Verslag Liniecommissie d.d. 19 oktober 2006 vergadering: tijd / plaats: aanwezig:
afwezig:
kopie:
Commissie Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie 14.30 – 17.00 uur / Provinciehuis Utrecht E.M. d’Hondt (voorzitter LC), A. Bal (plv. directeur Ruimte, VROM), J.G.P. van Bergen (GS-lid Prov. Utrecht), R.P. van Brouwershaven (Directeur Regionale Zaken van Min. LNV), mevr. I. van der Hee (HID RWS Utrecht, Min. VenW), mevr. R. Kruisinga (GS-lid Prov. NoordHolland), A.E. van Vuuren (Directeur Projectbureau, secretaris LC), K.A. Blokland (Projectbureau), mevr. R. Groot (Projectbureau, verslag). J. Fledderus (Directeur RMV, Min. Defensie), F.D. van Heijningen (GS-lid Prov. Zuid-Holland), D.H. Kok (adviseur, voorzitter Liniepartners), W.C. Luijendijk (GS-lid Prov. Noord-Brabant), T.H.C. Peters (GS-lid Prov. Gelderland), mevr. A. Scholte (plv. Directeur Cultureel Erfgoed van Min. OCW), mevr. S. Berkers (Projectbureau, verslag) (agendaleden) Liniecie, (agendaleden) Voorportaal, werkgroep Kwaliteit, werkgroep Programma, Projectleiders, Projectbureau, auteur nieuwsbrief
bijlage
1.
actie
Opening en Mededelingen De voorzitter opent de vergadering. J. Fledderus, D.H. Kok, W.C. Luijendijk, F.D. van Heijningen, T.H.C. Peters en mevr. A. Scholte zijn afwezig. Hun ingebracht schriftelijk commentaar is verwerkt in dit verslag. Rondje actuele ontwikkelingen Rijk en Provincies • I. van der Hee deelt mee dat de opening van de Diefdijk goed verlopen is. Men heeft grote waardering voor de inpassing. De regionale netwerkanalyse regio Utrecht is afgerond. Dit zal een volgende Liniecommissie vergadering geagendeerd worden, gekoppeld aan de NV Utrecht studie. En verder zal de Batterij aan de Overeindseweg mogelijk van Rijkswaterstaat overgaan naar Hoogheemraadschaap Stichtse Rijnlanden. • J. van Bergen meldt dat het AVP in de Staten Utrecht met veel instemming is vastgesteld. Dit biedt goede kansen voor de provincie om in het landelijk gebied aan de slag te gaan. • R. Kruisinga meldt dat in het kader van ILG regiocommissies opgericht zijn. Zij is verheugd te kunnen mededelen dat de Stelling van Amsterdam en de NHW eigenstandige commissies blijven met eigen overlegstructuren. • R. van Brouwershaven doet een procedurele mededeling over het vleermuizenonderzoek: op korte termijn wordt uitkomst verwacht. De onderzoekers denken aan de opdracht te kunnen voldoen en het lijkt een constructief rapport te worden. Tevens vraagt v. Brouwershaven in welke mate provincies erin slagen de Grote Steden bij investeringen in het buitengebied te betrekken. Van Bergen en Kruisinga zien hierin een positieve ontwikkeling. FES Vanuit FES is er nog 1 miljard euro uit de Nota Ruimte toe te delen aan projecten. NHW zou daar evt. onderdeel van kunnen zijn. Dit moet volgens R. van Brouwershaven niet gebracht worden als claim. Het Rijk komt zelf met voorstellen. De weg is dus niet om de vraag via de Liniecommissie aan te bieden, maar om te zorgen dat departementen het zelf op de agenda zetten. Het projectbureau houdt hierbij een vinger aan de pols. De afspraak is dat het Projectbureau een concreet investeringsprogramma maakt tbv het nieuwe regeerakkoord. Daarnaast is/komt in het domein kennis en innovatie 1,7 miljard euro beschikbaar. De voorzitter acht de mogelijkheid om daar een voorstel voor te maken beperkt, omdat ook onderzoek en onderwijs belangrijke componenten moeten zijn. Het is wel de moeite waard om dit nog verder te verkennen.
Pagina 1 van 5
IvdH
AvV
Extra Schriftelijke mededelingen: W. Luijendijk laat weten dat het Brabants Landschap en NV Monumentenfonds in goed overleg hebben besloten de samenwerking bij de restauratie en herbestemming van Fort Altena op te schorten. Brabants Landschap gaat het project zelf trekken. De provincie Brabant heeft hier voldoende vertrouwen in. Verder hebben GS van Noord-Brabant op 5 sept. besloten het programmaplan voor de enveloppen Diefdijk en Loevestein vast te stellen als onderdeel van het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) en tevens als uitvoeringsprogramma voor het Nationaal Landschap. Daarmee is de aanspraak op de ILGmiddelen geregeld. Deze blijft wel beperkt tot het budget dat voor de Nationale Landschappen is gereserveerd (2,4 mln voor 2 NL’s) De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2.
2a-c
Verslag Liniecommissie d.d. 31 mei 2006, Verslagen agendacommissie d.d. 17 aug. en 28 sept. 2006. De verslagen worden ongewijzigd goedgekeurd.
3.
3 + 3a
Stand van zaken Quick Wins De Quick Wins lopen prima. Goed moment om hier nu publiciteit mee te genereren. Voorstel om de voortgang Quick Wins samen met het Uitvoeringsprogramma op 14/12 in Nieuwspoort aan te bieden aan Veerman, samen met lokale bestuurders. R. Kruisinga meldt dat Vechtstreek-Noord dit voor de eigen enveloppe vanavond 19 okt op fort werk IV in Bussum presenteert. Verder meldt R. Kruisinga dat enkele details van enveloppe 1 in het overzicht niet kloppen (actie: PB checkt dit bij Nanette van Goor). De voorzitter vraagt wat er gebeurt met gereserveerd geld dat nier besteed is. J. van Bergen antwoordt dat er altijd een reserve lijstje projecten is dus dat dit geld goed besteed kan worden. A. van Vuuren beaamt dit. K. Blokland merkt op dat Zuid-Holland hierop een uitzondering heeft gevormd: geld dat oorspronkelijk voor de Linie bedoeld was, is bij gebrek aan concrete quick wins teruggegeven aan het project de Kinderdijk. Schriftelijke mededeling: W. Luijendijk meldt schriftelijk dat ook in Noord-Brabant de Quick Wins (Papsluis, Kruithuis en wallen Altena) op schema lopen. Op 22 september heeft de feestelijke oplevering van de herstelde wallen plaatsgevonden. Restauratie Papsluis gaat nu tweede en laatste fase in (o.a. herstel waaierdeuren). De cijfers zoals in de bijlage zijn voor wat betreft Noord-Brabant niet helemaal correct, maar het beeld dat geschetst wordt klopt. Kanttekening bij het vertrouwen dat de notitie oproept: de complexere en duurdere projecten zijn doorgeschoven naar de periode 2007-2013. Het zal minder makkelijk zijn die ook geïnitieerd te krijgen. T. Peters en E. van Heijningen laten schriftelijk weten dat Gelderland en Zuid-Holland instemmen met de nota over Quick Wins.
4.
4 + 4a,b Liniebreed uitvoeringsprogramma Presentatie advies kwaliteitsteam De voorzitter heet Dhr. D.F. Sijmons die is aangeschoven voor een toelichting op het advies van het Kwaliteitsteam welkom. Sijmons geeft aan dat in dit project echt goed zichtbaar wordt wat het verschil is tussen rijksproject en nationaal project. Dit is met recht een nationaal project met een goed functionerende samenwerking in de verticale bestuurskolom. Het voltallige Kwaliteitsteam werkt altijd met veel plezier en gevoel van trots aan dit project. Belangrijk punt dat in het advies van het Kwaliteitsteam naar voren komt is de objectgerichtheid van de enveloppeplannen. Het Kwaliteitsteam roept op om het samenhangend Linieprofiel niet te vergeten. Sijmons erkent dat dit niet eenvoudig is. De NHW is een Ruimtelijk Ordeningsproject, terwijl de gedeputeerden die het trekken vaak cultuur in hun portefeuille hebben. Dit strookt niet altijd met elkaar. Sijmons benadrukt wel dat hij een steeds optimistischer gevoel signaleert. Niet alleen bij het Kwaliteitsteam, maar Pagina 2 van 5
AvV
in de hele Linieomgeving. Het ruimtelijk ordeningsaspect wordt steeds meer erkend. Tweede punt van aandacht is het ontbreken van de wateropgave in alle enveloppen. Dit is iets dat niet te verwijten valt aan de trekkers van de enveloppen. Dit moeten bestuurders zelf eerst op de agenda zetten. Dat het klimaat ervoor wel degelijk aanwezig is bewijst het diner met de dijkgraven en het kwaliteitsteam van mei jongstleden. Dijkgraven wíllen wel hogere ambitie tonen, maar moeten geholpen worden bij het concretiseren van de vraag. De voorzitter vraagt de aanwezigen te reageren. J. van Bergen: grote waardering voor het advies, het voegt veel toe aan de enveloppen. Hij ziet heil in het uitvoeren van twee pilots in samenwerking tussen de enveloppen en het Kwaliteitsteam: één pilot mbt de relatie tussen het NHW object en ruimtelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld Eiland van Schalkwijk). En een tweede pilot mbt het instrument beschermd landschapsgezicht. R. van Brouwershaven: mooi verwoord advies. De link met de RO is inderdaad belangrijk. Dit komt in de rijksenveloppe terug. Het rijk geeft meer aandacht aan de planologische doorwerking van nationale landschappen en zoekt naar manieren en gebieden in de linie om tot gebiedsontwikkeling te komen. Mede door het opdrachtgeverberaad van het GOB, waarin enthousiasme voor de pilot Schalkwijk. De voorzitter erkent ook de RO problematiek en constateert dat er een ruime manier van omgang is (PKB) of een smalle manier (noodwet). Deze laatste manier wordt vaak als erg dwingend en onsympathiek ervaren, maar het loont de moeite om hier over door te denken. Verder vindt de voorzitter dat we ook op gebied van communicatie nog kunnen leren. Bijvoorbeeld op het gebied van productontwikkeling is het goed om naar de markt te kijken. Dhr Sijmons vindt de parallel met de noodwet een mooie metafoor, maar zo ver hoef je niet te gaan. Een Rijkstructuurvisie NHW en een koppeling met het nationaal landschap doet ook al veel. Een mooi voorbeeld van de doorwerking van de nationale landschapen: de Raad van State heeft 3 weken geleden de zaak Alkemade (‘volbouwen onder het mom van landschappelijk bouwen’) afgewezen met argumentatie van de kernkwaliteiten van het nationaal landschap. A. Bal geeft aan ervaring te hebben met de AMvB die ook van toepassing kan zijn. Hij biedt aan uit te zoeken wat mogelijk is met WRO/Structuurvisie/AMvB. De Liniecommissie neemt dit aanbod graag aan. AB Ook W. Luijendijk reageert schriftelijk positief op het advies van het Kwaliteitsteam. Het is een gedegen en kundig advies dat gelukkig positief uitvalt. De kritiek, zoals het ontbreken van een overkoepelende visie en het feit dat projecten en autonome ontwikkeling niet duidelijk voorzien zijn van een uitvoeringsstrategie, wordt ter harte genomen. Tegelijkertijd benadrukt Luijendijk dat het koppelen van concrete projecten aan doelen nu even het belangrijkst is. Verder is het niet mogelijk en niet wenselijk alle parameters die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van projecten in het programmaplan op te nemen. Het is de verantwoordelijkheid van de projectleiders om hierbij heel specifiek maatwerk te leveren. De complexere ruimtelijk problemen komen vooral in het kader van het gebiedsgerichte beleid van de provincie en gemeenten aan bod. Uitvoeringsprogramma K. Blokland licht kort de oplegnotitie van het Liniebrede uitvoeringsprogramma toe. Het uitvoeringsprogramma ontvangt veel lof en waardering en unanieme instemming. Reacties van de aanwezigen: R. v. Brouwershaven merkt op dat meer aandacht besteed moet worden aan de relatie NHW – Nationaal Landschap. Ook in het licht naar het nieuwe kabinet is dit belangrijk. R. Kruisinga geeft aan dat er ook behoefte is aan inzicht in de totale investeringsbehoefte. Ook grote investeringen buiten het ILG zoals het eco-aquaduct (Vecht) moeten zichtbaar worden, evenals geld dat al ingeboekt en gereserveerd is. De voorzitter zegt dat ook duidelijker moet worden hoe de middelen voor gebiedsontwikkeling beschikbaar gesteld kunnen worden en wie de mogelijke geadresseerden hiervoor zijn (BBL, provincie, GOB/leenfaciliteit, gem. grondbedrijf ?) Pagina 3 van 5
T. Peters, E. van Heijningen en W. Luijendijk laten schriftelijk weten dat Gelderland, ZuidHolland en Noord-Brabant instemmen met de beslispunten. Aanwezigen spreken verder hun waardering uit voor het programma en de wijze waarop dat tot stand is gekomen: gedragen door regio. Rijksenveloppe De aanwezigen uiten algemeen hun waardering voor feit dat de Rijksenveloppe er nu is en voor de goed leesbare teksten. Tegelijkertijd hebben de provinciale partners veel vragen over ontbrekende actie- en resultaatgerichtheid en op onderdelen zelfs geheel ontbrekende punten als water. J. v. Bergen had graag gezien dat de objectgerichte aanpak ook voor de rijksenveloppe gegolden had. Wat doet het Rijk de komende jaren precies? Provincie Utrecht wil actiegerichtheid, zoekt partnerschap en niet slechts faciliteiten. Verder vindt hij het onbegrijpelijk dat positie van het Projectbureau NHW niet op lange termijn geregeld wordt. Ook W. Luijendijk laat schriftelijk weten blij te zijn met de rijksenveloppe, maar het stuk te weinig ambitieus en te weinig uitvoeringsgericht te vinden. Hij vraagt zich af welke middelen nu daadwerkelijk vanuit de verschillende beleidsvelden beschikbaar zullen komen nu in ieder geval vanuit BIRK, ISV en FES door het rijk geen extra middelen beschikbaar zullen worden gesteld. T. Peters onderschrijft het belang van een blijvende samenhang in de NHW, onder meer via verankering in het rijksbeleid. En sluit zich aan bij bovenstaande vraag van Luijendijk. De aanwezige Rijkspartners erkennen het ontbreken van uitvoeringsgerichtheid. A. Bal beaamt dat daar waar het mogelijk is concreter te worden (bijvoorbeeld bij het uitwerken van het planologisch beschermingsinstrumentarium voor de kernkwaliteiten) het Rijk kansen laat liggen. Hij vindt ook dat het Rijk behalve faciliterend, zich ook als partner moet opstellen, met name in gebiedsontwikkelingen. Dit mag ook explicieter in de rijksenveloppe naar voren komen (bijvoorbeeld agenda gebiedsontwikkeling op pagina 16). R. van Brouwershaven erkent het ontbreken van concrete acties. Rijkspartijen hebben daar vaker moeite mee, zie bijvoorbeeld het UP Groene Hart. Van Brouwershaven geeft aan dat het Rijk voor het verbeteren van de uitvoeringsgerichtheid door de Liniecommissie geprikkeld wil worden. Rijkspartners missen de verbinding met de uitvoering in regio. Het voorportaal van de liniecommissie is een geschikt forum om deze verbinding te leggen. De rijksvertegenwoordigers in de LC zorgen dat de deelname van hun medewerkers aan dit voorportaal verbetert. Verder geeft Van Brouwershaven aan de lange termijn financiering van het Projectbureau bewust niet te hebben opgeschreven. Voor het jaar 2005/2006 is financiering binnen de begroting van LNV geregeld, maar voor de komende jaren is dat moeilijk. I. vd Hee vraagt zich af of de rijksenveloppe wel hetzelfde doel dient als de andere enveloppen. Maar geeft de provinciale partners gelijk dat het waterverhaal bijvoorbeeld wel een plek in de rijksenveloppe verdient. De voorzitter geeft aan dat het commitment van het Rijk er wel is, maar de ambitie te mager. De liniecommissie moet dat ook laten weten aan de departementen. 5.
5 + 5a
Dekkingsstrategie uitvoeringsprogramma Het stuk over de dekkingsstrategie (bijlage 5) is duidelijk. De voorzitter vraagt om reacties van de aanwezigen. J. van Bergen geeft aan dat het het beste is de krachten te bundelen en de dekkingsstrategie voor de komende 4 jaar in te vullen. Aangeven wat nog ongedekt is, een overzicht wat er nog in te brengen is aan middelen en dan het tekort zichtbaar maken. Hij geeft aan dat prov. Utrecht vooralsnog veel meer dan de helft van de investeringen voor zijn rekening neemt. Hij geeft aan erg sceptisch te zijn over de vraag of het Rijk bereid zal zijn de helft bij te dragen. De voorzitter wijst erop dat het uitgangspunt zou moeten zijn dat wat uitgevoerd kan worden, niet mag worden gehinderd door gebrek aan geld.
Pagina 4 van 5
RvB, AB, IvdH AS
Strategische overweging: Rijk en Provincie brengen gezamenlijk uitvoeringsfiche in tbv nieuw regeerakkoord. De departementen leggen niet graag naast hun eigen claim nog een claim voor de NHW op tafel. Provincies kunnen hiermee op inhoud terugwinnen bij het Rijk wat mogelijk bij een nieuwe kabinetsformatie wordt gekort op provinciefonds. Het Rijk kan met deze werkwijze een maximale inzet van provincies verwachten Het Projectbureau NHW maakt investeringsprogramma voor komende 4 jaar van circa 100 miljoen euro. W. Luijendijk geeft schriftelijk aan akkoord te zijn met de notitie en de bespreekpunten. Strategieën en samenwerking en uitvoering zijn in de notitie voldoende uitgewerkt T. Peters sluit zich in een schriftelijke mededeling aan de opmerking van Van Heijningen waarin hij vraagt de aanpassing van de Diefdijk en de NHW nadrukkelijk in contact met elkaar te brengen. 6.
6a-e
Concept jaarplan projectbureau 2007 Jaarplan van het projectbureau wordt door de aanwezigen vastgesteld. Ook Gelderland, Zuid-Holland en Brabant stemmen schriftelijk in met het jaarplan. T. Peters voegt toe voor het Projectbureau een belangrijke rol te zien in de facilitering van de enveloppecommissies op het gebied van het ontwikkelen van liniebrede randvoorwaarden voor gebiedsontwikkeling. Wat betreft de grotere private betrokkenheid is hij van mening dat GS hierin het voortouw hebben.
7.
7
GOB verkenning Aanwezigen gaan akkoord met herbevestiging: GOB functioneert in het licht van de NHW doelen. Nu eerst de besluitvorming op rijksniveau afwachten. A. Bal benadrukt nog dat in een geval van ‘no go’ dat niet wil zeggen dat het project voor het Rijk heeft afgedaan.
8.
8a-k
Wat verder ter tafel komt Geagendeerde punten worden door de aanwezigen voor kennisgeving aangenomen. Rondvraag De schriftelijke vraag van T. Peters over fort Asperen als mogelijke pilot te nemen als vervolg op het onderzoek dat de VZZ in opdracht van LNV uitgevoert, is niet aan bod gekomen.
9.
Voorlopige agenda Liniecie 14 december 2006. Punten worden door de aanwezigen voor kennisgeving aangenomen.
10.
Sluiting De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun inbreng. De vergadering is gesloten.
Pagina 5 van 5
AvV