van leren en de aanspreekbaarheid van de cliënt · Sociale achtergrond en het netwerk van de cliënt; de betekenis daarvan wat betreft draagvlak en ondersteuning vanuit het netwerk en mogelijkheden om deze in te schakelen · De sfeer en persoonlijkheid van de cliënt Het inzichtelijk maken voor de cliënt wordt verkregen door bovenstaande aspecten in beeld te brengen. Dit kan door gebruik te maken van informatie uit het ondersteuningsplan, intake formulier, gesprek met cliënt en informatie van begeleiders/ouders. Dit zijn middelen die ingezet worden om een cliënt te plaatsen bij trajectbegeleiding, leerwerkbedrijf of bij begeleid werken. Trajectbegeleiding is een methodiek waarbij cliënten worden ondersteund bij het maken van belangrijke keuzes voor passend werk of activiteit en/of training/opleiding op verschillende momenten in hun loopbaan. De mogelijkheden van de cliënt om zich op bovenstaande vijf aspecten verder te ontwikkelen worden in het werkplan verder meegenomen.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
33
Werkwijze binnen Odion De cliënt verricht met ondersteuning van een jobcoach werkzaamheden bij een bedrijf of instelling buiten Odion. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen cliënten die onbetaald of betaald werken. Bij onbetaald begeleid werken zijn de werkzaamheden additioneel, de cliënten ontvangen meestal een onkostenvergoeding; in geld of natura. De ondersteuning van de jobcoach is erop gericht de cliënt te leren zelfstandig te functioneren op de werkplek. De ondersteuning wordt op maat aangeboden aan cliënt en werkgever. o Krijnen-Hartgerink, H.M. (1992). Begeleiden met beleid: methodebeschrijving individuele o o
trajectbegeleiding naar de arbeidsmarkt .Groningen: Wolters. Coenen en Hanegraaf e.a. (1997). STAP. Kröber en Van Dongenen (1999) en O'Brien en Lyle O'Brien (1998) vakgroep arbeidspsychologie van de Universiteit Siegen 2001.
4.8.2 Melba Doel Personen met een beperking zicht geven op hun arbeidsmogelijkheden. Doelgroep Jongeren [schoolverlaters] en volwassenen - Leerlingen vanuit het ZMLK onderwijs - Cliënten vanuit activiteitengroepen binnen Odion - Cliënten vanuit leerwerkbedrijven binnen Odion - Cliënten afkomstig vanuit Odibaan - Cliënten afkomstig uit de Baanstede - Specifieke doelgroep: cliënten met gedragsproblematiek - Specifieke doelgroep: cliënten met verstandelijke en auditieve beperking Omschrijving Melba richt zich op het in kaart brengen van 29 basiscompetenties (sleutelkwalificaties) die nodig zijn om in elke willekeurige werksituatie te kunnen functioneren. Dit kan in beeld gebracht worden op verschillende momenten in de loopbaan. Het wordt ingezet bij veranderingen in werk- of trainingsplek en is daarmee een instrument dat kan helpen bij: het bieden van een basis voor verdere training en coaching het volgen van de ontwikkeling van een cliënt het in kaart brengen van de essentiële voorwaarden voor het functioneren in een specifieke werksituatie de persoonlijke ontwikkeling van een cliënt zichtbaar en bespreekbaar te maken passendheid van een mogelijke werkplek voor een specifieke cliënt te bepalen Sleutelkwalificaties hebben betrekking op: cognitieve aspecten, sociale aspecten, uitvoeringsaspecten, psychomotorische aspecten en communicatieve aspecten. In de praktijk blijken vooral sociale aspecten erg belangrijk te zijn. Voorbeelden van sociale aspecten zijn: doorzettingsvermogen/assertiviteit, leiderskwaliteit, contactvaardigheid, kritisch beoordelen, ontvangen van kritiek, team work. Met behulp van deze methode wordt ook het eisenprofiel van een werkgever in kaart gebracht. Dit maakt het voor de jobcoach mogelijk om op verantwoorde en onderbouwde wijze een goede passende werkplek te vinden voor de cliënt. Ook kan dan duidelijk worden aan welke vaardigheden nog gewerkt /getraind zal moeten worden. Dit geeft weer richting aan de ondersteuning.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
34
Werkwijze binnen Odion Een capaciteitenprofiel van de cliënt en een eisenprofiel van de werk-of scholingsplek worden opgesteld en met elkaar vergeleken en gematcht. Een capaciteitenprofiel komt tot stand op basis van een gesprek met de cliënt, observatie van verschillen taken/ momenten; gestandaardiseerde testen, interview van derden, eigen inschatting, informatie uit het ondersteuningsplan etc. o
Melba (Mermale zur Eingliederung Leistunsgewandelter und Behinderter in Arbeit)
4.8.3 Eigen Initiatief Model (EIM) Doel Zelfredzaamheid van cliënten bevorderen. Het gaat dan niet alleen om praktische en sociale vaardigheden, maar zeker ook om het vermogen om te kunnen generaliseren te vergroten. Doelgroep - Leerlingen vanuit het ZMLK onderwijs - Cliënten vanuit activiteitengroepen binnen Odion - Cliënten vanuit leerwerkbedrijven binnen Odion - Cliënten afkomstig vanuit Odibaan - Cliënten afkomstig uit de Baanstede - Specifieke doelgroep: cliënten met gedragsproblematiek - Specifieke doelgroep: cliënten met verstandelijke en auditieve beperking Omschrijving EIM is een trainings- en begeleidingsmodel voor mensen met een verstandelijke beperking ter vergroting van hun zelfredzaamheid in het dagelijks leven: thuis, op het werk en in hun vrije tijd. EIM is een uitwerking van een visie waarin centraal staan: burgerschap (gelijke rechten en plichten), leren (zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid) en ondersteuning in de eigen leefomgeving. EIM biedt handvatten waarmee begeleiders mensen volgens het principe van ‘probeerruimte’ op methodische wijze kunnen ondersteunen. De begeleider biedt ruimte en stelt grenzen zodat mensen de kans krijgen kennis en vaardigheden te leren, die hen helpen beter te anticiperen op en te bedenken hoe om te gaan met nieuwe situaties. Het geeft hen tevens meer inzicht in hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Het heeft als stappenplan: 1. Algemene Vaardigheden definiëren 2. Leren van Algemene Vaardigheden 3. Coaching bij de toepassing van vaardigheden in het dagelijks leven 4. Training als onderdeel van een meeromvattend toekomstplan Werkwijze binnen Odion EIM geeft mensen inzicht in hun eigen benadering en reikt hen kennis en leerervaringen Algemene vaardigheden zijn denkvaardigheden waarmee iemand zijn handelen bepaalt en reguleert. 1. Oriënteren: nadenken voor je begint en een plan maken; 2. Uitvoeren: nadenken terwijl je bezig bent en in de gaten houden of je bereikt wat je wilt bereiken;
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
35
3. Evalueren: controleren of je hebt bereikt wat je wilde bereiken en terugkijken op en leren van de manier waarop je het hebt aangepakt. Binnen Odion wordt gebruik gemaakt van EIM bij begeleid werken. Het model is zeer geschikt om te gebruiken bij cliënten met een licht verstandelijke beperking. o
Timmer, J.T., Dekker, K.A., Voortman, H. (2003). Eigen Initiatief Model: theorie en toepassing. Utrecht: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn.
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
36
5. Bijlage Afkortingen AAIDD ABA AVG BZW EIM EMDR IW KDC NAH NGT PGP PSH ROT SOA TC EIM ROT ZMLK onderwijs
: American Association on Intellectual Developmental Disabalities : Applied Behavioral Analysis : Arts Verstandelijk Gehandicapten : Begeleid Zelfstandig Wonen : Eigen Initiatief Model : Eye Movement Desensitization and Reprocessing : Individueel Wonen : Kinderdag Centrum : Niet Aangeboren Hersenletsel : Nederlandse Gebaren taal : Portage Groepsprogramma : Psychosociale Hulpverlening : Realiteitsorientatietraining : Seksueel Overdraagbare Aandoening : Totale Communicatie : Eigen Initiatief model : Realiteits oriëntatietraining : Onderwijs voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen
visie en ondersteuningsmethodiek Odion
37