Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
14024
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail
[email protected]
Postadres
Aanwezig: Voorzitter Wethouders
Postbus 9105
Gemeentesecretaris Communicatie Verzenddatum Verslag 2 april 2013
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
Onderwerp
13.0002921
Austin van Gaal
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Bestandsontwikkeling Wwb 2012 en beheersmaatregelen 2013
(024) 3299848
Geachte leden van de Raad,Aldus vastgesteld in de vergadering van: Wij informeren u periodiek over de ontwikkeling van het Nijmeegse bijstandsbestand en schetsen daarbij de regionale arbeidsmarktontwikkelingen. Wij informeren u met deze brief over de ontwikkelingen tot en met het vierde kwartaal van 2012. Ontwikkeling bijstandsbestand De voorzitter, 1 In geheel 2012 zijn de Wwb-uitkeringen met 6,5% toegenomen . Tabel 1. Klantdefinitie BUS Voorgaande Wwb WIJ jaren dec-05 dec-06 dec-07 dec-08 dec-09 dec-10 dec-11
7189 6178 5090 4819 5026 4923 5094
546 669
Wwb + WIJ
Ontwikkeling Wwb/WIJ
7189 6178 5090 4819 5026 5469 5763
2012
Wwb
jun-12 sep-12 dec-12
5830 5954 6136
De secretaris,
-14,1% -17,6% -5,3% 4,3% 8,8% 5,4%
1,2% 3,3% 6,5%
1
daling in 2007 mede zo hoog door overdracht 65+'ers aan SVB (ruim 400 klanten)
Van de 6136 klanten zijn 704 jonger dan 27 jaar, wat een stijging is van 35 klanten ten opzichte van eind 2011.
1
e
Conform definitie klantenbestand beschreven in de raadsbrief bestandsontwikkeling Wwb 1 helft 2012 dd. 4-9-2012.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
Het aantal ingediende aanvragen voor een bijstandsuitkering is in 2012 hoog. De werkvoorraad bij afdeling Inkomen is eind 2012 ruim 150 aanvragen hoger dan een jaar geleden. De stijging van het klantenbestand is conform de prognose afgegeven in de raadsbrief ‘bestandsontwikkeling Wwb t/m 3e kwartaal 2012’. Vanwege de werkvoorraad verwachten we ook in de eerste maanden van 2013 een verdere stijging van het klantenbestand. IOAW, IOAZ en Bbz Vanwege de omvang en de geringe beïnvloedbaarheid nemen wij de IOAW, IOAZ en Bbz niet op in de tabel. Bij deze regelingen is het aantal betaalde uitkeringen met 7,5% gestegen, van 297 ultimo december 2011 naar 330 ultimo december 2012. Wat was effect van stijging in 2012 op het Jongerenloket? 2 Eind 2012 zitten ruim 1100 jongeren in een traject bij het Jongerenloket. De inloop bij het Jongerenloket was met 3018 aanzienlijk hoger dan vooraf verwacht (2100). De uitstroomdoelstellingen naar werk vanuit de Wwb en NUG zijn gerealiseerd. Er zijn 320 jongeren naar werk uitgestroomd (conform begroting). De uitstroomdoelstelling naar opleiding is nagenoeg behaald: 108 jongeren zijn met een opleiding gestart tegenover 120 begroot. De uitstroomdoelstelling naar BBL 3 -trajecten blijft met 19 jongeren aanzienlijk achter op de doelstelling van 50. Er waren te weinig BBL plekken, met name op niveau 1 en 2. Dit heeft grotendeels te maken met de economische situatie van veel bedrijven. Bedrijven hebben weinig ruimte om te investeren in jongeren en hen te begeleiden. Aangezien het hebben van een startkwalificatie belangrijk is en niet alle jongeren in een BOL opleiding passen, blijven we ons inzetten om meer BBL plekken te creëren. Acties die we momenteel hebben uitstaan: ‐ Inventarisatie van de jongeren die in aanmerking willen komen voor een BBL-plek (en in welke richting); ‐ Inventarisatie bij diverse kenniscentra of zij opleidingplekken met baangarantie kunnen creëren; ‐ Bemiddelaars van het jongerenloket acquireren waar mogelijk BBL-plekken bij hun werkgeversbezoeken. ‐ We onderzoeken of we in het kader van Social Return BBL-plekken binnen kunnen halen. Wat was de bijdrage van de inzet op leerwerkplekken? Leerwerkplekken zijn een belangrijk re-integratieinstrument. Met een leerwerkplek willen we bereiken dat werkzoekenden de benodigde ervaring opdoen om weer de aansluiting met de arbeidsmarkt te vinden. Doel is (gedeeltelijke) uitstroom. Leerwerkplekken creëren we bij 4 werkcorporaties en werkgevers. Voor 2012 hebben we een tweetal doelen gesteld : het realiseren van 450 leerwerkplekken, en een uitstroom naar regulier werk van 25% per jaar. Tot ultimo 2012 zijn 484 werkzoekenden op een leerwerkplek gestart. Het uitstroompercentage naar regulier werk vanuit de leerwerkplek bedraagt sinds 2011 18%. De doelstellingen voor 2012 zijn daarmee gedeeltelijk bereikt. 5 Tijdens de behandeling van de brief in de kamerronde van 19 maart is onder andere gesproken over de uitstroomdoelstelling naar regulier werk. We hebben voorgesteld de doelstelling te 2 3
4
Wwb, WW en NUG (Niet uitkeringsgerechtigden) beroepsbegeleidende leerweg
Doelstelling m.b.t. aantal te realiseren leerwerkplekken is vastgelegd in stadsbegroting 2012, Programma Werk & Inkomen. Uitstroomdoelstelling is opgenomen in notitie ‘Nijmeegse werkcorporaties’. 5 In de raadsinformatiebrief ‘Uitstroom werkcorporaties’ (registratienummer 13.0002332) zijn de resultaten toegelicht.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
2
verlagen van 25% naar 20% uitstroom naar regulier werk per jaar. Aanleiding is onze ervaring dat voor een groot aantal werkzoekenden een leerwerkplek gericht op uitstroom naar regulier werk een te grote stap is. Men is wel gemotiveerd, maar de sociaal-psychische of fysieke belasting blijkt gaandeweg nog te groot. We zien dat er behoefte is aan een voortraject waarin arbeidsactivering centraal staat. Een periode waarin gewerkt wordt aan o.a. werkhouding en -ritme en belastbaarheid. Maar ook aan het organiseren van vervoer, kinderopvang en (indien van toepassing) schulden. Wanneer deze elementen geregeld zijn, verwachten we een grotere kans van slagen op een leerwerkplek gericht op uitstroom naar regulier werk bij een werkgever of werkcorporatie. Bij bovenstaande ontwikkeling past voor leerwerkplekken een onderscheid in doelstellingen naar arbeidsactivering en uitstroom naar regulier werk. Met een separate notitie zullen we uw raad vóór het zomerreces informeren over hoe ons college hier invulling aan wil geven. Ontwikkeling Wwb-bestand vergeleken Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Het Centraal Bureau voor de Statistiek rapporteert over de landelijke ontwikkeling van het Wwbbestand. De landelijke stijging van het Wwb-bestand tot 65 jaar is 2,9% in 2012. Referentiegemeenten Om over het meest recente vergelijkingsmateriaal te beschikken, wisselt Nijmegen met 17 andere, (middel)grote gemeenten informatie uit over de bestandsontwikkeling. Tot en met eind december is de gemiddelde groei bij de referentiegemeenten 2,8%. De ontwikkeling van het klantenbestand is in Nijmegen 3,7% hoger dan dit gemiddelde. Van de referentiegemeenten hebben drie gemeenten een hogere bestandsontwikkeling in vergelijking met Nijmegen (Breda, Apeldoorn en Alkmaar), drie gemeenten laten een iets lagere, gelijksoortige ontwikkeling zien (Arnhem, Enschede en Groningen). De overige gemeenten kennen een lagere bestandsontwikkeling dan Nijmegen.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
3
Tabel 1: Bestandsontwikkeling Wwb 2012 in % bij referentiegemeenten
Bestandsontwikkeling Wwb 2012
11 9 7 5 3 1 Zwolle
Den Haag
Zaanstad
Alkmaar
Apeldoorn
Almere
Rotterdam
Eindhoven
Utrecht
Enschede
Den Bosch
Amsterdam
Drechtsteden
Nijmegen
Tilburg
Groningen
Arnhem
Breda
-1
Financiële gevolgen van stijging klantenbestand De financiële gevolgen van de stijgende aantallen zijn voor 2012 beperkt gebleven. De twee belangrijke redenen hiervoor zijn dat: ‐ de stijging van het klantenbestand in het laatste deel van het jaar heeft plaatsgevonden; ‐ het Rijk bij het bepalen van het landelijke BUIG 6 -budget van een stijging van het klantenbestand van ruim 5% is uitgegaan. In 2012 overschrijden we het Nijmeegse aandeel van het BUIG-aandeel met € 1,7 miljoen euro. Belangrijkste reden hiervoor is de financiering door het Rijk van de IAU/MAU 7 -regelingen 2010 uit het landelijke BUIG-budget. Hier hebben we in de Voorjaarsnota begrotingstechnisch op geanticipeerd. Door deze correctie en de latere toekenning van de Incidentele Aanvullende Uitkering 2011 presenteren we in de jaarrekening 2012 een positief resultaat. IAU 2011 De ontwikkeling van de baten voor bijstand is positief beïnvloed door de toekenning van de Incidentele Aanvullende Uitkering 2011 a € 1,4 miljoen. In 2011 had de gemeente Nijmegen een tekort op het budget Inkomensdeel boven de 10%. Als gemeente zijn wij risicodrager voor de eerste 10%, voor het bedrag boven de 10% (€ 1,4 miljoen) hebben wij een aanvullende uitkering aangevraagd. De Inspectie SZW heeft, ter ondersteuning van de Toetsingscommissie Wwb, het beleid en de uitvoering van de gemeente Nijmegen onderzocht op de onderdelen: ‐ instroombeperking; ‐ inkomenswaarborgen; 6
Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening
7
aanvullende uitkeringen voor gemeenten in Nederland bij incidentele en structurele tekorten.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
4
‐ uitstroombevordering; ‐ handhaving; ‐ terugvordering en verhaal. Uit onderzoek van de Inspectie blijkt dat de overschrijding niet het gevolg is van beleidskeuzes dan wel handelingen door college of gemeenteraad, maar een gevolg is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktontwikkeling en ontwikkeling in aantal WW-uitkeringen We zijn voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden sterk afhankelijk van de arbeidsmarkt. De afgelopen twee jaar heeft de arbeidsmarkt Zuid-Gelderland op veel indicatoren negatief 8 gescoord in vergelijking met de landelijke ontwikkeling . Op een aantal andere aspecten blijft de regionale arbeidsmarkt slecht scoren. Zo is het aantal werkzoekenden afgezet tegen de beroepsbevolking, met 9,2% twee procent hoger dan het landelijk gemiddelde (7,3%). Voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt biedt de arbeidsmarkt van Zuid- Gelderland zeer beperkte mogelijkheden. Een groot deel van de geregistreerde werkzoekenden is laag opgeleid, langdurig niet-werkend en/of ouder. Deze kenmerken maken het moeilijk om een baan te bemachtigen. Niet alle vacatures worden door werkgevers geregistreerd bij het UWV Werkbedrijf, toch geeft de verhouding werkzoekenden – vacatures een indicatie van de regionale arbeidsmarkt. Eind 2012 waren er 537 openstaande vacatures bij het UWV Werkbedrijf tegenover 13.277 ingeschreven werkzoekenden, een verhouding van één vacature op 25 werkzoekenden. UWV Landelijke Arbeidsmarktprognose 2013 In deze tijd van snelle economische- en arbeidsmarktveranderingen heeft het UWV Werkbedrijf in januari 2013 een beknopte, geactualiseerde prognose op hoofdlijnen gepresenteerd. Deze prognose schetst een negatief beeld voor 2013. In 2012 was er landelijk een krimp van 50 duizend banen, voor 2013 wordt gerekend op een krimp van 85 duizend banen. Omdat de werkgelegenheid in alle sectoren tezamen krimpt, rekent het UWV Werkbedrijf op een daling van aantal vacatures. In 2013 komt in 7 van de 35 arbeidsmarktregio’s het aantal werkzoekenden als percentage van de beroepsbevolking boven de 10% uit. De arbeidsmarktregio Zuid-Gelderland is één van deze 7 arbeidsmarktregio’s. Maatregelen in 2013 e In de raadsbrief bestandsontwikkeling Wwb tot en met 3 kwartaal 2012 hebben we aangekondigd een nadere analyse uit te voeren. We wilden scherp krijgen of er specifieke aanvullende maatregelen mogelijk en noodzakelijk zijn om de begrotingsdoelstellingen 2013 voor het product Inkomen te realiseren. Door de ontwikkeling van het bijstandsbestand in de tweede helft van 2012 en de forse werkvoorraad bij Bureau Nieuwe Klanten hebben wij voor 2013 een ongunstige startpositie. De economie en de regionale arbeidsmarkt hebben uiteraard grote invloed op de realisatiemogelijkheden, we willen met onze maatregelen maximaal effect sorteren binnen de aanwezige beïnvloedingsruimte. We hebben bij de analyse gebruik gemaakt van landelijk onderzoek en goede voorbeelden bij andere gemeenten. Tevens hebben we gekeken hoe we onze eigen ‘good practices’ kunnen uitbouwen om optimaal te laten renderen. Dit heeft ertoe geresulteerd dat we, naast het reeds ingezette handhavings-en re-integratie-instrumentarium, onze inzet in 2013 incidenteel intensiveren:
8
Bron: Basisset Regionale Arbeidsmaktinformatie december 2012 van UWV.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
5
1. Intensivering van handhaving zowel aan de poort als voor het zittend bestand. 2. Versterking van de re-integratiewerkzaamheden aan de poort. 1. Intensivering van handhaving Onze handhavingsactiviteiten waren in 2012 succesvol. In 2012 is door sociaal rechercheurs en fraudepreventiemedewerkers in 85 zaken voor bijna € 2,7 miljoen aan fraude opgespoord en in 266 zaken voor € 1,5 miljoen aan uitkeringen bespaard. Hiermee is in 2012, afgezet tegen 2011, met minder formatie (€ 0,35 miljoen) meer fraude opgespoord (€ 0,2 miljoen) en is hetzelfde bedrag aan uitkeringen bespaard. We zien in 2012 een forse stijging van (anonieme) tips door burgers. In deze economisch moeilijke tijden wordt misbruik van sociale zekerheid steeds minder getolereerd. Het is onze taak om snel en accuraat de tips te onderzoeken. Ervaring leert overigens dat de tips die wij ontvangen vaak goed zijn onderbouwd en zeer bruikbaar zijn. Wij intensiveren handhaving door in 2013: ‐ 100 extra onderzoeken te starten op basis van signalen en (anonieme) tips; ‐ 300 extra onderzoeken te starten op thema’s met een verhoogd risico op fraude. Wij huren gespecialiseerde handhavers om in 2013 de extra onderzoeken uit te voeren en ondersteuning te bieden bij de versterking aan de poort. 2. Versterking van re-integratiewerkzaamheden aan de poort Wij versterken de poort door enerzijds de instroom te voorkomen en anderzijds de uitstroom naar werk te versnellen. Enkele maanden voor het wegvallen van de WW-uitkering houden we voorlichtingsgesprekken en groepsbijeenkomsten. Daarin wordt helder gemaakt wat te wachten staat, als zij een beroep willen doen op de Wwb. e 9 Om instroom verder te voorkomen richten wij onze tijd en energie op 2/3 van de aanvragen . Wij houden de klant in beweging doordat we het gesprek over een uitkering pas starten na de zoekperiode. Tijdens de zoekperiode gaat het alleen over rechten, plichten en werk. Wij leggen nadrukkelijk de verantwoordelijkheid bij de klant, maar we laten de klant niet geheel los en zetten in op de volgende activiteiten: ‐ de klant moet periodiek de voortgang en alle ondernomen acties melden. Wij controleren op nakomen van afspraken en sanctioneren indien deze niet nagekomen zijn; ‐ we ondersteunen klanten onder meer met diverse workshops, zoals werknemersvaardigheden, solliciteren, CV-schrijven etcetera. Een groot deel van de klanten wil graag werken, wij helpen ze om hun concurrentiepositie op deze moeilijke arbeidsmarkt te verbeteren ten opzichte van andere werkzoekenden. ‐ we breiden vanwege een verhoogde instroom van zelfstandigen de capaciteit voor deze doelgroep uit. We proberen hiermee te voorkomen dat zelfstandigen instromen in de Bbz of Wwb.
We denken klanten sneller uit te kunnen laten stromen dan in de huidige situatie. Als de klant ondanks bovenstaande toch een uitkering krijgt, laten wij de klant niet los, maar maken we een keuze: ‐ bij twijfels over motivatie worden de handhavingsactiviteiten geïntensiveerd; ‐ gemotiveerde klanten blijven zes maanden in de caseload van een re-integratiespecialist en krijgen verdere ondersteuning aangeboden. Voordeel is dat we de klant goed in beeld hebben en snel kunnen aanleveren voor vacatures bij uitzendbureaus, leerwerktrajecten etc; 9
Ervaringen landelijk leert dat een derde van de aanvragen van zorgklanten komen zonder directe arbeidsplicht. Bij deze
groep staan handhavingsactiviteiten en inkomensverstrekking centraal.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
6
De focus ligt primair op de kansen en capaciteiten van klanten, niet op beperkingen. Voor groepen klanten is volledige uitstroom niet realiseerbaar, maar is deeltijdwerk maximaal haalbaar. In 2013 zetten wij hier ook vol op in. In de volgende kwartaalbrief informeren wij u over de voortgang van de implementatie op de beschreven maatregelen. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg