Verslag startbijeenkomst Energiedialoog Leeuwarden
Warmte in de gebouwde omgeving & ruimtelijke inpassing energieopwekking Van Hall Larenstein Leeuwarden, 7 april 2016 Aantal deelnemers: 165 De bijeenkomst bestond uit vier delen: een plenaire openingssessie, 4 challenges (thematische mini colleges met discussie), 11 discussietafels over specifieke transitievragen en een korte plenaire afsluiting. Openingssessie, Aan de slag! De deelnemers werden welkom geheten door Isabelle Diks, wethouder in Leeuwarden. Mevrouw Diks benadrukte dat energie voor het noorden van het land al heel lang belangrijk is. Tot haar genoegen zag ze dat de regio’s meer vrijheid krijgen om eigen keuzes te maken. De regio’s doen een aanbod aan NL in plaats van dat ze het van boven opgelegd krijgen. Mevrouw Diks benadrukte dat er al veel innovaties plaatsvinden maar dat het nog niet genoeg is om de grote stappen te maken die nodig zijn voor de transitieopgave. Er zijn bijvoorbeeld in de gebouwde omgeving tientallen voorlopers die sprongen voorwaarts maken, maar daarnaast ook honderden bedrijven die de risico’s niet willen nemen. Ze gaf de overweging van een risico garantie fonds voor innovaties mee. Daarnaast gaf mevrouw Diks aan dat we niet moeten wachten maar dat er al enorm veel aan ervaringen en technieken beschikbaar zijn, en dat we die vooral moeten gebruiken. Iedereen aan de slag, was haar devies. De Minister en de Ambassadeur In een videoboodschap van minister Henk Kamp van Economisch Zaken en oud astronaut en energiedialoog ambassadeur André Kuipers werd iedereen opgeroepen mee te doen aan de dialoog. Minister Kamp gaf aan dat we in Nederland hebben afgesproken in 2050 vrijwel geen CO2 meer uit te stoten en dat het energiesysteem grote veranderingen zal ondergaan. Zo zullen we veel energie moeten besparen en veel meer duurzame energie moeten opwekken. Ideeën, kennis, informatie is welkom. En iedereen mag meedoen, want de transitie van fossiele energie naar duurzaam gaat ons allemaal raken. André Kuipers gaf aan dat iedereen op zijn manier een steentje kan bijdragen aan het behoud van onze prachtige, maar ook kwetsbare planeet. Enorme opgave Meindert Smallenbroek, directeur Energie en Omgeving bij het ministerie van EZ, gaf in een klein rekenvoorbeeldje weer hoe enorm de transitieopgave is. Om de hoeveelheid energie op te wekken die momenteel uit het gasveld van Slochteren wordt gewonnen is een equivalent van 20.000 offshore windturbines nodig. De omvang van deze opgave wordt geschetst in het energierapport van het ministerie dat afgelopen januari is uitgekomen. Het energierapport gaat uit van de functies die moeten worden vervuld: lage temperatuur warmte veelal voor de gebouwde omgeving en landbouw, hoge temperatuur warmte voor de industrie, energie voor mobiliteit en energie voor kracht en licht. Dat is een functionele indeling die niet meer uitgaat van de energiedragers zoals in het verleden. In het energierapport is ook de energiedialoog aangekondigd waarvan dit de startbijeenkomst is. Komende 3 maanden wordt in ongeveer 100 bijeenkomsten de dialoog met de samenleving gevoerd. Daarna stopt het natuurlijk niet maar ligt de lead bij andere partijen als provincies en gemeenten.
Vier opties voor de gebouwde omgeving Casper Tigchelaar van ECN hield het publiek voor dat er echt een enorme omslag nodig is. Inzoomend op de gebouwde omgeving liet hij zien dat er weliswaar al veel is gebeurd (HR ketels, isolatieglas, Isolatie van dak, gevel en vloer) maar dat er nog heel veel meer nodig is om tot een CO2 arme energievoorziening van de gebouwde omgeving te komen. Naast verdergaande isolatie onderscheidde Tigchelaar vier mogelijke opties om richting 2050 te verduurzamen: • All Electric, met alleen elektriciteit als energiedrager en bijvoorbeeld warmtepompen als opwekker van warmte • Groen Gas, gemaakt van hernieuwbare grondstoffen • Warmtenetten gevoed door restwarmte of hernieuwbare warmte • Een hybride systeem In praktijk zullen we alle opties nodig hebben. Stip aan de horizon is nodig Nienke Homan, gedeputeerde van de provincie Groningen, had een boodschap in drieën. Ze pleitte hartstochtelijk voor een duidelijke stip aan de horizon vanuit de overheid zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Doel is dan duidelijk, de weg er naartoe omvat verschillende mogelijkheden. Ten tweede pleitte de gedeputeerde voor ruimte. Ruimte voor regio’s om lokale kansen te benutten, waarbij zowel de lokale bereidheid om zaken voor elkaar te krijgen als expertise en bedrijvigheid van buiten een rol speelt. Het derde aandachtspunt verwoordde mevrouw Homan als middelen en instrumentarium. Regio’s zitten niet te wachten op een nieuwe taakstelling voor bijvoorbeeld wind op land, maar soms is er wel wettelijk instrumentarium nodig, en er is geld nodig voor de energietransitie en dat moet worden vrijgemaakt. Niet meedoen met de energietransitie is geen optie, dan ben je “out”. Onderschat het belang van warmte niet Wethouder Gijsbertsen van de stad Groningen vertelde over het belang van warmte in de energietransitie, en het geothermieproject voor 11.000 woningen dat in de pijplijn zit. De businesscase voor dit project vindt hij er goed uit zien, mede dankzij een SDE+ subsidie. In Groningen is 60% van energiegebruik warmte. In de toekomst ziet de heer Gijsbertsen daarvan 25% uit een warmtenet komen en 75% uit warmtepompen. Daarmee wordt je dus energieneutraal. De wethouder stelt voor om de businesscase voor alternatieven van aardgas financieel aantrekkelijker te maken door de energiebelasting op aardgas te verhogen. Daarnaast ervaart Groningen een belemmering door de wettelijke inperking van de rol van de netbeheerder. Energie en Economie Gerrit van Werven, directeur van Energy Valley benadrukte dat het noorden met Energy Valley niet alleen klimaatdoelen heeft maar ook economische doelen, onder andere een impuls aan de werkgelegenheid. van Werven ziet allerlei nieuwe technieken als blue energy en vergisting van rioolwater opkomen en constateert dat de inzet hiervan steeds grootschaliger wordt. Duurzaam is soms, maar zeker niet altijd, decentraal, denk bijvoorbeeld aan grootschalige inzet van wind op zee. Duurzaam betekent wel dat we op de één of andere manier meer opslag nodig gaan hebben. Bijvoorbeeld power to gas, warmteopslag in de ondergrond of meer futuristische varianten als een “valmeer” op zee. Het is wel belangrijk dat een investeerder de waarde van een investering in duurzaamheid behoudt. Dus bijvoorbeeld een duurzaamheidslening koppelen aan de woning, en niet aan een persoon. Investeringen in conventionele en hernieuwbare energie (uit de presentatie van Gerrit van Werven).
De 4 Challenges……. Challenge Ruimtebeslag/ruimtelijke inpassing duurzame energie Inleiders: Lennert Goemans, Gerhard te Rijdt, Hans van de Werf Discussie aan de hand van stellingen. Stelling 1 Alles is landschappelijk inpasbaar Mee eens: 50%; Niet mee eens: 50% Toelichting op hun stem door de deelnemers aan deze sessie: • Tegen: Er is in Groningen met veel disciplines samen nagedacht, over landschappelijke inpassing en het Quintel-transitiemodel zegt: het kan. Maar bijna het hele landbouwarsenaal is nodig om de biomassa te produceren voor deze energie, vooral voor de benodigde hoge temperatuur warmte voor de industrie. Dat is dus niet inpasbaar. Als we energie beter kunnen opslaan dan wordt het anders. • Is het niet een keuze? Ecologie moet een grotere rol krijgen • Voor: Ik zie heel veel voorbeelden waar het mogelijk is, e.e.a. ontwikkelt zich nog verder. Bijvoorbeeld geïntegreerde zonnepanelen in gevels, warmte gebruiken en niet in de Waddenzee gooien. En vanuit studenten geredeneerd: doen! • Voor: Woont zelf in gebied met veel windmolens. Was er op tegen, maar hij heeft er geen last meer van. Het went dus echt.
Stelling 2 Sturing van het Rijk is noodzakelijk Totaalstemming: Iets meer voor dan tegen Toelichting op hun stem door de deelnemers aan deze sessie: • Voor: Het Rijk moet ruimtelijke kwaliteit bewaken. Burger moet een hele belangrijke rol spelen op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau. Wel kaders stellen, maar lokale afweging nodig • Tegen: Decentrale initiatieven worden door rijksregie in de kiem gesmoord. Sturing kan wel via geld, zoals SDE. • Tegen: Op de (lokale) visie op ruimtelijke ordening hoeft het rijk niet te sturen. Voor wind op zee geldt natuurlijk wel dat rijksregie nodig is • Tegen: Het Windpark IJsselmeer, nu onder regie van Rijk, hoort eigenlijk bij Provincie en gemeente. • Voor: Regie van het Rijk is op onderdelen echt nodig. Green deals zijn een goede manier om stappen te zetten. Rijk heb je daarvoor nodig! Ook als gemeente. BV. M.b.t. de energiewet. Stelling 3 Lokale initiatieven zorgen voor het draagvlak Vooral voor, beetje tegen. Verder wegens tijdgebrek niet meer over gesproken
Stelling 4 Solitaire windmolens verbieden. Voornamelijk tegen, beetje voor. Toelichting door een deelnemer: • Op termijn moet je windmolens centraal plaatsen, zeker voor de benodigde vermogens. Maar dorpsmolens helpen wel bij verdelen van lusten en lasten. Pingjum krijgt 300.000 euro per jaar uit opbrengst van windmolens. Tenslotte nog een nabrander uit de zaal: We moeten stoppen met tegenstellingen rijk, provincie, lokaal. Het moet samen, mogelijk met een andere organisatievorm om slagkracht te organiseren. We zouden bijvoorbeeld toe moeten naar een Energieschap. Rijk moet gevoel van urgentie versterken, o.a. met visie. Challenge De Gasloze wijk, Tim Zijderveld TNO Aantal aanwezigen ca. 20 personen Herkomst: vrij breed, energieleveranciers, gemeenten, corporaties, overige belangengroepen. Nederland heeft in 2050 zo’n 7,4 miljoen woningen. Als we in die voorraad geen aardgas meer willen gebruiken moet er veel worden veranderd en geïnvesteerd. Er zijn verschillende opties variërend van 0 op de meter concepten t/m warmtelevering. Goed isoleren concurreert met warmtenetten. Maar wat is dan het meest rendabel. Het antwoord is niet eenduidig te geven. Volgens TNO heb je allerlei aanpakken nodig. Binnensteden zijn lastig voor warmtenetten, all electric is logistiek makkelijker. TNO poneerde een aantal stellingen op basis waarvan de zaal via een webapplicatie kon reageren. Op basis van de scores ontstond er een discussie. Een aantal opmerkingen uit de discussie vanuit de deelnemersgroep: Gas heeft nu een oneerlijke belastingpositie t.o.v. elektriciteit. De belasting op gas zal omhoog moeten (of die van elektriciteit omlaag). Het verhogen van de energetische kwaliteit in woningen gaat mede slecht omdat certificering niet zo veel voorstelt. Warmtelevering sluit niet goed aan bij de behoeften van bewoners. Ze willen het systeem onder “eigen” controle hebben. Het geheel moet van henzelf zijn. De vernieuwingsgezindheid van installateurs is laag. Ze willen geen gezeur met hun klanten. Als in nieuwbouw warmtenetten komen dan moet het met restwarmte zijn. Over het begrip klimaatneutraal is op gemeentelijk niveau nog veel onduidelijk en vaak is er geen breed draagvlak voor. Challenge Geothermie in de bestaande bouw, Paul Corzaan, Gemeente Groningen Bezoekers: circa 25 personen Paul begint zijn verhaal met inspirerende internationale voorbeelden waar geothermie succesvol is: IJsland, Parijs en diverse plaatsen in Duitsland. Ook de gemeente Groningen zet stevig in op energiewinning uit de ondergrond. Ze voert regie op het gebruik van warmte/koude opslag in de bodem en heeft een diepe geothermiebron op het oog. Deze bron zou voldoende warmte moeten produceren voor 11.000 woningen, en staat gepland om in maart 2018 te gaan leveren. Mits de besluitvorming binnen de gemeenteraad positief verloopt. Het beoogde leveringsgebied is Noordwest Groningen. Hier staat veel hoogbouw met centrale ketelhuizen uit de jaren 60 die toe is aan een flinke verduurzamingsslag. Gunstige omstandigheden zijn daarnaast een ambitieuze universiteit en een hogeschool met ambities, meewerkende woningcorporaties en de mogelijkheid om gemeentelijke gebouwen aan te sluiten alsmede nieuwbouw op de koudere retourleiding van het stadsverwarmingsnet. Technisch is het een project met veel kansen maar ook risico’s. Er is dus best wat vasthoudendheid nodig geweest om het project zo ver te krijgen als het nu is. De onderzoeken hebben opgeleverd dat er een gunstige zandsteenlaag op een diepte tussen 3200 en 3600 m ligt. De geschatte opbrengst is 200M3 water per uur met een temperatuur van 120 graden. Naast heet water komt er ook opgelost aardgas mee naar boven, zo’n 2 m3 aardgas per m3 water. Het water is daarnaast bijzonder zout. Het opgepompte water wordt na gebruik en afkoeling tot 60 graden weer teruggepompt in dezelfde gesteentelaag, alleen 2 km verderop. Er is berekend dat de temperatuur van de bron na gebruik van 100 jaar afgekoeld zal zijn naar 100 graden. Maar de pijpen gaan slechts 50 jaar mee.
De gemeente wil niemand dwingen om aan te sluiten, het moet gunstig zijn en gebruikers moeten het willen. Het beoogde leveringstarief is 15% minder dan het maximaal wettelijke tarief, het zogenaamde Niet Meer Dan Anders tarief. Dit wordt bovendien vastgeklikt en alleen verhoogd met een inflatiecorrectie. Bewoners hebben dus geen last van eventuele toekomstige prijsstijgingen van energie. Beoogde exploitant van het net is de gemeente samen met het waterbedrijf. Toekenning van een SDE+ subsidie maakt exploitatie mogelijk. Besluitvorming in de gemeenteraad is op relatief korte termijn. Er zijn behoorlijke investeringen mee gemoeid (55 miljoen) en de risico’s moeten goed afgewogen worden. Paul eindigt met enkele stellingen waarbij vooral opvalt dat hij de discussie wil aangaan of warmte met bijbehorende geothermie niet als nutsvoorziening beschouwd moet worden en er ook in de regelgeving zo mee omgegaan moet worden. De discussie spitst zich eigenlijk meer toe op de vraag of je nog wel zou moeten inzetten op collectieve warmtesystemen. Enkele aanwezigen zien meer in All Electric oplossingen. Maar de meningen blijven verdeeld. Challenge De impact van lokale energiecoöperaties in de energietransitie, Bouwe de Boer, gemeente Leeuwarden en Oscar Jansen, FMF Twee presentaties van de gemeente Leeuwarden en de Friese Milieu Federatie geven een beeld van activiteiten welke lokaal gebeuren. Er wordt sterk op gewezen dat de lokale, kleine projecten de startpunten zijn voor draagvlak en ook voor technische innovatie. Het gaat niet alleen om technische innovatie maar ook sociale innovatie: je betrekt hierdoor de mensen. “Us Kooperaasje” bestaat uit 60 energie coöperaties, met daaronder individueel 10tallen leden. Het gaat hier om betrokkenheid van de individuen bij hun energiegebruik. Sociale innovatie is essentieel voor introductie van technische innovatie. Gelijktijdig: er wordt ook gerealiseerd dat het slechts kleine stappen zijn: 99% van de bevolking is geen lid. Vanuit de zaal komt bijval: het principe van ‘lokaal werken’ is belangrijk: het maakt jezelf onafhankelijk en het creëert lokale werkgelegenheid. Ad hoc gaat de discussie alle kanten op. Wat chaotisch, maar daarom niet minder interessant. Bijvoorbeeld: hoe zit het met het energiegebruik in grondstoffen? Wordt dat ook allemaal meegenomen? En: moet de vraag naar duurzame energie en de betrokkenheid hierbij niet veel meer gecreëerd worden? Immers: We hebben het altijd over technische implementatie, maar hoe zorg je er voor dat er hónger komt naar deze energietransitie? Kijk naar ons lichaam: door het automatisch mechanisme dat onze maag laat knorren als het lichaam voedsel nodig heeft, gaan we automatisch eten. En we vinden het vaak nog lekker ook. Wat betreft energie: We weten dat we over moeten naar een duurzame samenleving, maar we gaan er niet automatisch iets aan doen. Waarom ontbreekt dit systeem. We zouden bijvoorbeeld het vak energie/energietransitie gewoon op de (ook lagere!) scholen moeten geven. Kortom: Hoe kan je die honger naar energietransitie aanjagen? Kan de overheid hier zaken opstarten?
De wereldcafé sessies……. Wereldcafe: 1 Is de gemeente verantwoordelijk voor de warmtevoorziening en wat is daarvoor nodig? De meningen van de deelnemers aan deze sessie zijn verdeeld, maar de meesten neigen naar een stevige rol van gemeenten. Zeker bij nieuwbouw, bij bestaande bouw is het lastiger. Je komt dan aan privé bezit, en willen we dat? Als gemeenten in de toekomst een steviger rol krijgen dan horen daar wel bevoegdheden bij, dat moet volgens de deelnemers wettelijk geregeld worden. Zeker voor infrastructuur is dit nodig, dat overstijgt het individuele belang, maar de afweging moet wel lokaal gemaakt worden. De gemeente kan initiatieven bundelen en bewaken. En zou mede zorg moeten hebben voor draagvlak onder de bevolking. Nu voelt nog maar een klein deel van de bevolking het probleem. Hoe krijg je burgers zo ver dat ze in actie komen? Zaken die business case beïnvloeden zoals de prijs van aardgas zijn volgens de deelnemers toch vooral een zaak van het rijk. Misschien zou de rol van de gemeente bij de energie-infrastructuur wel steviger moeten, vergelijking wordt in de tafeldiscussie getrokken met het riool. Er worden door de deelnemers ook meer algemene zorgen uitgesproken: zijn warmtenetten wel rendabel te exploiteren, hoe gaan we om met monumenten, welk schaalniveau is het beste? Denk aan grote en kleine gemeenten. En hoe krijgen gemeenten woningcorporaties in beweging, die zijn nu vooral met andere dingen bezig. En laten we niet vergeten dat er ook nog heel veel utilitaire gebouwen zijn die verduurzaamd moeten worden. Wereldcafe: 2 Warmtenetten voor wijken zonder aardgas: wie houdt nog (recht op) een gasaansluiting Toekomstbeeld: 2050 is al dichtbij en we zullen steeds minder (aard)gas gebruiken. Comfort is en blijft belangrijk voor de burger. Isolatie is volgens de deelnemers een must, daarnaast verschillende oplossingen als All Electric en warmtenetten. Aardwarmte is op wat langere termijn een zeer goede oplossing. Geen recht op een gasaansluiting, wel recht op levering van energie/warmte, is de mening van de deelnemers aan deze sessie. Welke stappen moeten gezet worden?: Er is volgens de deelnemers een ‘stok’ nodig, daarvoor moet de overheid keuzes maken. Pas dan wordt urgentie echt breed gevoeld. Daarnaast is een bezemwagen nodig waarin je mensen meeneemt die om welke reden dan ook niet mee (kunnen) doen. Dat kun je volgens de deelnemers regelen in een wettelijk kader. Gemeentelijke projectmatige aanpak/regie (geen ad hoc financiële prikkels), bijvoorbeeld in een gemeentelijk warmteplan. Lokaal stappen zetten werkt het best, maar het moet nu wel worden gedaan: DOEN! Dus maak gebruik van lokale structuren (netwerken, initiatieven), help die versterken en zo nodig opbouwen. Betere communicatie naar bewoners is daarbij essentieel. Conclusie in deze sessie voor het wettelijk kader: Ruimte creëren, langjarig één kant op, obstakels uit bestaande wetten halen (denk aan wijken/gebieden netbeheerders, bouwbesluit, verschillen belasting gas en elektriciteit). Kansen: Lokale initiatieven met bestaande netwerken bieden volgens de deelnemers veel kansen. Voorbeeld Ameland: 1 persoon vormt daar (met zijn netwerk) het energieloket en brengt duurzame energie tot leven. Kijk ook naar bestaande voorbeelden (bv. in Duitsland). Nieuwbouwwijken moet je niet meer koppelen aan fossiele brandstoftoevoer. Bij ieder RO besluit kun je een CO2 neutrale energievoorziening mee nemen. Alle investeringen van netbeheerders zouden alleen nog in CO2 neutrale energievoorziening moeten worden gedaan. Niet meer investeren in oude technologie als gasrotondes, volgens de aanwezigen, maar vol inzetten op duurzaam.
Belemmeringen: Netbeheerders mogen niet investeren in nieuwe infrastructuur i.v.m. splitsingsgebod. Er zitten ook beperkingen in het Bouwbesluit, b.v. t.a.v. de hoogte van windmolens. Door de enorme administratieve rompslomp daalt de motivatie (van lokale initiatieven). Financiering is een bottleneck. Wie kiest: individu of gemeente? Wereldcafe: 3 Wat kunnen de overheden afdwingen voor de doelen van 2050? Kan de markt het beter? Rol overheid: in hoeverre zijn dwingende maatregelen vanuit de overheid nodig om de doelen in 2050 te halen of is het beter dit aan de markt over te laten? Impressie van de discussie (ronde 1 en 2) − De deelnemers zijn het er over eens dat de doelen in 2050 alleen gehaald kunnen worden als er een duidelijk perspectief wordt geboden. De overheid moet deze duidelijkheid bieden, er voorbeelden bij geven en werken aan bewustwording. − Dwingende maatregelen zijn daarbij aan de orde, onder meer op het terrein van de benodigde infrastructuur. Hier ligt een primaire overheidstaak om de regie ter hand te nemen. Zo is het in de jaren 60 ook met het gasnet gegaan. − Vraag is welke overheid moet handelen, dan wel voorschrijven. Bij gemeenten ontbreken hiervoor de juiste instrumenten is het gevoel. De aansluitplicht voor gas moet bijvoorbeeld komen te vervallen. − Een deel van de beslissingen zullen volgens de deelnemers ook juist naar Europees niveau getild worden, bijvoorbeeld over energieopwek of –buffering. Per land kan je dan doen waar je goed in bent. Dat is meer efficiënt. − Tevens is er een beweging naar meer lokale oplossingen, bijvoorbeeld om energievraag en aanbod lokaal beter af te stemmen teneinde de ‘pieken’ er uit te krijgen. Besluitvorming moet daarop aansluiten. Samenwerking met netbeheerders is hierbij nodig. − Een systeembenadering zal nodig zijn, maar is alleen niet voldoende. Besluiten moeten aansluiten op individuele consequenties. − Wanneer er verplicht van het aardgas afgestapt moeten worden, zal dit volgens de deelnemers met een redelijke overgangstermijn moeten. Burgers en bedrijven kunnen zich dan goed voorbereiden. − Kosten en baten van maatregelen liggen vaak niet in dezelfde handen. In de belasting zou volgens de deelnemers aan deze sessie het uitgangspunt ‘de vervuiler betaalt’ meer tot uitdrukking mogen komen. Overbruggen van lange termijn verdieneffecten kan bijv met gebouwgebonden financiering. − Gasloos zal een verschuiving van geldstromen inhouden, van gasinfra naar andere netten. Dat kan je volgens deelnemers gericht inzetten. − Marktpartijen moeten nieuwe technieken en energiediensten ontwikkelen. Energiebedrijven krijgen een andere rol. Bouwbedrijven moeten klant ontzorgen. Hier ligt een aanzienlijke markt. Subsidies alleen inzetten om echte innovaties te stimuleren. − De tweede groep vindt elkaar in de stelling dat energie nu te goedkoop is, fossiele energie in het bijzonder. Gewezen wordt op voorbeeld Denemarken, eiland Samsö. Stroomprijs is daar 26 eurocent/kWh. Hoge belasting op aardgas. Dan is SDE subsidie niet meer nodig. − Investeren in duurzaam loont op de lange termijn: de economische structuur verbetert er door. Korte termijn effect op concurrentiepositie bedrijven is wel een aandachtspunt. − De deelnemers dringen verder unaniem aan op meer tempo. Het ontbreekt aan een heldere routekaart. Doelgroepen moeten gericht uitgedaagd worden om tot uitvoering van maatregelen over te gaan. − Sturing kan volgens de deelnemers via fiscale maatregelen: via energiebelasting en ontroerend goed belasting. Consistentie is wel gevraagd, bijvoorbeeld salderen werkt goed daarom niet stopzetten. Postcoderegeling komt net wat op gang. − Hoe bereik je de massa? Nu is hooguit 10% van de mensen actief bezig met energiebesparing en verduurzaming. Jongeren (onder de 48) bereik je momenteel sowieso nauwelijks. Die zijn met hele andere keuzes in hun leven bezig. − Gebouwde omgeving: gemeenten moeten hier aan de slag. Labeling moet ook veel strenger worden ingevuld, onder meer verplichte labelsprong bij aankoop van gebouw. Dit vraagt ook nieuwe financiële producten, nieuwe diensten (Esco’s) − Energiebesparing bedrijven, hier zijn volgens de sessiedeelnemers nog grote klappen te maken. Handhaving van verplichting is achilleshiel. Bedrijven/kantoorpanden ontspringen de
−
dans. Op veiligheid worden bedrijven veel strenger gecontroleerd. Naast het veiligheidsplan zouden bedrijven een vergelijkbaar verduurzamingsplan moeten hebben, met hetzelfde gewicht. Lokale ontwikkelingen op energieterrein betekenen vaak weinig in termen van volume en zijn vaak duurder. Maar ze zijn onmisbaar voor bereiken van draagvlak. Daarom de ontwikkeling van onderaf omarmen.
Wereldcafe: 4 Hoe komen we tot een nieuwe energie-infrastructuur? Hoe verdelen we kosten en opbrengsten? De deelnemers vinden elkaar in de stelling dat aardgas uitgefaseerd moet worden. Er is volgens hen geen plaats meer voor fossiele energiedragers in de gebouwde omgeving. Dat betekent dat de gasinfrastructuur er (grotendeels) uit zal moeten, en er of een zwaardere elektriciteitsinfrastructuur moet komen of een warmtenet. Mb.t. warmtenetten wordt door de deelnemers geconstateerd dat dit vaak private netten zijn, maar dat het eigenlijk een nutsvoorziening betreft. En dat, net als bij de infrastructuur voor elektriciteit en gas, de kosten hiervan ook breed door de samenleving moeten worden gedragen. De opmerking wordt gemaakt dat de aardgasbaten moeten worden ingezet voor stimuleren van verduurzaming, en niet ter aanvulling zouden moeten dienen op het algemene overheidsbudget.
Uitgebreid wordt in dit Wereld Café stilgestaan bij het betrekken van burgers. De stelling is dat die nu nauwelijks gekend worden, en dat er van alles over ze uitgestort wordt. Veel burgers zijn helemaal niet zo “klimaatminded”, dat zal het moeilijk maken zaken af te dwingen. Wat het allemaal betekent voor de burger is nu nog onduidelijk. Het ondersteunen door overheden van lokale (klimaat) initiatieven is volgens de deelnemers belangrijk. Zij moeten gezien worden als “kartrekkers”. Het rijk moet laten zien dat ze de problematiek serieus neemt en de burgers meer bewust maken. Als voorbeeld werd de campagne zo’n 10 jaar geleden met betrekking tot het programma “ruimte voor de rivier” genoemd. De overheid had toen postbus 51 spotjes met weerman Peter Timofeeff in een volstromende badkuip. Volgens sommigen een flauwe campagne, maar het had wel een groot bewustwordingseffect op de bevolking. Dat ontbreekt nu bij veel mensen met betrekking tot het gebruik van fossiele brandstoffen. Wereldcafe: 5 Mag warmte uit aardgas voor bewoners meer gaan kosten dan duurzame warmte? In hoeverre is het acceptabel wanneer er kostenverschillen ontstaan voor verwarmen tussen burgers die eerder verduurzamen en burgers die langer op aardgas blijven verwarmen? Enkele -
highlights uit de discussie: Warmtevraag is dominant, waardoor onderwerp niet vrijblijvend is Men vindt het acceptabel (zie roken & fris) Vraag is: hoe gaan we hierbij om met mensen/huishoudens met smalle beurs
-
Het wordt niet acceptabel gevonden als industrie/bedrijven hier niet bij betrokken worden (als die dus goedkoop gas kunnen blijven gebruiken) Verhuurders/corporaties zijn hierbij belangrijk Positief is dat een kostenverschil ook incentive geeft om te besparen Hoe houden we bij grootschalige besparing warmtenetten rendabel? Het gaat volgens de deelnemers niet over de bewoner, maar over de eigenaar. Huurder mag niet gestraft worden voor investeringsgedrag verhuurder (als verhuurder niet investeert, moet de bewoner niet met de hogere kosten worden opgezadeld
Wereldcafe: 6 Hoe kunnen we (snel) meer energie besparen bij verwarmen van huizen en gebouwen? Wat moet er in Nederland gebeuren om te komen tot meer energiebesparing in de verwarming van woningen en zakelijke gebouwen? Welke partijen hebben daarbij welke rol? Hoe kan het concreet beter dan hoe het nu gaat? Enkele highlights uit de discussie: Verantwoordelijkheid bij bewoner, maar deze helpen om de keuze te maken Verleiden i.p.v. bestraffen (stroop i.p.v. de stok) Rol overheid: begeleiden Terug naar de basis: ik heb een energievraag, i.p.v. direct naar de oplossing (wind, zon, isolatie,….) Start bij de vraag van de bewoners en dan pas werken aan de oplossing Moet van onderop komen, lokaal: sociale cohesie Afzien van dat iedereen moet verdienen aan een energievoorziening Ander verdienmodel Waarom doen Essent, Shell of andere bedrijven dat niet voor de burgers, de energievoorziening BV NL verdient aan de gasbaten Belasting op energie zou je moeten verhogen. Dus op gas meer betalen dan duurzame warmte
Wereldcafe 7 & 8: Gas besparen of juist elektriciteit? Wat kan met bestaande technieken, wet- en regelgeving? Hoe kunnen we minder aardgas gebruiken en zijn we ons bewust van de consequenties? Sfeerimpressie en samenvatting van de inbreng door de deelnemers: We kunnen minder/geen aardgas gebruiken, maar daarvoor is wel een grote omslag bij verschillende partijen nodig. Een verandering waarbij de bewoner/consument centraal moet staan. Uiteindelijk is hij/zij degene die betaalt, gebruikt en comfortabel moet wonen. Meestal is een bewoner niet deskundig. Een onafhankelijk deskundig adviseur voor de bewoner wordt daarmee onontbeerlijk. De bouwsector moet volgens de deelnemers minder conservatief gaan opereren. Dit geldt zeker ook voor de installateur. Ten aanzien van wet- en regelgeving moeten er strengere normen komen en er moet volgens de deelnemers beter worden gehandhaafd. Qua technologieën is er veel, maar er moet volgens de deelnemers nog wel doorontwikkeling plaatsvinden om ze goedkoper te maken, de betrouwbaarheid te verhogen en het voor de consument gebruiksvriendelijk te laten zijn.
Wereldcafe: 9 en 10: Hoe kunnen we gas en gasinfrastructuur benutten voor de transitie naar CO2 neutraal? Hoe wordt opwek, opslag en transport aanvaardbaar voor omwonenden? Hoe wegen we af? Samenvatting van de inbreng door de deelnemers: Gasunie heeft er vrede mee indien er geen gas meer wordt gebruikt in nieuwbouw. Maar in de bestaande bouw kan aardgas een goede transitierol vervullen. Het maximale vermogen dat door het Nederlandse aardgasnet geleverd kan worden is ongeveer een factor 10 hoger dan voor elektriciteit. Dat kun je niet zomaar omzetten, en dat is ook erg duur. Voor de bestaande gebouwde omgeving zijn hybride warmtepompen een bestaande techniek waarmee CO2 uitstoot sterk verminderd kan worden; zonder de noodzaak van netwerkuitbreiding, groot additioneel duurzaam 33opgesteld vermogen en grote investeringen m.b.t. isolatie van huizen. Door gebruik van groen gas kan met een hybride warmtepomp de warmtevoorziening ook volledig duurzaam worden. Genoemd wordt door een deelnemer dat lekkage uit gasnetten (<1%) en onverbrand gas een belangrijk broeikaseffect hebben omdat methaan een heel sterk broeikasgas is. Iedere procent lekkage geeft volgens hem een 21 à 35 keer zo sterk klimaat effect als de CO2 effecten van het verbranden van aardgas. De visie van Gasunie over schaliegas: Liever niet en vooral: we denken dat we het niet nodig hebben. Je komt er ook met energiebesparing en biogas. Door verschillende energiedragers en hun infrastructuur samen te laten werken kan de verduurzaming versneld worden. Bijvoorbeeld power 2 gas, of power 2 heat. Wereldcafe: 11 Hoe ziet betrouwbare, betaalbare en duurzame energie eruit in NL in 2050? Teken mee! Algemene scenariovraag Hoe ziet betrouwbare, betaalbare energie met een zo laag mogelijke CO2 uitstoot eruit in Nederland in 2050? Denk aan nieuwe economische kansen en ruimtelijke inpassing van energie (opwekking, transport en opslag). We bouwen de scenario’s in de energiedialoog op basis van de toekomstbeelden die mensen in dialoogbijeenkomsten schetsen. Zoals de kick-off bijeenkomst van 7 april in Leeuwarden, en de bijeenkomst toekomstbeelden die we organiseren op 22 april. Tijdens de kick-off van de energiedialoog in Leeuwarden zijn er twee scenariotafels geweest. De systeemschetsen die uit dit scenario-traject komen zullen afzonderlijk op de website worden gepubliceerd. Plenaire afsluiting Een aantal studenten heeft de presentaties kritisch gevolgd en vragen onder meer hoe de energietransitie minder vrijblijvend kan worden. Mevrouw Homan geeft aan dat “niet meedoen” geen optie is, zeker als de overheden duidelijk zijn over hetgeen nodig is. Er zijn ook al veel initiatieven van bijvoorbeeld lokale energie coöperaties. Hier zal komende tijd nog een professionaliseringsslag nodig zijn. Casper Tichelaar (ECN) wordt bevraagd over zijn toekomstopties voor de gebouwde omgeving: “hoe komen we daar?”. Tichelaar meent dat een stevige regie nodig is, bijvoorbeeld als voorzien wordt dat een wijk op warmte-infrastructuur wordt aangesloten, moet er niet meer geïnvesteerd worden in gas. Zorgen worden geuit om de betrokkenheid van het MKB. Gerrit van Werven meent dat in het MKB juist de pareltjes van de energietransitie zitten. Mevrouw Homan is van mening dat veel MKB’ers ook nog afwachtend zijn, en dat door de duidelijke stip aan de horizon het MKB duidelijker kansen ziet en breder in actie komt. Uit de zaal wordt gevraagd of de overheid niet het verkeerde signaal geeft door met energielabels en labelstappen te communiceren. We moeten toch toe naar grote en ambitieuze stappen? Meindert Smallenbroek pakt de handschoen op en vraagt zich af of hier het betere niet de vijand is van het goede. Volgens hem is het en-en. Niet iedereen wil en kan meteen naar Nul op de Meter woningen. Hier ligt één van de grote uitdagingen van het MKB, om deze concepten beter betaalbaar te maken door een efficiency en kwaliteitsslag. Verschillende opmerkingen worden nog door de zaal gemaakt die gemengd worden ontvangen zoals dat een lange termijn visie wordt gemist, waarom Thorium reactoren niet voorkomen in de presentaties en de notie dat leningen voor verduurzaming van woningen liever gekoppeld zouden moeten worden aan vastgoed dan aan personen. De studenten hebben nog een aantal aanbevelingen:
-
Luister naar wat de burger wil Overheid, zet naast een stip op de horizon (doel) een duidelijke visie en een pad ernaartoe neer. “Een doel zonder plan hoe dit te realiseren is een droombeeld”. De benadering moet zowel top-down als bottom-up zijn.
Meindert Smallenbroek sluit onder dankzegging van de aanwezigen af en zegt toe de aanbevelingen ter harte te nemen. Hij roept daarnaast iedereen op aan de slag te gaan met de energietransitie en problemen te melden bij het ministerie van EZ. Daar zal dan serieus naar worden gekeken. Deze uitsmijter roept nog één laatste hartekreet uit de zaal op: “we zijn al vele jaren bezig met energietransitie. Neem ons alstublieft serieus en doe ook wat met de input die al binnen is”.