VERZONDEN R.J. Helm Wethouder. Aan de gemeenteraad van Purmerend. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 16 november 2012

PURMEREND

R.J. Helm Wethouder

Postbus 15 1440 AA Purmerend telefoon 0299-452452 telefax 0299-452124

Aan de gemeenteraad van Purmerend

VERZONDEN 1 9.11.12 uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk 1054862

datum 16 november 2012

Evaluatie Notitie Dierenwelzijn

Geachte leden van de raad, Hierbij bied ik u namens het college ter kennisname aan de Evaluatie Notitie Dierenwelzijn. De evaluatie is aangekondigd op de actie- en evaluatielijst van de commissie SOB. Uit de evaluatie blijkt dat de gemeente Purmerend de afgelopen jaren voortvarend aan de slag is gegaan met de uitwerking van de in 2007 door uw raad vastgestelde beleidsspeerpunten. Daarnaast wordt duidelijk dat de maatschappelijke partners van de gemeente over het algemeen genomen tevreden zijn met de praktische uitwerking van het dierenwelzijnbeleid. Op de onderdelen waarover opmerkingen zijn binnengekomen vindt doorlopend overleg plaats. Ook zijn er een aantal acties uit de evaluatie voortgekomen.

Met vriendelijke groet,

Roald Helm Wethouder Fysieke Leefomgeving en Dierenwelzijn

bijlage(n): Evaluatie Notitie Dierenwelzijn

bezoekadres bankrelaties:

Stadhuis Purmersteenweg 42 BNG 28.50.06.967, ABN Amro 58.89.19.977

Werkplein Purmerend Waterlandlaan 22-36

GEMEENTE PURMEREND AFDELING

STADSBEHEER

OKTOBER

2012


INHOUDSOPGAVE

Inleiding

1

2

3

4

Aanleiding

4

Speerpunten van het dierenwelzijnbeleid

4

Consultatieronde maatschappelijke partners

4

Opzet evaluatie en leeswijzer

5

Uitvoering van dierenwelzijnbeleid

6

1.1

Beleidsuitgangspunten

6

1.2

Stand van zaken

6

1.3 Visie maatschappelijke partners

6

Hondenbeleid

7

2.1

7


2.2 Stand van zaken

7


8

Opvang van zwervende dieren

9

3.1

9


3.2 Stand van zaken

4

5

6

9

3.2.1

Ophalen, afvoeren en overdragen

9

3.2.2

Opvang

10

3.2.3

Medische verzorging

10


11

Beheer van gemeentelijk groen

13

4.1

13


4.2 Stand van zaken

13


13

Schadebestrijding

14

5.1

14


5.2 Stand van zaken

14


15

Jacht

16

6.1

16



6.2 Stand van zaken

16


16

Dieren in circussen en evenementen

17

7.1 Beleidsuitgangspunten

17

7.2 Stand van zaken

17


18

Visvangst

19


19

8.2 Stand van zaken

19


19

Het goede voorbeeld

20


20

9.2 Stand van zaken

20


20

Kinderboerderijen en hertenkampen

21


21

10.2 Stand van zaken

21


21

Voorlichting en communicatie

23


23


23


23

12

Vergoeding dierenartsen

24

13

Handel in dieren

25


25


25


25

Overige ontwikkelingen

26

14.1 Algemeen

26

14.2 Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) en Flora- en Faunacheck

26

14.3 Broed- en schuilvoorzieningen

27

14.4 Protocol 'dieren voeren in de winter'

27

7

8

9

10

11

14


15

14.5 Kattenchipactie

28

14.6 Verminderen lichthinder

28

14.7 Budget opvang vogels

29

Conclusie en actiepunten

30


INLEIDING

Aanleiding De aandacht voor het welzijn van dieren heeft de laatste jaren een steeds prominentere plek gekregen in onze maatschappij. In het afgelopen decennium is er zelfs een landelijke politieke Partij voor de Dieren opgericht, die de laatste kabinetsperioden steeds goed was voor twee zetels in de Tweede Kamer. Ook op lokaal gemeentelijk niveau heeft dierenwelzijn zijn plek inmiddels veroverd. Sinds 2006 heeft de gemeente Purmerend een wethouder Dierenwelzijn. In 2007 is ambtelijk gewerkt aan een Conceptkadernotitie Dierenwelzijn, waarin aan de gemeenteraad op diverse speerpunten beleidskeuzes werden voorgelegd. Eind 2007 heeft de raad ten aanzien van deze speerpunten een standpunt ingenomen. Vanaf 2008 is vervolgens een start gemaakt met de uitwerking hiervan. De portefeuillehouder heeft de raad toegezegd om in 2012 te komen met een evaluatie van de Notitie Dierenwelzijn. Voorliggend stuk is een uitwerking van deze toezegging.

Speerpunten van het dierenwelzijnbeleid Uitgangspunt in deze evaluatie zijn de dertien speerpunten, zoals beschreven in de Notitie Dierenwelzijn: 1. Uitvoering van dierenwelzijnbeleid 2. Hondenbeleid 3. Opvang van zwervende dieren 4. Beheer van gemeentelijk groen 5. Schadebestrijding 6. Jacht 7. Dieren in circussen en evenementen 8. Visvangst 9. Het goede voorbeeld 10. Kinderboerderijen en hertenkampen 11. Voorlichting en communicatie 12. Vergoeding dierenartsen 13. Handel in dieren

Consultatieronde maatschappelijke partners Op het beleidsterrein dierenwelzijn werkt de gemeente Purmerend samen met een aantal maatschappelijke partners: Dierenbescherming Noord-Holland Noord, Dierenopvangcentrum Waterland (DOC), Stichting Dierenambulance Waterland (DAW) en de dierenartspraktijken. Aan deze partijen is gevraagd om een reactie te

4


geven over hun ervaringen met de uitwerkingen van de speerpunten van het dierenwelzijnbeleid. Deze zijn verwerkt in de rapportage. De Dierenbescherming en het DOC hebben een gezamenlijke reactie gegeven. Dierenartspraktijk Purmerend heeft gediend als vertegenwoordiger van alle dierenartsen. Van de Dierenambulance is geen reactie ontvangen. Opzet evaluatie en leeswijzer De evaluatie is opgezet vanuit de dertien genoemde speerpunten. Deze worden nader toegelicht in hoofdstuk 1 t/m 13. In hoofdstuk 14 komen vervolgens de overige ontwikkelingen aan bod. Hoofdstuk 15 sluit het geheel af met een conclusie en actiepunten.

5


1

UITVOERING VAN DIERENWELZIJNBELEID

1.1 Beleidsuitgangspunten Bij het vaststellen van de kaders in de Notitie Dierenwelzijn in 2007 door de raad is als speerpunt opgenomen om naast een bestuurlijke positie ook een vertegenwoordiging op het gebied van dierenwelzijn in het ambtelijke apparaat te regelen. Hiermee zou er één aanspreekpunt komen die vragen op dit beleidsterrein afhandelt. Bundeling van informatie en kennis zou leiden tot een verbetering van interne en externe beleidsafstemming.

1.2

Stand van zaken

Inmiddels is er binnen de gemeentelijke organisatie een medewerker dierenwelzijn aangesteld, voor 0,4 fte. Aangezien de coördinerende werkzaamheden vaak een relatie hebben met de beheertaken van de afdeling Stadsbeheer, is het coördinatiepunt bij deze afdeling (team Integraal Beheer) ondergebracht. De taken hebben onder meer betrekking op de interne coördinatie van het dierenwelzijnbeleid, aanspreekpunt voor externe contacten, het beheer van de populatie ganzen, het beheer van ecologie binnen het stedelijk milieu, ambtelijke vertegenwoordiging in overlegorganen en budgetbeheer. Voor het taakveld dierenwelzijn is een regulier jaarlijks exploitatiebudget beschikbaar van circa € 30.000.

1.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 1: Uitvoering Dierenwelzijnbeleid

Dierenbescherming

De Dierenbescherming is blij dat Purmerend een ambtelijk

NHN

coördinatiepunt heeft aangesteld. Is blij dat de ambtenaar heel precies is geweest met het op diervriendelijke wijze vorm te geven van de ganzenbeheertaak. Vindt één ambtelijk aanspreekpunt voor dierenwelzijn bijzonder efficiënt.

Dierenopvangcentrum

Het DOC is blij dat Purmerend een ambtelijk coördinatiepunt heeft

Waterland (DOC)

aangesteld. Is blij dat de ambtenaar heel precies is geweest met het op diervriendelijke wijze vorm te geven van de ganzenbeheertaak. Vindt één ambtelijk aanspreekpunt voor dierenwelzijn bijzonder efficiënt.

6


2

HONDENBELEID

2.1 Beleidsuitgangspunten Het hondenbeleid van Purmerend stamt uit het jaar 2000. Het hoofddoel van het vormgeven van een hondenbeleid was het terugdringen van de overlast door hondenpoep. Bewoners waren de vervuiling van stoepen, speelplaatsen, zandbakken en plantsoenen zat. Aan de andere kant wisten de hondenbezitters niet waar ze hun hond wel of niet mochten uitlaten. Het was zaak om duidelijkheid te scheppen naar zowel hondenbezitters als niet-hondenbezitters. Eén van de zaken die nog nader diende te worden uitgewerkt had een sterke relatie met dierenwelzijn: het ecologisch beheer van het openbare groen. Op een aantal plaatsen vallen namelijk hondenuitlaatstroken - zonder opruimplicht - samen met ecologische bermen. Dit zou knelpunten kunnen opleveren. Door aanwijzing van een hondenuitlaatstrook wordt het onderhoud namelijk intensiever (meer maaien en schoonmaken). Daarbij treedt ook bodemverrijking op doordat er geen maaisel wordt afgevoerd en er restanten van uitwerpselen achterblijven. Hierdoor kan de vegetatie in zowel ecologische waarde als in belevingswaarde afnemen. De afweging die gemaakt diende te worden ging tussen enerzijds het geven van prioriteit aan het ecologisch beheer van de bermen of anderzijds het geven van prioriteit aan inrichting (en daarop afgestemde intensieve onderhoud) van uitlaatstroken. De raad heeft bij de vaststelling van de Notitie Dierenwelzijn besloten om te wachten op de evaluatie van het hondenbeleid voordat een kader wordt geformuleerd.

2.2 Stand van zaken In 2012 is de Evaluatie Hondenbeleid afgerond. De evaluatie is, inclusief enkele aanbevelingspunten, vastgesteld door het college van b&w en ter informatie aan de gemeenteraad gestuurd. Bij de totstandkoming van de evaluatie zijn onder andere de verschillende wijkkerngroepen betrokken geweest. De conclusie die wordt getrokken is dat het Purmerendse hondenbeleid de afgelopen jaren niet het resultaat heeft opgeleverd waarnaar vooraf werd gestreefd. Hondenpoep wordt nog steeds gezien als de ergste vorm van verloedering van de woonomgeving. De genoemde mogelijke 'spanning' tussen ecologische bermen en hondenuitlaatstroken is in de evaluatie van het hondenbeleid niet naar voren

7


gekomen. In de praktijk blijkt er namelijk geen probleem te zijn. De eerste meter langs een pad wordt regelmatig gemaaid als hondenuitlaatvoorziening. De meeste ecologische waarde van bermen zit echter op de grens van water en land, dus de eerste twee meter gerekend vanaf het water. Deze twee zones bijten elkaar niet of nauwelijks. Overigens leveren katten ook overlast op voor de openbare ruimte. Met name de vervuiling door uitwerpselen geeft veel klachten van bewoners. Om dit tegen te gaan worden bijvoorbeeld openbare zandbakken opgeruimd, omdat het bijna onmogelijk is om deze verschoond te houden van uitwerpselen. Zandvalondergronden rond speeltoestellen in woonwijken worden omgezet in kunstgras of iets vergelijkbaars.

2.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 2: Hondenbeleid

Dierenbescherming NHN

De Dierenbescherming vindt dat hondenbeleid over meer zaken moet gaan dan hondenpoepproblematiek. Voor het welzijn van honden zijn voldoende veilige en grote losloopgebieden en uitrenplaatsen belangrijk.

Dierenopvangcentrum

Het Dierenopvangcentrum vindt dat hondenbeleid over meer zaken moet gaan dan hondenpoepproblematiek. Voor het welzijn van honden zijn voldoende veilige en grote losloopgebieden en uitrenplaatsen belangrijk.

Waterland (DOC)

8


3

OPVANG VAN ZWERVENDE DIEREN

3.1 Beleidsuitgangspunten Gemeenten zijn verplicht om zwervende dieren op te vangen en twee weken te verzorgen. In 2007 is binnen dit speerpunt besloten om deze taak onder te brengen bij de Dierenambulance en Dierenopvangcentrum Waterland, en hiervoor aan deze partijen voldoende financiële steun beschikbaar te stellen. 3.2

Stand van zaken

3.2.1 Ophalen, afvoeren en overdragen De Stichting Dierenambulance Waterland (DAW) is de organisatie die zich inzet voor het ophalen, afvoeren en overdragen van dode dieren en overlast veroorzakende, of kennelijk zieke en/of gewonde, loslopende honden en katten en overige huisdieren waarvan de eigenaar niet kan worden getraceerd, of wilde dieren in de regio Waterland. De financiële toestand van de organisatie is zorgelijk. Omdat deze taken een wettelijke verantwoordelijkheid zijn van de gemeenten, heeft een ambtelijke werkgroep namens alle gemeenten in de regio Waterland onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om te komen tot een nieuwe constructie/overeenkomst met de DAW. Op basis van de bevindingen is gezamenlijk een regionale overeenkomst opgesteld, die elke gemeente individueel is aangegaan met de DAW. De portefeuillehouder belast met dierenwelzijn heeft in april 2012 de overeenkomst namens Purmerend ondertekend. Voorheen werden alle ritten betaald vanuit het product Afvalverwijdering, voor zowel de dode als de levende dieren. De DAW factureert dode en levende dieren in het vervolg apart. Uitvoering draagt nu alleen nog maar de kosten van de dode dieren en Stadsbeheer de kosten van de levende dieren. Uitvoering zal bij het gescheiden factureren ongeveer hetzelfde bedrag betalen als de voorgaande jaren. Stadsbeheer heeft momenteel geen structurele middelen om de ritten van de levende dieren te betalen. Hiervoor is jaarlijks naar schatting € 6.000 (excl. btw) nodig, afgaande op het gemiddelde aantal ritten van de afgelopen jaren. In beginsel heeft de overeenkomst met de DAW een looptijd tot en met december 2013. Voor deze periode van twee jaar is een (incidentele) dekking gevonden binnen het budget voor Dierenwelzijn. Afhankelijk van de toekomstige keuze om de overeenkomst ook vanaf 2014 door te zetten, wordt in het kader van de programmabegroting beoordeeld in hoeverre dit een structurele dekking kan worden vanuit dit budget.

9


3.2.2 Opvang In ISW-verband zijn enkele jaren geleden met het Dierenopvangcentrum afspraken gemaakt omtrent de invulling van de wettelijke plicht van de gemeenten om te zorgen voor opvang en verzorging van zwerfhonden en -katten voor de duur van twee weken, alsmede de financiële gevolgen hiervan. Concreet is door het opvangcentrum ten behoeve van alle deelnemende regiogemeenten in Waterland een capaciteit van 34 plaatsen voor zwerfhonden en -katten vrijgehouden. De intermediaire functie van het ISW is vanaf 2012 beëindigd omdat er is afgesproken dat de subsidie vanaf dit jaar geïndexeerd zou worden. Net als bij de DAW geldt ook voor het Dierenopvangcentrum dat de financiële situatie nijpend aan het worden is en dat zij moeite heeft om haar taken - in brede zin - te blijven uitvoeren. Door het wegvallen van de intermediaire functie van het ISW heeft het Dierenopvangcentrum nu alle gemeenten individueel benaderd om te kijken in hoeverre de financiële bijdragen kunnen worden verhoogd. Hoewel de portefeuillehouder aan het opvangcentrum heeft aangegeven dat Purmerend met de huidige gemeentelijke bijdrage in principe voldoet aan de wettelijke verplichtingen, staat de gemeente open om gezamenlijk naar mogelijke oplossingen te zoeken. Eerste verkennende gesprekken hierover hebben al plaatsgevonden met het opvangcentrum. De gemeente heeft namelijk belang bij een goed functionerend opvangcentrum. Het organiseren van een eigen gemeentelijke opvang voor zwerfdieren zou immers een veelvoud kosten van de huidige bijdrage.

3.2.3 Medische verzorging Naast de Dierenambulance en het Dierenopvangcentrum zijn er nog meer partijen actief in het opvangen en verzorgen van zwervende dieren. Zo geven dierenartsen medische verzorging aan wilde of zwerfdieren die door particulieren of de dierenambulance worden binnengebracht. Vroeger gebeurde dit op eigen kosten van de dierenarts. Sinds drie jaar krijgen de dierenartsen de gemaakte kosten echter vergoed van de gemeente. De kosten worden in eerste instantie vergoed aan de Purmerendse dierenartsen. Deze werken buiten de normale uren ook samen met de Volendamse Dierenkliniek. Kosten van dieren uit Purmerend die hier door de dierenambulance worden gebracht, worden ook vergoed.

10


3.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 3: Opvang van zwervende dieren


De Dierenbescherming heeft de afgelopen jaren het exploitatietekort van het Dierenopvangcentrum van € 60.000 aangevuld, maar kan deze last niet langer dragen. De Dierenbescherming betreurt het dat het ISW geen rol meer speelt in de besprekingen over de hoogte van de gemeentelijke bijdragen. Het is efficiënter om met alle betrokken regiogemeenten tegelijkertijd afspraken te maken. Wijst erop dat het Dierenopvangcentrum niet alleen de wettelijk taak verzorgt, maar ook werkt aan preventie van zwerfdieren door afstandsdieren op te vangen. Ieder afstandsdier kan en zal namelijk een zwerfdier worden indien het dier niet preventief kan worden opgevangen. De Dierenbescherming stelt het daarom op prijs als in de evaluatie van het dierenwelzijnbeleid het belang van deze preventie naar voren kan komen, en is bereid hier een financiële compensatie voor te bieden. Onder zwerfdieren worden in dit geval ook knaagdieren en vogels verstaan. Vooral de preventie van zwerfknaagdieren in het Purmerbos is een belangrijk aandachtspunt. Naar de Dierenbescherming heeft begrepen is van het dierenartsbudget nauwelijks door dierenartsen gebruik gemaakt, en dit terwijl het DOC Waterland regelmatig dierenartskosten maakt voor het euthanaseren van wilde dieren (o.a. vogels en egels). Zou daarom graag zien dat dit deel van het budget mbt dierenartskosten vergoed wordt, ongeacht of de dieren bij de dierenarts worden gebracht door het DOC Waterland of de Dierenambulance.

Dierenopvangcentrum Waterland (DOC)

Het DOC heeft in 2011 aangegeven dat de gemeentelijke vergoedingen van alle zes gemeenten die gebruik maken van het asiel niet toereikend zijn, ondanks het feit dat het DOC juist heel goedkoop kan werken door zeer lage personeelslasten van beheer en verder te werken met een grote groep vrijwilligers. Er is een jaarlijks exploitatietekort van circa € 60.000. De Dierenbescherming heeft de afgelopen jaren het exploitatietekort aangevuld, maar kan deze last niet langer dragen. Het DOC wil graag de wettelijke opvang verzorgen, maar wel tegen kostendekkende vergoeding. Het DOC heeft daarom een nieuw financieel voorstel voor de ISW-gemeenten gemaakt, inclusief rekenmodel om de kosten inzichtelijk te maken. Er zullen door de gemeente Purmerend en door haar collegagemeenten voor eind 2012 nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over de vergoeding voor de opvang van zwerfdieren over de jaren na 2013. Deze afspraken zullen in een overeenkomst moeten worden

11


vastgelegd. Het DOC betreurt het dat het ISW geen rol meer speelt in de besprekingen over de hoogte van de gemeentelijke bijdragen. Het is efficiënter om met alle betrokken regiogemeenten tegelijkertijd afspraken te maken. Wijst erop dat het DOC niet alleen de wettelijk taak verzorgt, maar ook werkt aan preventie van zwerfdieren door afstandsdieren op de vangen. Ieder afstandsdier kan en zal namelijk een zwerfdier worden indien het dier niet preventief kan worden opgevangen. Naar het DOC heeft begrepen is van het dierenartsbudget nauwelijks door dierenartsen gebruik gemaakt, en dit terwijl het DOC Waterland regelmatig dierenartskosten maakt voor het euthanaseren van wilde dieren (o.a. vogels en egels). Zou daarom graag zien dat dit deel van het budget mbt dierenartskosten vergoed wordt, ongeacht of de dieren bij de dierenarts worden gebracht door het DOC Waterland of de Dierenambulance. Dierenartspraktijk Purmerend

Vroeger was de medische verzorging van zwerfdieren altijd op kosten van de dierenarts. Maar de gemeente Purmerend stelt zich tegenwoordig verantwoordelijk op ten aanzien van deze zwerfdieren. De kosten worden tweejaarlijks door de gemeente vergoed.

Voor wat betreft de opmerking van de Dierenbescherming en het DOC over het niet gebruikte dierenartsbudget kan het volgende worden opgemerkt. Het budget wordt juist goed gebruikt door de dierenartsen. Deze weten steeds beter van het bestaan van deze financiële tegemoetkoming af. Er is zelfs een tekort van ongeveer € 1.500 per jaar op een totaal budget van € 1.000. Kosten van dieren die bij het DOC worden opgevangen vallen niet onder deze regeling met de dierenartsen. De door het DOC gemaakte medische kosten zitten al in de huidige gemeentelijke bijdrage aan het DOC.

12


4

BEHEER VAN GEMEENTELIJK GROEN

4.1 Beleidsuitgangspunten In de Notitie Dierenwelzijn is opgenomen dat het beheer van het gemeentelijke groen wordt afgestemd op natuurontwikkeling en op de bescherming van de individuele dieren en hun leefgebieden. In het raadsbesluit is destijds vastgelegd dat natuurvriendelijke maatregelen direct zouden worden opgenomen in de onderhoudsbestekken.

4.2

Stand van zaken

Natuurvriendelijke maatregelen zijn nog niet standaard in onderhoudsbestekken. Dat wil echter niet zeggen dat er geen aandacht voor is. Zo zijn op verschillende plekken in Purmerend natuurvriendelijke oevers ingericht. Op deze manier wordt een netwerk van verbindingszones gevormd tussen natuurgebieden, parken en ecologische structuren. De waterkwaliteit en de natuur heeft hier baat bij. Bovendien wordt de belevingswaarde van het water op deze manier vergroot. Een ander voorbeeld betreft de maatregelen om de bijenpopulatie te stimuleren. Het jaar 2012 is landelijk uitgeroepen tot Jaar van de Bij. Door de gemeentelijke groenbeheerder worden bloemrijke bermen gestimuleerd door middel van het inzaaien van bloemzaad. Ook worden bermen en grasvelden gefaseerd gemaaid om te zorgen voor een blijvende (groene) leefomgeving voor de bijen. Om in de toekomst op meer structurele wijze de onderhoudsmaatregelen natuurvriendelijk uit te voeren, wordt voorgesteld om te bekijken of een gedragscode flora en fauna kan worden geïntroduceerd als uitwerking van de Flora- en faunawet. Dit is een kaderwet betreffende de duurzame instandhouding van wilde planten en dieren in Nederland. De gemeenteraad heeft destijds bij de vaststelling van de Notitie Dierenwelzijn (vooralsnog) gekozen om geen gedragscode te ontwikkelen. De noodzaak wordt nu echter wel steeds meer duidelijk. Deze gedragscode zou van toepassing kunnen worden verklaard op de uitvoering van werkzaamheden in gemeentelijke groenvoorzieningen of bij ruimtelijke ontwikkelingen. Door te handelen volgens deze gedragscode wordt schade aan (lokale) populaties van beschermde dieren en planten voorkomen of tot een minimum beperkt.

4.3 Visie maatschappelijke partners Over dit speerpunt zijn geen reacties ontvangen.

13


5

SCHADE BESTRIJDING

5.1 Beleidsuitgangspunten Hoewel meerdere diersoorten in aanmerking komen bij schadebestrijding is in Purmerend met name de ganzenproblematiek aan de orde geweest. De gemeenteraad heeft in 2007 het eerder ingenomen standpunt herbevestigd dat er niet meer dan driehonderd Canadese ganzen in het openbare gebied mogen verblijven. Van de boerenganzen is destijds besloten om zes losse troepen toe te staan, met een gezamenlijk maximum van honderd stuks. Daarbij is aangemerkt dat de openbare en verkeersveiligheid niet in het geding mochten komen door de aanwezigheid van deze troepen.

5.2 Stand van zaken De afdeling Stadsbeheer draagt zorg voor het beheer van de ganzenpopulatie door middel van onder andere preventief nestbeheer en waar nodig het vangen en elders plaatsen van de ganzen. De Canadese gans en boerengans zijn redelijk tot goed onder controle. In de broedtijd wordt het aantal van driehonderd Canadese ganzen soms gehaald, maar buiten dit seizoen zitten er aanzienlijk minder van deze soort in Purmerend. Schade en/of overlast van Canadese ganzen komt weinig voor. Er komen wel meldingen over poep-/geluids-/agressiehinder binnen, maar na een paar weken zijn deze ganzen vaak weer vertrokken naar een ander gebied of ander deel van de stad. In de broedtijd kunnen deze ganzen wel wat langer in de stad op dezelfde plaats verblijven. Voor de boerenganzen is - bovenop het gestelde maximum aantal van honderd - in een later stadium een uitzondering gemaakt ter plaatse van de Botterstraat voor de aanwezigheid van maximaal tien ganzen. De boerenganzen komen structureel wel aan hun toegestane aantal van honderd (plus tien) stuks. Voor het wegvangen en herplaatsen van ganzen maakt de gemeente Purmerend gebruik van de diensten van Hofganzen Ganzenbescherming Nederland. Van de boerenganzen komen meer meldingen binnen over overlast. Deze ganzen zitten het jaar door in hetzelfde gebied en zorgen met name in het bewoonde deel van de stad voor overlast. Deze overlast bestaat voornamelijk uit poep op de weg en geluidsoverlast. Ook wordt het gedrag van de ganzen vaak als agressief ervaren. Voor een stedelijk gebied blijken groepen van twintig of veertig ganzen eigenlijk te groot te zijn. Het zou beter zijn om kleinere groepen van bijvoorbeeld (maximaal)

14


tien dieren toe te staan. Poep, geluid en het ervaren van agressie zullen dan nog aanwezig zijn maar wel in mindere mate. Voorgesteld wordt om de mogelijkheid te onderzoeken van het verkleinen van deze groepen boerenganzen. Inmiddels manifesteren zich ook andere ganzensoorten binnen de gemeentegrenzen. Dit geldt met name voor de nijlgans en de grauwe gans. Deze soorten zullen in de toekomst moeten worden meegenomen in het (preventieve) nestbeheer. Dit is in Noord-Holland zonder ontheffing mogelijk. 5.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 5: Schadebestrijding


De Dierenbescherming krijgt nauwelijks klachten binnen uit de gemeente Purmerend. Ook heeft zij vernomen van het ambtelijke coördinatiepunt dat het diervriendelijke bedrijf 'Hofganzen' jaarlijks het nestbeheer in Purmerend voor haar rekening neemt.

15


6

JACHT

6.1 Beleidsuitgangspunten Ten tijde van het opstellen van de Notitie Dierenwelzijn had de gemeente een lopend contract met de Wild Beheers Eenheid (WBE) De Purmer met betrekking tot het recht om te jagen. WBE bejaagde ongeveer 190 hectare grond in De Purmer (eigendom gemeente) en in het Purmerbos (eigendom Staatsbosbeheer). De gemeenteraad heeft in 2007 besloten om het contract met de WBE tot 2010 te handhaven en daarna niet te verlengen.

6.2

Stand van zaken

Vanaf 2010 is het contract met de WBE niet meer verlengd.

6.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 6: Jacht

Dierenbescherming

Voor zover de Dierenbescherming weet, is het contract met Wild

NHN

Beheers Eenheid in De Purmer per 2010 niet verlengd. Jacht en plezierjacht spelen derhalve geen rol meer binnen de gemeentegrenzen van Purmerend.

16


7

DIEREN IN CIRCUSSEN EN EVENEMENTEN

7.1 Beleidsuitgangspunten De regelgeving ten aanzien van dieren in circussen en evenementen is in eerste instantie een rijksaangelegenheid. Gemeenten hebben een beperkte bevoegdheid om regels te stellen, bijvoorbeeld in het belang van de openbare orde of veiligheid. Deze kunnen in de APV of in de vergunning zelf worden opgenomen. In het raadsbesluit rond de vaststelling van de Notitie Dierenwelzijn is geen kader vastgesteld over hoe om te gaan met het gebruik van dieren in circussen of evenementen. Dit hield in dat het aan het college van b&w was om een standpunt in te nemen met betrekking tot vergunningaanvragen. 7.2 Stand van zaken Met enige regelmaat komen er bij de gemeente verzoeken van individuele bewoners binnen om circussen met (wilde) dieren te verbieden. Het college heeft zich op het standpunt gesteld om het toelaten van circussen met (wilde) dieren in Purmerend niet te verbieden. Wel is hierbij als essentiële voorwaarde opgenomen dat de dieren goed moeten worden verzorgd. Sinds enkele jaren zijn er jaarlijks twee circussen in Purmerend: - een 'klein circus' in het voorjaar (maart) - een 'groot circus' in de zomer (augustus) Op basis van loting wordt bepaald welke circussen in aanmerking komen voor één van de twee jaarlijkse vergunningen. Niet ieder circus maakt overigens in de voorstelling gebruik van (wilde) dieren. In de zomer van 2012 heeft de portefeuillehouder dierenwelzijn een werkbezoek gebracht aan circus Renz in Purmerend. Daarbij bleek dat het circus aantoonbaar zijn best doet om de dieren beter te huisvesten dan voorheen gebruikelijk was. Voorheen was er alleen huisvesting in de reiswagen, maar nu was er ook een buitenverblijf met bijvoorbeeld boomstammen om op te krabben en een waterbak om in te baden. In het landelijke regeerakkoord van de WD en PvdA ('Bruggen slaan') van 29 oktober 2012 is op het terrein van Dierenwelzijn opgenomen dat er een verbod komt van wilde dieren in circussen. Voorgesteld wordt om de vigerende beleidslijn in Purmerend op het gebied van circussen met wilde dieren, in afwachting van de effectuering van dit aangekondigde verbod, voorlopig niet te veranderen. Het 'toelatingsbeleid' voor dierencircussen met als voorwaarde voldoende aandacht voor de verzorging van de dieren geldt ook voor bijvoorbeeld levende kerststallen. Bekeken zal worden of een uitzondering kan worden gemaakt voor roofvogelshows,

17


en deze dus niet toe te staan in Purmerend. In de praktijk blijkt namelijk dat deze shows ervoor zorgen dat er meer particuliere vraag ontstaat om dergelijke dieren als huisdieren te houden, met alle negatieve gevolgen van dien.

7.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 7: Dieren in circussen en evenementen


Het is een uitdaging om bij de evaluatie opnieuw stil te staan bij de mogelijkheid om een zogenaamd 'uitnodigingsbeleid voor circussen' in te voeren. Uit diverse onderzoeken blijkt het dierenwelzijn van 'circusdieren' als olifanten, katachtige roofdieren, giraffen, zeeleeuwen e.d. ernstig verstoord te zijn. Veel Nederlandse gemeenten zijn bezig om dit dierenonwaardige volksvermaak te weren. Purmerend zou in navolging van de gemeente Heemskerk bijvoorbeeld een uitnodigingsbeleid kunnen opstellen.

18


8

VISVANGST

8.1 Beleidsuitgangspunten Ten aanzien van de visvangst zijn er verder geen beperkingen in de APV opgenomen dan de wet al aangeeft. De rijksoverheid en de belangenverenigingen hebben gedragscodes opgesteld om de schade aan de vissen zo veel mogelijk te beperken. Ook zijn er regels voor het visstandbeheer, waarbij rekening wordt gehouden met de paaitijd, de hoeveelheid mee te nemen vis of de verplichting bepaalde vis terug te zetten in plaats van te behouden. In het raadsbesluit rond de vaststelling van de Notitie Dierenwelzijn zijn geen aanvullende beschermende maatregelen genomen. 8.2

Stand van zaken

Er is geen aanleiding om nu alsnog aanvullende maatregelen op dit gebied te nemen.

8.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 8: Visvangst


De gemeente Purmerend zou enkele 'visvrije wateren' kunnen aanwijzen, waar niet mag worden gevist. Tevens zou de gemeente kunnen besluiten dat op grond van dierenwelzijn geen toestemming wordt gegeven voor het houden van hengelwedstrijden, waar het er om gaat om in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk vis te vangen.

19


9

9.1

HET GOEDE VOORBEELD


In de conceptnotitie is voorgesteld om het aantal biologische producten binnen het cateringaanbod voor werknemers van het stadhuis uit te breiden. In het raadsbesluit rond de vaststelling van de Notitie Dierenwelzijn is door de gemeenteraad besloten om dit punt uit de notitie te schrappen.

9.2

Stand van zaken

Er is geen aanleiding om in het kader van voorliggende evaluatie hier alsnog op in te gaan.

9.3

Visie maatschappelijke partners Speerpunt 9: Het goede voorbeeld


Feit blijft dat in 2006 bindende afspraken zijn gemaakt door rijk, provincies, waterschappen en gemeenten dat zij 40% van het cateringaanbod laat bestaan uit biologische producten. Voor de Dierenbescherming is het belangrijk dat met name de dierlijke producten als zuivel, eieren en vlees biologisch zijn (of tenminste een Beter Leven ster hebben) en dat er een aanbod is van vegetarische lunchproducten.

20


10

KINDERBOERDERIJEN EN HERTENKAMPEN

10.1 Beleidsuitgangspunten In het raadsbesluit uit 2007 rond de notitie is ten aanzien van de kinderboerderijen de nadruk gelegd op de educatieve taak. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen om het aanbod van deze activiteiten uit breiden. Voor de oprichting van kinderen stadsboerderijen en hertenkampen geldt een restrictief beleid. 10.2 Stand van zaken De educatie op de kinderboerderij wordt verzorgd door de groep Natuur- en Milieueducatie (NME), die onderdeel uitmaakt van Maatschappelijke Ontwikkeling. Na het vaststellen van de Notitie Dierenwelzijn zijn nieuwe lesprogramma's opgezet, zoals 'Bezint eer ge begint' (met als doel het verbeteren van het dierenwelzijn van huisdieren) en een les waarin kleine kinderen kennismaken met een aantal diersoorten. De kennismakingsles wordt nu nog steeds gegeven, de andere dierenwelzijnles niet meer. Momenteel wordt nagedacht over nieuwe lespakketten voor basisscholen, informatie voor bezoekers over het houden van dieren en het opzetten van tentoonstellingen. In 2008 heeft de Dierenbescherming op basis van eigen onderzoek een aantal verbeterpunten voor kinderboerderij De Ridder geconstateerd, onder andere op het gebied van huisvesting, fokbeleid en veiligheid van mens en dier. Naar aanleiding hiervan zijn er enkele maatregelen genomen om de situatie te verbeteren. De Dierenbescherming wil graag samen met de gemeente Purmerend de eventuele doorgevoerde verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn doorlopen, om te kijken welke mogelijke verbeterpunten nog openstaan. Als actiepunt uit deze evaluatie wordt voorgesteld om de Dierenbescherming hiervoor uit te nodigen.

10.3 Visie maatschappelijke partners Speerpunt 10: Kinderboerderijen en hertenkampen Dierenbescherming

Op de gemeentelijke kinderboerderij De Ridder heeft de

NHN

Dierenbescherming in september 2008 tal van zaken geconstateerd die qua dierenwelzijn verbeterd kunnen worden. Met name de huisvesting van konijnen in zogenaamde konijnenflats (de rammen), en de huisvesting van de varkens, ezels, shetlandpony, cavia's en

21


kippen in de ren was zodanig dat deze dieren niet hun natuurlijke gedrag kunnen uitvoeren. Naast de huisvestingkwestie van de bovengenoemde diersoorten, zijn er nog andere zaken die zijn geconstateerd en waar wellicht in het kader van de evaluatie naar gekeken kan worden: fokbeleid + aan- en afvoerbeleid, veiligheid en het ontbreken van toezicht of mogelijkheid tot terugtrekken dieren in de knuffelhoek.

22


11 VOORLICHTING EN COMMUNICATIE

11.1 Beleidsuitgangspunten Het raadsbesluit gaf aan dat er meer aandacht moest komen voor het welzijn van dieren in Purmerend door middel van voorlichting en communicatie. Hiervoor zou een communicatieplan kunnen worden opgesteld. 11.2 Stand van zaken De afgelopen jaren is regelmatig aandacht besteed aan dierenwelzijn in Purmerend Totaal, het Noordhollands Dagblad en de plaatselijke weekkranten. Voorbeelden zijn artikels over het voeren van eenden, nestbeheer van ganzen en botulisme. Ook is er veel communicatie binnen projecten. Doordat er regelmatig over dierenwelzijn werd gecommuniceerd in verschillende media, is de noodzaak om een apart communicatieplan op te stellen verminderd.



Speerpunt 11: Voorlichting en communicatie Na vaststelling van de Notitie Dierenwelzijn zou er een communicatieplan worden opgesteld. In de evaluatie zou dit communicatieplan, behaalde doelen en resultaten kunnen worden opgenomen.

23


12

VERGOEDING DIERENARTSEN

Dit speerpunt wordt behandeld in hoofdstuk 4.2.3 (Medische verzorging zwerfdieren) en 4.3 (Visie maatschappelijke partners) op pagina's 10-12.

24


13

HANDEL IN DIEREN

13.1 Beleidsuitgangspunten Het raadsbesluit gaf aan dat er nader onderzoek zou moeten worden verricht of aanvullende gemeentelijke regelgeving noodzakelijk was met betrekking tot de veemarkt en de dierenhandel voor wat betreft huisvesting, behandeling en/of verzorging van dieren. 13.2 Stand van zaken Bij de uitwerking van dit speerpunt is direct al geconcludeerd dat het als niet wenselijk wordt beschouwd om extra regelgeving op te stellen ten aanzien van handel in dieren. Dit is op landelijke schaal afdoende geregeld.

13.3 Visie maatschappelijke partners Over dit speerpunt zijn geen reacties ontvangen.

25


14

OVERIGE ONTWIKKELINGEN

14.1 Algemeen Naast de uitwerkingen van de speerpunten uit de Notitie Dierenwelzijn spelen er nog meer zaken op het gebied van dierenwelzijn. Dit kunnen zaken zijn die voortkomen uit eigen gemeentelijk initiatief, of zaken die naar voren zijn gebracht door derden zoals de Dierenbescherming. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld wettelijke verplichtingen die gemeentelijke overheden 'dwingen' tot actie.

14.2 Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) en Flora- en Faunacheck De Flora- en faunawet raakt de gemeentelijke organisatie op verschillende manieren en via verschillende afdelingen. De afdelingen die het meest in aanraking komen met de wet zijn Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH), Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) en Stadsbeheer (SB). Binnen de organisatie is behoefte aan actuele, betrouwbare, makkelijk te ontsluiten informatie op het gebied van flora en fauna in de gemeente Purmerend. VTH Per 1 oktober 2010 is de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. VTH verleent op basis van deze wet de omgevingsvergunning. De aanvragende burger, bedrijf of instelling van de omgevingsvergunning is wel zelf verantwoordelijk om vooraf na te gaan of een activiteit invloed heeft op beschermde dieren en planten. Aan de andere kant is ook de gemeente verplicht de aanvragers hierover te informeren en te adviseren of er nadere informatie dient te worden vergaard in de vorm van aanvullend onderzoek. Om dit te kunnen is het belangrijk dat de medewerkers van de frontoffice VTH kunnen beschikken over actuele, makkelijk opvraagbare informatie. Deze informatie werd de afgelopen tijd ad hoe opgevraagd bij de medewerker Dierenwelzijn van Stadsbeheer. Deze heeft echter maar in beperkte mate informatie over de huidige situatie in Purmerend op het gebied van flora en fauna. RO Informatie over de aanwezige flora en fauna kan ook van belang zijn voor medewerkers van RO. Te denken valt aan bijvoorbeeld medewerkers die belast zijn met bestemmingsplannen en voor projectleiders. Voorheen werd door RO gebruik gemaakt van flora- en faunagegevens uit vrij en gratis beschikbare bronnen. Dit kan nu niet meer, omdat deze bronnen zijn komen te vervallen.

26


SB Ook voor Stadsbeheer is het goed om te weten welke flora en fauna er voorkomen in het Purmerendse beheergebied. Zo kan het areaal beter worden afgestemd op de aanwezige natuur. Op deze manier kan verlies aan biodiversiteit door beheermaatregelen worden beperkt. Sterker nog, de verwachting is zelfs dat door een beter afgestemd beheer de biodiversiteit zal toenemen. Om te kunnen voorzien in de informatiebehoefte binnen de organisatie is dit jaar door de gezamenlijke afdelingen een abonnement afgesloten voor de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Deze databank is opgezet en wordt beheerd door de Gegevensautoriteit Natuur. De NDFF is een volwaardig systeem dat natuurgegevens bundelt, uniformeert, valideert en op een eenvoudige manier toegankelijk maakt. De gegevens worden door verschillende aangesloten instanties aangeleverd, maar bijvoorbeeld ook via de website www.waarneming.nl die meldingen van burgers verzamelt. De databank biedt geen uitputtend overzicht van de aanwezige flora- en fauna. De dekkingsgraad is afhankelijk van de aangeleverde informatie door derden of eigen onderzoek. Daarom is naast het basisabonnement een aanvullende flora- en faunacheck afgesloten. Bij deze check wordt, in het geval van het ontbreken van concrete gegevens over een gebied of specifieke locatie, door een bureau een indicatie gegeven van de mogelijk aanwezige flora en fauna. Op basis van deze indicatie kan eventueel zelf vervolgonderzoek worden gedaan, danwel de eis om aanvullende informatie van de aanvrager worden gesteld bij bijvoorbeeld een omgevingsvergunning.

14.3 Broed- en schuilvoorzieningen Als het gaat om het aanbrengen van broed- en schuilvoorzieningen in gebouwen voor met name vogels (zwaluwen, mussen) en vleermuizen, is er in Purmerend nog een wereld te winnen. Naast het feit dat de gemeente dit bij ruimtelijke ontwikkelingen zelf kan stimuleren, kan hierover ook meer informatie en voorlichting worden gegeven aan bijvoorbeeld woningcorporaties. Voorts wijst de Dierenbescherming op het belang van schuilstallen in het buitengebied, waarbij de rol van de gemeente meer van faciliterende aard is.

14.4 Protocol 'dieren voeren in de winter' In 2010 is met de Dierenbescherming afgesproken dat de gemeente Purmerend in de winterperiode ondersteuning zal gaan bieden bij het voeren van (water)vogels. Omdat het voor de Dierenbescherming lastig is om ook op doordeweekse dagen vrijwilligers te vinden, zal de afdeling Uitvoering deze taak overnemen. In de weekenden worden dan wel vrijwilligers ingezet. De gemeente zal ook de kosten

27


voor het aanschaffen van zakken voer op zich nemen. In overleg zijn enkele plaatsen aangewezen waar gevoerd zal gaan worden. Er zijn enkele bepalende factoren voor het moment van opstarten van deze winterhulp: • langdurige (twee weken) matige tot strenge vorst, al dan niet gepaard gaand met ijzel en sneeuwval; • op korte termijn geen verwachte weersverbetering; • binnenkomende meldingen van koudeslachtoffers; • toenemende vogelconcentraties rond wakken. Als deze situatie zich voordoet zal het verenigingsbureau van de Dierenbescherming een sein geven voor het starten van de winterhulp.

14.5 Kattenchipactie Om zo min mogelijk (zwerfkatten op te hoeven vangen zou een gemeentelijke chipactie voor katten overwogen kunnen worden. Immers, hoe meer eigenaren traceerbaar zijn hoe minder katten opgevangen hoeven te worden. Een gereduceerd tarief aanbieden voor het chippen zou deelname aan de actie stimuleren. Voorgesteld wordt om de mogelijkheden en financiële gevolgen van een dergelijke actie in beeld te brengen. Aanvullend kan bekeken worden of in de APV een verplichting voor het chippen van katten opgenomen kan worden. Voor honden wordt chippen in het voorjaar van 2013 al verplicht. Dit is dan van toepassing voor honden die geboren worden vanaf dit moment.

14.6 Verminderen lichthinder De toepassing van kunstlicht in de openbare ruimte kan zorgen voor lichthinder voor dieren. Bij de meeste dieren wordt de hele levenswijze bepaald door de afwisseling van dag en nacht. Veel dieren hebben een donkere nacht nodig om te rusten en te recupereren. Andere dieren jagen juist 's nachts als het donker is. Mogelijke hinder kan bijvoorbeeld komen door verlichting van sportvelden of bedrijventerreinen. Maar ook openbare verlichting langs gemeentelijke wegen kan een bron van lichthinder zijn. In 2013 wordt een actualisatie gemaakt van het gemeentelijke Beleidsplan Openbare Verlichting. Voorgesteld wordt om hierin als deelaspect de vermindering van lichthinder voor de omgeving mee te nemen. Voor wat betreft sportcomplexen kan worden verwezen naar het Activiteitenbesluit, dat een zorgplicht bevat ten aanzien

28


van lichthinder. Voorts moet een goed doordacht verlichtingsplan bij de ontwikkeling van bedrijventerrein Baanstee Noord lichthinder voor de omgeving voorkomen. Het gaat hierbij zowel om openbare verlichting als de verlichting van bedrijfspanden.

14.7 Budget opvang vogels De Dierenbescherming doet een oproep aan de gemeente Purmerend om budget vrij te maken voor de opvang van vogels. Purmerend is een (water)vogelrijke gemeente. Volgens de Dierenbescherming ondersteunen veel gemeenten het regionale vogelopvangcentrum met een waarderingssubsidie. De gemeente Purmerend daarentegen geeft geen financiële ondersteuning aan een vogelopvangcentrum, terwijl de Dierenbescherming betoogt dat het bestaan van het vogelasiel de gemeente ontlast van vele zorgen. Waar moet de burger of politie heen met verkeersslachtoffers, zieke of anderszins gewonde vogels? Voorgesteld wordt om naar aanleiding van dit verzoek nader onderzoek te doen naar de huidige gang van zaken binnen de vogelopvang. Hierbij moet naar voren komen om hoeveel opgevangen vogels het gaat binnen het Purmerendse beheergebied en in hoeverre het vogelopvangcentrum financieel afhankelijk is van derden. Aan de hand daarvan kunnen de mogelijkheid en wenselijkheid van een gemeentelijke financiële bijdrage worden bepaald.

29

Evaluatie-Notitie Dierenwelzijn

15

CONCLUSIE EN ACTIEPUNTEN

Uit de evaluatie van de Notitie Dierenwelzijn blijkt dat de gemeente Purmerend de afgelopen jaren voortvarend aan de slag is gegaan met de uitwerking van de in 2007 door de gemeenteraad vastgestelde beleidsspeerpunten. Binnen de afdeling Stadsbeheer is een medewerker dierenwelzijn aangesteld. Zijn taken hebben onder meer betrekking op de interne coördinatie van het dierenwelzijnbeleid, externe contacten, het beheer van de populatie ganzen, het beheer van ecologie binnen het stedelijk milieu, ambtelijke vertegenwoordiging in overlegorganen en budgetbeheer. De maatschappelijke partners zijn over het algemeen genomen tevreden met de praktische uitwerking van het dierenwelzijnbeleid. Op de deelaspecten waarover opmerkingen zijn binnengekomen vindt doorlopend overleg plaats.

Actiepunten Vanuit de evaluatie zijn de volgende actiepunten naar voren gekomen: - Samen met het Dierenopvangcentrum Waterland wordt gezocht naar een mogelijke oplossing voor de nijpende financiële situatie binnen het opvangcentrum. Vertrekpunt daarbij is wel dat de gemeente met de huidige financiële bijdrage in principe voldoet aan haar wettelijke verplichtingen. - Afhankelijk van de toekomstige keuze om de overeenkomst met de Dierenambulance Waterland ook vanaf 2014 door te zetten, wordt in het kader van de programmabegroting beoordeeld in hoeverre dit structureel kan worden gedekt vanuit het budget Dierenwelzijn. - Om in de toekomst op meer structurele wijze de onderhoudsmaatregelen natuurvriendelijk uit te voeren, wordt bekeken of een gedragscode flora en fauna kan worden geïntroduceerd als uitwerking van de Flora- en faunawet. Deze gedragscode kan ook gelden voor ruimtelijke ontwikkelingen. - De mogelijkheid wordt onderzocht van het verkleinen van de groepen boerenganzen in Purmerend, waarbij het totale maximaal aantal toegestane ganzen binnen Purmerend niet wordt gewijzigd. - De vigerende beleidslijn op het gebied van circussen met wilde dieren wordt, in afwachting van de effectuering van het in het nieuwe regeerakkoord aangekondigde landelijke verbod, voorlopig niet veranderd. Deze blijven dus toegestaan in

30


Purmerend. Bekeken zal worden of een uitzondering kan worden gemaakt voor roofvogelshows, en deze dus niet toe te staan in Purmerend. - De Dierenbescherming Noord-Holland Noord wordt uitgenodigd om samen de doorgevoerde verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn op de kinderboerderij door te lopen, en te kijken welke mogelijke verbeterpunten nog openstaan. - Bekeken wordt op welke manier het aanbrengen van broed- en schuilvoorzieningen in gebouwen voor met name vogels (zwaluwen, mussen) en vleermuizen kan worden gestimuleerd. - De mogelijkheden en financiële gevolgen van een Purmerendse kattenchipactie worden in beeld gebracht. Aanvullend wordt bekeken of in de APV een verplichting voor het chippen van katten opgenomen kan worden. - Bij de actualisatie van het gemeentelijke Beleidsplan Openbare Verlichting in 2013 wordt als deelaspect de vermindering van lichthinder voor de omgeving meegenomen. - Naar aanleiding van het verzoek van de Dierenbescherming voor een gemeentelijke waarderingssubsidie aan het regionale vogelopvangcentrum wordt onderzoek gedaan naar de huidige gang van zaken binnen de vogelopvang. Aan de hand daarvan kunnen de mogelijkheid en wenselijkheid van een gemeentelijke financiële bijdrage worden bepaald.

31

VERZONDEN R.J. Helm Wethouder. Aan de gemeenteraad van Purmerend. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 16 november 2012

Recommend Documents