Odion, op weg naar 2018, blijvend aanwezig en nabij Van Datum Betreft Opmerking
: : : :
Henk Steen, Raad van Bestuur 10 april 2014 Uitgangspunten voor de komende jaren Het document wordt besproken met cliënten, medewerkers, Ondernemingsraad, Centrale medezeggenschapsraad en Raad van Toezicht
Inleiding Samenvatting De omgeving van Odion is volop in beweging. Dat heeft grote invloed op onze organisatie. We zijn gewend om voor een periode van vier jaar beleid te maken. Dat is bijna niet meer te doen. Het beleid wijzigt heel snel en dat zal meer regel dan uitzondering zijn. Ons huidige beleidsplan eindigt in 2014. Alle ontwikkelingen leiden er toe dat we binnen Odion met heel veel processen bezig zijn. Onze visie en missie zijn daarin leidend maar die processen hebben meer dan in het verleden het karakter van een zoektocht. Een zoektocht waarin we proberen om dat wat we hebben opgebouwd ‘vast te houden’ onder nieuwe wetgeving en binnen een nieuw financieringsstelsel. Naast dat vasthouden moeten we ook durven ‘loslaten.’ Odion is sterk geworden in de zorg aan mensen met een beperking. Steeds minder, bijvoorbeeld door de gemeenten, wordt er echter gedacht in ‘doelgroepen’. Ook Odion zal zich ontwikkelen tot een organisatie die de kennis en kunde van zorg aan mensen met een beperking inzet voor alle mensen die baat hebben bij wat wij kunnen bieden. Het huidig strategisch beleidskader richt zich op de jaren 2011 tot en met 2014. Hoewel veel van het in het strategisch beleidsplan beschreven gedachtengoed nog onverminderd van kracht is, hebben weinigen kunnen bevroeden in welke vaart zich de externe ontwikkelingen zouden ontwikkelen die nu Odion en de omgeving waarin zij opereert zo intensief beïnvloeden. De snelheid waarin deze beleidsprocessen zich – met name vanuit de overheid – ontwikkelen laat zich steeds minder verhouden tot de beleidsmatige cyclus waarmee wij gewend zijn te werken. Die beleidsprocessen- en veranderingen hebben er binnen Odion toe geleid dat binnen het strategisch en meerjarenbeleid allerlei ontwikkelingen tot stand zijn gekomen die ‘organisch’ genoemd kunnen worden: ontstaan vanuit en inspelend op de maatschappelijke ontwikkelingen die zich voordoen, enerzijds gefundeerd op de visie en missie van Odion als een vast gegeven en anderzijds te beschouwen als een zoektocht om hetgeen de afgelopen decennia is opgebouwd te borgen in nieuwe wettelijke en financiële verhoudingen. Een rode draad binnen die organische processen is de geleidelijke ontwikkeling van Odion van een vanouds categorale organisatie voor gehandicaptenzorg naar een maatschappelijke organisatie die haar kennis en kunde van zorg aan mensen met een beperking inzet voor alle kwetsbare mensen die een beroep op haar doen en baat hebben bij haar expertise.
1
Elementen in een strategisch meerjarenbeleid: Samenvatting Het belangrijkste uitgangspunt van Odion is: mensen met een beperking horen er bij en zijn onderdeel van de gewone samenleving! Odion staat dan ook achter het nieuwe beleid van de overheid dat er op gericht is om mensen ‘gewone burgers’ te laten zijn. Dat sluit goed aan bij onze visie en dat kan zeker ook in het belang van mensen met een beperking zijn. Het ‘gewone burger’ zijn mag er aan de andere kant niet toe leiden dat de kwaliteit van je leven juist achteruit gaat. Van medewerkers vragen we een open houding ten opzichte van de nieuwe ontwikkelingen. Loslaten waar dat mogelijk is om op andere tijden juist vast te houden als dat nodig is. ‘Nabije zorg’ is de kern van ons werk, nu en straks. Die zorg wordt geboden in nogal wat vormen. Van begeleiding tot heel intensieve verzorging. De zorg is altijd gericht op de ontwikkeling van de eigen mogelijkheden van mensen met een beperking. Een aantal cliënten zal met de juiste begeleiding in staat zijn om te volstaan met algemene voorzieningen. Andere mensen zullen blijvend gebaat zijn bij een professionele zorgomgeving. ‘Met zorg het gewone leven ondersteunen’ is een motto dat onverminderd van kracht blijft in het werk dat wij doen.
Vertrekpunt: mensen met een beperking maken deel uit van de samenleving De maatschappelijke ontwikkeling die gericht is op een inclusievere samenleving waardeert Odion positief waar zij past binnen de visie en mits zij leidt tot meer kwaliteit van leven van mensen met een beperking. Aan medewerkers wil Odion vertrouwen geven om in deze ontwikkeling mee te gaan, vast houden aan de waarden die Odion betekenis geven en ruimte scheppen voor (nog) meer diversiteit in mogelijkheden voor mensen met een beperking! 1.
Het verleden verbinden met de toekomst
1a Odion wil op een verantwoorde manier zorg borgen in nieuwe verhoudingen, loslaten waar dat kan en vasthouden waar dat nodig is. Odion is een vanouds semimurale organisatie voor gehandicaptenzorg die zich heeft ontwikkeld tot een organisatie met een breed scala aan zorg- en ondersteuningsmogelijkheden voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking. De opgave waar zij voor staat is om deze opgebouwde zorg te borgen in nieuwe omstandigheden. Odion is er niet voor zichzelf maar voor mensen in de regio die een beroep op haar doen. Wanneer wij kwaliteit van leven van mensen met een beperking als de maat der dingen zien dan gaat het er om daar een bijdrage aan te (willen) leveren, als organisatie, samen met anderen of aan anderen overlatend indien die kwaliteit van leven daardoor bevorderd wordt. Het zit in de genen van Odion – immers ontstaan vanuit de maatschappelijke dienstverlening – om bruggen te slaan tussen de zorg voor mensen met een beperking en de maatschappij. Voor veel mensen blijft het bieden van zorg vanuit een professionele context en een ‘zorginfrastructuur’ een randvoorwaarde voor maatschappelijke participatie. Onder het adagium ‘loslaten waar dat 2
kan’ en ‘vasthouden waar dat nodig is’ zullen anderen met de juiste begeleiding in staat zijn om minder of geen zorg af te nemen en te kunnen volstaan met een ‘maatschappelijke infrastructuur’. Het aanwezig zijn van die ‘maatschappelijke infrastructuur’ is dan wat Odion betreft wel een noodzakelijke randvoorwaarde voor een overheveling vanuit het zorg- naar het sociale overheidsdomein. Voor de emancipatie van mensen met een beperking die zeker ook het resultaat is van de opkomst van semimurale organisaties is het van groot belang geweest dat ‘maatschappelijke dienstverlening’ en ‘ zorg’ in de loop der jaren zijn geïntegreerd in één wettelijk beleidskader: de AWBZ. In retrospectief kan gesteld worden dat zich nu een tegengestelde beweging aan het voltrokken is: delen van de AWBZ worden er nu uitgelicht en ‘teruggegeven’ aan het maatschappelijk domein. Dat dat teruggeven sterk is gekleurd door ideologische en financiële motieven, dat het emancipatoire karakter van zorg vaak wordt misverstaan en dat de professionele bijdrage door de moderne – maatschappelijke - verschijningsvormen waarin zij wordt geleverd veelal niet herkend wordt is een wrang gegeven maar wij hebben ons er wel toe te verhouden. 1b. Naar een nieuw evenwicht tussen talenten van mensen, zorg en technologie Samenvatting Zorg die wij bieden is altijd gericht op de ontwikkeling, op de emancipatie van mensen. Zorg is en blijft een vak. Begrijpen wat het hebben van een beperking betekent. Begrijpen wanneer je los mag laten en wanneer je vast moet houden. Steeds er op gericht om mensen in de maatschappij te laten deelnemen. Het vak verandert wel. Technologie doet steeds meer zijn intree. En daar willen we maximaal gebruik van maken, naast die nabije persoonlijke aandacht. Zo ontstaat een nieuw drieluik: zorg, techniek maar vooral ook het talent van mensen met een beperking zelf. De komende jaren gaan we kijken hoe we die drie aspecten in een goede balans krijgen. De maatschappelijke trekrichting van overheveling van taken van het private naar het sociale overheidsdomein zal zich doorzetten. De plek van organisaties wordt daarmee een andere maar wat ons betreft een die nog exclusiever is gericht op de kerntaak: het met zorg ondersteunen van het gewone leven. Deze zorg heeft veel verschijningsvormen waarin de kennis en kunde van hetgeen een beperking betekent voor de mensen op verschillende manieren geborgd is. Soms intensief verzorgend, soms begeleidend van aard maar altijd gericht op de ontwikkeling van mensen. Zorg is daarmee per definitie emancipatoir van aard. Zorg is tegelijkertijd randvoorwaarde voor mensen met een beperking om zo veel als mogelijk is maatschappelijk te kunnen participeren. De komende jaren zal een nieuwe balans gevonden moeten worden als het gaat om het verbinden van zorg aan cliënten ( de zorgcontext ), de talenten van mensen ( de maatschappelijke context) en technologische vernieuwingen ( de technologische context). De stoelendans van WLZ , WMO en ZFW zal nog wel even voortduren en het is zaak om ons niet te veel te laten leiden door de schuivende dagelijkse panelen – ons daar in zekere zin voor te immuniseren – maar wel oog te hebben voor de aan die verschuiving ten grondslag liggende trekrichting. 3
2.
Odion als onderdeel in het netwerk van mensen met een beperking
Samenvatting: Eigen regie in het leven mensen is heel belangrijk. Dat geldt ook voor mensen met een beperking. In hun leven zijn ouders, familie, vrienden en andere betrokkenen veelal het allerbelangrijkst. In dat netwerk speelt ook Odion een rol. Ook wat dat betreft hebben wij het over een nieuwe gelijkwaardige balans: de mens met een beperking en zijn natuurlijke omgeving, familie, vrijwilligers en maatschappelijke instellingen. Voor veel mensen met een blijvende en ernstige beperking zal professionele ondersteuning noodzakelijk blijven. Mensen met een beperking zijn primair regisseur over hun eigen leven. Vanuit onze kennis van beperkingen en de gevolgen die deze kunnen hebben voor mensen ondersteunen wij hen om een zo goed mogelijk leven te kunnen leiden. De primaire betrokkenheid van henzelf en van anderen in hun natuurlijke omgeving/netwerk wordt aangevuld met onze professionele deskundigheid. Dit vertrekpunt is steeds onderdeel geweest van ons methodisch kader maar moet de komende jaren fundamenteler worden verwerkt in onze werkwijze. Het primaat van de zorgorganisatie wordt daarmee verruild voor en verrijkt door een nieuw en gelijkwaardig evenwicht tussen de mens met een beperking, zijn natuurlijke omgeving, vrijwilligers en maatschappelijke instellingen. Voor veel mensen met een veelal chronische en ernstige beperking zal de inzet van professionele ondersteuning noodzakelijk blijken en blijven. 2a. Odion versterkt de samenwerking met organisaties voor vrijwilligersinzet en mantelzorg Samenvatting: Odion werkt met veel instellingen samen in het belang van de cliënten en dat zal zo blijven. Gemeenten denken steeds minder in ‘doelgroepen’ zoals ‘mensen met een beperking’, ‘ouderen’ of ‘mensen met een psychisch probleem’. Er wordt van uitgegaan dat mensen eerst een beroep doen op mantelzorgers, buren en vrijwilligers en dan pas – als dat echt niet anders kan – op een organisatie als Odion die voornamelijk ‘in de 2 e lijn’ actief is. Dit betekent dat we nog meer gaan samenwerken met organisaties die ‘in de 0 e en 1e lijn’ werken: bijvoorbeeld het welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties. Odion is een netwerkorganisatie en wil als zodanig blijven samenwerken met partners die samen met haar goede ondersteuningsarrangementen kunnen bieden aan mensen met een beperking. De ontcategoralisering en het feit dat de lokale overheid niet denkt in doelgroepen maar van de meest voorliggende wijze om mensen in hun beperkingen te compenseren betekent wel dat de focus van de samenwerking anders gericht zal zijn. Op dit moment biedt Odion voornamelijk door het CIZ geïndiceerde zorg en is als zodanig te beschouwen als een tweedelijnsorganisatie. Het verbinden van het natuurlijke netwerk, mantelzorgers en vrijwilligers aan de professionele competenties van Odion betekent de noodzaak van zowel een tactisch operationele als een strategische verbinding met organisaties en instellingen die primair binnen de 0-de en 1e lijn opereren. 4
2b. Odion verdiept de samenwerking met andere organisaties Samenvatting: De overgang van delen van de AWBZ naar de gemeenten, het anders aankijken tegen zorg maar zeker ook de bezuinigingen die daarmee samenhangen betekenen dat we goed gaan kijken naar de kern van ons werk. Wat is echt nodig en wat kunnen wij anders organiseren of door anderen laten doen. Dat geldt niet alleen voor de directe zorg aan onze cliënten maar bijvoorbeeld ook voor de kantoorfuncties. Het zijn van een netwerkorganisatie heeft betekend dat Odion in zijn ontwikkeling veel gebruik heeft kunnen maken van haar bewegingsvrijheid en ‘opportunity’s’ die zich voordeden. De komende tijd zal onderzocht worden of en zo ja op welke wijze een bewuste strategie moet worden gekozen om ten behoeve van delen van de bedrijfsprocessen – zowel primaire als secundaire – een meer structurele verbinding aan te gaan met andere organisatie(s). Er dient een goede balans te worden gevonden tussen de noodzaak om optimaal samen te werken tussen organisaties in het belang van de cliënt en de noodzaak om dit te doen binnen een situatie van toenemende marktdynamiek. Ontcategoralisering, sublimatie van zorg naar welzijn, divergerende inkoopprocessen vanuit het verzekeraarsperspectief en het perspectief van de overheid maken deze dynamiek uitdagend maar ook onvoorspelbaar. Een en ander leidt tot de noodzaak om de in december 2010 vastgestelde samenwerkingsstrategie opnieuw te bezien op basis van het zich wijzigende maatschappelijke krachtenveld om van daaruit tot keuzes te komen over vastere vormen van samenwerking. 2c. Samenwerken in de keten voor kwaliteit Samenvatting: ‘Doen waar wij goed in zijn’ is het vertrekpunt. Verbeteren waar dat mogelijk is hoort daar bij. En soms zullen wij met andere organisaties samenwerken als zij op bepaalde gebieden meer deskundig zijn dan wij. De overtuiging dat de veranderingen in de institutionele context op zich niet afdoen aan de maatschappelijke opdracht van de organisatie: er zijn voor mensen met een beperking die een beroep op haar doen en zorgdragen voor ondersteuning op het gebied van wonen en dagbesteding, leidt er toe dat Odion een open oog heeft voor de veranderende maatschappelijke realiteit waarin zij haar werk doet. Odion doet datgene waar zij competent voor is en waar zij voor gefinancierd wordt. Odion ontwikkelt nieuwe competenties indien daar vraag naar is. En Odion werkt met andere organisaties samen indien hetzij specifieke competenties ontbreken hetzij de kwaliteit van leven door (keten)samenwerking wordt bevorderd.
5
3.
‘Van zorgen voor naar zorgen dat…’ vraagt om herontwerp
3a. Van zorgen voor naar zorgen dat…ook in 2017 effectief, efficiënt en in evenwicht Samenvatting: Odion heeft een bedrijfsplan ‘Odion, klaar voor de toekomst’ opgesteld. Dingen die wij doen moeten wij zo goed en doeltreffend mogelijk doen. Tegelijkertijd zullen wij zo doelmatig als dat mogelijk is om moeten gaan met ‘de middelen’ die wij hebben. Bij die ‘middelen’ moet je niet alleen denken aan het geld maar ook aan de medewerkers. ‘Van zorgen voor naar zorgen dat’ is een uitgangspunt dat voor onze hele organisatie geldt. Door alle veranderingen zal een groter beroep worden gedaan op mensen om uitdagingen èn problemen zelf aan te gaan. De zorg die wij bieden is voor veel mensen met een beperking een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Tegelijkertijd wordt aan ons gevraagd om los te laten en dat is niet eenvoudig. Medewerkers van Odion oefenen een vak uit. Van hen wordt gevraagd om heel goed uit te kunnen leggen waaruit dat vak, onze professie, bestaat. Het bedrijfsplan ‘Odion, klaar voor de toekomst’ bevat veel elementen die in het meerjarenbeleid tot en met 2017 nader uitgewerkt moeten worden. Odion wil blijvend een organisatie zijn die in alle opzichten effectief, efficiënt en in evenwicht is. De externe ontwikkelingen, die gepaard gaan met grote budgetkortingen, maken deze doelstelling meer dan ooit noodzakelijk. In dat kader zijn de afgelopen periode diverse processen gestart, processen die worden beïnvloed door de aanstaande decentralisaties maar ook alles te maken hebben met een intrinsieke motivatie van Odion om zorg en eigen regie niet te zien als tegenpolen maar als twee zijden van een en dezelfde medaille. Daarin past het om op alle niveaus te komen ‘van een zorgen voor’ naar een ‘zorgen dat.’ Belangrijke aspecten daarvan zijn ‘overdracht’ van kennis en kunde’ – mede gericht op het versterken van het zelf oplossend vermogen – en het (nog) explicieter maken van de bijdrage (meerwaarde) die elk bedrijfsonderdeel en elke functie levert aan de versterking van het primaire proces. Tegelijkertijd geldt die vraag naar de toegevoegde waarde ook het primaire proces zelf en de bijdrage die professionele medewerkers leveren aan de vergroting van de kwaliteit van bestaan van cliënten. Het vergroten van de beroepsattitude maakt daar deel van uit. 3b. De overgang van zorg naar het sociale overheidsdomein vergt nieuwe competenties Samenvatting: De zorg die wij bieden is heel verscheiden. Voor sommige werkzaamheden blijft een specialistische deskundigheid vereist. Er is steeds echter steeds meer behoefte aan medewerkers die ‘allround’ ingezet kunnen worden. De komende tijd gaan we onderzoeken hoe we al die deskundigheden zo goed mogelijk in kunnen zetten.
6
De ambitie om op alle niveaus te komen van een ‘zorgen voor’ naar een ‘zorgen dat’ moet gekoppeld worden aan de noodzaak van een goed evenwicht tussen de locaties voor 24uurszorg , de activiteiten binnen het sociale overheidsdomein en specialistische (inhoudelijke) ondersteunende taken en/of in sterk gespecialiseerde settingen. In dit verband vindt onderzoek plaats naar de generalistische en specialistische competenties die voor dit opereren in te onderscheiden maar wel samenhangende ‘domeinen’ noodzakelijk zijn. Er dienen geen zaken in de markt te worden gehouden die niet gebaseerd zijn op een reële vraag. 3c. Anders organiseren en verantwoorden, naar een smal centraal backoffice Samenvatting: Odion is een krachtige organisatie en wil dat in de toekomst ook blijven. Aan de sterke groei is wel een einde gekomen en we moeten er zelfs rekening mee houden dat de organisatie kleiner wordt. De huidige kortingen op onze inkomsten en de komende bezuinigingen vanwege de WMO en de Jeugdwet zullen we op een zorgvuldige èn doortastend manier moeten opvangen. We gaan dat doen door met de beschikbare middelen ‘de klant’ zo goed mogelijk te bedienen. Door ‘nabije zorg’ voegen wij waarde toe aan het leven van mensen met een beperking. Zorg door toegewijde medewerkers en soms door het toepassen van slimme technologie. Elke verspilling van middelen zal tegengegaan worden. Aan onnodige bureaucratie hebben wij een broertje dood. Ook de organisatie zelf nemen we onder de loep. Medewerkers in en buiten de locaties zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van onze cliënten. Een klein team van specialisten blijft aanwezig om hen vanuit de centrale organisatie te ondersteunen. De uit het bedrijfsplan voortkomende taakstellende bezuinigingen zijn in relatie tot de thans reeds bekende bezuinigingen binnen het AWBZ-kader en het WMO-financieringskader noodzakelijk voor de continuïteit van de organisatie. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven zullen deze worden bijgesteld. De analyse schaalgrootte en wendbaarheid in het kader van de strategische analyse uit december 2010 dient te worden herijkt op basis van de thans bekende inzichten en een prognose van te verwachten fluctuaties. Odion dient rekening te houden met verschillende nader te onderzoeken scenario’s van een grotere of minder grote krimp in de omzet. Op basis van het bedrijfsplan worden inmiddels – rekening houdend met een ook daarvoor geldende financiële taakstelling – stappen gezet om te komen tot een herinrichting van de topstructuur per 1 januari 2017. Bij de inrichting van deze topstructuur zal het gestelde in het bedrijfsplan nader worden uitgewerkt in inhoudelijk nader vast te stellen en gedragen ordeningsprincipes ( belemmerende sturingsparadigma’s – bijvoorbeeld een kloof tussen beleid en uitvoering of een te formeel planningsregiem – worden zoveel mogelijk uitgeschakeld en vervangen door een perspectief op anders organiseren en verantwoorden). Deze ordeningsprincipes liggen vervolgens ten grondslag aan een zo effectief en efficiënt mogelijke inrichting van een ‘centraal backoffice’. De uitdaging ligt er in om die en andere heroriëntaties te verbinden met die zaken die ‘de kracht van Odion’ uitmaken: o.a. nabijheid en relationele compassie voor mensen met een beperking en hun netwerk. 7
3d. Dagbesteding en arbeid vragen om een verdieping van de relatie tussen Odion en Odibaan. Samenvatting: Begeleid werken en leerwerkbedrijven zijn een belangrijk onderdeel van de dagbesteding van Odion. In verband met de WMO worden die nog belangrijker. Odibaan ondersteunt cliënten naar een betaalde baan. Genoeg reden om de samenwerking tussen beide organisaties te verdiepen. De snelle ontwikkelingen rondom de decentralisaties maken een herbezinning nodig rondom de relatie tussen Odion en Odibaan. Dit heeft niet alleen te maken met de kwetsbaarheid van Odibaan als kleine organisatie. Steeds meer tekent zich het belang af om voordeel te behalen van een synergetische samenwerking tussen en mogelijk samengaan van beide organisaties. Hoewel dit haaks lijkt te staan op het proces van verzelfstandiging dat is ingezet leidt de snelheid van de maatschappelijke processen op het gebied van arbeid en dagbesteding tot voortschrijdend inzicht en een daarop gebaseerde strategische heroriëntatie. 4.
Nieuwe initiatieven en zichtbaarheid
4a. Ruimte scheppen voor nieuwe initiatieven, aansluiten op vragen van de nulde en eerste lijn vanuit de wijk Samenvatting: Bezuinigingen en krimp betekenen niet dat er geen ruimte is voor nieuwe initiatieven. Integendeel, de ontwikkelingen scheppen ook ruimte voor nieuwe mogelijkheden. Het actief worden binnen het sociale overheidsdomein – ook in relatie tot de Sociale Wijkteams – schept kansen voor nieuwe initiatieven die de emancipatie van mensen met een beperking in relatie tot de maatschappelijke omgeving waar zij deel van uitmaken ten doel hebben. Odion wil ook daarin onderscheidend zijn. Initiatieven zullen worden beoordeeld op de meerwaarde die zij voor mensen met een beperking en de samenleving betekenen en het aanwezig zijn van een solide business case. Nieuwe arrangementen voor ambulante ondersteuning worden ontwikkeld. 4b. Ook mensen met andere hulpvragen kunnen een beroep op Odion doen, toegroeien naar een maatschappelijke organisatie Samenvatting: Medewerkers van Odion werken nu al in een Sociaal Wijkteam in Zaanstad. Vanuit onze locaties zijn onze medewerkers actief in de wijk. Steeds vaker zal onze dienstverlening niet meer exclusief gericht zijn op mensen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Ook andere mensen in een vergelijkbare kwetsbare positie kunnen een beroep op ons doen als zij baat hebben bij onze deskundigheid. 8
Het feit dat er sprake is van een ontcategoralisering en een ‘dubbele veranderslag’ – van zorgen voor naar zorgen dat en maatschappelijk van betekenis zijn in de wijk – betekenen dat de statutaire doelstelling van Odion dient te worden verruimd nu er steeds meer sprake is van mensen met een meervoudige hulpvraag en ook mensen uit andere domeinen een beroep doen op de organisatie. De dubbele paradigmaverandering bestaat enerzijds uit het proces van ‘zorgen voor naar zorgen dat’ binnen de context van de organisatie en anderzijds uit een proces van verbinding van zorg naar het sociale overheidsdomein in de context van het netwerk waarbinnen Odion zich bevindt. Strategische opgave voor de komende jaren ligt in de verbinding tussen deze beide processen. 5.
Focus op integrale zorg in wijken en buurten
Samenvatting: In het bedrijfsplan is aangegeven dat wonen en begeleid zelfstandig wonen worden geïntegreerd in verzorgingsgebieden. Ook de dagbesteding zal daar gefaseerd onderdeel van zijn. Daarbij zal goed gelet worden op de verhouding tussen specialistische taken en de inzet van allround medewerkers. Bedoeling is dat in de verschillende verzorgingsgebieden de verschillende zorgaspecten zo goed mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Het voorsorteren op de decentralisaties heeft geleid tot een sterkere focus op verzorgingsgebieden waarbinnen veelal generalistische medewerkers zich op basis van een integrale zorg verantwoordelijk weten voor het beantwoorden van ondersteuningsvragen van cliënten en burgers in de wijk. De komende jaren zal die ontwikkeling worden doorgezet. Op een gefaseerde wijze zal ook de dagbesteding deel uit gaan maken van die verzorgingsgebieden.
9