Verslag startbijeenkomst Energiedialoog Eindhoven Kracht& Licht, Vervoer Radio Royaal Eindhoven, 7 april 2016 Aantal deelnemers: 154 (zie aparte deelnemerslijst)
Videoboodschap van minister Henk Kamp en André Kuipers Minister Kamp, Economische Zaken: “Onze energievoorziening verandert en dat heeft invloed op het dagelijks leven van ons allemaal: de wijze waarop we onze huizen verwarmen, op de inrichting van het landschap en op ons vervoer. In het hele land nemen burgers en bedrijven al het initiatief om energie te besparen, te verduurzamen en de CO2-uitstoot terug te dringen. Van hun betrokkenheid, kennis en ervaring wil het kabinet gebruik maken. Het is een grote opgave om in 2050 een CO2-arme energievoorziening te hebben en dit kunnen we alleen gezamenlijk voor elkaar krijgen. Daarom nodig ik iedereen uit om hier over mee te praten.” Ambassadeur André Kuipers: “Vanuit de ruimte heb ik kunnen zien hoe mooi de aarde is. Tegelijkertijd is onze planeet ook heel kwetsbaar. Voor mij is het heel duidelijk dat onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen moet stoppen. Om onze aarde te behouden moeten we samen werken aan een duurzame energievoorziening.” Plenair programma - Brigitta Westgren (Economische Zaken) Brigitta Westgren is directeur energiemarkt en innovatie op het ministerie van Economische Zaken. Dit departement heeft het Energierapport 2050 voor het kabinet opgesteld. Brigitta Westgren schetst de context van de Energiedialoog. Een duurzame toekomst is de enige toekomst. Deze zal door de samenleving gerealiseerd moeten worden. De overheid levert steun aan deze verandering. Dit door de ideeën en gedachten die in het Energierapport zijn opgeschreven. Het Energierapport is dan ook niet bedoeld als dwingend voorschrift, maar als denkkader en toekomstvisie. De gewenste duurzame toekomst gaan we samen vorm geven in een open proces, en het Energierapport helpt ons het denken hierover te versterken. Het jaar 2050 lijkt nog ver weg, maar is eigenlijk ook heel dichtbij gezien de grote veranderingen die gerealiseerd moeten worden. Qua duurzame energieproductie zit Nederland nu nog in de Europese achterhoede, maar het Energieakkoord zorgt nu al voor een stap in de goede richting. Andere stappen zijn de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie; het besparen op verbruik en meer hergebruik van materialen; en de circulaire economie. Ook de inrichting van onze samenleving is hierbij van belang. Windturbines en zonneweiden zullen niet altijd gewenst zijn in onze directe leefomgeving, maar zullen desalniettemin een plek moeten krijgen. Het Energierapport geeft een wijziging van denken weer, waarbij de vraag ‘waar hebben we de energie voor nodig?’ centraal is komen te staan. Dit is een omslag naar het denken in vier energiefuncties: Energie voor lage temperatuurwarmte; Energie voor proceswarmte; Energie voor transport en mobiliteit; Energie voor kracht en licht. Op de startbijeenkomst in Eindhoven staan de functies Kracht & Licht en Transport & Mobiliteit centraal.
Energiedialoog Eindhoven
07 april 2016
pagina 1
Plenair programma: Visie over nu & straks - Petrouschka Werther (Infrastructuur en Milieu) Petrouschka Werther sprak over de brandstofvisie van I&M. De visie is een vervolg op het Energieakkoord voor duurzame groei waarin ambitieuze lange termijn doelen voor vervoer in Nederland zijn opgenomen om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen te verminderen. Afgelopen half jaar hebben meer dan 100 partijen tijdens een zestal sessies hieraan gewerkt: bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, centrale en decentrale overheden en kennisinstellingen. De grote uitdaging van dit traject was om de individuele brandstofsporen van voertuigen, vaartuigen, vliegtuigen en treinen aan elkaar te verbinden. In de visie staat beschreven welke duurzame brandstoffen ingezet kunnen worden en hoe vervoersmiddelen efficiënter gemaakt kunnen worden om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen (CO2 reductie) en de verbetering van de leefomgeving en te kunnen profiteren van groene groei. Plenair programma: Visie over nu & straks – Godfried Puts (AutoMotiveNL) Godfried Puts is verantwoordelijk voor Green Mobility binnen AutoMotiveNL, een brancheorganisatie die de belangen behartigt van de Nederlandse automotive industrie. Green Mobility en Smart Mobility zijn de twee inhoudelijke focusgebieden. AutomotiveNL richt zich op innovatie, onderwijs en kennistransfer, validatie, manufacturing en internationalisering. Daarnaast stimuleert Automotive Campus de komst van nieuwe bedrijven én onderwijsactiviteiten. AutoMotiveNL richt zich op weg naar 2050 op: Autonoom rijden; Coöperatief rijden; Openbaar vervoer; Batterij elektrische voertuigen; Waterstof elektrische voertuigen; Bio brandstoffen; en Solar fuels. De beste mogelijkheid voor de BV Nederland om in 2050 op gebied van duurzame mobiliteit internationaal voorop te lopen is te werken aan een geoliede samenwerking op gebied van innovatie, in ‘quadruple helix’ verband (samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstituten met focus op uiteindelijke gebruikers), waarbij alle opties open worden gehouden. Daarbij is het adaptieve vermogen van de Nederlandse samenleving essentieel, maar dat hebben we in het verleden al vaker laten zien. Plenair programma: Visie over nu & straks – Wim Sinke (UvA, ECN) Hoogleraar en onderzoeker bij ECN Wim Sinke laat zien dat de kosten van zonne-energie de afgelopen 5 jaar met 80% omlaag zijn gegaan. Het moment dat zonne-energie goedkoper wordt opgewekt dan energie uit fossiele brandstoffen komt in hoog tempo dichterbij, waarbij we feitelijk teruggaan naar het tijdperk van de zon waarin we (voor het tijdperk van fossiel dat aanbrak met de industriële revolutie) als mensheid feitelijk al zaten. De doorbraak van zonnestroom vraagt om een drievoudige integratie: van het energiesysteem, van de leefomgeving, en van de economie. Wat zonne-energie voor heeft op fossiele brandstoffen is dat deze laatste duurder worden naarmate er meer gebruik van wordt gemaakt, terwijl zonnepanelen juist goedkoper worden naarmate er meer van geproduceerd worden. Voor de Nederlandse economie biedt zonne-energie volop kansen; De helft van alle zonnepanelen wereldwijd bevat ‘Dutch technology inside’ en 99% van alle panelen moet nog geplaatst gaan worden (mondiaal en in Nederland). Grote kansen liggen bij geïntegreerde toepassingen en in productietechnologie én fabricage.
Energiedialoog Eindhoven
07 april 2016
pagina 2
Wereldcafé met 14 dialoogtafels: 1. De consument wordt producent: wat vraagt dit van ons? 2. Mobility as a Service? 3. Hoe gaan we lokaal energie vangen en gebruiken? 4. Energiecoöperaties: bedrijf of hobbyclub? 5. Zijn duurzame biobrandstoffen onmisbaar voor de transitie naar een duurzame vervoersector? 6. Kent u het beeld van stilstaande windmolens terwijl het waait? Kan dat niet anders? 7. WoonConnect: De burger aan het roer van zijn eigen duurzame toekomst! 8. Hoe creëer je met beleid een innovatieklimaat met lange termijn opbrengst 9. Hoe combineer ik technologie, innovatie, industrie, design en ondernemerschap bij 10. De kracht van onderop: Hoe houden we waarde vast in de regio? 11. Hoe ziet onze mobiliteit er in 2050 uit en hoe komen we daar? 12. Kiezen we voor grootschalige of kleinschalige opwekking? 13. Hoe krijgt de brandstof elektrische cel de aandacht die hij verdient? 14. Hoe krijgen we meer en beter licht met gebruik van minder energie? Hoofdpunten dialoog langs 3 centrale vragen (toekomstbeeld, stappen, kansen & bedreigingen): Toekomstbeeld dat naar voren komt uit de 14 tafels in Eindhoven: § Decentrale duurzame opwekking komt meer ‘centraal’ te staan in de energievoorziening. Maar grootschalige opwekking en internationale samenwerking zijn ook nodig om 2050 doelstelling te halen. § Bij decentrale opwekking zijn vaak (coöperaties van) actieve burgers betrokken, wat het draagvlak voor opties kan vergroten. § Op lokaal niveau is energietransitie vaak maar één van de drivers binnen de lokale context (naast bijv. duurzame leefbaarheid, comfort). Een participerende overheid houdt daar rekening mee. § Opslag vormt een linking pin voor het borgen van de betrouwbaarheid en stabiliteit. Ook Demand Side Management (comfort afspraken met gebruikers) speelt hierin een steeds grotere rol als netten slim zijn. § Opslag zal op verschillende schaalniveaus plaatsvinden (huis, wijk, stad, regionaal, centraal, internationaal). Er liggen nog wel (technologische) uitdagingen voor langetermijn (seizoen)opslag. § Met de opkomst van opslag, slimme huizen, slimme meters, en slimme netten, datamanagement, lokale energiemarkten en de deeleconomie emancipeert de kleinverbruiker/ prosument (consument die ook zelf produceert). De consument krijgt meer macht, maar niet per se meer interesse. Behoefte aan ontzorging en balancering zorgt dat er nieuwe verdienmodellen ontstaan. § Het netgebruik verandert: zeker lokaal wordt het elektriciteitsnet waarschijnlijk een stuk drukker. Tegelijk verandert de kostenverdeling in de samenleving, als netten minder (via ontkoppeling) of anders (via teruglevering) gebruikt worden. Netkosten zijn nu nog gesocialiseerd. Wie betaalt straks de rekening? Veranderend netgebruik betekent ook aanpassing van regelgeving: van recht op aansluiting naar recht op bijv. warmte. § Een (lokaal, netto, duurzaam) energieoverschot is niet erg, kan tijdelijk opgeslagen worden (via accu of P2G, of via interconnectie in waterbekkens). § Auto’s kunnen in 2050 zelf rijden, auto’s worden gedeeld, personenvervoer is zero emissie (elektrisch, brandstofcel). § Alle vraag en aanbod rondom mobiliteit wordt gematcht. Comfort van de reiziger is leidend. Voorwaarden zijn goede data ontsluiting en meer experimenteerruimte. § Met name voor de luchtvaart zal biomassa als brandstof in de toekomst nodig zijn. Je kunt geen CO2 –arme energievoorziening realiseren zonder biomassa. Wel moet dan het cascaderingsprincipe gelden.
Energiedialoog Eindhoven
07 april 2016
pagina 3
Stappen, kansen & bedreigingen: § Iedere transitie begint met een eerste stap, waar velen kunnen volgen. Maak die eerste stap niet te moeilijk, zodat die zeker gemaakt wordt. Wachten brengt de doelen niet dichterbij. § De overheid moet snel de urgentie-boodschap van het klimaatprobleem uitdragen en zelf een voorbeeldfunctie vervullen. § Voor korte termijn innovatiebeleid kunnen we duidelijkere kaders scheppen, terwijl voor lange termijn opbrengst de rol van ongebonden onderzoek (en onverwachte opbrengst) relevant is. De uitdaging is te zorgen dat de hele waardeketen verbonden is. § Er is behoefte aan (meer) experimenteerruimte en facilitering rondom opschaling. Zie ‘mislukkingen’ als belangrijke leermomenten. Steun initiatiefnemers, verleid early adopter, en verspreid ervaring voor meer massa. § Sociale innovatie: vernieuw organisatievorm en rollen: betrek naast bedrijven, kennisinstellingen en overheid ook de gebruiker. Daarnaast heeft sociale innovatie die uit (lokale) initiatieven voortkomt baat bij een eigen speelruimte, waarbij verantwoording, effectiviteit en prestatieafspraken niet vooraf worden vastgelegd. § Zonder structurele samenwerking, overzicht en kennisborging wordt het al gauw chaotisch. § Met digitalisering en slimme systemen wordt privacy en zeggenschap over data een steeds belangrijker item. § Er bestaat onbalans tussen de mate waarin de (rijks)overheid top-down projecten (centrale opwekking zoals Wind op Zee) faciliteert en bottom-up projecten (decentrale opwekking vanuit energiecoöperaties). Die onbalans wordt als onrechtvaardig beschouwd. Financiële stimulans voor (gebouw-gebonden) decentraal bijv. door aanpassing energiebelasting of koppeling OZB aan energielabel. § Het ondernemerschap voor decentrale opwekking moet worden vergroot. § Saldering (van opgewekte zonne-energie) ondermijnt slimme systemen en flexibiliteit, vraagt om een beter alternatief. Introduceer bijv. gelijktijdigheid tussen garantie van oorsprong en daadwerkelijke levering van duurzame kWh, zodat de dynamische prijzen de juiste marktprikkels geven op (nieuw te creëren lokale/ regionale) energiemarkten. In ieder geval moet er voor de lange termijn duidelijkheid komen in het beleid. § Laat als de overheid zien dat je een betrouwbare partner bent voor innovatietrajecten, ook na een kabinetswissel. Meer kader- en doelwetgeving, minder regels en middelvoorschriften. § Meer verleiding voor gebruik biobrandstoffen: voor snel succes is bijv. een bijmengverplichting of een accijnsmaatregel voor het wegverkeer nodig, ook als springplank voor het bereiken van biobrandstoffen in lucht- en scheepvaart op de langere termijn. § Werkgevers kunnen in hun vergoedingen aan medewerkers een sturende rol vervullen richting duurzaam. § Verschuif de aandacht van energieverbruik naar de brede toegevoegde waarde van licht (met daarbij ook aandacht voor de waarde van duisternis). Inzicht in de mogelijkheden ontbreekt nog, succesverhalen moeten zichtbaar worden.
Energiedialoog Eindhoven
07 april 2016
pagina 4
Organisatie Contactgegevens initiatiefnemer Naam bijeenkomst Datum Locatie Deelnemer namens EZ Moderator Verslaglegger Rol (deelnemer)EZ Doel
Doelgroep/ deelnemers: Thema
Energiefunctie EZ rapport Hoe kwalificeert u (verslaglegger) de sfeer van het evenement
Gegevens evenement EZ, RVO RVO - Vincent Tiel Groenestege, Swim Stigter Energiedialoog startbijeenkomst 7 april 2016 Eindhoven Zie deelnemerslijst Vincent Tiel Groenestege e.a. Nicole van Beeck,
[email protected], 06 234 60981 Divers: moderator, verslaglegger, deelnemer Doel, doelgroep en inhoud evenement Start van dialoog: - vaststellen gedeeld toekomstbeeld - stappen op weg naar toekomstbeeld - benoemen kansen en bedreigingen Zie deelnemerslijst. Divers samengesteld: bedrijven, ondernemers, milieuorganisaties, kennisinstellingen, ambtenaren. 14 dialoogtafels over thema’s als: Biobrandstoffen; Brandstofcellen; Duurzame mobiliteit; Decentrale vs. centrale opwekking; Innovatie; Lokale energiemarkten; Opslag; Prosumenten; Duurzame verlichting. - Kracht, elektriciteit en licht - Verkeer en Vervoer Sfeer van de bijeenkomst Algemeen: Positief, energiek. Afhankelijk van samenstelling tafel verschil in scherpte discussies/ oplossingsgerichtheid.
Energiedialoog Eindhoven
07 april 2016
pagina 5