Montage- en servicehandleiding
VIESMANN
voor de vakman
Vitocal 242-S type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit voor CV- en koelwerking Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOCAL 242-S
5782 414 NL
2/2013
Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade.
Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!
Werkzaamheden aan de installatie ■ Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren.
Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Opmerking Naast het regelingsstroomcircuit kunnen meerdere laststroomcircuits aanwezig zijn.
Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie.
Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan ernstig letsel veroorzaken. Enkele onderdelen op printplaten zijn ook na het uitschakelen van de netspanning nog spanningvoerend. Voor het verwijderen van apparaatafdekkingen minimaal 4 min. wachten, tot de spanning is afgebouwd.
Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. ■ Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen alleen door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. ■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. ■ De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden ■ de nationale installatievoorschriften, ■ de ARBO voorschriften, ■ de wettelijke milieuvoorschriften, ■ EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. 2
■ Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
!
Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden. 5782 414 NL
Toelichting bij veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies (vervolg) Reparatiewerkzaamheden
!
Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen.
Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan evenals de wijziging en ombouw zonder toestemming kan de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken.
5782 414 NL
!
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Gebruik conform het doel van de installatie......................................................... Eisen aan de door de installateur verzorgde aansluitingen.................................
6 7
Montageverloop Buiteneenheid monteren...................................................................................... Binneneenheid monteren..................................................................................... Koelmiddelleidingen aansluiten............................................................................ Secundair circuit aansluiten................................................................................. Tapwaterzijde aansluiten...................................................................................... Zonnecircuit aansluiten........................................................................................ Koelcircuit aansluiten, indien vereist.................................................................... Elektrisch aansluiten............................................................................................ Netaansluiting....................................................................................................... Warmtepomp sluiten............................................................................................
10 15 25 34 37 38 38 38 54 63
Servicehandleiding Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 64 Aanvullende info over de stappen........................................................................ 66 Storingen oplossen Reparatie.............................................................................................................. 89 Onderdelenlijsten binneneenheid Onderdelenlijsten binneneenheid......................................................................... 102 Overzicht van de modules binneneenheid........................................................... 103 Onderdelen zonder afbeelding binneneenheid.................................................... 104 Behuizing binneneenheid..................................................................................... 104 Elektrische uitrusting binneneenheid.................................................................... 106 Hydrauliek binneneenheid.................................................................................... 108 Boiler binneneenheid............................................................................................ 110
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A07 Afzonderlijke onderdelen...................................................................................... 114 Buiteneenheid...................................................................................................... 114
4
5782 414 NL
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A04 Afzonderlijke onderdelen...................................................................................... 112 Buiteneenheid...................................................................................................... 112
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave (vervolg) Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13 Afzonderlijke onderdelen...................................................................................... 116 Overzicht van de modules.................................................................................... 117 Behuizing buiteneenheid...................................................................................... 118 Elektrische uitrusting buiteneenheid..................................................................... 120 Hydraulica buiteneenheid..................................................................................... 122 Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13 Afzonderlijke onderdelen...................................................................................... 124 Overzicht van de modules.................................................................................... 125 Behuizing buiteneenheid...................................................................................... 126 Elektrische uitrusting buiteneenheid..................................................................... 128 Hydraulica buiteneenheid..................................................................................... 130 Protocollen Protocol van de hydraulische parameters............................................................ 132 Protocol van de regelingsparameters................................................................... 132 Technische gegevens........................................................................................ 141 Bijlage Opdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp.................................... 153 Conformiteitsverklaring..................................................................................... 154
5782 414 NL
Index.................................................................................................................... 155
5
Montagehandleiding
Gebruik conform het doel van de installatie Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen. Afhankelijk van de uitvoering kan het toestel uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt: ■ Kamerverwarming ■ Kamerkoeling ■ Tapwateropwarming Met bijkomende componenten en accessoires kan de functieomvang uitgebreid worden.
De fabrikant kan ander gebruik eventueel vrijgeven. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is sprake wanneer de functie volgens de regelgeving van componenten in het verwarmingssysteem wordt gewijzigd. Opmerking Het toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik, d.w.z. dat ook niet geïnstrueerde personen het apparaat veilig kunnen bedienen.
5782 414 NL
Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifiek toegelaten componenten werd uitgevoerd.
Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de verwarming/ koeling van gebouwen of van tapwater geldt als niet volgens de voorschriften.
6
Montagehandleiding
Eisen aan de door de installateur verzorgde aansluitingen Binneneenheid
Montage 506
454
666 600
564
2047
2051
2075
111 61
680
147
69
134
159
29
475 405
62
300
5782 414 NL
387
7
Montagehandleiding
Eisen aan de door de installateur verzorgde… (vervolg) A Opening voor laagspanningskabels < 42 V B Warm water C Circulatie D Opening voor 230 V-kabels E Koud water
F G H K L M
Vloeistofleiding Stookgasleiding CV-wateraanvoer CV-waterretour Retour zonnewarmtecircuit Aanvoer zonnewarmtecircuit
Aansluitformaten voor hydraulische aansluitingen Pos Sym- Betekenis Aansluiting bool – Warm water Rp ¾ B – Circulatie G1 C – Koud water Rp ¾ E Koelmiddelleidingen F van/naar buiteneenheid: ■ Vloeistofleiding 7 Aansluitleiding: 10 mm (meegeleverde buisbochten) Schroefdraad UNF: ⅝ Bij type AWT-AC 241.A04 is achter de buisbocht een reducering van 10 naar 6 mm vereist (verloopstuk ⅝ naar ⁷⁄₁₆ meegeleverd). ■ Stookgasleiding 7 Aansluitleiding: 16 mm G (meegeleverde buisbochten) Schroefdraad UNF: ⅞ Bij type AWT-AC 241.A04 is achter de buisbocht een reducering van 16 naar 10 mm vereist (verloopstuk ⅞ naar ¾ meegeleverd). CV-wateraanvoer Cu 28 x 1 mm H K
CV-waterretour –
M
–
Retour zonnewarmtecircuit Aanvoer zonnewarmtecircuit
Buissok DN 20 voor multi-stekkersysteem
5782 414 NL
L
Cu 28 x 1 mm
8
Montagehandleiding
Eisen aan de door de installateur verzorgde… (vervolg) 2. Elektrische aansluitingen voorbereiden.
Leidinglengten in de binnen-/buiteneenheid plus wandafstand Kabels Binneneenheid Buiteneenheid Netaansluitkabels: ■ Warmtepompregeling (230 V~) 2,0 m – ■ Compressor (230 V~/400 V~) – 1,5 m Andere aansluitkabels: ■ 230 V~, bijv. voor circulatiepompen 2,0 m – ■ < 42 V, bijv. voor sensoren 2,0 m – Verbindingskabel binnen-/buiteneenheid: ■ 12 V-bus 2,5 m 1,5 m ■ 43 V-bus 2,5 m 1,5 m
Aanbevolen netaansluitkabels Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 Warmtepompregeling (binneneenheid) 230 V~ Kabeldoorsnede ■ Zonder blokkering energiebedrijf 3 x 1,5 mm2 ■ Met blokkering door energiebedrijf 5 x 1,5 mm2 doorstroomtoestel Kabeldoorsnede ■ 400 V~ 5 x 2,5 mm2 ■ 230 V~ 7 x 2,5 mm2 Maximale kabellengte 25 m Type AWT-AC Buiteneenheid 230 V~ (compressor) Kabeldoorsnede Maximale kabellengte
5782 414 NL
Kabeldoorsnede Maximale kabellengte
241.A04
241.A07
241.A10
241.A13
3 x 2,5 mm2 3 x 2,5 mm2 3 x 2,5 mm2 3 x 4,0 mm2 29 m 25 m 20 m 20 m of of – – 3 x 4,0 mm2 3 x 6,0 mm2 – – 32 m 30 m
Type AWT-AC Buiteneenheid 400 V~ (compressor) Kabeldoorsnede Maximale kabellengte
241.B10 5 x 2,5 mm2 30 m
241.B13 5 x 2,5 mm2 30 m 9
Montage
1. Aansluitingen aan CV-water- en tapwaterzijde voorbereiden. CV-installatie spoelen.
Montageverloop
Buiteneenheid monteren
!
Opgelet Schade aan het toestel tijdens het transport vermijden. Bovenkant apparaat niet belasten.
!
Opgelet Sterke inclinatie van de compressor in de buiteneenheid leidt tot schade aan het toestel doordat smeermiddel in het koelcircuit kan terechtkomen. Max. kantelhoek van 45° respecteren.
Eisen aan de montage
■ Kies een locatie met goede luchtcirculatie, zodat de afgekoelde lucht kan wegstromen en de warme lucht de ruimte kan vullen. ■ Direct zonlicht vermijden.
■ Bij opstelling in een winderig gebied moet worden verhinderd dat de wind invloed heeft op het ventilatorenbereik. Dit kan leiden tot een luchtkortsluiting tussen uitgeblazen en aangezogen lucht. Sterke wind kan de ventilatie van de verdamper verstoren.
!
!
Opgelet Een luchtkortsluiting in de stookwerking leidt tot het opnieuw aanzuigen van de afgekoelde, uitgeblazen lucht. Dit kan leiden tot een lager rendement van de warmtepomp en ontdooiproblemen. Luchtkortsluiting vermijden. Opgelet Een luchtkortsluiting in de koelwerking leidt tot het opnieuw aanzuigen van de verwarmde, uitgeblazen lucht. Dat kan leiden tot hogedrukstoringen. Luchtkortsluiting vermijden.
■ Houd rekening met de lengtes van de koelmiddelleidingen (zie ”Koelmiddelleidingen aansluiten”).
10
5782 414 NL
Montageplaats
Montageverloop
Buiteneenheid monteren (vervolg)
Ontwerphandleiding ”Principes voor warmtepompen” ■ Niet in hoeken, nissen of tussen muren installeren. ■ Niet naast of onder ramen van slaapkamers installeren. ■ Niet dichter dan 3 m bij gangpaden, regenpijpen of afgewerkte vlakken installeren. Door de afgekoelde lucht in het uitblaasbereik bestaat bij buitentemperaturen onder 10 °C gevaar voor ijzelvorming. ■ De montageplaats moet makkelijk toegankelijk zijn, bijvoorbeeld voor onderhoudswerkzaamheden (zie ”Minimale afstanden”). Montagetypen ■ Vloermontage met leidingdoorvoering boven grondniveau ■ Vloermontage met leidingdoorvoering onder grondniveau ■ Wandmontage
■ Vloermontage: Consoles voor vloermontage (accessoires) gebruiken. Als de consoles niet gebruikt kunnen worden, de buiteneenheid vrijstaand op stevige, ter plaatse ter beschikking te stellen ondergrond met een hoogte van minimaal 100 mm monteren. Bij zware klimaatomstandigheden (vorst, sneeuw, vocht) adviseren we het apparaat op een circa 300 mm hoge sokkel te plaatsen. Houd rekening met het gewicht van de buiteneenheid (zie volgende tabel). ■ Wandmontage: Consoleset voor wandmontage (accessoire) gebruiken. De wand moet aan de statische vereisten voldoen. ■ Niet met de uitblaaszijde tegen de hoofdwindrichting installeren. ■ Windlasten in acht nemen bij montage op winderige plaatsen. ■ Wanddoorvoeren en beschermbuizen voor de koelmiddelleidingen en elektrische kabels zonder profielstukken en richtingsveranderingen uitvoeren. ■ Buiteneenheid opnemen in de bliksembeveiliging. ■ Houd bij het ontwerp van een weerbescherming of behuizing rekening met de warmteafgifte van het apparaat. ■ Voor een vrije afvoer van het condenswater zorgen en een grindbed voor het doorsijpelen onder de buiteneenheid maken.
5782 414 NL
Ontwerphandleiding
Montage-instructies
11
Montage
■ Kies de montageplaats zo dat de verdamper niet verstopt kan raken door bladeren, sneeuw enzovoort. ■ Houd bij het kiezen van de montageplaats rekening met de wetmatigheden van voortplanting en reflectie van geluidsgolven.
Montageverloop
Buiteneenheid monteren (vervolg) Gewichten van de buiteneenheden Type AWT-AC Gewicht in kg 241.A04 43 241.A07 66 241.A10 110 241.A13 110 241.B10 113 241.B13 113
5782 414 NL
■ In regio's met lange koudeperioden (zoals in Duitsland) voor een extra elektrische verwarming (accessoires) voor de condenswaterkuip zorgen. ■ Om contactgeluid en trillingen te ontkoppelen, moet u tussen het gebouw en de buiteneenheid de volgende maatregelen nemen: – Bij de leidingdoorvoering boven grondniveau moet voor het opvangen van trillingen in koelmiddelleidingen voor leidingbochten worden gezorgd (zie ”Koelmiddelleidingen aansluiten”). – Elektrische verbindingskabels binnen-/buiteneenheid trekvrij leggen. – Montage alleen aan wanden met een groot oppervlaktegewicht (> 250 kg/m2), niet aan licht geconstrueerde wanden, dakconstructie enzovoort. – Bij vloermontage uitsluitend de meegeleverde rubberen buffers, bij wandmontage uitsluitend de trillingsdempers van de consoleset gebruiken, geen extra trillingsdempers, veren, rubberen buffers enzovoort gebruiken.
12
Montageverloop
Buiteneenheid monteren (vervolg)
b
Minimumafstanden
A
c
d
Montage
a
B
Voorbeeld type AWT-AC 241.A04 A Luchtinlaat
B Luchtuitlaat
Type AWT-AC
Afstand in mm a b c Leidingdoorvoering boven onder grondnigrondniveau veau ≥ 100 ≥ 100 ≥ 400 ≥ 100 ≥ 100 ≥ 400 ≥ 100 ≥ 200 ≥ 400 ≥ 100 ≥ 200 ≥ 400 ≥ 100 ≥ 200 ≥ 400 ≥ 100 ≥ 200 ≥ 400
≥ 300 ≥ 300 ≥ 300 ≥ 300 ≥ 300 ≥ 300
≥ 1000 ≥ 1000 ≥ 1000 ≥ 1000 ≥ 1000 ≥ 1000
5782 414 NL
241.A04 241.A07 241.A10 241.A13 241.B10 241.B13
d
13
Montageverloop
Buiteneenheid monteren (vervolg) Vloermontage
2. 4x E
1. 4x
A
B C
A Console voor vloermontage (accessoires) 14
5782 414 NL
D
Montageverloop
Buiteneenheid monteren (vervolg) B Grindbed voor het doorsijpelen van het condenswater C Betonfundering (zie ontwerphandleiding) D KG-buis DN 100 (alleen bij leidingdoorvoering onder grondniveau)
E Rubberbuffer (meegeleverd)
Wandmontage Montage uitsluitend met de bij het type passende console-set voor wandmontage (accessoire) uitvoeren.
Afzonderlijke montagehandleiding
Binneneenheid monteren
!
Opgelet Schade aan het toestel tijdens het transport vermijden. Bovenkant van het toestel niet belasten.
Eisen aan de installatieruimte
!
5782 414 NL
!
Opgelet De installatieruimte moet droog en vorstvrij zijn. Een omgevingstemperatuur van 0 tot 35 ºC garanderen. Opgelet Explosiegevaar door stof, gassen, dampen in de installatieruimte vermijden.
!
Opgelet Toegestane vloerbelasting respecteren. ■ Toestel horizontaal uitlijnen. Als oneffenheden in de vloer met stelpoten moeten worden gecompenseerd (maximaal 10 mm), moet de drukbelasting op de stelpoten gelijkmatig worden verdeeld. ■ Houd rekening met het totaalgewicht (zie tabel). 15
Montage
Opmerking Wij adviseren het condenswater vrij af te voeren (zonder condenswaterleiding).
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg) Totaalgewicht met gevulde warmwaterboiler Type AWT-AC Gewicht in kg 241.A04 424 241.A07 424 241.A10 427 241.A13 427 241.B10 427 241.B13 427
Minimaal kamervolume (conform EN 378): Type AWT-AC 241.A04 241.A07 241.A10 241.A13 241.B10 241.B13
Minimaal kamervolume in m3 2,7 4,9 6,1 6,1 6,1 6,1
Minimumafstanden Minimale kamerhoogte h Montage h in mm ■ zonder aansluitset voor2250 montage / tapwater (accessoire) ■ met aansluitset voormon2350 tage / tapwater (accessoire) Ontwerpinstructies in acht nemen. Ontwerphandleiding Vitocal
Opmerking Bij gebruik van de aansluitset secundair circuit (accessoires) wandafstand van circa 80 mm aanhouden.
Voor het naar binnen brengen kan de boilermodule worden afgenomen.
16
!
Opgelet Schade aan het toestel tijdens het transport vermijden. Bovenzijde toestel, front en zijwanden niet belasten.
5782 414 NL
Plaatsing
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg) Boilermodule afnemen
5.
Montage
4.
2.
1.
2x
5782 414 NL
3.
17
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg)
193B 193C X25
7.
F6 F23
8.
P501 P303
6.
P302
5782 414 NL
P301
18
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg) 11. 9.
N
Montage
SLP
aCH sG lJ
5782 414 NL
10.
19
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg)
16.
17.
2x
18.
14.
2x 12.
13.
15.
5782 414 NL
X20
20
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg) 6x
Montage
22.
4x
21.
2x
19.
4x
5782 414 NL
20.
21
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg)
23.
26. 25. 24.
4x
Opmerking Bij het afnemen van de boilermodule de afdichtband A niet beschadigen.
22
5782 414 NL
2x
Montageverloop
Binneneenheid monteren (vervolg) Montage en in aanmerking te nemen afdichtingvlakken
!
!
Opgelet Toestel geluiddicht en diffusiedicht afsluiten. Afdichtband van de zijplaten moet tegen de afdichtvlakken B van de behuizing liggen (zie volgende afbeelding).
5782 414 NL
1. Bij de buisdoorvoeringen op de juiste plaats van de doorvoertules A letten. Doorvoertules A eventueel met plakband afdichten.
Opgelet Dichte hydraulische verbindingen tussen warmtepompen boilermodule maken. Bij de buisdoorvoeringen op de juiste plaats van de doorvoertules C letten (zie de volgende afbeelding).
23
Montage
2. Boilermodule monteren in omgekeerde volgorde van boilermodule afnemen vanaf pagina 17.
Montageverloop
5782 414 NL
Binneneenheid monteren (vervolg)
24
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten ■ De buiteneenheid is vooraf gevuld met koelmiddel R 410A. ■ In de volgende gevallen oliehevelbochten in een verticale leiding monteren (zie de volgende afbeelding):
– tijdens de stookwerking, indien de binneneenheid boven de buiteneenheid gemonteerd is. – tijdens de koelwerking, indien de binneneenheid onder de buiteneenheid gemonteerd is.
Koelmiddelleidingen leggen 241.A04
Koelmiddelleidingen Minimale leidinglengte Maximale kabellengte Max. hoogteverschil binneneenheid – buiteneenheid
3m 20 m 10 m
241.A07
3m 30 m 15 m
241.A10 241.B10 3m 30 m 15 m
241.A13 241.B13 3m 30 m 15 m
5782 414 NL
Opmerking Bij leidinglengtes tussen 3 en 12 m is extra vullen niet nodig.
25
Montage
Type AWT-AC
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg)
C B D
E
5000 5000
A
Voorbeeld type AWT-AC 241.A07 A B C D E , ,
Binneneenheid Buiteneenheid Vloeistofleiding Stookgasleiding Oliehevelbochten Stromingsrichting tijdens stookwerking Stromingsrichting tijdens koelwerking
Opmerking Elektrische verbindingsleidingen en koelmiddelleidingen gescheiden van elkaar leggen. 26
5782 414 NL
Isolatie van contactgeluid en trillingen bij leidingdoorvoering boven grondniveau
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg)
Montage
A
B C D
A Leidingbochten om trillingen op te vangen B Buisklemmen met EPDM-voering C Leidingdoorvoering, bijv. KG-buis met warmte-isolatie
D Elektrische verbindingsleiding binnen-/buiteneenheid
Aansluiting op de buiteneenheid
5782 414 NL
1. Type AWT-AC 241.A04 en A07: Zijdelingse afdekking eraf schroeven, zie pagina 51.
27
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg) D C
2.
3. 2x D C
4.
Voorbeeld type AWT-AC 241.A04 D Stookgasleiding
5782 414 NL
C Vloeistofleiding
28
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg) 2.
!
Opgelet In de koperen leidingen mogen geen verontreinigingen (bijvoorbeeld metalen spanen) of vocht terechtkomen. Daarom de buisopeningen naar onderen houden of afsluiten.
3. Buisbochten omzetten. 4. Buizen eraan schroeven.
5782 414 NL
Montage
Moeren van de aansluitingen C en D van de koelmiddelleidingen (vloeistofleiding en stookgasleiding) afschroeven. Type AWT-AC 241.A04: Moeren op de door de installateur voorbereide koelmiddelleidingen schuiven. Type AWT-AC 241.A07 tot A13, B10, B13: Moeren tegen meegeleverde wartelmoeren (binneneenheid) vervangen (⅝ UNF voor vloeistofleiding, ⅞ UNF voor stookgasleiding). Moeren met de volgende aanhaalmomenten vastdraaien: Type AWT-AC Leiding Aansluiting Vastdraaimoop buiteneen- ment in Nm heid 241.A04 Vloeistofleiding 7 6 mm 14–18 ⁷⁄₁₆ UNF Stookgasleiding 7 12 mm ¾ UNF 50–62 241.A07 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF 33–42 Stookgasleiding 7 16 mm ⅞ UNF 63–77 241.A10 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF 33–42 Stookgasleiding 7 16 mm ⅞ UNF 63–77 241.A13 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF 33–42 Stookgasleiding 7 16 mm ⅞ UNF 63–77 241.B10 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF 33–42 Stookgasleiding 7 16 mm ⅞ UNF 63–77 241.B13 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF 33–42 Stookgasleiding 7 16 mm ⅞ UNF 63–77 29
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg) Aansluiting op de binneneenheid Opmerking We adviseren de meegeleverde buisbochten voor de aansluiting van de koelmiddelleidingen te gebruiken. Afhankelijk van de opstelvoorwaarden kunnen de koelmiddelleidingen ook direct zonder de bochten worden aangesloten. 1.
2. 2x
C Vloeistofleiding
30
D Stookgasleiding
5782 414 NL
3.
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg) Opgelet In de koperen leidingen mogen geen verontreinigingen (bijvoorbeeld metalen spanen) of vocht terechtkomen. Daarom de buisopeningen naar onderen houden of afsluiten.
Opmerking ■ Koelmiddelleidingen van de binneneenheid zijn gevuld met stikstof, overdruk 2 bar (0,2 MPa). ■ Bij gebruik omzetadapters van Euro soldeeraansluitingen onder beschermgas solderen. 1. Moeren van de koelmiddelaansluitingen C en D eraf schroeven en over de meegeleverde buisbochten schuiven. 2. Buiseinden van de meegeleverde buisbochten aan de korte zijde omzetten. Opmerking Buiseinde aan de stookgasleiding met circa 0,5 mm vergroot felsen. 3. Afsluitdoppen van de binneneenheid verwijderen en de buisbochten met de korte zijde eraan schroeven, warmte- en dampdiffusiedicht isoleren. Opmerking ■ Lange zijde van de buisbochten moet naar boven wijzen. ■ Buisbochten mogen niet schuin worden geplaatst. Controleren of omzetverbindingen stevig zijn aangebracht
5782 414 NL
4. Meegeleverde wartelmoeren (⅝ UNF voor vloeistofleiding, ⅞ UNF voor stookgasleiding) over de open zijde van de buisbochten schuiven.
31
Montage
!
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg)
5.
2x
5. Buisbochten aan de open zijde felsen en verbindingsstuk (dubbele nippel) met wartelmoer eraan schroeven.
5782 414 NL
Opmerking ■ Buiseinde aan de stookgasleiding met circa 0,5 mm vergroot felsen. ■ Verbindingsstukken mogen niet schuin worden geplaatst. Controleren of omzetverbindingen stevig zijn aangebracht
32
Montageverloop
6.
2x
6. Type AWT-AC 241.A04: ■ Meegeleverde wartelmoeren (⁷⁄₁₆ UNF voor vloeistofleiding, ¾ UNF voor stookgasleiding) over koelmiddelleidingen van de buiteneenheid schuiven. ■ Koelmiddelleidingen van de buiteneenheid omzetten. ■ Meegeleverde reduceerstukken met koperen afdichtring op de verbindingsstukken (dubbele nippel) aansluiten. ■ Koelmiddelleidingen van de buiteneenheid met wartelmoeren aan de verloopstukken schroeven.
5782 414 NL
Type AWT-AC 241.A07 tot A13, B10, B13: ■ Meegeleverde wartelmoeren (⅝ UNF voor vloeistofleiding, ⅞ UNF voor stookgasleiding) over de koelmiddelleidingenvan de buiteneenheid schuiven. ■ Koelmiddelleidingen van de buiteneenheid omzetten. ■ Koelmiddelleidingen van de buiteneenheid met wartelmoeren aan de verbindingsstukken aanschroeven. Moeren met de volgende aanhaalmomenten vastdraaien: Type AWT-AC Leiding Aansluiting aan de binneneenheid 241.A04 Vloeistofleiding 7 6 mm ⅝ UNF met reduceerstuk ⅝ x ⁷⁄₁₆ Stookgasleiding 7 12 mm ⅞ UNF met reduceerstuk ⅞ x ¾ 241.A07 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF Stookgasleiding 7 16 mm ⅞ UNF
Vastdraaimoment in Nm 14–18
50–62
33–42 63–77 33
Montage
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg)
Montageverloop
Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg) Type AWT-AC
Leiding
241.A10
Vloeistofleiding 7 10 mm Stookgasleiding 7 16 mm Vloeistofleiding 7 10 mm Stookgasleiding 7 16 mm Vloeistofleiding 7 10 mm Stookgasleiding 7 16 mm Vloeistofleiding 7 10 mm Stookgasleiding 7 16 mm
241.A13 241.B10 241.B13
Aansluiting aan de binneneenheid ⅝ UNF ⅞ UNF ⅝ UNF ⅞ UNF ⅝ UNF ⅞ UNF ⅝ UNF ⅞ UNF
Vastdraaimoment in Nm 33–42 63–77 33–42 63–77 33–42 63–77 33–42 63–77
Secundair circuit aansluiten Deur openen
5782 414 NL
1.
34
Montageverloop
Secundair circuit aansluiten (vervolg)
2.
Montage
2x
3.
2x
A Bijgevoegde rechte leidingstukken B Leidingbochten van aansluitset secundair circuit (accessoires, zie afzonderlijke montagehandleiding) Symbool
Betekenis CV-waterretour
Cu 28 x 1 mm
5782 414 NL
CV-wateraanvoer
Aansluiting Cu 28 x 1 mm
35
Montageverloop
Secundair circuit aansluiten (vervolg) E
2. Meegeleverde veiligheidsgroep monteren: Ofwel aan de door de installateur verzorgde leiding in de CV-waterretour of op de aansluitset secundair circuit (accessoires)
F
Montagehandleiding aansluitset 3. Secundair circuit vullen en ontluchten. D
C
Meegeleverde veiligheidsgroep C D E F
Manometer Aansluiting G¾ Snelontluchter Veiligheidsklep
1. Secundaire leidingen aan warmtepomp aansluiten: Opgelet Dichte hydraulische verbindingen maken. Bij de leidingdoorvoeringen in acht nemen dat de doorvoertules op de juiste plaats zitten (eventueel met afdichtband afdichten. (zie het hoofdstuk ”Montage en in acht te nemen afdichtingvlakken”).
Opmerking ■ In vloerverwarmingscircuits moet een thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor de vloerverwarming worden ingebouwd (zie hoofdstuk ”Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor de vloerverwarming aansluiten”). ■ Minimumdebiet garanderen, bijvoorbeeld met overstortklep (zie hoofdstuk ”Technische gegevens”). ■ Het secundaire circuit moet door de installateur worden voorzien van een expansievat.
5782 414 NL
!
4. Leidingen binnen het gebouw isoleren.
36
Montageverloop
Tapwaterzijde aansluiten Voor de tapwateraansluiting EN1717 opvolgen. O G A
B
F
C
H KL M H N
H
P R H MO
N
Montage
E
D
A B C D
Warm water Circulatiepomp Terugslagklep, veerbelast Aansluitgedeelte warmtepomp (bovenaanzicht) E Expansievat, voor tapwater geschikt F Zichtbare uitloop van de afblaasleiding G Veiligheidsklep
H K L M N O P R
Afsluitkraan Debietregelklep Manometeraansluiting Terugstroomblokkering/buisscheider Aftapklep Koud water Tapwaterfilter Drukreduceer
Opmerking bij het tapwaterfilter Volgens EN 1717 moet bij installaties met leidingen van metaal een tapwaterfilter worden ingebouwd. Ook bij kunststofleidingen moet volgens EN 1717 en op ons advies een tapwaterfilter worden gemonteerd zodat geen verontreinigingen in de tapwaterinstallatie kunnen binnendringen.
5782 414 NL
Veiligheidsklep De warmwaterboiler met een veiligheidsklep beveiligen tegen ontoelaatbaar hoge drukken. 37
Montageverloop
Tapwaterzijde aansluiten (vervolg) Advies: veiligheidsklep boven de boiler monteren. Hierdoor wordt de klep tegen verontreiniging, verkalking en hoge temperatuur beschermd. Bij werkzaamheden aan de veiligheidsklep hoeft de warmwaterboiler bovendien niet te worden afgetapt.
Zonnecircuit aansluiten Zonnecircuit door installateur laten aansluiten.
Koelcircuit aansluiten, indien vereist Voor koeloppervlakken (bijvoorbeeld vloerverwarmingcircuit, koelplafond) is een dauwpuntsensor (accessoire) vereist.
Eisen aan dauwpuntsensor: ■ Elektrische aansluiting: 230 V~, 0,5 A ■ Montage in de te koelen ruimte aan de koelwatertoevoer (eventueel warmteisolatie verwijderen). ■ Wanneer er meerdere ruimtes met verschillende luchtvochtigheid in het koelcircuit zijn opgenomen, moeten meerdere dauwpuntsensoren gemonteerd en in serie worden aangesloten: Schakelcontacten als verbreekcontact.
Elektrisch aansluiten
38
Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen door elektrische stroom aanleiding zijn voor ernstig letsel en materiële schade. 5782 414 NL
Gevaar Beschadigde kabelisolatie kan tot letsel en schade aan het toestel leiden. Kabels zo aanleggen dat ze niet tegen sterk warmtegeleidende, vibrerende of scherpe onderdelen liggen.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
!
Opgelet De busverbindingskabel binnen-/ buiteneenheid (12 V of 43 V) geldt veiligheidstechnisch niet als laagspanningsleiding. De busverbindingskabel moet samen met de 230 V-kabels worden gelegd.
39
Montage
Opmerking Als twee componenten aan een gemeenschappelijke klem worden aangesloten, moeten beide aders samen in 1 adereindhuls worden geperst.
5782 414 NL
■ Laagspanningsleidingen < 42 V en leidingen > 42 V/230 V~/400 V~ gescheiden van elkaar aanleggen. ■ Kabels kort voor de aansluitklemmen afstrippen en dicht bij de betreffende klemmen bundelen. ■ Kabels met kabelbinders vastzetten. Daarmee wordt gegarandeerd dat bij storing, bijv. bij het losraken van een ader, de aders niet tegen de ernaast liggende spanningvoerende delen aankomen.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Binneneenheid: Elektrische leidingen naar de aansluitruimte leggen 400/230 V > 42 V
5782 414 NL
< 42 V
40
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
Montage
E Type AWT-AC 241.A04 en A07: Busverbindingskabel 43 V: In het spanningsbereik 230 V~ leggen (aansluiting zie pagina 53) F Netaansluitkabel warmtepompregeling 230 V~
5782 414 NL
A Netaansluitkabels aanstuurmodule voor CV-water-doorstroomtoestel 230 V~/400 V~ B Aansluitkabels voor bedrijfscomponenten 230 V~ C Aansluitkabels laagspanning (sensoren, KM-BUS) < 42 V D Type AWT-AC 241.A10, A13, B10, B13: Busverbindingskabel 12 V: In het spanningsbereik 230 V~ leggen (aansluiting zie pagina 53)
41
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Binneneenheid: Overzicht van de aansluitingen:
X31
A
C
B
X25
sVA F20
F12
J3 F21 F13 J4 X18 F23 F14 F7
sYAsYS
F26
F3
X3
X2
N
F11
F16
X1
6 8
P202 P203
4
18
X24
aVGX15
12 V COM COM 43 V F101
7 9
F27 F8 F6
D
1 1 3
F4 F0
1
1
E
F1
5782 414 NL
F
42
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) E Kroonsteentjes (zie pagina 46) F1 Zekering T 6,3 A X1 Klemmen voor aardleiding van alle bijbehorende installatiecomponenten X2 Klemmen voor neutrale leider van alle bijbehorende installatiecomponenten F Aanstuurmodule en netaansluiting voor CV-water-doorstroomtoestel (zie pagina 58)
Binneneenheid: Basisprintplaat (bedrijfscomponenten 230 V~) Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen, zie vanaf pagina 78.
5782 414 NL
Opmerkingen bij de aansluitwaarden ■ Het aangegeven vermogen is het geadviseerde aansluitvermogen. ■ De som van de vermogens van alle direct op de warmtepompregeling aangesloten componenten (bijvoorbeeld pompen, kleppen, meldinrichtingen, relais) mag 1000 W niet overschrijden. Als het totale vermogen ≤ 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (bijv. pomp, klep, meldinrichting, relais) groter dan opgegeven worden gekozen. Daarbij mag het schakelvermogen van het overeenkomstige relais niet worden overschreden. ■ De aangegeven stroomwaarde geeft de max. schakelstroom van het schakelcontact aan (totale stroom van 5 A in acht nemen).
43
Montage
A Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat (de installateur hoeft niets aan te sluiten.) B Basisprintplaat (zie pagina 43) F3 Zekering T 6,3 A C Regelaar- en sensorprintplaat (zie pagina 48) D AVI-printplaat (zie pagina 51) F101 Zekering T 1,0 A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Stekker sYA Klemmen Functie 211.2 Secundaire pomp
1.
211.5 AC
Aansturing koeling Drieweg-omschakelkleppen voor bypass CV-waterbuffer in koeling
Verklaring ■ Bij installatie zonder warmwaterbuffer is verder geen CV-pomp nodig (zie klem 212.2) ■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming (indien aanwezig) in serie aansluiten. Aansluitwaarden ■ Vermogen: 130 W ■ Spanning: 230 V~ ■ max. schakelstroom: 4(2) A Secundaire pomp in de fabriek aangesloten, thermostaat door de installateur aan te sluiten. Aansluitwaarden ■ Maximaal vermogen: 10 W ■ Spanning: 230 V~ ■ Max. schakelstroom: 4(2) A 3-wegomschakelklep voor omloop bypassschakeling parallel aansluiten.
5782 414 NL
Stekker sYS Klemmen Functie Verklaring 212.2 CV-pomp verwarmingscir- ■ Als er een warmwaterbuffer aanwezig is, cuit zonder mengklep wordt deze pomp aanvullend op de seA1 (A1) cundaire pomp aangesloten. ■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming (indien aanwezig) in serie aansluiten (zie volgende hoofdstuk) Aansluitwaarden ■ Vermogen: 100 W ■ Spanning: 230 V~ ■ Max. schakelstroom: 4(2) A
44
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
212.4
Zonnecircuitpomp met veiligheidstemperatuurbegrenzer (max. 95 °C) voor warmwaterboiler
Verklaring Aansluitwaarden ■ Vermogen: 50 W ■ Spanning: 230 V~ ■ Max. schakelstroom: 4(2) A Aansluitwaarden ■ Vermogen: 130 W ■ Spanning: 230 V~ ■ Max. schakelstroom: 4(2) A Veiligheidstemperatuurbegrenzer door installateur in serie met solarcircuitpomp aansluiten (zie montagehandleiding veiligheidstemperatuurbegrenzer).
Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming aansluiten Aansluiting van een thermostaat B algemeen
Aansluiting van de thermostaat, bestelnummer 7151 728, 7151 729 B
X2.N X1.? A
X2.N X1.? A
B
B
sÖ
C M 1~
5782 414 NL
C M 1~
45
Montage
Stekker sYS Klemmen Functie 212.3 Tapwatercirculatiepomp
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) CV-circuit zonder mengklep A1/ VC1 ■ Zonder verwarmingswaterbuffer ■ Met verwarmingswaterbuffer
Aansluiting A op de regeling 211.2 212.2
Circulatiepomp C
Secundaire pomp CV-pomp A1/VC1
Aansluiting van de thermostaat (bestelnummer 7151 728, 7151 729 B) op de uitbreidingset mengklep A
sÖ
B
sÖ
C M 1~
A Stekker sÖ, op uitbreidingsset mengklep steken. B Thermostaat C CV-pomp bij verwarmingscircuit met mengklep
Binneneenheid: Uitbreidingsprintplaat (bedrijfscomponenten 230 V~) Door installateur niets laten aansluiten.
Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen, zie vanaf pagina 78. 46
5782 414 NL
Binneneenheid: Kroonsteentjes (Meld- en veiligheidsaansluitingen)
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Klemmen X3.1
Functie Fase geschakeld
Verklaring Via netschakelaar regeling. Opmerking Totale belasting 1000 W van alle aangesloten componenten in acht nemen.
X3.6 X3.7 G
Stromingsbewaker
Potentiaalvrije sluiter nodig: ■ gesloten: warmtepomp in werking ■ geopend: warmtepomp uit bedrijf ■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Montage
X3.3 X3.4
Bij aansluiting brug verwijderen. Blokkering door energie- Potentiaalvrije opener nodig: bedrijf (in de fabriek is een ■ gesloten: warmtepomp in werking brug geplaatst) ■ geopend: warmtepomp uit bedrijf ■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Bij aansluiting brug verwijderen.
5782 414 NL
Opmerking ■ Geen parametrering nodig. ■ De compressor wordt ”hard” uitgeschakeld zodra het contact opengaat. ■ Het signaal van de blokkering door het energiebedrijf zorgt ervoor dat de voedingsspanning van de betreffende bedrijfscomponent uitgeschakeld wordt. ■ Voor het verwarmingswater-doorstroomelement kunnen de uit te schakelende trappen worden gekozen (parameter ”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomelement voor blokkering 790A door energiebedrijf”). ■ Zie voor verdere informatie over de blokkering door het energiebedrijf hoofdstuk ”Elektrische aansluiting”.
47
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Klemmen X3.8 X3.9
X3.18 X2.1 X1.1
Functie Vorstbeveiligingsthermostaat en/of dauwpuntsensor of Brug
Netaansluiting warmtepompregeling 230 V~
Verklaring Potentiaalvrije opener nodig: ■ gesloten: Veiligheidscircuit vrij ■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf ■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A ■ Bij aansluiting brug verwijderen. ■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten. Zie hoofdstuk ”Netaansluiting”.
Binneneenheid: Regelaar- en sensorprintplaat (sensoren) Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen, zie vanaf pagina 78. Stekker F0.1/F0.2 F0.2/F0.3 F4 F11
Sensor Buitentemperatuursensor Draadloze tijdmodule Buffertemperatuursensor Vochtaanbouwschakelaar 24 V–
Type NTC 10 kΩ DCF NTC 10 kΩ ―
Opmerking Wanneer dauwpuntsensoren 230 V~ (aansluiting op X3.8/X3.9) bij koeling worden gebruikt, brug plaatsen, anders treedt de warmtepomp niet in werking (melding ”CA veiligheidsinrichting primair”).
F14
F16
F21 F23 48
Aanvoertemperatuursensor installatie (achter CV-waterbuffer) Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (CV-circuit zonder mengklep A1/VC1 of apart koelcircuit AKC) Kamertemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit AKC (vereist) of voor CV-/koelcircuit zonder mengklep A1/VC1 (aanbevolen) Collectortemperatuursensor Retourtemperatuursensor zonnecircuit
NTC 10 kΩ NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
NTC 20 kΩ NTC 10 kΩ
5782 414 NL
F13
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
sVA
J3
J4
X18 X24 X31
Sensor Type KM-BUS (aders verwisselbaar) Indien meerdere apparaten worden aangesloten, KM-BUS-verdeler (optioneel) gebruiken. KM-BUS-deelnemer (voorbeelden): ■ Uitbreidingsset voor een CV-circuit met mengklep M2/VC2 ■ Afstandsbediening Vitotrol 200A of Vitotrol 300B (CV-circuittoewijzing aan de afstandsbediening instellen) ■ Uitbreiding EA1, uitbreiding AM1 ■ Communicatiepoort Vitocom Modbus 2 (aders niet verwisselbaar) Aansluiting voor energiemeter enkelfasig of driefasig Brug voor afsluitweerstand Modbus 2 Afsluitweerstand actief (aflevertoestand) Afsluitweerstand niet actief Brug voor instelling Master/Slave Modbus 2 Warmtepompregeling is slave Warmtepompregeling is master (aflevertoestand) Modbus 1 Aansluiting voor Vitovent 300-F Aansluiting communicatiemodule LON (zie montagehandleiding communicatiemodule LON) Stekkerpositie voor codeerstekker
Montage
Stekker aVG
5782 414 NL
Zwembadverwarming Opmerking ■ Aansturing van de zwembadverwarming gebeurt via de uitbreiding EA1 met KM-BUS. ■ Aansluitingen op uitbreiding EA1 alleen volgens de volgende afbeelding maken. ■ Een filtercirculatiepomp kan niet via de warmtepompregeling worden aangestuurd.
49
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) L1
L1 N
B C
D
A f-]
N
E M
+-
0-10V [{{]
F G 1~
K
A Uitbreiding EA1 B Netaansluiting 1/N/PE 230 V/50 Hz C Aftakdoos (door installateur te verzorgen) D Zekeringen en vermogensrelais voor de circulatiepomp van de zwembadverwarming (accessoires) E Brug F 3-weg-omschakelklep ”zwembad” (stroomloos: verwarming warmwaterbuffer)
50
G Circulatiepomp voor de zwembadverwarming (accessoire) H Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling (potentiaalvrij contact: 230 V~, 0,1 A, accessoires) K Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaat
5782 414 NL
56 34 12
H
12
DE [{D DE [{A
DE [{S
A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Binneneenheid: AVI-printplaat Interface binneneenheid – Buiteneenheid
P203
Component Zekering T 1,0 A L Busverbinding (12 V naar buiteneenheid bij type AWT-AC 241.A10, A13, B10, B13) Busverbinding (43 V naar buiteneenheid bij type AWT-AC 241.A04, A07) Montage
Stekker F101 P202
Opmerking ■ Er mag slechts een bus-verbinding worden aangesloten. ■ De aders van de busverbinding tussen binnen- en buiteneenheid niet verwisselen. ■ Bus-verbindingskabel in het spanningsbereik 230 V~ leggen.
Buiteneenheid: Overzicht van de aansluitingen 230 V~: Aansluitruimte buiteneenheid openen Type AWT-AC 241.A04 241.A07 A
A
5782 414 NL
A
241.A10 en A13
51
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) 400 V~: Aansluitruimte buiteneenheid openen Type AWT-AC, 241.B10 en B13 A
A Aansluitruimte: ■ BUS-verbinding naar binneneenheid Opmerking De aders van de busverbinding tussen binnen- en buiteneenheid niet verwisselen.
5782 414 NL
■ Netaansluiting compressor
52
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg) Binneneenheid en buiteneenheid verbinden 230 V~ Type AWT-AC 241.A04
241.A07
241.A10 en A13
?COM Ni Li ? N0 L0
C N L ?
C2 C1 N L ? ? N L
A
B
B
A
Montage
A
B
C
C C
12V COM
12V COM
COM 43V
COM 43V 12V COM
400 V~ Type AWT-AC 241.B10 en B13 C2 C1 N L ? ? N L3 L2L1
A B
C
A Aansluitruimte buiteneenheid (zie pagina 51) B Busverbindingsleidingen tussen buiten- en binneneenheid. Geadviseerde kabel: 3 x 1,5 mm2 De aders zijn niet verwisselbaar. C AVI-printplaat in de binneneenheid (zie pagina 43) Opmerking Busverbindingskabel binnen-/buiteneenheid in het spanningsbereik 230 V~ leggen.
COM 43V
5782 414 NL
12V COM
COM 43V
53
Montageverloop
Netaansluiting Scheidingsinrichtingen voor nietgeaarde geleiders ■ De hoofdschakelaar (indien aanwezig) moet gelijktijdig alle ongeaarde geleiders met een contactopening van minimaal 3 mm van het net scheiden. ■ Bovendien raden wij aan een universele stroomgevoelige aardlekschakelaar (RCD) type B te installeren voor gelijkstroom(storingen), die kunnen ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen. ■ Aardlekschakelaars (RCD) type A mogen niet gebruikt worden, verwendet werden, ook niet voor de aardlekschakelaar (RCD) type B geschakeld zijn. ■ Als er geen hoofdschakelaar wordt geplaatst, moeten alle ongeaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met een contactopening van minstens 3 mm van het net worden gescheiden. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen tot letsel door elektrische stroom en schade aan het toestel leiden.
Gevaar Verkeerde aansluiting van de aders kan tot ernstig letsel en schade aan het toestel leiden. Aders ”L” en ”N” niet verwisselen. ■ In overleg met het energiebedrijf kunnen verschillende tarieven voor de voeding van de laststroomkringen worden overeengekomen. Technische aansluitvoorwaarden van het energiebedrijf respecteren. ■ Als compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel op laag tarief worden gebruikt (blokkering door energiebedrijf), moet ofwel nog een leiding (bijv. 3 x 1,5 mm2) voor het schakelcontact blokkering energiebedrijf van de meterkast naar de regeling worden gelegd. of de leiding voor het schakelcontact blokkering energiebedrijf en voor de netaansluiting van de warmtepompregeling (3 x 1,5 mm2) worden in een 5aderige leiding samengevat.
5782 414 NL
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de volgende voorschriften worden uitgevoerd: ■ IEC 60364-4-41 ■ NEN-voorschriften ■ Technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf
Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Toestel en leidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn.
54
Montageverloop
■ De toewijzing van de blokkering door het energiebedrijf (voor compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel) vindt plaats via het type aansluiting en instelling aan de warmtepompregeling. De blokkering van de netvoeding is in Duitsland op max. 3 maal 2 uur binnen een dag (24 h) begrensd. ■ De voeding voor de warmtepompregeling/elektronica moet zonder blokkering van het energiebedrijf plaatsvinden; uitschakelbare tarieven mogen hier niet worden gebruikt. ■ In combinatie met eigen energieverbruik (eigen gebruik van de door de fotovoltaïsche installatie geproduceerde stroom):
■ De netaansluitkabel van de warmtepompregeling met max. 16 A zekeren. ■ Wij adviseren de netaansluiting voor accessoires en externe componenten die niet op de warmtepompregeling worden aangesloten, op dezelfde zekering en in ieder geval op dezelfde fasen van de warmtepompregeling aan te brengen. De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. De opgenomen stroom van de aangesloten verbruikers moet gerespecteerd worden.
Opmerking Tijdens de blokkering door het energiebedrijf is de werking van de compressor met eigen energieverbruik niet mogelijk.
Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~) X3
X2
16 16 18 F1 T6,3AH
1
■ Zekering max. 16 A ■ Normaal tarief (geen laag tarief met blokkering door energiebedrijf mogelijk) ■ Geadviseerde netaansluitleiding: 3 x 1,5 mm2 (5 x 1,5 mm2 met blokkering door het energiebedrijf)
5782 414 NL
L1 N
Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden.
X1 N N 3 1
6 7 8 9
55
Montage
Netaansluiting (vervolg)
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting buiteneenheid (230 V~/400 V~) ■ Laag tarief en blokkering energiebedrijf mogelijk. ■ Bij gebruik laag tarief met blokkering energiebedrijf geen parameterinstellingen nodig. De compressor is tijdens de blokkeringtijd buiten werking. ■ Tijdens de blokkering energiebedrijf worden de diagnosefuncties voor de buiteneenheid niet ondersteund.
Opmerking Vrije klemmen uitsluitend voor intern gebruik.
Netaansluiting buiteneenheid 230 V~ Type AWT-AC 241.A04
241.A07
C N L ?
241.A10 en A13
?COM Ni Li ? N0 L0 C2 C1 N L ? ? N L
A
A A
N L1 ?
? N L1
? N L1
B
B
B
Type AWT-AC Aanbevolen netaansluitkabel
Zekering
56
241.A04 241.A07 241.A10 241.A13 3 x 2,5 mm2 3 x 2,5 mm2 3 x 2,5 mm2 3 x 4,0 mm2 (maximaal (maximaal (maximaal 20 m)(maximaal 20 m) 29 m) 25 m) of 3 x 4,0 mm2 3 x 6,0 mm2 (maximaal 32 m)(maximaal 30 m) B20A B20A B20A B32A
5782 414 NL
A Aansluitruimte buiteneenheid (zie pagina 51) B Netaansluiting 230 V / 50 Hz
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting buiteneenheid 400 V~ Type AWT-AC 241.B10 en B13
A Aansluitruimte buiteneenheid (zie pagina 51) B Netaansluiting 230 V / 50 Hz
C2 C1 N L ? ? N L3 L2L1
A
Montage
? N L3 L2 L1 B
Type AWT-AC Aanbevolen netaansluitkabel
5 x 2,5 mm2 (maximaal 30 m) B20A
241.B13 5 x 2,5 mm2 (maximaal 30 m) B20A
5782 414 NL
Zekering
241.B10
57
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) Netaansluitkabel verwarmingswater-doorstroomtoestel aansluiten Binneneenheid 1 / N / PE 230 V / 50 Hz A L1 L1 L1
N N N
■ Aanbevolen netaansluitkabel: 400 V~: 5 x 2,5 mm2 230 V~: 7 x 2,5 mm2 ■ Beveiliging max. 16 A ■ Laag tarief en blokkering door het energiebedrijf mogelijk
B
3 / N / PE 400 V / 50 Hz A L3 L2 L1
N
N
B
5782 414 NL
A Aansluitruimte binneneenheid (zie hoofdstuk ”Overzicht van de aansluitingen: Binneneenheid”) B Bruggen
58
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) Voeding met blokkering energiebedrijf (niet in NL) Blokkering door energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastscheiding Opmerking Technische aansluitvoorwaarden van het betreffende energiebedrijf respecteren.
Montage
Het blokkeringsignaal van het energiebedrijf wordt direct op de warmtepompregeling aangesloten. Bij actieve blokkering door energiebedrijf wordt de compressor ”hard” uitgeschakeld. Met de parameter ”Vermogen verwarmingswater-doorstroomtoestel bij blokkering door energiebedrijf 790A” wordt ingesteld of en op welke trap het verwarmingswater-doorstroomtoestel tijdens de blokkering in bedrijf blijft. X3.7 X3.6 X3.18/X2.1/X1.1
5 (400 V~) 7 (230 V~)
3
3
≈
kWh
3 kWh
3/N
3/N
4
3
4 4
5782 414 NL
Weergegeven zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. A Warmtepompenregeling (binneneenheid, kroonsteentjes zie hoofdstuk ”Overzicht van de aansluitingen: binneneenheid”) B Verwarmingswater-doorstroomtoestel
C Compressor warmtepomp (buiteneenheid) D Netaansluiting warmtepompregeling (zie hoofdstuk ”Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~)”) E Hoogtariefmeter 59
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) F Voorzekering toonfrequentieontvanger G Toonfrequentieontvanger (contact geopend: blokkering actief) Voeding: TNC-systeem
H Laagtariefmeter K Voeding: TNC-systeem
Blokkering zonder energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastscheiding Opmerking Technische aansluitvoorwaarden van het betreffende energiebedrijf respecteren.
5782 414 NL
Het blokkeringsignaal van het energiebedrijf wordt op het relais van de laagtarief-netvoeding (van installateur) in de warmtepompregeling aangesloten. Bij actieve blokkering door het energiebedrijf worden compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) ”hard” uitgeschakeld. Het verwarmingswater-doorstroomelement kan tijdens de blokkering door het energiebedrijf niet worden uitgeschakeld, parameter ”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomelement bij blokkering 790A door energiebedrijf” heeft geen invloed.
60
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) X3.7 X3.6 X3.18/X2.1/X1.1 3
≈
3
3 kWh
Montage
3 kWh
5 (400 V~) 7 (230 V~)
3/N
3/N 4
4 4
Weergave zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. E Hoogtariefmeter F Voorzekering toonfrequentieontvanger G Toonfrequentieontvanger (contact geopend: blokkering actief) met voorzekering H Laagtariefmeter K Voeding: TNC-systeem L Hoofdschakelaar
5782 414 NL
A Warmtepompenregeling (binneneenheid, kroonsteentjes zie hoofdstuk ”Overzicht van de aansluitingen: binneneenheid”) B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aanwezig) C Compressor warmtepomp (buiteneenheid) D Netaansluiting warmtepompregeling (zie hoofdstuk ”Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~)”)
61
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) Voeding in combinatie met eigen energieverbruik Zonder blokkering door energiebedrijf B ~ ~ A
A
C F
N
F
G
D /D
E
F
L1 L1 L2 L2 L3 L3
K kWh
L
kWh
L
M
M
N
A Warmtepomp B Andere (eigenenergie-)verbruiker in het huishouden C Energiemeter D Gelijkstroom-wisselstroomrichter E Scheidingsinrichting voor de fotovoltaïsche installatie F Aansluitklem
G Dubbele tariefmeter (voor bijzonder tarief voor warmtepomp) Niet toegestaan in combinatie met fotovoltaïsche installatie bij eigen energieverbruik. 5782 414 NL
N
D
F
H kWh
62
E1E2
=
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) H Tweerichtingsmeter (voor fotovoltaïsche installatie bij eigen energieverbruik): Energie-afname van energiebedrijf en energievoeding aan energiebedrijf K Meter met retourblokkering: Voor energieopwekking van de fotovoltaïsche installatie
L Scheidingsinrichting voor de huisaansluiting (verdeelkast) M Verdeelkast N Huisaansluitkast
!
Opgelet Toestel geluiddicht en diffusiedicht afsluiten. Bij de buis- en slangdoorvoeringen op de juiste plaats van de isolatie letten. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Aardleider op frontplaat en zijplaat monteren.
Montage
Warmtepomp sluiten 1. Sluit de deur van de behuizing, in omgekeerde richting ten opzichte van pagina 34. Opmerking Door de isolatiemat staat de behuizingdeur een beetje naar voren. 2. Werkstappen op pagina 17 in omgekeerde volgorde.
Zijdelingse afdekking voor buiteneenheid monteren
5782 414 NL
In omgekeerde volgorde van ”Aansluitruimte buiteneenheid openen” (zie pagina 51).
63
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud
•
•
1. Warmtepomp openen..................................................... 66 2. Protocollen maken.......................................................... 66 3. Spoelen van de koelmiddelleidingen en de binneneenheid met stikstof (binneneenheid is met stikstof gevuld, overdruk circa 2 bar/0,2 MPa)
•
4. Dichtheid- en drukcontrole met gedroogd stikstof bij 43 bara/4,3 MPa
• • • • • •
5. Koelmiddelleidingen en binneneenheid evacueren.... 67 6. Koelmiddelleidingen en binneneenheid vullen............ 70
•
•
7. Koelcircuit op dichtheid controleren............................ 71 8. Secundaire zijde vullen en ontluchten......................... 72 9. Zonnecircuit vullen en ontluchten................................ 74
•
• • •
10. Expansievat en druk van het CV-circuit controleren. . 74 11. Warmwaterboiler reinigen.............................................. 74 12. Magnesiumanode vervangen........................................ 76
•
•
•
•
•
14. Condensaatkuip van de buiteneenheid controleren op de vrije afvoer voor condenswater
•
•
•
15. Vrije loop van de ventilator in de buiteneenheid controleren...................................................................... 76
•
16. Warmtewisselaar (condensor) van de buiteneenheid reinigen............................................................................ 77
• •
•
• •
• •
64
13. Controleren of de elektrische aansluitingen goed vast zitten
17. Isolatie van de flensverbindingen controleren 18. Controleren of de elektrische aansluitingen van de buiteneenheid goed vast zitten..................................... 77
• •
19. Warmtepomp sluiten, hoofdzekering inschakelen 20. Warmtepomp inschakelen............................................. 78
5782 414 NL
• • •
Pagina
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud
• •
Pagina
21. Installatie in bedrijf stellen............................................. 78 22. Op het typeplaatje van de binneneenheid het type warmtepomp aankruisen (volgens typeplaatje buiteneenheid)
•
•
•
23. Warmtepomp op buitengewone geluiden controleren (bijvoorbeeld draaigeluiden ventilator, compressor en pomp), eventueel opnieuw ontluchten
•
•
•
24. Werking van de installatie controleren (bijvoorbeeld actoren, temperaturen, eventueel warmtehoeveelheidmeter)............................................. 88 25. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 88
5782 414 NL
Service
•
65
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen Warmtepomp openen Gevaar Het aanraken van onder spanning staande onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. ■ Aansluitruimtes niet aanraken (warmtepompenregeling en netaansluitingen binnen- en buiteneenheid, zie hoofdstuk ”Overzicht van de aansluitingen: Binneneenheid” en ”Overzicht van de aansluitingen: Buiteneenheid”). ■ Bij werkzaamheden aan de apparaten (binnen- en buiteneenheid) installatie spanningsvrij schakelen (bijv. via de aparte zekering of een hoofdschakelaar), op spanningvrijheid controleren en tegen herinschakelen beveiligen.
!
Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, moet tussen de opstelling en het in bedrijf stellen van het toestel min. 30 minuten liggen. Werkzaamheden aan het koelcircuit mogen uitsluitend door gecertificeerd personeel worden uitgevoerd (volgens verordeningen EG 842/2006 en 303/2008).
1. Frontplaat verwijderen, zie pagina 17. 2. Na beëindiging van de werkzaamheden warmtepomp sluiten, zie pagina 63. Zie ook de bedieningshandleiding voor de inbedrijfstelling van het toestel.
Gevaar Een ontbrekende aarding van onderdelen kan bij een elektrisch defect tot ernstig letsel door elektrische stroom en beschadiging van onderdelen leiden. Alle aardleidingsverbindingen steeds herstellen.
Protocollen maken
5782 414 NL
De bij de hierna beschreven eerste inbedrijfstelling vastgestelde meetwaarden in de protocollen vanaf pagina 132 en in het bedrijfshandboek (indien aanwezig) invoeren.
66
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Koelmiddelleidingen en binneneenheid evacueren
!
Opgelet De inbedrijfstelling is weersafhankelijk. Bij hoge relatieve luchtvochtigheid of buitentemperaturen onder 0 °C op het volgende letten: ■ Voor de druktest stikstof 5.0 gebruiken. ■ Tijdens het evacueren de oppervlaktetemperatuur van de koelmiddelleidingen door geschikte maatregelen boven 0 °C houden.
!
Opgelet Vóór het evacueren van de koelmiddelleidingen en de binneneenheid alle verbindingslocaties met lekzoekspray op dichtheid controleren: De kleppen aan de buiteneenheid gesloten houden en via de serviceklep stikstof in de installatie brengen. De controledruk is de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk.
5782 414 NL
Service
Gevaar Huidcontact met koelmiddel kan tot huidletsel leiden. Bij werkzaamheden aan het koelcircuit veiligheidsbril en werkhandschoenen dragen.
67
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
A B C D
68
Binneneenheid Buiteneenheid Vloeistofleiding Vulklep
E Serviceklep (Schraderklep) Bij type AWT-AC, type 241.A07 bevindt de serviceklep zich aan de aansluiting van de vloeistofleiding. F Stookgasleiding
5782 414 NL
Voorbeeld type AWT-AC 241.A07
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) G Vulslang tussen manometerbatterij en buiteneenheid H Manometerbatterij K Verbindingsslang tussen manometerbatterij en vacuümpomp
!
Opgelet Vacuümmeter niet onder druk zetten.
L Vacuümpomp M Verbindingsslang tussen manometerbatterij en vacuümpomp N Klep voor vacuümmeter O Vacuümmeter
1. Alle kleppen aan de manometerbatterij sluiten.
5. Aan de manometerbatterij de klep naar de vacuümpomp sluiten. De vacuümpomp uitschakelen en ca. 5 min wachten. Als de indicatie aan de vacuümmeter stijgt, is er een lek. Lek dichtmaken en proces herhalen.
2. Aansluitingen conform vorige afbeelding uitvoeren.
6. Alle kleppen aan de manometerbatterij sluiten.
!
Opgelet Vulklep D moet gesloten blijven. Vulslang tenslotte aan de serviceklep E aansluiten. Bij alle aansluitingen met een tweede vorksleutel tegenhouden.
7. Vacuümpomp en vacuümmeter verwijderen.
3. Vacuümpomp inschakelen. Aan de manometerbatterij de klep naar de vacuümpomp en de klep naar de rookgasaansluiting openen.
5782 414 NL
Service
4. Na ca. 5 min de klep naar de vacuümmeter openen. Laat de vacuümpomp zo lang ingeschakeld tot aan de vacuümmeter bijna ”0” wordt aangegeven (minstens 30 min). Opmerking De vereiste looptijd van de vacuümpomp is afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden.
69
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Koelmiddelleidingen en binneneenheid vullen
Gevaar Huidcontact met koelmiddel kan tot huidletsel leiden. Bij werkzaamheden aan het koelcircuit veiligheidsbril en werkhandschoenen dragen.
!
!
Opgelet Navullen van de installatie met koelmiddel of het afzuigen van het koelmiddel kan leiden tot schade aan het aapparaat. Platenwarmtewisselaar van de binneneenheid aan secundaire zijde met water doorstromen of volledig leegmaken. Opgelet Bij alle aansluitingen met tweede vorksleutel tegenhouden.
Leidinglengtes 3 tot 12 m: 1. Vulslang van de serviceklep van de buiteneenheid losschroeven. 2. Wartelmoer met koperen afdichtkap op de serviceklep van de buiteneenheid schroeven: Vastdraaimoment 15 tot 20 Nm. 70
3. Kappen aan de vulkleppen van de buiteneenheid afschroeven, beide vulkleppen openen en kappen er weer opschroeven. Opmerking Beide vulkleppen moeten bij het inschakelen van de warmtepomp zijn geopend. Leidinglengtes 12 tot 30 m: 1. Verbindingsslang tussen manometerbatterij en koelmiddelfles aansluiten. Verbindingsslang en manometerbatterij evacueren. 2. Vereiste hoeveelheid koelmiddel bijvullen (zie onderstaande tabel).
!
Opgelet Koelmiddel mag niet in het milieu terechtkomen. Koelmiddel uit de vulslangen en de manometerbatterij wegzuigen.
3. Kleppen aan de manometerbatterij sluiten. 4. Vulslang van de serviceklep van de buiteneenheid losschroeven. 5. Wartelmoer met koperen afdichtkap op de serviceklep van de buiteneenheid schroeven: Vastdraaimoment 15 tot 20 Nm. 5782 414 NL
Opmerking ■ De buiteneenheid is vooraf gevuld met koelmiddel R 410A. ■ Bij leidinglengten van 3 tot 12 m is extra vullen niet nodig. ■ Leidinglengten voor koelmiddelleidingen, zie pagina 25. ■ Het koelmiddel R 410A mag uitsluitend met vloeistof worden nagevuld.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 6. Kappen aan de vulkleppen van de buiteneenheid afschroeven, beide vulkleppen openen en kappen er weer opschroeven. Opmerking Beide vulkleppen moeten bij het inschakelen van de warmtepomp zijn geopend. 7. Hoeveelheid bijgevuld koelmiddel op het typeplaatje en in het bedrijfshandboek invullen.
Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel per meter leidinglengte (bij leidinglengten van 12 tot 30 m) Type AWT-AC R 410A in g/m 241.A04 20 241.A07 60 241.A10 60 241.A13 60 241.B10 60 241.B13 60
Aanwijzing voor installaties met een vulhoeveelheid vanaf 3,0 kg R 410A: ■ Het bedrijfshandboek moet worden bijgehouden. ■ Jaarlijkse dichtheidscontrole is vereist.
Koelcircuit op dichtheid controleren
Verbindingen op koelmiddellekken controleren: ■ Alle omzetverbindingen van de koelmiddelleidingen tussen binnen- en buiteneenheid . ■ Alle soldeerpunten en schroefaansluitingen van de koelmiddelleidingen in de binnen- en buiteneenheid.
71
Service
Gevaar Huidcontact met koelmiddel kan tot huidletsel leiden. Bij werkzaamheden aan het koelcircuit veiligheidsbril en werkhandschoenen dragen.
5782 414 NL
Gevaar R 410A is een luchtverdringend, niet-giftig gas. Ongecontroleerd ontsnappen van koelmiddel R 410A in gesloten ruimtes kan ademnood en verstikking veroorzaken. ■ Zorg in gesloten ruimtes voor voldoende ventilatie. ■ Voorschriften en richtlijnen voor handhaving van dit koelmiddel beslist in acht nemen en aanhouden.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Opmerking Werkzaamheden aan het koelcircuit mogen uitsluitend door gecertificeerd personeel worden uitgevoerd (volgens verordeningen EG 842/2006 en 303/2008).
Secundaire zijde vullen en ontluchten Ongeschikt vul- en suppletiewater kan afzettingen en corrosie veroorzaken en tot beschadiging van de installatie leiden. Wat betreft de kwaliteit en de hoeveelheid van het verwarmingswater incl. vulen suppletiewater moet VDI 2035 in acht genomen worden. ■ Verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoelen. ■ Uitsluitend met water van tapwaterkwaliteit vullen. ■ Vulwater met een waterhardheid van meer dan 16,8 °dH (3,0 mol/m3) moet onthard worden, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor verwarmingswater (zie Viessmann prijslijst Vitoset).
!
Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, elektrische componenten op de behuizingdeur tegen uittredende vloeistof beschermen.
1. Indien aanwezig, de door de installateur aangebrachte terugstroomblokkering openen. 2. Voordruk van het expansievat controleren.
5782 414 NL
Ontwerphandleiding
72
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 3. Secundair circuit vullen (spoelen) en ontluchten: ■ Snelontluchter (zie veiligheidsgroep, hoofdstuk ”Secundair circuit aansluiten”) iets openen, blijft open. ■ Voor het ontluchten de 3-wegomschakelklep ”Verwarmen / tapwater” met de handhefboom in de middenstand plaatsen en vastzetten (zie afbeelding).
!
Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, dichtheid van de aanvoer- en retouraansluitingen van het secundaire circuit op de warmtepomp controleren. Bij lekkage toestel direct uitschakelen, water aftappen en zitting van de afdichtingsringen controleren. Verschoven afdichtingsringen dienen vervangen te worden.
5782 414 NL
5. Installatiedruk controleren, eventueel water bijvullen. Minimale installatiedruk: 0,8 bar (80 kPa) Toegestane werkdruk: 3 bar (0,3 MPa)
73
Service
4.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Zonnecircuit vullen en ontluchten Gevaar Oververhitte collectoroppervlakken en oververhit warmteoverdrachtmedium kunnen tot verbrandingen en schade aan het toestel leiden. Bij werkzaamheden aan de collector en aan het solarcircuit met warmtedragend medium het collectoroppervlak tegen zonlicht beschermen.
2.
!
Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, solarcircuit uitsluitend met Tyfocor LS vullen.
3. Solarcircuit ontluchten. Minimale installatiedruk: 1,7 bar (0,17 MPa) Toegest. werkdruk: 6 bar (0,6 MPa)
1. Voordruk van het expansievat controleren.
Expansievat en druk van het CV-circuit controleren Ontwerpinstructies in acht nemen. Bedieningshandleiding warmtepomp
Warmwaterboiler reinigen Gevaar Ongecontroleerd uittredend tapwater en warmte overdrachtsmedia leidt tot brandwonden en bouwschade. Tapwater- en verwarmingswateraansluitingen alleen bij een drukloze warmwaterboiler openen.
!
Opgelet Puntige en scherpe reinigingsvoorwerpen beschadigen de warmwaterboiler. Opgelet Zoutzuurhoudende reinigingsmiddelen tasten het materiaal van de warmwaterboiler aan.
Opgelet Onderdruk in de warmwaterboiler leidt tot materiaalschade. Aftap met een zuigpomp alleen bij geopende ontluchting. 5782 414 NL
!
!
74
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
8x
1.
AB
2.
5782 414 NL
Opgelet Kortsluiting tussen de magnesiumanode en de verwarmingsspiraal heft de beschermende werking van de magnesiumanode op en leidt tot corrosieschade aan de warmwaterboiler. Vóór het aanbrengen van de elektrische kabels weerstand tussen de klemmen A en B meten. Als de weerstand duidelijk kleiner is dan oneindig, controleren of de magnesiumanode contact maakt met de verwarmingsspiraal.
Service
!
75
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Magnesiumanode vervangen Opmerking Als de zwerfstroomanode moet worden vervangen, kunt u een onderhoudsvrije zwerfstroomanode (accessoire) gebruiken. Demontage van de magnesiumanode, zie hoofdstuk ”Warmwaterboiler reinigen”.
!
Opgelet Kortsluiting tussen de magnesiumanode en de verwarmingsspiraal heft de beschermende werking van de magnesiumanode op en leidt tot corrosieschade aan de warmwaterboiler. Vóór het aanbrengen van de elektrische kabels weerstand tussen de klemmen A en B (zie vorige afbeelding) meten. Als de weerstand duidelijk kleiner is dan oneindig, controleren of de magnesiumanode contact maakt met de verwarmingsspiraal.
Vrije loop van de ventilator in de buiteneenheid controleren 1. ■ Type AWT-AC 241.A04: Eerst bovenste afdekking, dan voorplaat eraf nemen. ■ Type AWT-AC 241.A07 tot A13, B10, B13: Luchtafvoerrooster van de buiteneenheid verwijderen. 2. Ventilator handmatig draaien.
5782 414 NL
Gevaar Het starten van de ventilator bij geopende buiteneenheid kan ernstig letsel veroorzaken. Buiteneenheid spanningsvrij schakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Denk om een eventueel nadraaiende ventilator.
76
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Warmtewisselaar (condensor) van de buiteneenheid reinigen Gevaar Het aanraken van onder spanning staande onderdelen en het contact van water met onder spanning staande onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Buiteneenheid spanningsvrij schakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Denk om een eventueel nadraaiende ventilator.
2.
!
Opgelet Te sterke luchtdruk frontaal en van de zijkant kan de aluminium ribben van de warmtewisselaar deformeren. Het uitblaaspistool alleen frontaal en vanop voldoende grote afstand op de warmtewisselaar richten.
De warmtewisselaar van binnen naar buiten met perslucht uitblazen.
Reiniging met perslucht 1. Behuizing van de buiteneenheid openen.
!
Opgelet De scherpe kanten van de warmtewisselaar kunnen verwondingen veroorzaken. Contact vermijden.
3. De warmtewisselaar op vervormingen en krassen controleren, evt. met passend gereedschap (bijv. lammellenkam) herstellen. 4. Behuizing van de buiteneenheid sluiten.
Controleren of de elektrische aansluitingen van de buiteneenheid goed vast zitten
5782 414 NL
Service
Gevaar Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan ernstig letsel veroorzaken. Condensatoren voeren na het uitschakelen van de netspanning nog spanning. Vóór werkzaamheden aan de buiteneenheid minstens 4 minuten wachten, tot de condensatoren zich ontladen hebben.
77
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Warmtepomp inschakelen
!
Opgelet Wanneer de warmtepomp met te weinig koelmiddel draait, leidt dat tot schade aan het toestel. ■ Vóór het inschakelen van de warmtepomp moeten de binneneenheid en de koelmiddelleidingen met de aangegeven hoeveelheid koelmiddel gevuld zijn en moet de dichtheid van het koelcircuit zijn gecontroleerd (zie hoofdstuk ”Koelmiddelleidingen en binneneenheid vullen” en ”Koelcircuit op dichtheid controleren”). ■ De vulkleppen aan de buiteneenheid (zie hoofdstuk ”Koelmiddelleidingen en binneneenheid vullen”) moeten bij het inschakelen van de warmtepomp zijn geopend.
2. 2 minuten wachten. 3. Spanning van de binneneenheid inschakelen. 4. Binneneenheid met de netschakelaar inschakelen. Opmerking Wanneer de binneneenheid eerder wordt ingeschakeld dan de buiteneenheid of de wachttijd korter dan 2 minuten is, verschijnt de storingsmelding ”0A Storing buitenunit”. Servicehandleiding warmtepompregeling Vitotronic 200.
Onderstaande volgorde absoluut aanhouden 1. Spanning van de buiteneenheid inschakelen.
Installatie in bedrijf stellen Opmerking Type en omvang van de parameters hangen af van het type warmtepomp, van het gekozen installatieschema en van de gebruikte accessoires.
5782 414 NL
De inbedrijfstelling (configuratie, instelling en functiecontrole) kan met of zonder inbedrijfstellingsassistent worden uitgevoerd (zie volgende hoofdstuk en servicehandleiding ”warmtepompregeling Vitotronic 200”).
78
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Inbedrijfstelling met inbedrijfstellingsassistent De inbedrijfstellingsassistent doorloopt automatisch alle menu's waarin instellingen nodig zijn. Hierbij is ”codeerniveau 1” automatisch actief.
!
Opgelet Een verkeerde bediening op ”codeerniveau 1” kan tot schade aan het toestel en de verwarmingsinstallatie leiden. Aanwijzingen in de aparte servicehandleiding ”warmtepompregeling Vitotronic 200” absoluut respecteren, anders vervalt de garantie.
Netschakelaar aan de warmtepompregeling inschakelen. ■ De vraag ”Inbedrijfstelling starten?” verschijnt bij de eerste inbedrijfstelling automatisch. Opmerking De inbedrijfstellingsassistent kan ook manueel worden gestart: hiervoor deze bij het inschakelen van de warmtepompregeling (voortgangsbalk zichtbaar) ingedrukt houden. ■ Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrippen in het Duits: Sprache Deutsch
ç DE ê
Bulgarski
BG ê
Cesky
CZ ê
Dansk
DK ê (
5782 414 NL
■ Door de handmatige aansturing van een aantal toestelonderdelen bij de inbedrijfstelling geeft de warmtepompregeling meldingen weer. Dit zijn geen storingen van het toestel.
79
Service
Wählen mit
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Taal instellen OK OK
OK Tijd instellen
Datum / tijd instellen
Datum instellen
OK
NEE
Inbedrijfstelling starten? JA Codeerniveau 1
OK
Temperatuursensoren
Signaalingangen
Sensorwaarden weergeven
OK
Signaalingangen weergeven
Actorentest uitvoeren
OK
Deelnemerscontrole
OK
Werking selecteren
Deelnemerscontrole uitvoeren
OK
Functiecontrole starten
OK
Regelwerking 5782 414 NL
Inbedrijfstelling beëindigd
Parameter instellen
OK
OK
Actorentest
Functiecontrole
OK
Parametergroep selecteren
80
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Inbedrijfstelling zonder inbedrijfstellingsassistent Servicemenu activeren
3. Parametergroep kiezen: ”Installatiedefinitie” 4. Parameter kiezen: ”Installatieschema 7000” 5. Installatieschema instellen: ”6”
Het servicemenu kan vanuit elk menu worden geactiveerd. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.
Alternatief, als het servicemenu al is geactiveerd:
Servicemenu deactiveren Het servicemenu blijft actief, tot het met ”Service beëindigen?” wordt gedeactiveerd of gedurende 30 min. geen bediening plaatsvindt.
Uitgebreid menu: 1. å 2. ”Service” 3. ”Codeerniveau 1” kiezen. 4. Parametergroep kiezen: ”Installatiedefinitie” 5. Parameter kiezen: ”Installatieschema” 6. Parametercode bevestigen: ”7000” 7. Installatieschema instellen: ”6”
Parameters instellen volgens het voorbeeld ”Installatieschema” Voor de instelling van een parameter moet eerst de parametergroep en daarna de parameter worden gekozen. Alle parameters worden als tekst weergegeven. Aan elke parameter is bovendien een parametercode toegekend. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. ”Codeerniveau 1” kiezen.
Service
Vereiste parameter voor de warmtepomp ”Vermogen compressortrap 5030” De type-afhankelijke warmtecapaciteit van de warmtepomp moet bij de inbedrijfstelling worden ingesteld.
5782 414 NL
Vitocal 242-S, type AWT-AC ”Vermogen compressortrap 5030”
241.A04 4 kW
241.A07
241.A10 241.A13 241.B10 241.B13 7 kW 10 kW 13 kW
81
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Benodigde parameters voor door de installateur aangesloten componenten Gedetailleerde toelichting bij de parameters Servicehandleiding warmtepompregeling Vitotronic 200 Installatieschema Overzicht van alle mogelijke installatieschema's Component Installatieschema 0 1 2 3 Verwarmingscircuit A1/VC1 — X X — M2/VC2 — — — X Warmwaterboiler X — X — Verwarmingswaterbuffer — 0 0 X CV-water-doorstroomtoestel X X X X Zwembad — 0 0 0 Solarinstallatie (met geïntegreerde zonneregelingsfunctie) 0 — 0 — Koeling A1/VC1 — 0 0 — M2/VC2 — — — 0 SKK 0 0 0 0 Energiemeter, 1-fasig/3-fasig 0 0 0 0 Vitovent 0 0 0 0
4
5
6
11
— X
X X
X X
— —
X
—
X
—
X
X
X
—
X
X
X
—
0
0
0
—
0
—
0
—
— 0 0
0 0 0
0 0 0
— — —
0
0
0
0
0
0
0
0
5782 414 NL
X Component geselecteerd. 0 Component kan toegevoegd worden.
82
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Pompen en verdere componenten
Tapwatercirculatiepomp
Uitbreidingsset mengklep voor CV-circuit M2/ VC2
Voor CV-/koelcircuit: ”CV-circuit 1” Ó ”Afstandsbediening 2003” of ”CV-circuit 2” Ó ”Afstandsbediening 3003”
”1”
Voor afzonderlijk koelcircuit: ”Koeling” Ó ”Afstandsbediening koelcircuit 7116” ”Koeling” Ó ”Rangering kamertemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit 7106”
”1”
Opmerking Codering aan Vitotrol voor CV-circuittoewijzing instellen: H1/VC1 voor CV-circuit 1 H2/VC2 voor CV-circuit 2 (zie montagehandleiding Vitotrol)
■ ■ ■ ■
”0” F16 ”1” A1/VC1 ”2” M2/VC2 ”4” SKK
5782 414 NL
Afstandsbediening
Parameters Instelling ”Installatiedefinitie” Ó ■ Met CV-circuit A1/VC1 (voor CV-circuit zonder ”Installatieschema 7000” mengklep) of ■ Met CV-circuit M2/VC2 (voor CV-circuit met mengklep) Uitgebreid menu: Tijdprogramma instellen ”Tijdprogramma circulatie” ”Installatiedefinitie” Ó Opmerking ”Installatieschema 7000” Draaischakelaar S1 in uitbreidingsset op ”2” instellen (zie montagehandleiding uitbreidingsset).
Service
Pomp/component CV-pomp
83
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Pomp/component Vitocom 100, type GSM Externe uitbreiding
Parameters ”Installatiedefinitie” Ó ”Vitocom 100 7017” ”Installatiedefinitie” Ó ”Externe uitbreiding 7010”
Instelling ”1” ■ ”1” EA1 ■ ”2” AM1 ■ ”3”EA1 en AM1 Opmerking Parameters voor externe functies, zie volgende tabel.
Externe functies Externe functies Externe aanvraag
Extern inschakelen van de compressor, mengklep in regelmodus of OPEN
Parameter Eventueel ”Interne hydraulica” Ó ”Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag 730C” ”Installatiedefinitie” Ó ”Werking externe aanvraag op warmtepomp/CVcircuit 7014”
Instelling Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag
”0” tot ”7” (parameter ”Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag 730C” respecteren) ”0” tot ”55”
5782 414 NL
Externe omschakeling van de ”Installatiedefinitie” Ó bedrijfsstatus verscheidene ”Installatiecomponenten installatiecomponenten bij externe omschakeling 7011” ”Installatiedefinitie” Ó ”0” tot ”3” ”Bedrijfsstatus bij externe omschakeling 7012” ”Installatiedefinitie” Ó ”0” tot ”12” ”Duur van de externe omschakeling 7013”
84
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Externe functies Extern blokkeren van compressor en pompen
Parameter ”Installatiedefinitie” Ó ”Werking extern blokkeren op pompen/compressor 701A” Extern blokkeren van de com- ”Installatiedefinitie” Ó pressor, mengklep in regel”Werking extern blokkeren modus of DICHT op warmtepomp/CV-circuits 7015” ”Installatiedefinitie” Ó ”Werking extern blokkeren op pompen/compressor 701A”
Instelling ”0” tot ”31”
”0” tot ”8”
”0” tot ”31”
Zonne-energie Parameter voor Zonne-energie ”Zonne-energie” Ó ”Type zonne-energieregeling 7A00” ”Zonne-energie” Ó ”Debiet zonnecircuit voor berekening zonneopbrengst 7A07”
Instelling ”4” Berekende waarde uit het ingestelde pompvermogen van de zonnecircuitpomp en het drukverlies in het zonnecircuit aangeven in l/h.
Koelfunctie
Service
Instelling ”3” ■ ”1” (CV-circuit A1/VC1) ■ ”2” (CV-circuit M2/VC2) ■ ”4” (afzonderlijk koelcircuit AKC)
5782 414 NL
Parameters voor koelfunctie ”Koeling” Ó ”Koelfunctie 7100” ”Koeling” Ó ”Koelcircuit 7101”
85
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Verwarmingswater-doorstroomtoestel Parameter voor Verwarmingswater-doorstroomtoestel ”Extra elektrische verwarming” Ó ”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel 7900” eventueel ”extra elektrische verwarming” Ó ”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor ruimteverwarming 7902” ”Extra elektrische verwarming” Ó ”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomtoestel bij blokkering door energiebedrijf 790A” eventueel ”warm water” Ó ”Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding 6015”
Instelling ”1”
”1”
■ ”1” voor 3 kW ■ ”2” voor 6 kW ■ ”3” voor 9 kW ”1”
Zwembadverwarming Parameters voor zwembadopwarming ”Installatiedefinitie” Ó ”Externe uitbreiding 7010” ”Installatiedefinitie” Ó ”Zwembad 7008”
Instelling ”1” ”1”
Ventilatie
86
Instelling ”1”
”1” ”1” ”1” ”1” 5782 414 NL
Parameters voor ventilatietoestel ”Ventilatie” Ó ”Vrijgave Vitovent 7D00” Ev. andere vrijgaven: ”Ventilatie” Ó ■ ”Vrijgave voorverwarmregister elektrisch 7D01” ■ ”Vrijgave naverwarmregister hydraulisch 7D02” ■ ”Vrijgave vochtsensor 7D05” ■ ”Vrijgave CO2-sensor 7D06” Ev. waarden instellen (overeenkomstig uitvoering): ”Ventilatie” Ó
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Parameters voor ventilatietoestel ■ ”Gewenste afvoerluchttemperatuur 7D08” ■ ”Debiet gereduceerde ventilatie 7D0A” ■ ”Debiet nominale ventilatie 7D0B” ■ ”Debiet intensieve ventilatie 7D0C”
Instelling ”100” tot ”300” (≙ 10 tot 30 °C) ”95” tot ”7D0B” minus 10 m3/h ”7D0A” plus 10 m3/h tot ”7D0C” minus 10 m3/h ”7D0B” + 10 m3/h tot ”280” m3/h
Energiemeter Instelling ”1” Gewenste functies/installatiecomponenten voor het eigen energieverbruik vrijgeven. ”1” ”1” ”1”
Voor de geselecteerde energieverbruiker het temperatuurverschil met de ingestelde gewenste waarde invoeren. ”0” tot ”200” (≙ 0 tot 20 °C) ”0” tot ”100” (≙ 0 tot 10 °C) ”0” tot ”50” (≙ 0 tot 5 °C)
87
Service
”1”
5782 414 NL
Parameters voor energiemeter ”Fotovoltaïsch systeem” Ó ”Vrijgave eigen energieverbruik PV 7E00” Uitgebreid menu: ”Regelstrategie FV” of ”Fotovoltaïsch systeem” Ó ■ ”Vrijgave eigen energieverbr. voor gew. WW-temperatuur 2 7E10” ■ ”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwaterbereiding 7E11” ■ ”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwaterbuffer 7E12” ■ ”Vrijgave eigen energieverbr. voor verwarmen 7E13” Uitgebreid menu: ”Regelstrategie FV” of ”Fotovoltaïsch systeem” Ó ■ ”Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer PV 7E21” ■ ”Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer PV 7E22” ■ ”Verhoging gew. kamertemperatuur PV 7E23”
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Werking van de installatie controleren (bijvoorbeeld actoren, temperaturen, eventueel warmtehoeveelheidmeter)
!
Opgelet Als de warmtepomp bijvoorbeeld tijdens de opslag of bij het transport blootgesteld wordt aan temperaturen onder –15 °C, kan de veiligheidstemperatuurbegrenzer van het CV-water-doorstroomtoestel worden geactiveerd. Veiligheidstemperatuur tot meer dan 20 °C opwarmen en ontgrendelingsknop A van de veiligheidstemperatuurbegrenzer indrukken. A
Instrueren van de installatiegebruiker
5782 414 NL
De installateur van de installatie moet de bedieningshandleiding overhandigen aan de gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen. Daartoe behoren ook alle als accessoire ingebouwde componenten, bijv. afstandsbedieningen. Bovendien moet de installateur van de installatie wijzen op de vereiste onderhoudswerkzaamheden.
88
Storingen oplossen
Reparatie Overzicht elektrische aansluitingen Zie vanaf pagina 42.
Bedieningsgedeelte openklappen 2.
2x
3.
5782 414 NL
Service
1.
89
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Eventueel afdekking van bedieningsgedeelte afnemen
5.
4x
5782 414 NL
4.
90
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Overzicht interne componenten: Binneneenheid
A B
A g]
C a:C]
C
K H G F
lJ
B sG ,a:C]
Service
L
? aJ D
5782 414 NL
E
91
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) ?
E F
G H
K L
Vul-/aftapkraan secundair circuit Serviceklep binneneenheid (Schraderklep, kan in plaats van de serviceklep buiteneenheid voor drukcontrole en evacuering van het koelcircuit worden gebruikt, zie pagina 67) Temperatuursensor propaan (IRT) Temperatuursensor secundair circuit voor CV-water-doorstroomtoestel (LWT) Ontluchtingskraan secundair circuit Druksensor (ICT) voor het bepalen van de condensatietemperatuur condensor
5782 414 NL
Aanvoertemperatuursensor secundair circuit (alternatieve posities) %A Retourtemperatuursensor zonnecircuit Retourtemperatuursensor aJ secundair circuit Secundaire pomp sG 3-weg-omschakelklep ”VerwarlJ men/tapwateropwarming” a:DB PWM-signaal secundaire pomp a:DC PWM-signaal boilerlaadpomp Boilertemperatuursensor A Terugstroomblokkering B Vul-/aftapkraan warmwaterboiC ler (zie volgend hoofdstuk) Verwarmingswater-doorD stroomtoestel met veiligheidstemperatuurbegrenzer
92
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Posities vul-/ontluchtingskraan warmwaterboiler
A
B
C
A Gesloten B Open voor aftap van de interne tapwaterleiding
C Open voor het aftappen of vullen van de boiler
5782 414 NL
Service
Overzicht interne componenten: Binneneenheid Gevaar Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan ernstig letsel veroorzaken. Condensatoren voeren na het uitschakelen van de netspanning nog spanning. Vóór werkzaamheden aan de buiteneenheid minstens 4 minuten wachten, tot de condensatoren zich ontladen hebben.
93
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Buiteneenheid, type AWT-AC 241.A04
C
B
D
A E G F K H L
F Elektronische expansieklep (EEV) G Temperatuursensor compressorkop (stookgas) (CTT) H Vochtafscheider K Temperatuursensor koelmiddelinlaat condensor (OCT) L Compressor
5782 414 NL
A Ventilator B Warmtewisselaar (condensor) C Temperatuursensor luchtinlaat condensor (OAT) D Temperatuursensor condensor (OMT) E 4-weg-omschakelklep
94
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Buiteneenheid, type AWT-AC 241.A07 C
B
D A
E F G
H K
F Elektronische expansieklep (EEV) G Temperatuursensor compressorkop (stookgas) (CTT) H Vochtafscheider K Temperatuursensor koelmiddelinlaat condensor (OCT) L Compressor
5782 414 NL
A Ventilator B Warmtewisselaar (condensor) C Temperatuursensor luchtinlaat condensor (OAT) D Temperatuursensor condensor (OMT) E 4-weg-omschakelklep
95
Service
L
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Buiteneenheid, type AWT-AC 241.A10, 241.A13, 241.B10, 241.B13 C B
D A
E F H M K G
A Ventilator B Warmtewisselaar (condensor) C Temperatuursensor luchtinlaat condensor (OAT) D Temperatuursensor condensor (OMT) E 4-weg-omschakelklep F Elektronische expansieklep (EEV) 96
G Temperatuursensor compressorkop (stookgas) (CTT) H Vochtafscheider K Temperatuursensor koelmiddelinlaat condensor (OCT) L Compressor M Hogedrukschakelaar (pHi)
5782 414 NL
L
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Warmtepomp aan secundaire zijde aftappen 1. Ketelvul-/aftapkraan van installateur sluiten.
2. Warmtepomp aan de vul-/aftapkraan secundaire zijde aftappen (zie hoofdstuk ”Overzicht interne componenten: binneneenheid”).
Sensoren controleren
■ ■ ■ ■ ■
■ ■ ■ ■ ■
■ ■ ■
Montagepositie Aansluiting
Binneneenheid (zie pagina 91)
Regelaar- en sensorprintplaat (zie pagina 42)
Pt500A (PTC)
NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
Buiteneenheid (zie pagina 93)
AVI-printplaat (zie servicehandleiding Vitotronic 200, type WO1C) Koelcircuitregeling (let op de sticker in de buiteneenheid)
5782 414 NL
■
Buitentemperatuursensor (F0) Buffertemperatuursensor (F4) Boilertemperatuursensor (F6) Aanvoertemperatuursensor installatie (F13) Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (direct CV-circuit A1/VC1 of afzonderlijk koelcircuit SKK) (F14) Retourtemperatuursensor solarcircuit (F23) Kamertemperatuursensoren Aanvoertemperatuursensor secundaire circuit (F8) Retourtemperatuursensor secundair circuit (F9) Aanvoertemperatuur secundair circuit voor CV-water-doorstroomtoestel (LWT) Temperatuursensor propaan (IRT) Temperatuursensor koelmiddelinlaat verdamper (OCT) Temperatuursensor verdamper (OMT) Temperatuursensor luchtinlaat verdamper (OAT)
Meetelement NTC 10 kΩ
97
Service
Sensor
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Sensor
■ Collectortemperatuursensor (F21)
Meetelement NTC 20 kΩ
Montagepositie Aansluiting
Binneneenheid (zie pagina 91)
■ Temperatuursensor compressor- NTC kop (CTT) 50 kΩ
Buiteneenheid (zie pagina 93)
Regelaar- en sensorprintplaat (zie pagina 42) Koelcircuitregeling (let op de sticker in de buiteneenheid)
Temperatuursensoren in binneneenheid (met markering) Viessmann NTC 10 kΩ (blauwe markering)
Overige sensoren 20
Buitentemperatuursensor 200 Weerstand in kΩ
20 10 8 6
-20 -10 0 10 20 30 Temperatuur in °C
2 1 0,8 0,6 0,4 10 30 50 70 90 110 Temperatuur in °C
5782 414 NL
Weerstand in kΩ
100 80 60 40
10 8 6 4
98
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Viessmann Pt500A (groene markering) 860 780
Weerstand in
700 620 540 460 -20 20 60 100 140 180 Temperatuur in °C
Viessmann NTC 20 kΩ (oranje markering)
1
0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 Temperatuur in °C
Service
0,1
5782 414 NL
Weerstand in kΩ
40 20 10
99
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg) Temperatuursensoren in buiteneenheid (zonder markering) Type NTC 10 kΩ 1000 Weerstand in kΩ
100 10 1 0,1 -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Temperatuur in °C
Type NTC 50 kΩ
Weerstand in kΩ
1000 100 10 1 0,1 -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Temperatuur in °C
Zekeringen controleren
■ De zekering F1 bevindt zich aan de netaansluitklem van de warmtepompregeling ■ De zekering F3 bevindt zich op de basisprintplaat. ■ De zekering F101 bevindt zich op de AVI-printplaat. 100
Zekering F1 en F3: ■ T 6,3 A H, 250 V~ ■ Max. vermogensverlies ≤ 2,5 W Zekering F101: ■ T 1,0 A L ■ Max. vermogensverlies ≤ 2,5 W 5782 414 NL
Positie van de zekeringen zie vanaf pagina 42.
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5782 414 NL
Service
Gevaar Door het verwijderen van de zekering is de laststroomkring niet spanningsvrij. Het aanraken van spanning voerende onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Bij werkzaamheden aan het toestel beslist ook de laststroomkring spanningsvrij schakelen.
101
Onderdelenlijsten binneneenheid
Onderdelenlijsten binneneenheid Afzonderlijke onderdelen Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar.
5782 414 NL
De volgende gegevens zijn nodig: ■ Fabricagenummer (zie typeplaatje A) ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel binnen de module (uit deze onderdelenlijst)
102
Onderdelenlijsten binneneenheid
Overzicht van de modules binneneenheid A
C
Service
B
5782 414 NL
E
A Typeplaatje B Module behuizing binneneenheid
F
C Module Elektrische uitrusting binneneenheid
103
Onderdelenlijsten binneneenheid
Overzicht van de modules binneneenheid (vervolg) E Module Hydrauliek binneneenheid F Module boiler binneneenheid
Onderdelen zonder afbeelding binneneenheid 0005 Spuitbuslak, wit 0006 Lakstift, wit 0007 Montage- en servicehandleiding warmtepomp
Behuizing binneneenheid Frontplaat boven Frontplaat onder Zijplaat links Zijplaat rechts Bovenplaat vóór
0006 0007 0008 0009 0010
Bovenplaat achter Typeaanduiding Viessmann Houder warmtepompenregeling Schroeven (set) Bevestigingselementen (set)
5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005
104
Onderdelenlijsten binneneenheid
Behuizing binneneenheid (vervolg) 0006 0003 0005
0001
0008 0007
0002
Service
0009
0010
5782 414 NL
0004
105
Onderdelenlijsten binneneenheid
Elektrische uitrusting binneneenheid 0037 Scheidingsplaat 0039 Servicehandleiding Vitotronic 200, type WO1C 0040 Handleiding Vitotronic 200, type WO1C Onderdelen zonder afbeelding 0003 Printplaat met aansluitadapter (SA136-A10) 0004 Printplaat met aansluitadapter netschakelaar (SA137-A10) 0012 Aansluitleiding CV-water-doorstroomtoestel 0014 Aansluitkabel secundaire pomp 0015 Aansluitkabel 3-weg-omschakelklep 0016 Kabelboom laagspanning 0021 Verbindingskabel 4-polig, lengte 85 mm 0022 Platte kabel AWG 28, 24 x 0,09 gevouwen 0026 Stekker sH (wit, MB761) 0027 Stekker sG (wit, CU401) 0028 Stekker lJ (zwart, SA135) 0029 Kabelboom laagspanning AVIprintplaat 0031 Zekering T6,3AH (5 stuks)
5782 414 NL
0001 Bedieningsgedeelte 0002 Regelaar- en sensorprintplaat met afdekking (CU401) 0005 Basisprintplaat met afdekking (MB761) 0006 Uitbreidingsprintplaat met afdekking (SA135) 0007 Codeerstekker 0008 AVI-printplaat (IU122-A10) 0009 Basishouder regelaar- en sensorprintplaat 0010 Basishouder basisprintplaat 0011 Kroonsteentjes inclusief kabelboom 230 V~ 0013 Aanstuurmodule CV-water-doorstroomtoestel 0017 Bedieningseenheid 0018 Vergrendelingdelen links/rechts 0019 Schuif links/rechts 0020 Lichtgeleider 0023 Kabelgoten 0024 Kabelgoot 0025 Splijtnagels 0030 Veiligheidsklem 0032 Regelingsdrager 0033 Achterwand bedieningseenheid 0034 Houdveer 0035 Buitentemperatuursensor
106
Onderdelenlijsten binneneenheid
Elektrische uitrusting binneneenheid (vervolg) 0018 0020
0033
0017 0019 0001 0032 0007 0006 0005 0010 0002 0009 0037 0011 0013
0030
0008 0023 0025 0024
0034
Service
0035
5782 414 NL
0039 0040
107
Onderdelenlijsten binneneenheid
Hydrauliek binneneenheid 0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009 0010 0011 0012 0013 0014 0015 0016 0017 0018 0019 0020 0021 0022 0023
0025 Bevestiging ⅝ UNF voor vloeistofleiding 0026 Druksensor (ICT) 0027 Kleplichaam ⁷⁄₁₆ 0028 Schraderventiel 0029 Borgveer 0030 Ontluchtingskraan G⅜ 0031 Schroefbuisklem D 21-23, M8, met EPDM-voering 0032 Schroefbuisklem D 31-35, M8, met EPDM-voering 0033 Wartelmoer G¼ met afdichtkap 0034 Wartelmoer ⅞ UNF voor stookgasleiding 0035 Wartelmoer ⅝ UNF voor vloeistofleiding 0036 Temperatuursensor NTC 10 kΩ 0037 Doorvoertule 7 70/21 (buiten/ binnen) 0038 Doorvoertule 7 54/18 (buiten/ binnen) 0039 O-ring 7 28 x 2,5 mm 0040 O-ring 7 34 x 2,0 mm 0041 Afdichting 23 x 30 x 2 mm 0042 Schroeven (set) 0043 Afdichtingen (set) 0044 Borgklem 0045 Soldeeraansluitingen (set) 0046 Verloopstukken (set), voor type AWT-AC 241.A04 0047 Vloeistofleiding 7 10 0048 Vloeistofleiding 7 16
5782 414 NL
0024
Achterwand behuizingonderdeel Bodemplaat Bovenplaat behuizingonderdeel Hoek behuizingonderdeel links Hoek behuizingonderdeel rechts Bevestigingsrail Bevestigingsplaat Isolatie bodemplaat Aansluitleiding CV-wateraanvoer Slang voor CV-waterretour Leiding CV-waterretour (passtuk voor warmtehoeveelheidmeter) Verbinding CV-water-doorstroomtoestel secundaire pomp Leidingbocht tapwateraanvoer Modulegroep condensor Warmtewisselaarset voor boilerlaadsysteem CV-water-doorstroomtoestel met STB Drieweg-omschakelklep Leidingaansluitstuk Knelkoppeling Stelpoot Scharnieronderdeel voor behuizingdeur Scharnierbovendeel voor behuizingdeur Secundaire pomp (circulatiepomp VI-Tec PWM) Bevestiging ⅞ UNF voor stookgasleiding
108
Onderdelenlijsten binneneenheid
Hydrauliek binneneenheid (vervolg) 0038
0003
0041 0041
0044
0038
0015 0029 0039 0041 0044
0044 0009
0039 0039 0044 0040 0039 0017 0018 0044 0040
0029 0036
0035
0027 0028 0026
0042
0039
0034
0014 0026 0027 0028 0030 0030 0033 0034 0035
0030
0027 0028
0048 0047
0024
0033
0040
0023 0043
0043 0029 0036
0016 0039 0043 0022
0040 0019 0040 0043 0043 0044 0039 0029 0043 0030 0012 0043 0039 0044
0025
0039 0044 0010
0037 0037
0044 0001
0039
0011 0008 0032
0007
Service
0044 0013 0039 0018 0044 0039 0039 0040
0046 0045
0021 0004 0020
5782 414 NL
0022 0021
0005
0002 0020 0020
0031
0006
109
Onderdelenlijsten binneneenheid
Boiler binneneenheid 0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009
0019 Afsluitdop G ¾ met bevestigingslus 0020 Magnesium-kettinganode 0021 Laadlans 0022 Terugslagklep 30 mbar (3 kPa), Aanasluiting G 1 0023 T-stuk met knelkoppeling 0024 Dompelhuls G ½ met klemmen 0025 Boilerlaadpomp (circulatiepomp VIRZS 15/6 PWM)) 0026 O-ring 7 20 x 3,5 mm (set) 0027 Afdichting 23 x 30 x 2,0 mm 0028 Veiligheidsbeugel 0029 Bevestigingslip 0030 Borgveren (set) 0031 Pakking 21 x 30 x 2 mm (set) 0032 Schroeven (set) 0033 Afdichtingen A 31 x 38 x 2 mm (set) 0034 Veiligheidsgroep 0035 Afdichtingen A 17 x 24 x 2 mm (set)
5782 414 NL
0010 0011 0012 0013 0014 0015 0016 0017 0018
Laadboiler 220 liter Achterwand behuizingbovendeel Bevestigingshoekstuk boiler Verbindingskabel boilerlaadpomp–Terugslagklep Retourleiding solar Aanvoerleiding solar Aansluitingssteunen warmwaterleiding Koudwaterleiding Verbindingskabel terugslagklep– Laadlans Vul-/aftapkraan G ¾ Flensisolatie Flens voor magnesiumanode Magnesiumanode Flensafdichting Huls Sensorhouder Borgvering 7 32 x 1,5 mm Schroefbuisklem D 21-23, M8, met EPDM-voering
110
Onderdelenlijsten binneneenheid
Boiler binneneenheid (vervolg) 0034
0032 0011
0017
0035
0008 0035 0017
0012 0013 0014 0014
0007 0035 0015 0035
0035
0013
0003
0030 0029
0028 0001
0026
0021
0002 0016
0018
0035 0009 0027 0035 0027 0022 0027
0015 0035
0035
0035
0023 0031 0010 0019
0031
0024
0027
0020 0004 0027
0005 0031
Service
0033
0031 0006 0031
0027 0025 0031
5782 414 NL
0027
111
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A04
Afzonderlijke onderdelen De volgende gegevens zijn nodig: ■ Fabricagenummer (zie typeplaatje A) ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel binnen de module (uit deze onderdelenlijst)
Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar.
Buiteneenheid Voorzijde behuizing Luchtinlaatring Beschermtralie rechts Axiale ventilator Gelijkstroommotor Motorhouder Bodemplaat Scheidingswand Transformator Regeling ODU Afsluitklep vloeistofleiding Afsluitklep stookgasleiding Compressor Aansluitplaat Klepafdekking 4-weg-omschakelklep compleet Vierweg-omschakelklep Spoel EEV Zijplaat rechts Beschermrooster Warmtewisselaar (condensor) Verbindingsplaat Vastzetplaat warmtewisselaar
0024 0025 0026 0027 0028 0029 0030
Bovenplaat Moer M5 Draaggreep Zijwand links Contactstrip 4-polig Elektronische expansieklep Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OCT) 0031 Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OAT/OMT) 0032 Temperatuursensor NTC 10 kΩ (CTT) Onderdelen zonder afbeelding 0033 Trekontlasting 0034 Condensator 2μF 0035 Spoel 4-weg-omschakelklep 0036 Aansluitkabel compressor 0037 Aardingskabel 0038 Houder temperatuursensor 0039 Aansluithoekstuk voor condenswaterleiding
5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009 0010 0011 0012 0013 0014 0015 0016 0017 0018 0019 0020 0021 0022 0023
112
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A04
Buiteneenheid (vervolg)
0024 0022 0026
0010
0021
0020
0031
0028 0023 0027
0009
0014 0006 0004
0005 0030
0025 0002
0008
0019 0015
0017
0001
0003
0032
Service
0016
0018
0013 0029 0007
5782 414 NL
0012 0011
113
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A07
Afzonderlijke onderdelen De volgende gegevens zijn nodig: ■ Fabricagenummer (zie typeplaatje A) ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel binnen de module (uit deze onderdelenlijst)
Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar.
Buiteneenheid Luchtuitlaatrooster Zijwand links Moer M8 Axiale ventilator 4-weg omschakelklep 4-weg omschakelklep Gelijkstroommotor Draaggreep Frontplaat rechts Bodemplaat Compressor Olieafscheider Vochtafscheider Houder vochtafscheider Klepplaat Afsluitklep stookgasleiding Afsluitklep vloeistofleiding Zijplaat rechts Klepafdekking Filterdroger Afdekking netaansluiting Printplaat netfilter Aansluitplaat Elektronisch expansieventiel (tot serienr. 7424690 3211645361) 0025 Spoel EEV (tot serienr. 7424690 3211645361)
0026 0027 0028 0029 0030 0031 0032 0033 0034 0035 0036 0037 0038 0042
0043
Warmtewisselaar (condensor) Beschermrooster Houder temperatuursensor Transformator Scheidingswand Regeling ODU Motorhouder Bovenplaat Draaggreep Afdekking Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OAT/OMT) Temperatuursensor NTC 10 kΩ (CTT) Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OCT) Elektronisch expansieventiel (vanaf serienr. 7424690 3211645362) Spoel EEV (vanaf serienr. 7424690 3211645362)
Onderdelen zonder afbeelding 0039 Trekontlasting 0040 Spoel 4-weg-omschakelklep 0041 Aansluithoekstuk voor condenswaterleiding 5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009 0010 0011 0012 0013 0014 0015 0016 0017 0018 0019 0020 0021 0022 0023 0024
114
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A07
Buiteneenheid (vervolg) 0033 0032 0031 0036
0027
0036
0028 0030 0026 0035
0029 0004
0034
0007
0038
0003
0012 0005 0006
0020
0025
0043
0024
0042
0037
0013 0014
0011
0022 0021
0023
0017
0001
Service
0015
0016
0002 0008 0009
0018
0019
5782 414 NL
0010
115
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Afzonderlijke onderdelen Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar.
5782 414 NL
De volgende gegevens zijn nodig: ■ Fabricagenummer (zie typeplaatje A) ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel binnen de module (uit deze onderdelenlijst)
116
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Overzicht van de modules
A C
Service
B
D
5782 414 NL
A Typeplaatje B Module behuizing buiteneenheid
117
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Overzicht van de modules (vervolg) C Module Elektrische uitrusting buiteneenheid D Module hydraulica buiteneenheid
Behuizing buiteneenheid Bovenplaat Zijplaat rechts Afdekking netaansluiting Frontplaat links Frontplaat rechts Luchtuitlaatrooster Bodemplaat Warmtewisselaar onder (condensor) 0009 Warmtewisselaar boven (condensor) 0010 Axiale ventilator 0011 Gelijkstroommotor
0012 0013 0014 0015 0016 0017 0018
Beschermtralie links Draaggreep links Motorhouder Luchtinlaatring Draaggreep rechts Inverter Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OAT) 0019 Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OMT) 0020 Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OCT) 0021 Moer M8
5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008
118
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Behuizing buiteneenheid (vervolg) 0012 0001
0013
0019
0018
0014 0009 0021
0010
0015 0011
0004
0008 0006
0020
0021
0010 0003
0017
0016
0006 0007
0005
5782 414 NL
0016
0002
119
Service
0015
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Elektrische uitrusting buiteneenheid Hoofdprintplaat Printplaat besturing Condensatorprintplaat Printplaat netfilter Spoelen Aansluitklem Spoel EEV Spoel 4-weg-omschakelklep Contactstrip 6-polig Contactstrip 2-polig Printplaathouder Kabelhouder Trekontlasting
Onderdelen zonder afbeelding 0016 Kabelboom compressor 0017 Kabelboom compressor compleet 0020 Communicatieleiding besturing 0021 Communicatieleiding IDU 0022 Netsnoer regelaarprintplaat ODU 0023 Communicatieleiding aanloopregelaar 0024 Netsnoer besturing-filter 0025 Netsnoer lijn-filter 0026 Netsnoer regelaaringang 0027 Snoer condensatorprintplaat
5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009 0010 0011 0012 0013
120
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Elektrische uitrusting buiteneenheid (vervolg)
0002
0004
0003 0006 0005
0011
0001
0009 0010
Service
0012
0013
0007
5782 414 NL
0008
121
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Hydraulica buiteneenheid 0010 Temperatuursensor NTC 50 kΩ (CTT) 0011 Afsluitklep vloeistofleiding 0012 Afdekking netaansluiting compressor Onderdelen zonder afbeelding 0013 Aansluithoekstuk voor condenswaterleiding (indien aanwezig)
5782 414 NL
0001 Compressor 0002 Buizen EEV compleet 0003 Buizen 4-weg-omschakelklep compleet 0004 Vochtafscheider 0005 Hogedrukschakelaar 0006 Afsluitklep stookgasleiding 0007 Olieafscheider 0008 Elektronisch expansieventiel 0009 Isolatie compressor
122
Onderdelenlijsten buiteneenheid 230 V~, type AWT-AC 241.A10, A13
Hydraulica buiteneenheid (vervolg)
0002
0005
0004
0008
0010 0007 0006
0003
0009 0011
Service
0001
5782 414 NL
0012
123
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Afzonderlijke onderdelen Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar.
5782 414 NL
De volgende gegevens zijn nodig: ■ Fabricagenummer (zie typeplaatje A) ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel binnen de module (uit deze onderdelenlijst)
124
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Overzicht van de modules
A
C
Service
B
5782 414 NL
D
A Typeplaatje B Module behuizing buiteneenheid
125
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Overzicht van de modules (vervolg) C Module Elektrische uitrusting buiteneenheid D Module hydraulica buiteneenheid
Behuizing buiteneenheid Bovenplaat Zijplaat rechts Afdekking boven Afdekking onder Frontplaat links Frontplaat rechts Luchtuitlaatrooster Warmtewisselaar onder (condensor) 0009 Warmtewisselaar boven (condensor) 0010 Axiale ventilator 0011 Gelijkstroommotor
0012 0013 0014 0015 0016 0017 0018
Beschermtralie links Draaggreep links Motorhouder Luchtinlaatring Draaggreep rechts Inverter Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OMT) 0019 Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OAT) 0020 Temperatuursensor NTC 10 kΩ (OCT)
5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008
126
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Behuizing buiteneenheid (vervolg) 0001
0012 0014
0017
0009 0019
0018
0013
0010
0011
0015
0005
0008
0007
0011
0010
0020
0002 0003
0015
Service
0004
0007
0006
5782 414 NL
0016
127
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Elektrische uitrusting buiteneenheid Hoofdprintplaat Printplaat besturing Condensatorprintplaat Printplaat netfilter Spoelen Spoel EEV Spoel 4-weg-omschakelklep Contactstrip 8-polig Contactstrip 2-polig Printplaathouder Kabelhouder Trekontlasting Netsnoer regelaarprintplaat ODU
Onderdelen zonder afbeelding 0013 Kabelboom compressor 0014 Kabelboom compressor compleet 0015 Communicatieleiding besturing 0016 Communicatieleiding IDU 0018 Aansluitkabel hogedrukschakelaar 0019 Netsnoer regelaaringang 0020 Kabel smoorspoel rood 0021 Kabel smoorspoel wit 0022 Kabel smoorspoel zwart 0023 Kabels smoorspoel (set)
5782 414 NL
0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009 0010 0011 0012 0017
128
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Elektrische uitrusting buiteneenheid (vervolg)
0005
0002 0004 0003
0010
0001
0017 0008
0006 0007 0012
5782 414 NL
0009
129
Service
0011
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Hydraulica buiteneenheid 0007 Elektronisch expansieventiel 0008 Isolatie compressor 0009 Temperatuursensor NTC 50 kΩ (CTT) 0010 Afsluitklep vloeistofleiding 0011 Afdekking netaansluiting compressor
5782 414 NL
0001 Compressor 0002 Buizen 4-weg-omschakelklep compleet 0003 Vochtafscheider 0004 Hogedrukschakelaar 0005 Afsluitklep stookgasleiding 0006 Olieafscheider
130
Onderdelenlijsten buiteneenheid 400 V~, type AWT-AC 241.B10, B13
Hydraulica buiteneenheid (vervolg) 0007
0004
0003
0002
0008
0006
0001
0010
0009
0005
5782 414 NL
0008
131
Service
0011
Protocollen
Protocol van de hydraulische parameters Instel- en meetwaarden
Gewenste waarde
Test externe pompen van de CV-circuits Type circulatiepomp Trap van de circulatiepomp Instelling overstortklep Inbedrijfstelling primair circuit Temperatuur luchtinlaat °C (”Diagnose” Ó ”Installatieoverzicht”) Temperatuur luchtuitlaat °C (”Diagnose” Ó ”Installatieoverzicht”) Temperatuurverschil (luchtinlaat/-uitlaat) ΔT: ■ Bij aanvoertemperatuur secundair circuit K 4 tot 8 = 35 °C en temperatuur luchtinlaat ≤ 15 °C ■ Bij aanvoertemperatuur secundair circuit K 4 tot 13 = 35 °C en temperatuur luchtinlaat > 15 ° C Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarming Onder de volgende omstandigheden gemeten: Kamertemperatuur °C Buitentemperatuur °C Temperatuur ”Boilertemperatuur Boven” Ja (±1 K) constant? Aanvoertemperatuur secundair circuit °C stijgend Temperatuurverschil ΔT ”Aanvoertemp. sec.” / ”Retourtemp. sec.”
K
Eerste inbedrijfstelling
van
naar
6 tot 8
Protocol van de regelingsparameters
5782 414 NL
Beschrijving van de parameters, zie servicehandleiding warmtepompregeling.
132
Protocollen
Installatiedefinitie Parameter
7000
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 2
7003
40 (≙ 4 K)
7004
40 (≙ 4 K)
7008 7010 7011
0 0 0
7012
2
7013 7014
8h 4
7015
4
7017 701A
0 0
701B
0
Compressor Parameters
Code
”Vrijgave compressor” ”Vrijgave gebruik compressortrap” ”Vermogen compressortrap”
5000 5012 5030
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 1 15 Nominaal vermogen volgens typeplaatje
5782 414 NL
”Installatieschema” (zie hoofdstuk ”Installatieschema”) ”Temperatuurverschil voor berekening van verwarmingsgrens” ”Temperatuurverschil voor berekening van de koelgrens” ”Zwembad” ”Externe uitbreiding” ”Installatiecomponenten bij externe omschakeling” ”Bedrijfsstatus bij externe omschakeling” ”Duur van de externe omschakeling” ”Werking externe opvraag op warmtepomp/verwarmingscircuits” ”Werking extern blokkeren op warmtepomp/verwarmingscircuits” ”Vitocom 100” ”Werking extern blokkeren op pompen/compressor” ”Gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor installatie”
Code
133
Service
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Warm water Parameters
6000 6005 6006 6007
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 500 (≙ 50 °C) 100 (≙ 10°C) 600 (≙ 60°C) 50 (≙ 5 K)
6008
100 (≙ 10 K)
6009
0
600A
0
600C 600E
600 (≙ 60°C) 0
6014
0
6015
1
6016
0
6017
1
601F 6020
1 3
5782 414 NL
”Gewenste warmwatertemperatuur” ”Minimale warmwatertemperatuur” ”Maximale warmwatertemperatuur” ”Hysterese WW-temperatuur warmtepomp” ”Hysterese WW-temperatuur extra verwarming” ”Inschakeloptimalisatie voor warmwaterbereiding” ”Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding” ”Gewenste warmwatertemperatuur 2” ”Temperatuursensor onder in warmwaterboiler” ”Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterbereiding” ”Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding” ”Voorrang warmwaterbereiding bij combinatieboiler” ”Inschakelpogingen voor WW na hogedrukuitschakeling” ”Vrijgave boilerlaadpomp” ”Bedrijfsmodus boilerlaadpomp”
Code
134
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
”Type zonneregeling” ”Maximale collectortemperatuur” ”Inschakelhysterese zonnecircuitpomp” ”Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp” ”Debiet zonnecircuit voor berekening zonneopbrengst” ”Indicatie melding foutieve circulatie” Extra elektrische verwarming Parameter
7A00 7A01 7A02
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 1300 (≙ 130 °C) 70 (≙ 7 K)
7A03
30 (≙ 3 K)
7A07
100 l/uur
7A09
1
Code
7900
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 1
7902
1
7907
3
790A
0
790B
500 (≙ 50 °C)
5782 414 NL
”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel” ”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor ruimteverwarming” ”Max. vermogen verwarmings-doorstroomtoestel” ”Vermogen voor verwarmings-doorstroomtoestel bij blokkering door energiebedrijf” ”Bivalentietemperatuur verwarmingswater-doorstroomtoestel”
Code
Service
Zonne-energie Parameters
135
Protocollen
Interne hydraulica Parameter
”Warmtepomp voor bouwdroging” ”Tijdprogramma voor estrik drogen” ”Gewenste aanvoertemperatuur externe warmtevraag” ”Vrijgave 3-weg omschakelklep Verwarmen/WW” ”Bedrijfsmodus secundaire pomp” CV-waterbuffer Parameters
”Vrijgave buffer / open-verdeler” ”Temperatuur in bedrijfsmodus Vaste waarde voor buffer” ”Hysterese temperatuur opwarming buffer” ”Maximale temperatuur buffer” ”Temperatuurgrens bedrijfsstatus Vaste waarde voor buffer” CV-circuit 1 Parameters
”Kamertemperatuur normaal” ”Kamertemperatuur verlaagd” ”Afstandsbediening” ”Niveau stooklijn” ”Steilheid stookcurve” ”Invloed ruimtetemperatuur-bijschakeling” ”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” ”Maximale aanvoertemperatuur CVcircuit” ”Ruimtetemperatuur in partywerking”
136
Code
7300 7303 730C
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 0 500 (≙ 50 °C)
730D
Niet verstellen!
7340
Niet verstellen!
Code
7200 7202
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 500 (≙ 50 °C)
7203
50 (≙ 5 K)
7204 7208
600 (≙ 60 °C) 500 (≙ 50 °C)
Code
2000 2001 2003 2006 2007 200A
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 200 (≙ 20 °C) 160 (≙ 16 °C) 0 0 (≙ 0 K) 6 (≙ 0,6) 10
200B 200E
0 400 (≙ 40 °C)
2022
200 (≙ 20 °C)
5782 414 NL
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
”Ruimtetemperatuur normaal” ”Kamertemperatuur verlaagd” ”Afstandsbediening” ”Niveau stooklijn” ”Steilheid stookcurve” ”Invloed kamertemperatuur-bijschakeling” ”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” ”Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit” ”Kamertemperatuur in partywerking” Koeling Parameter
3000 3001 3003 3006 3007 300A
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 200 (≙ 20 °C) 160 (≙ 16 °C) 0 0 (≙ 0 K) 6 (≙ 0,6) 10
300B 300E
0 400 (≙ 40 °C)
3022
200 (≙ 20 °C)
Code
7100 7101 7102
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 1 200 (≙ 20 °C)
7103
100 (≙ 10 °C)
7104
0
7106
0
7110 7111 7116
0 (≙ 0 K) 12 (≙1,2) 0
5782 414 NL
”Koelfunctie” ”Koelcircuit” ”Gewenste kamertemperatuur afzonderlijk koelcircuit” ”Minimale aanvoertemperatuur koelen” ”Invloed kamertemperatuur-bijschakeling koelcircuit” ”Rangering kamertemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit” ”Niveau koellijn” ”Steilheid koellijn” ”Afstandsbediening koelcircuit”
Code
Service
CV-circuit 2 Parameter
137
Protocollen
Ventilatie Parameter
”Vrijgave Vitovent” ”Vrijgave voorverwarm-register elektrisch” ”Vrijgave naverwarmregister hydraulisch” ”Vrijgave vochtsensor” ”Vrijgave CO2-sensor” ”Gewenste afvoerluchttemperatuur” ”Debiet gereduceerde ventilatie” ”Debiet nominale ventilatie” ”Debiet intensieve ventilatie” ”Min. toevoerluchttemperatuur voor bypass” ”CO2-waarde voor start ventilator” ”Vochtwaarde voor start ventilator” ”Interval vorstbescherming ventilatie” ”Duur intensieve werking” ”Bron werkelijke kamertemperatuur” ”Verwarmingscircuit voor blokkering bypassklep” ”Aanpassing stuurspanning” ”Ventilator voor aanpassing stuurspanning” Fotovoltaïsche techniek Parameter
”Vrijgave eigen energieverbruik PV” ”Vrijgave eigen energieverbr. voor gew. WW-temperatuur 2” ”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwaterbereiding” ”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwaterbuffer”
138
Code
7D00 7D01
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 0
7D02
0
7D05 7D06 7D08 7D0A 7D0B 7D0C 7D0F
0 0 200 (≙ 20 °C) 120 m3/h 170 m3/h 215 m3/h 160 (≙ 16 °C)
7D18 7D19 7D1A
800 ppm 65 % 15 min
7D1B 7D1D 7D21
120 min 1 7
7D27 7D28
0 (≙ 0 V) 0
Code
7E00 7E10
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 0
7E11
0
7E12
0 5782 414 NL
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
Protocollen
Parameter
Code
”Vrijgave eigen energieverbr. voor verwarmen” ”Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer PV” ”Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer PV” ”Verhoging gew. kamertemperatuur PV”
7E13
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0
7E21
0 (≙ 0 K)
7E22
0 (≙ 0 K)
7E23
0 (≙ 0 K)
Code
Tijd Parameters
”Automatische omzetting zomer-/wintertijd” ”Begin zomertijd - maand” ”begin zomertijd - week” ”Begin zomertijd - dag” ”Begin wintertijd - maand” ”Begin wintertijd - week” ”Begin wintertijd - dag”
7C00
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 1
7C01 7C02 7C03 7C04 7C05 7C06
3 5 7 10 5 7
Communicatie Parameter
Code
7710 7777 7779 7798 779C
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0 1 0 1 20 min
77FC 77FD 77FE 77FF
0 0 0 0
5782 414 NL
”Vrijgave communicatiemodule LON” ”LON deelnemersnummer” ”LON foutmanager” ”LON installatienummer” ”Interval voor gegevensoverdracht via LON” ”Bron buitentemperatuur” ”Buitentemperatuur zenden” ”Bron tijd” ”Tijd zenden”
139
Service
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
Code
”Bediening blokkeren”
8800
Toestand bij leve- Eerste inring bedrijfstelling 0
5782 414 NL
Bediening Parameters
140
Technische gegevens
Technische gegevens
241.A04
241.A13
7,7
10,6
65
55
75
650
650
650
0,91
1,73
2,20
3,25
3,30
3,24
3,50
3,26
1,1 – 3,8
1,3 – 7,7
4,4 – 9,9
5,0 – 11,9
3,0
Hz
60 870
kW
241.A10
5,6 kW
tpm kW
241.A07
5782 414 NL
Service
230 V-apparaten Type AWT-AC Vermogensgegevens verwarmen bij 100% volgens EN 14511 (A2/W35 °C, spreiding 5 K) Nominaal vermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Elektrisch opgenomen vermogen Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) bij stookwerking Vermogensregeling
141
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.A04
241.A07
241.A10
241.A13
8,39
10,9
14,6
kW Hz
4,5 60
65
55
75
tpm
870
650
650
650
m3/h kW
2090 0,97
3600 1,96
4210 2,36
4210 3,40
4,64
4,28
4,62
4,29
6,2
7,4
9,1
kW
3,2 65
55
70
Hz
60 870
650
650
650
tpm kW
1,08
2,40
2,69
3,64
kW
2,96 1,2 – 3,8
2,58 1,6 – 8,0
2,75 2,4 – 8,5
2,50 2,4 – 10,0
5782 414 NL
Type AWT-AC Vermogensgegevens verwarmen bij 100% volgens EN 14511 (A7/W35 °C, spreiding 5 K) Nominaal vermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Luchtdebiet Elektrisch opgenomen vermogen Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) bij stookwerking Vermogensgegevens koelen bij 100% volgens EN 14511 (A35/W7 °C, spreiding 5 K) Nominaal koelvermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Elektrisch opgenomen vermogen Warmtefactor EER Vermogensregeling
142
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.A07
241.A10
241.A13
8,8
10,0
12,6
65
55
70
650
650
650
1,13
2,63
2,80
4,20
3,72
3,35
3,57
3,00
°C °C
15 45
15 45
15 45
15 45
°C °C
–15 35
–15 35
–15 35
–15 35
l l/h
2,8 600
2,8 820
3,8 1200
3,8 1380
mbar
590
540
440
380
55
55
55
55
kW
4,2
Hz
60 870
tpm kW
°C
143
Service
241.A04
5782 414 NL
Type AWT-AC Vermogensgegevens koelen bij 100% volgens EN 14511 (A35/W18 °C, spreiding 5 K) Nominaal koelvermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Elektrisch opgenomen vermogen Warmtefactor EER Temperatuur luchtinlaat Koeling ■ Minimaal ■ Max. Verwarming ■ Minimaal ■ Max. Verwarmingswater bij 10 K spreiding Inhoud Minimaal debiet (beslist aanhouden) Maximaal extern drukverlies (RFH) bij minimaal debiet Maximale aanvoertemperatuur
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg)
144
241.A04
241.A07
241.A10
241.A13
1/N/PE 230 V/50 Hz 13,5
15,7
19,6
26,5
10,5
15
10
10
20
25
25
32
45
< 35
30
30
20 24
20 24
20 24
32 24
1/N/PE 230 V/50 Hz
1 x B 16 A T 6,3 A/250 V
1/N/PE 230 V/50 Hz 3/N/PE 400 V/50 Hz 8,8 3xB16A 5782 414 NL
Type AWT-AC Elektrische waarden buiteneenheid ■ Nominale spanning compressor ■ Maximale nomi- A nale stroom compressor ■ Aanloopstroom A compressor ■ Aanloopstroom A compressor bij geblokkeerde rotor ■ Inschakelstroom A (de gelijkstroomcondensatoren opladen) ■ Beveiliging A ■ BeschermingsIP graad Elektrische waarden binneneenheid Warmtepompregeling/elektronica ■ Nominale spanning regeling / elektronica ■ Beveiliging netaansluiting ■ Zekering intern CV-water-doorstroomtoestel ■ Nominale spanning ■ Thermisch verkW mogen ■ Beveiliging netaansluiting
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg)
5782 414 NL
■ Lagedrukzijde Geïntegreerde boiler Inhoud Continuvermogen bij tapwateropwarming van 10 naar 60 °C
241.A04
241.A07
241.A10
241.A13
W
65
70
130
130
kW
3,0
3,6
5,8
5,8
W
3 – 50
3 – 50
3 – 70
3 – 70
W
150
150
150
150
W
5
5
5
5
W
1000
1000
1000
1000
R 410A 1,2 20
R 410A 2,15 60
R 410A 2,95 60
R 410A 2,95 60
kg g/m
Type
Rolzuiger
Rolzuiger
Scroll
Scroll
bar MPa bar MPa
43 4,3 43 4,3
43 4,3 43 4,3
43 4,3 43 4,3
43 4,3 43 4,3
l l/h
220 203
220 254
220 306
220 357
145
Service
Type AWT-AC Elektrisch opgenomen vermogen ■ Ventilator (maximaal) ■ Buiteneenheid (maximaal) ■ Secundaire pomp (PWM) ■ Regeling/elektronica buiteneenheid (maximaal) ■ Regeling/elektronica binneneenheid (maximaal) ■ Maximaal vermogen regeling / elektronica Koelcircuit Medium Vulhoeveelheid Bij te vullen hoeveelheid bij leidinglengten >12 m tot ≤30 m Compressor (volhermetisch) Toegestane werkdruk ■ Hogedrukzijde
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.A04 241.A07 241.A10 241.A13 1,5 1,5 1,6 1,6
l/min
16,8
16,8
17,3
17,3
m2
5/3
5/3
5/3
5/3
°C
95
95
95
95
mm mm mm
869 290 610
1040 340 865
900 340 1255
900 340 1255
mm mm mm
680 600 2075
680 600 2075
680 600 2075
680 600 2075
kg kg bar MPa
43 204 3 0,3
66 204 3 0,3
110 207 3 0,3
110 207 3 0,3
5782 414 NL
Type AWT-AC Vermogenskengetal NL volgens DIN 4708 Taphoeveelheid bij het aangegeven vermogenskengetal NL en tapwaterverwarming van 10 naar 45 °C Maximaal collectoroppervlak bij zuidrichting (platte collector / buizencollector) Maximaal toegestane tapwatertemperatuur Afmetingen buiteneenheid Totale lengte Totale breedte Totale hoogte Afmetingen binneneenheid Totale lengte Totale breedte Totale hoogte Totaal gewicht Buiteneenheid Binneneenheid Toegestane bedrijfsdruk secundaire zijde
146
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.A04 mm mm Rp Rp G
241.A07
241.A10
241.A13
Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ 1 1 1 1 Buissok DN 20 voor multi-stekkersysteem Buissok DN 20 voor multi-stekkersysteem 16 x 1
16 x 1
16 x 1
16 x 1
mm UNF UNF
6x1 ⅝ ⁷⁄₁₆
10 x 1 ⅝ ⅝
10 x 1 ⅝ ⅝
10 x 1 ⅝ ⅝
mm UNF UNF m
12 x 1 ⅞ ¾ 20
16 x 1 ⅞ ⅞ 30
16 x 1 ⅞ ⅞ 30
16 x 1 ⅞ ⅞ 30
60
62
62
63
Service
mm
dB(A)
5782 414 NL
Type AWT-AC Aansluitingen CV-wateraanvoer CV-waterretour Koud water Warm water Circulatie Aanvoer zonnewarmtecircuit Retour zonnewarmtecircuit Condenswaterleiding (buiteneenheid) Vloeistofleiding ■ Leiding 7 ■ Binneneenheid ■ Buiteneenheid Stookgasleiding ■ Leiding 7 ■ Binneneenheid ■ Buiteneenheid Maximale leidinglengte vloeistofleiding, stookgasleiding Geluidsvermogen van de buiteneenheid (meting in aansluiting op EN 12102/ EN ISO 9614-2) Geschat totaal niveau schakelvermogen bij A7 °C (±3 K)/W35 °C (±5 K) ■ bij nominaal vermogen
147
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg)
241.B10
241.B13
kW Hz tpm kW
7,57 40 600 2,99 3,79
9,06 50 690 2,45 3,70
kW
2,73 – 10,92
3,30 – 12,29
10,16 40 600 3456 2,00 5,08
12,07 50 690 4217 2,57 4,69
9,14 55 600 3,37 2,71 1,96 – 9,85
10,75 65 690 4,15 2,59 2,14 – 11,45
8,83 35 600 1,98 4,46
12,83 55 690 3,45 3,72
kW Hz tpm m3/h kW
kW Hz tpm kW kW
kW Hz tpm kW
5782 414 NL
400 V-apparaten Type AWT-AC Vermogensgegevens verwarmen bij 100% volgens EN 14511 (A2/W35 °C, spreiding 5 K) Nominaal vermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Elektrisch opgenomen vermogen Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) bij stookwerking Vermogensregeling Vermogensgegevens verwarmen bij 100% volgens EN 14511 (A7/W35 °C, spreiding 5 K) Nominaal vermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Luchtdebiet Elektrisch opgenomen vermogen Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) bij stookwerking Vermogensgegevens koelen bij 100% volgens EN 14511 (A35/W7 °C, spreiding 5 K) Nominaal koelvermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Elektrisch opgenomen vermogen Warmtefactor EER Vermogensregeling Vermogensgegevens koelen bij 100% volgens EN 14511 (A35/W18 °C, spreiding 5 K) Nominaal koelvermogen Frequentie compressor Toerental ventilator Elektrisch opgenomen vermogen Warmtefactor EER
148
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.B13
°C °C
15 45
15 45
°C °C
–20 35
–20 35
3,8 1200 440
3,8 1380 380
55
55
l l/h mbar °C
A A A
3/N/PE 400 V/50 Hz 16 10 16
16 10 16
A
30
30
A IP
20 24
20 24
1/N/PE 230 V/50 Hz 1 x B 16 A T 6,3 A/250 V
kW
1/N/PE 230 V/50 Hz 3/N/PE 400 V/50 Hz 8,8 3 x B 16 A
5782 414 NL
■ Thermisch vermogen ■ Beveiliging netaansluiting
241.B10
Service
Type AWT-AC Temperatuur luchtinlaat Koeling ■ Minimaal ■ Max. Verwarming ■ Minimaal ■ Max. Verwarmingswater bij 10 K spreiding Inhoud Minimaal debiet (beslist aanhouden) Maximaal extern drukverlies (RFH) bij minimaal debiet Maximale aanvoertemperatuur Elektrische waarden Buiteneenheid ■ Nominale spanning compressor ■ Maximale nominale stroom compressor ■ Aanloopstroom compressor ■ Aanloopstroom compressor bij geblokkeerde rotor ■ Inschakelstroom (de gelijkstroom-condensatoren opladen) ■ Beveiliging ■ Beschermingsgraad Elektrische waarden Binneneenheid Warmtepompregeling/elektronica ■ Nominale spanning regeling / elektronica ■ Beveiliging netaansluiting ■ Zekering intern CV-water-doorstroomtoestel ■ Nominale spanning
149
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) Type AWT-AC Elektrisch opgenomen vermogen ■ Ventilator (maximaal) ■ Buiteneenheid (maximaal) ■ Secundaire pomp (PWM) ■ Regeling/elektronica buiteneenheid (maximaal) ■ Regeling/elektronica binneneenheid (maximaal) ■ Maximaal vermogen regeling / elektronica Koelcircuit Medium Vulhoeveelheid Bij te vullen hoeveelheid bij leidinglengten >12 m tot ≤30 m Compressor (volhermetisch) Toegestane werkdruk ■ Hogedrukzijde ■ Lagedrukzijde
W kW W W
241.B13
130 5,8 3 – 50 150
130 5,8 3 – 50 150
W
5
5
W
1000
1000
R 410A 2,95 60
R 410A 2,95 60
kg g/m Type
bar MPa bar MPa
Dubbele rolzuiger
Dubbele rolzuiger
43 4,3 43 4,3
43 4,3 43 4,3
l l/h
220 2,95
220 2,95
l/min
60 16,8
60 16,8
m2
5/3
5/3
°C
95
95
5782 414 NL
Geïntegreerde boiler Inhoud Continuvermogen bij tapwateropwarming van 10 naar 60 °C Vermogenskengetal NL volgens DIN 4708 Taphoeveelheid bij het aangegeven vermogenskengetal NL en tapwaterverwarming van 10 naar 45 °C Maximaal collectoroppervlak bij zuidrichting (platte collector / buizencollector) Maximaal toegestane tapwatertemperatuur
241.B10
150
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.B10
mm mm mm
975 340 865
975 340 865
mm mm mm
680 600 2075
680 600 2075
kg kg bar MPa
66 204 3 0,3
66 204 3 0,3
mm mm Rp Rp G
Retour zonnewarmtecircuit mm
Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 ¾ ¾ ¾ ¾ 1 1 Buissok DN 20 voor multistekkersysteem Buissok DN 20 voor multistekkersysteem 16 x 1 16 x 1
mm UNF UNF
10 x 1 ⅝ ⅝
10 x 1 ⅝ ⅝
mm UNF UNF m
16 x 1 ⅞ ⅞ 30
16 x 1 ⅞ ⅞ 30
5782 414 NL
Condenswaterleiding (buiteneenheid) Vloeistofleiding ■ Leiding 7 ■ Binneneenheid ■ Buiteneenheid Stookgasleiding ■ Leiding 7 ■ Binneneenheid ■ Buiteneenheid Maximale leidinglengte vloeistofleiding, stookgasleiding
241.B13
151
Service
Type AWT-AC Afmetingen Buiteneenheid Totale lengte Totale breedte Totale hoogte Binneneenheid Totale lengte Totale breedte Totale hoogte Totaal gewicht Buiteneenheid Binneneenheid Toegestane bedrijfsdruk secundaire zijde Aansluitingen CV-wateraanvoer CV-waterretour Koud water Warm water Circulatie Aanvoer zonnewarmtecircuit
Technische gegevens
Technische gegevens (vervolg) 241.B10
241.B13
61
65
5782 414 NL
Type AWT-AC Geluidsvermogen van de buiteneenheid (meting in aansluiting op EN 12102/ EN ISO 9614-2) Geschat totaal niveau schakelvermogen bij A7 °C (±3 K)/W55 °C (±5 K) ■ bij nominaal vermogen dB(A)
152
Bijlage
Opdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp Stuur de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax naar uw Viessmann-verkoopkantoor. Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij inbedrijfstelling een medewerker met kennis van zaken aanwezig is. Installatiegegevens: Opdrachtgever Locatie van de installatie
Controlepunten aankruisen: Hydraulisch schema voor installatievoorbeeld bijgevoegd: = CV-circuits volledig geïnstalleerd en gevuld = Elektrische installatie volledig uitgevoerd = Hydraulische leidingen volledig geïsoleerd = Installaties naar koelcircuit volledig uitgevoerd = Alle ramen en buitendeuren dicht = Componenten voor koelwerking volledig geïnstalleerd (optioneel) = Componenten voor zonnesysteem volledig geïnstalleerd (optioneel). = Componenten voor ventilatie volledig geïnstalleerd (optioneel) = Componenten voor fotovoltaïsch systeem volledig geïnstalleerd (optioneel) =
Service
Gewenst tijdstip: 1. Datum Tijd 2. Datum Tijd
De bij Viessmann aangevraagde leveringen worden mij/ons volgens de huidige Viessmann prijslijst in rekening gebracht.
5782 414 NL
Plaats/datum Handtekening
153
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitocal 242-S, type AWT-AC incl. warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C met de volgende normen overeenstemt: DIN 8901 DIN 8975-1:1986-12 EN 50 090-2-2 EN 55 014-1 EN 55 014-2 EN 55 022 EN 60 335-1 EN 60 335-2-40 EN 61 000-3-2
EN 61 000-3-3 EN 61 000-3-11; 2001-04 EN 61 000-3-12; 2005-09 EN 62233 EN ISO 12100-1 EN ISO 13857 EN 349 EN 378 BGR 500-hoofdstuk 2.35
Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gekenmerkt: 2011/65/EU 2004/108/EG
97/23/EG 2006/95/EG
Gegevens overeenkomstig de richtlijn inzake drukapparatuur (97/23/EG): categorie I, module A Bij de energetische keuring van CV- en luchtbehandelingsinstallaties conform DIN V 4701-10, zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 242-S worden uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn is bepaald (zie ontwerphandleiding).
Allendorf, donderdag 20 oktober 2011
Viessmann Werke GmbH&Co KG
5782 414 NL
ppa. Manfred Sommer
154
Index
5782 414 NL
Index A Aanbevolen netaansluitkabels.............9 aanhaalmoment ■ voor koelmiddelleidingen..........29, 33 Aanluitset secundair circuit................35 Aansluiting ■ Bus-verbindingskabel.....................51 ■ elektrische componenten................38 ■ Koelcircuit.......................................38 ■ Koelmiddelleidingen.......................25 ■ overzicht...........................................7 ■ secundair circuit .......................34, 36 ■ Tapwater.........................................37 ■ voorbereiden.....................................9 ■ zonnecircuit....................................38 Aansluitkabels......................................9 ■ Bedrijfscomponenten 230 V~.........41 ■ laagspanning..................................41 Aansluitset secundair circuit..............36 Aansluitvoorwaarden.........................54 ■ Energiebedrijf.................................59 Aansluitwaarden ■ Bedrijfscomponenten 230 V~. . .43, 46 ■ Circulatiepompen............................46 ■ CV-pomp........................................44 ■ Tapwatercirculatiepomp.................45 ■ Umwälzpumpen..............................43 ■ Zonnecircuitpomp...........................45 Aansturing koeling.............................44 Aanstuurmodule.................................43 Aanvoertemperatuur secundair circuit97 Aanvoertemperatuursensor installatie97 Aanvoertemperatuursensor koelcircuit.....................................................97 Aanvoertemperatuursensor secundaire circuit..................................................97 Aanvoertemperatuursensor solarcircuit ■ Karakteristiek..................................97 Aanvoer zonnewarmtecircuit8, 147, 151 Aardlekschakelaar.......................54, 59 Afdekking buiteneenheid monteren. . .63 Afdichtband........................................23 Afdichtingsringen...............................73
Afdichtingvlakken...............................23 Afdichtvlakken....................................23 Afmetingen...........................................7 ■ Binneneenheid......................146, 151 ■ buiteneenheid...............................151 ■ Buiteneenheid...............................146 Afstandsbediening.............................83 Aftapklep............................................37 Aftappen, secundair circuit.................97 Apparaat inschakelen........................78 AVI-printplaat.........................43, 51, 53 B Basisprintplaat...................................43 Bedieningsgedeelte openklappen......89 Bedrijfscomponenten 230 V~.41, 43, 46 Bedrijfshandboek.........................66, 71 Behuizing afdichtvlakken...................23 Betonfundering...................................15 Beveiliging ■ Netaansluiting verwarmingswaterdoorstroomtoestel...........................58 Binneneenheid ■ afmetingen........................................7 ■ Afmetingen...........................146, 151 ■ elektrische waarden......................149 ■ Elektrische waarden.....................144 ■ gewicht.................................146, 151 ■ interne componenten......................91 ■ koelmiddelleidingen........................30 ■ Leidinglengten..................................9 ■ serviceklep......................................92 Binneneenheid afnemen....................17 Binneneenheid monteren...................15 Binneneenheid openen......................17 Binneneenheid opstellen....................15 Bliksembeveiliging.............................11 Blokkeersignaal............................59, 60 Blokkeersignaal van energiebedrijf....59 Blokkering door energiebedrijf ■ Netaansluiting met lastscheiding....60 ■ Netaansluiting zonder lastscheiding59 ■ potentiaalvrij contact aansluiten.....47 155
Index
Index (vervolg)
156
Bus-verbindingskabel.............41, 51, 52 ■ aansluiten.......................................53 Bypass CV-waterbuffer......................44 C Circulatie-aansluiting............8, 147, 151 Circulatiepomp...................................37 Codeerniveau 1..................................79 Collectoroppervlak.............................74 Collectortemperatuursensor ■ karakteristiek..................................98 Compressor...........................94, 95, 96 Compressor max. kantelhoek............10 Condensor.............................94, 95, 96 Condenswaterafvoer....................11, 15 Condenswaterkuip.............................12 Condenswaterleiding...............147, 151 Conformiteitsverklaring....................154 Consoleset.........................................11 Console-set........................................15 Consoles voor vloermontage.............11 Console voor vloermontage...............14 Controleren ■ sensoren.........................................97 ■ zekeringen....................................100 Controle werking................................88 Corrosieschade............................75, 76 Curve ■ NTC-temperatuursensoren...........100 ■ Temperatuursensor type Pt500A....99 CV-pomp............................................83 CV-pomp aansluiten..........................44 CV-wateraanvoer.....8, 34, 35, 147, 151 CV-water-doorstroomtoestel ■ netaansluitleiding..............................9 ■ Technische gegevens...........144, 149 CV-waterretour.........8, 34, 35, 147, 151 D Dauwpuntsensor................................38 Dauwpuntsensor aansluiten...............48 Debietregelklep..................................37 Deur openen......................................34
5782 414 NL
Blokkering door het energiebedrijf.....58 Blokkering energiebedrijf...............9, 56 Boiler ■ Technische gegevens...........145, 150 ■ Vul-/ontluchtingskraan....................93 Boilermodule afnemen.......................17 Boilermodule monteren......................23 Boiler reinigen....................................74 Broncircuit..........................................47 Buffertemperatuursensor...................97 Buisbochten omzetten.................29, 31 Buisdoorvoering.................................23 Buisopeningen...................................29 ■ voor koelmiddelleidingen................31 Buisscheider......................................37 Buissok................................................8 Buiteneenheid ■ afmetingen....................................151 ■ Afmetingen...................................146 ■ elektrische aansluitingen................51 ■ elektrische aansluitingen controleren..................................................77 ■ elektrische waarden......................149 ■ Elektrische waarden.....................144 ■ gewicht.................................146, 151 ■ interne componenten......................93 ■ koelmiddelleidingen........................27 ■ Leidinglengten..................................9 ■ montage..........................................10 ■ Netaansluiting.................................56 ■ Netaansluitkabel...............................9 ■ opstellen.........................................14 ■ reinigen...........................................77 ■ Serviceklep...............................68, 70 ■ sluiten.............................................63 ■ Vulklep................................68, 70, 71 ■ Wandmontage................................15 Buiteneenheid monteren....................10 Buitentemperatuursensor...................97 Buizen eraan schroeven....................29 Busverbindingskabel..........................39
Index
Index (vervolg)
5782 414 NL
Dichtheidscontrole ■ aansluitingen secundair circuit.......73 ■ jaarlijkse..........................................71 ■ Koelcircuit.......................................71 Door de installateur verzorgde aansluitingen...................................................7 Doorvoertules...............................23, 36 Drukbelasting.....................................15 Druk controleren................................74 Drukreduceer.....................................37 Druksensor.........................................92 E Eerste inbedrijfsteling.......................153 Eerste inbedrijfstelling........................66 Eigen energieverbruik........................55 Eigenschappen koelmiddel................71 Eisen aan de montageplaats ■ Binneneenheid................................15 ■ Buiteneenheid.................................10 Elektrische aansluiting ■ buiteneenheid.................................51 ■ circulatiepompen......................43, 46 ■ Temperatuursensoren....................48 Elektrische aansluitingen, overzicht...89 Elektrische aansluitingen van de buiteneenheid controleren...........................77 Elektrische leidingen leggen..............40 Elektrische waarden ■ binneneenheid..............................149 ■ Binneneenheid..............................144 ■ buiteneenheid...............................149 ■ Buiteneenheid...............................144 Elektrisch opgenomen vermogen...........................................145, 150 Elektronische expansieklep. . .94, 95, 96 Energiemeter.....................................87 Erstinbetriebnahme............................79 Evacueren koelcircuit.........................67 Eventueel afdekking bedieningsgedeelte afnemen..................................90 Expansievat.................................36, 74 Externe functies.................................84
Extra elektrische verwarming.............86 Extra verwarming...............................12 F Fotovoltaïsch systeem.......................87 G Garantie.............................................79 gegevens.................................141, 148 Geluidsisolatie....................................15 Geluidsvermogen.....................147, 152 Gewicht..............................................12 ■ binneneenheid......................146, 151 ■ buiteneenheid.......................146, 151 Grindbed ■ voor condenswaterafvoer...............15 Grundleiterplatte................................43 H Hogedrukstoring.................................10 Hoofdschakelaar..........................54, 61 Hoogtariefteller.............................59, 61 Hoogteverschil ■ binneneenheid-buiteneenheid........25 Hydraulisch aansluitgedeelte.............37 Hydraulische aansluitingen..................8 Hydraulische parameters.................132 I Inbedrijfstelling...................................66 Inbedrijfstellingprotocol......................66 Inbedrijfstellingsassistent.............78, 79 Inschakelvolgorde van de warmtepomp..................................................78 Inspectie.............................................66 Installatiedruk controleren............73, 74 Installatiegebruiker instrueren............88 Installatieruimte..................................15 Instrueren van de installatiegebruiker 88 Interface binnen-/buiteneenheid........51 Interne componenten...................91, 93 Isolatiemat..........................................63 Isolatie van trillingen..........................12 157
Index
Index (vervolg)
158
L Laagspanningskabels..................39, 41 Laag tarief..............................55, 56, 58 Laagtariefteller.............................60, 61 Laststroomkringen.............................54 Leidingbochten voor het opvangen van trillingen..............................................12 Leidingen leggen................................40 Leidinglengte........................................9 ■ koelmiddelleidingen........25, 147, 151 ■ voor koelmiddelleidingen................70 Lekzoekspray.....................................67 Luchtafvoerrooster verwijderen..........76 Luchtinlaat..........................................13 Luchtkortsluiting.................................10 Luchtuitlaat.........................................13 M Magnesiumanode........................75, 76 Magnesiumanode demonteren..........76 Magnesiumanode vervangen.............76 Manometer.........................................36 Manometeraansluiting........................37 Manometerbatterij..............................69 Maximumtemperatuurbegrenzing......45 Meldaansluitingen..............................46 Meter ■ voor hoog tarief.........................59, 61 ■ voor laag tarief..........................60, 61 Minimaal kamervolume......................16 Minimale installatiedruk......................73 Minimumafstanden ■ binneneenheid................................16 ■ buiteneenheid.................................13 Minimumdebiet...................................36 Module.............102, 112, 114, 116, 124 Module behuizing.............................104 Module hydrauliek ■ binneneenheid..............................108 Montage.............................................23 ■ Binneneenheid................................15 ■ buiteneenheid.................................10 ■ Buiteneenheid.................................10
5782 414 NL
K Kabeldoorsnede...................................9 ■ netaansluitkabel buiteneenheid 56, 57 ■ netaansluitkabel verwarmingswaterdoorstroomtoestel...........................58 ■ Netaansluitkabel warmtepompregeling..................................................55 Kabellengte..........................................9 Kamertemperatuursensoren..............97 Kamervolume.....................................16 Kantelhoek.........................................10 Karakteristieken van de sensoren......97 Ketelvul-/aftapkraan...........................97 KM-BUS-verdeler...............................49 Koelcircuit ■ Dichtheidscontrole..........................71 ■ evacueren.......................................67 ■ technische gegevens............145, 150 ■ vullen..............................................70 Koelcircuit aansluiten.........................38 Koeling...............................................44 Koelmiddel...................................25, 70 ■ Eigenschappen...............................71 ■ huidcontact...............................67, 70 ■ Veiligheidsinstructies......................71 Koelmiddelleidingen.............................8 ■ Leidinglengte..................................25 ■ leidinglengten.................................70 ■ moeren afschroeven.......................29 ■ moeren eraf schroeven...................31 ■ moeren erop schuiven..............29, 33 ■ Oliehevelbochten monteren............25 Koelmiddelleidingen aansluiten..........................................25, 27, 30 Koelmiddelleidingen eraan schroeven31 Koeloppervlakken..............................38 Koelplafond........................................38 Koelwatertoevoer...............................38 Koperen afdichtring............................33 Kortsluiting magnesiumanode-verwarmingsspiraal.................................75, 76 Koudwateraansluiting...........8, 147, 151 Kroonsteentjes.............................43, 46
Index
Index (vervolg) Montage buiteneenheid ■ Consoleset voor wandmontage......11 ■ Consoles voor vloermontage..........11 Multi-stekkersysteem...........................8
5782 414 NL
N Netaansluiting ■ algemene aanwijzingen..................54 ■ Buiteneenheid.................................56 ■ Compressor....................................52 ■ CV-water-doorstroomtoestel...........43 ■ met blokkering energiebedrijf.........59 ■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel..................................................58 ■ verwarmingswater-warmtepompregeling..................................................48 ■ Warmtepompregeling.........55, 59, 61 Netaansluitkabel............................9, 55 ■ Aanstuurmodule CV-water-doorstroomtoestel..................................41 ■ buiteneenheid...........................56, 57 ■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel..................................................58 ■ Warmtepompregeling.....................41 Netschakelaar....................................79 Netzaansluitkabel.................................9 Normaal tarief....................................55 NTC-curve........................................100 O Oliehevelbocht.............................25, 26 Omschakelklep......................94, 95, 96 Omzetadapter....................................31 Omzetverbindingen controleren.........71 Onderdelenlijsten.............................102 Onderhoud.........................................66 Ontdooien..........................................10 Ontluchten..........................................72 ■ Zonnecircuit....................................74 Ontluchtingskraan secundair circuit...92 Opdracht tot eerste inbedrijfstelling. 153 Openen van de binneneenheid..........17 Opening voor 230 V-kabels.................8
Opening voor laagspanningskabels.....8 Opstelling...........................................15 ■ Binneneenheid................................15 ■ buiteneenheid.................................14 ■ in nissen.........................................11 ■ tussen muren..................................11 ■ voorwaarden...................................11 ■ vrijstaand........................................11 Overstortklep......................................36 Overzicht ■ elektrische aansluitingen................89 ■ interne componenten................91, 93 ■ kranen.......................................91, 93 ■ pompen.....................................91, 93 ■ sensoren...................................91, 93 P Parameter ■ Extra elektrische verwarming.........86 ■ koelfunctie......................................85 ■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel..................................................86 ■ voor de warmtepomp......................81 Parametergroep selecteren...............81 Parameterinstellingen ■ voor afstandsbediening..................83 ■ voor CV-pomp................................83 ■ voor tapwatercirculatiepomp...........83 ■ voor uitbreidingsset mengklep........83 ■ voor Vitocom 100............................84 ■ voor zonneinstallatie.......................85 Parameters ■ door installateur aangesloten componenten.............................................82 ■ Externe functies..............................84 ■ pompen...........................................83 ■ zwembad........................................86 Parameters instellen..........................81 Pompen..................................83, 91, 93 Printplaat............................................51 Printplaten..........................................43 Protocollen.......................................132 Protocollen maken.............................66 159
Index
Index (vervolg)
S Schakelcontacten ■ Dauwpuntsensor.............................38 Scheidingsinrichtingen.......................54 Schroefaansluitingen controleren......71 Secundair circuit aansluiten.........34, 36 Secundair circuit aftappen.................97 Secundair circuit ontluchten...............36 Secundair circuit vullen en ontluchten................................................72, 73 Sensoren......................................91, 93 Sensoren controleren.........................97 Service beëindigen............................81 Serviceklep ■ buiteneenheid.................................67 ■ Buiteneenheid...........................68, 70 ■ inneneinheit....................................92 Servicemenu ■ activeren.........................................81 ■ deactiveren.....................................81 ■ oproepen........................................81 Snelontluchter..............................36, 73 Soldeerpunten controleren.................71 Stelpoten............................................15 stookgasleiding ■ aanhaalmoment........................29, 33 Stookgasleiding..............8, 26, 28, 30, 68, 147, 151 Stromingsbewaker.............................47
160
T Tapwatercirculatiepomp.....................83 Tapwatercirculatiepomp aansluiten. . .45 Tapwaterfilter.....................................37 Tapwaterzijde aansluiten...................37 Technische gegevens..............141, 148 Temperatuursensor............................97 ■ Compressorkop (CTT)........94, 95, 96 ■ Condensor (OMT)...............94, 95, 96 ■ Curve type Pt500A.........................99 ■ Koelmiddelinlaat condensor (OCT)..................................94, 95, 96 ■ Luchtinlaat condensor (OAT)..................................94, 95, 96 ■ NTC-curve....................................100 Temperatuursensor compressorkop. .98 Temperatuursensoren aansluiten......48 Temperatuursensor koelmiddelinlaat verdamper..........................................97 Temperatuursensor luchtinlaat verdamper .....................................................97 Temperatuursensor propaan.......92, 97 Temperatuursensor verdamper.........97 Terugslagklep....................................37 Terugstroomblokkering..........37, 72, 92 Thermostaat.......................................45 TNC-systeem...............................60, 61 Toestel afsluiten.................................23 Toestel uitlijnen..................................15 Toestelzekeringen controleren.........100 Toevoer warmwaterboiler/CV-water. .34 Toonfrequentieontvanger.............60, 61 Totaalgewicht.....................................15 Transport......................................10, 15 Type-afhankelijke warmtecapaciteit...81 U Uitbreidingset mengklep....................46 Uitbreidingsprintplaat...................43, 46 Uitbreidingsset mengklep...................83 Uitgebreid menu.................................81 Umgebungstemperaturen..................15
5782 414 NL
R Regelaar- en sensorprintplaat......43, 48 Regelingsparameters protocollen....132 Reinigen boiler...................................74 Reparatie...........................................89 Reparatiewerkzaamheden.................66 Retourtemperatuursensor secundair circuit.....................................................97 Retour zonnewarmtecircuit. .8, 147, 151 Rubberbuffer......................................15
Index
5782 414 NL
Index (vervolg) V Vacuümmeter.....................................69 Vacuümpomp.....................................69 Vastdraaimoment ■ Wartelmoer serviceklep..................70 Veiligeheidstemperatuurbegrenzer resetten..............................................88 Veiligheidsaansluitingen....................46 Veiligheidscircuit................................48 Veiligheidsgroep................................36 Veiligheidsgroep monteren................36 Veiligheidsinstructies koelmiddel.......71 Veiligheidskleding..................67, 70, 71 Veiligheidsklep.............................36, 37 Veiligheidstemperatuurbegrenzer ■ voor zonnecircuit............................45 Veiligheidstemperatuurbegrenzer aansluiten.................................................45 Ventilatie............................................86 Ventilator................................94, 95, 96 Ventilator controleren.........................76 Verbinding binnen-/buiteneenheid.....51 Verbindingskabel binnen-/buiteneenheid........................9, 39, 41, 51, 52, 53 Verloopstuk aansluiten.......................33 Vermogen compressortrap................81 Vermogensgegevens koelen. . .142, 148 Vermogensgegevens verwarmen..........................................141, 148 Verordeningen voor werkzaamheden aan het koelcircuit..............................72 Vervangen magnesiumanode............76 Verwarmingswater-doorstroomtoestel.........................................59, 61, 92 ■ Netaansluiting.................................58 ■ Parameter.......................................86 ■ Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten...........................................88 Vitocom..............................................84 vloeistofleiding ■ aanhaalmoment........................29, 33 Vloeistofleiding..............8, 26, 28, 30, 68, 147, 151
Vloerbelasting....................................15 Vloermontage ■ buiteneenheid.................................14 Vloeroneffenheden.............................15 Vloerverwarming................................45 Vloerverwarmingscircuit.....................45 Vochtafscheider.....................94, 95, 96 Voeding..............................................55 ■ met eigen energieverbruik..............62 Voordruk expansievat controleren.....72 Vorstbeveiligingsthermostaat aansluiten......................................................48 Vrije loop van de ventilator controleren......................................................76 Vrijstaande opstelling.........................11 Vul-/aftapkraan boiler.........................92 Vul-/aftapkraan secundair circuit........92 Vul-/ontluchtingskraan.......................93 Vulhoeveelheid ■ Koelmiddel......................................70 Vulklep.........................................68, 70 ■ Buiteneenheid.................................71 Vullen ■ Koelcircuit.......................................70 ■ Secundair circuit.............................72 ■ Zonnecircuit....................................74 Vulslang.............................................70 Vulwater.............................................72 W Wandmontage ■ Buiteneenheid.................................15 ■ Console-set....................................15 Warmtecapaciteit van de compressor81 Warmteoverdrachtmedium.................74 Warmtepomp inschakelen.................78 Warmtepomp openen........................66 Warmtepompregeling netaansluitkabel9 Warmtepomp sluiten..........................63 Warmtewisselaar reinigen..................77 Warmwateraansluiting.........8, 147, 151 Wartelmoeren vervangen.............29, 33 Waterkwaliteit.....................................72 161
Index
Index (vervolg) Weerbescherming..............................11 Weerstand magnesiumanode meten...........................................75, 76 Werkdruk............................................73 Werkzaamheden aan het koelcircuit..72 Windlasten.........................................11 Windrichting.......................................11
5782 414 NL
Z Zekering ■ AVI-printplaat............................43, 51 ■ Bedrijfscomponenten 230 V~.........43 ■ netaansluiting buiteneenheid....56, 57 ■ Warmtepompregeling.....................43 Zekering controleren........................100
Zekering F1......................................100 Zekering F101..................................100 Zekering F3......................................100 Zijdelingse afdekking buiteneenheid..63 Zijplaten.............................................23 Zonnecircuit aansluiten......................38 Zonnecircuitpomp aansluiten.............45 Zonnecircuit vullen en ontluchten......74 Zonneinstallatie ■ parameterinstellingen.....................85 Zwembad...........................................49 Zwerfstroomanode.............................76
162
163
5782 414 NL
7424690 7497345 7513686
7424691 7502081 7514941
7424692 7502082 7514942
Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com 164
Technische wijzigingen voorbehouden.
Artikel nr.: 7424689 7497344 7513685
5782 414 NL
Geldig voor