Ruimtelijke Ontwikkeling

Ruimtelijke Ontwikkeling

Startnotitie Programma Buitengebied gemeente Ede Portefeuillehouder: Willemien Vreugdenhil

Hoofdafdeling : Ruimtelijke Ontwikkeling Opdrachtgever : Mark Koning

Projectnummer: S10029

Projectleider: Geert Butz

Startnotitie programma Buitengebied gemeente Ede versie 29-04-2015

Pagina 2 van 16

Inhoudsopgave

1.

Inleiding............................................................................................................ 3 1.1. Wat is ‘het buitengebied’?......................................................................3 1.2. Aanleiding.................................................................................................. 3 1.3. Aanpak en proces....................................................................................3 2. Projectomschrijving............................................................................................3 2.1 Doel van het programma Buitengebied...............................................3 2.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten.................................................3 2.3 Beoogd resultaat......................................................................................3 2.4 Projectopdracht en afbakening..............................................................3 2.5 Samenhang met andere projecten.......................................................3 2.6 Projectomgeving.......................................................................................3 3. Werkwijze aanpak.............................................................................................. 3 3.1 Proces en strategie..................................................................................3 3.2 Indeling: deelprojecten, fasering en activiteiten/producten............3 3.3 Mijlpalen en beslismomenten................................................................3 4. Projectbeheersing................................................................................................... 3 4.1 Organisatie................................................................................................3 4.2 Tijd (Planning / Planproces)....................................................................3 4.3 Geld (kosten en financiering).................................................................3 4.4 Informatie/ Communicatie......................................................................3 4.5 Kwaliteit..................................................................................................... 3 4.6 Risico’s....................................................................................................... 3 Bijlagen......................................................................................................................... 3 Bijlage I: Globale planning programma Buitengebied.................................3 Bijlage II: Communicatieplan...........................................................................3


Pagina 3 van 16

1. 1.1.

Inleiding Wat is ‘het buitengebied’?

Deze startnotitie voor het programma Buitengebied gaat over het Edese buitengebied. Dat is zowel het agrarische buitengebied als het natuurgebied Veluwe. Het totale Edese buitengebied beslaat zo’n 30.000 hectare (ca 11.000 hectare agrarisch buitengebied en 19.000 hectare Veluwe). De dorpen zelf in dat gebied worden daarbij niet meegerekend.

__ __

= gemeentegrens Ede

= Agrarisch buitengebied Ede

__

= Natuurgebied Veluwe Ede

Tevens wordt in dit programma de regio Food Valley betrokken voor zover er overkoepelende thema’s spelen die het Edese buitengebied ook raken. De regio Food Valley bestaat uit de gemeenten Ede, Wageningen, Barneveld, Veenendaal, Renswoude, Scherpenzeel, Nijkerk en Rhenen. Startnotitie programma Buitengebied gemeente Ede versie 29-04-2015

Pagina 4 van 16

Het gebied kent een grote diversiteit aan functies en ontwikkelingen. In het agrarisch gebied zijn dit vooral de landbouw, functiewisselingen en de opkomst van een grote diversiteit aan niet-agrarische functies en nevenactiviteiten. In het natuurgebied Veluwe ligt de nadruk vooral op natuur, toerisme, en recreatie. Hoewel deze gebieden zowel qua landschappelijke kenmerken als qua functies van elkaar verschillen, zijn er ook gemeenschappelijke thema’s en vraagstukken. Het Edese buitengebied willen we daarom integraal in het programma buitengebied opnemen. 1.2.

Aanleiding

De aanleiding voor dit project vormen de transformaties die momenteel plaatsvinden in het buitengebied. De omvang en het tempo waarin deze transformaties plaatsvinden is ongekend en is niet op te lossen binnen de huidige beleidskaders. Het gaat daarbij om de volgende ontwikkelingen:  Schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging in de agrarische sector;  Nieuwvestiging en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid;  Toekomstbestendigheid van recreatieterreinen. Schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging in de agrarische sector In de periode tot 2030 stoppen circa 400 bedrijven en komt circa 650.000 tot 1.000.000 m2 aan agrarische bebouwing vrij. Bij voortzetting van het huidige functiewisselingsbeleid betekent dat de nieuwbouw van 650 tot 1.000 extra woningen in het buitengebied. In Nederland is het aantal agrarische bedrijven gedaald van 400.000 in 1950, naar 64.000 in 2012 wat een daling is van meer dan 80%. De productiecapaciteit van de sector is echter gelijk gebleven. Dat komt doordat de overgebleven bedrijven qua omvang gegroeid zijn. Om te kunnen blijven bestaan zullen deze bedrijven blijven uitbreiden. Aan de andere kant wordt ingeschat dat er tot 2030 in Nederland nog 24.000 agrarische bedrijven zullen stoppen.1 In de gemeente Ede waren er 1243 agrarische bedrijven in 2000 waarvan er in 2013 nog 852 over waren, wat een vermindering is van 1/3. Onze verwachting is dat het aantal agrarische bedrijven in de gemeente tot 2030 zal dalen naar rond de 400. 2 Dat betekent voor onze gemeente 650.000 m2 aan leegstaande agrarische bedrijfsgebouwen in 20303, wij verwachten echter op basis van de huidige trends die waargenomen worden in ons buitengebied dat dit wel eens richting de 1.000.000 m 2 zou kunnen gaan. Nieuwvestiging en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid Door de dalende kosten van vrijkomende agrarische bebouwing is het voor ondernemers aantrekkelijker om zich in het buitengebied te vestigen dan op een bedrijventerrein, met als gevolg dat de bedrijventerreinen (met name bij de dorpen) leeg blijven. Op veel locaties in het buitengebied zijn niet-agrarische bedrijven gevestigd. Deze zijn daar vaak van oudsher aanwezig, kleinschalig begonnen en langzaam uitgegroeid. Met de huidige functiewisselingsregeling is een beperkte groei mogelijk via compenserende sloop van agrarische vastgoed. De prijs van agrarisch vastgoed daalt steeds meer door het grote aanbod ervan. Hierdoor is het voor veel kleinschalige bedrijven aantrekkelijker om op locatie uit te breiden of een nieuw bedrijf te vestigen dan op een kavel op één van de bedrijventerreinen. Met als gevolg dat de bedrijventerreinen (met name bij de dorpen) leeg blijven.

1

CBS cijfers

2

Rapport Alterra, ‘vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied’, rapportnr. 14.2.325 (Utrecht, maart 2014) 3 Alterra, ‘vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied’, rapportnr. 14.2.325 (Utrecht, maart 2014)


Pagina 5 van 16

Toekomstbestendigheid van recreatieterreinen De huidige recreatieterreinen in Ede zijn voor een groot deel verouderd en onvoldoende toekomstbestendig. De sector heeft behoefte aan ruimte om in te kunnen spelen op trends en ontwikkelingen in de markt. Er zijn veel recreatieterreinen in de gemeente Ede (alleen al op de Veluwe 54 terreinen), maar deze worden veelal niet (geheel) voor recreatiedoeleinden gebruikt. Er vindt permanente bewoning plaats of het terrein is sterk verouderd en staat deels leeg. De ondernemers die wel een bloeiend bedrijf hebben zitten vaak klem omdat deze terreinen ‘dicht’ geregeld zijn en zij niet kunnen inspelen op de huidige markt die om een creatief en hoogwaardig toeristisch product vraagt. Voor de recreatiebedrijven in Ede wordt naar analogie van het project ‘Vitale Vakantieparken’ van de regio Noord-Veluwe een project gestart gericht op een duurzame en toekomstbestendige recreatiesector. Uit onderzoek op de Noord-Veluwe blijkt dat slechts 40% van de recreatiebedrijven in dat gebied levensvatbaar is, dit gebied is vergelijkbaar met de Zuid-Veluwe en zal voor Ede waarschijnlijk vergelijkbare gegevens opleveren. Voor de gemeente Ede zal in de loop van 2015 een dergelijk onderzoek worden uitgevoerd. Ruimtelijke kwaliteit Overkoepelend thema daarbij is de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied en de (on) mogelijkheid om de verschillende functies met elkaar te combineren en tevens de natuurwaarde en andere gebiedskenmerken te respecteren. Samenhang Daarnaast speelt de samenhang met de Nota Duurzaamheid, het Programma Food en de Woonvisie en de ruimtelijke vertaling hiervan. 1.3.

Aanpak en proces

Om het buitengebied vitaal te kunnen houden is het noodzakelijk dat we een programma opstellen om te zorgen dat we deze ontwikkelingen kunnen faciliteren en in goede banen kunnen leiden en oplossingen kunnen vinden voor de dilemma’s die spelen. Om te komen tot een focus met betrekking tot de ontwikkelingen is gebruik gemaakt van ambtelijke sessies waarbij ook externen betrokken zijn. Daarna is een en ander op 9 april 2015 voorgelegd in een informatieve bijeenkomst voor raad en externe partijen. De resultaten van deze sessie hebben een erkenning opgeleverd van de onderkende problematiek. De denkrichtingen vanuit deze sessies geven we niet vooraf mee in het vervolgtraject om te voorkomen dat dit tot tunnelvisie leidt. De input uit deze discussies is een start voor de discussies in het verdere traject voor het programma Buitengebied en zal in de bijeenkomsten met stakeholders en raad verder uitgediept worden.


Pagina 6 van 16

2. 1.4.

Projectomschrijving Doel van het programma Buitengebied

Het doel van het programma Buitengebied is om een actueel, integraal kader en uitgangspunten op te stellen voor het Edese buitengebied. De focus ligt daarbij op de volgende specifieke thema’s:  Schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging in de agrarische sector  Nieuwvestiging en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid  Toekomstbestendigheid van recreatieterreinen Overkoepelend thema daarbij is de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied en de (on) mogelijkheid om de verschillende functies met elkaar te combineren en tevens de natuurwaarde en andere gebiedskenmerken te respecteren. Daarnaast speelt de samenhang met de Nota Duurzaamheid, het Programma Food en de Woonvisie en de ruimtelijke vertaling hiervan. Het programma Buitengebied is onze kijk op actuele vraagstukken en ontwikkelingen in het buitengebied, hoe deze zich verhouden tot de huidige ruimtelijke situatie en hoe we hier op in kunnen spelen. Dit programma vormt voor de betreffende thema’s de onderlegger voor o.a. de Structuurvisies Buitengebied en Kernen. De ondernemers in het gebied maken het buitengebied. Er zal daarom uitvoerig worden gesproken met de betrokken partijen uit de gemeente en de regio om tot een programma komen dat draagvlak heeft. Het programma buitengebied zal tevens ingaan op hoe we als gemeente omgaan met ‘uitnodigingsplanologie’. 1.5.

Randvoorwaarden en uitgangspunten

Het programma Buitengebied speelt in op ontwikkelingen in het buitengebied die om een vernieuwde blik vragen. Het programma Buitengebied wordt via vertaling in beleid actueel toetsingskader voor ruimtelijke plannen (o.a. bestemmingsplannen) en andere ontwikkelingen in het buitengebied. 1.6.

Beoogd resultaat

Het project bestaat uit de volgende producten: Voorbereiding:  Beleidsinventarisatie  Brainstormsessies medewerkers verschillende vakdisciplines (3x)  Uitkomsten brainstormsessies  Bijeenkomst raad PDE  Communicatieplan Formele traject:  Projectdocument  Discussienota  Vast te stellen programma Buitengebied  Vastgesteld programma Buitengebied


Pagina 7 van 16

Projectopdracht en afbakening

1.7.

De opdracht is om een actueel en integraal programma te maken voor het Edese buitengebied dat inspeelt op huidige- én zoveel mogelijk ook op toekomstige ontwikkelingen. Het programma wordt waar nodig vertaald naar de op te stellen structuurvisie Buitengebied, de ruimtelijke beleidsnota’s en bestemmingsplannen. Een nieuw programma Buitengebied betekent dus niet dat al het beleid voor het buitengebied aangepast zal worden. Alleen voor specifieke thema’s, de ‘speerpunten’ in het buitengebied, wordt nieuw of aangepast beleid gemaakt. De thema’s die in de daadwerkelijke visievorming worden betrokken zijn:   

Schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging in de agrarische sector Nieuwvestiging en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid Toekomstbestendigheid van recreatieterreinen

Overkoepelend thema daarbij is de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied en de (on) mogelijkheid om de verschillende functies met elkaar te combineren en tevens de natuurwaarde en andere gebiedskenmerken te respecteren. Daarnaast speelt de samenhang met de Nota Duurzaamheid, het Programma Food en de Woonvisie en de ruimtelijke vertaling hiervan.

1.8.

Samenhang met andere projecten

Ten eerste is er de samenhang binnen het ruimtelijk domein. Allereest de uitwerking van de provinciale omgevingsvisie en de regiovisie FoodValley. Daarnaast het opstellen van de structuurvisies van de gemeente Ede. Verder het ontslakken en de beleidsvernieuwing waarbij het aantal beleidsnota’s drastisch wordt teruggebracht. Daarnaast heeft het programma Buitengebied gevolgen voor de te realiseren bestemmingsplannen (met name voor het nieuwe bestemmingsplan recreatieterreinen Veluwe, de actualiseringen van het bestemmingsplan Agrarisch buitengebied en van het Natuurgebied Veluwe). Sommige ontwikkelingen (zoals het bestemmingsplan recreatieterreinen) zijn daarom ‘on hold’ gezet tot er meer duidelijkheid gegeven kan worden over de uitkomsten van het programma Buitengebied. Ten tweede de samenhang over de grenzen van de inhoudelijke doemeinen heen. Het is van belang voldoende afstemming te hebben met het programma Food, nota Duurzaamheid en de Woonvisie Daarnaast spelen ontwikkelingen op gebied van recreatieterreinenen en bedrijventerreinen een belangrijke rol in het buitengebied. 1.9.

Projectomgeving

In het buitengebied zijn diverse belanghebbende partijen voor wie dit programma van invloed is. Het gaat met name om agrarische bedrijven, recreatiebedrijven, niet-agrarische bedrijven en bewoners en gebruikers van het gebied. Daarnaast spelen ook belangenorganisaties zoals LTO, RECRON, dorpsraden, ondernemersverenigingen en natuur- en milieuorganisaties een belangrijke rol. Het is de bedoeling om in co-creatie met met deze partijen tot een programma te komen. Daarnaast worden het rijk, de provincie, de regio en het waterschap in het kader van vooroverleg bij het project betrokken.


Pagina 8 van 16

3. 1.10.

Werkwijze aanpak Proces en strategie

Het is van groot belang om in het voortraject de thema’s en ontwikkelingen die een rol spelen in het buitengebied en die mogelijk knelpunten –of juist nieuwe inzichten- opleveren boven tafel te krijgen. Hierbij speelt het huidige beleid en de gegevens die de gemeente hierover heeft een rol, maar in belangrijke mate ook ondernemers of belangengroepen in het buitengebied zelf. In dit geval wordt de strategie gekozen om de diverse groepen die bij de aangegeven thema’s in het gebied belang hebben in een vroegtijdig stadium te betrekken in het hele proces. Dit geldt eveneens voor het bestuur: de raad wordt direct vanaf het begin geïnformeerd en betrokken in het proces. Hiermee wordt bereikt, dat alle mogelijke knelpunten al in een vroeg stadium onderkend kunnen worden en daarmee ook ondervangen. 1.11.

Indeling: deelprojecten, fasering en activiteiten/producten

Het project bestaat uit verschillende onderdelen. Hieruit komen verschillende deelproducten, die worden benoemd en omschreven. De projectonderdelen vormen de basis voor de planning en het benodigde budget. Inventarisatie/voorbereiding Voor het opstellen van dit programma is het nodig dat het bestaande beleid goed wordt geïnventariseerd. Hierbij gaat het om zowel gemeentelijk, regionaal, provinciaal als rijksbeleid. Het is van belang dat de verschillende beleidsterreinen goed op elkaar worden afgestemd en op een juiste manier worden vertaald in de visie buitengebied. Dit is grotendeels afgerond. Tevens is een drietal bijeenkomsten geweest waarin interne medewerkers van de gemeente Ede hebben gebrainstormd over discussiepunten ten aanzien van de eerder genoemde thema’s. Discussienota Voorafgaand aan het daadwerkelijk invullen van het programma buitengebied is het noodzakelijk om vroeg in het traject al te weten welke zaken er wel en niet gevoelig liggen in het buitengebied en welke wel of niet voor aanpassing in aanmerking komen. In een interactief traject in de vorm van een co-creatie, zullen de uitdagingen en dilemma’s worden besproken met burgers en belanghebbenden. Op basis daarvan wordt een discussienota opgesteld. De resultaten van de discussienota zullen vervolgens worden verwerkt als uitgangspunten in het uiteindelijke programma Buitengebied. Programma Buitengebied In het uiteindelijke programma Buitengebied wordt per thema aangegeven welke uitgangspunten worden gehanteerd en een motivering waarom deze uitgangspunten worden gehanteerd. Het programma Buitengebied wordt vastgesteld door de gemeenteraad, zodat voor iedereen duidelijk is welke keuzes er gemaakt worden en de politieke discussie voor een groot deel vooraf wordt gevoerd.


Pagina 9 van 16

1.12.

Mijlpalen en beslismomenten

In het 1. 2. 3.

project zijn verschillende mijlpalen en beslismomenten te noemen: Vaststellen startnotitie door gemeenteraad; Discussienota naar raad (via inforonde college); Het instemmen met het programma Buitengebied door het college van B&W en ter vaststelling aanbieden van het programma Buitengebied aan de gemeenteraad; 4. vaststelling van het programma Buitengebied door de gemeenteraad.


Pagina 10 van 16

4. Projectbeheersing 4.1

Organisatie

Portefeuillehouder: Willemien Vreugdenhil Opdrachtgever: Mark Koning Projectleider: Geert Butz (projectleider) Het projectteam is verantwoordelijk voor de voortgang, de communicatie en de inhoudelijke kwaliteit. De projectgroep draagt, samen met het projectteam, zorg voor de inhoudelijke kwaliteit van het programma. Al naar gelang het thema dat in de projectgroep (projectoverleg) wordt behandeld kan de samenstelling van de projectgroep wisselen: bij elk thema worden de expertises ingezet die daar inhoudelijk het meest op hun plaats zijn. Er wordt gekozen om een zo slank mogelijke projectorganisatie neer te zetten. Dit om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de inhoudelijke kwaliteiten van de organisatie. 1.13.

Tijd (Planning / Planproces)

In bijlage I is de globale planning voor het programma Buitengebied opgenomen. 1.14.

Geld (kosten en financiering)

Het project wordt zoveel mogelijk binnen de bestaande capaciteit meegenomen. Voor het Programma Buitengebied bedragen de loonkosten € 50.000. Dit is nodig voor de visievorming en voor de vertaling van de speerpunten naar beleid, structuurvisie en plannen. De programmakosten bedragen € 100.000 in 2015 oplopend naar € 200.000 in 2016-2018 voor onderzoek en maatregelen op basis van de gemaakte beleidskeuzes. Waar mogelijk worden maatschappelijke partners gestimuleerd om een bijdrage te leveren in de vorm van investeringen, co-financiering of subsidies. Deze middelen zijn als voorstellen in het kader van de Perspectiefnota 2015 aan het college voorgelegd. Er heeft echter nog geen definitieve besluitvorming over plaatsgevonden, dus deze middelen zijn nog niet toegekend. 1.15.

Informatie/ Communicatie

In het project programma Buitengebied krijgen we te maken met verschillende groepen en individuen waarmee we het gesprek aan willen gaan om het project succesvol tot een einde te brengen. Bij dit traject zal een medewerker communicatie intensief betrokken worden. In een interactief traject in de vorm van een co-creatie, zullen de uitdagingen en dilemma’s worden besproken met burgers en belanghebbenden. Voor dit traject is een communicatieplan opgesteld. Individuele bewoners en gebruikers van het plangebied worden via het blad Buitenronde en via Ede-Stad of de webpagina attent gemaakt op de ontwikkelingen over het programma buitengebied. Tot slot worden formele besluiten in Ede Stad gepubliceerd. Het communicatieplan is als bijlage II opgenomen bij dit projectdocument.

1.16.

Kwaliteit


Pagina 11 van 16

Het programma Buitengebied dient een actuele en integrale visie te zijn op de ontwikkelingen in het buitengebied, met oog voor lokale verschillen en gebiedskwaliteiten. De kwaliteit van de het programma Buitengebied wordt geborgd door optimaal gebruik te maken van de in de organisatie aanwezige gebiedskennis. Deze kennis wordt aangevuld met input van ondernemers en andere partijen uit het gebied zelf. Daarnaast wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van producten die al ontwikkeld zijn. Voorbeelden hiervan zijn het functiewisselingenbeleid van de regio De Vallei, de omgevingsvisie van de provincie Gelderland, het Programma Food en de Nota Duurzaamheid van de gemeente Ede en het beleid over permanente bewoning van recreatiewoningen en de Woonvisie van de gemeente Ede. 1.17.

Risico’s

Geen actueel programma Buitengebied betekent geen actuele structuurvisies en geen actueel beleid waardoor we niet kunnen inspelen op vragen, innovaties en ontwikkelingen in het buitengebied en op de weten regelgeving. Wanneer het traject voor het programma Buitengebied erg lange tijd in beslag zal nemen en de planning uitloopt, is het risico aanwezig dat ontwikkelingen en innovaties in het buitengebied die om een actueel beleidskader vragen stagneren.


Pagina 12 van 16

Bijlagen


Pagina 13 van 16

Bijlage I: Globale planning programma Buitengebied



20 februari 2015: BOT overleg B&W



9 april 2015: PDE: bijeenkomst raad



Juni 2015: startnotitie vaststellen gemeenteraad



Juni-oktober 2015 gesprekken/bijeenkomsten met stakeholders/belangengroepen/burgers



December 2015 discussienota in gemeenteraad



Februari 2016 programma Buitengebied in B&W



Maart 2016 programma Buitengebied in gemeenteraad (oordeelsvorming, vaststelling).


Pagina 14 van 16

Bijlage II: Communicatieplan Communicatieplan programma Buitengebied Hoe betrekken we de betrokken partijen en burgers bij het samenstellen van het programma Buitengebied? 1) Focus op discussie met de betrokken partijen/belangengroepen 2) Later in het stadium burgers erbij betrekken Buitenronde Aan het begin van het traject wordt de Buitenronde verspreidt in het hele buitengebied. Hierin wordt het doel en traject rondom het programma Buitengebied kenbaar gemaakt en worden de kaders beschreven waarbinnen gediscussieerd kan worden. De rol van de stakeholders moet daarin duidelijk worden beschreven. Maar ook; hoe worden burgers betrokken? Algemene informatie over het traject voor het programma Buitengebied wordt hierin aangegeven. Bijeenkomsten betrokken partijen Samen met betrokken partijen worden drie bijeenkomsten georganiseerd op locatie (‘buiten’). Vanuit de gemeente worden vooraf kaders meegegeven, maar daarbinnen de vrijheid geven om discussie te voeren. De doelgroep van deze themabijeenkomsten zijn: betrokken partijen, burgers en bestuurders. Deze bijeenkomsten worden per thema (agrarische sector, niet-agrarische sector, recreatiesector) georganiseerd in de vorm van een (participatie) bijeenkomst, waarbij de dilemma’s/vraagstukken per thema bediscussieerd worden en naar oplossingsrichtingen wordt gezocht. Social media Vanaf de eerste bijeenkomst zal facebook ingezet worden. De vraagstukken en discussie die tijdens deze eerste bijeenkomst aan bod komen woren via facebook kenbaar gemaakt. Hiermee geef je de burger ook de kans om mee te denken/discussiëren in het traject. Eventueel kan er naast facebook ook een discussieforum ingericht worden. Deze worden gelinkt aan een pagina voor het programma Buitengebied die aangemaakt wordt op de Ede-website. Op deze website worden daarnaast o.a de belangrijkste kaders van het programma Buitengebied aangegeven en stand van zaken van het traject bijgehouden. Burgers betrekken Om burgers meer te betrekken bij het traject zal er een enquête opgesteld worden waarin hun mening/ideeën over bepaalde onderwerpen wordt gevraagd. Gevraagd kan worden of burgers ook behoefte hebben aan een ‘eigen’ bijeenkomst. Doorlopend worden burgers steeds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen via de Buitenronde, Ede-Stad en social media.


Pagina 15 van 16

In onderstaand overzicht staat globaal aangegeven welke communicatiemiddelen we wanneer gaan inzetten de komende periode. Het is een globale planning tot half oktober. Tijdens het traject zullen er meerdere evaluatiemomenten moeten plaatsvinden om te kijken of dit een passende planning is of dat er meer of minder communicatiemomenten ingezet moeten worden. Middel

Datum

Wie

Buitenronde verspreiden (doel programma Buitengebied, kaders beschrijven etc.)

Begin juni 2015

RO, Communicatie

Eerste bijeenkomst met betrokken partijen

Eind juni 2015

Social media inzetten

Doorlopend. Start eind juni 2015 Eind juni 2015

Betrokken partijen, RO, Communicatie, (raadsleden worden hierbij uitgenodigd) RO, Communicatie

Evaluatiemoment; hoe verloopt het proces?

RO, Communicatie

Tweede bijeenkomst met betrokken partijen

Half september 2015

Enquête afnemen bij de burgers in het buitengebied

Half september 2015

Betrokken partijen, RO, Communicatie, (raadsleden worden hierbij uitgenodigd) RO, Communicatie, S&O

Evaluatiemoment; hoe verloopt het proces?

Eind september 2015

RO, Communicatie

Derde bijeenkomst met betrokken partijen

Half oktober 2015

Betrokken partijen, RO, Communicatie, (raadsleden worden hierbij uitgenodigd)

De inhoud en opzet van de bijeenkomsten wordt nog nader bepaald. Daarnaast is het mogelijk dat er nog op andere manieren communicatie/participatie plaatsvindt.


Pagina 16 van 16

Ruimtelijke Ontwikkeling

Recommend Documents