Verslag van de eerste bijeenkomst van de participatiegroep AmersfoortWest Bereikbaar, gehouden op dinsdag 15 februari 2011 Aanwezig F. de Haan H. Abrahams R. Azoumi A. van der Beek I. van Veen
Voorzitter Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort
D. Haver Droeze P. de Langen F. Vis M. Swets J. van der Heiden H.J. te Loo W. Wagemakers S. van Duin L. Haver Droeze H. van de Bold M.J.J. van der Weiden M. ter Horst K.J. Rodenburg C. Koster W. Pot R. Slot J. Kouwe W. Vos
Stichting Woonklimaat Berg SGLA Dierenpark Amersfoort Nieuwe Eemland VBBBB VvE Midland Parc Fietsersbond Fietsersbond Voorzitter Belangenvereniging Daam Fockemalaan e.o. Belangenvereniging Daam Fockemalaan e.o. Belangenvereniging Barchman Wuytierslaan even nummers Belangenvereniging Barchman Wuytierslaan even nummers Belangenvereniging Barchman Wuytierslaan oneven nummers Mobiliteitsplatform Amersfoort VAB Werkgroep Birkstraat/Vondellaan Werkgroep Birkstraat/Vondellaan Soesterkwartier
B.D. Young-van Leijen notuliste Afwezig Chris Bakker (met bericht) Hans Erdmann
Het Utrechts Landschap AMHC
1
De voorzitter opent de bijeenkomst en heet alle aanwezigen welkom. De vertegenwoordiger van het Utrechts Landschap is wegens ziekte afwezig. In december 2010 is de basis voor deze participatiegroep gelegd. Het onderwerp is inmiddels door de gemeenteraad tijdens een Ronde besproken. Op 1 maart a.s. neemt de gemeenteraad een besluit over de Nota van randvoorwaarden en de wijze waarop de participatie wordt vorm gegeven. Van de bijeenkomst van vanavond wordt een verslag gemaakt dat per e-mail aan de aanwezigen wordt toegezonden. Na vaststelling van het verslag in de volgende bijeenkomst wordt deze gepubliceerd op de website. Kennismaking, wie ben je, wie of wat vertegenwoordig je Er volgt een kennismakingsronde waarin iedereen zichzelf voorstelt en aangeeft met welk belang men deelneemt aan de participatiegroep. Wim Pot: directeur Pot Verhuizingen en afgevaardigde van de Vereniging van Amersfoortse Bedrijven en van de Kamer van Koophandel. Ineke Vos: bewoonster Soesterweg. Hidde ter Loo: voorzitter VvE Midland Parc. Maaike Swets: adjunct-directeur het Nieuwe Eemland. Belang: veiligheid van de leerlingen en de collega’s van en naar school. Liedewij Haver Droeze: voorzitter belangenvereniging Daam Fockemalaan e.o. Henk ter Horst: belangenvereniging Daam Fockemalaan even nummers. Dick Haver Droeze: bestuurslid Stichting Woonklimaat Berg en als privépersoon, als landschapsarchitect, betrokken bij de kwaliteit van het gebied. Spreker zou zeer tevreden zijn als de participatiegroep kiest voor de nuloptie zodat de kwaliteit van het gebied in tact blijft. Cees Koster: voorzitter van het Mobiliteitsplatform Amersfoort. Ria Slot: afgevaardigde van de bewonerscommissie Birkstraat/Vondellaan. Deze werkgroep is opgericht naar aanleiding van het plan om in Soest parallelbanen aan de Birkstraat aan te leggen. Inmiddels is dit plan van de baan. De politiek heeft geluisterd naar de bewoners die bij alle partijen hadden aangeklopt en uitgebreid de publiciteit hadden gezocht. Sam van Duin: vertegenwoordigt de Fietsersbond. Hij hoopt dat te zijner tijd de fietspaden op de goede plekken worden aangelegd. Wouter Wagemakers: vertegenwoordigt ook de Fietsersbond en daarmee de belangen van de fietsers. Jacques van der Heiden: vertegenwoordigt de Vereniging Behoud Bos Birkhoven Bokkeduinen en is tegen elke aantasting van het bosgebied. Spreker adviseert om af te wachten totdat de A1 en A28 verbreed zijn en dan te kijken of een Westtangent nog nodig is. Dit bespaart veel geld en zorgt ervoor dat de prachtige natuur in het gebied behouden blijft. Peter de Langen: voorzitter SGLA. Peter verwacht dat men over twee jaar weer hier zit om opnieuw te beginnen, vele onderzoeken verder. Als de plannen voor de A1 en A28 binnenkort uitgewerkt zijn, zal het sluipverkeer in dit gebied afnemen en daardoor zal de doorstroming verbeteren. Fred Vis: vertegenwoordigt Dierenpark Amersfoort. Voor het dierenpark is het van belang dat de bereikbaarheid goed blijft. Herman van de Bold: vertegenwoordigt de belangenvereniging Daam Fockemalaan en omstreken. Jaap Kouwe: werkgroep Birkstraat/Vondellaan. Jaap merkt op dat de werkgroep in Soest een beroep heeft gedaan op de Wet openbaarheid bestuur. In Soest heeft het direct aanspreken van politici goed gewerkt. Spreker waardeert het dat de gemeente Amersfoort een participatiegroep heeft opgezet. Klaas Jan Rodenburg: voorzitter van de belangenvereniging B.W.-laan, oneven nummers. Uit zijn zorg dat als de doorstroming is verbeterd de B.W.-laan wordt afgesloten. Spreker zou tevreden zijn als de bereikbaarheid blijft behouden en er voor duurzame doorstroming wordt gezorgd. Hij hoopt op een integrale oplossing in plaats van een deeloplossing. Martin van der Weiden: belangenvereniging Barchman Wuytierslaan, even nummers. Is voor behoud van het woonklimaat. Zijn focus ligt op de directe omgeving en de ontwikkeling eromheen met name het spoor. Voor Martin is het van belang dat het huidige woonklimaat behouden blijft. Rachid Azoumi begeleidt het project als assistent projectmanager van de gemeente Amersfoort. Anton van de Beek: is verantwoordelijk voor het technische gedeelte van het project zoals de verkeersonderzoeken en metingen.
2
Iris van Veen: is adviseur communicatie en participatie bij de gemeente Amersfoort. Zij vindt het belangrijk om op een open manier met elkaar te praten ondanks de tegengestelde belangen. Heino Abrahams: is als projectleider over drie jaar tevreden als er dan een oplossing is gekozen die in consensus met bewoners, gebruikers en belangengroepen tot stand is gekomen, ongeacht de oplossing die wordt gekozen. Er wordt gevraagd waarom geen van de partijen NS, ProRail en Defensie aanwezig zijn. Heino Abrahams antwoordt dat er naast de belangenverenigingen die vanavond aanwezig zijn er nog zo’n 15-20 ‘professionele’ partners betrokken zijn zoals de provincie, gemeente, Connexxion, ProRail, Defensie). De participatie zou met vertegenwoordigers van deze partijen erbij zo groot worden dat het onwerkbaar wordt. Iris van Veen merkt op dat het voorstel van de gemeente is om binnenkort een bijeenkomst te organiseren waarbij de ‘professionele’ partners ook aanwezig zijn. Martin van der Weiden waarschuwt dat er voorkomen moet worden dat deze partijen condities gaan stellen. De rol van deze participatiegroep zou in dat geval ondergeschikt worden. Dick Haver Droeze vraagt naar de status van de participatiegroep. Heino Abrahams antwoordt dat de participatiegroep een adviserende rol richting het college heeft. Het college doet vervolgens een voorstel aan de gemeenteraad en deze beslist. Het advies van de participatiegroep wordt meegenomen in het voorstel aan de gemeenteraad. In februari 2010 heeft de raad het besluit genomen om binnen deze coalitieperiode een oplossing te zoeken voor verbetering van de doorstroming. Peter de Langen merkt op dat het collegeprogramma een verbetering van de doorstroming noemt. Dit betekent niet direct nieuwe wegen. Er moet naar mogelijkheden en oplossingen worden gekeken. In brede samenstelling moet er worden gekeken wat de problemen zijn. Klaas Jan Rodenburg vindt dat niet nu al het bestaansrecht van de participatiegroep in twijfel moet worden getrokken. Door energie te steken in het traject kunnen de partijen samen tot iets komen wat waarde heeft. Iris van Veen geeft aan dat de participatiegroep een adviserende rol heeft. De groep komt met een advies aan het college, het college legt vervolgens een advies voor aan de raad. Als het college het advies van de participatiegroep niet ter harte neemt moet men beargumenteren waarom niet. Daarnaast wordt vanuit de Participatiegroep aangegeven dat de term ‘professionele partners’ ongelukkig gekozen is, gevraagd wordt een andere terminologie te hanteren. Verder wijst Klaas-Jan Rodenburg erop dat het niet zo moet zijn dat de overige gesprekspartners (professionele partijen) een toetsende rol krijgen ten opzichte van de inbreng uit deze Participatiegroep. Stand van zaken Heino Abrahams schetst de stand van zaken. - Er hebben inmiddels twee participatiebijeenkomsten plaatsgevonden. - Er is een collegebesluit genomen over randvoorwaarden en proces. De nota Randvoorwaarden kan nog worden aangevuld. Het is van belang dat de randvoorwaarden een afwegingskader vormen voor de raad. Er kunnen randvoorwaarden worden toegevoegd maar geen randvoorwaarden worden geschrapt. - De kwestie is besproken tijdens De Ronde. - Op 1 maart 2011 wordt er een besluit genomen in de raad. - Tot augustus 2011 vinden er onderzoeken plaats. - In augustus 2011 besluit de raad welke varianten verder wordt onderzocht. - Tot juni 2012 worden de varianten verder uitgewerkt. - In juni 2012 besluit de raad welke variant men kiest. - Vervolgens wordt het bestemmingsplan eventueel opgesteld. Hij geeft aan dat het uitgangspunt is dat de bestaande situatie niet milieutechnisch en landschappelijk verslechtert. Is dat wel het geval dan is het geen goede oplossing. Er wordt een aangepaste nota Randvoorwaarden opgesteld en de paragraaf over communicatie en participatie wordt aangepast. De brief met randvoorwaarden gaat in de week van 21 februari a.s. naar de raad. Ook de participatiegroep ontvangt deze brief voordat het onderwerp wordt besproken in de raad.
3
Er wordt gevraagd hoe de milieuschade wordt gemeten. Heino antwoordt dat een van de randvoorwaarden is dat er geen verslechtering van het milieu mag zijn en ook niet elders tot nieuwe problemen mag leiden. Als de gekozen oplossing elders (milieu)overlast oplevert, dan is het geen goede oplossing. Er wordt een maatschappelijke kosten-batenanalyse opgesteld waarover de participatiegroep mag adviseren. Compensatie van de ecologische schade moet in de randvoorwaarden worden opgenomen. Peter de Langen merkt op dat het belangrijk is dat ecologische schade lokaal gecompenseerd wordt, dus in het gebied zelf. Dit punt zal alsnog door Heino worden toegevoegd. Martin van der Weiden vraagt of het begrip schade preciezer geformuleerd kan worden. Het gaat om randvoorwaarde 6.6: behoud c.q. verbetering van het milieu. Gedurende de komende maand worden alle tot nu toe gedane oplossingen en suggesties in kaart gebracht en voorgelegd aan de participatiegroep. De verkeerstellingen starten eind maart en met de uitkomsten hiervan worden de verkeersmodellen gevoed. Tot juni 2011 lopen alle onderzoeken. In juni 2011 wordt een aantal oplossingen weggestreept en met een aantal gaat men verder de diepte in. Op dat moment moet duidelijk zijn welke oplossingen mogelijk zijn. Liedewij Haver Droeze is van mening dat eerst het probleem onderzocht moet worden voordat er toegewerkt kan worden aan een oplossing. Heino antwoordt dat in de verkeersmodellen de stromen, prognoses, groei, prognose van de spoorwegen en dergelijke als basismateriaal worden meegenomen. Anton van der Beek zegt dat de tijd ontbreekt om de stappen na elkaar te nemen. Daarom worden eerst zaken tegelijk uitgevoerd. Alle varianten worden vergeleken met de nulvariant. Peter de Langen geeft aan geeft aan dat er is afgesproken dat de participatiegroep mee zou denken over de onderzoeksvragen en daarnaast zouden deze vanuit de methodiek van Verdaas moeten worden geformuleerd. Deze methode is juist als randvoorwaarde ingebracht. Als nu al onderzoeken worden uitgezet is dat niet vanuit deze methodiek en dus strijdig met de randvoorwaarden. Ook is afgesproken dat het sluipverkeer in kaart zou worden gebracht en dat er een definitie moet komen van het begrip ‘sluipverkeer’. Per saldo betekent dat er eerst onderzoek moet plaatsvinden en pas daarna moet worden nagedacht over varianten. Dick Haver Droeze merkt op dat het participatietraject niet moet worden ‘afgeraffeld’ of processen samengevoegd om maar te voldoen aan de planning, desnoods stelt de raad het besluit maar uit. Dit voorstel krijgt een bijval uit de groep. Iris van Veen merkt op dat inderdaad is afgesproken dat de onderzoeksvragen samen worden gedefinieerd. Liedewij Haver Droeze merkt op nav het laatste punt op de dia dat het opstellen van een bestemmingsplan betekent dat er nu al wordt voorgesorteerd op ingrepen die mogelijk gaan plaatsvinden. Heino antwoordt dat in het Collegeprogramma is opgenomen dat de raad voor april 2014 een onherroepelijk besluit zal nemen. Terugrekenend betekent dat als de gekozen oplossing ingrepen meebrengt waarvoor een planologische procedure moet worden gevolgd, er in het voorjaar van 2013 al een bestemmingsplan moet zijn vastgesteld. Voor de nulvariant is echter geen bestemmingsplan nodig. De tekst zal worden gewijzigd in: indien nodig wordt een bestemmingsplan opgesteld. Dick Haver Droeze vraagt hoe het zit met de exploitatie. Heino antwoordt dat er een bedrag van € 60 miljoen beschikbaar is. De wens van de gemeente om een CO2-neutrale stad te bouwen is hierin niet meegenomen. Peter de Langen merkt op dat er nog steeds geen definitief besluit is genomen over het beschikbaar stellen van middelen. Hoe hard is de € 60 miljoen? Heino zal dit uitzoeken. Afspraken over het participatietraject, taak- en rolverdeling, afstemming met andere partners/participatietrajecten, vergaderfrequentie, voorzitterschap en communicatie achterban De ‘professionele’ partners: Rijkswaterstaat, provincie Utrecht, UVVB-programma, gemeente Soest, Defensie, ProRail, NS, OV-bedrijven, Welstandscommissie. Het is de bedoeling om een gezamenlijke bijeenkomst te plannen. Opgemerkt wordt dat een professionele ecologische ondersteuningspartner ontbreekt (zoals Natuur- en Milieufederatie Utrecht). Dit wordt uitgezocht en indien nodig zullen deze alsnog worden uitgenodigd. Heino merkt op dat partners als ProRail, NS en Defensie vooral informatie zullen aanleveren, zij hebben zelf niet veel belangen.
4
Het uitgangspunt voor de participatiegroep is de Structuurvisie 2030: de raad heeft gekozen voor het ruimtelijke model ‘optimaliseren’ uit het MUST Rapport. Uitgangspunt is dat bestaande bedrijven en sportverenigingen mogen binnen hun eigen kavels groeien met behoud van de groene en de landschapswaarden. De gekozen oplossing moet hieraan voldoen. Opgemerkt wordt dat dit uitgangspunt enige nuance behoeft. Het model ‘optimaliseren’ volgens het rapport van Must zal één-op-één wordt hier gepresenteerd als onderdeel van de (nog vast te stellen) Structuurvisie. Liedewij Haver Droeze is verrast dat het rapport MUST (het Jip en Janneke-boek, zoals het in de raad werd genoemd) opeens de status van Structuurvisie lijkt te hebben gekregen. Iris stelt de volgende planning voor: 15 februari 2011 eerste bijeenkomst (werkafspraken, kennismaking) 1 maart 2011 besluit gemeenteraad Begin maart 2011 bijeenkomst samen met de ‘professionele’ partners Half maart 2011 derde bijeenkomst waarin de opdracht wordt geformuleerd voor de uitvoering van de onderzoeken Begin april 2011 vierde bijeenkomst waarin de varianten worden besproken. Opgemerkt wordt dat deze zeer ambitieuze planning niet aansluit bij een zorgvuldige procedure zoals beschreven en vastgelegd in de randvoorwaarden. Peter de Langen mist de methodiek van Verdaas in de planning. Het is een randvoorwaarde om de procedure volgens die methodiek uit te voeren. Ook moet de definitie van sluipverkeer volgens spreker nog worden bepaald. Op basis van de randvoorwaarden kan een planningsvoorstel worden gedaan. De planning dient hiermee rekening te houden. De term ‘professionele’ partners wekt ergernis bij meerdere aanwezigen, zij beschouwen zichzelf immers niet als (onwetende) ‘amateurs’. Afgesproken wordt om voortaan te spreken over ‘ondersteunende partners’ of over ‘partners’. De aanwezigen stellen samen de volgende volgorde van bijeenkomsten vast: 1. Afstemmen met de partners zoals ProRail, NS en Defensie. 2. Methode Verdaas bespreken en de gevolgen voor het onderzoek in kaart brengen. 3. Formuleren onderzoeksvragen. 4. Varianten en de consequenties van de varianten op een rij zetten. Inclusief budgetindicatie.
Wim Pot zegt dat hij bang is dat er geen integrale oplossing wordt bedacht. Is het mogelijk om de afspraak te maken dat wanneer de onderzoeksvragen zijn geformuleerd iedereen zich conformeert aan de uitkomst van het onderzoek? Het bedrijfsleven wil een goede doorstroming binnen en rond de stad, dit is essentieel voor de economie van de stad. Veel lokaal verkeer rijdt nu via de Rijkswegen. Wouter Wagemakers vraagt of bij de actualisatie van het verkeersmodel de fietsers, 40% van de totale verkeersdeelnemers, ook worden meegenomen. Dit is waarschijnlijk niet het geval, er wordt gewerkt met een automodel. Anton zal het navragen. Planning voor de komende periode en volgende bijeenkomst participatiegroep De volgende voorlopige data worden samen afgesproken: Afstemmen met partners: maandag 7 maart 2011 Bespreken methode Verdaas: maandag 28 maart 2011 Opdracht formuleren: woensdag 20 april 2011 Bespreken varianten: woensdag 18 mei 2011 Heino merkt op dat voor 1 maart a.s. aan de raad kan worden meegegeven dat de planning voor het raadsvoorstel te krap is en dat het participatietraject meer tijd kost. Het is aan de politiek om te besluiten hoe hard die de termijn stelt. De vanavond gemaakte planning zal worden voorgelegd en onder-
5
bouwd. Iris en Heino zullen dit signaal afgeven en de leden van de participatiegroep kunnen zelf ook dit signaal afgeven bij de politici. Wim Pot merkt op dat geprobeerd moet worden om tijdens deze collegeperiode een definitief besluit te hebben. Uiteraard moet dit geen afbreuk doen aan het proces en de besluitvorming. Sluiting en borrel De voorzitter concludeert dat de afspraken helder zijn. Hij dankt alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit het formele deel van de bijeenkomst.
6