Montage- en serviceaanwijzing
VIESMANN
voor de vakman
Vitodens 100-W Type WB1C, 6,5 tot 35,0 kW Condenserende gasketel als wandtoestel Uitvoering op aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina
VITODENS 100-W
5608 827 B/fl
2/2012
Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheidsaanwijzingen Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
Wat te doen bij een gasgeur Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Aanwijzing Gegevens met het woord "Aanwijzing" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. ■ Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die hiertoe erkend zijn door de bevoegde gasmaatschappij. ■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektrovakmensen worden uitgevoerd. ■ De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden ■ de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, ■ de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, 2
Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. ■ Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. ■ Gasafsluitkraan sluiten. ■ Ramen en deuren open zetten. ■ Personen verwijderen uit de gevarenzone. ■ Gas- en elektriciteitsonderneming van buiten het gebouw verwittigen. ■ Stroom naar het gebouw vanuit een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. ■ Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen. ■ Opstelruimte ventileren. ■ Deuren van woonverblijven sluiten.
5608 827 B/fl
!
■ de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, ■ de betreffende veiligheidsbepalingen van de normen NBN, NBN EN, AREI/ RGIE en de voorschriften BELGAQUA
Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheidsaanwijzingen (vervolg) Werkzaamheden aan de installatie ■ Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. ■ Installatie van het net schakelen en controleren op nog aanwezige spanning (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar). ■ Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
!
Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden.
Herstelwerkzaamheden Opgelet De reparatie van componenten met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen.
!
Opgelet Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnen de werking van de installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele wisselstukken van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde wisselstukken gebruiken.
5608 827 B/fl
!
Accessoires, wisselstukken en slijtende onderdelen
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Montageaanwijzing Montagevoorbereiding Productinformatie................................................................................................. Montagevoorbereiding..........................................................................................
6 6
Montageverloop Verwarmingsketel en aansluitingen monteren..................................................... 10 Regelingsbehuizing openen................................................................................. 14 Elektrische aansluitingen...................................................................................... 15
Serviceaanwijzing Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 19 Aanvullende info over de stappen........................................................................ 20 Storingen oplossen Werking en mogelijke storingen........................................................................... 36 Storingsindicatie op het display............................................................................ 37 Reparatie.............................................................................................................. 42 Regeling Functies en werkingsomstandigheden bij weersafhankelijke werking................. 54 Schema's Aansluit- en bedradingsschema........................................................................... 55 Wisselstuklijsten Bestelling van wisselstukken................................................................................ Overzicht van de modules.................................................................................... Module Plaatstukken............................................................................................ Module Warmtecel............................................................................................... Brandermodule..................................................................................................... Module Hydraulisch systeem............................................................................... Module Circulatie hydraulisch systeem................................................................ Module Gecombineerd hydraulisch systeem....................................................... Brandermodule..................................................................................................... Module Overige....................................................................................................
57 58 59 60 61 63 65 66 68 69
Verklaringen Conformiteitsverklaring......................................................................................... 71 4
5608 827 B/fl
Technische gegevens........................................................................................ 70
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave (vervolg)
5608 827 B/fl
Index.................................................................................................................... 73
5
Montagevoorbereiding
Productinformatie Vitodens 100-W, WB1C Voorbereid voor gebruik met aardgas.
Montagevoorbereiding Productinformatie Vitodens 100-W, type WB1C
5608 827 B/fl
Voorbereid voor gebruik met aardgas. De Vitodens 100-W alleen in die landen geleverd worden die op het kenplaatje staan vermeld.
Omstelling op vloeibaar gas mag enkel worden uitgevoerd door de Technische Dienst van Viessmann.
6
Montagevoorbereiding
Montagevoorbereiding (vervolg) Voorbereidingen voor de montage van de verwarmingsketel Afmetingen en aansluitingen
156
350
860
700
Montage
68
5
250
400
A B CD E
F
58 58
123 123
D Condenserende verwarmingsketel op gas: boilerretour Condenserend combinatieketel op gas: koud water E Verwarmingsretour F Condenswaterafvoer / afvoer veiligheidsklep: kunststofslang 7 22 mm
5608 827 B/fl
A Verwarmingsaanvoer B Condenserende verwarmingsketel op gas: boileraanvoer Condenserend combinatieketel op gas: warm water C Gasaansluiting
34 125
7
Montagevoorbereiding
Montagevoorbereiding (vervolg)
Ø10
187 250
Wandhouder monteren
A
5608 827 B/fl
A Montagesjabloon Vitodens
8
Montagevoorbereiding
Montagevoorbereiding (vervolg) 1. Het meegeleverde montagesjabloon op de wand uitlijnen. 2. De pluggaten markeren. 3. De pluggaten 7 10 mm boren en de meegeleverde pluggen plaatsen. 4. De wandhouder met de meegeleverde schroeven bevestigen. Montage
Montagehulp monteren Montageaanwijzing montagehulp Aansluitingen voorbereiden
!
Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, alle buisleidingen last- en momentvrij aansluiten.
1. De aansluitingen aan waterzijde voorbereiden. De verwarmingsinstallatie spoelen. 2. De gasaansluiting voorbereiden.
5608 827 B/fl
3. De elektrische aansluitingen voorbereiden. ■ Netkabel NYM-J 3 x 2,5 mm2. ■ Kabels voor toebehoren: NYM-O 2-aderig min. 0,5 mm2.
9
Montageverloop
Verwarmingsketel en aansluitingen monteren Frontplaat demonteren en verwarmingsketel ophangen 3.
2.
1. 2x
1. De schroeven aan de onderzijde van de verwarmingsketel losdraaien, niet volledig eruit draaien.
3. De verwarmingsketel aan de wandhouder ophangen.
5608 827 B/fl
2. De frontplaat verwijderen.
10
Montageverloop
Verwarmingsketel en aansluitingen monteren (vervolg) Aansluitingen aan waterzijde monteren
B C
D
E
z
A
Montage
Montage van de armaturen aan verwarmingswater- en tapwaterzijde, zie aparte montageaanwijzing.
z ¨
D Condenserende verwarmingsketel op gas: boilerretour Condenserend combinatieketel op gas: koud water E Verwarmingsretour
5608 827 B/fl
A Verwarmingsaanvoer B Condenserende verwarmingsketel op gas: boileraanvoer Condenserend combinatieketel op gas: warm water C Gasaansluiting
11
Montageverloop
Verwarmingsketel en aansluitingen monteren (vervolg) Gasaansluiting 1. De gasafsluitkraan op de aansluiting A aansluiten. 2. Dichtheidscontrole uitvoeren.
A
Aanwijzing Voor de dichtheidscontrole alleen geschikte en toegestane lekzoekmiddelen (EN 14291) en toestellen gebruiken. Lekzoekmiddelen met ongeschikte inhoudstoffen (bijv. nitraten, sulfiden) kunnen tot schade aan het materiaal leiden. Restanten van lekzoekmiddelen na de controle verwijderen.
!
Opgelet Een te hoge testdruk leidt tot schade aan de verwarmingsketel en de gasarmatuur. Max. testoverdruk 150 mbar. Bij een hogere druk voor het opsporen van lekkages de verwarmingsketel en de gasarmaturen van de hoofdleiding loskoppelen (schroefverbinding losmaken).
5608 827 B/fl
3. De gasleiding ontluchten.
12
Montageverloop
Verwarmingsketel en aansluitingen monteren (vervolg) Aansluiting veiligheidsklep en condenswaterafvoer De condenswaterleiding A met een lichte helling en met buisventilatie op de riolering aansluiten. De plaatselijke rioleringsvoorschriften respecteren.
Montage
Aanwijzing De sifon vóór de inbedrijfstelling met water vullen.
A
Sifon met water vullen Min. 0,3 l water in de rookgasaansluiting vullen. Opgelet Bij de eerste inbedrijfstelling kan rookgas uit de afvoerleiding van de condenswateraansluiting komen. De sifon vóór de inbedrijfstelling absoluut met water vullen.
5608 827 B/fl
!
13
Montageverloop
Verwarmingsketel en aansluitingen monteren (vervolg) Rookgas- en luchttoevoeraansluiting Rookgas- / luchttoevoerleiding aansluiten. Montageaanwijzing rookgassysteem.
Regelingsbehuizing openen
2.
3.
2x
1.
5608 827 B/fl
4x
14
Montageverloop
Regelingsbehuizing openen (vervolg)
!
Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules worden beschadigd.
Vóór de uitvoering van werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden.
Aanwijzing bij de aansluiting van toebehoren Voor de aansluiting de met het toebehoren meegeleverde aparte montageaanwijzingen respecteren.
X21
D
X7
GAS
X1
FAN ?LN 1 LN
X20
C
PUMP
%
E F
4 3 2 1
OT
5608 827 B/fl
A B
15
Montage
Elektrische aansluitingen
Montageverloop
Elektrische aansluitingen (vervolg) % Boilertemperatuursensor (stekker op kabelboom buiten de regeling) Aanwijzing Condenserend verwarmingstoestel op gas zonder warmwaterboiler: bij werking zonder warmwaterboiler de draaiknop ”tw” op ”0” zetten.
C Aansluitkabel (toebehoren) D Brug E Netaansluiting (230 V, 50 Hz). Zie pagina 17. F Vitotrol 100 Bij de aansluiting de brug D verwijderen. Aparte montageaanwijzing
A Alleen bij weersafhankelijke werking: Buitentemperatuursensor (toebehoren) B Open Therm-toestel Bij de aansluiting de brug D verwijderen.
Kabelinvoer B
A
A Netkabel, aansluitkabel afstandsbediening B Laagspanningskabels (sensorkabels)
1. De met de buitentemperatuursensor meegeleverde aansluitkabel op insteekplaats ”X21” aansluiten. 16
2. De buitentemperatuursensor op de klemmen 3 en 4 aansluiten.
5608 827 B/fl
Buitentemperatuursensor (toebehoren)
Montageverloop
Elektrische aansluitingen (vervolg) Netaansluiting
Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen tot letsel door elektrische stroom en schade aan het toestel leiden. De netaansluiting en de veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de volgende voorschriften worden uitgevoerd: ■ IEC 60364-4-41 ■ AREI/RGIE-voorschriften ■ Aansluitvoorwaarden van het lokale energiebedrijf
Gevaar Een verkeerde aansluiting kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. De aders ”L1” en ”N” niet verwisselen. Gevaar Een ontbrekende aarding van componenten van de installatie kan bij een elektrisch defect tot gevaarlijke verwondingen door elektrische stroom leiden. Het toestel en de buisleidingen moeten met de aardleiding van het huis verbonden zijn.
5608 827 B/fl
In de voedingskabel moet een scheidingsinrichting voorhanden zijn die gelijktijdig alle niet-geaarde geleiders met een contactopening van minimaal 3 mm van het elektriciteitsnet scheidt. Bovendien adviseren wij de installatie van een wisselstroom- en gelijkstroomgevoelige foutstroombescherming (FI ) voor gelijk(fout)stroklasse B men die door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen kunnen ontstaan.
De netaansluiting met max. 16 A beveiligen.
17
Montage
Voorschriften en richtlijnen
Montageverloop
Elektrische aansluitingen (vervolg) Aansluitkabels installeren en regelingsbehuizing sluiten
!
Opgelet Aansluitkabels worden beschadigd als deze tegen hete componenten liggen. Bij het installeren en bevestigen van de aansluitkabels door de installateur erop letten dat de toegestane maximumtemperaturen van de kabels niet worden overschreden.
3.
2.
5608 827 B/fl
1.
18
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud
• • • • • •
• • •
• • •
Pagina
1. Verwarmingsinstallatie vullen....................................... 20 2. Verwarmingsketel ontluchten door spoelen................ 22 3. Laten omstellen op gebruik met vloeibaar gas............ 22 4. Brandervermogen aan rookgasinstallatie aanpassen
22
5. Maximaal vermogen reduceren..................................... 24 6. CO2-gehalte controleren................................................ 25
• •
• •
7. Brander demonteren ..................................................... 28
• • • • •
• • • • •
9. Elektrode controleren en instellen................................ 30
•
•
•
14. Alle aansluitingen aan verwarmings- en tapwaterzijde op dichtheid controleren
•
•
•
15. Rookgassysteem op vrije doorgang en dichtheid controleren
• •
• •
• •
16. Elektrische aansluitingen op vaste zit controleren
•
•
18. Frontplaat monteren....................................................... 34
10. Verwarmingsoppervlakken reinigen............................. 30 11. Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen.... 31 12. Brander inbouwen ......................................................... 32
Service
13. Membraanexpansievat en druk van de installatie controleren...................................................................... 33
17. Gasvoerende onderdelen bij werkdruk op dichtheid controleren ..................................................................... 34 19. Instructie van de gebruiker van de installatie.............. 35
5608 827 B/fl
•
8. Branderafdichting vervangen en vlamrooster controleren...................................................................... 29
19
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen Verwarmingsinstallatie vullen
!
Opgelet Ongeschikt water bevordert afzettingen en corrosievorming en kan tot schade aan de verwarmingsketel leiden. ■ De verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoelen. ■ Uitsluitend water van tapwaterkwaliteit gebruiken. ■ Vulwater met een waterhardheid van meer dan 16,8 °dH (3,0 mmol/l) moet worden onthard. ■ Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingsinstallaties geschikt antivriesmiddel worden toegevoegd. 1. De gasafsluitkraan sluiten. 2. De netspanning inschakelen. 3. De draaiknop ”rt” minder dan 2 s naar links tot de aanslag en vervolgens weer naar het rechter regelbereik draaien. Op het display verschijnt ”SERV”, ”r” en ”w”. De vulfunctie is geactiveerd. De functie wordt na 20 min automatisch of na het uitschakelen van de netschakelaar beëindigd.
5608 827 B/fl
r
20
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) B
C A
4. De afsluitkleppen A en (indien aanwezig) B openen. 5. De vulslang op de kraan C aansluiten en de kraan C openen. 6. De verwarmingsinstallatie vullen (minimale installatiedruk > 0,8 bar). 7. De kraan C sluiten.
close
5608 827 B/fl
Service
open
21
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Verwarmingsketel ontluchten door spoelen 1. De afvoerslang aan de afsluitklep A met een afwateraansluiting verbinden.
A
2. De afsluitklep B sluiten. 3. De kranen A en C openen en met netdruk spoelen tot geen luchtgeluiden meer hoorbaar zijn. 4. Eerst kraan A en vervolgens kraan C sluiten. 5. De werkdruk ≥ 0,8 bar via de kraan C afstellen. 6. De afsluitklep B openen. 7. De afvoerslang loskoppelen en bewaren. CB
Laten omstellen op gebruik met vloeibaar gas In de toestand bij levering is de verwarmingsketel op gebruik met aardgas ingesteld. Omstelling op vloeibaar gas dient te gebeuren door de Technische Dienst van Viessmann.
Omstelling van vloeibaar gas op aardgas, dient eveneens te gebeuren op door de Technische Dienst van Viessmann.
Brandervermogen aan rookgasinstallatie aanpassen
5608 827 B/fl
Voor de aanpassing van het brandervermogen aan de rookgasleidinglengte van de installatie kan een correctiefactor worden ingesteld.
22
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 1. De netschakelaar inschakelen. 2. Beide draaiknoppen ”tw” en ”tr” gelijktijdig naar de middelste stand draaien. Op het display verschijnt ”SERV”. r
3. De vereiste correctiefactor voor de aangesloten rookgasinstallatie uit de volgende tabel aflezen. 4. De draaiknop ”tw” binnen 2 s naar het bovenste bereik links draaien. Op het display verschijnen ”r”, ”w”, ”A” en de ingestelde correctiefactor knippert. In de toestand bij levering is de factor 0 ingesteld. 5. Met de draaiknop ”tr” binnen 15 s de vereiste correctiefactor instellen.
5608 827 B/fl
Correctiefactor Rookgassysteem
Nominaal vermogen (kW) Open werking 7 60 mm 19 26 35 Gesloten werking 19 7 60/100 mm coaxiaal 26 35 Gesloten werking 7 60/60 mm 19 parallel 26 35
1
4 2 5 2 1 3 4 2 5
2 3 4 5 Max. leidinglengte (m)
10 16 22 8 13,5 18,5 12 18 23 6 10 13 4 7 10 6 9 12 10 16 22 8 13,5 18,5 12 18 23
— 22 — 16 12 14 27 22 —
6
— 25 — 19 13,5 17 32 25 —
23
Service
r
6. Als de waarde niet meer knippert, is de ingestelde correctiefactor opgeslagen en schakelt de regeling weer om naar normale werking.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Max. rookgasleidinglengtes in de prijslijst respecteren. Als de maximale rookgasleidinglengtes van de prijslijst worden overschreden, is een rekenkundig bewijs nodig.
Maximaal vermogen reduceren Het maximale vermogen kan overeenkomstig de vereisten van de installatie gereduceerd worden. 1. De netschakelaar inschakelen. 2. De draaiknop ”tr” minder dan 2 s naar rechts tot de aanslag en vervolgens weer terug naar het rechter regelbereik draaien. Op het display verschijnt ”SERV” en ”A”.
5608 827 B/fl
r
24
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 3. Met de draaiknop ”tr” het gewenste maximale vermogen instellen. Op het display knipperen de balken voor het ingestelde vermogen.
°C
60 A
■ Stand 1 (1 balk) = minimaal vermogen. ■ Stand 6 (5 balken) = maximaal vermogen.
5. Het ingestelde vermogen overnemen: De draaiknop ”tw” minder dan 2 s naar rechts tot de aanslag en vervolgens weer terug naar het rechter regelbereik draaien. Op het display verschijnt tijdens het overnemen ”– . – . –”. 6. De verwarmingsketel buiten bedrijf stellen.
5608 827 B/fl
CO2-gehalte controleren Aanwijzing Het toestel met onbelaste verbrandingslucht gebruiken om werkingsstoringen en schade te voorkomen.
25
Service
4. Het ingestelde vermogen door een meting van het gasdebiet controleren
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 01. Het rookgasanalysetoestel op de rookgasopening A aan het ketelaansluitstuk aansluiten. 02. De verwarmingsketel in bedrijf stellen en de dichtheid controleren.
A
Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende delen op gasdichtheid controleren. 03. De draaiknop ”tr” minder dan 2 s naar rechts tot de aanslag en vervolgens weer terug naar het rechter regelbereik draaien. Op het display verschijnt ”SERV”, ”A” en de ketelwatertemperatuur wordt weergegeven.
r
04. Maximaal vermogen instellen: de draaiknop ”tr” naar het rechter- regelbereik draaien tot op het display 5 balken voor het maximale vermogen verschijnen.
5608 827 B/fl
05. CO2-gehalte voor het maximale vermogen meten. Het CO2-gehalte moet tussen 7,0 en 10,5 % liggen.
26
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 06. Minimaal vermogen instellen: de draaiknop ”tr” naar het linkerregelbereik draaien tot op het display 1 balk voor het minimale vermogen verschijnt. 07. CO2-gehalte voor het minimale vermogen meten. Het CO2-gehalte moet ca. 0,3 tot 0,9 % onder de waarde voor het maximale vermogen liggen. 08. ■ Als het CO2-gehalte in het aangegeven bereik ligt, doorgaan met punt 10. ■ Als het CO2-gehalte niet in het aangegeven bereik ligt, de dichtheid van het rookgas-/luchttoevoersysteem controleren en eventuele lekkages verhelpen. Indien nodig de gascombinatieregelaar vervangen.
10. De verwarmingsketel buiten bedrijf stellen, het rookgasanalysetoestel verwijderen en de rookgasopening A afsluiten.
5608 827 B/fl
11. Beide draaiknoppen ”tw” en ”tr” weer naar de oorspronkelijke stand draaien.
27
Service
09. Het CO2-gehalte voor het maximale en minimale vermogen nog een keer meten.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Brander demonteren F4x
C
E D
B
A
1. De netspanning uitschakelen.
5. De schroefverbinding van de gasaansluitbuis E losdraaien.
2. De gastoevoer afsluiten.
4. De Venturiverlenging D van de ventilator loskoppelen.
28
6. De vier schroeven F losdraaien en de brander verwijderen.
!
Opgelet Om beschadigingen te voorkomen, de brander niet op het vlamrooster leggen!
5608 827 B/fl
3. De elektrische kabels van de ventilatormotor A, de gasarmatuur B en de elektroden C loskoppelen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Branderafdichting vervangen en vlamrooster controleren De branderafdichting A op beschadigingen controleren en indien nodig vervangen. Een beschadigd vlamrooster vervangen. E
D
C
A
Service
2x
B
1. De elektrode B demonteren.
5608 827 B/fl
2. De twee torxschroeven losdraaien en de isolatiering C verwijderen.
4. Het nieuwe vlamrooster D met nieuwe afdichting E plaatsen en bevestigen. Draaimoment van de bevestigingsschroeven: 3,5 Nm.
3. De twee torxschroeven losdraaien en het vlamrooster D met afdichting E verwijderen. 29
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 5. De isolatiering C monteren. Draaimoment van de bevestigingsschroeven: 3,5 Nm.
6. De elektrode B monteren. Draaimoment van de bevestigingsschroeven: 4,5 Nm.
Elektrode controleren en instellen 1. De elektrode op slijtage en verontreinigingen controleren.
8+2
2. De elektrode met een kleine borstel (geen draadborstel) of schuurpapier reinigen. 3. Afstanden controleren. Als de afstanden niet in orde zijn of als de elektrode beschadigd is, de elektrode met afdichting vervangen en uitlijnen. De bevestigingsschroeven voor de elektrode met een draaimoment van 4,5 Nm vastdraaien.
4+0,5
Verwarmingsoppervlakken reinigen Opgelet Krassen op onderdelen die met rookgas in aanraking komen kunnen tot corrosie leiden. Verwarmingsoppervlakken niet afborstelen!
5608 827 B/fl
!
30
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 1. Afzettingen op de verwarmingsoppervlakken A van de branderkamer afzuigen. 2. Indien nodig de verwarmingsoppervlakken A met licht zure, chloridevrije reinigingsmiddelen op basis van fosforzuur inspuiten en minstens 20 min laten inwerken. 3. De verwarmingsoppervlakken A grondig spoelen met water.
A
Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen 1. De sifon A naar boven uit de afvoeraansluiting trekken. 2. De toevoerslang B van de sifon A loskoppelen. 3. De sifon A reinigen. 4. De toevoerslang B weer aansluiten. A
5. De sifon A weer op de afvoeraansluiting aansluiten.
5608 827 B/fl
6. De sifon A met water vullen. Hiervoor ca. 0,3 l water in de branderkamer gieten.
31
Service
B
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 7. Ongehinderde afvoer van het condenswater en dichtheid van de aansluitingen controleren.
Brander inbouwen A4x
E
D
1. De brander inbouwen en de vier schroeven A met een draaimoment van 8,5 Nm kruisgewijs vastdraaien. 2. De nieuwe afdichting plaatsen en de schroefverbinding van de gasaansluitbuis B vastschroeven. 32
3. De Venturiverlenging C op de ventilator aansluiten. 4. De elektrische kabels van de ventilatormotor D, de gasarmatuur E en de ontstekingseenheid F monteren.
5608 827 B/fl
F
B C
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 5. De gastoevoer weer tot stand brengen en de netspanning inschakelen.
6. De aansluitingen aan gaszijde op dichtheid controleren. Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasdichtheid van de schroefverbinding controleren.
!
Opgelet Het gebruik van lekzoekspray kan tot functiestoringen leiden. Lekzoekspray mag niet met elektrische contacten in aanraking komen of de membraanopening aan de gasklep afsluiten.
Membraanexpansievat en druk van de installatie controleren Controle bij een koude installatie uitvoeren. 1. De installatie zo ver aftappen of het kapventiel op het membraanexpansievat sluiten en de druk verlagen tot de manometer ”0” weergeeft.
3. Water bijvullen tot bij een afgekoelde installatie de druk minstens 0,1 bar bedraagt en 1,0 tot 0,2 bar hoger is dan de voordruk van het membraanexpansievat. Toegel. werkdruk: 3 bar
5608 827 B/fl
Service
2. Als de voordruk van het membraanexpansievat lager is dan de statische druk van de installatie, stikstof bijvullen tot de voordruk 0,1 tot 0,2 bar hoger is.
33
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Gasvoerende onderdelen bij werkdruk op dichtheid controleren Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende delen op gasdichtheid controleren.
!
Opgelet Het gebruik van lekzoekspray kan tot functiestoringen leiden. Lekzoekspray mag niet met elektrische contacten in aanraking komen of de membraanopening aan de gasklep afsluiten.
Frontplaat monteren
1.
2.
5608 827 B/fl
2x
34
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 1. De frontplaat plaatsen.
2. De schroeven aan de onderzijde vastdraaien.
Instructie van de gebruiker van de installatie
5608 827 B/fl
Service
De installateur van de installatie moet de gebruiksaanwijzing aan de gebruiker van de installatie overhandigen en de bediening uitleggen.
35
Storingen oplossen
Werking en mogelijke storingen Indicatie op display nee
Maatregel Gewenste waarde verhogen, voor warmteafname zorgen
nee
Na ca. 1 min storing F9
Ventilator, verbindingskabels van de ventilator, spanningstoevoer aan ventilator en ventilatoraansturing controleren
nee
Storing F4
Aansluiting ontstekingsmodule controleren
nee
Storing F4
Gascombinatieregelaar controleren (aansturing 230 V), gasaansluitdruk controleren
nee
Storing F4
Ionisatiestroom meten, elektrodeninstelling controleren en controleren of lucht in de gasleiding aanwezig is.
Warmteaanvraag door regeling
ja Ventilator start
ja Ontsteking
ja Gascombinatieregelaar gaat open
Ionisatiestroom wordt opgebouwd (groter dan 2 µA) Symbool A
36
5608 827 B/fl
ja
Storingen oplossen
Werking en mogelijke storingen (vervolg)
ja Brander in werking
nee
Schakelt onder de gewenste ketelwatertemperatuur uit en start vervolgens direct opnieuw
Dichtheid van de rookgasinstallatie controleren (rookgashercirculatie), dynamische gasdruk controleren
Storingsindicatie op het display
Storingscode op display 10
18
30
38
5608 827 B/fl
50
Gedrag van de installatie Constante werking
Storingsoorzaak
Kortsluiting buitentemperatuursensor. Constante werking Onderbreking buitentemperatuursensor. Brander geblokkeerd Kortsluiting keteltemperatuursensor. Brander geblokkeerd Onderbreking keteltemperatuursensor. Geen warmwaterbe- Kortsluiting boilerreiding temperatuursensor.
Maatregel
Buitentemperatuursensor en kabel controleren (zie pagina 42). Buitentemperatuursensor en kabel controleren (zie pagina 42). Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 44). Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 44). Sensor controleren (zie pagina 45).
37
Service
f2
Storingen worden door een knipperende storingscode met het storingssymbool ”U” op het display weergegeven. Voor de betekenis van de storingscodes, zie de volgende tabel.
Storingen oplossen
Storingsindicatie op het display (vervolg) Storingscode op display 51
52
Gedrag van de installatie Geen warmwaterbereiding
Storingsoorzaak
Kortsluiting uitlaattemperatuursensor. Brander geblokkeerd Kortsluiting debietsensor. Geen warmwaterbereiding
59
Geen warmwaterbereiding
5A
Brander geblokkeerd
A9
Regelwerking zonder Open Therm-toestel
b0
Brander geblokkeerd
b8
Brander geblokkeerd
E3
Brander geeft storing
E5
Brander geblokkeerd
F0
Brander geblokkeerd
Sensor controleren (zie pagina 48).
Aansluitingen en kabel controleren, indien nodig sensor vervangen. Onderbreking boi- Sensor controleren (zie lertemperatuursen- pagina 45). sor. Onderbreking uit- Sensor controleren (zie laattemperatuurpagina 48). sensor. Onderbreking Aansluitingen en kabel debietsensor. controleren, indien nodig sensor vervangen. Communicatiefout Aansluitingen en kabel Open Therm-toecontroleren, indien nodig stel. Open Therm-toestel vervangen. Kortsluiting rookSensor controleren (zie gastemperatuurpagina 49). sensor. Onderbreking Sensor controleren (zie rookgastemperapagina 49). tuursensor. Fout in veiligheids- Temperatuurbegrenzer circuit. en verbindingskabels controleren (zie pagina 46). Regeling controleren, indien nodig vervangen. Interne fout. Ionisatie-elektrode en verbindingskabel controleren. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Interne fout. Regeling vervangen. 5608 827 B/fl
58
Maatregel
38
Storingen oplossen
Storingsindicatie op het display (vervolg)
5608 827 B/fl
Gedrag van de installatie
Storingsoorzaak
Maatregel
Brander geeft storing Max. rookgastemperatuur overschreden.
F2
Brander geeft storing
F3
Brander geeft storing
F4
Brander geeft storing
F8
Brander geeft storing
Niveau van de verwarmingsinstallatie controleren. Circulatiepomp controleren. Installatie ontluchten. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). TemperatuurbeNiveau van de verwargrenzer is geactimingsinstallatie controleveerd. ren. Circulatiepomp controleren. Installatie ontluchten. Temperatuurbegrenzer en verbindingskabels controleren (zie pagina 46). ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Vlamsignaal is Ionisatie-elektrode en verreeds aanwezig bij bindingskabel controlebranderstart. ren. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Geen vlamsignaal. Ontstekings-/ionisatieelektrode en verbindingskabel controleren, gasdruk controleren, gascombinatieregelaar controleren, ontsteking, ontstekingsmodule controleren, condenswaterafvoer controleren. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Brandstofklep sluit Gascombinatieregelaar te laat. controleren. Beide stuurtrajecten controleren. ”Reset” bedienen (zie pagina 41).
39
Service
Storingscode op display F1
Storingen oplossen
Storingsindicatie op het display (vervolg) Storingscode op display F9
FA
Storingsoorzaak
Maatregel
Brander geeft storing Ventilatortoerental bij branderstart te laag.
Ventilator controleren, verbindingskabels naar ventilator controleren, spanningstoevoer aan ventilator controleren, ventilatoraansturing controleren. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Brander geeft storing Ventilatorstilstand Ventilator controleren, niet bereikt. verbindingskabels naar de ventilator controleren, ventilatoraansturing controleren. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Brander geblokkeerd Elektrische ventila- Verbindingskabel ventilatoraansturing tor controleren, indien (regeling) defect. nodig vervangen of regeling vervangen.
5608 827 B/fl
FC
Gedrag van de installatie
40
Storingen oplossen
Storingsindicatie op het display (vervolg) Storingscode op display Fd
FF
Gedrag van de installatie
Storingsoorzaak
Maatregel
Brander geblokkeerd Storing branderau- Ontstekingselektroden en tomaat. verbindingskabels controleren. Controleren of een sterk stoorveld (EMC) in de buurt van het toestel aanwezig is. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Als de storing niet wordt verholpen, de regeling vervangen. Brander geblokkeerd Storing branderau- Ontstekingselektroden en tomaat. verbindingskabels controleren. Controleren of een sterk stoorveld (EMC) in de buurt van het toestel aanwezig is. ”Reset” bedienen (zie pagina 41). Als de storing niet wordt verholpen, de regeling vervangen.
5608 827 B/fl
De draaiknop ”rt” minder dan 2 s naar de stand ”U RESET” en vervolgens weer terug naar het regelbereik draaien.
r
41
Service
Reset bedienen
Storingen oplossen
Reparatie Frontplaat demonteren
2.
1. 2x
1. De schroeven aan de onderzijde van de verwarmingsketel losdraaien, niet eruit draaien.
2. De frontplaat verwijderen.
Buitentemperatuursensor
5608 827 B/fl
1. De regelingsbehuizing openen, Zie pagina 14.
42
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) 2. De kabels van de buitentemperatuursensor loskoppelen. X21
X7
X20
4 3 2 1
20
3. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. 4. In geval van een sterke afwijking de sensor vervangen.
10 8 6 4 -15 -5 0 10 20 30 -10 Temperatuur in °C
5608 827 B/fl
Service
Weerstand in kΩ
100 80 60 40
43
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Keteltemperatuursensor 1. De kabels van de keteltemperatuursensor A loskoppelen en de weerstand meten.
5608 827 B/fl
A
44
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
Weerstand in kΩ
20
2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken.
10 8 6 4
3. In geval van een sterke afwijking de verwarmingsketel aan verwarmingswaterzijde aftappen en de sensor vervangen.
2 1 0,8 0,6 0,4 10 30 50 70 90 110 Temperatuur in °C
Gevaar De keteltemperatuursensor bevindt zich direct in het verwarmingwater (verbrandingsgevaar). Vóór het vervangen van de sensor de verwarmingsketel aftappen.
Boilertemperatuursensor controleren (condenserend verwarmingstoestel op gas)
X21
X7
X20
Service
5
5608 827 B/fl
1. Stekker % van de kabelboom loskoppelen en de weerstand meten.
45
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
Weerstand in kΩ
20 10 8 6 4
2. De weerstand van de sensor met de stooklijn vergelijken. 3. In geval van een sterke afwijking de sensor vervangen.
2 1 0,8 0,6 0,4 10 30 50 70 90 110 Temperatuur in °C
Temperatuurbegrenzer controleren
5608 827 B/fl
Als de branderbesturing na een uitschakeling vanwege een storing niet ontgrendeld kan worden, hoewel de ketelwatertemperatuur onder ca. 95 °C ligt, de temperatuurbegrenzer controleren.
46
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) 1. De kabels van de temperatuurbegrenzer A loskoppelen. A
2. De doorgang van de temperatuurbegrenzer met een multimeter controleren. 3. De defecte temperatuurbegrenzer demonteren. 4. Een nieuwe temperatuurbegrenzer inbouwen.
5608 827 B/fl
Service
5. Voor het ontgrendelen ”Reset” op de regeling bedienen (zie pagina 41).
47
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Uitlaattemperatuursensor controleren (condenserend combinatietoestel op gas) 1. De kabels aan de uitlaattemperatuursensor A loskoppelen. 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. A
10 8 6 4 2 1 0,8 0,6 0,4 10 30 50 70 90 110 Temperatuur in °C
3. In geval van een sterke afwijking de sensor vervangen. Aanwijzing Bij vervanging van de uitlaattemperatuursensor kan water naar buiten komen. De toevoer van koud water afsluiten. De warmwaterleiding en de plaatwarmtewisselaar (aan tapwaterzijde) aftappen.
5608 827 B/fl
Weerstand in kΩ
20
48
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Rookgastemperatuursensor controleren 1. De kabels aan de rookgastemperatuursensor A loskoppelen. 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken.
5608 827 B/fl
Service
A
49
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
Weerstand in kΩ
20
3. In geval van een sterke afwijking de sensor vervangen.
10 8 6 4 2 1 0,8 0,6 0,4 10 30 50 70 90 110 Temperatuur in °C
Debietbegrenzer vervangen (condenserend combinatietoestel op gas) A
1. De verwarmingsketel aan tapwaterzijde aftappen.
B
2. De regeling naar beneden klappen.
C
3. De schroeven A losdraaien. 4. De kap B verwijderen. 5. De defecte debietbegrenzer C verwijderen. 6. De nieuwe debietbegrenzer C overeenkomstig het serienummer van de verwarmingsketel (zie kenplaatje) en de volgende tabel uitzoeken. 7. De nieuwe debietbegrenzer C plaatsen.
5608 827 B/fl
8. De meegeleverde nieuwe kap B monteren.
50
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Debiet l/min
Kleur 10 14 12 14 10 14 8 10 10 14
zwart bruin rood bruin zwart bruin wit zwart zwart bruin
5608 827 B/fl
Service
Serienr. (kenplaatje) 7499420 7499422 7499430 7499431 7499434 7499436 7499438 7499440 7499443 7499447
51
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Plaatwarmtewisselaar controleren of vervangen (condenserend combinatietoestel op gas) B
B C
D
F
E
A
C Verwarmingswateraanvoer D Verwarmingswaterretour
E Koud water F Warm water
1. De verwarmingsketel aan verwarmingswater- en tapwaterzijde afsluiten en aftappen.
3. De twee schroeven A op de plaatwarmtewisselaar B losdraaien en de plaatwarmtewisselaar met afdichtingen verwijderen.
5608 827 B/fl
2. De regeling naar beneden klappen.
52
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Aanwijzing Bij de demontage en uit de gedemonteerde plaatwarmtewisselaar kunnen kleine hoeveelheden restwater lopen. 4. De aansluitingen aan tapwaterzijde op kalkaanslag controleren, indien nodig de plaatwarmtewisselaar reinigen of vervangen.
6. Inbouw met nieuwe afdichtingen in omgekeerde volgorde. Aanwijzing Bij de montage op de plaats van de bevestigingsgaten en de correcte zit van de afdichtingen letten. De plaatwarmtewisselaar niet omgekeerd monteren.
5. De aansluitingen aan verwarmingswaterzijde op verontreinigingen controleren, indien nodig de plaatwarmtewisselaar reinigen of vervangen.
Service
Zekering controleren
F4
5608 827 B/fl
1. De netspanning uitschakelen.
3. De zekering F4 controleren.
2. De regelingsbehuizing openen (zie pagina 14).
53
Regeling
Functies en werkingsomstandigheden bij weersafhankelijke werking Bij weersafhankelijke werking wordt de ketelwatertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Stooklijn van de weersafhankelijke regeling 90
G
Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in °C
80
F
70
E D
60
C
50
B
40
A
30 20 10 0 20 15
10
5
0
-5
-10 -15 -20
Buitentemperatuur in °C
Vorstbeschermingsfunctie De vorstbeschermingsfunctie is alleen met aangesloten buitentemperatuursensor mogelijk. Bij een buitentemperatuur < 5°C wordt de vorstbeschermingsfunctie actief. De brander wordt ingeschakeld en de ketelwatertemperatuur op 20 °C gehouden.
5608 827 B/fl
Instelling van de draaiknop ”tr” A =1 B =2 C =3 D =4 E = toestand bij levering F =5 G =6
54
Schema's
E
D
5608 827 B/fl
M
L
K
Service
H
G
A
F
B
C
Aansluit- en bedradingsschema
A B
Stappenmotor omschakelklep Ontsteking / ionisatie
C D
Vitotrol 100, type UTA en UTDBRF Vitotrol 100, type RT 55
Schema's
Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) E F G H
%
Boilertemperatuursensor (condenserend verwarmingstoestel op gas) Rookgastemperatuursensor aG Circulatiepomp 230 V~ sÖ Gasmagneetklep dG Temperatuurbegrenzer fJ a-Ö Ventilatormotor 230 V~ a-ÖA Ventilatoraansturing aVL Debietsensor
5608 827 B/fl
K L M X ... § $
Vitotrol 100, type UTDB Netingang 230 V/50 Hz Afstandsbediening (Open Therm-toestel) Buitentemperatuursensor (toebehoren) Schakelklok (toebehoren) Gasdrukbewaker (toebehoren) Printplaat in de regeling Elektrische interface Keteltemperatuursensor Uitlaattemperatuur (condenserend combinatietoestel op gas)
56
Wisselstuklijsten
Bestelling van wisselstukken Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar.
5608 827 B/fl
Service
De volgende gegevens zijn benodigd: ■ Serienr. (zie kenplaatje A) ■ Module (uit deze wisselstuklijst) ■ Positienummer van het wisselstuk in de module (uit deze wisselstuklijst)
57
Wisselstuklijsten
Overzicht van de modules A
B
C
D
E
F
D Brandermodule E Module Warmtecel F Module Overige 5608 827 B/fl
A Kenplaatje B Module Plaatstukken C Module Hydraulisch systeem
58
Wisselstuklijsten
Module Plaatstukken 0001 0002 0003 0004
Frontplaat Afdichtprofiel Typeaanduiding Bovenste deel trekontlasting
0005 Luchtkastbodem 0006 Doorvoertules (set) 0007 Wandhouder
0007
0002
Service
0003 0002 0001
0005
5608 827 B/fl
0003
0006 0004
59
Wisselstuklijsten
Module Warmtecel 0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008
Afdichting DN 60 Ketelaansluitstuk Afsluitstop ketelaansluitstuk Rookgasafdichting Rookgastemperatuursensor Warmtewisselaar Condenswaterslang Sifon
0009 0010 0011 0012 0013 0014 0015 0016
T-verbindingsstuk Gasbuis Afdichting 17 x 24 x 2 (set) Brander Isolatieblok Houder warmtewisselaar (set) Afdichtingsset O-ring 20,6 x 2,6 Condenswaterslang 400 mm lang 0001
0005
0002 0001 0003
0003 0004
0014
0015 0006 0004 0013 0014 0015
0013
0007 0012
0008
0011
0016 5608 827 B/fl
0010 0011
0009
60
Wisselstuklijsten
Brandermodule Branderafdichting Isolatiering Cilindervlamrooster Vlamroosterafdichting Branderdeur Afdichting ionisatie-elektrode Ontstekings- en ionisatie-elektrode
0008 0009 0010 0012 0013 0014 0015 0016
Afdichting branderdeurflens Radiaalventilator Gasklep Venturiverlenging Afdichting A 17 x 24 x 2 (set) Ombouwset G31 Afdichtingsset G27 Ombouwset G2.350/G27
5608 827 B/fl
Service
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007
61
Wisselstuklijsten
Brandermodule (vervolg) 0003 0004
0007
0006 0005
0002
0001
0004
0006
0013 0008
0009 0010
0014 0013 0015
0012
0016 5608 827 B/fl
0015
62
Wisselstuklijsten
Module Hydraulisch systeem 0001 0002 0003 0004 0005 0006
0012 Temperatuursensor 0013 Ronde afdichtingsring 8 x 2 0014 Vormslang verwarmingswateraanvoer 0015 Clip Ø 18 (5 stuks) 0016 O-ring 17 x 4 (5 stuks) 0017 Manometer 0018 Clip Ø 8 (5 stuks) 0019 Adapter slangaansluiting 0020 Thermoschakelaar 0021 Aansluitbochtstuk verwarmingswateraanvoer 0022 Hydraulisch systeem
5608 827 B/fl
Service
0007 0008 0009 0010 0011
Membraanexpansievat Buffer membraanexpansievat Afdichting A 10 x 15 x 1,5 (set) Aansluitleiding membraanexpansievat Aansluitbochtstuk verwarmingswaterretour Vormslang verwarmingswaterretour Veerbandklem DN 25 Clip Ø 10 (5 stuks) Clip Ø 8 (5 stuks) Afdichtingsset O-ring 20,6 x 2,6 Ontluchtingskraan G ⅜
63
Wisselstuklijsten
Module Hydraulisch systeem (vervolg)
0002
0001 0003
0003 0012
0010
0018
0021 0007 0010 0018
0010 0020 0004 0007 0011
0014 0007
0005 0007 0010 0007 0006 0007
0003 0009
0009 0013
0007 0007 0015 0016
0008
0017
64
0007 0015
0016
0015
0019
0007 0015 0016
0016 0008
0022 5608 827 B/fl
0019
Wisselstuklijsten
Module Circulatie hydraulisch systeem 0001 0002 0005 0008 0009 0012 0014 0015
Ontluchter O-ring 34 x 3 Veiligheidsklep Pompmotor Bypasscartouche Clip Ø 16 (5 stuks) Adapter stappenmotor Lineaire stappenmotor
0015 0014
0020 0021 0022 0023 0026 0030 0031
Hydraulisch systeem O-ring 19,8 x 3,6 (5 stuks) O-ring 16 x 3 (5 stuks) Terugslagklep Clip Ø 18 (5 stuks) O-ring 23,7 x 3,6 (5 stuks) O-ring 17 x 4 (5 stuks)
0020 0001 0009 0015 0021 0026 0031
0014
0001
0012
0005
0002
0002
0030
0022 0023 0012 0022
0012 0022 0023
0021 0031 0031
0012
0021
Service
0009
0026
5608 827 B/fl
0008
65
Wisselstuklijsten
Module Gecombineerd hydraulisch systeem 0001 0002 0003 0004
0016 0017 0018 0020 0021 0022 0023 0024 0025 0026 0027 0028 0030 0031
Kapafdichting ovaal (5 stuks) Waterhoeveelheidsregelaar Temperatuursensor Hydraulisch systeem O-ring 19,8 x 3,6 (5 stuks) O-ring 16 x 3 (5 stuks) Terugslagklep Bijvulkraan Clip Ø 13,5 (5 stuks) Clip Ø 18 (5 stuks) O-ring 9,6 x 2,4 (5 stuks) Bedieningsknop bijvulkraan O-ring 23,7 x 3,6 (5 stuks) O-ring 17 x 4 (5 stuks)
5608 827 B/fl
0005 0006 0008 0009 0010 0011 0012 0013 0014 0015
Ontluchter O-ring 34 x 3 (5 stuks) Plaatwarmtewisselaar Afdichtingsset plaatwarmtewisselaar Veiligheidsklep Clip Ø 8 (5 stuks) Pompmotor Bypasscartouche Debietsensor Clip Ø 10 (5 stuks) Clip Ø 16 (5 stuks) Disconnecteur Adapter stappenmotor Lineaire stappenmotor
66
Wisselstuklijsten
Module Gecombineerd hydraulisch systeem (vervolg) 0020 0001, 0004, 0006, 0009, 0010, 0011, 0017, 0018, 0021, 0024, 0026, 0030
0015
0004
0003
0004
0006
0014
0014 0018
0017 0016 0016 0030
0009 0023 0012 0012 0022 0022 0022 0023 0011 0027
0001 0002 0002
0027
0012 0011
0010 0011 0027
0024 0025
0028
0025 0021
0012
0005
0021 0031 0031
0013
Service
0021 0011 0027
0026
5608 827 B/fl
0008
67
Wisselstuklijsten
Brandermodule 0001 0002 0003 0004 0005 0006
Afdekking aansluitruimte Clipscharnier Afdichtprofiel Regeling Kabelboom X20 Ontstekingskabel met hoekstekker 5 kΩ
0007 0008 0009 0010
Aansluitkabel gasklep Aansluitkabel ventilator Kabelboom stappenmotor Zekering T2,5 A 250 V
0001
0002 0010 0003 0002
0005
68
0006
0007
0002 0003 0010
0008
0009
5608 827 B/fl
0004
Wisselstuklijsten
Module Overige 0001 Spuitbuslak wit 0002 Lakstift wit 0003 Speciaal smeervet
0004 Gebruiksaanwijzing 0005 Montage- en serviceaanwijzing
0001
0002
0003
0004
5608 827 B/fl
Service
0005
69
Technische gegevens
Technische gegevens Nom. spanning: Nom. frequentie: Nom. stroom: Veiligheidsklasse: Beschermingsgraad:
230 V~ 50 Hz 2,0 A~ I IP X4 volgens EN 60529
Instelling temperatuurbegrenzer: 100 °C (vast) Zekering (net): max. 16 A
Toegestane omgevingstemperatuur ■ bij werking: 0 tot +40 °C ■ bij opslag en transport: -20 tot +65 °C
*1
6,5 – 19 5,9 – 17,3
6,5 – 26 5,9 – 23,7
8,8 – 35 8,0 – 31,9
—
5,9 – 29,3
8,0 – 35,0
6,1 – 17,8
6,1 – 24,3
8,2 – 32,7
1,9 1,4
2,6 1,9
3,5 2,6
82
97
141
—
104
141
— —
10 14,0
10 15,2
— 12,0 _-0085BT0029
14,0
De aansluitwaarden dienen uitsluitend ter informatie (bijv. voor de gasaanvraag) of voor een benaderende en volumetrische aanvullende controle van de instelling. Vanwege de fabrieksinstelling mogen de ingestelde gasdrukwaarden niet afwijkend van deze waarden worden veranderd. Ref.: 15 °C, 1013 mbar.
70
5608 827 B/fl
Verwarmingsketel op gas, categorie I2E-I3P Nom. vermogensbereik bij stookwerking TV/TR 50/30 °C kW TV/TR 80/60 °C kW Nom. vermogensbereik kW bij tapwateropwarming Nom. warmtebelastingsbereik kW Aansluitwaarden *1 bij max. belasting met: - aardgas H-G20 m3/h - vloeibaar gas P kg/h Elektr. opgen. vermogen (max.) - condenserend verwarmingstoestel W op gas - condenserend combinatietoestel op W gas Condenserend combinatietoestel op gas (tapwateropwarming) Toegest. werkdruk bar Nom. watervolume l/min bij ΔT 30 K (volgens EN 13203) Ingesteld debiet (max.) l/min Productidentificatienummer
Verklaringen
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring voor Vitodens 100-W Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitodens 100-W met de volgende normen overeenstemt: EN 297 EN 483 EN 625 EN 677 EN 806 EN 12.897 EN 55 014-1
EN 55 014-2 EN 60.335-1 EN 60 332-2-102 EN 61 000-3-2 EN 61 000-3-3 EN 62 223
Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _-0085 gekenmerkt: 92/42/EEG 2004/108/EG
2006/95/EG 2009/142/EG
Dit product voldoet aan de vereisten van de rendementsrichtlijn (92/42/EEG) voor condenserende ketels.
Allendorf, 1 januari 2012
Viessmann Werke GmbH&Co KG
5608 827 B/fl
Verklaring van overeenstemming volgens het K.B. van 8 januari 2004 en 17 juli 2009– BE voor de Vitodens 100-W, 200-W, 222-W, 222-F, 242-F, 300-F, 333-F en 343-F Wij, Viessmann Werke GmbH&Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid, dat de hieronder genoemde serie producten, in België op de markt gebracht door Viessmann Belgium bvba, Hermesstraat 14, B-1930 Zaventem, in overeenstemming is met het type, beschreven in de CE-verklaring van overeenstemming en geproduceerd en verdeeld is volgens de vereisten van het K.B. van 8 januari 2004 en 17. juli 2009.
71
Service
vert. Manfred Sommer
Verklaringen
Conformiteitsverklaring (vervolg) Type product:
Condenserende gasketel als wandtoestel/vloertoestel
Model:
Vitodens 100-W, 200-W, 222-W, 222-F, 242-F, 300-W, 333-F en 343-F
Keuringsorganisme:
– Rodestraat 125 – B 1630 Linkebeek
Keuringsprocedure :
volgens EN 483
Waarde bij aardgas:
NOx: CO:
< 150 mg/kWh < 110 mg/kWh
Waarde bij vloeibaargas
NOx: CO:
< 195 mg/kWh < 121 mg/kWh
Allendorf, 30 januari 2012
Viessmann Werke GmbH&Co KG
5608 827 B/fl
ppa. Manfred Sommer
72
Index
Index A Aansluitingen.....................................11 Aansluitingen aan waterzijde.............11 Aansluitschema..................................55 B Boilertemperatuursensor ...................45 Branderafdichting...............................29 Brander demonteren..........................28 Brander inbouwen..............................32 Branderkamer reinigen......................30 Buitentemperatuursensor ..................42 C Condensaat........................................13 Condenswaterafvoer....................13, 31 Conformiteitsverklaring......................71 D Debietbegrenzer................................50 E Eerste inbedrijfstelling........................20 Elektrische aansluitingen...................15 G Gasaansluiting...................................12 Gastype laten omstellen ■ vloeibaar gas..................................22 I Installatiedruk.....................................21 Installatie vullen...........................20, 21 Ionisatie-elektrode..............................30 K Keteltemperatuursensor ....................44
5608 827 B/fl
L Luchttoevoerleiding............................14
N Netaansluiting....................................17 O Ontluchten..........................................22 Ontsteking..........................................30 Ontstekingselektrode.........................30 P Plaatwarmtewisselaar........................52 R Regeling openen................................14 Reset..................................................41 Rookgasleiding..................................14 S Sifon.............................................13, 31 Stooklijn.............................................54 Storingscode......................................37 Storingsindicatie.................................37 Storing verhelpen...............................42 T Technische gegevens .......................70 Temperatuurbegrenzer......................46 U Uitlaattemperatuursensor.............48, 49 V Veiligheidscircuit ...............................46 Veiligheidsklep...................................13 Vermogen reduceren.........................24 Vermogensaanpassing ■ rookgasleidinglengte.......................22 Verwarmingsoppervlakken reinigen...30 Vlamrooster........................................29 Vorstbescherming..............................54 Vorstgrens..........................................54 Vulfunctie...........................................20
M Maximaal vermogen...........................24 73
Index
Index (vervolg) Z Zekering.............................................53
5608 827 B/fl
W Wandmontage......................................8 Weersafhankelijke werking................54 Werking..............................................36
74
75
5608 827 B/fl
7499419 7499430 7499434 7499440 7499446
7499420 7499431 7499435 7499441 7499447
7499421 7499432 7499436 7499442
Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : 02 712 06 66 Fax : 02 725 12 39 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com 76
Technische wijzigingen voorbehouden.
Serienr.: 7499418 7499422 7499433 7499438 7499443
5608 827 B/fl
Geldigheidsaanwijzing