Griffie
Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen Datum commissievergadering
: -
Document nummer Behandelend ambtenaar Directie/bureau Nummer commissiestuk Datum Bijlagen
: : : : : :
3946457 M.A. Vugts Sociale en Culturele Ontwikkeling/ Bureau Cultuur ROW-0112 26 juni 2012 1
Onderwerp:
Het Boek van de Verkenningen, de voortgangsrapportage over de locaties van het programma Grote Erfgoedcomplexen Voorstel van GS aan PS:
X Ter kennisneming
X uitvoerende rol
Europa paragraaf
Nee _____________________________________________________________________________________
Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Dit stuk wordt tevens ter kennisneming verzonden aan de commissie voor Cultuur en Samenleving.
Griffier van Provinciale Staten, namens deze,
mr. drs. E.J.A.M. de Groot Bijlage: 1. Boek van de Verkenningen, locaties van het programma Grote Erfgoedcomplexen
Notitie ten behoeve van: Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen Het investeringsprogramma Grote Erfgoedcomplexen maakt onderdeel uit van de eerste tranche investeringsstrategie van de Agenda van Brabant. De doelstelling is om beeldbepalende cultuurhistorisch waardevolle complexen te behouden voor de toekomst én te laten functioneren als identiteitsdragers van het bijzondere leef- en vestigingsklimaat in Brabant. Per locatie is een korte beschrijving van het project gegeven met een stand van zaken. De locaties zijn verdeeld over de vier categorieën zoals benoemd in het Statenvoorstel 78/10. De selectie van de complexen wordt in eerste instantie gedaan aan de hand van de kaders die gesteld zijn in de Statenvoorstellen. Dat levert aanwinsten op voor dit jaar en deze zijn opgenomen in deze voortgangsrapportage. Daarnaast zijn de locaties die beschreven zijn in de voortgangsrapportage van vorig jaar aangevuld. Zoals opgenomen in het MvA 49/11 D worden de commissies CS en ROW tweemaal per jaar op de hoogte gehouden van de voortgang van de locatie van het programma Grote Erfgoedcomplexen. Verdere voortgangsrapportges worden gekoppeld aan de P&C cyclus van het ontwikkelbedrijf dat betekent dat de volgende rapportage in het najaar van 2012 zal zijn. Beoogd effect:
Ter inspiratie. ’s-Hertogenbosch, 26 juni 2012, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
2/2
Boek van de Verkenningen Locaties van het programma Grote Erfgoedcomplexen
Provincie Noord-Brabant Juni 2012
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding................................................................................................................................... 3 2. Intakes ..................................................................................................................................... 6 3. Locatie ..................................................................................................................................... 8 4. Projecten ................................................................................................................................ 64 Bijlagen...................................................................................................................................... 71
2
1. Inleiding
De provincie zet zich de komende jaren in om leegstaande kloosters, kastelen, kazernes, forten en fabrieken in Noord-Brabant her te ontwikkelen. Bestaande iconen worden nieuwe iconen. In hun nieuwe functie zijn ze één met hun omgeving en maken die aantrekkelijk. Mét elkaar vormen ze de geschiedenis-aders van Noord-Brabant. De provincie gaat actief meedoen door anders om te gaan met Brabants erfgoed en herontwikkeling. Dat doen we samen met ondernemende partners. We pakken initiatieven op die kansrijk zijn en die traditie en vernieuwing aan elkaar kunnen verbinden. Brabantse erfgoedcomplexen schrijven zo nieuwe geschiedenis.
Het investeringsprogramma Grote Erfgoedcomplexen maakt onderdeel uit van de eerste tranche investeringsstrategie van de Agenda van Brabant. In het bestuursakkoord van april 2011 zijn de ambities van dit investeringsvoorstel herbevestigd. De doelstelling is om beeldbepalende cultuurhistorisch waardevolle complexen te behouden voor de toekomst én te laten functioneren als identiteitsdragers van het bijzondere leef- en vestigingsklimaat in Brabant. Dit met de ambitie om Brabant te ontwikkelen als topregio op het gebied van kennis en innovatie. Om deze doelstelling te bereiken kent het investeringsprogramma vier actielijnen: 1. Herontwikkeling: Behoud en ontwikkeling van leegkomende grote erfgoedcomplexen; 2. Hergebruik: Vinden en verbinden van nieuwe (tijdelijke) eigenaren; 3. Herbeleven: Het vertellen van het verhaal van de identiteitsdragers van Brabant; 4. Herontdekken: Kennis verdiepen, verspreiden en verbinden. Deze rapportage gaat over actielijn 1. Twee keer per jaar ontvangt uw commissie via deze rapportage de stand van zaken met betrekking tot de locaties die in de intake fase, de verkenningsfase of in de projectfase zitten. De actielijnen 2,3 en 4 worden in deze rapportage buiten beschouwing gelaten. Actielijn 1 is schematisch weer te geven in het schema ‘cyclisch uitvoeringsproces t.a.v. concrete investeringslocaties’.
3
Intake
Evaluatie/Onder zoek
. intakeformulier behandelen
. programma evaluatie . kennis/onderwijs participatie
Wijziging Kaderstelling besluit PS
. toets aan selectie criteria . voorstel verkenning
. marktanalyses
Inspiratieboek
Voortgangsrapportage
Verkenningen
2/jaar tkn PS
2/jaar tkn PS
Verkenning
Project . haalbaarheidfase
Go/no go rapportage
(definitieve
per project besluit PS
haalbaarheidstoets) . ontwerpfase . realisatiefase
. integraal onderzoek locatie en participatie . definieren rol en voorwaarden . financieel kader*
. ondernemingsplan
cyclisch uitvoeringsproces t.a.v. concrete investeringslocaties
4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe bepaald wordt of een complex voldoet aan de uitgangspunten van het investeringsprogramma. In dit hoofdstuk staat ook het overzicht van de intake-aanvragen. In hoofdstuk 3 staan de locaties die voldoen aan de uitgangspunten en in de verkenningsfase zitten. In hoofdstuk 4 staan de locaties waarover de provincie heeft besloten om te investeren.
5
2. Intake
Met het statenbesluit van december 2010 (PS 78/10A) is het investeringsprogramma Grote erfgoedcomplexen van start gegaan. Naast de vele telefonische afgehandelde verzoeken zijn er ook talrijke schriftelijke verzoeken binnengekomen. Deze laatste zijn hieronder weergegeven. In totaal zijn er 63 verzoeken ingediend die in behandeling zijn. Dat betekent dat we met eigenaren en gemeenten gesprekken voeren om te bekijken of deze complexen geselecteerd kunnen worden voor een verkenning. De selectie van de complexen wordt in eerste instantie gedaan aan de hand van de kaders die gesteld zijn in de Statenvoorstellen. Daarna wordt verfijnd via een quick-scan. Hierin wordt bekeken of de locaties aan de uitgangspunten van het investeringsprogramma voldoen. Voldoet een complex geheel of in voldoende mate, dan start de verkenningsfase van de locatie. De verkenningsfase gaat over in de projectfase op het moment dat Provinciale Staten een positief investeringsbesluit nemen. Deze procedure is in een stroomschema weergegeven. Zie bijlage 3. Voor 2011 gaat het om de volgende aantallen: Categorie Kloosters Industriële complexen Kastelen en landgoederen Militaire complexen totaal
Aantal verzoeken in behandeling 13 13 9 7 42
Voor 2012 gaat het om de volgende aantallen: Categorie Kloosters
Aantal verzoeken in behandeling 11
6
Industriële complexen Kastelen en landgoederen Militaire complexen totaal
4 2 4 21
Het overzicht van de schriftelijk ingediende aanvragen is in de bijlage 2 te vinden.
7
3. Verkenningen In dit hoofdstuk worden de locaties beschreven uit de voortgangsrapportage van vorig jaar aangevuld met de aanwinsten van dit jaar.
INDUSTRIEEL ERFGOED KVL Koninklijke Verenigde Leder in Oisterwijk ........................................................................................................................................................ 11 CHV in Veghel ......................................................................................................................................................................................................... 14 Weverij de Ploeg in Bergeijk ...................................................................................................................................................................................... 17 Brouwhuis de Drie Hoefijzers in Breda ....................................................................................................................................................................... 20 Ns werkplaats in Tilburg ............................................................................................................................................................................................ 23 Backer en Rueb in Breda ……………..…..…………………………………………………………………………………………………………………... 25 Aabe fabriek in Tilburg ……………………………..………………………………………………………………………………………………………… 27 KLOOSTERS Moederhuis in Dongen .............................................................................................................................................................................................. 30 Klooster en kapel van Saint Louis in Oudenbosch ....................................................................................................................................................... 33 Abdij van Berne in Heeswijk ...................................................................................................................................................................................... 36 Marienburg in ’s Hertogenbosch ................................................................................................................................................................................ 38 Twee kloosters in Velp .............................................................................................................................................................................................. 40 Sint Paulus Abdij in Oosterhout ......................………………………………………………………………………………………………………………. 43 MILITAIR ERFGOED Chassé kazerne in Breda ............................................................................................................................................................................................ 46 Isabella Kazerne in Vught ......................................................................................................................................................................................... 49 Fort Sabina in Moerdijk…………………………………………...……………………………………………………………………………………………50
8
KASTELEN EN LANDGOEDEREN Kasteel Gemert ......................................................................................................................................................................................................... 53 Landgoed Haarendael in Haaren ............................................................................................................................................................................... 55 Huize Assisie in Biezenmortel .................................................................................................................................................................................... 57 Kasteel d’ Oultremont in Heusden ............................................................................................................................................................................. 59 Witte Kasteel Loon op Zand ...................................................................................................................................................................................... 62 Voor een aantal locaties is de verkenning gesloten, dit betekent dat op dit moment er geen vorderingen zijn in de ontwikkeling. Hiermee is de provinciale inzet voor deze locatie nu komen te vervallen, in volgende rapportages wordt over deze locaties niet gerapporteerd. - Backer en Rueb in Breda - Aabe fabriek in Tilburg - Fort Sabina in Moerdijk - Sint Paulus Abdij in Oosterhout
9
INDUSTRIEEL ERFGOED
10
11
KVL Koninklijke Verenigde Leder in Oisterwijk NB. KVL is deels 5/22 al aangekocht in de vorige bestuursperiode in verband met de strategische grondpositie in het kader van provinciaal belang van stationsomgeving. Omschrijving
De KVL is een fabriekscomplex, de grootste leerlooierij van Nederland.
Bouwjaar
1916, het terrein is regelmatig uitgebreid met verschillende soorten bebouwing zoals: een machinegebouw, een ketelhuis, productiehal en meer kantoorgebouwen. Het terrein is 7 hectare, waarvan 1,4 hectare cultureel erfgoed.
Grootte Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
In het zuidoostelijke deel van het terrein bevindt zich het oudste gebouw van de fabriek, dit werd ontworpen door architect Henri Biggelaar Het terrein van de KVL bevat een aantal cultuurhistorische objecten waarvan sommige zijn aangewezen als rijksmonument. Voor Oisterwijk was de leerlooierij van groot belang. De aanwezigheid van stromend helder water en eek (eikenschors) was essentieel voor deze bedrijfstak. Oorspronkelijk werd het leer door kleine familiebedrijfjes gedaan. Vanuit Duitsland kwam een moderne aanpak met het chemisch looien in zeer grote fabrieken. Het KVL complex geeft een goede indruk van de ontwikkeling van een kleine compacte leerlooierij naar een zeer grote moderne leerfabriek. De KVL was toeleverancier voor onder meer de schoenindustrie. Staat geruime tijd leeg en is slecht onderhouden Op het totale terrein buiten het gebied waar zich de cultuurhistorische bebouwing bevindt, is de gemeente voornemens woningbouw te ontwikkelen. In eerste instantie werd daarbij gedacht aan een meer stedelijke bebouwing met veel appartementen. De huidige woningmarkt dwingt de gemeente ertoe om een woningbouwlocatie met een meer dorps karakter te ontwikkelen. Als invulling voor de cultuurhistorische gebouwen is de gemeente op zoek gegaan naar een hoogwaardige invulling. Onderwijsinstellingen die zijn gepolst geven aan dat studenten eerder naar onderwijsinstellingen in grotere steden dan naar Oisterwijk gaan. Om toch inkomsten uit de herontwikkeling van het cultureel erfgoed te genereren denkt de gemeente nu aan een invulling met detailhandel zoals een supermarkt en een bouwmarkt, bedrijfsverzamelgebouwen en een woonzorgcomplex. Provincie Noord-Brabant (mede-eigenaar) Gemeente Oisterwijk Als mede-eigenaar heeft de provincie te kennen gegeven het ambitieniveau bij de herontwikkeling aan de bescheiden kant te vinden en weinig passend bij de cultuurhistorische waarde van het complex. De provincie heeft begrip voor de opbrengstenkant waar de gemeente naar streeft, maar ziet mogelijkheden om een meer culturele invulling te geven aan het complex, waarbij een publiekswervend karakter ontstaat dat de gemeente ook een toeristische impuls kan geven. Een dergelijke invulling kost tijd om te ontwikkelen. In overleg met de gemeente Oisterwijk wordt gewerkt aan afspraken, waarbij het gezamenlijk eigendom van het gehele complex wordt gesplitst en de provincie enkel eigenaar wordt van dat deel van het complex waarop de cultuurhistorische bebouwing aanwezig is. Deze afspraken moeten leiden tot een investeringsvoorstel. Een probleem bij de investering voor de herontwikkeling zijn de hoge 12
saneringskosten op het complex en de onzekerheid van voldoende compensatie bij een hoogwaardig kwalitatieve functie-invulling in de cultuurhistorische gebouwen. De verwachting is dat het investeringsvoorstel voor het KVL-complex dit jaar in procedure wordt gebracht.
13
14
CHV in Veghel Omschrijving Bouwjaar Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
De CHV is een fabriekscomplex waar mengvoeders en kunstmest werd geproduceerd. 1915 e.v. Vanaf 1915 tot 1970 is het complex regelmatig uitgebreid en verbouwd. Hierdoor is een uniek ensemble aan gebouwen, met grote verscheidenheid aan bouwstijlen, ontstaan. 9.8 ha Op het complex is een gebouw aangewezen als rijksmonument: de Wiebenga graansilo. Dit gebouw ligt temidden van diverse andere bedrijfsgebouwen en silo's. De graansilo’s van de coöperatie NCB verrezen in 1915 in Veghel vanwege de gunstige verbindingen, dankzij de aanwezigheid van de Zuid-Willemsvaart, het Duits Lijntje en de tramlijn van 's-Hertogenbosch naar Helmond. De ontwikkeling van het terrein en de zichtbare bouwtechnische ontwikkeling van beton- en staalbouw in deze periode, bevatten ruime cultuurhistorische en architectonische waarden. De geschiedenis van de Coöperatieve Handels Vereniging (CHV) is nauw verbonden met de die van de Brabantse boerenstand, die zich verenigde in de Boerenbond. De CHV is ontstaan als een inkooporganisatie voor mengvoeders en kunstmest vanuit de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB). Met het oprichten van de CHV kon de vicieuze cirkel van armoede van de boeren op het zand in OostBrabant worden doorbroken. De oplossing kwam met de introductie van kunstmest en het maken van veevoer. Dit gebeurde in een coöperatieve samenwerking. De CHV kocht de granen van de aangesloten boeren in. Het hoofdkantoor van de snel groeiende CHV bevond zich aanvankelijk te Woensel, maar verhuisde al na enkele jaren naar Veghel, waar een mengvoederfabriek werd opgericht. De CHV, die voor een beperkte kring was opgezet, groeide in korte tijd uit tot een centrale instelling waarbij 87 boerenbonden waren aangesloten. Uiteindelijk zou Veghel hierdoor uitgroeien tot een centrum van de voedingsindustrie. Later veranderde de naam van de vereniging in Cehave. In 2003 fuseerde Cehave met de Limburgse zusterorganisatie Landbouwbelang tot Cehave Landbouwbelang. In 2011 is CHV-LBB gefuseerd met Agrifirm. Staat leeg en wordt gedeeltelijk al verbouwd Met functies als kunst, cultuur, bedrijvigheid (o.a. gerelateerd aan cultuur en food), horeca, leisure en onderwijs, denken gemeente en eigenaar een passende invulling aan het complex te geven. Op het terrein zit nu al museum Siemei en om de 2 jaar vindt op het terrein het Slokdarmfestival plaats. Gemeente Veghel en Bouwbedrijf van der Ven De gemeente heeft dit jaar de eerste stappen gezet voor participatie, door te besluiten het jongerencentrum naar het voormalig CHVterrein te verplaatsen. Aan de provincie is gevraagd te investeren en te participeren in de ontwikkeling van dat deel van het complex waar het agrifoodcluster is bedacht. Een investeringsvoorstel is in voorbereiding. De verwachting is dat het investeringsvoorstel dit jaar in procedure kan worden gebracht.
15
16
Weverij de Ploeg in Bergeijk Omschrijving Bouwjaar Architect Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Weverij 'de Ploeg' was een weverij die op idealistische gronden werd opgericht. 1958 Gerrit Rietveld de fabriek Mien Ruys de tuin 12 ha Rijksmonument Het gebouw heeft gebogen sheddaken, wat een bijzonderheid is. Deze fabriek is het enige industriële complex van de hand van architect Gerrit Rietveld. Hij en de tuinarchitect Mien Ruys werkten in Bergeijk samen aan de realisatie van de legendarische fabriek van weverij De Ploeg en het omringende landschapspark. Ook ontwierpen ze in Bergeijk woonhuizen, plantsoenen en straatmeubilair. Het werk van deze beroemde ontwerpers schonk licht, ruimte en lucht in en aan het dorp. Staat gedeeltelijk leeg en is slecht onderhouden De eigenaar komt in september 2012 met een plan naar buiten voor de herontwikkeling van het complex De Ploeg. Het plan zal bestaan uit het onderbrengen van een deel van de culturele voorzieningen in de gemeente Bergeijk in het voormalige fabrieksgebouw, naast een aantal commerciële functies. In de tuin van het complex wordt gedacht aan het toevoegen van een aantal woningen. De opbrengst uit de woningbouw moet middelen genereren voor de renovatie van het gebouw en het meerjarig onderhoud van het complex. Gemeente Bergeijk en Woninc (woningcorporatie) De gemeente Bergeijk heeft de provincie verzocht mee te denken aan de herontwikkeling van het complex (gebouw en tuin). Dit mede om door het risicodragend participeren van de provincie in de herontwikkeling het toevoegen van bebouwing in de tuin te kunnen beperken tot wat planologisch en cultuurhistorisch aanvaardbaar is. De initiatiefnemer heeft zijn plannen voor de herontwikkeling voorgelegd aan het college en raad van de gemeente Bergeijk en ambtelijk aan de provincie. Beide instanties hebben aangegeven de hoeveelheid bebouwing in de tuin te omvangrijk te vinden. Op korte termijn is met partijen een overleg over een vervolgtraject. Hier worden afspraken gemaakt waarin alle partijen zich inhoudelijk en financieel kunnen vinden.
17
Bergoss in 18
Bergoss in Oss Omschrijving Bouwjaar Architect Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het complex was een tapijtfabriek. 1856 Oscar de Leeuw was als architect betrokken bij het kantoorgebouw en de bedrijfsbebouwing langs de Oostwal, de sheddaken. 5 hectare De sheddaken zijn gemeentelijk monument, het kantoorgebouw is een rijksmonument en Villa Constance is ook een rijksmonument De tapijtfabriek kwam voort uit een watten- en kapokfabriek, een zogeheten wattenmolen, die in 1856 werd opgezet door Daniël van den Bergh. De fabriek breidde zich uit. Er kwamen weefgetouwen en stoommachines met een spinnerij, een ververij, en een spoelerij. Het uiteindelijke bedrijf was enorm groot, op dit moment zijn drie karakteristieke objecten bewaard gebleven; restanten van de sheddaken, het kantoorgebouw en het hoofdgebouw, waar tegenwoordig Hotel De Weverij in is gevestigd. Leeg en vervallen Bij de herontwikkeling van dit complex is de villa Constance betrokken waar het huidige Jan Cunen museum gevestigd is. De gemeente geeft aan voor de drie monumenten de volgende heerontwikkelingsmogelijkheden te zien: 1. De verplaatsing van het museum Jan Cunen naar de locatie van de sheddaken. Het museum Jan Cunen heeft op het gebied van educatie nationale bekendheid. Op de huidige locatie kan het museum de educatiefunctie moeilijk verder ontwikkelen. 2. De kantoorvilla ligt frontaal aan de looproute van station naar centrum. De herontwikkeling van de kantoorvilla heeft een uitstraling naar de herontwikkeling van het gehele terrein. 3. De herontwikkeling van de Villa Constance nadat het museum Jan Cunen deze locatie heeft verlaten. Gemeente Oss, Museum Jan Cunen en een particuliere investeerder De gemeente Oss is eigenaar van Jan Cunen en ziet tot op heden geen mogelijkheid haar financiële bijdrage in de herontwikkeling van het complex te regelen. Indien daarin geen wijziging optreedt wordt in volgende rapportages niet verder over het BergOsscomplex gerapporteerd.
19
20
Brouwhuis de Drie Hoefijzers in Breda Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het fabriekscomplex De Drie Hoefijzers was een bierbrouwerij. 1887, 1927-30 A. Jansen en F. Verwoerd Rijksmonument De brouwerij werd opgericht in 1538 door Hendric van den Corput als Den Boom. In 1628 werd de brouwerij hernoemd naar De Drie Hoefijzers, de naam van de tegenover de brouwerij gelegen smidse De Drij Hoefijssers. In 1887 werd aan de tegenwoordige Ceresstraat een nieuwe brouwerij gebouwd die uitgroeide tot een der belangrijkste van Nederland. De gebouwen van de brouwerij ‘De Drie Hoefijzers’ zijn gebouwd door de familie Smits van Waesberghe om bier te brouwen op een industriële manier volgens de Beierse methode. Overgebleven zijn het voormalige hoofdkantoor – een icoon van art-deco architectuur - en het oude brouwhuis. Staat leeg en slecht onderhouden De huidige eigenaar en ontwikkelaar wil het brouwhuis na restauratie ontwikkelen tot een grand café/restaurant annex biermuseum. In de bovenbouw komen kantoren en appartementen. Gemeente Breda en ontwikkelende partijen Brouwhuisterrein Met de gemeente Breda is de afspraak gemaakt dat zij in de loop van het jaar 2012 aangeeft welke van de vele initiatieven in de gemeente die op het gebied van herontwikkeling cultureel erfgoed spelen voor haar prioriteit heeft. Afhankelijk van de prioritering van de gemeente Breda wordt de verkenning gecontinueerd.
21
22
NS-Werkplaats in Tilburg Omschrijving Bouwjaar
Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Voormalig werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen (NS). In alle fasen zijn gebouwen neergezet, aangepast, gerenoveerd en gesloopt. Het is een voortdurend doorgaand proces geweest dat gericht was op functionaliteit. Uit iedere fase van de ontwikkeling zijn nog wel kenmerkende elementen terug te vinden, niet alleen in de grote opvallende gebouwen zoals het koepelgebouw (1902), de grote locstelplaats (1930-1931) de polygonale loods (1937) met draaischijf (1928). onbekend Koepelgebouw en draaischijf zijn rijksmonument De komst van de spoorlijn had tot direct gevolg dat de grote werkplaats van de spoorwegen in Tilburg gevestigd werd. Na de fase van opbouw (als werkplaatsen der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen) en uitbouw, volgde een periode van grote veranderingen door de specialisatie op locomotieven die de Centrale Werkplaats Tilburg toebedeeld kreeg. Het verdwijnen van de stoomtractie in de jaren vijftig bracht een nieuwe wijziging in werk, maar ook in naam. Het was vanaf dat moment Hoofdwerkplaats Tilburg. De veranderingen in de laatste decennia van de 20e eeuw leiden tot NedTrain Revisiebedrijf Tilburg. Aan de NS-Werkplaats wordt vanwege de afleesbare historische ontwikkeling, bouwhistorische kwaliteiten, herkenbaarheid, gaafheid en omvang een belangrijke cultuurhistorische betekenis toegekend. Opmerkelijk is dat het op de Werkplaats niet om textielindustrie gaat (waar Tilburg om bekend staat), maar om de metaalnijverheid. Al 140 jaar wordt op een groot terrein in het hart van de stad Tilburg gewerkt in en aan metaal. De Werkplaats heeft in die periode een doorlopende transformatie doorgemaakt, organiek, bedrijfsmatig, maar ook fysiek. De historische en ruimtelijke kernkwaliteiten van de huidige Werkplaats moeten worden ingezet in de transformatie: deels door behoud, maar ook als referentiekader en inspiratiebron voor de gewenste, nieuwe ontwikkeling. De eerste stap die hierin gezet is, is de restauratie van de voormalige stoomketelfabriek Deprez. De NS heeft de werkzaamheden verplaatst en de voormalige gebouwen van de NS-werkplaats in Tilburg staan grotendeels leeg. Er is op bepaalde momenten sprake van tijdelijk gebruik. De gemeente ziet mogelijkheden voor een invulling van het complex. Functies die in de leegstaande gebouwen kunnen komen zijn de nieuwe bibliotheek, een technisch designinstituut, overdekt openbaat manifestatie gebied en een evenementenhal ook gericht op het inzetten voor Brabant Culturele Hoofdstad 2018. Gemeente Tilburg De eerste contacten over een mogelijke inbreng vanuit de provincie in de herontwikkeling van de NS-werkplaats hebben plaatsgevonden. De gemeente heeft aangegeven dit jaar met een concreet voorstel te komen.
23
24
Backer en Ruebterrein in Breda Omschrijving Bouwjaar Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Het complex bestaat uit een langgerekt kantoorgebouw, diverse loodsen, waaronder shedhallen. Het bedrijf maakte voornamelijk verwarmingsketels 1938-1939 Niet aangewezen Het kantoorgebouw en de achtergelegen hallen vormen vanuit cultuurhistorisch oogpunt een onlosmakelijk geheel. Deze hallen zijn in de jaren vijftig veelvuldig uitgebreid. Het kantoorgebouw en de hallen zijn onlosmakelijk verbonden met de panden aan de Speelhuislaan.
Urgentie Herontwikkeling
Stond leeg De aankoop van het Backer en Rueb terrein - deels door de gemeente Breda, deels door een projectontwikkelaar- heeft plaatsgevonden in het kader van Via Breda, een grootschalige herontwikkellocatie rondom het nieuw te bouwen stationsgebouw. De huidige economische omstandigheden zijn zodanig dat Via Breda tot achter de horizon van het jaar 2020, wellicht 2025 en mogelijk nog later is verdwenen. Voor het Backer en Rueb terrein betekent dit dat gezocht moet worden naar alternatieve ontwikkelingen en in elk geval een tijdelijk gebruik dat voldoende middelen genereert om de investeringen tot op heden te compenseren.
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Gemeente Breda en Amvest Locatie is wat ontwikkelingsmogelijkheden betreft interessant maar de nieuwe eigenaar heeft gekozen om het complex te gebruiken als opslagplaats voor zeecontainers. Hierdoor ronden we de verkenning af en komt de provinciale inzet voor deze locatie te vervallen, in volgende rapportages wordt hierover niet verder gerapporteerd.
25
26
AaBe Fabriek in Tilburg Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
AaBe of voluit: Albert van den Bergh, wollenstoffen- en wollendekenfabrieken, was een textielfabriek 1929 en volgende jaren G. Forest Rijksmonument De AaBe fabriek heeft bestaan van 1929 tot 2008. Het was daarmee de laatste Tilburgse textielfabriek die ten onder ging. Het was gevestigd aan de Hoevenseweg. De fabriek is een overtuigend representant van de Brabantse textielindustrie en als zodanig cultuurhistorisch waardevol. De interne industriestraat maakt het complex ook architectonisch waardevol. Staat leeg en is slecht onderhouden De huidige eigenaren denken bij de herontwikkeling van de AaBe fabriek aan een invulling met detailhandel met name in de woonsector, een overdekte woonboulevard. Gemeente Tilburg en ontwikkelende partijen De gemeente heeft laten weten dat de huidige eigenaren - nu het subsidiëren van het exploitatieverlies niet tot de mogelijkheden behoort de herontwikkeling van het complex voor eigen rekening en risico nemen. Hierdoor ronden we de verkenning af en komt de provinciale inzet voor deze locatie te vervallen, in volgende rapportages wordt hierover niet verder gerapporteerd.
27
KLOOSTERS
28
29
Moederhuis in Dongen Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het complex is het moederhuis van de congregatie van de Franciscanessen. Het bestaat uit een hoofdgebouw en een kapel. Het oudste deel van het kloostercomplex dateert uit 1801 op de plek waar het Bollekes Slotje (uit circa 1700) in Dongen lag Diverse architecten zijn betrokken geweest, waaronder P. Stoffers, C.P. van Genk, J. Oomen en later A. Oomen en C.P. Schellenkens. Dit moederhuis van de Franciscanessen is voordurend in ontwikkeling geweest en steeds aangepast aan de tijd en aangewezen als rijksmonument De zusters Franciscanessen is een van de oudste congregaties van Nederland. Het huidige kloostercomplex vormt een restant van een complex, dat oorspronkelijk uit een moederhuis, een pensionaat en dagscholen bestond.Vanuit Dongen werden op vele plekken in Noord-Brabant en in Zeeland, en Zuid-Holland en Noord-Holland nieuwe zelfstandige congregaties of filiaalhuizen met scholen opgericht. Buiten Nederland gebeurde dit ook op Curaçao en in Indonesië. Dongen is de bakermat voor het onderwijs en de opvoeding in deze gebieden waarmee de zusters uit Dongen zich gingen bezig gingen houden. Hier werden meisjes (‘pensionaires’) intern opgeleid in het lager en middelbaar onderwijs, maar ook aan de kweekschool. Meer dan tweehonderd jaar is er onderwijs gegeven. Steeds grotere delen van het complex zijn niet meer in functie als klooster maar als zorgcomplex. Er ligt een ambitieuze opgave: een transitie van klooster naar woonzorgcomplex, waarbij de huidige bewoners een steeds kleiner deel van het complex gaan benutten en dat het steeds groter deel dat de huidige bewoners onbenut laten geleidelijk wordt omgezet in een woonzorgcomplex. Voor een deel worden in dat traject de huidige bewoners de afnemers van de zorg. De zorg wordt verleend door de Stichting Mariaoord. Het gaat om kleinschalige zorg in de ‘thuissituatie’ van een klooster. Deze situatie biedt handvatten om te komen tot het experimenteren met en het opzetten van concepten van slimme zorg. Gemeente Dongen Congregatie van het Moederhuis der Franciscanessen te Dongen Stichting Mariaoord De provincie is benaderd door de Congregatie om te participeren in herontwikkeling kloostercomplex omdat de aanvankelijke initiatiefnemer is weggevallen. Het kloostercomplex is getaxeerd. De Congregatie heeft een kosten- en investeringsoverzicht opgesteld. We onderzoeken de mogelijke participatie en de financiele randvoorwaarden. De verwachting is dat het investeringsvoorstel dit jaar in procedure kan worden gebracht.
30
31
Onze Lieve Vrouwe van Koningsoord in Berkel Enschot Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het klooster Onze Lieve Vrouwe van Koningsoord is een trapistinnenklooster. 1933-'37 J. van Dijk Rijksmonument Het klooster werd in sobere neogotische stijl gebouwd. Het klooster bestaat uit een ca. 100 meter lang noord-zuid gericht gebouw, dat bestaat uit een gastenverblijf, een kloosterkapel, waaraan het eigenlijke kloostergebouw met hof, refectorium, scriptorium en andere verblijfsruimten. Het klooster is niet geheel opgetrokken volgens het oorspronkelijke plan. De refter aan de aan de zuidelijke zijde werd niet gerealiseerd. De Cisterciennes de la Immaculée-conception de Laval zijn in 1920 reeds vertrokken. De Trappistinnen van Berkel-Enschot is de enige vrouwelijke Trappistenklooster in Noord-Brabant en zelfs in Nederland en zij vestigden zich hier pas in 1937. Naast het monastieke leven was er ook een boekbinderij. Bijzonder aan de kloosterplattegrond is dat de architect vertrokken is van de plattegrond van het trappistenklooster Koningshoeven. Staat leeg sinds 2009 Berkel-Enschot hoort sinds 1 januari 1997 bij de gemeente Tilburg en het gebied waarin het klooster ligt, is aangewezen als Vinexwijk. Op 8 mei 2009 zijn de zusters verhuisd naar een gloednieuw klooster in Arnhem. De abdij Koningsoord wordt samen met het nieuw aan te leggen winkelcentrum herontwikkeld tot nieuw dorpscentrum van BerkelEnschot. Tot de onderdelen die binnen de voormalige abdij een plaats krijgen, behoort een cultureel centrum, een gezondheidspost en een woonzorgcentrum. Gemeente Tilburg en Vastgoed Brabant In 2011 is aan de eigenaar medegedeeld dat een mogelijke participatie door de provincie in de herontwikkeling van het abdijcomplex nader kan worden onderzocht, waarbij afstemming met de gemeente Tilburg noodzakelijk is. Door de malaise in de bouwwereld is het initiatief stil komen te liggen. Hier is tot op heden geen verandering opgetreden.
32
33
Klooster en kapel van Saint Louis in Oudenbosch Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie
Herontwikkeling
Betrokken partijen
Het complex van Saint Louis is een opvallend gebouwencomplex, met o.a. een klooster en kapel. In het complex huisde onder meer een jongensinternaat huisde. 1865-1866 Theodorus Florschütz en Josephus Boosten, beiden broeders aldaar Rijksmonument De Congregatie der Broeders van Oudenbosch werd in 1840 te Oudenbosch gesticht. De gebouwen van het complex staan aan een langgerekt plein dat uitkomt bij de bijbehorende kapel. De kapel vertoont grote gelijkenis met de Basiliek van Oudenbosch en de façade is gemodelleerd naar het voorbeeld van de Sint-Jan van Lateranen in Rome. De neobarokke kapel heeft een koepel die ontworpen werd door Gerardus Jacobus van Swaaij en gereedkwam in 1889. In het interieur van de kapel bevindt zich veel monumentaal stucwerk en cassetteversieringen. Het fraterhuis uit 1890 werd ontworpen door Pierre Cuypers in neogotische stijl en in 1923 kwam een eveneens neogotische straatvleugel gereed, die door W. Bennaers werd ontworpen. Naast de voormalige gebouwen bevindt zich het monumentale kerkhof van de Broeders. De kapel van het Instituut Saint-Louis, de koepel en het langgerekte voorplein omgeven door internaatsgebouwen hebben een belangrijke architectonische waarde in stijl, vormgeving en ornamentiek. Het heeft ensemblewaarden als onderdeel van een groter geheel, namelijk de kern van Oudenbosch. Het geheel is van cultuurhistorisch belang als uitdrukking van de ontwikkeling van het internaatonderwijs voor kinderen in de vorige eeuw. De kapel en het klooster zijn een bijzondere uitdrukking van het hoogtepunt van het Rijke Roomse leven in Brabant. Het complex is ook van betekenis voor Brabant omdat het bijgedragen heeft tot de bloei van Oudenbosch als onderwijscentrum van nationaal belang. De monumentale kapel verkeert in een slechte staat. In de kapel zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat stucwerk naar beneden kan vallen en mogelijk op bezoekers terecht komt. De eigenaar van de gebouwen buiten de kapel is de woonstichting Sint Bernardus. De woonstichting heeft de gemeente laten weten geen mogelijkheden te zien om de gebouwen, waarvan de renovatie en herontwikkeling moet starten, te ontwikkelen. De gemeente heeft hierdoor een halfontwikkeld centrumgebied. De gemeente heeft de herontwikkeling in onderzoek. De gemeente ziet mogelijkheden voor de ontwikkeling van een brede school annex muziekschool. Voor de kapel zijn geen ideeën ontwikkeld, anders dan het huidige gebruik als zaal voor incidentele uitvoeringen. Gemeente Halderberge Bernardus Wonen
34
Stand van zaken 2011 Stand van zaken 2012
De gemeente onderzoekt de mogelijkheden voor de herontwikkeling van het complex Saint Louis verder. Met de gemeente wordt gezocht naar een aanpak die het monument weer in goede staat brengt zonder dat er grote risico’s zijn op blijvende exploitatiekosten. Door een adviesbureau wordt een stedenbouwkundige visie opgesteld.
35
36
Abdij van Berne in Heeswijk Omschrijving Bouwjaar Architect Monument
Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het kloostercomplex Abdij van Berne is een Norbertijnenabdij. Het was vermoedelijk een jachtslot van de hertogen van Brabant. 1546 met veel aanbouwen in de tijd Meerdere De abdij van Berne is rijksmonument met neogotische en moderne abdijgebouwen. Vermoedelijk is het oorspronkelijk een jachtslot van de hertogen van Brabant geweest. Het kloostercomplex is grotendeels omgracht en aan de Abdijstraat voorzien van een monumentale poort. In de kerk zijn drie zerken aanwezig van de laatste abten van de oorspronkelijke abdij van Berne, namelijk Coenraad van Malsen (abt 1528-49), Otto van Boetselaar (1549-52), en Theodorus Spierinck (1552-84). In 1546 werd het Slotje verbouwd tot buitenverblijf van de abt van Berne, Coenraad van Malsen. Bij de definitieve vestiging van de Norbertijnen in Heeswijk stichtten zij naast het voormalige buiten een tweelaags kloostergebouw dat met het Slotje is verbonden. Het complex werd uitgebreid door de bouw van een neogotische kerk (1881) met schip en toren (1927). De parkachtige tuin heeft elementen van een Engelse Landschapsstijl. De orde van de Norbertijnen is opgezet door de heilige Norbert van Gennep. Zij leven volgens de regel van Augustinus. De abdij vormt een canonie samen met de priorijen in Hierden en Tilburg en is onderdeel van de Brabantse circarie. Deze omvat de abdijen en priorijen in Nederland en Vlaanderen. De Abdij van Berne werd door ridder Fulco van Berne gesticht in 1134 in het Gelderse plaatsje Berne aan de Maas, het tegenwoordige Bern. Hiermee is het de oudste nog bestaande kloostergemeenschap van Nederland. "In het jaar des heren 1132 gebeurde het, dat Fulco van Berne achtervolgd werd en niet meer kon ontsnappen. Hij was van alle kanten omsingeld en deed toen de belofte aan God, dat als hij door Gods toedoen van zijn vijanden zou ontkomen, zijn kasteel te Berne tot een klooster zou maken. Hij wierp zich gewapend en te paard in de Maas en wist weldra de overkant te bereiken.". In het Museum voor Religieuze Kunst in Uden hangt een schilderij dat dit verhaal verbeeldt. De wapenspreuk van de Abdij luidt: Berna ut Lucerna (Berne als een Licht). Een deel van de nieuwe gebouwen staat leeg. Herstel van het complex in oude luister te financieren uit toevoeging bijzondere woningbouw. Gemeente Bernheze Congregatie Er wordt door de orde een ruimtelijke visie opgesteld naar wat het herstel in oude luister inhoudt, inclusief de kosten daarvan. Het overleg met de gemeente zal worden gestart.
37
38
Mariënburg in ’s Hertogenbosch Omschrijving
In het centrum van ''s-Hertogenbosch, langs de St.-Janssingel is het kloostercomplex Mariënburg gelegen. Het franciscanessenklooster "Mariënburg" wordt bewoond door de "Zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef". Het klooster is gesitueerd op het terrein van een ouder kloostercomplex, waarvan de -in 1929 ingrijpend verbouwde- kapel (oorspronkelijke bouwdatum 1488) nog resteert.
Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
1897-1899 J. van Groenendaal Rijksmonument Het klooster werd opgetrokken in een neogotische stijl. Het gebouw is inwendig gedeeltelijk gemoderniseerd. Het kloostercomplex heeft een oude kloostertuin met vele grote bomen. Het klooster vormt een illustratie van de ontwikkelingen in het onderwijs rondom 1900 en de belangrijke rol die de katholieke congregaties hierin hebben gespeeld. Het klooster is grotendeels gaaf bewaard gebleven en is hierdoor een zeldzaam voorbeeld van de katholieke component in de hoofdplaats van het bisdom 's-Hertogenbosch. Het complex staat deels leeg Ideeën over een kenniscentrum Gemeente ’s-Hertogenbosch Congregatie De gemeente heeft het complex aangemeld als mogelijke locatie in het kader van het investeringskrediet erfgoedcomplexen.
Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken
39
40
Twee kloosters in Velp Omschrijving Bouwjaar
Architect
Grootte
Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
De drie complexen het Emmausklooster (orde van de Kapucijnen), het klooster van de Redemptoristinnen en het Vincentiuskerkje samen vormen een uniek ensemble in Velp (gemeente Grave). De drie objecten liggen aan de rand van Velp, vlak achter een dijk van de Maas. Het Emmausklooster is gesticht in 1645 in het huis Emmaus, wat later uitgebreid is door de paters. Het klooster van de Redemptoristinnen (‘Rode Nonnen’) is als klooster gesticht (1858) in het kasteel Bronkhorst, dat al sinds de 15e eeuw op die plek stond. Het oudste gedeelte van de Vincentiuskerk stamt uit 12e en misschien wel 10e eeuw, hier staat de oudste overgebleven kerkmuur van Brabant. Redemptoristinnenklooster: - 1879, voorgevel en kloosterkapel: Th. Asseler - va 1908, Berlagiaanse ingangspartij met toren: A.J. Kropholler - va 1901, onderkelderde kloostervleugel en ‘rotonde’ (ingang): J. Kayser - 1848, verbouwing van het klooster: A. de Beer Emmausklooster: - architect onbekend Vincentiuskerk: in 1961-1963 gerestaureerd onder leiding van architect J.Strik Emmausklooster: Klooster van de Redemptoristinnen: Vincentiuskerk: allemaal nog invullen Het voormalige klooster van de Redemptoristinnen De Bronkhorst, het Kapucijnenklooster Emmaus en het Vincentiuskerkje in Velp zijn alledrie rijksmonumenten Het ensemble is cultuurhistorisch gezien een van de iconen van Brabant. Toen in 1648 de katholieke godsdienst in de Meierij van 's-Hertogenbosch en het Land van Cuijk verboden werd, bleef in het Land van Ravenstein, waartoe Velp behoorde, de godsdienstvrijheid bestaan. Daarom kon de Vincentiuskerk als parochiekerk in gebruik blijven en konden de Kapucijnen vanuit Den Bosch hun klooster in Velp stichten (1645). In 1456 werd Gijsbrecht II van Bronckhorst, heer van Batenburg en Anholt eigenaar van het kasteel Bronckhorst. De heren van Bronckhorst hebben vanaf de late middeleeuwen altijd een bijzondere positie bekleed, als een van de vier baanderheren en als eerste lid van de Staten van het kwartier Zutphen. Hun aanzien nam toe toen omstreeks 1530 Joost van Bronckhorst-Batenburg door keizer Karel V tot graaf werd verheven. Het kasteel sindsdien heeft vele eigenaren gekend, totdat het in 1858 overgedragen werd aan de redemptoristinnen uit Brugge.
41
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Een klooster staat leeg en een klooster heeft exploitatietekorten. De Kapucijnen zijn op zoek naar een nieuwe bestemming van hun klooster die past bij de huidige bestemming (doorgeven Franciscaanse spiritualiteit, bezinning). Bouwbedrijf Roelofs wil in het voormalig Redemptoristinnenklooster een zorginstelling met zorgacademie ontwikkelen. Het Vincentiuskerkje fungeert als kunstkerkje met exposities en uitvoeringen. De gemeente wil de herontwikkeling van het ensemble in samenhang aanpakken. Gemeente Grave Congregatie Kapucijnen, eigenaar van het Rode Nonnenklooster dhr. B.lijlevens. Nu speelt het formuleren van de gezamenlijke uitdaging: start van de verkenningsfase. De provincie neemt de regie en de tijd om samen met de betrokken partners mogelijke herontwikkelingsrichtingen te onderzoeken, eventuele taxaties en grondexploitaties uit te voeren en de randvoorwaarden te formuleren onder welke de provincie zou willen investeren in een herontwikkeling van het ensemble.
42
43
Paulusabdij in Oosterhout Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
De Sint Paulus Abdij is een benedictijner klooster. 1906 Dom Paul Bellot Rijksmonument De Benedictijnen zijn van origine Franse monniken, die waren gevlucht. Het complex werd gebouwd op een terrein ten zuidoosten van Oosterhout. Naast het klooster Sint Catharinadal (17e eeuw) van de Norbertinessen, en in de nabijheid van het klooster van de Benedictinessen (1901). Samen vormen zij de zogenaamde "Heilige Driehoek", een uniek cultuurhistorisch ensemble. Zeer beperkt onderhouden In de Sint Paulusabdij werd gedacht aan de ontwikkeling van een West-Europees centrum voor vocale muziek op hoog niveau. In Basel, Lyon, Geneve en Den Haag zijn belangrijke gespecialiseerde centra voor oude (vocale) Europese muziek. In Nederland is geen centrum waar wordt doorgebouwd op de oorspronkelijke verbinding van spiritualiteit, ruimte en zang, in evenwicht met de eigentijdse invulling daarvan. Gemeente Oosterhout In 2011 zijn er ter oriëntatie verkennende gesprekken geweest met professionele vocale ensembles. Grote en kwalitatief op hoog niveau werkende amateurkoren, zoals het Brabant Koor zouden in de abdij een thuis moeten vinden. Deze allianties zijn mededragend voor een exploitabel concept rond de Sint-Paulusabdij. De huidige eigenaar heeft in 2012 te kennen gegeven niet mee te willen werken aan een nieuwe functie in de Paulus Abdij. Hierdoor ronden we de verkenning af en komt de provinciale inzet voor deze locatie te vervallen, in volgende rapportages wordt hierover niet verder gerapporteerd.
44
MILITAIR ERFGOED
45
46
Chassé kazerne in Breda Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Hoofdgebouw van de voormalige Chassé kazerne in 1899 voltooid W. Cool rijksmonument Breda heeft eeuwenlang een belangrijke rol gespeeld als vestingstad en bleef ook na de slechting van de vestingwallen, in de jaren 18691877, een garnizoensstad waar grote kazernecomplexen verrezen en ook de Koninklijke Militaire Academie gevestigd werd. De Chassékazerne is één van deze kazernes. De kazerne bevindt zich op een terrein dat al sinds de 17e eeuw een militaire bestemming had. Het hoofdgebouw is van het lineaire type met vier achtervleugels voor de legering van manschappen. Het gebouw is in gebruik bij het Bredaas Museum en het Stadsarchief hiervoor is het gebouw aan de moderne tijd aangepast. Gebouw verkeert in slechte staat van onderhoud en behoeft snelle renovatie. De herontwikkeling heeft betrekking op het meer focussen op het complex als Museum met een grotere reikwijdte qua ambitie dan nu het geval is. Gemeente Breda, Bredaas Museum, Archeologisch Depot In 2011 behelzen de plannen van de gemeente met de Chassékazerne het onderbrengen van een vijfsterrenplus-hotel in het gebouw. Het huidig Bredaas Museum krijgt een ander karakter, een minder traditionele opstelling en een meer wisselende collectie. Het stadsarchief verdwijnt helemaal uit de Chassékazerne. In het overleg met de gemeente heeft de provincie er op gewezen dat bij deze herontwikkeling feitelijk niets resteert van het ooit militaire karakter van het cultureel erfgoed. Inmiddels (2012) zijn de plannen gewijzigd, de bestaande functies worden gehandhaafd te weten: Bredaas Museum en archeologisch Depot. Toekomstplannen zijn onduidelijk op dit moment.
47
48
IsabellIsabella Kazerne in Vught Omschrijving Bouwjaar Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Kazerne op het voormalige fort Isabella Het fort is gebouwd begin 17e eeuw De kazerne is gebouwd begin 20ste eeuw 9 ha groot Rijksmonument het hoofdgebouw, de poort, het poortgebouw en de kiosk Fort Isabella is te zien als een belangrijk fort in de linie rondom s’-Hertogenbosch. Het fort heeft een rol gespeeld tijdens het beleg van Den Bosch in 1629 en werd ingenomen door Frederik Hendrik. Restanten van het fort zijn nog altijd waarneembaar, de vijfhoekige schans met grachten zijn nog aanwezig. Op het terrein staat op dit moment een kazerne. Rond 1915 werd begonnen met het afgraven van de wallen en werd de binnengracht deels dichtgeworpen. Hierna werd begonnen met het oprichten van kazernegebouwen en werd de naam omgedoopt in Isabella kazerne. In de periode 1914-1940 waren er infanterieregimenten en het regiment wielrijders gelegerd. In de Tweede Wereldoorlog werd de kazerne van 1940-1944 bezet door Duitse troepen. Na de bevrijding in 1944 werd de kazerne gebruikt door de Schotse Highland Divisie. In 1961 werd er een ontspanningsgebouw voor de kaderschool Infanterie gevestigd. Tot 1993 deed het dienst als kazerne, waarna het zijn militaire functie verloor. In 1993 werd de kazerne in gebruik genomen door de Centrale Opvang Asielzoekers (COA), en staat bekend als het Asielzoekerscentrum Vught. Momenteel is de belangrijkste functie die van vertrekcentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers. De Isabellakazerne komt eind 2012 leeg Gemeente Vught heeft recht van eerste koop en is begonnen om plannen te maken voor de herontwikkeling Gemeente Vught Gemeente Vught heeft de provincie gevraagd mee te denken over mogelijke herontwikkeling. De plannen voor herbestemming worden opgesteld door de gemeente.
49
50
Fort Sabina in Moerdijk Omschrijving Bouwjaar Architect Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling Rol PNB Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Fort Sabina Henrica is een voormalig fort bij Willemstad. met een kazerne, remises, kruitmagazijnen en geschutsemplacementen Fort Sabina, oorspronkelijk heette het ‘De Ruyter’, is in 1810-1811 aangelegd in de noordwesthoek van de Sabina-Henricapolder. In 1879-1883 werd het geheel aanzienlijk gewijzigd en kreeg toen zijn huidige vorm. onbekend 13 ha Rijksmonument Vanaf de Vestingwet uit1874 fungeerde het fort als verdediging tegen vijandelijke vlooteenheden op het Volkerak en het bestrijken van een versperring met schoktorpedo's. Het maakte daarbij deel uit van de Stelling van het Volkerak en het Hollandsch Diep. Het fort was omringd door een aarden wal in de vorm van een onregelmatige vijfhoek, waarbinnen zich een toren bevond (tour modèle no. 2). Daarin kon 21 ton buskruit worden opgeslagen, terwijl het fort bezet werd door 69 manschappen. Het fort was omringd door een natte gracht. Ondanks de moderne bewapening werd het fort in 1924 opgeheven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het als schuilplaats voor de burgerbevolking gebruikt. Bij de watersnoodramp van 1953 liep het fort ernstige schade op. De gracht is sindsdien versmald en de brug vervangen door een dam. Het fort verkeert in slechte staat van onderhoud. De herontwikkelingsmogelijkheden zijn beperkt door de ligging van het fort in de EHS. Beperkte mogelijkheden voor horeca en een functie als informatielocatie zijn mogelijk. Mede-investeerder Tot in de jaren '50 en '60 van de 20e eeuw werd het fort gebruikt als munitieopslagplaats, maar in 1977 werd het verkocht aan de gemeente Fijnaart en Heijningen, die het in 1981 verkocht aan Staatsbosbeheer. Momenteel heeft de gemeente Moerdijk het fort in erfpacht. Het terrein sluit aan bij het natuurgebied Sint Antoniegorzen. Het college van burgemeester en wethouders heeft het voorstel tot een noodzakelijke bijdrage van € 2,5 miljoen met een negatief advies en met "pijn in het hart" voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft het advies van het college overgenomen en besloot gezien de huidige economische situatie niet in de renovatie van het fort te investeren. Gelet op het gemeentelijk besluit wordt het complex Fort Sabina niet meer in het overzicht van verkenningen opgenomen.
51
KASTELEN en LANDGOEDEREN
52
53
Kasteel Gemert Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het kasteel was vroeger een Commanderij van de Duitse Orde, nu is het een missiehuis van de Paters van de Heilige Geest. 1391 met vele aan- en bijgebouwen in de loop der tijd Het hoofdgebouw van het kasteel dateert uit 1740 en is gebouwd in Lodewijk XIV-stijl. Rijksmonument Een van de oudste delen van het complex is het zuidwestelijke paviljoen, dat dateert uit de zestiende eeuw. Alle andere gebouwen zijn in latere tijden gebouwd, hoewel vele gebouwen op de fundamenten van voorgangers werden opgetrokken. Het werd bewoond door de ridders van de Duitse Orde en het is gebouwd in opdracht van de Commandeur Hendrik Reinaart van Husen. Het was gelegen aan de Rips ten zuiden van de dorpskapel in Gemert. Deze kapel lag ten oosten van de huidige Sint-Janskerk uit 1437, aan de overzijde van de straat. Het kasteel is omringd door een fraai park. Buiten dit park bevinden zich uitgestrekte landerijen met diverse hoeven waarvan de kleuren van de luiken nog steeds die van de Duitse Orde zijn. Het kasteel bestaat uit een hoofdgebouw, waarvoor een poort met links een hoekpaviljoen en aan de andere zijde moderne aanbouwen; daarvoor een tweede poortgebouw. Staat leeg en is met provinciale subsidie gedeeltelijk gerestaureerd. onbekend de congregatie Op verzoek van de gemeente Gemert-Bakel heeft er in 2011 veelvuldig overleg plaatsgevonden over de herontwikkeling van het kasteel en de financiering daarvan. Op het moment dat daarover – in elk geval op hoofdlijnen – overeenstemming was tussen gemeente en provincie, heeft de eigenaar van Kasteel Gemert laten weten het complex in optie te hebben verkocht aan een ontwikkelende partij. Deze ontwikkelende partij heeft in 2012 contact opgenomen met de provincie. Hieruit is geen vervolg gekomen. Gemeente en provincie hebben afgesproken dat op dit moment de ontwikkelende partij aan zet is en het initiatief ook aan die kant ligt.
54
55
Landgoed Haarendael in Haaren Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het complex is het voormalig bisschoppelijke Grootseminarie Haarendael 1839 Het complex bevat een kapel uit 1939, ontworpen door Marinus Jan Granpré Molière. Rijksmonument In Haarendael werd onder andere Peerke Donders tot priester opgeleid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit een interneringskamp annex gevangenis. Burgemeesters en andere vooraanstaande burgers werden er gegijzeld. Daarnaast werden hier geheim agenten gevangengehouden die waren gearresteerd in het kader van het Englandspiel, onder wie marconist Huub Lauwers. Staat leeg Nog niet bekend, de gemeentelijke structuurvisie die is opgesteld voor Haarendael laat verschillende opties open. De provincie is vanuit het ambitieniveau van de Agenda van Brabant op zoek naar een of meer locaties waar kenniswerkers uit de gehele wereld gezamenlijk en elkaar daarbij initiërend en stimulerend - aan nieuw innovatieve concepten kunnen werken. Er wordt beleidsmatig verschillend gedacht of dergelijke locaties voor kenniswerkers zich juist in de steden moeten bevinden of in de rust van het meer landelijk gebied. Gemeente Haaren, eigenaar Cello. De huidige eigenaar Cello komt in 2012 met een bidbook waarop geïnteresseerde partijen kunnen inschrijven. Onderdeel van het bidbook is een door de gemeenteraad van Haaren vastgestelde structuurvisie waarin de mogelijkheden voor bebouwing op het terrein zijn aangegeven. Deze gemeentelijke structuurvisie is aan de gemeenteraad aangeboden maar nog niet vastgesteld. Cello wacht met het uitkomen van het bidbook op vaststelling van de structuurvisie. Er vindt overleg plaats met de gemeente Haaren over de stand van zaken.
56
57
Huize Assisie in Biezenmortel Omschrijving Bouwjaar Architect Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het gesticht is opgericht voor verpleging en opvoeding van jongens met een verstandelijke handicap. 1904 J. Heijkants 66 ha Rijksmonument Op het terrein is een katholieke zwakzinnigeninrichting opgetrokken met een hoofd- of kloostergebouw, kapel, paviljoens, boerderij, kantine, werkplaats, watertoren en dokterswoning. Een deel van het rijksmonument heeft geen functie. Een deel van de bebouwing, zeker die uit de zestiger jaren is aan vervanging toe. Sinds 1996 is Assisië gefuseerd met de stichting Accént uit Waalwijk, tot de stichting Prisma. Er worden plannen ontwikkeld om het terrein weer levendig en bedrijvig te maken, onder de naam "Landpark Assisië". De eigenaar streeft in principe niet naar een herontwikkeling, eerder is er sprake van een verbeterde invulling van het terrein. Veel bebouwing die in de jaren ‘50 en ‘60 is toegevoegd, wordt niet langer als passend beschouwd. De eigenaar is voornemens deze bebouwing te slopen en nieuwe woningbouw te realiseren. De nieuwe bebouwing wordt niet alleen gebruikt voor het onderbrengen van patiënten. Er komt ook plaats voor de opvang in gezinsverband of het wonen op het terrein door mensen die geen beroep doen op de zorg vanuit het instituut. Met de opbrengsten uit de nieuwe bebouwing wil de eigenaar een beter financiële basis onder de exploitatie van het complex leggen en middelen vrijmaken voor het beheer en onderhoud van het aanwezige cultureel erfgoed op het terrein. Voor een deel van het erfgoed moeten ook nieuwe functies worden gevonden. Het Landgoed Assisië ligt in een landschapspark. De kwaliteit van het landschap is de afgelopen decennia verminderd. De eigenaar wil investeren in het verbeteren van de landschapskwaliteit op het terrein. Gemeente Haaren, de eigenaar Stichting Accent De eigenaar is bezig met het vaststellen van de investeringsbehoefte geëxpliciteerd naar het cultureel erfgoed. Tot op heden heeft dit niet geleid tot nader contact.
58
59
Kasteel d’ Oultremont in Heusden Omschrijving Bouwjaar Architect Grootte Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Het kasteel is in 1230 als Kasteel Steenenburgh gebouwd. Het Kasteel d'Oultremont ligt op Nieuwkuijks grondgebied, tussen Drunen en Nieuwkuijk. Het gebied wordt ‘de poort van Heusden’ genoemd, vanwege de nieuw aan te leggen aansluiting van het gebied op de A59. In 1795 brandde het kasteel af maar werd in de 19e eeuw weer opgebouwd. De grootste wijziging kwam in 1875 toen het kasteel zijn huidige verschijningsvorm kreeg. Hendrik Jacobus van Tulder (verbouwing 1875) De ‘Poort van Heusden’, de gebiedsontwikkeling waarin het kasteel ligt, is 40 hectare groot. Het poortgebouw is aangewezen als rijksmonument en de lanen in het park zijn behoudenswaardig. De zuidelijke vleugel van het kasteel is het best bewaard gebleven (15e eeuw), en ook de poort, die gewezen poort wordt genoemd, zou nog van het vroegere kasteel afkomstig zijn. Het oorspronkelijke kasteel werd rond 1230 gebouwd en kreeg de naam Kasteel Steenenburgh. In 1707 kreeg het kasteel zijn Franse naam Kasteel d’Oultremont vanwege een huwelijk van Maria Isabella van Schagen van Beieren, die trouwde met Jean Francois Paul Emile d’Oultremont. In 1989 werd het kasteel onderdeel van het Land van Ooit. Het kasteel werd een van de blikvangers van het park. De oorspronkelijke gevel van bakstenen werd geëgaliseerd en roze geverfd. Hierdoor is het kasteel bekend geworden als ‘het roze kasteel’. Het neo-romaans kasteel bestaat uit twee bouwlagen en heeft een L-vormig grondplan. Het is voorzien van een poort met hang - en hoektorentjes en leeuwenkoppen onder de gotische spitsboogramen. De slotgracht is net als de brug afgezet met een hekwerk dat hardblauw geschilderd is, wat enigszins vloekt met de roze pleisterlaag van het huis. In het landschapspark staan oude lanen met beuken en linden. Eén linde heeft een omtrek van 350 cm. Het kasteel staat leeg, de gemeente werkt aan gebiedsontwikkeling voor het hele gebied. Provinciale aanknopingspunten om een rol te pakken in de herontwikkeling, zitten in een combinatie van ontwikkelingen die (deels) aan elkaar te verbinden zijn: 1. Het monument en het landgoed, als identiteitsdrager van Brabant, behouden door het te herontwikkelen. Belangrijk hierbij is de (her)beleving van (het verhaal van) het landgoed. De herontwikkeling zou moeten passen binnen de ambitie van de Agenda van Brabant: 2. Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat: het gebied rondom de Poort van Heusden wordt met het project Oostelijke Langstraat op een zodanige manier ontsloten dat rood, groen en blauw in het gebied meer groeimogelijkheden hebben. In feite wordt het gebied ontsnipperd en wordt het 'casco' toekomstbestendig ingericht; 3. Een mogelijke combinatie in (tijdelijke) gebruiksfunctie van het landgoed met Brabant Stad Culturele Hoofdstad (2018). Hierin komt dan met name een eventueel te ontwikkelen culturele functie van het landgoed voor in aanmerking; 4. Potenties voor de vrijetijdseconomie op het landgoed, bijvoorbeeld in combinatie met de natuurwaarden van het landgoed en van de Loonse- en Drunense duinen. Initiatieven kunnen gekoppeld worden aan de lopende trajecten binnen Leisure Boulevard in MiddenBrabant; 5. De mogelijke functies die het landgoed kan hebben voor de versterking van het innovatieve cluster Metal Valley. 60
Betrokken partijen Stand van zaken
Gemeente Heusden In de periode oktober 2011 tot maart 2012 is een aantal ambtelijke gesprekken gevoerd tussen provincie en gemeente Heusden over het landgoed in het kader van het investeringsprogramma Grote Erfgoedcomplexen. Hiermee kunnen we de intake-fase als uitgevoerd beschouwen. Op basis van deze gegevens ziet de provincie aanknopingspunten om door te gaan naar de verkenningsfase. Tijdens de verkenningsfase zal de provincie zich beraden of, en zo ja welke van deze aanknopingspunten voldoende basis vormen om als provincie te investeren in het gebied.
61
62
Witte Kasteel Loon op Zand Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Het Kasteel van Loon op Zand, bijgenaamd het witte kasteel, is een omgracht landhuis te Loon op Zand. Het is in 1777 gebouwd op de resten van een veel ouder kasteel dat toebehoorde aan de Heren van Loon op Zand. onbekend Rijksmonument Het omliggende park is ook aangewezen als rijksmonument evenals het tuinhuisje, het zaadhuisje, de tuinmuur, het hek, de brug en de overige huizen op het terrein. Wordt tijdelijk bewoond is slecht onderhouden Ideeën om een recreatieve en toeristische functie te geven aan het kasteel als de poort naar Kaatsheuvel en om recreanten in de regio een alternatief te bieden naast de Efteling. Gemeente Loon op Zand Huidige eigendom van particulier Er is een verkennend gesprek met initiatiefnemers gevoerd, de plannen worden verder uitgewerkt. Meegegeven is het ambitieniveau te verhogen en contact te zoeken met de grote partijen binnen de gemeente op het gebied van toerisme en natuur. De gemeente Loon op Zand heeft gesteld geen mogelijkheden te zien om financieel bij te dragen.
63
4. Projecten
64
65
Dongecentrale in Geertruidenberg Omschrijving Bouwjaar Architect Monument Cultuurhistorie/ Betekenis Urgentie Herontwikkeling Betrokken partijen Stand van zaken 2012
De Dongecentrale was de eerste provinciale elektriciteitscentrale van de PNEM 1919 prof. ir. G.J. van Swaaij Centrale en filtergebouw zijn rijksmonument Dongecentrale heeft grote rol gespeeld in het toegankelijk maken van elektriciteit voor de hele provincie Noord-Brabant. Het complex van de Dongecentrale bestaat uit de voormalige Dongecentrale, het filtergebouw, een kantoorcomplex, zeven bedrijfswoningen en garageboxen en is tegen een symbolisch bedrag verworven. Staat leeg Plan is in voorbereiding. BOEi Op 23 mei hebben Provinciale Staten ingestemd met het voornemen het complex gezamenlijk met BOEi aan te kopen en ook de herontwikkeling gezamenlijk te doorlopen gedurende een periode van vijf jaar. De provincie is voor 50% eigenaar van het complex en participeert ook voor 50% risicodragend in de herontwikkeling. Na vijf jaar (maximaal met twee jaar te verlengen) wordt het complex verkocht aan de meestbiedende partij, waarbij BOEi verplicht is een bod op het complex uit te brengen. Met BOEi wordt gewerkt aan een projectplan voor nieuwe en tijdelijke functies in het complex. Gemeente Geertruidenberg zal betrokken worden bij het opstellen van het projectplan.
66
67
Mariadal in Roosendaal Omschrijving
Klooster ter vervanging van het moederhuis Sint Marie, van de Franciscanessen van Roosendaal. Het klooster ligt tussen station en stadscentrum.
Bouwjaar
1934
Architect
J.Th.J. Cuypers en F.B. Sturm. Motieven van Delftse school en expressionisme.
Grootte
4 hectare
Monument
Het klooster met de kapel, de muur van het kloostercomplex, de kapel in de tuin, de tuin zelf en de Lourdesgrot zijn rijksmonumenten. Mariadal behoort tot de orde van de Franciscanessen, een actieve orde die zich richtte op onderwijs en zorg. Vanuit het eerste moederhuis in Dongen, werd in het begin van de 19e eeuw ook een congregatie in West Brabant opgericht, in Roosendaal. Dit was de voorloper van Mariadal. De zusters leidden de postulanten (iemand die streeft naar een religieus leven) en novicen op in het religieuze leven. In de jaren dertig van de vorige eeuw traden deze en masse in. Op het hoogtepunt zaten hier 1200 zusters die zich inzetten voor onderwijs en zorg. Zij werden voorbereid om in Brabant en ver daarbuiten (Suriname, Nederlandse Antillen) te onderwijzen. De zusters hebben veel betekend voor het onderwijs in Brabant.
Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie
Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken 2012
Hier ligt een kans voor de provincie om met de herontwikkeling van het klooster een bijdrage te leveren aan het versterken van het aantrekkelijke leef- en vestigingsklimaat in Brabant. Het klooster staat sinds december 2011 leeg omdat de laatst overgebleven bewoners naar een verzorgingstehuis zijn verhuisd. Leegstand zorgt snel voor verloedering en verval, terwijl het complex nu nog goed onderhouden en gaaf is. Preventief en proactief handelen, verdient daarom de voorkeur. Er wordt gezocht naar een functie die aansluit bij de voormalige functie van het complex. Het streven is dat de gebruiksfuncties een bijdrage leveren aan de doelen van de topregio Brabant op het gebied van kennis en innovatie. De indeling van de tuin wordt gerespecteerd en de toe te voegen woningbouw in de tuin dient zich te voegen aan de besloten sfeer van het complex. De provincie staat voor een open ontwikkelingsaanpak, zowel qua methodiek als eindresultaat. Gemeente Roosendaal Op 23 mei hebben Provinciale Staten ingestemd met het investeringsvoorstel tot aankoop en herontwikkeling van het kloostercomplex Mariadal. De provincie wordt daarmee eigenaar/ontwikkelaar in voorbereidingstraject. Met de gemeente Roosendaal wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het vervolgtraject. Een aantal ontwikkelende partijen heeft zich gemeld om bij het vervolgtraject betrokken te willen worden. Gemeente Roosendaal wordt betrokken bij het projectplan.
68
69
Mob-complex in Wanroij NB. MOB-complex Wanroij is al aangekocht in de vorige bestuursperiode en het project is in uitvoering. Het project is een voorbeeld voor projecten die uitgevoerd gaan worden in het programma grote Erfgoedcomplexen. In de vorige voortgangsrapportage is dit project ook genoemd en wordt daarom hier nogmaals opgenomen. Omschrijving Bouwjaar Monument Cultuurhistorie/ Betekenis
Urgentie Herontwikkeling
Betrokken partijen Stand van zaken
Een mob-complex (mobilisatie complex) is een complex gebouwen, bestaande uit een groep mobilisatieloodsen, die in de jaren ’60 zijn opgetrokken door het ministerie van Defensie tijdens de hoogtijdagen van de Koude Oorlog. Jaren ‘60 Niet aangewezen als monument Omdat men er van uitging dat de Sovjet-Unie in die tijd een verrassingsaanval op de Europese strijdkrachten zou uitvoeren met een snelle opmars richting Rijn, gepaard gaande met luchtaanvallen en verstoring van mobilisatie en concentratie van NAVO-strijdkrachten, werd het spreidingsprincipe van mob-complexen en spreiding binnen de complexen nagestreefd. In Nederland werden zo’n 100-tal mobilisatie-complexen opgetrokken. Opvallend veel in Noord-Brabant omdat veel gemeenten in die tijd oog hadden voor de financiële compensaties en omdat er veel woeste gronden (heide/bossen) waren in het buitengebied. Veel mob-complexen in Noord-Brabant zijn of worden nu gesloopt voor natuurontwikkeling. Het mob-complex Wanroij bestaat uit een wacht/kantoorgebouw, een eenvoudige werkplaats voor kleine reparaties, meerdere loodsen voor wielvoertuigen, munitieopslagplaatsen, verbindingsmagazijnen en een Bos-opslagplaatsen (Benzine, Olie, Smeermiddelen). Deze loodsen zijn met elkaar verbonden door een slingerweg. Mobilisatie-complexen vertegenwoordigen een fase in de Nederlandse defensiegeschiedenis, waarin Nederland als lid van de NAVO voor het eerst vanuit geopolitieke overwegingen militaire objecten en complexen oprichtte op haar grondgebeid ter bescherming/verdediging van (Noord)West-Europa. Het mob-complex Wanroij is hiervan een goed voorbeeld. Omdat veel terreinen al gesaneerd zijn of al zijn herontwikkeld, is besloten per direct over te gaan tot de aanwijzing van het mobcomplex Wanroij als te renoveren complex. De provincie heeft besloten niet op elk terrein een deel van de bebouwing te laten staan, maar op één terrein alle gebouwen te renoveren tot de oorspronkelijke staat. En op dit terrein informatie te geven over de periode van de Koude Oorlog en de rol daarin van de mobcomplexen. Als meest geschikte terrein voor deze aanpak komt het mob-complex Wanroij in aanmerking. Gemeente St. Anthonis. MTM/DAWN De provincie is eigenaar van het complex. De aanbesteding van de renovatie vindt in september plaats en wordt in maart/april 2013 afgerond. Intussen wordt de informatievoorziening uitgewerkt en aangebracht. In mei/juni 2013 kan het complex worden opengesteld.
70
Bijlage 1 Ter illustratie het ‘vinklijstje’ Uitgangspunten
Toelichting bij gedeeltelijk/niet voldoen
Algemeen Passend binnen categorie kloosters, landgoederen/kastelen, militaire complexen, fabrieken Urgentie
Bijvoorbeeld: leegstand, een bijzondere kans die zich voordoet of verloedering die is toegeslagen
Monumentale status (rijks, gemeentelijk of vermelding op CHW) Betekenis voor Brabant Icoon
Cultuurhistorisch van belang Kans Toekomstwaarde
Participeert de gemeente /
De gemeente investeert:
gegarandeerde financiële investering
-
gronden om niet beschikbaar te stellen;
door gemeente
-
financiering
-
woningen uit gemeentelijk woningbouwprogramma beschikbaar te stellen;
-
planologische procedures te starten.
Mogelijke herbestemming Passend bij ambitie Agenda van Brabant Passend bij cultuurhistorische waarde en Brabantse identiteit Publieke betrokkenheid bij proces Aansluiting bij andere provinciale beleidsterreinen/investeringsdomeinen
71
Passend binnen vigerend beleid Financieel Sluitende exploitatie Passend binnen beschikbare budgetten Investering externe partners minimaal 1/3 totale kosten Onrendabele top <5 mln euro Risico’s niet eenzijdig bij PNB belegd Marktconforme financiële voorwaarden Revolverendheid Ondernemingsplan
De provincie gaat het complex verwerven. Daar ligt een ondernemersplan aan ten grondslag, met een verkenning inclusief taxatie en grondexploitatie.
Naast de ‘passieve’ intake van locaties die eigenaren bij de provincie aanmelden, wordt tegelijkertijd proactief gezocht naar de iconen van Brabant, dé identiteitsdragers van het Brabantse erfgoed. Op basis van de beeldverhalen per categorie, de verwachting m.b.t. beschikbaarheid en de toekomstpotentie van de complexen, wordt bekeken welke complexen het waard zijn om in te investeren.
72
Bijlage 2 Lijst met binnengekomen verzoeken die in behandeling zijn CATEGORIE
JAAR GEMEENTE PROJECTNAAM
KLOOSTERS
2011 Aarle-Rixtel Berkel-Enschot Berne Breda Dongen Eindhoven Gemert
Brabantse Kluis Klooster Koningsoord Abdij van Berne Klooster Nieuwstraat Klooster Moederhuis Klooster Eikenburg Voormalig Klooster Nazareth
Oosterhout Oudenbosch Oudenbosch Ravenstein
Abdij Paulus Klooster St. Anna Klooster St. Louis Kloostercomplex Ravenstein
Roosendaal
Onze Lieve Vrouwe Parochie
Roosendaal
Klooster Mariadal
Boxtel Haaren Huibergen Oirschot Oirschot
Kasteel Stapelen Groot Seminarie Haarendaal Klooster Broeders van Huijbergen Klooster Groot Bijstervelt Voormalig Sint Jorisgasthuis
s-Hertogenbosch
Klooster Mariënburg
2012
73
CATEGORIE
INDUSTRIELE COMPLEXEN
JAAR GEMEENTE PROJECTNAAM Sint-Agatha Udenhout Velp Velp Velp
Klooster Sint-Agatha Huize Vincentius Kapucijnenklooster Klooster Redemptoristinnen Kunstkerkje
Bergeijk Bergen op Zoom Breda Breda Budel Geertruidenberg Helmond Oisterwijk Oss Tilburg Veghel Vlijmen
De Ploeg Bergse Haven De Drie Hoefijzers Backer en Ruebterrein Dorplein Donge-centrale Kanaalzone Helmond KVL gebouw Bergoss complex NS-Werkplaats CHV Complex Complex zadenhandel Mommersteeg
Waalwijk
Voormalige Van Haarenfabriek
Geldrop-Mierlo Geldrop-Mierlo
Wollendekenfabriek P. de Wit tricotagefabriek Tweka
Geldrop-Mierlo
linnenfabriek Van Agt
Tilburg
Textielmuseum
2011
2012
74
CATEGORIE
JAAR GEMEENTE PROJECTNAAM
KASTELEN EN 2011 LANDGOEDEREN
2012
Biezenmortel Boxtel Eindhoven Gemert Heusden Hoogerheide Middelbeers Wouw Zundert
Landgoed Assisie Landgoed Margraff Boxtel Landgoed Eikenburg Kasteel Gemert Kasteel + landgoed d'Outremont Landgoed Mattenburgh Landgoed Baest Landgoed Wouwse Plantage Landgoed Wallsteijn
St-Michielsgestel Oijen
Kasteel Wamberg Kasteel Oijen
Bergen op Zoom Geertruidenberg s-Hertogenbosch Sint-Anthonis Werkendam Willemstad
Ravelijn Lunet aan de Donge Fort Crevecourt MOB-complex Wanroij Fort Altena Werkendam Fort Sabina
MILITAIRE COMPLEXEN 2011
75
CATEGORIE
JAAR GEMEENTE PROJECTNAAM Woensdrecht
Koningin Wilhelminakazerne
Lieshout
Voormalig militair terrein MC Lieshout
Bergen op Zoom Vught Grave
De Waterschans Issabellakazerne Generaal de Bonskazerne
2012
76
Bijlage 3
77