Montage- en servicehandleiding
VIESMANN
voor de vakman
Vitoligno 100-S type VL1B Houtvergassingsketel voor kloofhout van 45 tot 50 cm Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOLIGNO 100-S
5602 082 NL
4/2011
Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!
Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie.
Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. ■ Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. ■ Gasafsluitkraan sluiten. ■ Ramen en deuren openzetten. ■ Personen verwijderen uit de gevarenzone. ■ Het energiebedrijf buiten het gebouw waarschuwen.
Doelgroep Wat te doen bij een rookgaslucht Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. ■ Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. ■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. ■ De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden.
Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. ■ Installatie spanningsvrij schakelen. ■ Open ramen en deuren (buiten). ■ Deuren van woonverblijven sluiten. Werkzaamheden aan de installatie
Let bij de werkzaamheden op ■ de ARBO voorschriften, ■ de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming,
2
■ Installatie spanningsvrij schakelen. ■ Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. ■ Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen.
5602 082 NL
Voorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Herstelwerkzaamheden
!
Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen.
Accessoires, en reserve-onderdelen Opgelet Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen de werking van de installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken.
5602 082 NL
!
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Montagevoorbereiding..........................................................................................
5
Montageverloop Isolatie aanbrengen.............................................................................................. Rookgasventilator monteren................................................................................ Rookgastemperatuursensor monteren................................................................. Elektrische leidingen aansluiten........................................................................... Installatie-uitvoering 1.......................................................................................... Installatie-uitvoering 2.......................................................................................... Installatie-uitvoering 3.......................................................................................... Netaansluiting....................................................................................................... Afdekkingen monteren......................................................................................... Deuren monteren................................................................................................. Aan de kant van het rookgas aansluiten.............................................................. Langs waterzijde aansluiten.................................................................................
8 14 15 16 21 26 31 36 38 39 40 41
Servicehandleiding Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 42 Aanvullende info over de stappen........................................................................ 43 Schema's Aansluiting en bedradingschema......................................................................... 57 Onderdelenlijsten............................................................................................... 59 Protocollen.......................................................................................................... 64 Technische gegevens........................................................................................ 65 Verklaringen Conformiteitsverklaring......................................................................................... 66
5602 082 NL
Index.................................................................................................................... 67
4
Montagehandleiding
Montagevoorbereiding
(100)
(400)
a
440
560
Montage
560 1000 A
b
(480)
1000 A
(480)
a
180
440
(400)
Afstandsmaten
b
180
(100)
A Benodigde afstand voor het reinigen, opstoken en bijvullen. Nominaal vermogen kW Afmeting a mm Afmeting b mm Maten tussen haakjes: Verwarmingsketel met isolatie
20 895 525
5602 082 NL
Opmerking De aangegeven wandafstanden zijn voor montage- en onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk.
5
Montagehandleiding
Montagevoorbereiding (vervolg) Plaatsing en opstelling
!
Opgelet Grote schokbewegingen kunnen de vuurhaard en de vulruimtestenen beschadigen. Bij het plaatsen en opstellen de verwarmingsketel niet aan grote schokbewegingen blootstellen.
Opmerking ■ Verwarmingsketel alleen staand en op de pallet naar de installatieruimte transporteren. ■ Verwarmingsketel zonder pallet niet met heftruck transporteren. ■ Voor het transport over trappen kan de verwarmingsketel aan de transporthaak met een koord worden beveiligd.
1. Spanbanden losmaken. 2. De 2 veiligheidsschroeven uit de voetrails draaien. Daarvoor de verwarmingsketel op de pallet opheffen. 3. Verwarmingsketel van de pallet heffen en plaatsen. 4. Stelpoten volledig vastschroeven. Daarvoor de verwarmingsketel aan de zijkant opheffen of een beetje kantelen. 5. Verwarmingsketel met de stelpoten met kleine stijging naar achter uitlijnen.
Vloerkwaliteit De verwarmingsketel moet op een niet brandbare ondergrond staan. Er is geen speciale fundatie nodig.
2. 4. 4x 4x 5602 082 NL
5.
2x
6
Montagehandleiding
Montagevoorbereiding (vervolg) Deuren demonteren
4.
Montage
2. 4.
3. 2. 1.
1. Veiligheidsschroef M 10x35 uitdraaien en bewaren. 2. Vuldeur en asdeur openen en uithangen.
5602 082 NL
3. Transportbeveiliging uit de asruimte verwijderen. 4. Kogelkoppen van de beluchtingkleppen losschroeven. 7
Montageverloop
Isolatie aanbrengen Isolatiemantel en deurcontactschakelaar
a-S
3.
1.
2.
2. Deurcontactschakelaar aan de bovenste deurlijst monteren. 3. De elektrische kabel door de uitsparing in de ketelfront op de isolatie naar boven voeren. De stekker wordt later in de steekplaats a-S in de regeling gestoken.
8
4. Werking door inhangen en sluiten van de deur controleren. Opmerking Na inbedrijfstelling kan de werking van de deurcontactschakelaar als volgt worden gecontroleerd: ■ Deur open – symbool ”Ç” aan de regeling moet knipperen. ■ Deur gesloten – symbool ”Ç” moet permanent branden (opstoken). Wanneer tijdens het opstoken de minimale ketelwatertemperatuur wordt overschreden, gaat het symbool uit.
5602 082 NL
1. Isolatiemantel rond de ketel leggen.
Montageverloop
Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatie achteraan en vooraan 2.
Montage
1.
3. 8x
1. Isolatiemat vooraan aanbrengen.
5602 082 NL
2. Isolatie achteraan aanbrengen.
3. Isolatiemat achteraan met 8 spanveren aan de isolatiemantel rechts en links bevestigen.
9
Montageverloop
Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten 2.
4,5 1.
2. Zijplaten inhangen, uitlijnen en lenskopschroeven vasttrekken.
5602 082 NL
1. 4 lenskopschroeven M 6x16 in iedere zijplaat schroeven.
10
Montageverloop
Isolatie aanbrengen (vervolg) Achterplaat
Montage
1.
Opmerking Aan de zijkant overstaande kanten van de achterste isolatiemat achter de rand van de zijplaten steken.
5602 082 NL
Achterplaat aanbrengen. Daarvoor de 4 haken van de achterplaat in de gleuven van de zijplaten hangen.
11
Montageverloop
Isolatie aanbrengen (vervolg) Bovenplaat vooraan en regelingsbehuizing
3,9x19
5.
2.
3,9x9,5
A B
3.
1.
4.
A Keteltemperatuursensor B Voeler voor veiligheidstemperatuurbegrenzer 1. Bovenplaat vooraan tussen de zijplaten leggen, naar voren schuiven en met 2 schroeven 3,9x9,5 vastschroeven.
4. Isolatiemat met gleuf opzij schuiven. 5. Keteltemperatuursensor en voeler voor veiligheidstemperatuurbegrenzer in de dompelhuls steken.
3. Onderste gedeelte van de regeling op de bovenplaat vooraan vastklikken en met 2 schroeven 3,9x19 vastschroeven.
12
5602 082 NL
2. Regelingsbehuizing openen.
Montageverloop
Isolatie aanbrengen (vervolg) Voorplaat
Montage
1.
5602 082 NL
Frontplaat monteren. Daarvoor de 4 haken van de frontplaat in de gleuven van de zijplaten hangen.
13
Montageverloop
Rookgasventilator monteren Opmerking Bij gebruik van een kleinverdeler moet voor de montage van de rookgasventilator eerst het T-stuk aan de ketelaanvoer worden gemonteerd. Montagehandleiding kleinverdeler
1.
a-Ö
4x M8x25
4xM8
4. 3. 2.
1. Stiftschroeven M 8x25 met gleuf in de rookgasflens van de verwarmingsketel schroeven. 2. Pakking op de stiftschroeven schuiven.
4. De elektrische kabel door de zijdelingse uitsparing aan de ketelachterwand tussen isolatiemantel en zijplaat naar boven voeren. Stekker van beneden door de gleuf in de bovenplaat vooraan voeren en in steekplaats a-Ö in de regeling steken.
5602 082 NL
3. Rookgasventilator erop zetten en met moeren M8 bevestigen.
14
Montageverloop
Rookgasventilator monteren (vervolg)
!
Opgelet Elektrische kabels worden door hete onderdelen beschadigd.
De rookgasventilator moet zodanig worden gemonteerd dat de elektrische kabel de ventilatorbehuizing niet aanraakt.
Rookgastemperatuursensor monteren 1.
3.
Montage
2. Ø 7-8
6.
2xØ 4,5
A
200 - 300
0
4.
A Sensorkabel Pt1000 2. Beugel centrisch boven de boring plaatsen, beide bevestigingsboringen markeren en 7 4,5 mm boren.
5602 082 NL
1. Montagepositie aan de rookgasbuis markeren (afstand zie afb.) en 7 7 tot 8 mm boren.
15
Montageverloop
Rookgastemperatuursensor monteren (vervolg) 3. Beugel met bijgevoegde zelfsnijdende schroeven M 5x12 bevestigen. 4. De sensorkabel door de zijdelingse uitsparing aan de ketelachterwand en vervolgens tussen isolatiemantel en zijplaat naar boven voeren.
!
Opgelet Hete onderdelen beschadigen elektrische kabels. De elektrische kabel moet zodanig worden aangebracht dat hij de ventilatorbehuizing niet aanraakt.
6. Voeler van de temperatuursensor door de opening van de beugel in de rookgasbuis schuiven. Temperatuursensor met de vastzetschroef fixeren.
!
Opgelet De punt van de voelerbuis moet minstens 5 mm afstand met de tegenoverliggende rookgasbuiswand hebben. Montagediepte van de rookgastemperatuursensor in acht nemen.
PROG1 PROG2
5.
Elektrische kabel van de sensor op de regeling aansluiten. Plaats van de printplaat: zie pagina 21. Opmerking De aansluiting van de sensor op de regeling is poolonafhankelijk.
Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en componenten aan de veiligheidslaagspanning van de regeling moet aan de eisen van beschermklasse II worden voldaan; dat wil zeggen: 8,0 mm lucht- en lekwegen en 2,0 mm isolatiedikte tot actieve delen. Bij alle componenten van de installateur (hiertoe behoren ook PC/laptop) moet voor een veilige elektrische scheiding volgens EN 60 335 en IEC 65 worden gezorgd.
16
5602 082 NL
Elektrische leidingen aansluiten
Montageverloop
Elektrische leidingen aansluiten (vervolg)
!
Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijvoorbeeld verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden.
Alle elektrische kabels door de opening in de bovenplaat vooraan naar de regeling voeren.
5602 082 NL
Montage
Opmerking ■ Elektrische kabels en capillaire leidingen alleen aan de rechter ketelkant tussen bekledingsplaat en isolatie leggen en met kabelbinders vastmaken. ■ Elektrische kabels zodanig leggen dat latere onderhoudswerkzaamheden niet worden belemmerd. ■ Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met motoren of hete ketelonderdelen. ■ Om het verschuiven van kabels te vermijden moeten alle kabels in de aansluitruimte van de regeling met kabelbinders worden vastgemaakt.
17
Montageverloop
Elektrische leidingen aansluiten (vervolg) Overzicht van de elektrische aansluitingen
1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 7 ? ??????
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 L N L N L N P P` S Ö P S
A
a-Ö Rookgasventilator a-S Deurcontactschakelaar A Keteltemperatuursensor (X4.1, X4.2) en rookgastemperatuursensor (X4.3, X4.4) B Ketelcircuitpomp C Aansluitingen aardleiding D Netaansluiting (zie pagina 36)
B
C
D
a-Ö
5602 082 NL
1 2 ? N N?L
X1
fÖ
X2
X3
X4
X5
a-S
18
Montageverloop
Elektrische leidingen aansluiten (vervolg)
Kabels invoeren en trekontlasten 2.
4.
Montage
3.
3.
1.
5602 082 NL
Indien de afstand tussen aangespoten trekontlasting en het kabeleinde te klein is, een trekontlasting zoals bij kabels van de installateur voorzien.
19
Montageverloop
Elektrische leidingen aansluiten (vervolg)
1 2 3 4 5 6 L N L N L N
M 1~
5602 082 NL
1 2 3 4 5 6 7 ? ??????
X2
X3
Ketelcircuitpomp aansluiten
20
Montageverloop
Elektrische leidingen aansluiten (vervolg)
Montage
PROG1 PROG2
Rookgastemperatuursensor aansluiten
Overige elektrische aansluitingen Overige elektrische aansluitingen volgens de volgende installatie-uitvoeringen 1 tot 5 aansluiten.
Netaansluiting zie pagina 36.
Installatie-uitvoering 1 Vitoligno 100-S met een of meerdere verwarmingscircuits met mengklep, verwarmingswaterbuffer en tapwateropwarming (optioneel met bivalente warmwaterboiler en zonnesysteem)
5602 082 NL
Voor installaties waarbij de warmtebehoefte 70% van het vermogen van de Vitoligno 100-S niet overschrijdt.
21
Montageverloop
Installatie-uitvoering 1 (vervolg)
--26/S1--
Hydraulisch installatieschema ID: 4605017 45
60
61 --41/20M1-42 --41/2--
--20M1--
--28---21--
--230 V--
41
--R1---R2---230 V--
22
40
--2--
--KM-bus---1--
26
Retour
--52M1--
20
--5A--
Aanvoer
21
--S1---KM-bus---S2--
--41/1--
43 --41/20M1-44 --41/52M1--
23
----26/R1-WW
12
--41/28--
53
24
4
3
8 11
--41/21--
5 --2/29--
--
-2/X4.3;4.4-
--26/R2--
16
--41/5A--
13
--41/21--
25
7 51
--
1
-X4.3;4.4-
10 / 14
9
-X4.1;4.2-
KW
-2/X4.1;4.2-
63 15 --26/S2--
50
5602 082 NL
--29--
-230V-
2
22
Montageverloop
Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Benodigde apparaten
5602 082 NL
Montage
ID: 4605017 Pos. Aanduiding Warmtegenerator Vitoligno 100-S met 1 Ketelcircuitregeling 2 Retourtemperatuurverhoging 3 Thermische regelklep 4 CV-pomp KKP 5 Thermische afvoerbeveiliging 6 Keteltemperatuursensor KTS 7 Kleinverdeler met veiligheidsklep 8 Expansievat 9 Tapwaterverwarming door de verwarmingsketel Warmwaterboiler qP Boilertemperatuursensor STS qQ Tapwatercirculatiepomp ZP qW Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qE Tapwaterverwarming door de solarinstallatie Bivalente warmwaterboiler qR Boilertemperatuursensor STS qQ Tapwatercirculatiepomp ZP qW Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qE Boilertemperatuursensor SOL qT Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB qZ Zonnecollectoren wP Collectortemperatuursensor KOL wQ Solar-Divicon wW Zonnecircuitpomp 24 wE Circulatiepomp 22 (omlaadpomp) wR Thermostatische mengautomaat wT Solarregelingsmodule, type SM1 wZ Aftakdoos wU
23
Montageverloop
Installatie-uitvoering 1 (vervolg)
5602 082 NL
ID: 4605017 Pos. Aanduiding Verwarmingscircuits met mengklep rP Verwarmingscircuitregeling Vitotronic 200-H rQ ■ Type HK1B voor 1 CV-circuit met mengklep ■ Type HK3B voor 2 of 3 CV-circuits met mengklep en voor ieder verwarmingscircuit met mengklep een uitbreidingsset bestaande uit aanvoertemperatuursensor VTS (klemsensor) rW en Mengklepmotor M2 rR of Aanvoertemperatuursensor VTS rW ■ Klemtemperatuursensor of ■ Dompeltemperatuursensor en Mengklepmotor M2 voor flensmengklep en stekker rR Verwarmingscircuitpomp HKP M2 en 3-weg-mengklep rE of Divicon Buitentemperatuursensor ATS rT Warmwaterbuffer tP Aansluiteenheid verwarmingswaterbuffer tE Rookgastemperatuursensor AGS zE Accessoires Vitotrol 200 A zP of Vitotrol 300 A Temperatuurregelaar voor vloerverwarming zQ ■ Dompeltemperatuurregelaar ■ Klemtemperatuurregelaar Verzamelstoringsmelder zW Externe aansluiting bedrijfsomschakeling / mengklep open zR Externe aansluiting mengklep dicht zT Draadloze tijdmodule zZ
24
Montageverloop
Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Elektrisch installatieschema ID: 4605017 2 X1.5 N X1.6 X1.7 L
230 V / 50 Hz
X3.2 N 29 X2.2 X3.1 L
M 1~
PROG X4.4 X4.3
KKP
5
AGS
63
KTS
7
X4.2 X4.1
Montage
PROG1
26
41 LP A3 156 40
230 V / 50 Hz
50 29 20 M1
N
1
L N
40
L N L N L N
N
28
L N L
24
230 V / 50 Hz
L N
52 M1
21
N 40
S
L
22
61 20 M 1~
HKP1
43
M 1~
M1
44
PWM 10
M 1~
UPSB ZP
M 1~
13 12
2 1
L
SKP
23
STB
16
USP
24
27
62 N
M 1~
230 V / 50 Hz
L N
M 1~
2 1 2 1
7
2 1
6
2 1
SOL
15
5
2 1
COL
21
145
LP A2 146
3 2 1
143
3 2 1
17B
Laagspanning
17A 5B 5A
VTS/M1 42
4 3 2 1
STS
2 1
1
3 2 1
11
66 ATS
45
4 3 2 1
5602 082 NL
145
65
4 3 2 1
3/2
145
64
25
Montageverloop
Installatie-uitvoering 2 Vitoligno 100-S met wandketel op olie/gas, een of meerdere verwarmingscircuits met mengklep, verwarmingswaterbuffer en tapwateropwarming met multivalente verwarmingswaterbuffer
31
30 9
1
2
4
-2/X4.3;4.4--2---KM-bus--
50
10
--230 V---52---20--
41
-2/X4.1;4.2-
3
8
-X4.3;4.4-X4.1;4.2-
7
--29--230V-
--26/10-46
47
5 --2/29--
--21--
44 --41/52--
--28--
43 --41/20--
--230 V--
--26/22--
40
--41--
--5A--KM-BUS--3---191---1---15--
45 --41/20-42 --41/2--
--31/1---96--
33
Hydraulisch installatieschema ID: 4605020
HR3 KW E HVs/HRs
HR2
14 HV1 WW/Z
12
--230 V---22--
11
26
HV2/HR1
--
--31/28--
WW
13
--
--31/21--
--26/6--
SPR2
SPR3 27 -26/5-
15 -26/7-
34 -31/5A-
KW
25
5602 082 NL
22
21
23
----26/24-
24 -26/24-
20
SPR1
--24--
--6---5---7---KM-bus---10--
26
Montageverloop
Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Benodigde apparaten
5602 082 NL
Montage
ID: 4605020 Pos. Aanduiding Warmtegenerator Vitoligno 100-S met 1 Ketelcircuitregeling 2 Retourtemperatuurverhoging 3 Thermische regelklep 4 CV-pomp KKP 5 Thermische afvoerbeveiliging 6 Keteltemperatuursensor KTS 7 Kleinverdeler met veiligheidsklep 8 Expansievat 9 Rookgastemperatuursensor AGS qP Vitocell 340-M/360-M qQ Tapwatercirculatiepomp ZP qW Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qE Inschroefcirculatie qR Buffertemperatuursensor 7 qT Zonnecollectoren wP Collectortemperatuursensor KOL wQ Solar-Divicon wW Zonnecircuitpomp 24 wE Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB wR Thermostatische mengautomaat wT Solarregelingsmodule, type SM 1 wZ Boilertemperatuursensor SOL wU Olie-/gasketel eP Vitotronic 200, type KO1B of KO2B eQ Rookgastemperatuursensor AGS, olie-/gasketel eW Buitentemperatuursensor ATS eE Boilertemperatuursensor STS eR Keteltemperatuursensor KTS eT Uitbreiding tweetraps/modulerende brander eZ
27
Montageverloop
Installatie-uitvoering 2 (vervolg)
5602 082 NL
ID: 4605020 Pos. Aanduiding Verwarmingscircuits rP Uitbreidingsset voor een CV-circuit met mengklep rQ bestaande uit ■ Aanvoertemperatuursensor VTS M2 (klemtemperatuursensor) rW en ■ mengklepmotor DN 20 tot 50, R½ tot R1¼ rR of Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep met rQ Aanvoertemperatuursensor VTS M2 (klemtemperatuursensor) rW ■ klemtemperatuursensor of ■ Dompeltemperatuursensor en Mengklepmotor M2 voor flensmengklep en stekker rR Cv-pomp HKP M2 rE of Divicon voor andere verwarmingscircuits met mengklep is Vitotronic 200-H nodig Dompeltemperatuurregelaar voor vloerverwarming (optioneel) rT - Dompeltemperatuurregelaar - Klemtemperatuurregelaar Retourtemperatuursensor RLS 10 (CV-circuit) rZ Drieweg-omschakelklep 22 rU Warmwaterbuffer tP
28
Montageverloop
Installatie-uitvoering 2 (vervolg)
5602 082 NL
Montage
ID: 4605020 Pos. Aanduiding Accessoires Vitotrol 200 A zP of Vitotrol 300 A Uitbreiding EA1 zQ Algemene storingsmelding (zonder uitbreiding EA1 vereist) zW Externe bijschakeling: (Uitbreiding EA1 vereist) zE - Extern afsluiten - Extern opvragen - Externe werkingsprogramma-omschakeling Externe gewenste waarde 0 tot 10 V (uitbreiding EA1 vereist) zR Draadloze tijdmodule zT KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers zZ Vitocom 200, type GSM zU of Vitocom 200, type GP1 zI Externe uitbreiding H5 zO Motorisch gestuurde rookgasklep (alleen bij Vitogas 200-F) uP
29
Montageverloop
Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Elektrisch installatieschema ID: 4605020 66 KM-bus-verdeler
2
145
X1.5 N X1.6 X1.7 L
230 V / 50 Hz 31 145
X3.2 N 29 X2.2 X3.1 L
M 1~
PROG X4.4 X4.3
KKP
5
AGS
10
KTS
7
3 2 1
145
3 2 1
145
31 96
N
40
L
N 40 A 157
0-10 V DE3 DE2 DE1
31 1 2
96
40
M2 41
L P Ö S
S
4 3
62
64
2 1 2 1 2 1
63 63 63
145
N 230 V / 50 Hz
L 1 L
40 EA1
N 7
41
2
X12
41 HK M2 61
N
40 A
L
41
40 N 40 A 2
69
230 V / 50 Hz
60 67
KM-bus
61 EA1
PROG1
X4.2 X4.1
40
3 2 1
7
41
4
150
M 1~
20
70
SM1 26
45 N
41 M
40
L
M2
43
M2
44
L
X12
N 20
N
M 1~
52
L N 21
28
M 1~
L N
M 1~
L
191 9
Laagspanning
15 5A 3
1
145
UPSB
31 ZP
90
36
2 1 2 1
AGS
2 1
STS
145
41
N
40 A
L
2
2 1
145
4 3
VTS M2
42
KTS
24
ATS
34
PWM 10
33 41
6
145 KM-bus 66 5 LON
68
M 1~
2 1
1 2 4 3 2 1 4 3 2 1
M 1~
UP
23
STB
24
UP
47
RTS
46
PTS
15
COL
21
SOL
27
145
5602 082 NL
2
N L
35
7 145 HK M2
N L
32
65
2 1
28
40
22
2 1 3
LON
12
2 1
26 SM1
3 2 1
4 3 2 1
13
30
31 22
23
21
--26/6--
5602 082 NL
KW 25
----26/24-
SPR1
SPR2
SPR3
11 -31/5A-
17 --26/7--
15 --26/5--
16 -26/2420
--24--
14 26
HR3 KW E HVs/HRs
HR2
--6---7---5---KM-BUS---10--
18
HV2/HR1
HV1 WW/Z
12
--230 V---22--
--
WW
--34/A2--
13 --
--34/A1--
50
34
--A2--A1--
--40---52---20--
63
3
-2/X4.1;4.2-
8
-X4.1;4.2-
41
--40--
-230V-
--KM-BUS---2--
9
5 --2/29--
4
44 --41/52M2--
43 --41/20M2--
45
67 -26/22-
66
36 -31/X3.4;3.5-
40
60
31
30
35
--5A---KM-BUS---X3.1;3.2---X3.4;3.5--
61 --41/20M2-42 --41/2M2--
Montage
7
2
1
-2/X4.3;4.4-
-X4.3;4.4-
--29--
--96--230V-
--31/X3.1;3.2--
--26/10--
Hydraulisch installatieschema ID: 4605078 Vitoligno 100-S met wandketel op olie/gas, een of meerdere verwarmingscircuits met mengklep, verwarmingswaterbuffer en tapwateropwarming met multivalente verwarmingswaterbuffer
Installatie-uitvoering 3 Montageverloop
Montageverloop
Installatie-uitvoering 3 (vervolg)
ID: 4605078 Pos. Aanduiding Warmtegenerator Vitoligno 100-S met 1 Ketelcircuitregeling 2 Retourtemperatuurverhoging 3 Thermische regelklep 4 CV-pomp KKP 5 Thermische afvoerbeveiliging 6 Keteltemperatuursensor KTS 7 Kleinverdeler met veiligheidsklep 8 Expansievat 9 Rookgastemperatuursensor AGS zE Vitocell 340-M/360-M qR Boilertemperatuursensor STS qQ Tapwatercirculatiepomp ZP qW Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qE Boilertemperatuursensor SOL qT Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB qZ Buffertemperatuursensor qU Inschroefcirculatie qI Zonnecollectoren wP Collectortemperatuursensor KOL wQ Solar-Divicon wW Solarcircuitpomp wE Thermostatische mengautomaat wT Solarregelingsmodule, type SM1 wZ Aftakdoos wU Wandketel op olie/gas met eP Vitotronic 200, type HO1B eQ Buitentemperatuursensor ATS rT Installatie zonder circulatie: ■ Interne uitbreiding H1 zR of ■ Interne uitbreiding H2 zT Installatie met circulatie of bij Vitoladens 300-W extra: ■ Uitbreiding AM1 eR Open-verdeler/verzamelaar eT Aanvoertemperatuursensor VTS voor open verdeler eZ
32
5602 082 NL
Benodigde apparaten
Montageverloop
Installatie-uitvoering 3 (vervolg)
5602 082 NL
Montage
ID: 4605078 Pos. Aanduiding Verwarmingscircuits rP Uitbreidingsset voor een CV-circuit met mengklep rQ bestaande uit ■ Aanvoertemperatuursensor VTS M2 (klemtemperatuursensor) rW en ■ mengklepmotor DN 20 tot 50, R½ tot R1¼ rR of Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep met rQ Aanvoertemperatuursensor VTS M2 (klemtemperatuursensor) rW en Mengklepmotor M2 voor flensmengklep en stekker rR Cv-pomp HKP M2 rE of Divicon voor andere verwarmingscircuits met mengklep is Vitotronic 200-H nodig Temperatuurregelaar voor vloerverwarming (optioneel) zQ - Dompeltemperatuurregelaar - Klemtemperatuurregelaar Retourtemperatuursensor RLS (verwarmingscircuit) zZ 3-weg-omschakelklep zU Warmwaterbuffer tP Accessoires Vitotrol 200A zP of Vitotrol 300A KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers zW Draadloze tijdmodule zI
33
Montageverloop
Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Elektrisch installatieschema ID: 4605078 2
X1.5 N X1.6 X1.7 L X3.2 N 29 X2.2 X3.1 L
230 V / 50 Hz M 1~
PROG X4.4 X4.3
KKP 5
PROG1 AGS 63
X4.2 X4.1
KTS
31 40
230 V / 50 Hz
7
64 H1
96
N
230 V / 50 Hz
L L N
31
L
96
N
96 N
53 96 40
64 H1 65 H2 28
34 AM1
L 1 N L
M 1~
ZP 12
USPB 13
M 1~
ZP 12
USPB 13
65 H2
5
STS
11
31
L
96
N
Laagspanning
X3.7 X3.6 X3.5 X3.4
157 VTS
X3.3 X3.2 X3.1
96
36 28
68 ATS
45
P Ö S N L
62 KM-bus-verdeler 3 2 1
3 2 1
31 40 A
145 145
3 2 1
145
3 2 1
KM-bus
60
40 M2
41
34 AM1 N L
40 40 A
A1 A2
145
L N L N L 4 3
M 1~ M 1~
UPSB 13 ZP
12
145 M2
41
5602 082 NL
1 2
N
34
Montageverloop
Installatie-uitvoering 3 (vervolg) 34 40 A
41 HK M2 N L
40 40 A 2
N
SM1 26
40
L 61 N
HKP 43 M2
M 1~
20 L N M 1~
34 145
41 40 A
2 1
2
2 1
145
2 1
M2
44
VTS M2
42
Montage
52
26 SM1 N L
40
24
22 PWM 10 7 6 5
M 1~
L
N L 2 1 4 3 2 1 4 3 2 1
M 1~
UP
23
STB
16
UV
67
RLS
66
STS
17
COL
21
SOL
15
145
5602 082 NL
2 1
27 N
35
Montageverloop
Netaansluiting Richtlijnen Voorschriften
Geadviseerde netaansluitkabel
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijvoorbeeld aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform NEN voorschriften, NEN 1010 en volgens de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf! De voedingskabel voor de regeling mag met maximaal 16 A gezekerd zijn.
3-aderige kabel naar keuze: ■ H05VV-F3G 0,75 mm2 ■ H05RN-F3G 0,75 mm2
D
BU GNYE BN
C
56 7
fÖ N? L
B
X1
De hoofdschakelaar moet buiten de installatieruimte worden aangebracht en tegelijk alle ongeaarde kabels met minstens 3 mm contactopening scheiden.
X2
Eisen aan de hoofdschakelaar (indien nodig)
1 2 3 4 5 6 7 ? ??????
A N PE L1
A Netspanning 230 V~ B Zekering (maximaal 16 A~) C Hoofdschakelaar, 2-polig (installateur) D Aansluitdoos (installateur)
5602 082 NL
1. Controleren of de voedingskabel voor de regeling mag met maximaal 16 A gezekerd is.
36
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg) 2. Netaansluitkabel in het aansluitkastje en in de regeling vastklemmen (installateur).
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757 BN bruin BU blauw GNYE groen/geel
5602 082 NL
Montage
Gevaar Verkeerde aansluiting van draden kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders ”L1” en ”N” niet verwisselen: L1 bruin N1 blauw PE groen/geel
37
Montageverloop
Afdekkingen monteren
1.
2.
2. Behuizing regeling sluiten.
5602 082 NL
1. Bovenplaat achteraan opleggen.
38
Montageverloop
Deuren monteren
Montage
Opmerking Voor het sluiten van de asdeur garanderen dat de vuurhaard tot aan de aanslag is ingeschoven en dat er zich geen andere delen in de asruimte bevinden.
4. 1.
A
2.
3.
5602 082 NL
A Typeplaatje 1. Vuldeur en asdeur inhangen en sluiten.
3. Veiligheidsschroef M 10x35 vastschroeven.
2. Kogelkoppen van de beluchtingkleppen vastschroeven.
4. Typeplaatje op de rechter of linker zijplaat plakken. 39
Montageverloop
Aan de kant van het rookgas aansluiten Opmerking Om geluidsoverdracht, veroorzaakt door de rookgasventilator, te vermijden, moet een elastisch verbindingsstuk in de rookgasbuis worden aangebracht. Rookgasbuis niet in de schoorsteen inmetselen. 2. Volledige rookgasbuis met reinigingsopening gasdicht uitvoeren.
B
A
Opmerking Rookgastemperatuursensor moet gemonteerd zijn (zie pagina 15). 3. Rookgasbuis minimaal 30 mm dik isoleren. 4. Een trekbegrenzer (accessoires) in de schoorsteen monteren: afzonderlijke montagehandleiding
A Isolatie B Elastische rookgasbuisinlaat
5602 082 NL
1. Rookgasbuis naar de schoorsteen stijgend (indien mogelijk 45°) aanleggen. Rookgasbuis (binnendiameter): 7 150 mm Maximale lengte rookgasbuis: 3000 mm
40
Montageverloop
Langs waterzijde aansluiten F
GH
K L M A B E
Montage
D
C
A Voeler voor thermische afvoerbeveiliging B Ketelaanvoer G1 C Aftap en membraanexpansievat R ¾ D Ketelretour G1 E Warmwateruitlaat voor thermische afvoerbeveiliging
F Koudwatertoevoer voor thermische afvoerbeveiliging G Thermische afvoerbeveiliging H Reinigingsopening K Tapwaterfilter L Terugstroomblokkering M Drukreduceerklep
Opmerking ■ Er mogen alleen geregelde verwarmingscircuits met mengklep worden aangesloten. ■ Het gebruik van een retourtemperatuurverhoging (minimale retourtemperatuur 65 °C) is vereist.
Veiligheidsleidingen installeren. Toegelaten werkdruk: 3 bar Testdruk: 4 bar
5602 082 NL
Montagehandleiding kleinverdeler
Opmerking De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien, en afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemarkeerd moet zijn.
41
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud
• •
1. Verwarmingsinstallatie vullen....................................... 43
•
•
• •
4. Opstoken......................................................................... 43
• •
•
• • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
5. Installatie buiten bedrijf stellen..................................... 44 6. Rookgasventilator reinigen........................................... 44 7. Afdichtingkoorden controleren..................................... 45 8. Deuren op dichtheid controleren.................................. 46 9. Nageschakeld verwarmingsoppervlak reinigen.......... 47 10. Vulruimte reinigen (indien nodig)................................. 48 11. Asruimte en vuurhaard reinigen................................... 50 12. Kijkglas reinigen............................................................. 51 13. Membraanexpansievat en installatiedruk controleren 51 14. Veiligheidskleppen op werking controleren 15. Werking van de thermische afvoerbeveiliging............ 52 16. Rookgastemperatuursensor controleren..................... 52 17. Keteltemperatuursensor controleren........................... 54 18. Luchttoevoeropening van de stookruimte controleren 19. Testwerking..................................................................... 54 20. Emissiemeting................................................................ 55 21. Drukcontroleren.............................................................. 56 22. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 56
5602 082 NL
• • •
2. Alle aansluitingen aan verwarmingswaterzijde controleren op lekkage 3. Netspanning inschakelen.............................................. 43
•
• •
Pagina
42
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen Verwarmingsinstallatie vullen 2. Terugslagkleppen openen. 3. Verwarmingsinstallatie met water vullen en ontluchten tot de druk 0,1 tot 0,2 bar hoger is dan de voordruk van het membraanexpansievat. Toegelaten werkdruk: 3 bar Testdruk: 4 bar 4. Vuldruk aan de manometer A markeren. 5. Terugslagkleppen opnieuw in werkingspositie terugplaatsen.
1. Voordruk van het membraanexpansievat controleren. Als de voordruk lager is dan de statische druk van de installatie, stikstof bijvullen tot de voordruk 0,1 tot 0,2 bar hoger is. Als de voordruk te hoog is, adequaat aanpassen.
Netspanning inschakelen
Service
Bedieningshandleiding
Opstoken
5602 082 NL
Bedieningshandleiding
43
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatie buiten bedrijf stellen Gevaar Het aanraken van spanning voerende of hete onderdelen kan gevaarlijke verwondingen veroorzaken. Voor u met de reinigingswerkzaamheden begint de netspanning (bijvoorbeeld aan de zekering of aan een hoofdschakelaar) uitschakelen en wacht tot de verwarmingsketel is afgekoeld.
1. Brandstof laten uitbranden. 2. Verwarmingsketel na het afkoelen aan de regeling uitschakelen.
Rookgasventilator reinigen
A B
6x
Opmerking De lengte van de elektrische kabels is niet voldoende om de motor op de grond te leggen. 2. Ventilatorwaaier, ventilatorbehuizing en rookgasaansluiting met spatel en stofzuiger reinigen. 44
3. Ventilatorwaaier op zichtbare schade controleren, indien nodig, vervangen. 4. Rookgasventilator in omgekeerde volgorde monteren.
5602 082 NL
1. Vleugelschroeven aan de rookgasventilator A losmaken en motor B met ventilatorwaaier eruit trekken.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
!
Opgelet Elektrische kabels worden door hete onderdelen beschadigd.
De rookgasventilator moet zodanig worden gemonteerd dat de elektrische kabel de ventilatorbehuizing niet aanraakt.
Afdichtingkoorden controleren
5602 082 NL
Service
Afdichtingkoorden aan alle deuren en reinigingsdeksel reinigen en op beschadigingen controleren. Beschadigde afdichtingkoorden vervangen.
45
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Deuren op dichtheid controleren
E A
D E B
C
Opmerking Veiligheidsschroef aan de rechter kant van de asdeur voor het openen losdraaien. 46
2. Indien nodig de deuren opnieuw instellen. Daarvoor moeren C losmaken, scharnieren verschuiven en moeren opnieuw aantrekken. 3. Daarna de werking van de deurcontactschakelaar D controleren. 4. Als het nog steeds ondicht is: pakking E aan de betreffende deur vervangen.
5602 082 NL
1. Vuldeur A en asdeur B op dichtheid controleren. In geval van twijfel met een papierstrook controleren. Een ingeklemde papierstrook (ca. 20 mm breed) mag er niet kunnen worden uitgetrokken.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Nageschakeld verwarmingsoppervlak reinigen
A
C
D
B
Service
E
5602 082 NL
F
47
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 1. Bovenplaat achteraan A demonteren. 2. Isolatiemat B naar beneden klappen. 3. Reinigingsdeksel C openen.
6. De binnenwanden van de rookgasverzamelkast E en de nageschakelde verwarmingsoppervlakken F met spatel, reinigingsborstel en stofzuiger reinigen. 7. In omgekeerde volgorde opnieuw samenstellen.
4. Pakking aan het reinigingsdeksel op beschadigingen controleren. Indien nodig, pakking vervangen. 5. Wirbulatoren D naar boven uittrekken en reinigen. Indien nodig, tang gebruiken.
Vulruimte reinigen (indien nodig) Opmerking ■ Kleine scheurtjes in het oppervlak van de onderdelen van het vuurbeton zijn normaal en hebben geen invloed op de werking en de levensduur van de onderdelen. ■ Zwart glanzende afzettingen op de binnenwanden van de vulruimte zijn normaal en moeten niet worden verwijderd.
5602 082 NL
1. Verwijder droge en afbladderende neerslag (as, kolen en teer) met een schraper of een spatel van de wanden en uit de voorste en achterste hoeken.
48
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
G
F E A B C
2. Primaire luchtopeningen A in de zijdelingse primaire luchtelementen B op vrije doorgang controleren en eventueel met een stofzuiger reinigen.
5. Na de reiniging de smeulgasklep en de vuldeur sluiten.
5602 082 NL
3. Injectorgleuf C in het grondelement D reinigen.
4. Verwijder droge en afbladderende neerslag (as, kolen en teer) met een schraper of een spatel van de smeulgasklep E, van de deurlijst F en van de binnenkant van de vuldeur G.
49
Service
D
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Asruimte en vuurhaard reinigen
C
B A
F
E
D
E
1. Veiligheidsschroef A afschroeven. 2. Deur van de asruimte Bopenen.
5. Na de reiniging de deur van de asruimte B sluiten en veiligheidsschroef A vastschroeven.
3. Kijkopening C reinigen.
Opmerking ■ Een restlaag as werkt isolerend en kan in de asruimte blijven. ■ Indien nodig kan de vuurhaard voor de reiniging naar voor worden getrokken. Hij moet er na de reiniging opnieuw tot aan de aanslag worden ingeschoven.
50
5602 082 NL
4. Verwijder de as voor de vuurhaard D, naast de vuurhaard E en uit de vuurhaard F.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Kijkglas reinigen 1. Bevestigingsklemmen aftrekken en het kijkglas A uit de kijkopening aan de asdeur nemen. 2. Kijkglas reinigen en opnieuw aanbrengen. Metalen ring als laatste monteren.
A
Membraanexpansievat en installatiedruk controleren Opmerking Controle uitvoeren bij koude installatie. 1. Installatie zo ver leegmaken of kapventiel op membraanexpansievat sluiten en druk verlagen tot manometer ”0” aangeeft.
3. Water bijvullen tot bij afgekoelde installatie de druk min. 1,0 bar bedraagt en 0,1 tot 0,2 bar hoger is dan de voordruk van het membraanexpansievat. Toeg. werkdruk: 3 bar
5602 082 NL
Service
2. Als de voordruk van het membraanexpansievat lager is dan de statische druk van de installatie, stikstof bijvullen tot de voordruk 0,1 tot 0,2 bar hoger is.
51
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Werking van de thermische afvoerbeveiliging 1. Klep van de thermische afvoerbeveiliging bedienen: Rode kapA tegen klep duwen. Water moet uitstromen. 2. Bij een te klein debiet klep reinigen of vervangen.
Rookgastemperatuursensor controleren 2,25
Weerstand in kΩ
1,75
1,25
0,75
0
A
100
200
300
Temperatuur in °C
5602 082 NL
A afgebeeld gegevenspunt: weerstand van 1078 Ohm bij een temperatuur van 20 °C
52
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) 1. Sensor uit rookgasbuis demonteren en reinigen. Gevaar Verbrandingsgevaar door hete onderdelen. Sensor pas na afkoeling aanraken.
5. Sensor weer monteren. Technische gegevens Sensortype Beschermingsgraad Toegestane omgevingstemperatuur ■ in bedrijf ■ bij opslag en transport
Pt1000 IP 55
0 t/m +400 °C 0 t/m +40 °C
2. Overeenkomstige aders in de regeling afklemmen (zie pagina 57). 3. Weerstand van de sensor aan de aders meten.
5602 082 NL
Service
4. Meetresultaat met werkelijke temperatuur vergelijken. Bij sterke afwijking montage controleren of sensor reinigen. Eventueel sensor vervangen.
53
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Keteltemperatuursensor controleren 1. Overeenkomstige aders in de regeling afklemmen (zie pagina 57).
3,4 3,2
2. Weerstand van de sensor aan de aders meten.
3,0 2,8
3. Meetresultaat met werkelijke temperatuur vergelijken. Bij sterke afwijking montage controleren en eventueel sensor vervangen.
2,6 2,4
Weerstand in kΩ
2,2 2,0 1,8 1,6
0 20 40 60 80 100 Aanvoertemperatuur resp. Retourtemperatuur in °C
Technische gegevens Sensortype Beschermingsgraad Toegestane omgevingstemperatuur ■ in bedrijf ■ bij opslag en transport
KTY 81-210 IP 65
0 t/m +100 °C -20 tot +70 °C
Testwerking 1. CV-ketel in bedrijf nemen.
2. Instellingen en werking van de ketelregeling controleren.
5602 082 NL
Bedieningshandleiding
54
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) Emissiemeting
De Vitoligno 100-S is een vollastketel en moet daarom met een voldoende grote buffer worden gebruikt. Als de rookgasventilator is uitgeschakeld of lager is ingesteld, kunnen de vereiste emissiewaarden niet worden bereikt. De buffer moet daarom minstens 55 l per kW ketelvermogen hebben.
5602 082 NL
Voor de emissiemeting moeten de volgende punten in acht worden genomen: ■ De verwarmingsketel moet minstens een week gebruikt zijn opdat de afdichtingkoorden geen gas meer doorlaten. ■ Rookgasventilator, vulruimte, asruimte en nageschakelde verwarmingsoppervlakken zorgvuldig reinigen (zie pagina 44 , 48 , 50 en 47) ■ Allen natuurlijk en droog hout gebruiken (zie bedieningshandleiding, hoofdstuk ”Brandstof”). Vochtig hout leidt tot een vermindering van de vlamtemperatuur en ook tot hogere emissiewaarden. De aangegeven ideale kloofhoutafmetingen moeten in acht worden genomen.
■ CV-ketel voorverwarmen (minstens 2 uur vóór de meting) en de basisgloed vormen. Daarvoor de vulruimte voor de helft vullen. Het kloofhout dwars dicht naast elkaar leggen. Daarbij stukken met grote verschillen in diameter vermijden. De vlam moet krachtig zijn en helder branden en de grond van de vuurhaard juist aanraken. De verwarmingsketel op die manier tot aan het begin van de emissiemeting laten branden. ■ Gewenste keteltemperatuur op 85 °C zetten, retourtemperatuur op 65 °C zetten, ketelcircuitpomp op trap II zetten (keteltemperatuur moet ongeveer 80 °C bedragen maar lager liggen dan 83 °C), schoorsteentrek controleren (moet tussen 10 en 15 Pa liggen en niet schommelen). ■ Eer moet tijdens de opwarmfase en de meting voor voldoende warmteopname worden gezorgd. De buffer moet voor het begin van de meting leeg zijn. Indien nodig alle radiatorkranen volledig opendraaien. ■ Met de afsluiters primaire lucht en secundaire lucht resterend zuurstof op 6 tot 8 % regelen.
55
Service
Na de inbedrijfstelling moet de stookinrichting door een gekwalificeerde vakman worden goedgekeurd. Met een emissiemeting moet worden aangetoond dat de verwarmingsketel aan de actueel geldende emissiegrenswaarden voldoet. Om niet boven die waarden te liggen, moet de verwarmingsketel correct werken. Daarbij hoort naast de reiniging en het juiste opstoken ook de keuze van geschikt brandhout.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg) ■ De gloed voor de meting gelijkmatig in de vulruimte verdelen. Het gloedbed daarbij niet verdichten. De gloedhoogte mag nog ca. 10 cm bedragen. Snel 50 cm lang kloofhout dicht in dwarsrichting opleggen. 5 Minuten na het sluiten van de vuldeur kan met de emissiemeting worden begonnen. ■ Tijdens de meting (duur: 15 minuten) mag de keteltemperatuur 82 °C niet overschrijden. De temperatuurindicatie nauwgezet observeren. Als u merkt dat de temperatuur wordt overschreden, voor extra warmteopname zorgen.
Drukcontroleren 1. Druk in rookgasbuis meten (nodige druk zie technische gegevens op pagina 65).
2. Trekbegrenzer instellen, indien nodig
Instrueren van de installatiegebruiker Bedienings- en servicedocumentatie Alle onderdelenlijsten, bedieningshandleidingen en servicehandleidingen aan de installatiegebruiker overhandigen. Instrueren van de installatiegebruiker
5602 082 NL
De installateur moet de beheerder van de installatie over de bediening informeren.
56
Schema's
5602 082 NL
A
Service
D
B
C
Aansluiting en bedradingschema
A B C
Netaansluiting Keteltemperatuursensor Rookgastemperatuursensor
D F1 F2
Elektronische regelaar Zekering Zekering 57
Schema's
Aansluiting en bedradingschema (vervolg) Veiligheidstemperatuurbegrenzer Aan/uit-schakelaar Ketelcircuitpomp Rookgasventilator Deurcontactschakelaar
5602 082 NL
F7 S1 sÖ a-Ö a-S
58
Onderdelenlijsten
5602 082 NL
Aanwijzing voor bestellingen van onderdelen! Bij bestelling moeten het bestelnummer, het serienummer (zie typeplaatje) en het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst) worden vermeld. Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. 001 Rookgasventilator (met positie 002, 003 en 018) 002 Afdichting rookgasventilator 003 Behuizing rookgasventilator (met positie 002) 007 Dichtingpakking 16 x 12 008 Zijplaat 009 Kijkglas 010 Handgreep 011 Deurcontactschakelaar 012 Kogelkop 013 Beluchtingklep 014 Slangtule 015 Deurscharnier 016 Vuurhaard (2x positie 008, 1x positie 022, 032 en 039) 017 Veiligheidshaak 018 Radiaalventilator 019 Primaire luchtelement (3 stuks) 020 Injector bovenste gedeelte 021 Injector onderste gedeelte 022 Branderkamer-behuizing 023 Isolatieblok asdeur 024 Isolatieblok reinigingsdeksel (met positie 007) 025 Wirbulator 027 Vuldeur compleet 028 Asdeur compleet 029 Reinigingsdeksel compleet 030 Smeulgasklep 031 Steel voor borstel 032 Plaat onderaan 035 Stelpoot 036 Rookgastemperatuurbewaker
037 038 039 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 405 407 410 411 416 417 418 419 420 421 423 424 430 436 491 498
Reinigingsborstel Rooster, 20 kW Plaat achteraan Bovenplaat vóór Bovenplaat achter Voorplaat Achterplaat Zijplaat rechts Zijplaat links Isolatiemantel Isolatiemat vóór Isolatiemat achter Logo Vitoligno 100-S Afdekstop voor veiligheidstemperatuurbegrenzer Frontplaat Behuizing bovenste gedeelte Bedieningsveld Behuizing onderste gedeelte Behuizing bovenste gedeelte achter Bedieningseenheid Basisprintplaat Keteltemperatuursensor Rookgastemperatuursensor Zekeringhouder voor zwakstroomzekering Schroefdop voor zwakstroomzekering Veiligheidstemperatuurbegrenzer Schakelaar, 2-polig (netschakelaar) Zekering T 6,3 A/250 V~ Trekontlasting
Onderdelen zonder afbeelding 104 Stekker netaansluiting fÖ (3 stuks) 300 Bevestigingselementen isolatie 301 Spuitbuslak, vitozilver 302 Lakstift, vitozilver 303 Montage- en servicehandleiding 305 Bedieningshandleiding 59
Service
Onderdelenlijsten
Onderdelenlijsten
Onderdelenlijsten (vervolg) 499 Bevestigingsschroeven regeling
200
A Typeplaat verwarmingsketel B Typeplaatje regeling 201
206 205
207
A VI
TO
LI
GN
O
10
0
208
203
209
202
60
204 5602 082 NL
035
Onderdelenlijsten
Onderdelenlijsten (vervolg)
019
019
029 038 007 025
024 001
020
021
018
5602 082 NL
Service
002 003
61
Onderdelenlijsten
Onderdelenlijsten (vervolg)
011
015
030
027
007
013 012 023 010
008
017 028
039 008
015
032
007 009
014 010
037
62
022
016
5602 082 NL
031
Onderdelenlijsten
Onderdelenlijsten (vervolg)
407
410
417
421 498
419
Service
411
5602 082 NL
SE
418
B
T
424 491 423 436
405
430
416
63
Protocollen
Protocollen
Eerste inbedrijfstelling
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
Onderhoud/service
d.d.: door:
d.d.: door:
d.d.: door:
d.d.: door:
d.d.:
5602 082 NL
door:
64
Technische gegevens
Technische gegevens Nominale spanning Nominale frequentie Nominale stroomsterkte Opgenomen vermogen Beschermingsklasse Beschermingsgraad
230 V∼ 50 Hz 6 A∼ 142 W (aritmetisch middel) I IP 20 conform EN 60529, door opbouw/inbouw te garanderen Type 1 B conform EN 60730-1
Werkwijze Toegestane omgevingstemperatuur ■ in bedrijf
0 tot +40 °C Gebruik in woningen en verwarmde ruimtes (normale omgevingsvoorwaarden) −20 tot +65 °C
■ bij opslag en transport Nominaal vermogen Vereiste druk*1
°C kg/uur Volume-%
20 10 - 15 0,10 - 0,15 180 36 13
Service
Rookgas*2 Gemiddelde temperatuur (bruto)*3 Massastroom CO2-gehalte
kW Pa mbar
*1 5602 082 NL
*2 *3
Bij de schoorsteendimensionering in acht nemen. Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens DIN EN13384. Gemeten rookgastemperatuur bij een verbrandingsluchttemperatuur van 20 °C conform EN 304. 65
Verklaringen
Conformiteitsverklaring Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitoligno 100-S met de volgende normen overeenstemt: DIN EN 303-5 DIN 4702-1 DIN 4702-4 Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gekenmerkt: 2006/95/EG 2004/108/EG 97/ 23/EG 98/ 37/EG
Allendorf, 6 april 2010
Viessmann Werke GmbH&Co KG
5602 082 NL
ppa. Manfred Sommer
66
Index
Index A Aan de kant van het rookgas aansluiten......................................................40 Aansluit- en bedradingschema..........57 Aansluitingen aan waterzijde.............41 Afdichtingkoorden..............................45 Asdeur................................................46 Asruimte.............................................50 B Bedradingschema..............................57 Buitenbedrijfstelling............................44 C Conformiteitverklaring........................66 D Deurcontactschakelaar......................46 Deuren...............................................46 Druk...................................................65 Druk controleren................................56 E Elektrische aansluitingen.............18, 57 Emissiemeting....................................55 H Hoofdschakelaar................................36 I Installatieschema (voorbeeld) 22, 26, 31 Installatie-uitvoeringen.......................21 Isolatie..................................................8
5602 082 NL
K Ketelcircuitpomp................................20 Keteltemperatuursensor...............12, 54 Kijkglas reinigen.................................51
N Nageschakeld verwarmingsoppervlak reinigen..............................................47 Netaansluiting....................................36 Netaansluitkabel................................36 Netspanning inschakelen...................43 O Onderdelenlijst...................................59 Opstelling ■ Afstandsmaten..................................5 ■ Plaatsing...........................................6 P Primaire luchtelementen....................49 Primaire luchtopeningen....................49 R Regelingsbehuizing............................12 rookgastemperatuur...........................65 Rookgastemperatuursensor.........15, 21 Rookgasventilator........................14, 44 T Technische gegevens........................65 Testwerking........................................54 Thermische afvoerbeveiliging............52 Trekontlasting....................................19 V Vloerkwaliteit........................................6 Voeler voor veiligheidstemperatuurbegrenzer...............................................12 Voorschriften......................................36 Vuldeur...............................................46 Vulruimte reinigen..............................48 Vuurhaard..........................................50
M Membraanexpansievat.......................51
67
68
chloorvrij gebleekt papier
Gedrukt op milieuvriendelijk,
Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com
Technische wijzigingen voorbehouden.
vanaf serienummer 7459 901␣ 00000 ␣␣␣
5602 082 NL
Geldig voor