gemeente Eindhoven
Dienst Bestuursondersteuning Bureau Raadssecretariaat Behandeld door B. Calon Telefoon (ogo) 238 2I 55
Verzenddatum 22 juli r998
Verslag Commissie voor maatschappelijke ontwikkeling Betreft openbare vergadering van dinsdag 12 mei 1998, vervolgd op 19 mei 1998, locatie Stadhuis, Stadhuisplein 1 te Eindhoven. Aanvang 12 mei: 20.00 uur, schorsing: 23.15 uur; aanvang 19 mei: 20.00 uur, einde 23.55 uur. Aanwezig
B. Calon
voorzitter secretaris
mw A. van Alphen de Veer-Paulen
VVD
N. van der Spek
M. van Dam B. Gerard P. van der Grinten M. Haddad
mw J. Hekking-Tonnaer mw G. van Helmond-Donders L. van Helvoirt R. Kerkwijk P. Meulman
mw G. Mittendorff M. den Ouden G. Willemsen H. Janssen
PvdA SP
x
CDA
x (alleen 20 mei) x (alleen 20 mei)
GL
D66 PvdA
x
x (alleen 12 mei)
SP
GL
x (alleen 12 mei)
VVD
CDA
x
AOV
x (alleen op 19 mei)
Stads partij PvdA
x
x (alleen op 19 mei; als vervanger)
Mede aanwezig
J. Haagsman D. Riemers R. Janssen A. Dijkstra T. Nelissen E. van der Kallen
publiek P. Snijders H. v.d. Vleuten W. Koster D. Verbraak N. Lathouwers B. Thijssen
MCZ
GGD MCZ
MCZ MCZ
10 resp. 11 pers GGD GGD BST
GSD MCZ
Opening en mededelingen. Door (de nieuwe fractieleden van) de PvdA zijn vragen gesteld m.b.t. de werkwijze van de commissie MO. Zie bijlage 1. De voorzitter stelt m.b.t. de spreekvolgorde voor een "wisselende" volgorde voor de diverse fracties te kiezen. M.b.t. het beleidsgericht werken van de commissie meent hij dat moet worden uitgeprobeerd om commissies meer naar de voorkant van een proces te krijgen, door ’vrije, fundamentele, politiek-bestuurlijke discussies’ (e.e.a. als vervolg op het Programma van Samenwerking) te plannen: bijvoorbeeld over het welzijnsbeleid; vrijetijdsaccommodaties/civic centers; verzelfstandiging van het Van Abbemuseum; het cultuurbeleid en andere.
Zie bijlage 1
M.b.t. het welzijnsbeleid wordt afgsproken binnenkort zo’n themadag te organiseren. M.b.t. datgene wat er bij MO in de pijplijn zit, zal de voorzitter binnenkort een overzicht verstrekken. M.b.t. de prioriteitsstelling en het Programma van Samenwerking zal de voorzitter e.e.a. doorgeleiden naar het college.
Vaststelling verslag WSG-vergadering van 12 mei 1998.
Te behandelen in de raadsvergadering van 8 juni 1998. 3.1
Voorstel inzake koersbepaling vernieuwend gezondheidsbeleid. Probleemstelling Maatschappelijke en overige ontwikkelingen ten aanzien van de gezondheidszorg en de collectieve preventie volksgezondheid, noodzaken tot een strategische herbezinning op het te voeren gemeentelijk gezondheidsbeleid. Daarnaast heeft de minister van Volksgezondheid,
Akkoord.
Welzijn en Sport de gemeentebesturen gevraagd een nota lokaal volksgezondheidsbeleid op te stellen. In een notitie "vernieuwend gezondheidsbeleid" geeft de Gemeentelijke Gezondheidsdienst een voorzet voor uitgangspunten voor het gezondheidsbeleid en voor de missie, positie, taak en werkwijze van de dienst. Tevens schetst de dienst het ingezette verandertraject. De zienswijze van de dienst moet bestuurlijk vastgesteld worden. Voorstel Het college van b. en w. stelt u hierbij voor om: A 1 kennis te nemen van de maatschappelijke-en overige ontwikkelingen ten aanzien van de gezondheidszorg en de collectieve preventie volksgezondheid, op grond waarvan een strategische herbezinning op het gemeentelijk gezondheidsbeleid noodzakelijk is;
2 vast te stellen de algemene uitgangspunten voor het gezondheidsbeleid en de missie van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst; 3 in te stemmen met de beleidsvoornemens ten aanzien van: a de positionering van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst in het algemeen; b de positionering van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst ten opzichte van het zorgveld, de zorgverzekeraars, patienten- en consumentenorganisaties, zorggebruikers en wijkbewoners; c de uitvoering van opgedragen taken door of krachtens: de Wet collectieve preventie volksgezondheid; de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken;
de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen; d de uitvoering van niet wettelijk aan de Gemeentelijke Gezondheidsdienst opgedragen taken; e de uitvoering van het ambulancevervoer; 4 burgemeester en wethouders op te dragen om de in punt 2 en 3 genoemde uitgangspunten en beleidsvoornemens uit te werken in de vorm van nadere doelstellingen, programma’s en projecten; 5 er kennis van te nemen, dat wij de directeur van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst de opdracht hebben gegeven om via een organisatie-ontwikkelingstraject de verdere voorwaarden te scheppen voor een adequate taakuitvoering; B de directeur van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst opdragen om op basis van de notitie vernieuwend gezondheidsbeleid, via een organisatie-ontwikkelingstrajectde verdere voorwaarden te scheppen voor een adequate taakuitvoering.
Toelichting: aan de hand van sheets licht de directeur van de GGD voorliggend voorstel toe. Cf. bijlage 2.
Bijlage 2
Commissiebehandeling:
A232/A383 A383/A500
Advies:
1 de programma’s en projecten t.z.t. aan de commissie voor te leggen; 2 de uitgangspunten vermeld op p.14 van de nota, ook als besluitpunt opnemen. Overigens: met complimenten, unaniem akkoord.
Voorstel inzake de zorgvisie Meerhoven. Probleemstelling Het college van burgemeester en wethoudes heeft aan de Gemeentelijke Gezondheidsdienst de opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een functioneel ontwerp voor de zorgvoorzieningen in Meerhoven. Ter voorbereiding daarvan heeft het PON (instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling) te Tilburg een concept-Zorgvisie Meerhoven opgesteld. Dit concept heeft een breed draagvlak gekregen van de relevante instellingen en organisaties in het zorgveld (zorgaanbieders, patienten/consumenten en zorgverzekeraars). Thans is bestuurlijke besluitvorming nodig om daardoor de zorgvisie te kunnen hanteren als toetsingskader voor initiatieven en als uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van een vernieuwend zorgconcept. Voorstel
De gemeenteraad conform conceptraadsbijlage en -besluit voor te stellen om:
de Zorgvisie Meerhoven op hoofdlijnen te hanteren als kader voor de ontwikkeling van een vernieuwend zorgconcept in Meerhoven, en vervolgens: 1 er kennis van te nemen dat de Gemeentelijke Gezondheidsdienst, in samenwerking met de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken, voorziet in de projectorganisatie voor de zorgvoorzieningen; 2 de Gemeentelijke Gezondheidsdienst opdragen, in samenwerking met de dienst Stadsontwikkeling en de Milieudienst Regio Eindhoven, een checklist gezondheidsaspecten te ontwikkelen.
Comrnissiebehandeling
A500/A512 A51 2/A692
A692/A705
Advies: akkoord, met de kanttekening van de PvdA dat de commissie de gelegenheid krijgt het proces te volgen en beoordelen, en van D66 dat patientenorganisaties te allen tijde moeten kunnen meepraten over de visie-ontwikkeling.
3.5 Voorstel inzake het Beleidskader Integraal Jeugdbeleid Eindhoven (aan de orde gesteld op 19 mei 1998). Probleemstelling Vormgeving Integraal Jeugdbeleid Eindhoven. Voorstel
Na bespreking van de onderliggende stukken: 1 in te stemmen met de koers zoals uiteengezet in deze nota; 2 het vaststellen van de kaders van het integraal jeugdbeleid bestaande uit:
a een op peil brengen en houden van het algemene voorzieningenniveau (aandachtspunten zijn: jeugdparticipatie, vrijetijdsbesteding);
b een nadruk op preventief jeugdbeleid (aandachtspunten zijn: opvoedingsondersteuning, buitenschoolse opvang); c gericht en specifiek jeugdbeleid op basis van geconstateerde noodzaak en behoefte; d een goede afstemming van lokaal jeugdbeleid met het regionaal (curatief) jeugdbeleid; 3 vaststellen van voorgestelde werkwijze, aanpak en uitvoering; 4 opdracht te geven aan de directeur van de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken tot:
a het opstellen van een stappen- en tijdplan aangaande nadere vormgeving van de voorgestelde werkvormen en uitvoering; b het formeren van schakelwerkgroepen (reeds bestaande netwerken/werkvormen eventueel met aanvulling) voor het in kaart brengen van de diverse schakels; c het organiseren van de coordinatie tijdens het proces van het in beeld brengen van de schakels middels een coordinatiegroep; d het formuleren van voorstellen omtrent de regie in het jeugdbeleid en de inbedding hiervan in de organisatie; 5 het uitwerken van voorstellen met betrekking tot opvoedingsondersteuning, buitenschoolse opvang, vrijetijdsbesteding jeugd en jeugdparticipatie. Inspraak: voorafgaand aan commissiebespreking wordt eerst ingesproken door enkele Gabbers, zie bijlage 3, en vervolgens door de heer Ton Siroen van Dynamo, zie bijlage 4.
Commissiebehandeling:
A704/A733 8793/B 778
Advies/conclusie: voorliggend voorstel is niet behandeld c.q. is teruggenomen door de portefeuillehouder MO. Afgesproken wordt om in juni 1998, aan de hand van het Programma van Samenwerking in brede commisiediscussie, de inhoudelijke basis te leggen voor een vernieuwd welzijnsbeleid, c.q. een sociaal (infra-)structuurplan.
3.3 Voorstel tot het bouwen van een wijkgebouw in Blixembosch (tevens in MMS).
Probleernstelling In de wijk Blixembosch dient in het centrumgebied een wijkgebouw gerealiseerd te worden met de volgende kenmerken: 1 multicultureel; 2 stedebouwkundig/architectonisch van hoge kwaliteit; 3 een goede exploitatievorm. Voorgesteld wordt om het wijkgebouw te dekken uit het Fonds Specifieke Infrastructurele Werken. Gezien de spelregels voor de besteding van het Fonds kan pas tot definitieve besteding worden overgegaan, als de voeding van het Fonds gerealiseerd is. Teneinde verder uitstel van de realisering van het wijkgebouw en het centrum van Blixembosch te voorkomen, wordt voorgesteld om vooruitlopend op de besluitvorming rondom de prognose van de grondbedrijfsresultaten, waaruit de voeding van het fonds kan worden afgeleid, thans toch een besluit te nemen met betrekking tot de beoogde dekking van het wijkgebouw. Voorstel 1 A een totaal investeringskrediet van f 7.801.000,ÃćâĆňâĂİ voor het wijk-
gebouw Blixembosch beschikbaar te stellen en deze ten laste te brengen van: a het reeds beschikbare investeringsvolume Vrijetijdsaccommodatie zijnde f 1,12 miljoen; b kinderopvang zijnde f 0,7 miljoen; c peuterspeelzaalwerk zijnde f 0,19 miljoen; d reserveringen in 1994 en 1995 zijnde f 0,721 miljoen; e het budget integraal huisvestingsplan onderwijsgebouwen, zijnde f 1,1 miljoen, ten laste van 1998; f het Fonds specifieke infrastructurele werken ter grootte van f 3,8 miljoen;
g het budget integraal huisvestingsplan onderwijsgebouwen 1999, zijnde f 0,17 miljoen;
B 1 kennis te nemen van de aanloopverliezen in de door de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk te exploiteren wijkgebouw van maximaal f 250.000,ÃćâĆňâĂİ voor de komende drie jaar.
Indien nodig zullen afzonderlijk onderbouwde voorstellen aan de raad worden voorgelegd; 2 hieraan de voorwaarde verbinden dat eventuele verdere verliezen voor rekening van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk komen. Verder te besluiten om: 2 in te stemmen met de turn key aanbieding van Haagdijk b.v. ten aanzien van de bouw van het wijkgebouw Blixembosch tegen de prijs van f 6.965.000,ÃćâĆňâĂİ inclusief BTW prijs vast einde werk;
3 voor de exploitatie van het dienstencentrum Blixembosch te kiezen voor een professioneel management en de exploitatie van het wijkgebouw toe te wijzen aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk;
4 Haagdijk b.v. opdracht te geven tot de bouw van het wijkgebouw conform de voorliggende gegevens en onder voorwaarden van goedkeuring door bouwbegeleider van het bestek, de bestektekeningen en de keuze van de aannemer; 5 de directeur MCZ op te dragen om in samenspraak met de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk een contract op te stellen waarin goede afspraken worden gemaakt ten aanzien van de wijze waarop: a het horecagedeelte geexploiteerd wordt in relatie met de overige functies; b de tariefstelling van de sportzaal in relatie gebracht wordt met de tariefstelling van de accommodaties in beheer bij de G.l. "overdekte sportaccommodaties". Inspraak: voorafgaand aan commissiebehandeling wordt ingesproken door de heer J. Haagsman (projectleider wijkvereniging Blixembosch, Postbus 1551, 5602 BN Eindhoven; Agaat 10, 5629 GW Eindhoven; tel. 040-2429817). De heer Haagsman pleit ervoor om dit voorstel te doen aannemen. M.b.t. lid 5 stelt hij voor de tekst met een lid c aan te vullen: "om de directeur MCZ op te dragen om in samenspraak met de wijkvereniging Blixembosch op korte termijn een concrete afstemming te doen plaatsvinden m.b.t. prioriteiten voor leden en bewoners van de wijk Blixembosch in de breedste zin van het woord (terzake programmering, tariefstelling, samenwerking inzake beheer, management, order en wat dies meer zij".
Commissieadvies het woord multicultureel sub probleemstelling vervangen door multifunctioneel. Overigens unaniem akkoord. 3.4
Voorstel tot het vaststellen van een contract voor de jaren 1998 en 1999 met Stichting Peuterspeelzalen Eindhoven. Probleemstelling In het gemeenteraadsbesluit (commissiedossier nr. WO 36.02) van 16 oktober 1995 is besloten tot een beperkte professionalisering van het peuterspeelzaalwerk over te gaan. In aansluiting daarop is op 17 september 1996 een tweejarig contract met Peuterspeelzalen Eindhoven afgesloten tot 1 januari 1998. Op basis van de evaluatie van de professionalisering en het Ondernemingsplan 1998 dient opnieuw een contract te worden vastgesteld. Voorstel De raad voor te stellen:
a met Peuterspeelzalen Eindhoven voor de jaren 1998 en 1999 een contract te sluiten: voor de bekostiging van de activiteiten, conform informatieraster en productkaarten, een budget ter beschikking te stellen van f 1.850.387,ÃćâĆňâĂİ, waarvan f 1.358.007,ÃćâĆňâĂİ wordt aangemerkt als ar-
beidskosten; in het budget is een bedrag van f 134.750,ÃćâĆňâĂİ opgenomen ten
behoeve van de uitvoering van het derde dagdeel (waarvan arbeidskosten f 86.240,-), een bedrag van f 551.668,ÃćâĆňâĂİ ten behoe-
ve van de overname van zeven peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven (waarvan arbeidskosten f 413.169,-) en een bedrag van f 27.000,ÃćâĆňâĂİ (waarvan arbeidskosten f 19.980,-) ten behoeve
van de overgang van de taakstelling van de zelfstandige peuterspeelzalen naar Peuterspeelzalen Eindhoven; in verband met de overname van de zelfstandige peuterspeelzalen en de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven en de ontwikkeling en implementatie van de plusfunctie is gedurende deze contractperiode geen taakstelling opgenomen ten behoeve van de invulling van het flexibel volume; ten behoeve van de zogenaamde plus-functie zal Peuterspeelzalen Eindhoven voor 1 januari 2000 een pedagogisch raamplan opstellen; b met ingang van 1 januari 1998 de Verordening subsidiering peuterspeelzalen 1992 in te trekken; c ter dekking van de kosten van het derde dagdeel een bedrag van f 134.750,ÃćâĆňâĂİ structureel ten laste te brengen van de post restantmid-
delen Masterplan kinderopvang (FCL 6650480);
d de begroting dienovereenkomstig op aan te passen; e bij de berekening van de arbeidskosten is rekening gehouden met een opwaardering van de arbeidskosten op basis van de CAO Welzijn van eind 1996 van 3,25/o (conform het dossier contracten 1998-1999 en subsidiebudgetten 1998-1999 in de Welzijnssector).Voor 1998 wordt voorgesteld bij een duurdere CAO dan in de gemeentebegroting is voorzien geen nabetaling te doen. Advies: meerderheid: akkoord; stemvoorbehoud door de VVD, GL en Stadspartij m.b.t.: taakverlichting/3e dagdeel; nadere info over het restbedrag; invulling van de P-functie; alsmede (van GL) de laatste zin van voorstel sub e; SP akkoord, met uitzondering van de laatste zin van het voorstel sub e.
Rondvraag en sluiting.
4.1 Door het CDA en de Stadspartij zijn diverse vragen gesteld. Vragen en Zie bijlagen 5 antwoorden worden als bijlagen 5 t/m 8 aan dit verslag gehecht. t/m 8. 4.2
Door de SP zijn vragen gesteld over een ’kattenprobleem’ bij een schooldependance aan de Nieuwe Fellenoord. Geantwoord wordt dat na inspectie door de GGD de dienst MCZ offerte heeft gevraagd bij fa. Van Rooij. Binnenkort moet het probleem door te treffen maatregelen kunnen zijn opgelost.
Aldus vastgesteld op /5- + f . gg
, secretaris.
ah/EJ019557.98
31 40 448038 Âń> FAX OBO/BR9 BAN 1 81
>A , 11-MEI-g8 14:48
31 48 448838
Aan: secretari van de commissie MO Van: Trudy van Helmond en Martijn van Dam, PvdA-&actie Datum: 11 mei 1998 Betreft: rondvraag commissie MO, d.d, l 2 mei 1998 Geachte heer Calon, Bij deze doen wij u onze vragen toekomen voor de rondvraag van de commissie lVlaatschappelijke Ontwikkeling van 12 mei a.s. de vragen betreffen de werkwijze van dc commissie.
Vragen van de PvdA over de werkwijze van de commissie Mo: l. Er is een nieuwe gemeenteraad met veel nieuwe mensen. Intussen zijn er een aantal processen reeds ilang) eerder in gang gezet en lopend. Hoe gaan we daar als nieuwe commissie mee om? Welke ruimte bevoegdheden hebben wij om invloed uit te ocfencn op dc lopcndc proccsscn uit te ocfcncn? Immers is continutteit van het grootste belang, maar hebben wij, als raadslcdcn anderzijds voortdurend dc controlerende verantwoordelijkheid m.b.t. de beslissingen en acties van het gemeentebestuur tegen de achtergrond van nieuwe ontwikkelingen in, cn signalen vanuit dc s;unenle ving. 2. Het commlssiewerk is pas wat het moet zijn, als het effectief gekoppeld is aan de realisatie van het convenant in de komende vier jaren. Hoe kunnen we de commissiewerkzmnheden daar zo cfficitM mogehjk op afstemmen? 3. In hÂńconvenant wordt aangegeven, dat het voor de terreinen zorg, welzijn, onderwijs en cultuur mÂńt gaan om beleidsmatige samenhang en integratie tussen deze terreinen. Hoc kutmcn wij als commissie die beleidsmatige samenhang in het oog houden en hoe kunnen we die samenhang vertalen naar uitgaven op het gebied van de maatschappelijke ontwikkeling? 4, Kunnen vve prioriteiten aangeven in dc convcnantsvoorstellen? 5. Hoe inkt de wethouder in de komende raadsperiode om te gaan met beleidsgericht werken van de commissie? Hoe wil hij (hoe wil de commissie) omgaan met plannen en processen die reeds in de pijplijn zitten en de prioriteiten die in het convenant geformuleerd zijn’> Hoe kan de commissie effectief (pro-actief, niet aan het eind van dc rit) participeren in de voorbereiding c.q. dc controle van het beleid en het bestuur? 6, Is de wethouder bereid het antwoord op bovenstaande vragen uit te werken in een voorstel voor de werkwijze van dc commissie MO, dat behandeld wordt in dc commissicvcrgadcriug van juni?
Strategisch beleidsplan Volksgezondheid
Inleiding Externe analyse ÃćâĆňâĂİ Epidemiologische analyse
ÃćâĆňâĂİ Ontwikkelingen in de zorgsector ÃćâĆňâĂİ Gemeentelijke prioriteitsstelling
ÃćâĆňâĂİ Bestuurlijke analyse (inclusief wettelijk kader)
Strategische keuzen ÃćâĆňâĂİ positionering GGD
ÃćâĆňâĂİ lnkleuring VolLsgezondheidsbeleid
Voorwaarden
1. Inleiding Strategisch beleidsplan 1990 (op weg naar een gezond 2015) Bestuurlijke lceuze voor eigen dienst Hootdstructuur is vastgelegd Invulling managementrollen Bezuinigingstaakstelling Nieuw strategisch beleidsplan, die dienst herpositioneert en ontwikkelingrsrichting vastlegt Organisatie-ontwikkelingsplan
2.1 Epidemiologische analyse Kirt- eo vaatziekte en kanker zijn belangrijkste doodsoorzaken
Toename psychosociale problematiek Meer chronische hchamelijke aandoeningen (bijv... c ARA) Toenante van zj akte van het bewegtngsappanat ’l oename van ristcogroepen zoals: I. ’I t
’d
ds . II I* I
Relatteve sterke vergrijzing stad Eindhoven Sterke concentntie van sociaal econoousche gezondheidsvcrschitlcn in spectfieke wijkeo van de stad
2.2 Ontwikkelingen in de gezondheidszorg bedntfsmaug vierken sctmalvergrohng toename beleidsvnlheid verzekeraars in rol van regisseur verdergaande ontschotting toenemende belangstelling voor ketengericht werken en trend naar verbcale mtegrahe toenemende cxtramuratisauc, waartsj de technolotpe steeds meer verplaatsbaar wordt naar de cb nt in de thiassituabe hulpwager zal steeds meer in de thiasatuaue van adequate zorg voorzien worden rueuwe pounonenng van de gemeenten ivermaatschappelglong van de zorg)
Compartimentering van het zorgsysteem
Frcooovroasvrtcc Fmconcr tkcgo Icrcud regime Verbmdngstamcor Overhoor rcgutcet aanbod cn pritcm
Zckmfoodsvet Portiiuliuc vuzckcrings pohssm 1
Zickcnfmrihcn
Gereguleerde
Parumlerc vnzclerasls
C til Q oir co tic
Vritwiltigcvcrcckcnog Zickcofooihco Panicutere
Vnl c rrvrte
f verzcknaus
2.2 Ontwikkelingen als gevolg van de stelselherziening Schaalvergroting en convergentie bij de ziektckostenverzckeraars. Contractvnj beid voor financiem. positie van ztektekostenverzekeraar en lokale overheid wordt meer van belang. Uitbreiding van AWBZ met substitutiegevoelige voorzieningen. Optreden van ongewenste selectie effecten (buiten de deur houden van onaantrekkelijke klanten)
2.2 Specifieke ontwikkelingen in Eindhovens zorgveld ln zijn algemeenheid sterk ontwikkeld zorgvol d met vele innoverende instellingen Sterk ontwikkeld informeel zorgnetwerk none entrati e en facili tering van pa ti en te nvÂńmni gingen,
zellhulpgroepen en vrouwenhulpvedening(Bomanshof) Bereidheid tot ontwikkeling van vernieuwend zorgconcept is aanwezig (zie Meerhoven) Aanwezigheid van Zorgplatfomi Eindhovmi
2.3 Ontwikkelingen rijksbeleid en wetgeving Rilksnota ’Gezond cn Wcl’ vcrlcnging gezonde levensverwachting voorkomen van vermijdbare stcrfle verboeren vm kvvalttÂńit van Icvcn bil ziekte cn handicap Vcrvulg rapport L cm sus lokale gezondhnitvapportage stan daardimtiÂż WCP V pakket
Met zorg verbonden positioriefing arnbulanecvcNoer versterking genccskundige hulpverlcmng bil rampen OGGZ boeven VWS
gcmccntc kuist cxplinctc rol Rcgiovlsies
2u4 Relevante bestuurlijke kaders in Eindhoven Programma Einrfftotzen -Impuls 1998-2002 Bijdrage leveren aan sociale infrastructuur (sociale cohesie) vanuit perspectief van menselijk kapitaal Specifieke activiteiten ontwikkelen voor aandachtsgrorpen (langdurige werklozen) Bestaande activiteiten duidelijker koppelen (Integreren met) aan aandarhtgebied Jeugd/veiligheid en lacunes opvullen Vanuit versterking OGGZ en vangnetfunctie GCiD hijdragen versterken aan deelprngramma zorg en opvang
Uitvoenng van Jeugdgezondheidszorg uitdrukkelijker mzetten hiJ doclbereiking deelprogramma ’onderwijs’ Betrokkenheid bij programma leefomgeving
2.4 Vertaling van het GOGO-traject Doelstellingen GoGo, versterking van: ÃćâĆňâĂİ Wijkgericht werken
ÃćâĆňâĂİ Ktantgericht- en productgericht ÃćâĆňâĂİ lntegraliteit
ÃćâĆňâĂİ Sturen op programma’ s
Bovengenoemde doclstcllingcn zullcn uitgangspunt vormen voor orgarusatie-ontwikkelingsplan van de GGD dat parallel aan strategisch beleidsplan ontwikkeld wordt Wijkgezondheidswerk ontwikkelen
3.1 Positionering van GGD als dienst van de gemeente Eindhoven Keuze voor GGD als gemeentelijke dienst impliceert dat samenhang/samenwerking met andere gemeentelijke diensten beter uitgenut zal worden GGD zal vanuit volksgezondheicLsperspecttef inbreng hebben als advtseur, beheerder en uitvoerder van gemeentelijke programma’ s GGD zal daar waar beleid of uitvoering onder hoede van de SRE plaatsvindt de afstemming met relevante diensten inde regio voor haar rekening nemen
3.2 Positionering GGD ten opzichte van het zorgveld en zorgfinanciers De GGD treedt op Âń)s relatiebeheerder (primus inter paris) van dc gemeente tcn opzichte van het premiegcfinancierde zorgvel d
De GGD treedt op als relatiebeheerder van de gemeente naar de zorgfinanciers, die verantwoortlelijk zijn voor het aan de gemeentelijke verantwoordclijkhcid complcmcntair zorgveld (convenant VGZ) Dit refatiebeheer gebeutt tn afstenuning met de diensten MCZ en SOZAQT’
3.3 Positionering GGD ten opzichte van consumenten, patienten, gebruikers,
wijkbewoners De GGD treedt op als relatiebeheerder van al of niet georganiseerde groepen die zich op hct veld van zorg, zelfhulp en zorginformatie tot de gemeente richten De GGD streeft naar een open relatie met deze groepen, waarbij een erkenning van ieders spectfieke verantwoordelijkheid uitgangspunt is
3.A Uitvoering van de in de WCPV/WBI vastgelegd basistaken De GGD is verantwoordeh)k voor een etllwente en effecbevc ia tvoenng van de m de WCP V aan de gemeente opgedragen taken De GGD zal deze taken verder verhechren. mtegreren en ibenstbaar maken aan het Emdhoven-impuls programma De GGD zal de invloed van de fyureke inulreu) leefomgevtng op de volksgezondheid tatdrukkeiijker een plaats geven in de grote infrastructurele ontvnkkelingsproiecten itn samenwerlung met DSO en MD)tE)
Verder tatwerlong van bovenstaande zal op productgroepraveau plaatsvinden Begin l 999 zal de samenstelling en volume van het WC P V-pakket oprueuw gedeffrueerd worden, laerbi) zal gebrmk gemeaku worden van de mtkomsten van de rrarustenele werkg,oepen
3.5 Uitvoering van de
ambulancehulpverlening De Cremeente l’,indhoven streelt naar een functionele inbreng van het ambulancevervoersbedrijf van de GGD in een te vormen Regionale Ambulance Voorziening. De GGD werkt hiervoor een model uit dat een draagvlak geniet bij de andere partners
3.fi l/itvocring van de Wet op de geneeskundige
hulpverlening bij rampen Orgamsatie van de medisch hulpverleningsketen is een essentiele taak van de GGD Versterking hiervan verdient hoge prioriteit en zal samen met de overige regionale partners in de regio worden opgepakt. De bestuurlijke aansturing hiervan ligt bij het SRE ln dit verband zal de samenwerking mct dc brandweer en politie versterkt worden
3.7 Uitvoering niet wettelijk opgedragen taken De GGD knlgt de numte om niet wettelgk aan haar opgedragen taken tut te voeren onder voorwaarde van kost ndekkende taneven Het betretl: taken rhe funcbonele syncope met de WCPV opgedragen taken hebben, voorbeelden luervan ztln reizigersvaccinabe, sociaal merhsche advtsenng, forensische geneeskunde Uitvoermg van deze taken worden genen als mogehlkhwd om voldoende knusche massa te behouden
Ovengens hebben deze taken over het algemeen ’openbaar’ karakter Verdere liagmentaue van taken op het terrem van de openbare gezondheidszorg wordt varuut effiaenue overwegmgen en streven naar integraliteit ruet wenselilk geacht verdere iutwerlong van bovenstaande zal op productgroepruveau plaatsvinden
3.8 partners in realisatie strategische doelen Samenwerking met SOZAWE n MCZ op het terrein van signaleren, vangnetftmcbe en samenwerlong met mstelhngen m de stad Samenwerking met Politie en Brandweer op het terrem van gezondtiei dsbeschermmg en rampenbestni rang
Siinenwerkmg met DSO, DOW BBV en MRDE op het terrein van worungbouw en ruuntelilke orderung (fysieke omgevtngi Samenwerktrtg met het zorgveld in verband met afstemrrung prevenbeve en curabeve taken Samenwerking mct zorgverzekeraars om tot afstemnung te komen vau complementaire zorg Samenwerking met ovenge ambulance vervoerders in de regio m RA V Samenwerking met CGD Zied-Oost Brabant om mogelilke synergie eli te Iluttell
samenwerken met pauenten-, cltentenorgarusaue en zeifhulpgroepen
ek Voorwaarde voor realisatie van ambities Beschikbaarheid van middelen Kwaliteit, met name van medewerkers en ondersteunende systemen Adequate organtsatiestructuur . Juiste organisatiecultuur
4.1 De gewenste organisatieontwikkeling van de GGD Integraal management vormt uitgangspunt Kierbtl sturen op output en airekeningscultuur introduceren
Opleidingsplan sterker inkleuren op basis van gcwcnstc cultuurverandering Expliciet kwaliteitsbclejd voeren (Kwaliteiteswet zorg) Verbetering van plaiuung en control instrumenten, gebaseerd op primair proces Automatisering op hoger plan brengen In- en externe communicatie versterken
/8/ yy u Voor de commissievergadering gemeente Eindhoven. 19 Mei’98
Bij deze willen wij uw aandacht vragen voor het volgende: Wij, dat zijn een groep gabbers uit Eindhoven. De groep bestaat uit plus minus vijftig personen, Wij verzamelen altijd bij het trapje achter het stadhuisplein. Twee jaar geleden kwamen wij al bij elkaar in Strijp maar hier werden wij weggestuurd. In de tussen tijd kwamen wij op andere plekken bij elkaar maar werden ook daar telkens weggestuurd. Met als gevolg dat onze groep een beetje uit elkaar is aan het vallen en er kleine groepjes onstaan die zich op verschillende plekken verzamelen. Op onze huidige plek krijgen we veel klachten van de politie en eigenlijk zien ze ons daar ook liever gaan dan komen.
Vorig jaar is er een handtekeningenactie geweest vanuit de Jip-bus en onze groep. Omdat wij graag een eigen ontmoetingsruimte willen. Tot nog toe hebben we hier nog steeds niet van gemerkt. Tijd voor een nieuwe actie dachten we. We hebben nu zelf het initiatief genomen om met de gemeente te gaan praten voor een eigen plek in het centrum van Eindhoven. Er hebben al enkele overleggen plaats gevonden met Dhr. Haddad van Groenlinks en Dhr. Van Dam van de PVDA, Rene Huigen, Jeugd Interventie Medewerker van stichting Dynamo, de directie van stichting Dynamo en de contactpersonen van de Eindhovense gabbergroep. Het belang van de gemeente om ons een eigen ruimte aan te bieden kan zijn: * dat er zo minder overlast zal zijn op straat. * dat de gemeente laat zien dat ze rekening houden met ons. * dat de gemeente inspeelt op onze vraag.
Het belang van de gabbergroep : * we willen een eigen ontmoetingsruimte in het centrum van Eindhoven. * we willen eindelijk serieus genomen worden. * we willen onze groep behouden. * we willen niet meer weggestuurd worden. We hopen dat u onze noodkreet ter harte zult nemen. Bij deze bieden wij u onze petitie en handtekeningen aan die in het groot zijn gemaakt zodat het niet in de vergeethoek gezet kan worden. Als u nog vragen heeft licht ik deze graag mondeling toe. Frans Bult. Marcel Zog.
Danielle pater. uyl’ q ( d / g.g yp @ g
FIGHT FOR YOUR RIGHT TO GABBBER!!! Zo oud als het fenomeen gabber is er een Eindhovense groep gabbers die ontstaan is door samenvoeging van diverse kleinere groepen Na van plek tot plek verjaagd te zijn in de binnenstad vinden zij het nodig om eens de koppen bij elkaar te steken om het over de toekomst van de groep te hebben. Alvast vooruitkijkend weten we dat naarmate de temperatuur in het najaar daalt, de behoefte aan een ’eigen plek’ binnen een centrum als Dynamo zal toenemen. Als je hen het gevoel kunt geven dat er iets voor ze gedaan wordt, zullen ze er beslist wat voor terug willen doen! BELANGEN:
GABBERS WILLEN EEN EIGEN ONTMOETINGSRUIMTE. GABBERS WILLEN EINDELIJK EENS SERIEUS GENOMEN WORDEN. GABBERS WILLEN HUN EIGEN JEUGDKULTUUR BELEVEN EN BEHOUDEN. GABBERS WILLEN GEBRUIK KUNNEN MAKEN VAN DYNAMO’S GEBOUW EN MIDDELEN.
WANNEER ER NAAR GABBERS GELUISTERD WORDT EN REKENING GEHOUDEN WORDT MET HUN BEHOEFTES ZAL DE OVERLAST OP STRAAT VERMINDEREN. DE GEMEENTE KAN DE GABBERS LATEN ZIEN DAT ER AAN HET INITIATIEF GEWERKT WORDT. GABBERS ZIJN BEREID OM MET DE GEMEENTE EN ANDEREN SAMEN TE WERKEN.
Enkele aanvullende opmerkingen t.b.v. de commissie M.O. in relatie tot de ontwikkeling van lokaal integraal jeugdbeleid.
Geachte commissie, Zoals bekend hebben wij reeds eerder een schriftelijke reactie gegeven op de concept nota integraal jeugdbeleid. Deze brief van 3 februari 1998 is bij u bekend en heeft ter inzage gelegen. Waarom hebben wij nu dan toch de behoefte om nog enkele aanvullende opmerkingen t.e maken.
Dat heeft vooral te maken met verbazing aan onze kant.
Verbazing omdat de vorige raad de nota bewust liet liggen omdat naar men zei er op basis van het nieuwe convenant een sterker samenhangend jeugdbeleid zou kunnen ontstaan. Vooral de woordvoerder van de PvdA was hier zeer expliciet in. Verbazing op basis van een door de wethouder aangekondigd plan voor een totale herziening van het welzijnsveld wat zeker ook effecten gaat het hebben voor de uitwerking van het j eugdbeleid.
Verbazing over het feit dat binnen het nieuwe convenant van samenwerking het begrip versterking sociale structuur volop aandacht krijgt en dit schijnbaar geen effecten heeft voor het jeugdbeleid.
U begrijpt het al. Ondanks allerlei nieuwe plannen en ontwikkelingen wordt nu toch weer dezelfde nota gepresenteerd, alsof er niets veranderd is. Dat vinden wij jammer en wij denken dat daardoor ook kansen gemist worden om een sterker jeugdbeleid te ontwikkelen in Eindhoven. Vandaar dat wij nog eens kort willen wijzen op de volgende punten.
1. Samenhang en regie in het jeugdbeleid Dynamo pleit al jaren voor meer regie en samenhang in het jeugdbeleid waarbij wij al diverse malen hebben voorgesteld de verschillende krachten te bundelen. Bij de bespreking van de nota bleken dit soort structurele ontwikkelingen in eerste instantie geen haalbare kaart. Nu echter door de nieuw aangekondigde plannen van de wethouder ontstaan er nieuwe kansen voor deze krachtenbundeling en wij vinden dat deze een plaats moeten krijgen in de nota jeugdbeleid.
Voor alle duidelijkheid. In onze brief hebben wij al aangegeven dat wij absoluut geen voorstander zijn van het daarin genoemde model van schakelwerkgroepen en de ambtelijke regiegroep. De schakelwerkgroepen betekenen alleen maar een toename van het aantal vergaderingen en de taakstelling en bevoegdheden van de ambtelijke regiegroep zijn in de hele nota niet te vinden. Echter voor dit moment is van belang, en dat is nieuv’, dat er in de komende periode een nieuwe ontwikkeling van het welzijnswerk voor de deur staat en daarmee is in feite het hele model van schakelwerkgroepen en ambtelijke regiegroep al weer achterhaald. Een aanvullend argument hierbij kan nog zijn dan er ook voor de gemeente zelf een reorganisatie voor de deur staat waardoor het genoemd model ook weer onder druk komt.
2. Versterking van het jeugdbeleid is zowel een kwalitatief als kwantitatief vraagstuk Al eerder is door Dynamo gesignaleerd dat er een tekort in Eindhoven is daar waar het gaat om uitvoerend jongerenwerk. Dit los je niet op met nog meer vergaderingen en afstemmingen tussen de verschillende niveau’s. Waar het om gaat is dat er uitvoerende capaciteit bijkomt voor het jongerenwerk. Zowel op wijkniveau waar de vraag naar jongerenvoorzieningen, skateplekken, hangplckken enz. erg groot is, als op Stedelijk niveau v aar de vragen van Skaters, Gabbers, Somaliers, Antillianen enz. ook alleen maar toenemen.
Als voorzet voor de discussie heeft Dynamo als kengetal ontwikkeld dat er I jongerenwerker zou moeten zijn voor elke 1000 jongeren in de leeftijd tussen 12 en 25 jaar. In Eindhoven zijn er dat zo’n 30.000 en dat betekent dus zo’n 30 uitvoerende werkers verdeeld over de stad en die zijn er bij lange na niet.
3. De samenhang met het Grote Stedenbeleid en daarbinnen het thema Jeugd en Veiligheid Inmiddels zijn er duidelijke signalen dat het Grote Steden Beleid wordt voortgezet ( Paars 2 ) en de wethouder verwacht zelfs dat er behoorlijk wat extra geld beschikbaar komt voor de versterking van de sociale structuur. In dit kader is er vanuit het overleg Grote Steden Beleid al aangegeven dat een speerpunt voor de komende periode zou moeten zijn de kern van de risico-jongeren. Deze samenhang met de nu voorliggende nota jeugdbeleid komt te weinig uit de verf en daarmee kan voor hct jcugdbeleid een belangrijke kans gemist worden. Immers de verwachting is dat vanuit Den Haag gekeken zal worden of er naast de aandacht voor het Grote Steden Beleid ook een goed lokaal jeugdbeleid bestaat.
4. De jeugd zelf in beeld, oftewel vraaggericht werken In de nota wordt weliswaar gesproken over de betrokkenheid van de jeugd zelf, maar in de uitwerking komt men toch niet veel verder als b.v. het JIS. Een jeugd informatie systeem dat inmiddels al zo’n jaar of drie wordt aangekondigd maar waarvan wij tot nu toe nog geen enkel product gezien hebben. Toch liggen er kansen op dit terrein die eigenlijk de komende 4 jaren niet gemist mogen worden. Skaters hebben zich georganiseerd in een skate belangengroep en zij proberen in overleg met de gemeente tot een soort van skate-beleid te komen. De Gabbers melden zich bij de gemeente. Hard-rockers zijn met de oprichting bezig van een eigen organisatie en behoorlijk v at allochtone jongeren hebben zich verenigd in de verschillende zelforganisaties. Bovendien is er in verkiezingstijd vanuit verschillende politieke partijen de suggestie gedaan voor het instellen van een soort jongerenpanel of jeugdraad. Hoe dan ook wij vinden dat er de komende jaren veel meer aandacht moeten komen voor de verschillende jeugdculturen en dat daarbij geluisterd moet worden naar de verschillende initiatieven van de jongeren zelf.
Op basis van deze gegevens ontstaat er voor Dynamo de volgende wat moeilijke afweging.
Enerzijds hebben wij altijd gepleit voor een duidelijk lokaal jeugdbeleid en zouden wij er dus voor moeten pleiten de nota zo snel mogelijk aan te nemen. Anderzijds staan er zo veel nieuwe ontwikkelingen en kansen voor de deur, denk b.v. aan het nieuw e convenant van samenwerking, de totale vernieuwing van het welzijnswerk en de mogelijke ontwikkeling van het Grote Steden Beleid dat het onverstandig lijkt deze nota in deze vorm nu aan te nemen. Beter lijkt het ons de verschillende ontwikkelingen eerst even af te wachten om dan vervolgens een veel beter, sterker en meer op de jeugd gericht beleid te ontwikkelen en dat is ook de vraag die wij aan u als commissie willen voorleggen.
Bedank voor uw aandacht Namens Dynamo
ion Siroen
PAX 080/8H8-8AN ; 11
ONTVAN88N112- 5-881 10:52>
B.v.Elk H.v.GE5TEL HEEZE
12 ÃćâĆňâĂİ MEI ÃćâĆňâĂİ 88 18: 54
PAGINA : 1
QOHDVRAAG
ten behoe e van de kommisaie MO
Via het Eindhovens Dagblad bereikte ons het bericht, dat de opening van een dagopvang voor drugsverelaafden minstene een half jaar vertraging heeft opgelopen. Er blijkt meer tijd nodig te zijn voor de zorgvuldige afhandeling van de (70Q) bezwaarschriften. Voor deze reden voor de vertraging kunnen wij begrip op brengen. Minder begrip hebben wij voor het feit, dat het aanbod van de heer J V/.emminx (die een pand aan de Marconilaan aanbed) wordt afgedaan als "een gewone insyraakreaktie0. Onduidelijk iz het ook, of er nog andere alternatieven zijn. Ken dergelijke reaktie verbaast met name, omdÂńt het afhandelen van bezwaarschriften inhoudt, dat een zaak nog eens opnieuw integrÂńÂńl bekeken wordt, waÂń@bi) ook Âńlternatieven meegenomen kunnen worden en het dus tot een nieuw, ander besluit kan leiden. In deze zaak ia daarvoor zeker Âńanleidinq, zowel vanwege het grote aantal bezwÂńarschriften en gezien het fait, dat een grote meerderheid uit de raad eveneens de voorkeur aan een andere oplossing geeft. De gemeenteraad is slechts via de media geinformeerd.
Daarom de volgende vragen-
l. Kunt U ons uitgebreider informeren over de ontwikkelingen rond
dit onderwerp2 Kunt U daarbij met name aangeven, wat de oorzaak
is van het feit dat de vertraging minstena een half jaar zal
duren2
2. Is de gemeentelijke woordvoerder juist weergeven waar het gaat
om de reaktie op het aanbod van de heer Vlemminx2 3. Kunt 0 onÂż nader informeren over de geschiktheid van het door de heer Vlemminx aangeboden pand2 Kunt U ons ook informeren naar het onderzoek naar de geschiktheid van dit pand2
di jnden2
4. Xs er nader onderzoek geweest naar andere alternatieven of
n de Stadepartij Eindhoven, l2 mei 1998
Yragen van de heer Willemsen van de Stadspartij over de afhandeling van de inspraakreacties op het voorgenomen besluit locatie dagopvang Tongelresestraat 122.
Via het Eindhovens Dagblad bereikte ons het bericht, dat de opening van een dagopvang voor drugsverslaafden minstens een half jaar vertraging heeft opgelopen. Er blijkt meer tijd nodig te zijn voor de zorgvuldige afhandeling van de (700) bezwaarschriften. Voor deze reden voor de vertraging kunnen wij begrip op brengen. Minder begrip hebben wij voor het feit, dat het aanbod van de heer J, Vlemminx (die een pand aan de Marconilaan aanbod) wordt afgedaan als "een gewone inspraakreactie". Onduidelijk is het ook, of er nog andere alternatieven zijn. Een dergelijke reaktie verbaast met name, omdat het afhandelen van bezwaarschriften inhoudt, dat een zaak nog eens opnieuw integraal bekeken wordt, waarbij ook alternatieven meegenomen kunnen worden en dus tot een nieuw, ander besluit kan leiden.
In deze zaak is daarvoor zeker aanleiding, zowel vanwege het grote aantal bezwaarschriften en gezien het feit, dat een grote meerderheid uit de raad eveneens de voorkeur aan een andere oplossing geeft. De gemeenteraad is slechts via de media geinformeerd. Daarom de volgende vragen: 1. Kunt U ons uitgebreider informeren over de ontwikkelingen rond dit onderwerp? Kunt U daarbij met name aangeven, wat de oorzaak is van het feit dat de vertraging minstens een half jaar zal duren?
2. Is de gemeentelijke woordvoerder juist weergeven waar het gaat om de reaktie op het aanbod van de heer Vlemminx?
3. Kunt U ons nader informeren over de geschiktheid van het door de heer Vlemminx aangeboden pand? Kunt U ons ook informeren naar het onderzoek naar de geschiktheid van dit pand?
4. Is er nader onderzoek geweest naar andere alternatieven of gaat dit nog plaatsvinden?
Eindhoven, 12 mei 1998.
Beantwoording vragen van de heer Willemsen van de Stadspartij over de afhandeling van de inspraakreacties op het voorgenomen besluit locatie dagopvang Tongelresestraat 122. Op 11 februari heeft het college in een persbericht aangegeven dat het definitieve besluit over de vestiging van de dagopvang voor de zomervakantie zou worden genomen. Echter na een eerste analyse van de ruim 700 inspraakreacties bleek dat deze niet alleen het voorgenomen besluit maar ook aspecten van leefbaarheid in de
meegenomen. Hierdoor behoorde definitieve besluitvorming voor de zomer niet meer tot de mogelijkheden. De heer Vlemminx heeft in een brief gericht aan de gemeente een pand aan de Marconilaan aangeboden voor de dagopvang. In de inspraakreacties zijn eveneens alternatieve locaties aangedragen. Alle bekende en nieuw te berde gebrachte locaties, dus ook de locatie die is aangedragen door de heer Vlemminx, worden in samenwerking met de dienst DSO/RO (opnieuw) getoetst op geschiktheid voor een dagopvang voor drugsverslaafden. Bij dit onderzoek worden de gehanteerde locatiecriteria en de tijdens de inspraakperiode ingebrachte reacties op deze criteria meegenomen. Naast de eisen die worden gesteld aan de locatie sec, wordt bij het locatieonderzoek met name gelet op de ligging van een locatie, de plannen die er voor die locatie bestaan, de huidige belasting van een buurt, de afspraken die met een buurt zijn gemaakt. Naast dit locatieonderzoek wordt er door de gemeente een plan van aanpak opgesteld voor gesignaleerde problemen die met leefbaarheid in de wijk Tongelre te maken hebben. Bij dit laatste is het wijkkantoor Tongelre nauw betrokken, zeker waar het de communicatie met de buurt betreft. Eindhoven, 19 mei 1998.
CDA-fractie Eindhoven, 14 april 1998
Aan de voorzitter van de commissie onderwijs, welzijn, cultuur e.d.,
Geachte Heer v.d. Spek,
Aan het begin van dit jaar ontvingen de raadsfracties een brief van de medezeggenschapsraad van de IC basisschool ’de Korenaar’. (zie bijlage). Hier wordt gesproken over onrust op de school in verband met geplande ulwonmg. Onze vragen zijn: 1 Kunt u aangeven welke concrete acties de gemeente ondernomen heeft ter voorkoming van onrust? 2 Hoe schat u de situatie op dit moment in? 3 Hoe denkt u in de toekomst met dit soort situaties om te gaan. Welk beleid gaat u voeren met betrekking tot inwoning en daarmee gepaard gaande emoties?
Met vriendelijke groet,
(Y Marriet Mittendorff Namens CDA-fractie
gemeente Eindhoven Dienst /vl aatschappelij ke en Culturele Zaken NOTITIE
Voor
N. van der Spek, wethouder onderwijs
Van
D. Riemers, directeur MCZ
l.a.a.
H. van Veldhuijzen, hoofd MCZ/Q@E J. Waterschoot, beleidsmedewerker huisvesting MCZ/OFM
Datum
11 mei 1998
Onderwerp
vragen raadslid mevr. Mittendorff, CDA-fractie
VOO R 6 ESCH I E D E N I S
Als een school leegstaande lokalen heeft bestaat de mogelijkheid die ruimte in medegebruik te geven aan een andere school met ruimtegebrek. Medegebruik van leegstaande lokalen bij een school in de buurt is geaccepteerd beleid, bij het oplossen van tijdelijke ruimteproblemen. Het voormalige rijksbeleid op dit vlak is tot op heden voortgezet door de gemeente, zulks in samenspraak met het onderwijsveld. De IC basisschool De Korenaar, Elegaststraat 1 had leegstaande lokalen, in de dislokatie Vitruviusweg, waardoor de openbare basisschool De Opbouw, Pieter Poststraat 13A, kandidaat was om die leegstand in te vullen. Laatstgenoemde school had nl. behoefte aan uitbreiding met een tijdelijke voorziening voor twee groepen wegens groei van het aantal leerlingen, naast de benodigde uitbreiding met een groep als gevolg van de uitvoering van de landelijke maatregel klassenverkleining.
Als gevolg van een buitenreguliere telling steeg de huisvestingsbehoefte van De Korenaar, waardoor de leegstand terugliep naar 1 lokaal. Die beperkte leegstand was voor De Opbouw geen bruikbare optie, omdat daardoor de versnippering van de huisvesting te groot zou worden. Thans is gekozen voor de oplossing van tijdelijke lokalen bij de school De Opbouw (zie bijlage). Daarmee is medegebruik van de leegstand van De Korenaar (inwoning) van de baan. ONRUST
Als medegebruik van leegstand wordt overwogen door het gemeentebestuur, wordt contact opgenomen met het schoolbestuur van de school, die leegstaande lokalen heeft en met het schoolbestuur van de school die medegebruik krijgt toegewezen. De schoolbesturen hebben als bevoegd gezag de taak met de betreffende school(leiding) te overleggen over de (mogelijke) gevolgen van het voorgenomen medegebruik. In normale situaties leidt dat meestal niet tot gejuich, noch bij de aspirant-gastheer, noch bij de aspirant-medegebruiker, maar heeft het nooit tot onoverkomelijke bezwaren geleid.
gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken
Het begeleiden van de scholen hoort primair tot de bevoegdheid van de betreffende schoolbesturen. HUIDIGE SITUATIE
Het probleem is niet meer actueel, aangezien het medegebruik niet doorgaat. Voorzover het voornemen om over te gaan tot rnedegebruik een nasleep heeft (gekend), is het primair een aangelegenheid waarover de scholen met de schoolbesturen onderling dienen te communiceren TOEKOMSTIGE SITUATIES
Het verwijzen naar leegstand is een maatregel, die ingegeven wordt door financieeleconomische motieven. Efficient gebouwgebruik is een van de doelstellingen van het gemeentelijk huisvestingsbeleid onderwijs. Dat neemt niet weg, dat in voorkomende gevallen, problemen van sociale aard worden meegewogen bij het nemen van beslissingen in dergelijke aangelegenheden. In het onderhavige geval betrof het een zeer incidenteel probleem. Hierop wordt geen beleid gemaakt, omdat het een redelijk uniek voorval betrof en het niet mogelijk is vooraf scenario’s te ontwikkelen voor alle mogelijke problemen bij alle scholen. Bij incidentele problemen wordt getracht de meest passende oplossing aan te reiken, binnen de mogelijkheden, die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn. De begeleiding van scholen in emotionele aangelegenheden en bij sociale problemen in vergelijkbare situaties blijft in eerste aanleg de bevoegdheid van de schoolbesturen. Het gemeentebestuur treedt daar pas in, op verzoek van het betreffende bestuur, danwel indien de problematiek school-overstijgend is.
CDA- &actie
Eindhoven, 14 april 1998
Aan de voorzitter van de commissie waaronder het monurnentenbeleid valt
Geachte voorzitter,
Op 10 maart ontvingen wij van het bestuur van de Vereniging van Eigenaars Eigenheim een brief waarin een aantal vragen worden gesteld met betrekking tot monumenten. Er wordt gevraagd hoe serieus het monumentenbeleid wordt opgepakt door de gemeente. Al eerder ontvingen wij brieven waarin eveneens een lichte wanhoop doorklinkt waar het om monumenten gaat. Onze vragen: Welke mogelijkheden ziet u om tegemoet te komen aan onrust onder bewoners van monumenten? In welke richting zal het monumentenbeleid de komende periode worden gericht? Met vriendelijke groet, f
/
i/
Marriet Mittendorff Namens CDA-fiactie
Hl%1 IANQtN’ I 8 0 IIO j l 0 ’tC j
UAH: 0 IEH5T BSU
I HA UOVI Ollh OHII j 1 I
FAXHR. : + 848 2464166
19-85 ÃćâĆňâĂİ 98 15 :42 P .8 1
UNI VANEN III 0 Wl j I I UOj
U4U C40%100
IA% rjjjQ/jjlljj-BAN ; 81
FA>
VAN : D IEN5T BBU
19-Âż5-98 ]6 :Âż5 P.Âż1
Qpen brief aan: (.ollege van B%W van de gemeente Eindhoven Stadhuisplein 10 <611 EM Eindhoven Y E REN IG ING VAN EIGENAARS
Afschriften aan. De bewoners van Helmerslaan en omgeving Eindh ovens Dagblad Dienst Bouw- en Woningtoezicht Raadsleden Gemeente Eirrdhoven
, ( ,( ....
g4t)4 "J Ig Eindhoven, 10 nruart 1998
MJ
Geachte beleidm;rkers, U%
I
("dh "* ’ g" !f’
waard zijn. De gemeente heeft ingezien dat ze zuinig moet zrjn op deze huizen en heeft in 199> de monumerttenstatus verleend aan een groot aantal panden in de Schrijversbuurt. %ij trots. Want wij waren net van 43 huurders in e(n klap 43 eigenaren van onze woningen geworden, met een acncve Vereniging van Eigenaars ’Eigenheirrt’. De monumentenstatus was natuurlijk niet vrijblijvea d. Er werd uitgebreid onderzoek gedaan naar de originele staat van het aanzicht van de huizen (zie ’Renovatie Helmerslaan e.o,’ door Bert Staal). pe gemeente legde een aantal bepalingen op wat betreft bestaande detaillering, rrraterjaalgebruik, klcurstelling, enz. Bepalingen kortom, die ervoor moesten zorgen dat het beeld, het aarrzicht van de huizen zo veel mogelijk teruggebracht zou worden naar het origineel. Als Vereniging Kigenheirn kregen wij bij dc renovatie in ’95 een monumentensubsidie om de hogere kosten die de bepalingcn n et zich meebrachten te bekostigen. {3p dit moment komt het voor dat mensen huizen verbouwen en veranderingen doorvoeren waarbij op geen enkele manier rekening wordt gehouden met die bepalingen. Bij de dienst Bouw- en Woningtoezicht is hiervan door individuele bewoners melding gemaakt, zonder zichtbaar gevolg. Als wij serieus willen dat deze wijk zijn status als rrronument waard blijft cn als wij niet te maken willen krijgen meteen verklikkersrnentaliteit in onze buurt, dan hebben wij eerr beleid van u nodig, een consequent beleid. Daarom een aantal ragen en aanbevelingen; g Hoe serieus neemt u uw eigexr beleid en de handhaving ervan ten aanzien van monumenten en dan met name jn onze buurt" 2 waarom geen toezicht op nale ing van eigen voorschrifterr? 5%aarorrr geen srirnu/eengssubsidie voor iedereen die zijn huis erbouwd en de bepalingen in acht neemt? 4%aarorn is de monumentensubsidie afgeschaft? aarorn niet meer bekendheid geven aan de monumentenstatus en de bijbehorende voorschriften aan mensen die nieuw in deze wijk komen wonen! !! En tenslotte: wat kunnen wij als wijkbewoncrs zelf doen om de monumentenstatus niet zomaar ecn holle frase te laten zijn?
Hoogachtend. Het bestuur van de Vereniging van Eigenaars Eigenheim
Secretariaat VUE Eigenheim: Nicolaas Beetsstraat 11, 5615 JH Eindhoven
CDA-fractie Eindhoven, 14 april 1998
Aan de voorzitter van de commissie onderwijs, cultuur, welzijn ed
Geachte Heer v.d. Spek
Op 4 maart ontvingen wij van de heer van de Ven een brief waarin een aantal vragen worden gesteld met betrekking tot de specifieke situatie van een pleegkind. Er wordt gesteld dat begin maart 6 kinderen in Eindhoven niet naar een voor hen geschikte schoo1 kunnen. Onze vragen zijn: 1 Kunt u aangeven of op dit moment een adequate oplossing is gevonden voor genoemd pleegkind? 2 Kunt u aangeven hoe op dit moment de situatie is met betrekking tot de andere leerlingen? 3 Welke mogelijkheden ziet u in de toekomst voor dit soort situaties?
Met vriendelijke groet,
Namens CDA-fractie
pHA Uovl ooo ooo o I
UislvAaaaa:la- o-oo; loooo> oov ooooooo
FA>
UAH: H.C.Z. 9en Eindhoven
ln f
g’J ).g
19-Âż5-98 15 :57 P.Âż1
gerneerlte Eindhoven Âżenst Maatschappelijke en Culturefe Zaken
NOTITIE
Wethouder Y.d.Spek
Voor I I
Yan
D.RiemerS
l.a.a.
dhr.Q.Ca l o n
Datum
19 mei 1998
Onderwerp
reactie op vragen CDA-fractie dd. 14 apnl 1998
L.S.,
Als reactie op de bijgevoegde ragen van Mevr. M.Mittendorff namens de CDA-fractie betreffende de (school)specifieke situatie van enkele kinderen, het volgende:
1, Voor bedoeld kind kon een adequate oplossing gevonden worden; er werd een plaatsing gerealiseerd bij De Wingerd", school voor 50-MLK. De plaatsingsmogelljkheid werd vervolgens echter niet benut omdat het kind toch buiten Eindhoven op een school werd ingeschreven. De leerling staat ook niet in de GBA van Eindhoven ingeschreven. 2. Met betrekking tot de 5 andere kinderen is op dit moment de situatie als voigiu -l kind is niet in Eindhoven woonachtig en ook niet ingeschreven op een school hier; -2 kinderen zijn geplaatst in het speciaal onderwijs (resp. MLK en LOM); -2 kinderen zijn geplaatst in het reguliere basisonderwijs en kunnen volgend
schooljaar geplaatst worden in het speciaal onderwijs (was nu niet nodig omdat het "grensgevallen" waren, waarbij individuele redenen de doorslag gaven om tot plaatsing in het basisonderwijs over te gaan 3. Mede naar aanleiding van dit (en andere) signaien is met het speciaal onderwijs de
afspraak gemaakt dat zogenaamde verhuisleerlingen (leerlingen van buiten de gemeente Eindhoven die zich hier vestigen) met voorbijgaan van de bestaande wachtlijsten voor het speciaal onderwijs geplaatst zullen worden in het so-lom resp. so-mlk, indien ze daarvoor geÃŕndiceerd zijn, (zie ook bijlage)
ONTVANBBN:10 ’ 6.00’ {\}6:64; +OIO 2060600
+ FAN 404/BNB.BAN y HB
UAH: M.C.Z. oen Eindhoven
19-Âż5-98 15:58 P.Âż2
FAXNR.: + Âż4Âż 2382888
eBb-98 l6 : 03
Ml NS
weer Mimen naar school Aan de besturen van;
Richting S Onderwijs Hndhoven, Stichting Katholiek en Pmgeslants-Christegjk
nNBNN y: verhuislaertingen
Onderwijs in Eindhoven e.o.,
Commissie Openbaar Basis en speciaal Ondsrwqs,
dBSBN .. 1M2-1998
Dept, Ejndhavan dar Mij. tot Nut van t Algemeen.
Qeaaht bestuur, <et UeStuuriijk OVertag ZOrgVerbreding {BOZ) Van het SamenterklngSVarband Weer Samen I%m school Eindhoven a.q. Vraagt hiermede uw aandacht voor de problematiek 1endorn de phiahiny van
verhukrleeriingen binnen het en gaehk. Kj het BQz kernen berichten binnen dat plaatsing vsn dees leerlingen nNBt skijd mogelijk is als gevolg van afSpraken, die binnen riet samenwerkingsverband genNBairt zijn ten aanzien van aantallen lBNBrlingen in het speciaal onderwijs Het SOZ acht dit een onyawanete eitggh en is dan oak van oordeel dat deze leelis1gen in het speciaal andenBNis inostsn worden geplaatst, los ven de gatafamatiga afspraken. In de Vergadering Van 11 maart1995 Zal hat BOZ ter zake een besluit nemen. Hierop vooruitlopend verzoekt het Boz do besturen van scholen voor speciaal onderwijs vaar lam en mlk dienovereenkomstig te handelen en de betielfende schooidirecties in kennis te steilen van dn standpunt van het BQZ..
Hoogachtend, namens her Bestuurfijk Qvsrteg Zorgverbreding WSNS Eindhoven s.o.,
S.W van p, penningmeester.