Gemeente Baarn Bijeenkomst “Informatie in de Raad” Verslag van de openbare bijeenkomst, gehouden op woensdag 7 september 2011 in de raadszaal van het gemeentehuis
Gespreksleider:
mevrouw S. Oortman Gerlings-van Hal
Raadsgriffier:
mevrouw A. Tensen (loco)
Aanwezig:
de heer A. Ennahachi (Groep Allal Ennahachi), de heer P. Blokker (PvdA), de heer H. Geurtsen (CDA), de heer K. Koudstaal (BOP). de heer A. van der Meij (VVD), de heer A. van Roshum (CU), mevrouw P.W. de Ruijter (D66), de heer Th. Stroo (D66) en mevrouw H. Nauta-van Gelder (GL)
Overige aanwezigen:
de heer J. Baerends (wethouder) en de heer J. de Wilde (wethouder)
Tevens aanwezig:
de heer A. Bouwland (Volleybalvereniging Touché), de heer E. Kramer (Schermvereniging Vivas), de heer H. Borst (Stuurgroep Sportpark Ter Eem)), de heer F. van der Grint (Stuurgroep Sportpark Ter Eem), de heer P. Mul (TOV Baarn), mevrouw Bremmer (Vita 2000), mevrouw Prins (Vita 2000), de heer Koetzier (BMHV), de heer Davids (Stichting Kunstgras), de heer Van Oert (NBS), de heer Van Droffelen (NBS), de heer Reinders (buurtcomité Stichting Leefbaar Pekingpark), de heer Vlasman (buurtcomité Stichting Leefbaar Pekingpark)
Publieke tribune:
35 personen
Pers:
2
1. Opening De GESPREKSLEIDER heet iedereen om 19.30 uur van harte welkom en deelt mee dat de heer Rutten bij agendapunt 2 een presentatie zal geven. 2. Presentatie en informatie over tarief- en subsidiebeleid 1
De heer RUTTEN (Adviesbureau Andreas c.s) meldt dat in opdracht van de gemeente Baarn een onderzoek is uitgevoerd naar het tarievenbeleid t.a.v. binnen- en buitensportaccommodaties. De huidige tarieven zijn historisch gegroeid. De raad heeft bepaald dat meer het profijtbeginsel zou moeten worden toegepast en dat een herverdeling van kosten over sportaccommodaties op basis van een transparante systematiek wenselijk is. In dit kader zal inzicht worden verschaft in het huidige gebruik en de bijbehorende kostenstructuur. Voorts wordt uitwerking gegeven aan een nieuw tarievenbeleid. Meegenomen zijn de drie gemeentelijke gymnastieklokalen, de vier nieuwe gymnastieklokalen van het Baarns Lyceum en de Waldheim Mavo, het Sportpark ter Eem, Sportcentrum de Trits (zwembad en sporthal) en het bosbad de Vuursche. Voorts is de hockeyaccommodatie meegenomen. Op basis van de gemeentelijke begroting en die van derden is in beeld gebracht hoe de kosten- en batenverhoudingen eruit zien. In veel gevallen liggen de kapitaallasten bij de gemeente omdat die eigenaar is van de accommodaties. Voorts worden aan de kostenkant exploitatielasten (met eventuele subsidie van de gemeente), onderhoudslasten en personeelslasten meegenomen. Aan de batenkant is gekeken naar alle baten die worden opgebracht door de gebruikers van de accommodaties en die in enigermate de kosten compenseren. De gemeente is jaarlijks ongeveer 1,4 miljoen euro kwijt aan sport. Hierin zitten onderhoudskosten, kapitaallasten en subsidie. Als de huur en de subsidie van de gemeente eruit worden gelaten, wordt bijvoorbeeld gezien dat de sporthal van de Trits bijna kostendekkend kan opereren. In het zwembad is het exploitatiegat groter omdat een zwembad per definitie zwaar verliesgevend is. Bij bosbad de Vuursche zijn kosten en baten vrijwel aan elkaar gelijk. De kapitaallasten en het onderhoud liggen echter bij de gemeente. Als alle gemeentelijke accommodaties in beeld worden gebracht, blijkt dat nog geen dertig procent van de totale kosten door de gebruikers worden opgebracht. De SKAB is volledig geprivatiseerd en daarom uit dit staatje gelaten. In het recente verleden is er een eenmalige investeringssubsidie naar toegegaan. Als alle binnensportaccommodaties apart worden beschouwd, wordt 32 procent van de kosten door de baten gedekt. Als alleen naar het Sportpark Ter Eem wordt gekeken, wordt momenteel 13,7 procent van de kosten door de baten gedekt. Landelijk heeft de buitensport altijd een lager dekkingspercentage dan de binnensport. De heer VAN DER GRINT vraagt of de kosten m.b.t. Sportpark Ter Eem met of zonder subsidie zijn meegenomen. De heer RUTTEN geeft aan dat de subsidie aan stichting De Trits met de huurbedragen zijn gesaldeerd en wat daarin resteert, zit in het gemeentelijk aandeel. In de huidige situatie is er geen subsidierelatie met Sportpark Ter Eem.
2
De heer STROO zou graag de totale lasten van de sporthal willen weten inclusief de kapitaallasten en dan pas kan worden gekeken naar het dekkingspercentage. De heer RUTTEN zegt dat er een onderscheid is gemaakt tussen de kosten die bij de gemeente liggen en de kosten die gemaakt worden door de partner die de gemeente ondersteunt bij het sportaanbod. De Stichting De Trits en het bosbad hebben eigen kosten. De kosten en baten van die twee partners zijn onvoldoende in verhouding met elkaar en dat is een extra kostenpost die de gemeente voor haar rekening neemt. De heer VAN DER GRINT merkt op dat de aanbieders van sport op het sportpark ook allerlei kosten hebben, bijvoorbeeld omdat zij de kosten van hun accommodaties volledig zelf financieren. Hoe is dat in deze berekening meegenomen? De heer RUTTEN legt uit dat uitgangspunt is geweest van het onderzoek welke kosten de gemeente heeft in het in stand houden van sportaccommodaties. Ten aanzien van het sportpark geldt dat hierin alle gemeentelijke kosten zitten en aan de batenkant de huuropbrengsten. Kantinebaten etc. zijn niet meegenomen omdat het dan gaat om verenigingsexploitaties. De jaarlijkse kosten van de SKAB zijn 110.000 euro. Dat betreft alleen de kosten van de drie velden. Zij worden doorverhuurd aan de BMHV en die betaalt jaarlijks 65.000 euro huur. De gemeente draagt niet structureel bij en dat leidt er toe dat de SKAB door het gat van 45.000 euro niet alle kosten kan dekken. De reservering voor de onderhoudskosten zit ook in het bedrag van 110.000 euro maar een en ander leidt er toe dat er momenteel onvoldoende financiële middelen zijn om een noodzakelijke reserve op te bouwen en dit betekent dat er op den duur onvoldoende middelen zijn voor het in stand houden van de velden. De heer BLOKKER vraagt hoe met dit financiële gat in de afgelopen jaren is omgegaan. De heer DAVIDS legt uit dat dit tekort al een groot aantal jaren bestaat en dat het steeds groter wordt. Daarom heeft de Stichting Kunstgras zich enige jaren geleden gewend tot de gemeente voor het aanleggen van het derde veld. Er hebben acties plaatsgevonden, schenkingen van leden, loterijen, sponsoracties enz. Dan gaat het over tonnen over de afgelopen tien jaar. De heer VAN DER MEIJ concludeert dat er een negatief eigen vermogen is van enkele tonnen bij de stichting hetgeen door de heer DAVIDS wordt bevestigd. De heer RUTTEN zegt dat er een benchmark is uitgevoerd bij zeven gemeenten in de regio. Opgevraagd is welke tarieven worden gehanteerd voor de binnensport, de buitensport en de gemeentelijke zwembaden. Hieruit blijkt dat de tarieven voor de gymnastieklokalen in Baarn het laagst zijn van alle gemeenten. Dat komt omdat één van de gymnastieklokalen erg klein is en ze zijn redelijk oud. De tarieven in sporthal de Trits zijn de hoogste van alle gemeenten 3
maar de sporthal is anderhalf keer zo groot als een gemiddelde sporthal. De tarieven voor de buitensport liggen iets boven het gemiddelde. In vier van de vijf gemeenten met hockeyaccommodaties is de hockeyvereniging gelijk gesteld aan de andere sportverenigingen en onderdeel van de tarievenstructuur. De gemeente Hilversum heeft in 2009 besloten dat zij de geprivatiseerde hockeyvereniging financieel wil steunen omdat die niet meer rondkomt. Het zwembadkaartje van de Trits is marktconform. Het bosbad is het duurste en dat heeft te maken met de entourage maar hierdoor kan zij in principe haar begroting dekkend maken. De heer BOUWLAND vraagt of bij de tarieven van de sporthal gekeken is naar absolute tarieven of ook naar de ruimte die daarvoor wordt geboden. De heer RUTTEN merkt op dat sporthal de Trits zeer ruim is opgezet in vergelijking met andere gemeenten qua uitloopruimte en zaaldelen en daardoor krijg je meer oppervlakte voor het geld. Als het tarief echter met anderhalf wordt vergroot, blijkt dat de Trits relatief gezien zelfs iets goedkoper is. De heer BLOKKER vindt dat hij weinig kan met de gepresenteerde cijfers in de benchmark want een gymnastieklokaal kan qua tarief gunstig zijn maar als de kleedkamers of de douches niet te gebruiken of gedateerd zijn, gaat de vergelijking al niet op. De heer RUTTEN legt uit dat de accommodaties in de andere gemeenten niet zijn bezocht. Het is gerelateerd aan de Baarnse situatie en de tarieven worden in verhouding gezien tot de kwaliteit van de accommodatie. Mevrouw NAUTA vindt dat wat betreft de sporthal niet moet worden gekeken naar alleen de oppervlakte maar ook naar bijvoorbeeld de kwaliteit van de toestellen en wat er te doen is. De heer RUTTEN is in de benchmark uitgegaan van een bepaalde basiskwaliteit. Oppervlakte is een subjectief begrip omdat een ruime oppervlakte voor een gymnastiekvereniging een meerwaarde is maar voor andere sportverenigingen niet. Het verenigingstarief van het zwembad de Trits ligt wat lager dan bij andere zwembaden. De tarieven voor zwemlessen zijn gemiddeld. Het dekkingspercentage voor de binnen- en buitensport ligt in Baarn iets lager dan het landelijk gemiddelde. De raad heeft besloten dat tot 2013 de tarieven van de buitensport omhoog gaan. Dan wordt het dekkingspercentage 21,4 procent en komt het zelfs iets boven het landelijk gemiddelde. De heer KOETZIER wijst er op dat in de berekening van het dekkingspercentage van de buitensport de hockeyclub niet is meegenomen.
4
De heer VAN DER GRINT vraagt of bij de huurtarieven gebruik is gemaakt van het werkelijk aantal teams maal het aantal keren dat ze gebruik maken van het veld maal het dan geldende tarief. De heer RUTTEN is uitgegaan van de vastgestelde tariefstructuur en dat er tot 2013 een zelfde mate van gebruik plaatsvindt. De meerdere huuropbrengst tot 2013 als gevolg van het genomen raadsbesluit is meegenomen en daarbij heeft de raad vastgesteld dat de huuropbrengst in 2013 72.000 euro moet bedragen. Als de gestaffelde verhoging wordt genomen, wordt hoger uitgekomen dan de 72.000 euro. De 21 procent is dus gebaseerd op de opbrengst van 72.000 euro omdat dit een hard kader was. De heer VAN DER GRINT constateert dat op basis van het huidige aantal teams en het gebruik de opbrengst uiteindelijk hoger uitkomt. De heer BLOKKER merkt op dat de gebruikers van het sportpark momenteel gratis mogen trainen. Is in de toekomst alleen naar het wedstrijdgebruik gekeken voor de huur van de velden? De heer RUTTEN zegt dat hij hier straks wat van zegt maar het adviesbureau stelt voor de toekomstige situatie een andere manier van berekening van huuropbrengsten voor. De heer STROO vraagt hoe het komt dat de dekkingsgraad van de binnensportaccommodaties laag is ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De heer RUTTEN zegt dat dit ligt aan de kostenkant of er wordt te weinig gebruik van gemaakt. In Baarn is goed gedocumenteerd hoe de kosten-en batenstructuur in elkaar zit en de beheerders hebben goed de gebruikers in beeld. Alle voorwaarden zijn er om een tarifering toe te passen op basis van het dekkingspercentage. Dat is nader uitgewerkt in een aantal kaders. Voor alle accommodaties wordt dan een tarief per uur gehanteerd dat wordt vastgesteld op basis van een dekkingspercentage van de kostprijs. De dekkingspercentages voor binnen- en buitensport verschillen omdat er een verschil in kostenopbouw in zit. Voor de binnensport wordt gegaan naar een tarief per uur op basis van het aantal beschikbare meters en voor de buitensport wordt gegaan naar een bedrag per veld per uur waardoor dus wedstrijd- en trainingsgebruik worden belast. Er wordt onderscheid gemaakt tussen voetbal, handbal, cricket en atletiek. In Baarn zijn drie gymnastieklokalen die klein en verouderd zijn. Er zijn vier gymnastieklokalen bij het Baarns Lyceum die drie keer zo groot zijn en in de sporthal de Trits is een zaaldeel 500 m². Daarom is gekozen voor een tarief per oppervlakte. De heer BLOKKER vraagt waarom wordt gekozen voor dezelfde tarifering bij velden met verschillende investeringskosten. 5
De heer RUTTEN merkt op dat bij veel gemeenten een tarief per veld per seizoen wordt gehanteerd. In Baarn rouleren alle clubs over de velden die door de gemeente zijn aangelegd en daardoor kan niet worden gegaan naar een tarief per veld omdat het gebruik van alle velden met elkaar wordt gedeeld. De heer STROO vraagt of er is gekeken naar de mogelijkheden die verenigingen hebben om eigen inkomsten te genereren zoals kantine-inkomsten. De heer RUTTEN herhaalt dat het onderzoek is gepleegd vanuit de gemeentelijke kant gezien. De gemeentelijke kosten worden zo op een transparantere manier over de gebruikers verdeeld. De verenigingen moeten de eigen accommodaties die geen gemeentelijk eigendom zijn op hun eigen wijze exploiteren. Mevrouw BREMMER zegt dat Vita 2000 voor de ouderensport verplicht is om gebruik te maken van de Trits omdat de gemeentelijke gymnastieklokalen overdag niet beschikbaar zijn. Straks is sprake van een enorme kostenverhoging, niet gerelateerd aan de grootte van de zaal. De heer RUTTEN zegt dat dit inherent is aan het feit dat de sporthal alleen overdag beschikbaar is. De heer VAN DER MEIJ wijst er op dat Vita 2000 gebruikmaakt van de leegloopuren en dat zou ook wat mogen betekenen. De heer RUTTEN legt uit dat in het overzicht financiële uitwerking binnensport de gemeentelijke kostprijs is verdeeld over de accommodaties. Op basis van een dekkingspercentage van 29,4 procent wordt gekomen op een gemiddeld uurtarief. In de daluren kan dat wat lager zijn en in de piekuren wat hoger. Voorts zijn de tarieven op basis van het aantal vierkante meters doorgerekend voor het Baarns Lyceum en de Waldheim Mavo. De kostenkant is daarbij niet meegenomen omdat deze accommodaties op dit moment nog niet geëxploiteerd worden. Voor de buitensport is gekozen voor een tarief per veld per uur. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de accommodaties. Daarbij is rekening gehouden met een opbrengst van 72.000 euro in 2013. Het dekkingspercentage bij Sportpark Ter Eem zou stijgen naar 21,3 procent. Bij verzelfstandiging worden er extra middelen ingebracht omdat er sprake is van een algemene upgrading van het sportpark. Ook door het toezicht komt er dan een verbetering van het maatschappelijk rendement. Voor de SKAB zijn twee opties uitgewerkt. Optie 1 is dat de hockey op dezelfde wijze wordt belast als de andere gebruikers. Optie 2 is het Hilversumse model waarbij de
6
gemeente wel financieel steunt maar op een andere wijze. In beide gevallen is er sprake van meerkosten voor de gemeente. De heer BLOKKER merkt op dat de hockeyvereniging eigenaar is van de velden en de voetbalvereniging niet. Hoe is hiermee rekening gehouden? De heer RUTTEN geeft aan dat optie 1 is gebaseerd op het feit dat het eigendom bij de gemeente ligt. De heer DAVIDS meldt dat de gemeente eigenaar is van het terrein. De Stichting Kunstgras heeft een opstalrecht gekregen van de gemeente en is daarmee eigenaar van de mat die er op ligt. De heer RUTTEN geeft aan dat als optie 1 wordt gehanteerd de hockeyvereniging van de 116.000 euro kosten 24.000 euro zou moeten betalen en het verschil tussen beide bedragen zou dan indirecte subsidie zijn van de gemeente. In de tweede optie staat hoe de gemeente Hilversum dit heeft georganiseerd. Per tien jaar wordt een bedrag van 50.000 euro per veld uitgetrokken voor groot onderhoud en per twintig jaar wordt een bedrag van twintig procent van de investering uitgetrokken die nodig is om een veld te vernieuwen. De jaarlast wordt bij de huidige drie velden 25.500 euro voor de gemeente. De raadsbehandeling is op 16 en 30 november a.s. gepland. De heer BOUWLAND meldt dat de volleybalvereniging op dit moment voor het gebruik van de sporthal 57 euro per uur betaalt. Per jaar wordt 12.500 euro aan zaalhuur betaald en dat is de grootste kostenpost op de begroting. Er komt nu een verhoging van 28 procent en dat is niet gecommuniceerd waardoor de vereniging hier niet op kan anticiperen. Mevrouw BREMMEN zegt dat voor Vita 2000 hetzelfde geldt. Er komt een behoorlijke verhoging van de tarieven en de leden weten dat niet. Zij verwacht dat als de tarieven worden verhoogd dit zal leiden tot opzeggingen en tot kleinere groepen of beëindiging van groepen. De tarieven voor 1 januari a.s. zijn eigenlijk al vastgesteld en daarom zullen extra maatregelen moeten worden genomen. De heer BLOKKER vraagt of de tariefsverhoging ook het beleid zal zijn van de Trits die geprivatiseerd is. Dit kan straks worden doorgetrokken naar de komende beheerstichting voor Sportpark Ter Eem. De heer RUTTEN zegt dat dit geen onderdeel is van het onderzoek. Hier is sprake van een verantwoordelijkheid voor de betreffende stichting. De sheets van de presentatie zijn verkrijgbaar bij de heer Brandjes.
7
3. Overdracht exploitatie Sportpark Ter Eem De heer VAN DER GRINT meldt dat met de aantreding van het nieuwe college er sprake was van constructief overleg. In het voorliggende voorstel staat een geïntegreerde oplossing voor alle problemen die speelden rond het sportpark. Het is een uitstekende balans tussen de wensen van de gemeente en die van de clubs. Er zijn velden die een grondige renovatie nodig hebben. Daar heeft de gemeente een reservering voor toegepast. Het is logisch om die investeringen zo te doen dat je daar langdurig mee toe kan, dus geen grasatletiekbaan maar een kunstgrasatletiekbaan. Door een herindeling van het sportpark kan er bovendien veel efficiënter worden omgegaan met de beschikbare ruimte en dat betekent dat er een voetbalveld bij kan komen. Voorts krijgt één veld een ondergrond die in de toekomst geschikt kan worden gemaakt voor kunstgras. De investeringen worden fifty-fifty door de gemeente en de clubs voor hun rekening genomen. De stuurgroep heeft in deze onderhandelingen zijn maximale mandaat gebruikt en er zit niet meer in het vat. Dit kan op voldoende draagvlak rekenen bij de clubbestuurders. De BAV en de SV Baarn moeten nog hun leden raadplegen. Hier ligt een voorstel waarmee een gezonde exploitatie mogelijk is en er komen kwalitatief goede sportaccommodaties waar mensen voor een betaalbare prijs kunnen sporten. Mevrouw DE RUIJTER wijst er op dat het steeds lastiger wordt om een beroep te doen op vrijwilligers terwijl er sprake is van veel zelfwerkzaamheid van de clubs bij deze plannen. De heer VAN DER GRINT meldt dat er nu al sprake is van een grote zelfwerkzaamheid bij de verenigingen. Voor de herindeling van het sportpark is slechts 410.000 euro beschikbaar. De meerkosten zullen uit de stichting moeten komen. Vrijwilligers kunnen worden ingezet voor het opruimen van de tegels en het groen dat weg moet. Op die wijze wordt de investering behapbaar binnen de jaarlijkse exploitatie. De stuurgroep is van mening dat de 60.000 euro meerkosten van het groen onterecht op de exploitatie van het sportpark zijn gelegd. Dit bedrag zou alsnog ter beschikking moeten komen van het investeringsbedrag. De 470.000 euro past nog prima in de 1,5 miljoen die de raad ooit aan het sportpark heeft toegewezen. De heer BLOKKER vraagt of er op kan worden gerekend dat de stuurgroep op 1 januari a.s. zo ver is dat dan de sleutel kan worden ontvangen. Is er met de gemeente al over gesproken om ook het tarievenbeleid over te dragen aan de stichting? De heer VAN DER GRINT legt uit dat als de raad eind september a.s. het voorstel accordeert gesproken moet worden over de bestuurlijke inrichting. Daarna is het aan de notaris en de juristen om alles op papier te zetten en die moeten dan worden ondertekend door de burgemeester en de voorzitters van de clubs. Dit moet in december a.s. klaar zijn.
8
Wat betreft de tarifering is helder dat er 60.000 euro door de clubs moet worden betaald. Het is straks aan de stichting om dat bedrag te verdelen maar daar heeft de stuurgroep al de afspraak over gemaakt met de clubs dat betaald wordt naar rato van het gebruik. De heer KOETZIER wijst er op dat hockey 110.000 euro per jaar kost in deze gemeente en dan is er geen sprake van subsidie. De andere veldsporten op het sportpark kosten ongeveer 320.000 euro en daarvan wordt 86 procent gesubsidieerd. De vereniging is de gemeente zeer erkentelijk voor de drie ton subsidie voor het derde veld. Er is hier echter sprake van een structurele situatie van ongelijkheid. Het profijtbeginsel wordt niet toegepast. De hockeyvereniging komt een groot bedrag per jaar tekort. Het is de grootste veldsport in Baarn met 900 leden. Het afgelopen jaar is de contributie verhoogd. Een kind van acht jaar betaalt 300 euro per jaar voor hockey en voor voetbal 100 euro per jaar. Hockey is de grootste veldsport voor meisjes in Nederland en het is een grote en snelgroeiende sport voor jongens en mannen in Nederland. Het is geen elitaire sport meer. De hockey wordt vanavond vertegenwoordigd door spreker als voorzitter van de vereniging en niet door de heer Davids die voorzitter is van de Stichting Kunstgras. Hockey is geen grasveldsport meer. Kunstgras is de maat. In het verleden is een kunstgrasveld op kosten van de vereniging aangelegd om vooruit te kunnen lopen in Nederland. Er is geen enkele reden meer om niet het profijtbeginsel toe te passen. De regel is dat hockeyclubs in Nederland meelopen in de tarifering en Hilversum is een uitzondering. De vereniging heeft vier vrijwilligers die gezamenlijk zeker veertig uur per week werkzaamheden verrichten als prullenbakken legen, velden schoonmaken etc. Een en ander is op papier gezet en naar de raadsleden gestuurd. De vereniging is voornemens om een subsidieaanvraag bij de gemeente in te dienen die is gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel. De heer GEURTSEN meldt dat hij geen brief van de vereniging heeft ontvangen. De GESPREKSLEIDER zegt dat de brief bij de griffie ligt en nog onder de raadsleden moet worden verspreid. PAUZE 4. Vervangende huisvesting Nieuwe Baarnse School De GESPREKSLEIDER stelt beslispunt 1 aan de orde. De heer VLASMAN is het niet duidelijk wat de totale revitalisering betekent. Eerst heeft de buurt een aantal plaatjes gezien die een hoog Dubai gehalte hadden maar nu valt het tegen. De totale revitalisering betekent namelijk niet meer dan een rieten kap en wellicht wat nieuwe ramen. De basis en de uitstraling van het huidige gebouw blijven bestaan. Wat gaat er nu gebeuren? 9
Wethouder DE WILDE zegt dat het skelet van het huidige gebouw en de fundering worden gebruikt. De wandbekleding, eventuele raampartijen en het nieuwe dak dat een andere kap krijgt, worden vorm gegeven. Dat heeft een aantal voordelen met name in de financiële sfeer. Het gebouw moet zoveel mogelijk passen in de omgeving. Dit heeft ook nadelen omdat je bent gebonden aan de huidige vorm van het skelet. De GESPREKSLEIDER stelt beslispunt 2 aan de orde. Mevrouw DE RUIJTER vraagt hoe het zit met de verrekening van de investeringskosten van de peuterspeelzaal omdat er sprake is van een gesubsidieerde instelling. Is de peuterspeelzaal toegankelijk voor elk kind of bestemt de NBS het alleen voor de eigen kinderen? Wethouder DE WILDE meldt dat de minimale invulling van een Brede School drie functies inhoudt, namelijk een peuterspeelzaal, de basisschool en de voor-, tussen- en naschoolse opvang. De tweede en derde functie zijn een wettelijke verplichting voor de school en de gemeente heeft de verplichting om de huisvesting te verlenen voor met name de tweede functie. De raad heeft uitgesproken dat als het gaat om nieuwe of gerenoveerde scholen de gemeente de drie functies in één gebouw moet onderbrengen. Voorts is het gemeentelijk jeugdbeleid om de zorg voor prenataal tot 23 jaar in het onderwijs vorm te geven. De basisschool is een stichting. Bij de buitenschoolse opvang kan de school kiezen om het zelf te doen of het uit te besteden aan een marktpartij. De peuterspeelzaal is een stichting met een subsidierelatie met de gemeente. Er zijn normen voor investeringen in schoolgebouwen. Dat ligt vast in een gemeentelijke verordening. Voorts zijn er investeringen voor de BSO en de peuterspeelzaal op basis van een huurtarief. De BSO krijgt een conform markttarief en de peuterspeelzaal krijgt een aangepast tarief gelet op de subsidierelatie. De investering is in ca. 16 tot 20 jaar terugverdiend. De heer BLOKKER vraagt of de BSO komt in de vier ruimten binnen de school. Wethouder DE WILDE zegt dat de noodgebouwen worden gesloopt en die ruimte kan binnen het bestemmingsplan worden gebruikt voor aan- en bijgebouwen. Daar zou mede de BSO vorm kunnen worden gegeven. De heer VLASMAN vraagt in hoeverre Dribbel op het terrein van de NBS komt. Wethouder DE WILDE meldt dat de school in gesprekken heeft aangegeven met Dribbel in overleg te zijn. Dan mag worden aangenomen dat dit gerealiseerd gaat worden.
10
De heer VLASMAN vraagt hoe de school dit afzet tegen de mededeling aan de ouders dat voor- en naschoolse opvang t.b.v. de leerlingen van de NBS zou zijn en dat er geen sprake was van andersoortige opvang. De heer VAN OERS meldt dat hij aan de leden heeft gezegd dat de school in gesprek is met de gemeente over de buitenspeelzaal en niet is gezegd dat die niet op het terrein gehuisvest zou worden. Mevrouw DE RUIJTER heeft in de informatie van de school aan de ouders gelezen dat het een eigen voorziening is. Zijn er afwijkende afspraken gemaakt met de NBS t.a.v. het door de raad vastgestelde beleid? De heer VAN OERS meldt dat in de informatie aan de ouders is gezegd dat de BSO voorzieningen uitsluitend voor de NBS leerlingen zijn. De heer VAN DROFFELAAR memoreert dat de school heeft aangegeven richting wethouder dat de school niet negatief staat tegenover een peuterspeelzaal maar dat het niet per se hoeft. De wens voor de vestiging van de peuterspeelzaal aldaar ligt meer bij de gemeente dan bij de school. De heer BLOKKER vraagt in hoeverre dit een toevoeging is op de discussie die is gevoerd over bijvoorbeeld de verplaatsing van Montini en Caspar de Colignyschool en er was nog een derde locatie benoemd voor een brede school. Wethouder DE WILDE zegt dat er twee overwegingen zijn om dit een Brede School te laten zijn, namelijk het jeugdbeleid en het onderwijsbeleid. Daarnaast moet Dribbel weg van de huidige tijdelijke huisvesting in de Koningin Wilhelminaschool. De heer VAN DRONGELEN stelt dat de school best kansen ziet voor een peuterspeelzaal want dat zou op den duur een wervende werking kunnen hebben en er zou doorstroom kunnen ontstaan. De wens lag echter bij de gemeente en het hoeft niet per se van de school. Mevrouw DE RUIJER vraagt hoe het staat met de verantwoordelijkheid. Wethouder DE WILDE legt uit dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bij de gemeente vanuit de wettelijke verplichting om een adequate huisvesting te bieden. Voorts moet de school invulling geven aan wat binnen het gebouw gebeurt. Er zijn nu meer individuele werkplekken nodig dan vroeger en dat is de reden om deze gebouwen opnieuw vorm te geven. Mevrouw NAUTA vraagt of het klopt dat er sprake is van weerstand tegen de plannen bij het buurtcomité. 11
De heer VLASMAN zegt dat er vanuit de buurt kritische geluiden zijn te horen maar in de buurt wonen ook ouders van kinderen. De informatie aan de ouders door de school wordt in een breder kader geplaatst door de kritische geluiden vanuit de buurt. De heer VAN OERS stelt dat hij hier aan tafel zit als voorzitter van de vereniging NBS en hij vertegenwoordigt daarmee de leden van de school. Na uitvoerige informatie is uiteindelijk een breed draagvlak geconstateerd bij de leden voor de plannen met inachtneming van een onderwerp als bijvoorbeeld de gehele verkeerssituatie. Daar gaat later over gesproken worden. Er zijn genoeg leden die niet in de buurt wonen en enthousiast zijn over de plannen. De heer VLASMAN wijst er op dat hij hier zit in de rol van iemand die de buurt mag vertegenwoordigen. De vragen komen voort uit de verschillende informatie van gemeente en school. Mevrouw NAUTA vraagt of er genoeg draagvlak is om door te gaan met de plannen m.b.t. de peuterspeelzaal. De heer VAN OERS zegt dat de leden die in de buurt wonen informatie krijgen vanuit het buurtcomité, de gemeente en vanuit de vereniging. In de afgelopen vijf jaar is het onderwerp bij elke ledenvergadering besproken. Uiteindelijk is de school enthousiast geraakt voor het laatste scenario. Hiervoor is draagvlak en enthousiasme binnen de school. Het gebouw voldoet niet meer aan de bouwkundige en onderwijskundige eisen. Er is sprake van een groot ruimtegebrek en door deze beweging krijgt de school een mooi gebouw waar ook de voor-, tussen- en naschoolse opvang kan worden gerealiseerd. Dit kan de kwaliteit van het onderwijs enorm verbeteren. Architecten hebben bekeken wat met het bestaande gebouw kan gebeuren en dat was een onderdeel van het creëren van een draagvlak. De leden ondersteunen dit plan. De GESPREKSLEIDER stelt beslispunt 3 aan de orde. De heer REINDERS vraagt of de investering impact zal hebben op andere scholen. Wethouder DE WILDE merkt op dat de gemeente een idee heeft hoe groot het budget moet zijn voor deze school maar dat betekent niet dat er geen budget meer zou zijn voor andere scholen. Goed is dat de school duurzaam vorm kan worden gegeven. Er is extra aandacht voor binnenklimaat en de CO2 uitstoot. De vereniging is bovendien bereid om hier een extra bijdrage van een half miljoen euro aan toe te voegen om dit soort dingen te kunnen realiseren. De GESPREKSLEIDER stelt beslispunt 4 aan de orde.
12
De heer VLASMAN wijst er op dat nu wordt gesproken over een ander soort school met een veel grotere populatie kinderen. Dat brengt met zich mee dat bij veiligheid een uitroepteken hoort te staan. Voor de school is dit een ontbindende voorwaarde om de plannen te laten doorgaan. Er zou een second opinion komen op het rapport van DHV. Dan moet kritisch gekeken worden naar het rapport dat er nu ligt. In het raadsvoorstel staat echter dat een nader onderzoek wordt verricht waarbij gekeken wordt naar andersoortige oplossingen en niet zo zeer naar het DHV rapport. Hoe wil de wethouder omgaan met hoe een second opinion op het DHV rapport tot stand gaat komen en in hoeverre daar enige inspraak is van de buurt bij het tot stand komen van de second opinion. Bij de buurt is het gevoel dat er met de input als reactie op het rapport weinig is gedaan en dat de conclusies die in het rapport zijn getrokken niet juist zijn. Wethouder DE WILDE meldt dat inmiddels opdracht is gegeven aan het bureau Goudappel Coffeng en de onderzoeksopdracht luidt of zij naar aanleiding van de verzameling gegevens en kennende de situatie kan komen tot de conclusies die DHV aanbeveelt. Voorts is gevraagd of het bureau alternatieven kan bedenken die een significante hogere veiligheidskans kan geven. Er is gevraagd of het parkeren op het schoolterrein een veiliger oplossing is. Een en ander binnen redelijke financiële mogelijkheden. De heer BLOKKER vraagt of de wethouder nadat de resultaten van het onderzoek door Goudappel Coffeng bekend zijn in overleg gaat met het buurtcomité. Wethouder DE WILDE zegt dat als de uitkomsten bekend zijn het buurtcomité de gelegenheid krijgt om daar kennis van te nemen en om het nodige daarover te zeggen. De heer KOUDSTAAL vraagt of de onderzoeksopdracht er weer van uitgaat dat er al een school is of is de vraagstelling of er wel een school ter plekke kan worden gesitueerd gezien de aanwezige omgevingsstructuur. Wethouder DE WILDE meldt dat de onderzoeksvraag is gericht op een specifieke plek met een bestaande school. Op die plek staat al honderd jaar een school. De heer KOUDSTAAL wijst er op dat er nu een veel grotere school komt met kinderen die vaak met de auto naar school worden gebracht. De Waldheim Mavo is niet te vergelijken met de nieuwe situatie die daar is gepland. De heer REINDERS vindt het essentieel dat er een goede computersimulatie gedaan gaat worden. Er is een spoorweg vlakbij en een hoofdverkeersstroom richting Baarn. Er moeten serieuze tellingen worden gedaan.
13
Wethouder DE WILDE memoreert dat het bureau een onderzoek heeft gedaan naar de spoorwegovergang en daar een simulatie van heeft gemaakt. Aan het bureau zal worden gevraagd of m.b.t. het kruispunt Vondellaan/Stationsweg in relatie tot de spoorwegovergang een simulatie gemaakt kan worden mits dit binnen de financiële perken blijft. De heer ENNAHACHI verwacht dat het er wat betreft de verkeerssituatie een chaos gaat worden gelet op de scholen in de buurt. Wethouder DE WILDE bestrijdt dat er sprake is van chaos. De verkeerssituatie daar is bekend. De heer ENNAHACI stelt dat voor hem veiligheid prioriteit nummer 1 is in Baarn. Wethouder DE WILDE geeft aan nooit te hebben gezegd dat dit voor hem niet het geval zou zijn. De heer VLASMAN begrijpt dat de buurt geen inspraak heeft bij de totstandkoming van het rapport. Wethouder DE WILDE benadrukt dat als de besluitvorming in de raad aan de orde is hij over de second opinion wil beschikken en daarom is er enige haast geboden. De heer VAN ROSHUM vraagt wat de inbreng van het buurtcomité zou kunnen zijn bij de second opinion. De heer VLASMAN merkt op dat het buurtcomité een hele lijst met mankementen t.a.v. het DHV rapport heeft aangegeven. De buurtbewoners hebben zelf tellingen gedaan. Die dingen zijn niet meegenomen in het vorige rapport. De buurt moet in de veiligheidstoets betrokken worden want anders ontstaat er achteraf een discussie waarbij wordt uitgegaan van verschillende parameters. De gegevens van de buurt moeten worden betrokken om een volledige second opinion te kunnen krijgen. Wethouder DE WILDE wijst er op dat uit het DHV rapport blijkt dat de gemeente structureel verkeerstellingen uitvoert en dat wordt nu weer geactualiseerd. De tellingen van de bewoners zijn erbij betrokken en de school heeft gegevens aangeleverd over het aantal ouders, kinderen, snelverkeer en niet-snelverkeer. Er is gekeken naar de verdeling van de leerlingen en voorts bezit het bureau een uitgebreide database met landelijke gegevens als type school, locatie, afstand en verkeersintensiteit. Bekend is dat de bewoners daar liever woningbouw hadden gezien dan weer een school.
14
De heer VLASMAN gaat het er om dat er een passende school komt die ook past op die locatie en dat het veilig is. Het gaat om 400 fietsbewegingen op het drukste tijdstip van der dag en daar komt straks nog Dribbel bij. Dat past niet bij de school. De heer ENNAHACHI vraagt zich af of de wethouder er nog met de bewoners uit kan komen m.b.t. de verkeerssituatie. Wethouder DE WILDE zegt dat de belangen van de bewoners en van de school zijn geïnventariseerd. Er zijn meerdere bijeenkomsten gehouden. De heer REINDERS stelt dat de buurt steeds achteraf is betrokken en het buurtcomité heeft hele kundige mensen die hierover mee kunnen praten. De heer KOUDSTAAL zegt dat uit de second opinion naar voren kan komen dat het onmogelijk is om daar een school zoals gepland vorm te geven. Wethouder DE WILDE lijkt dit bijzonder onwaarschijnlijk want er bestaat al honderd jaar een school en een spoorwegovergang. De heer REINDERS wijst er op dat het aantal leerlingen en de verkeersbewegingen anders zijn en derhalve zal de veiligheidssituatie ook anders zijn. Wethouder DE WILDE geeft aan dat dit de reden is om nog een andere deskundige naar de situatie te laten kijken. De heer REINDERS vindt dat eerst een gedegen second opinion moet worden gedaan en op basis daarvan kunnen conclusies worden getrokken. Is de second opinion wellicht al gereed? Wethouder DE WILDE meldt dat de second opinion nog niet af is want hij heeft net de opdracht gegeven. De heer VAN DROFFELAAR legt uit dat de concentratie van leerlingen van de school enerzijds rond de Nassaulaan ligt en anderzijds in de wijk van het buurtcomité. Elke ochtend gaat er een groep leerlingen vanuit die wijk over het kruispunt naar school en dat gaat al jaren goed. Dat neemt niet weg dat er straks goed gekeken moet worden naar de verkeerssituatie. De heer REINDERS wijst er op dat in het DHV rapport staat dat de huidige concentratie van leerlingen bij de huidige school is gelegen. De GESPREKSLEIDER stelt beslispunt 5 aan de orde.
15
Wethouder DE WILDE merkt op dat het huis moet worden opgeknapt omdat het beschermd dorpsgezicht is. Met de NBS is ook over de mogelijkheid van koop gesproken. De GESPREKSLEIDER stelt de beslispunten 6 en 7 aan de orde. De heer VLASMAN vraagt of in het financiële plaatje een post is opgenomen voor de aanpassing van de verkeerssituatie c.q. het waarborgen van de veiligheid. Wethouder DE WILDE zegt dat een dergelijke post is opgenomen en dat het om een substantieel bedrag gaat. In vergelijking met andere scholen zullen de inspanningen op dit punt veel groter zijn als het gaat om verkeersveiligheid. Er wordt gedacht aan twee kiss and ride stroken. Eén op het Stationsplein met een extra parkeermogelijkheid en één aan de Vondellaan. Een pad naar een oversteekplaats op de Stationsweg met hekjes zodat je niet rechtstreeks over kunt steken. Een regeling met verkeersregelaars om de overgang over de Stationsweg te begeleiden als de spoorbomen dicht zijn want dan staan de auto’s stil. Voorts is er een ingang voor de bovenbouw aan de Stationswegkant en een ingang aan de Vondellaankant voor de onderbouw. De school kent nu al een schoolpleinwacht en zal medeverantwoordelijkheid nemen voor de publieke ruimte rondom de school met het oog op de verkeersveiligheid. Dit zal in een convenant worden vastgelegd. De heer VLASMAN constateert dat de wethouder een vergelijk maakt tussen een pleinwacht en een verkeersregelaar. Wethouder DE WILDE herhaalt dat de school al gewend is om menskracht in te zetten om zo nodig gedragcorrigerende maatregelen te kunnen nemen. Daarvoor zijn ouders aanspreekbaar. De heer VAN ROSHUM vraagt of de afspraak over de vijfhonderd leerlingen een eenzijdige afspraak is. De heer VAN DROFFELAAR zegt dat de school hier achter staat want zij wil niet groter worden dan vijfhonderd leerlingen. Van dat aantal wordt uitgegaan in het concept plan van eisen. Er komen dus geen extra lokalen om het mogelijk te maken om nog uit te breiden. Bij dat aantal leerlingen is er nog een goede sociale verstandhouding. Mevrouw DE RUIJTER vraagt of als de andere ontwikkelingen m.b.t. scholen ingevuld gaan worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd gaan worden t.a.v. berekeningen die aan dit voorstel ten grondslag liggen wat betreft bijvoorbeeld leerlingenaantal, benodigd bruto vloeroppervlak etc.
16
Wethouder DE WILDE zegt dat bij Noord dezelfde uitgangspunten zullen worden gebruikt voor zowel de vormgeving van de school, de wijze van samenwerken, de aandacht voor het milieu, de financiële kant en het maximum aantal leerlingen. De heer ENNAHACHI vraagt wat er gebeurt als het misloopt met de regeling rondom de verkeersregelaars. De heer VAN DROFFELAAR meldt dat het gaat om verkeersbrigadiers. Zij helpen de kinderen met oversteken en er zal alles aan gedaan worden om er voor te zorgen dat dit goed geregeld wordt. De heer REINDERS deelt mee dat de heer Kool een e-mail heeft gestuurd en hij verzoekt de raadsleden om daar goed kennis van te nemen. Wethouder DE WILDE zegt toe dat hij aandacht zal schenkel aan de betreffende e-mail en dat hij het bij het onderwerp zal betrekken. 5. Vaststellen verslag informatieavond 9 en 21 juni 2011 De verslagen van de informatieavonden van 9 en 21 juni 2011 worden conform de voorliggende concepten vastgesteld. De GESPREKSLEIDER sluit de vergadering om 22.05 uur. Aldus vastgesteld in de openbare bijeenkomst “Informatie in de Raad” van 5 oktober 2011. De gespreksleider,
De griffier,
17