PLAATS
DATUM
Schiedam
8 april 2009
AANWEZIG
A.R. de Boer (SP), H. Dekker (AOV), E.M. Gloudi (GroenLinks, voorzitter), C. de Groot (AOV), H.J.H. de Groot (Leefbaar Schiedam), A. Hekman (CDA), H. Hofland (CDA), A.P. Mostert (VVD), F. van Oosten (VVD), R.A. Oosthof (VVD), J.G. de la Rie (PvdA), H.E. de Ron (fractie De Ron), S.A.H. Tolsma (SP), S. van der Vliet (PvdA), J.J.W. Witjes (GroenLinks), wethouder Y.J. Haan en J. Pegtel (secretaris) ONDERWERP
Verslag openbare vergadering Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer d.d. 8 april 2009
16 Heropening De voorzitter heropent de vergadering te ca. 20.00 uur en heet een ieder van harte welkom. Hij stelt dat de eindtijd, 23.00 uur, echt de limiet is en als de agenda niet is afgerond voor die tijd dat dan naar een ander vergadermoment gezocht moet worden. Als insprekers hebben zich aangemeld de heren J. van Gestel¸ A.W. Frenay, M. van de Riet. 17 Drie woonwagenstandplaatsen Schiekade (VR 37/2009) De heer Van Oosten heeft al voor de vergadering de volgende vragen ingediend: Aangegeven wordt dat het voor de aanleg van drie woonwagenstandplaatsen noodzakelijk is de bodem te saneren en dat vanwege deze sanering de uitgifteprijs wordt gesteld op € 100.000 VON. Zonder sanering zou de uitgifteprijs € 50.000 zijn. Graag zou de VVD een nadere onderbouwing ontvangen waarop deze bedragen zijn gebaseerd; hoe is deze prijs tot stand gekomen? Blijkt dit bijvoorbeeld uit een taxatie van de grond en een offerte van de saneringskosten? Tijdens de vergadering: is er een regeling mogelijk gelijk aan die van de startersleningen voor woningen? De heer Hofland heeft ook voor de vergadering vragen ingediend: De uitgifteprijs per kavel afkoop erfpacht voor 50 jaar is € 50.000, daarbij komt nog eens € 50.000 voor de bodemsanering. Totaal wordt de uitgifte prijs € 100.000. De kandidaten voor deze kavels hebben aangegeven problemen te ondervinden bij het aanvragen voor een hypotheek. De vraag is: Is het college bereid voor de € 50.000 die berekend wordt voor de bodemsanering per kavel een bankgarantie af te geven, aan de bankinstelling waar de kandidaten een hypotheek van € 50.000 aanvraagt voor de afkoop voor 50 jaar? Mevrouw De la Rie: is blij met de 3 standplaatsen die mede n.a.v. een in 2003 gehouden onderzoek door de raad nodig bleken. Zij is het niet eens met het feit dat in het voorstel zowel de kosten van de standplaats als de saneringskosten worden genoemd (beide voor een bedrag van € 50.000). Sinds wanneer betaalt de gebruiker als de vervuiler niet te achterhalen is, zoals hier het geval is? Op dit punt is zij niet akkoord met het voorstel. De gemeente hoort schone grond op te leveren. De heer Witjes: de grond wordt geen eigendom. Om die reden hoort de financiële verantwoordelijkheid voor de vervuilde grond ook bij de gemeente. De heer De Boer vindt het niet netjes de saneringskosten af te wentelen op de nieuwe bewoners. Normaal is dat de vervuiler opdraait voor de kosten. Deze is echter niet te achterhalen. De schoonmaak is voor rekening van de gemeente. De startersleningen zijn hier zijns inziens niet voor bedoeld. Mevrouw H. de Groot is van mening dat de gemeente de grond schoon moet opleveren. Komen er nog meer plaatsen bij? Want ongetwijfeld zijn er meer kinderen die een eigen plek willen. De heer Van Oosten: de kern is de vier na laatste regel: kostendekkende uitgifte. Waar komt dat vandaan en hoe werkt dat nu uit? De voorzitter nodigt de heer Haan uit aan te geven op basis waarvan het voorstel is opgesteld.
De heer Haan stelt dat het voorstel op basis van het woonwagenbeleid uit 2003 van de gemeente is opgesteld. Er komen 3 plaatsen aan de Schiekade bij en er vindt geen uitbreiding aan de Bramengaarde plaats. Nu komt er ook het grondbeleid bij. Daarin staat dat de uitgifte van grond kostendekkend moet zijn. Kosten zoals aanleg, bestrating, parkeerplaatsen, aansluiting nutsvoorzieningen, beschoeiing, apparaatskosten, BTW zitten daarin verdisconteerd. In dit geval komen daar ook nog de kosten van de bodemsanering bij dat op basis van een saneringsplan, dat ook kosten met zich brengt, dient te geschieden. De kosten daarvan worden geschat op € 50.000. Na aanbesteding kan blijken of deze schatting een juiste is. De maximale grens voor een lening die de gegadigden voor een plek kunnen bemachtigen is door de banken gesteld op € 65.000. De vervuiler is, zoals reeds opgemerkt, niet te achterhalen. Het college wil graag het woonwagenbeleid uitvoeren en benut de reserve, die ook voor dit soort doeleinden is bestemd, om het voor de gegadigden mogelijk te maken zich te huisvesten. Het principe van een starterslening is niet op deze situatie toe te passen. Voor een standplaats geldt ook een maximum in de NHG normen van € 65.000 (woning € 265.000). Tegenover een laagrentende lening van € 100.000 staat de lage waarde van de grond: de lening wordt dus niet gedekt. Een stijging van de waarde van de grond tot aan genoemd bedrag is niet te verwachten (n.a.v. een vraag van de heer Van Oosten). Eenzelfde verhaal geldt ook voor een bankgarantie. Hij wil geen handjeklap om het bedrag op te voeren tot aan de grenzen van de NHG. In reactie op mevrouw De la Rie zegt hij dat het beleid in Schiedam is dat grond kostendekkend wordt uitgegeven. De saneringskosten zitten daar dan in. Om precedentwerking te voorkomen worden alle van belang zijnde elementen in het voorstel genoemd. De voorzitter polst de leden en concludeert dat het als B-stuk aan de raad kan worden voorgelegd. Agendapunt 18 Gratis Openbaar vervoer voor 65-plussers en 12-minners) De voorzitter geeft de heer Frenay het woord. In juli 2007 was de raad al positief over het voorstel voor gratis openbaar vervoer (o.v.). Begin dit jaar wederom een motie. Waar dienen moties toe als er na negentien maanden nog steeds geen beweging is waar te nemen? De wethouder verschuilt zich achter de Regioraad en over gezamenlijk praten. Zou het niet beter zijn geweest als de wethouder gelijktijdig een onderzoek had gedaan, naar het gedrag en gebruik van de 53.000 Rotterdamse ouderen van het gratis o.v.? De wethouder heeft op 20 januari jl. gezegd aandacht te hebben voor ouderen o.a. Volkhuisvesting en belemmeringen in de openbare ruimten. Dit zijn echter de normale dingen. Dit is geen verdienste. De inzet voor het gratis o.v. laat veel te wensen over. De wethouder van Financiën zei op LOOK TV dat er nog potjes zijn. Laten we zo’n potje voor het gratis o.v. gebruiken. Hij roept de raad op het gratis o.v. van de wethouder te eisen, zodat ook bejaarde burgers van Schiedam kunnen zien wie hun belangen behartigt. Vervolgens krijgt de heer Van Gestel het woord: het gratis o.v. en het parkeren lopen naadloos in elkaar over. We moeten gaan voor een win/win situatie. Wij zijn toch niet anders dan de 53.000 ouderen in Rotterdam of de deelgemeenten? De ene kant van de Hogenbanweg heeft wel en de andere kant geen gratis o.v.. Vanuit Noord heb je twee strippen nodig om naar het centrum te moeten (29.000 mensen wonen daar). Het gaat om veelal de zwakkeren uit de maatschappij, maar dat zijn wel de vaste kiezers. Je moet het uitonderhandelen met de RET. De Kadernota Parkeerbeleid moet een dynamisch geheel worden. Laat de praktijk zijn werk doen. Kijk naar het ABC complex, de tweede laag staat bijna altijd leeg. De heer Van der Vliet: ook vandaag was weer in de krant te lezen dat het o.v. te duur is. De PvdA heeft twee jaar geleden al het initiatief genomen om gratis o.v. mogelijk te maken. Het concrete resultaat is de brief van de wethouder die nu voor ons ligt. We zijn in economisch moeilijke tijden beland. Het o.v. stelt mensen in staat ze uit een sociaal isolement te houden. De door de RET genoemde prijs is onredelijk hoog. Tilburg heeft gratis o.v. ingevoerd voor burgers die 55 jaar of ouder zijn voor een bedrag van € 500.000. Overigens rijden Schiedammers 0,5 km per dag meer met het o.v. dan in Tilburg. Kosten van Rotterdam worden doorberekend aan Schiedam. Lelystad heeft met Connexxion onderhandeld en komt op € 500.000, maar door twee onderzoeken is gebleken dat dit veel goedkoper kan. Van insiders heeft hij vernomen dat strak onderhandelen de prijs naar beneden kan halen. Hij verzoekt met klem om serieus te gaan onderhandelen met de RET. Mevrouw C. de Groot: afgelopen november samen met PvdA aan een motie gewerkt. De brief van de wethouder vindt zij onvoldoende. Zij had meer verwacht. Veel ouderen zitten er op te wachten. Veel gemeenten in de regio hebben ook moties aangenomen. Volgens haar is er daarmee geen contact opgenomen: geen één vuist gemaakt. Ook is er geen alternatief. Dit alles staat niet in de brief. Ook is niet
2
onderzocht hoeveel ouderen er gebruik van willen maken. De prijs is veel te hoog. Zij heeft het gevoel dat niet het onderste uit de kan is gehaald. Een en ander schept ongelijkheid in de regio. De heer De Boer: de raad zit klem tussen enerzijds de belofte aan de ouderen en het streven van een private onderneming naar winstmaximalisatie. We moeten dit deze periode nog rondmaken. Hij is bereid mee te denken om naar mogelijkheden te zoeken het benodigde geld bijeen te vinden. De heer Witjes: de raad heeft ook opdracht gegeven samen met de buurgemeenten scherp te onderhandelen. Hij dringt aan om dit te gaan doen. De heer De Ron: gratis of goed o.v. Waarbij hij een citaat van de heer Rikus Spithorst (ROVER) aanhaalt. Hij is nooit een voorstander van gratis o.v. geweest. Het was eerst € 200.000 nu ca. € 800.000. Hij is voorstander van goed toegankelijk openbaar vervoer. Overigens stopt Tilburg er binnenkort mee omdat de provincie Noord-Brabant het gaat overnemen. De heer Mostert: de kosten zijn hoger dan aanvankelijk ingeschat (een substantiële verhoging). Terecht dat er over de onderhandelingen wordt gesproken. De raad moet bedragen aanwijzen als het geld er niet is. Dit is een dilemma voor de raad gelet op de aangenomen motie. We moeten gaan voor kwalitatief o.v. Als wij middelen over hebben dan kan e.e.a. daaruit worden betaald. Te denken valt aan verbetering van de routes. Het moet een goed product zijn voor de burgers van Schiedam. De kosten van de 12- komen boven de thans bekend geworden kosten. Maar er is daarvan nu nog geen schatting te maken. Overigens stel hij, richting SP, de RET is geen private partij maar een gemeentelijke organisatie. Mevrouw H. de Groot: hoeveel Schiedammers betreft het? De heer Hekman: het CDA is voor gratis o.v. Maar gratis bestaat niet, het moet door iemand worden betaald. Het lijkt of het middel het doel wordt. Hij is voorstander om het aan te bieden voor die groep mensen die het werkelijk nodig hebben. Te denken valt dan aan de norm van 120% van het minimumloon. Er zijn ook ouderen die zich beschaamd voelen er een beroep om te doen, omdat ze het gewoon kunnen betalen. Waarop de heer De Boer stelt dat het milieu er bij is gebaat als zo veel mogelijk van het o.v. gebruik wordt gemaakt. De ambitie is groter dan de groepen waar de heer Hekman op doelt. De heer Hekman: waar haal je het geld vandaan? De heer De Boer: uit de budgetten voor armoedebestrijding of bijvoorbeeld het budget voor lanen in Oost als daar nog wat van over is. In de doelgroep van het armoedebeleid zitten mensen met alleen AOW. De heer Mostert: grote delen van de bevolking van 65 jaar en ouder zijn niet hulpbehoevend. De voorzitter stelt voor de heer Haan te laten reageren. De heer Haan is blij met de discussie. Hij stelt dat het bedrag van € 200.000 destijds niet door het college is genoemd. Wel is toen ingebracht dat het bedrag niet genoeg zou blijken te zijn en is ook een half miljoen euro genoemd. Hij noemt nog even wat gewenst was: een actie die tot een concreet resultaat leidt, ruim voor 12.3.2009 gereed en alle Schiedammers moeten geïnformeerd worden en blijven. Hij heeft met Vlaardingen, Maassluis en Capelle a/d IJssel gesproken. Hij heeft mevrouw Baljeu van de Stadsregio gevraagd in actie te komen. Zij zou na de evaluatie van de proef in Rotterdam in actie komen. De evaluatie is in januari 2009 geweest. Hij was daardoor in staat om het college op 11 februari te informeren op basis waarvan de thans voorliggende brief kon worden opgesteld. Bij het bedrag van € 617.000 (waar de heer Mostert naar vroeg) dat alleen RET kosten betreft, daar boven op komen de kosten van de andere vervoerders en diverse kosten zoals invordering- en administratiekosten, maar ook de aanschaf van de chipkaart. Elk jaar komen er 65-plussers bij dus elk jaar moeten er kaarten worden aangeschaft. Rotterdam heeft er € 4,5 mln. voor uitgetrokken. De oproep om nog eens te onderhandelen is misplaatst. Het is aan de Stadsregio om te onderhandelen met de RET. De Stadsregio stelt een programma van eisen op en doet de concessie. Daarin is niet opgenomen dat er gemeenten zijn die graag gratis o.v. voor 65+ willen invoeren. Het verschil met Capelle (in reactie op mevrouw C. de Groot) is dat in de motie aldaar een bedrag is genoemd waarvoor het moet geschieden. Hij is benieuwd naar die offerte (gaat per 1 mei in), zodra hij die heeft zal hij die doorzenden naar de raad. Hij vindt de keuze doe door de Schiedamse raad is gedaan verstandig: eerst laten onderzoeken om het al dan niet mogelijk te maken. De heer Van der Vliet: de evaluatie in Rotterdam is gebaseerd op slechts een aantal maanden ervaring. In België wordt er al 10 jaar mee gewerkt. Gebleken is dat pas op de langere termijn de effecten goed zichtbaar zijn. De heer Haan vindt de Rotterdamse groep van 65+ wel goed te vergelijken voor het Schiedamse idee om in te voeren. De Belgische stad Hasselt heeft gratis vervoer voor iedereen. België kent ook de regeling dat als je je kentekenbewijs inlevert je drie jaar lang een jaarkaart krijgt (met aanvulling van de heer Dekker). 3
De prijs die genoemd is in de brief is gebaseerd op onderzoek van NEA, waarop de heer Van der Vliet inbrengt dat het goed zou zijn om ook in Schiedam onderzoek te doen. De heer Haan (in reactie op de heer De Boer): het is niet aan het college om middelen aan te wijzen. De raad moet het aangeven waar de dekking te vinden is. Wat de aantallen betreft, er zijn 11.500 65+ in Schiedam. Met alleen AOW zijn dat er 1.800. Bij 120%’s norm praat je over 4.500 huishoudens (6 à 7.000 individuen). Hij heeft twee vragen opgetekend uit de discussie: 1. Is de raad voor gratis o.v. en voor welke doelgroep? 2. Is de raad bereid daarvoor een bedrag op zij te zetten? De voorzitter: is het mogelijk aan te geven wat de kosten per groep zijn? De heer Haan wijst op de brief en stelt dat je het gewoon kunt doorrekenen, alleen nog niet voor de groep van 12-, want daar zijn nog geen cijfers van bekend. De heer Mostert (voor de zuiverheid van het denken): de gemeente moet een offerte vragen aan de RET, de wethouder kan niet onderhandelen. Is conclusie gerechtvaardigd dat RET offerte doet?! Een externe partij kan, liefst op korte termijn, onderzoek doen naar de cijfers. Gelet op Tilburg: de provincie neemt het daar dus over en wel provinciebreed. Er worden ook diverse pilots gestart. Kan Schiedam daar een “link” maken? De heer Hekman: de motie is niet voor niets aangenomen. Maar de financiële situatie van de gemeente laat het niet toe om verder dan de € 200.000 te gaan. Wellicht mogelijk voor groepen die het werkelijk nodig hebben. Kan dat voor dat bedrag? Onder het armoedebeleid vallen ook gezinnen met kinderen die in de groep 12- vallen. Desnoods kopen we 1.000 kaarten. De heer Van der Vliet ziet wel wat in een onderzoek door een extern bureau (in reactie op de heer Mostert). Maar wel op korte termijn, want het duurt al veel te lang. De voorzitter: kan een prioritering in de groepen worden aangebracht? De heer Van der Vliet vermoedt dat bij het “uit elkaar trekken” van de groep er met opslagen gewerkt zal gaan worden, waardoor je er per saldo niets mee opschiet. Maar het moet ook weer geen lappendeken gaan worden. Dit kan tot ongelijkheid in de regio leiden. Maar de reeds genoemde norm hanteren van 120% is zeker het overwegen waard. Mevrouw C. de Groot vraagt naar een tijdpad. De heer De Boer: lukt het niet voor de eerder bedoelde doelgroep dan moeten we zoeken naar mogelijkheden om het wel mogelijk te maken voor anderen. De heer De Ron geeft aan dat Capelle een regeling voor 11 maanden heeft, waarvoor € 500.000 is vrij gemaakt met ruimte voor eventuele financiële tegenvallers. Wat volgt is een discussie, aangezwengeld door de voorzitter, over de te volgen stappen, bijvoorbeeld een initiatiefvoorstel of een motie, waaruit volgt dat de heer Van der Vliet aangeeft dat hij het in zijn fractie zal bespreken. De voorzitter rondt dit punt voor dit moment af door te stellen dat er de discussie mogelijk kan worden afgerond in de komende raadsvergadering. Agendapunt 19 Kadernota Parkeerbeleid 2009-2013 De voorzitter constateert dat er geen insprekers zijn. Het voorstel van de heer Witjes, dat door sommigen gedragen wordt, om een andere datum te kiezen om dit onderwerp te behandelen wordt niet overgenomen. De voorzitter: “We zien wel hoever we komen, is het niet om 23.00 uur af dan gaan we a.s. dinsdag verder”. De voorzitter stelt voor met hoofdstuk 2 te beginnen. De heer Oosthof: sommige vragen zijn niet duidelijk genoeg beantwoord. Naar zijn mening worden motorfietsen (en scooters) niet gelijk geschakeld aan auto’s. Op straat is er gewoonweg geen plek. Maar in de nota wordt ook geen aandacht gegeven aan het parkeren op de stoep: hoe ga je daar mee om? De heer Haan: ze zijn gelijk aan automobielen. De voorzitter: dus parkeren van motoren op de stoep is niet toegestaan. De heer Witjes vindt het hoofdstuk een goede basis voor de verdere discussie. De heer Van der Vliet vindt het een goede probleemanalyse, maar het in 2.8. genoemde deltaplan ziet hij niet zo gauw van de grond komen. De heer Hekman is akkoord met de inhoud. De voorzitter concludeert dat ingestemd wordt met de inhoud van hoofdstuk 2.
4
De heer Witjes vindt dat het maken van heldere keuzes zoals aangeduid in hoofdstuk 3 tegen valt.”Indien nodig”, “behoefte aan is”, dat soort termen komt hij er in tegen. Kan dit een basis voor een toetsing zijn? De in 3.1. genoemde dilemma’s kan hij met behulp van hoofdstuk 3 niet beantwoorden. De heer Van der Vliet vindt dit hoofdstuk te vaag. 3.2. is omslachtig en te lang. Bij parkeerbeleid moeten flinke keuzes gemaakt worden. Bijvoorbeeld het reguleren: overal of nergens. Zijn voorkeur is: overal. Dus regelen voor de 1e auto en al naar gelang er mogelijk is, via een wachtlijst voor de 2e auto. In andere steden is gebleken dat die 2e auto er dan vaak niet komt. Waarop de heren Oosthof en Hekman zeggen dat bewoners uit bijvoorbeeld de wijken Zuid en West nooit om regulering gevraagd hebben. De heer Hekman: het aantal parkeerplaatsen is het probleem. Hij wil graag helderheid over de parkeernorm. De lijst met parkeernormen die bij de beantwoording van de vragen is gevoegd roept bij hem de vraag op: “Wat is het nou?”. Je moet ook kijken naar de ervaringen in de stad. We moet zelf een lijst maken met de Schiedamse norm. Dat is ook voor bouwinitiatieven van belang. Het parkeerfonds is naar zijn mening bedoeld om parkeerplaatsen aan te leggen. Je kunt opnemen dat je binnen een bepaalde termijn een plaats realiseert. Ook het autoluw wonen kan worden genoemd. Bijv. bij het Gat van Bolmers. Hij vindt ook dat het verhogen van de kosten van de tweede vergunning pas kan worden ingevoerd, nadat er parkeerruimte is gerealiseerd. Hij stelt voor de nota in 2011 te evalueren. De heer Tolsma heeft op dit hoofdstuk niets aan te merken. De heer Oosthof: hij is er op aangesproken dat tijdens een wijkbezoek aan bewoners van het Arnoldipad/Faassenplein gezegd is dat het restgroen geschikt gemaakt zou worden voor parkeren. De heer Haan wijst op de brief met beantwoording van de gestelde vragen. In hoofdstuk 3 zijn heldere opmerkingen en keuzes gemaakt. Ook hoofdstuk 4 is in de brief aangehaald. Hoofdstuk 3 schetst de kaders, bijvoorbeeld uitbreiden daar waar het nodig en mogelijk is. Met deze kaders kun je heel snel duidelijkheid aan een ieder geven. Het maken van een Schiedamse lijst met de parkeernormen is mogelijk alleen als de lijst van het ASVV wijzigt zullen wij ook moeten gaan aanpassen (in reactie op de heer Hekman). De heer Hekman als ASVV met wijzigingen komt kunnen we zien of wijzigingen wel nodig zijn: Schiedam bepaalt zelf de regie. Waarna de heer Haan instemt met het opstellen van een lijst en als bijlage bij de nota te voegen. De heer Haan geeft aan dat het parkeerfonds niet als afkoopfonds is bedoeld. Hij zal via het college, na de vaststelling van de kadernota, met een voorstel komen om een en ander in die trend uit te voeren. Wat het parkeren aan de westzijde van de stad betreft, voor de binnenstad worden geen tweede vergunningen uitgegeven. Deze (tweede) auto’s moeten wel aan de westzijde worden geparkeerd. De evaluatie in 2011 neemt hij over, waarbij hij tevens de normen zal betrekken. Het in gebruik nemen van restgroen moet bezien worden in het kader van het opstellen van de kadernota. Pas na vaststelling kun je hier echt een beeld van vormen en daar waar nodig en mogelijk in actie komen. De heer Van der Vliet: regulering (met een wachtlijst voor de tweede auto: in reactie op de heer Oosthof) maakt het mogelijk dat schaarse plekken evenredig worden verdeeld. Maar wel regulering op tijden dat het gewenst is en niet alleen overdag. Het gebied dat daar het meeste voor in aanmerking komt is beneden de snelweg. P+R plaatsen kunnen ’s avonds door bewoners uit de omgeving worden gebruikt (in reactie op de heer Tolsma). De heer Haan doet een en ander aan Tokio denken, daar mag je pas een auto aanschaffen als je kunt aantonen dat de door jou gewenste auto ook daadwerkelijk geparkeerd kan worden. In Nederland kun je vrijelijk een auto aanschaffen. Overigens zijn er voor de binnenstad meer vergunningen voor 1e auto’s uitgegeven dan er parkeerplaatsen zijn. Een eerlijke verdeling is lastig, zeker voor het gebied onder de snelweg. Daar waar nodig kan het gereguleerde gebied worden uitgebreid. Maar belangrijker is dat de nota het antwoord geeft op de vraag: welke oplossing past het beste bij het geconstateerde probleem? De nota biedt het kader daarvoor voor de hele stad. De heer Hekman is verbaasd over hetgeen de heer Van der Vliet heeft gezegd over regulering: dan kan de kadernota wel aan de kant. De procedure in de nota is daar helder over. Wat vindt de wethouder daar nou van? De heer Haan betrekt dit bij het draagvlak. Het is belangrijk om een kader te hebben om te weten of de oplossingen die door gemeente of bewoners worden aangedragen draagvlak bij de buren hebben. Voor invoeren van gereguleerd parkeren moet je inspraakprocedures doorlopen. Hij wil zo’n procedure niet ingaan zonder te weten of er enig draagvlak voor de plannen is. Een enquêtetraject daarvoor kan heel snel doorlopen worden. 5
Binnen een maand moet het helder zijn (deze periode is wel afhankelijk van de grootte van het gebied): die periode kun je benutten om voorbereidende werkzaamheden te verrichten. Daarna kan de inspraakprocedure worden gestart. De heer Oosthof: wat wordt bedoeld op pag. 25, 4.4, onder d 1: het invoeren kan overloop uit andere buurten opheffen? De heer Haan wijst op Oost en ook aan dr andere kant van het station in Nieuwland: je krijgt een overloop naar niet gereguleerd gebied. Er is hierbij vanuit de binnenstad geredeneerd. Je kunt ook redeneren vanuit de oorzaak van het probleem, het station, het ziekenhuis, en daar omheen gereguleerd gebied invoeren. Vervolgens geeft hij aan dat het huidige gereguleerd gebied is ingedeeld in zones, mensen die daarin wonen krijgen een vergunning (in reactie op de heer Dekker t.a.v. ingezetenen parkeren). De heer Witjes over restgroen: in de conceptversie werd de nota snippergroen genoemd. Komt deze er nog? Wat is de definitie, het criterium van rest- of snippergroen? De heer Haan: de verwachting was dat de nota snippergroen er zou zijn voordat deze kadernota ter sprake zou worden gebracht, maar dat is niet het geval en is er om die reden uit gehaald. Wel is er allerlei beleid waar aan getoetst kan worden (bestemmingsplan Groene Long, Bomennota). Hij wil goed omgaan met het groen in de stad en niet zo maar klakkeloos elk stukje groen opofferen. De heer Witjes: wat is het criterium dan? Dit staat niet in het bestemmingsplan Groene Long. De heer Haan: de waarde van het groen zal bepaald moeten worden door het te toetsen aan al het beleid dat we al hebben. De voorzitter schorst de vergadering om 23.02 uur onder de mededeling dat de vergadering a.s. dinsdag 14 april om 20.00 zal worden vervolgd. Dan worden ook de kaders definitief vastgesteld. (noot redactie: de heer Hekman heeft kort voor de schorsing aangegeven dat de kaders in hoofdstuk 3 staan en wat hem betreft zijn vastgesteld, om die reden zal hij de vergadering niet bijwonen). Vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer van 26 mei 2009, de secretaris,
de voorzitter,
J. Pegtel
H. Hofland
6