Gemeente Baarn Bijeenkomst “Informatie in de Raad” Verslag van de openbare bijeenkomst, gehouden op woensdag 7 september 2011 in de trouwzaal van het gemeentehuis
Gespreksleider:
de heer J. Hoogendoorn
Raadsgriffier:
mevrouw J.G.S. Pijnenborg
Aanwezig:
de heer A. Ennahachi (Groep Allal Ennahachi), de heer A. Bentura (D66), de heer R. Bruins (CU), de heer W. Genuit (GL), de heer H. van Hardeveld (CDA), de heer A. van der Linden (PvdA), de heer F. Luiten (VVD), de heer L.W.J. Pietersen (PvdA), de heer S. de Ranitz (VVD), de heer T. Snyders (LTS) en de heer Th. Stroo (D66)
Overige aanwezigen:
mevrouw P. Laseur (wethouder), de heer A. van ’t Riet (ambtenaar)
Tevens aanwezig:
de heer R. Morren (Burgerinitiatief), de heer J. Post (Burgerinitiatief), mevrouw T. Jooren (Burgerinitiatief), mevrouw B. Epes-Bouwman (ANBO Baarn), de heer C. Hoogerhuis (Anbo Baarn), de heer B. van den Boom (Seniorenraad) en de heer F. v.d. Boomgaard (Eemland Wonen)
Publieke tribune: Pers:
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen De GESPREKSLEIDER heet iedereen om 19.30 uur van harte welkom. 2. Voorontwerp Lepelaarstraat/Reigerstraat Wethouder LASEUR meldt dat het derde scenario de instemming heeft van de buurt en van Eemland Wonen. Er zal nog een voorstel worden gedaan over hoe de evaluatie van het burgerinitiatief eruit gaat zien. 1
De heer VAN ’T RIET meldt dat veel van wat hij gaat vertellen over het proces al in de raadsinformatiebrieven is genoemd. De raad heeft opdracht gegeven aan het college om het burgerinitiatief te onderzoeken en om mogelijk andere scenario’s uit te werken. Eind vorig jaar heeft de terugkoppeling plaatsgevonden van de stappen tot dan toe. Op 6 januari jl. is een goed bezochte avond gehouden waarbij alle leden van het burgerinitiatief waren uitgenodigd. Die avond heeft geleid tot een selectie. Op 26 mei jl. is het derde scenario gepresenteerd aan de indieners van het burgerinitiatief en de omwonenden. De aanwezigen gaven toen aan hiermee akkoord te zijn. Op 29 juni jl. is een overleg geweest over een specifiek onderdeel van het plan. Dat is vervolgens die dag aangepast en akkoord verklaard. Het resultaat is een stedenbouwkundig plan waarbij de bebouwing in hoofdzaak langs de wegen is geprojecteerd. Er komen rijwoningen, gestapelde woningen en seniorenwoningen. Voorts heeft de wens van de buurt om speelgelegenheid geleid tot een stukje openbare ruimte dat aan de wijk wordt toegevoegd. Het bouwplan voldoet aan de stedenbouwkundige en programmatische uitgangspunten. Met de inbreng van de omwonenden is ook het maatschappelijk draagvlak gewaarborgd. Dat geldt ook voor Eemland Wonen en de gemeente. Voorts is het bouwplan financieel verantwoord voor de woningbouwvereniging. Tevens voldoet het aan het woningbouwprogramma. Uiteindelijk heeft het geresulteerd in 75 wooneenheden en in drie bouwenveloppen met een eigen woningtypologie. De achterpadenstructuur is informeel en er komt een speelterrein. Er is sprake van een gesloten bouwblok met variabele lengte en er is gezorgd voor voldoende parkeerplaatsen. De bouwblokken kennen hun eigen doelgroep. Bouwenvelop 1 ligt aan de Lepelaarstraat. Het bestaat uit rijen- en hoekwoningen. Bijzonder is het verspringen van de gevel van de hoekwoningen. Bouwenvelop 2 ligt aan de noordzijde van de Reigerstraat. De benedenwoningen zijn nultredenwoningen. Dit betekent dat het toegankelijk is voor een rolstoel. De buitenruimte van de bovenwoningen is binnen de rooilijn. Het balkon is dus achter de gevel (inpandig) gesitueerd. Dat is ook bij bouwenvelop 3 het geval dat aan de zuidzijde van de Reigerstraat is gelegen. Daar zijn de bovenwoningen ook nultredenwoningen. De doelgroep is specifiek senioren. Er is geen galerijontsluiting. Alle betrokken partijen worden gehoord t.b.v. de evaluatie van het burgerinitiatief: de indieners van het initiatief, omwonenden en raadsleden. Er wordt een overeenkomst gesloten tussen gemeente en Eemland Wonen. Het bestemmingsplan zal snel in procedure worden gebracht zodat de raad het in januari 2012 kan vaststellen. In februari a.s. wordt de omgevingsvergunning voor het bouwen verleend en dan kan in maart a.s. met de bouw worden gestart. Als alles meezit, is de bouw rond de bouwvakvakantie 2013 gereed. De heer VAN HARDEVELD vraagt of het niet beter is om te beginnen met het sluiten van de overeenkomst en daarna de evaluatie van het burgerinitiatief af te ronden omdat er nu overeenstemming is over het geheel. 2
Wethouder LASEUR verwacht dat de overeenkomst met Eemland Wonen snel tot stand kan komen. Dat staat los van de evaluatie van het proces van het burgerinitiatief. Er is dus geen sprake van volgtijdelijkheid. De heer VAN HARDEVELD vraagt of er nog acties mogelijk zijn om een en ander te bespoedigen. Wethouder LASEUR zegt dat het proces niet sneller kan dan geschetst. Het is verder afhankelijk van de wettelijke termijnen die moeten worden doorlopen. De heer POST merkt op dat er dingen zijn gebeurd in het proces van het burgerinitiatief die anders hadden gekund. De evaluatie hiervan is een belangrijk punt. Hij is bang dat er overheen gewalst wordt. De snelheid van de evaluatie mag niet ten koste gaan van de kwaliteit ervan omdat het leermomenten kan opleveren. De heer DE RANITZ is van mening dat de wethouder onderschrijft wat de heer Post zegt en dat hij geen angst hoeft te hebben dat het proces niet goed wordt geëvalueerd. De heer POST heeft pikante momenten meegemaakt en hij is gewend dat als er afspraken worden gemaakt die ook worden nagekomen. De heer VAN DER LINDEN merkt op dat de evaluatie openbaar is en de heer Post kan naar voren brengen in de evaluatie hoe hij het proces heeft beleefd. Hij verzoekt om digitale toesturing van de presentatie. De GESPREKSLEIDER zegt dat toe. De heer SNYDERS constateert dat de gevels pal aan het trottoir worden gesitueerd en dit past niet in het dorpse karakter van Baarn. Op de Vondellaan, de Torenlaan en de Sparrenlaan zijn losse bouwblokken met groene ruimten er tussen. In het bouwplan is al het groen onttrokken vanuit het zicht vanaf de straat. De entree is een pure verstening geworden. Kan op een rijtje worden gezet wat de randvoorwaarden zijn van waaruit is gewerkt, wanneer die zijn vastgesteld en wat die inhouden? Aan de achterkant verschijnen trappenhuizen terwijl de tuinen zouden moeten grenzen aan de achtergevel van woningen. Daarom zou hij ook graag wat uitgebreidere plattegronden zien. Wethouder LASEUR memoreert dat vier voorwaarden zijn gesteld voor een alternatief bouwplan en die zijn ook met de raad gedeeld. Aan de hand van die voorwaarden zijn plussen en minnen neergezet in overleg met een afvaardiging van de buurt en Eemland
3
Wonen en uiteindelijk is dit hiervan het resultaat geworden. Er zijn niet meer getallen dan al aan de raad verstrekt. De heer SNYDERS vindt dat er een onevenwichtigheid is ontstaan gezien de vele mogelijkheden die zouden worden gecreëerd in de wijk. Dan is het goed om te zien wat op papier heeft gestaan voordat aan het werk is gegaan. De GESPREKSLEIDER stelt voor dat de heer Snyders de organisatie binnenloopt en nadere informatie daar opvraagt. De heer SNYDERS zou graag plattegronden e.d. ontvangen om een en ander beter te kunnen beoordelen. Wethouder LASEUR stelt dat alle beschikbare tekeningen al naar de raadsleden zijn gestuurd. De heer SNYDERS is van mening dat als de plattegronden achter het raadsvoorstel het uitgangspunt is waaruit gewerkt gaat worden het weer fout gaat lopen in de uitwerking omdat de situatie niet kan worden beoordeeld. Hij zal er zich echter in verdiepen of er meer informatie in de organisatie aanwezig is. 3. Visie Wonen Wethouder LASEUR meldt dat dit de eerste uitwerking is van de Startnotie Visie Wonen. Aan de stakeholders is een stuk toegestuurd aan de hand van het woonwensenonderzoek en over de uitkomsten is gediscussieerd. Tevens is aan de raadsleden toegestuurd wat aan de klankbordgroep is gezonden. Volgende maand komt hier een verdieping op zodat er over kan worden gedebatteerd. Wat hier uitkomt, wordt meegenomen in het eerste concept voor de Visie Wonen. De Visie Wonen wordt straks het uitgangspunt voor Panorama 2030. Het vervoersplan dat momenteel wordt gemaakt, gaat daar ook op aansluiten. Verdere informatie wordt gegeven door de heer Klouwen die ook is gecontacteerd om de Visie Wonen te maken. De heer KLOUWEN zegt dat in de presentatie een aantal paradoxen zitten maar daar zal verder over van gedachten worden gewisseld met de raad in oktober a.s. De eerste stap is gezet met het woningmarktonderzoek. De raad heeft bij de presentatie ervan op 9 februari jl. een aantal vragen gesteld die zijn betrokken bij het uitwerken van de Visie Wonen. In augustus jl. is begonnen met de Visie Wonen. Er zijn een aantal interviews gehouden met de corporaties die hier actief zijn en de wethouder. Vorige week is met de klankbordgroep een eerste gedachtewisseling geweest.
4
De Visie Wonen van 2007 had een vijftal speerpunten. Vooral de extramuralisering van ouderen was daarbij een belangrijk punt. Dit betekent dat ouderen vanuit de grootschalige instellingen weer meer in de wijk gaan wonen, ook als zij een extra zorgvraag hebben. Vier jaar geleden was dat een dogma maar tegenwoordig wordt veel waarde gehecht aan het bij elkaar wonen van mensen met een zorgvraag en de zekerheid die zij daaraan ontlenen. Dit is een paradox waarover een uitspraak moet worden gedaan. Van de 24 actiepunten zijn veel zaken uitgevoerd maar wellicht moet de gemeente structurele keuzes maken en met veel minder actiepunten werken. In het verleden was de gemeente op allerlei momenten heel sturend op de woningmarkt aanwezig met subsidies, woonruimteverdeling, woningbouwcontingenten enz. Die rol is veranderd. De gemeente kan sturen via het grondbeleid, via bestemmingsplannen percentages sociaal, vrije kavels, bebouwingshoogte etc. De Wmo biedt geld voor woningaanpassingen. Woonruimteverdeling. Communicatie, hoe vertel je een boodschap en hoe zorg je dat mensen in beweging komen. Wil de gemeente de visie waarmaken, dan moet zij naar andere instrumenten kijken zoals samenwerking met partijen. Eerst kijken of de visie kan worden waargemaakt met partijen en daarna pas de verordenende overheid. De gemeente maakt een visie en zorgt er voor dat de verschillende actoren met elkaar in evenwicht zijn. De gemeente moet goede initiatieven een impuls geven en zorgen voor draagvlak voor het proces en de inhoud die zij wil bereiken. Afspraken maken met de partners en gerichte inzet van de beperkte instrumenten die de gemeente heeft. Sinds 1974 fluctueert het aantal inwoners rondom het inwonertal van 24.000. Als de gemeente dat wil behouden, moet er rekening mee worden gehouden dat de huishoudens gemiddeld kleiner worden van gemiddeld 2,3 mensen naar 2,1 per woning. Dan zal de gemeente moeten blijven bouwen. Voor een gezond leefklimaat noemt de klankbordgroep echter ook een gezond bedrijfsleven, goede voorzieningen voor verschillende doelgroepen en winkels. In Baarn gaat de vergrijzing wat sneller en onevenwichtiger dan gemiddeld in Nederland. Moet de gemeente er dan niet voor zorgen dat de bevolkingsopbouw wat meer in de pas gaat lopen met het nationale beeld? Dan zal moeten worden gebouwd voor gezinnen met kinderen maar er moet ook worden ingespeeld op de autonome behoefte vanuit de bevolking en dat is vooral de vergrijzingsvraag. Dit zijn een paar hoofdlijnen die in de visie tot uiting moeten komen. Een bevolkingspyramide is smal aan de bovenkant en breed aan de onderkant. In Baarn zie je dat in 1991 het aantal kinderen aan de onderkant echter wat beperkt is ten opzichte van de groepen daarboven. In 2001 wordt de basis steeds zwakker en in 2011 is er inmiddels sprake van een soort kerstboom. Ook in de rest van ´t Gooi zie je die bevolkingskrimp maar die is van een andere aard dan in de Achterhoek of in Oost Groningen. Hier hangt het namelijk samen met de vergrijzing omdat er minder kinderen worden geboren dan dat er mensen overlijden. Dat is wat anders dan dat mensen wegtrekken. Er is dus extra woningbouw nodig om de verdunning en de behoefte die samenhangt met de vergrijzing op te vangen. In een poll die op de website van de gemeente staat, zit een stelling 5
dat woningbouw niet ten koste mag gaan van de open ruimte bij mij in de buurt. Daar wordt duidelijk positief op gereageerd. De politiek zal hier dus een keuze moeten maken. In de vorige visie is een keuze gemaakt dat Baarn een woongemeente is maar als de gemeente aantrekkelijk wil zijn voor een brede groep, zullen ook andere kwaliteiten moeten worden geboden zoals voorzieningen, bedrijvigheid etc. Derhalve is er een nauwe relatie tussen de toekomstvisie en de woonvisie. Er zit een probleem bij de middeninkomens omdat inkomens boven de 33.000 eigenlijk niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning volgens een ministeriële beschikking op basis van EU regels. Die mensen mogen maximaal 140.000 tot 150.000 euro lenen. Minus kosten koper wordt dan gekomen op een woning van 130.000 euro. Die groep kan dus geen woning kopen. Voorts zijn de normen voor de nationale hypotheekgarantie fors aangetrokken en de banken hebben de leencapaciteit voor met name de middeninkomens aangeschroefd. De woningen aan de onderkant van de koopmarkt worden derhalve niet verkocht. Daarom moet worden gezocht naar de mogelijkheid van een stukje ondersteuning van die mensen om de onderkant van de woningmarkt op gang te krijgen. Echter, de conclusie kan zijn dat dit niet mogelijk is. Met woningbouw in ´t Geerke zijn een aantal mensen geholpen. De gemeente kan echter ook denken aan financiële arrangementen zoals Koopgarant. Meer verkoop van woningen door Eemland Wonen zodat zij moderne seniorenwoningen in de huursector kan terugbouwen. Dan moet het gaat om grotere aantallen dan nu het geval is. De starterslening kan een instrument zijn. De gemeente zou borg kunnen staan voor de dure huur. Dan kan Eemland Wonen goedkoop lenen en duurdere huurwoningen bouwen. Als de gemeente wat wil, zal zij water bij de wijn moeten doen. De meeste ouderen hebben geen zorg nodig. Vitale ouderen willen zelfstandig blijven wonen en bekeken kan worden of de woning comfortabel kan worden gehouden als de mensen minder mobiel worden. Door het voorkomen van vallen, kan veel zorgvraag worden voorkomen. Dan moet echter eerst worden geïnvesteerd in preventie. Zorgzwaartepakket 3 is een relatief zware vorm van zorg vanuit de AWBZ. Die mensen kunnen een indicatie krijgen voor verblijf in zorgcentra zoals verzorgingstehuizen en verpleeghuizen in een moderne variant. De klankbordgroep is van mening dat het uitgangspunt zou moeten zijn dat mensen die een zware zorgvraag hebben in hun eigen omgeving die zorg zouden moeten kunnen krijgen. Dat is er nu onvoldoende. De derde groep is de lichte zorgvragers. Zij moeten zelf hun woning betalen en de zorg wordt vanuit de AWBZ betaald. Voor die groep is het van belang dat er zorg in de nabijheid is: aanleunwoningen en inleunwoningen. Normen zouden volgens de klankbordgroep niet als vast dogma op een plan moeten worden gelegd omdat het een bouwplan onmogelijk maakt. Het is de kunst om normen te hebben maar ook flexibiliteit. Zo zou bijvoorbeeld bij een verzorgingshuis de norm voor het aantal parkeerplaatsen wellicht naar beneden kunnen worden bijgesteld.
6
Voorts zouden volgens de klankbordgroep in de koopsector hogere eisen kunnen worden gesteld dan in de sociale huur omdat bij sociale huur de betaalbaarheid het eerste uitgangspunt zou moeten zijn. Enerzijds werd in de klankbordgroep gezegd dat huizen vooral moeten worden toegewezen aan mensen uit Baarn maar anderzijds werd gezegd dat ook regionaal moet worden gedacht omdat een open woningmarkt uiteindelijk voor woningzoekenden beter is. Daarbij werd de vraag opgeroepen of ook niet naar Hilversum moet worden gekeken naast Amersfoort. De heer VAN DEN BOOM merkt op dat in het project Lepelaarstraat/Reigerstraat twintig seniorenwoningen zijn ingeleverd. De Seniorenraad heeft toen gezegd dat dit moet worden gecompenseerd. In 2025 zal 32 procent van de bevolking van Baarn de leeftijd van 65 jaar of ouder hebben. De groep van 55-65 jaar bedraagt dan 25 procent. Van de leeftijdgroep van 55-75 jaar heeft ongeveer 20 procent een fysieke beperking en zoekt een aangepaste woning. Voor mensen ouder dan 75 jaar is dat percentage 50 procent. Dit betekent dat er in Baarn ongeveer 400 seniorenwoningen nodig zijn in 2020. Op dit moment zijn er 100 seniorenwoningen. In het najaar van 2009 hebben Eemland Wonen, de ouderenbonden, Stichting Gehandicaptenbelang, de Seniorenraad en de Huurdersraad het Manifest Ouderenhuisvesting 2020 opgesteld. Het is belangrijk dat dit stuk bij het samenstellen van de nieuwe Visie Wonen ter hand wordt meegenomen. De heer KLOUWEN is bekend met het stuk maar de oproep van de heer Van den Boom zal ter harte worden genomen. Wethouder LASEUR stelt dat eerst het uitgangspunt helder moet zijn hoeveel inwoners Baarn wil hebben. Vervolgens kan worden bepaald wat de doelgroepen zijn voor wie gebouwd gaat worden. Er is een behoefte aan seniorenwoningen maar als de politiek vindt dat de bevolkingspyramide wat evenwichtiger moet worden, zal ook moeten worden gebouwd voor gezinnen met kinderen. Het ene sluit het andere niet uit. In oktober a.s. wordt met de raad in debat gegaan en dan zullen opnieuw een aantal stellingen worden voorgelegd. Dat gaat leiden tot het eerste concept van de Visie Wonen. De heer SNYDERS vraagt wat de specifieke kwaliteit is van woningen voor gezinnen met kinderen. Hoe worden die verleid om hiernaar toe te komen? De heer KLOUWEN zegt dat het onderzoek van 2010 uitwijst dat er voor gezinnen met kinderen die een duurdere woning kunnen kopen een behoorlijk aanbod is. Het meest urgente tekort zit in de wat goedkopere koopklasse voor gezinnen. Ze willen graag rustig wonen, nabij voorzieningen en goed bereikbaar ten opzichte van werk. Baarn voldoet aan die kwaliteiten. Gezinnen met een modaal inkomen hebben in Baarn beperkte kansen. Dit zijn vaak jongere gezinnen.
7
De opbouw van de woningvoorraad zegt iets over de opbouw van de bevolking. Echter, de categorie jonge gezinnen heeft het in Baarn het moeilijkst om de woning van hun gading te vinden, namelijk koopwoningen tot 250.000 euro. De grond is over het algemeen duur en de locaties zijn schaars en de verdienmogelijkheiden in dat segment zijn beperkt. In hoeverre wil de gemeente dit spelen richting ontwikkelende partijen? 4. Zomernota De GESPREKSLEIDER deelt mee dat na de presentatie nog technische vragen kunnen worden gesteld tot uiterlijk 9 september a.s. Wethouder LASEUR memoreert dat de raad vorig jaar heeft gezegd dat er geen voorjaarsnota en najaarsnota meer hoeven te komen omdat één rapportage voldoende is na de helft van het jaar. Als de termijn voor het stellen van vragen wordt opgerekt tot maandag 12 september a.s., heeft de organisatie maar één dag om de vragen te beantwoorden en dat is te kort dag. Immers, op 14 september a.s. is de discussie over de Zomernota. De Zomernota is een rapportage op afwijkingen. Niet alleen is de stand van dit moment weergegeven maar er is ook gekeken wat een en ander betekent voor de jaarrekening. Op het saldo in de begroting zijn een aantal aanpassingen gedaan (omdat er een aantal fouten in zaten) en die zijn gepresenteerd in de Perspectiefnota. Dat is het uitgangspunt voor de Zomernota. Inmiddels zijn er een aantal collegebesluiten genomen die daar effect op hebben en er zijn een aantal ontwikkelingen geweest, ook vanuit het rijk, en er waren een aantal correcties op de begroting nodig. Vervolgens worden op een aantal programma’s vragen gesteld om extra budgetten. Daarnaast is een aparte categorie gemaakt van inhuur derden. Voorts is een categorie gemaakt van maatregelen die geld opleveren. De eindstand van de Perspectiefnota was 332.000 euro in de min. De meicirculaire en de algemene uitkering meegenomen levert een saldo van 210.000 euro nadelig. Uiteindelijk zal worden uitgekomen op het bedrag van 332.000 euro nadelig. De al genomen collegebesluiten stuwen het nadelige saldo op naar 485.000 euro. Voorts zijn er fouten verwerkt als gevolg van verkeerde aannames. De OZB voor gebruikers is bijvoorbeeld al in 2008 afgeschaft maar is altijd in de ramingen blijven staan. In categorie D worden een aantal voorstellen gedaan die geld gaan kosten. Die staan op pagina 12 uitgesplitst naar programma. Het college vindt die maatregelen nodig voor deze programma’s. Bij inhuur derden is aangegeven welke budgetten er waren, wat is uitgegeven en wat de vacatureruimte was. Dit betekent dat hiervoor een bedrag nodig is. Er is een voorstel gedaan om vanaf nu een percentage te noemen voor inhuur van derden. Dat percentage is gerelateerd aan de totale kosten voor personeel en er horen bij een aantal maatregelen zodat daar niet overheen wordt gekomen maar die zullen bij nader bericht worden toegelicht. Tot slot wordt gekomen bij een aantal maatregelen die geld opleveren. Dat zijn voor een deel een aantal maatregelen die hetzelfde zijn als de maatregelen die zijn voorgesteld in de 8
Perspectiefnota om te komen tot bezuinigingen. Toen is gezegd dat die worden genomen vanaf 2012 maar het college zegt nu dat die ook eerder kunnen worden genomen. Een en ander betekent dat de Zomernota uitkomt op een tekort van 695.000 euro. Het college vindt dat dit niet kan. Om uit te komen op het saldo dat is begroot in de Perspectiefnota, is tot het eind van het jaar nog een taakstelling nodig van 361.000 euro. Als dat gevonden is, wordt een voorstel aan de raad gedaan om dat tekort weer in te lopen. De onderwijsreserves worden enerzijds gebruikt voor het onderhoud van schoolgebouwen en anderzijds voor investeringen die gedaan gaan worden op scholen. Straks komt de NBS en de Brede School op de werf. Pas is de Uitkijck geweest, het Baarns Lyceum en de Waldheim Mavo. Er dient een aparte reserve te komen voor het onderhoud en de financiering van de scholen moet daar los van staan. Dat zou vanuit de exploitatie en de opbrengsten van de terreinen gefinancierd moeten worden. Hier komt een voorstel over bij de begroting. Inhuur derden loopt steeds uit de pas. Daarom zijn spelregels afgesproken om tot inhuur van derden over te gaan. Het college gaat nu besluiten of inhuur van derden mogelijk is en dat kan alleen maar als is aangetoond dat het van korte duur is enz. Het mag niet meer zijn dan een percentage dat wordt afgesproken van de totale loonkosten van de organisatie. Hierover komt bij de begroting een voorstel waarbij een bedrag wordt voorgesteld om in de begroting op te nemen. De heer STROO stelt dat als het voorstel wordt dat bijvoorbeeld tien procent van de totale loonkosten voor externe inhuur is er sprake is van extra kosten. Voorts is er een vrijval als gevolg van het niet invullen van vacatures. Als dat erbij wordt opgeteld, wordt gekomen op wel twintig procent inhuur. Wethouder LASEUR zegt dat een reële schatting van de externe inhuur van het budget van de loonkosten wordt gehaald. Een controle achteraf gaat niet en daarom wordt dit aan de voorkant geregeld. De heer STROO stelt dat de regel zou moeten worden gehanteerd dat het totale loonkostenbudget in een jaar niet wordt overschreden. De begroting mag niet oplopen. Wethouder LASEUR wijst er op dat tot nu steeds is gebleken dat het elk jaar uit de pas loopt en dat moet worden gestopt. Er moet een reële begroting worden gemaakt van de inhuur van derden. Het kan niet zo zijn dat je een bedrag neerzet waarvan je van te voren weet dat je er overheen gaat. Daarbij worden spelregels afgesproken hoe de inhuur moet plaatsvinden. De heer VAN DER LINDEN vindt het een taak van de organisatie om de inhuur te controleren en niet van het college.
9
Wethouder LASEUR zegt dat als het goed loopt in een organisatie de teugels worden losgelaten en dat er altijd een moment komt dat die weer moeten worden aangetrokken. In de Perspectiefnota is aangegeven dat fase 1 van de bezuinigingen onvoldoende is. In fase 2 gaan bekeken worden Stichting Zorg en Welzijn, Kringloopcentrum en Beweging 3.0. Alle velden worden bekeken waar uit de benchmark is gebleken dat de gemeente meer dan gemiddeld daarop uitgeeft. In de organisatie gaat bekeken worden of een aantal beleidsvelden minder of niet meer gedaan gaan worden. Voorts is een reorganisatie van de organisatie mogelijk. De bevindingen van die onderzoeken komen in de begroting. Uiteindelijk moet dat een sluitende meerjarenbegroting opleveren. In de begroting wordt dieper ingegaan op de algemene reserves. Eén van de uitgangspunten in de begroting zal straks zijn dat de exploitatie ook te doen is zodat in volgende jaren niets uit de algemene reserve hoeft te worden gehaald. De verhouding tussen de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen zal dan goed zijn en de weerstandscapaciteit moet dan ook voldoende zijn. Van belang is dat de financiële functie op orde wordt gebracht en daarom zal bij de uitvoering van het Herstelplan de controle steeds worden betrokken vanuit haar meer onafhankelijke positie. Bij de begroting zal bij de in uitvoering zijnde maatregelen een tijdspad worden aangegeven waardoor bekend is wanneer het gehele Herstelplan is afgerond. Door de uitvoering van het Herstelplan worden de fouten systematisch uit de begroting gehaald. Er is nog een enorme inspanning nodig om alle bezuinigingen binnen de begroting te realiseren en om de realisering van de 361.000 euro voor het eind van het jaar waar te maken. De heer STROO vindt dat het voorgestelde besluit moet worden gespecificeerd. Wat wordt onttrokken aan welke reserve en waarmee gaat de raad akkoord? Dat is nu onhelder. Wethouder LASEUR zegt dat met name belangrijk is het saldo van 332.000 euro dat leidend is en dat er de categorieën a tot en met f zijn waarin ruimtecreërende maatregelen en ruimtevragende maatregelen worden voorgesteld. Als de raad akkoord gaat met de Zomernota gaat zij impliciet ook met genoemde zaken akkoord. De heer STROO wil alleen in de Zomernota vaststellen wat betrekking heeft op 2011 en de rest van de inhoud vaststellen bij de begroting. Nu is er een wirwar gemaakt van allerlei dingen zoals doorkijkjes naar de begroting enz. Daarom moet helder zijn wat de raad besluit. Wethouder LASEUR vindt dat heel helder is opgeschreven wat aan de raad wordt gevraagd. Als bij de jaarrekening een goed resultaat moet worden neergezet, zijn er echter nu al maatregelen nodig om tot dat resultaat te komen. Als de raad nu geen maatregelen voor extra bezuinigingen wil accorderen, bestaat ook niet de mogelijkheid om op de overschrijding in te lopen.
10
De heer STROO stelt dat in oktober a.s. nog gesproken gaat worden over het totale begrotingsverhaal en dat zou hij graag gescheiden zien. Daarom is een volgtijdelijke besluitvorming beter. Wethouder LASEUR zegt toe dat m.b.t. de categorie a tot en met f afzonderlijke beslispunten zullen worden opgenomen. 5. Vaststellen notulen Informatie voor de Raad 9 en 21 juni 2011 De notulen van de vergaderingen van 9 en 21 juni jl. worden conform de voorliggende concepten vastgesteld. De GESPREKSLEIDER sluit de vergadering om
uur.
Aldus vastgesteld in de openbare bijeenkomst “Informatie in de Raad” van 5 oktober 2011. De gespreksleider, De griffier,
11