Resource 0608 1, 3, 8-11
18-10-2006
17:27
Pagina 1
‘Hier helpen we honden met een deurbelcomplex’ Pag. 10
Dankzij onderzoek met zenders gaat het beter met de korenwolf Pag. 12
WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
Sudokukampioenen winnen doos vol puzzelboekjes Pag. 22
1E JAARGANG/ 19 OKTOBER 2006
RESOURCE
#08
Pag. 8
NIEUWE CAMPUS ‘BLIJFT BINNEN HET BUDGET’
Resource colofon
19-10-2006
11:20
Pagina 2
2
COLOFON Resource, Weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum, is een onafhankelijk weekblad voor personeel en studenten van Wageningen UR en wordt uitgegeven door Cereales Uitgeverij; ISSN 1389-7756. Redactieadres/ Binnenhaven 1, 6709 PD Wageningen, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen, tel. 0317 466666, fax 0317 466667, e-mail
[email protected]; secretariaat Linda Glasmacher en Sandra van den Brink-Vermeulen. Geopend van 8.30 tot 12.30 uur. Redactie/ Korné Versluis (hoofdredacteur, algemeen nieuws), telefoon 0317 466680, e-mail
[email protected]; Lieke de Kwant (eindredactie), telefoon 0317 466685, e-mail
[email protected]; Yvonne de Hilster (eindredactie, studenten), telefoon 0317 466687, e-mail
[email protected]; Gert van Maanen (landbouw, plant, dier), telefoon 0317 466684, e-mail
[email protected]; Sara van Otterloo (eindredactie international pages), telefoon 0317 466691, e-mail
[email protected]; Win Bras (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail
[email protected]; Teun Hofmeijer (algemeen nieuws), telefoon 0317 466690, e-mail
[email protected]; Laurien Holtjer (studenten), telefoon 0317 466689, e-mail
[email protected]; Willem Koert (voeding, biotechnologie), telefoon 0317 466681, e-mail
[email protected]; Koen Moons (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail
[email protected]; Albert Sikkema (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail
[email protected]; Joris Tielens (economie, buitenland), telefoon 0317 466688, e-mail
[email protected]; Martin Woestenburg (groene ruimte), telefoon 0317 466682, e-mail
[email protected]. Landelijk nieuws: Hoger Onderwijs Persbureau (HOP). Foto's/ Guy Ackermans, Bart de Gouw, Martijn Weterings, BvB, Rita van Biesbergen, Ruben Smit, Hoge Noorden, Jurjen Bersee Illustraties/ Henk van Ruitenbeek, Guido de Groot Vormgeving/ Hans Weggen, telefoon 0317 466686, e-mail
[email protected]. Basisvormgeving/ Office for Design, Loek Kemming Druk/ Dijkman Offset BV Directeur Cereales/ Henk Prevaes Abonnementen/ Studenten van Wageningen Universiteit en personeel van Wageningen UR krijgen Resource gratis; anderen kunnen zich abonneren voor E52,50, buitenland E122,50 per jaar. Inlichtingen: telefoon 0317 466666. Advertenties intern/ Onderdelen van Wageningen UR kunnen tegen speciaal tarief adverteren in Resource. Informatie bij het secretariaat. Kleintjes is de rubriek voor niet-commerciële advertenties. Kosten E5 (studenten en medewerkers E3,50) per 30 woorden. Advertenties extern/ Van Vliet, bureau voor media-advies, Passage 13, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023 5714745. Serviceberichten/ Beknopte, zakelijke mededelingen van eenheden van Wageningen UR aan studenten en personeel kunnen gratis in Resource worden geplaatst. Inlichtingen: 0317 466666.
Resource 0608 1, 3, 8-11
19-10-2006
11:43
Pagina 3
3
RESOURCE WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
#08
1E JAARGANG/ 19 OKTOBER 2006
KOERT
BOVEN HET MAAIVELD Pag. 6
WAAROM ZEURPIETEN ZEUREN Tijs Breukink hangt achterover in de bureaustoel en strekt zijn meterslange benen uit. ‘Kan prima’, zegt het cijferwonder van het Bestuurscentrum. ‘Plek zat.’ ‘Snap jij nou waarom die zeurpieten zo lopen te zeuren?’, vraagt Wallie Hoogendoorn, de beschermvrouwe van Alterra. ‘Ik niet.’ Hoogendoorn inspecteert samen met Breukink een willekeurige werkkamer in het nieuwe Atlasgebouw. Straks zullen – neen: moeten - de medewerkers van Wageningen UR er zingend hun intrek nemen. ‘Het is op papier ietsiepietsie krapper’, erkent Breukink. ‘Niet elke boekenkast kan misschien mee. Maar daar staat tegenover dat het een prachtig gebouw is. Een sensuele netkous in erotiserend gewapend beton.’ ‘Er hangt een koesterende en warme sfeer’, zegt Hoogendoorn. ‘En dat zeg ik niet omdat ik tegen de verwarming sta geklemd.’ ‘En het is comfortabel’, zegt Breukink. ‘Als ik het raam opendoe, kan ik allebei mijn armen uitstrekken zonder een centje pijn. Kijk maar.’ Hoogendoorn grijpt naar haar ogen. ‘De tranen biggelen over je wangen, ontroerd over zoveel architectonisch vernuft’, constateert Breukink. ‘Ook’, zegt Hoogendoorn. ‘En ik had de nagel van je wijsvinger nog nooit van zo dichtbij gezien.’ Breukink slikt. ‘Wallie, ik…’ ‘Moeten jullie niet werken?’, klinkt een bekende stem. Verschrikt kijkt Breukink over zijn schouder. ‘Nu hoor ik Aalt ook al als hij er niet is’, mompelt hij. ‘Ik zit een verdieping hogerop’, zegt Dijkhuizen. ‘En ik kan elk woord dat jullie zeggen verstaan.’ ‘Dag Aalt’, zegt Hoogendoorn. Glimlachend wuift ze naar het plafond. ‘Dit gebouw is fantastisch’, zegt Dijkhuizen. / Willem Koert
‘Yunus is niet de enige die Nobelprijs verdient’
Onderzoek naar de sociale functie van de friettent
Pag. 7 Het geslachtsorgaan van Arrenurus berolinensis is even groot als zijn lijf en heeft weerhaken
Pag. 13 Hoogleraar Visser maakte van een T-Ford een heuse autotrekker
Pag. 21 ‘Child labour is a stain on the success story of India’
Vorige week won de econoom Muhammad Yunus de Nobelprijs voor de vrede. Hij wordt gezien als de uitvinder van het microkrediet dat wordt beschouwd als een van de belangrijkste middelen om een einde te maken aan armoede. Universitair hoofddocent dr. Henk Moll van de leerstoelgroep Ontwikkelingseconomie vindt echter dat microkrediet geen panacee is tegen armoede. Microkrediet wordt gehypet, liet Moll optekenen in het NRC van zaterdag 14 oktober. ‘Maar de hype is begrijpelijk, want het is een van de weinige succesverhalen uit de ontwikkelingssamenwerking.’ De sterke koppeling die gelegd wordt tussen microkrediet en armoedebestrijding is echter onterecht, denkt Moll. Microkrediet werkt volgens de econoom alleen maar als tegelijkertijd door de overheid geïnvesteerd wordt in infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg. ‘Het gevaar bestaat dat al die aandacht voor het succes van microkrediet de aandacht afleidt van alle andere zaken die noodzakelijk zijn.’ Daarnaast hebben overheden wel degelijk een rol ten aanzien van microkrediet. Ze moeten bijvoorbeeld zorgen voor een lage inflatie zodat sparen zin heeft. Of toezicht houden op de banksector. Deze rol wordt nog niet overal onderkend, stelt Moll. En is Yunus eigenlijk wel de grondlegger van het idee van microkrediet? Nee, zegt Moll. ‘Hij heeft een substantiële bijdrage geleverd maar er zijn velen die dat gedaan hebben. En bij die velen zitten ook de oprichters van de Raffaisenbanken, Boerenleenbanken en andere banken met een combinatie van financiële en sociale doelstellingen.’ Is het dan wel terecht dat Yunus de Nobelprijs krijgt? Moll: ‘Ik had graag gezien dat een Nobelprijs voor vrede gericht op microkrediet aan meerdere mensen toegekend was. Want naast professor Yunus zijn er andere even belangrijke voorlopers op dit gebied, zowel in Afrika als in Latijns Amerika.’ / JT
Omslagfoto Guy Ackermans
Resource 0608 4-7
18-10-2006
17:19
Pagina 4
1
4
IN ‘T NIEUWS 12 OKT. T/M 18 OKT. 2006
N P
‘NEDERLAND TE KLEIN VOOR BULKLANDBOUW’ Nederland is te klein voor grootschalige landbouw. Boeren en akkerbouwers moeten de productie van grote hoeveelheden maar overlaten aan andere landen. Dat vindt Alexander Pechthold. De lijsttrekker van D66, op tournee in Friesland, lichtte maandagavond bij Van Hall Larenstein zijn agrarische agenda toe voor de komende kabinetsperiode. De studenten hadden Pechthold uitgenodigd om met hen, collegevoorzitter Erica Schaper en Pieter de Graaf van natuurorganisatie Fryske Gea in debat te gaan. De gangbare praktijk om steeds meer tegen minder kosten te produceren heeft zijn langste tijd gehad, voorziet Pechthold. Die productiewijze is een aanslag op het milieu en brengt te veel verborgen kosten met zich mee, veroorzaakt door dierziektes. We moeten onze kennisvoorsprong gebruiken om de landbouw duurzamer te maken en in te zetten op kwalitatief hoogwaardige producten, meent Pechtold. Biologische landbouw zal daarbij de norm bepalen; als het aan D66 ligt dan wordt in de komende regeerperiode tien procent van de landbouwgrond voor biologische teelt ingeruimd. Akkerbouwstudent René van Arkel reageerde fel op het pleidooi van Pechthold. De buurman van zijn ouders in Middenmeer teelt biologisch en maakt er ronduit ‘een zooitje’ van. Onkruid tiert welig en het is maar de vraag of de minimale hoeveelheden bestrijdingsmiddelen van vader opwegen tegen de vervuiling door
Om m de W m in an an ve
Ee de m ve op re Ac Gh bo on vr
Alexander Pechtold in discussie met studenten van hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. / foto Hoge Noorden buurmans intensieve gebruik van de trekker. Volgens Van Arkel en zijn medestudenten is opschaling van de akkerbouw onontkoombaar omdat de consument domweg niet meer wil betalen voor zijn uien. ‘Albert Heijn bepaalt de norm.’ Pechthold wilde de betreffende buurman
GASLUCHT IS DE DRUPPEL De herrie van pneumatische boren, wateroverlast en verstopte wc’s door de sloop van de aangrenzende vleugel, konden medewerkers van de Plant Sciences Group nog aan. Maar toen ze twee weken geleden ineens een penetrante gaslucht roken en hals over kop het pand moesten verlaten, was de maat vol. ‘We willen er vanaf.’ Eind augustus begon de sloop van een vleugel van gebouw 115 aan de Bornsesteeg. Daar komt het restaurant van de toekomst. ‘We hebben nu alles gehad’, zegt Fred Albers van PSG. ‘Eerst ging het dak boven de hal eraf en verliep de sloop zonder echte geluidsoverlast. Na een paar hoosbuien stond wel onze gang vol water. We moesten voorzichtig stappen, anders bereikten de golven onze kamers.’ Daarna werden, aldus Albers, diamantboren ingezet om de vloer te verwijderen. ‘Met shovels haalden ze de troep uit het gebouw. Tot overmaat van ramp ging men toch de oude verwarmingsketel vervangen, met een las- en slijplucht tot gevolg. Verder zitten onze wc’s verstopt en werken de koffieautomaten nauwelijks. Op zich ging het nog, door het sterke verantwoordelijkheidsgevoel voor het werk.
Thuiskomen met hoofdpijn neem je op de koop toe.’ Tot er twee weken geleden een oefening voor de bedrijfshulpverlening (bhv) in het gebouw werd gehouden. Door een misverstand was niemand van PSG op de hoogte. Tijdens de oefening zetten de bhv’ers een gaslucht in, die sterker was dan gedacht. ‘Iedereen vluchtte letterlijk het gebouw uit, enorm geschrokken en emotioneel. Dit was echt de druppel, we willen er vanaf.’ Het is echt een hele vervelende situatie, zegt directeur van het Facilitair Bedrijf Peter Booman. ‘Eigenlijk is zo’n renovatie ondoenlijk als er nog mensen in het gebouw zitten. Maar door omstandigheden is de tijdsdruk groot, en er was geen ruimte om het personeel elders onder te brengen. We hebben geprobeerd de overlast zo veel mogelijk te verminderen, door bijvoorbeeld de zwaarste dingen op zaterdag te doen. Je maakt daarover afspraken met de aannemer, maar op de werkvloer gaat nog wel eens wat mis.’ Het zware werk duurt gelukkig niet lang meer, aldus Booman. ‘Vanaf volgende week zijn de grote sloopwerkzaamheden klaar en begint het afbouwen. Dan wordt de overlast een stuk minder.’ / TH
natuurlijk niet tot zijn tien procent rekenen, maar bleef bij zijn standpunt. Volgens de lijsttrekker komen de eerstvolgend tien jaar grote omwentelingen op ons af. De landbouwsubsidies zullen afnemen en de vervuiler zal moeten gaan betalen. Als de jonge student het ouderlij-
ke bedrijf ook aan zijn kinderen wil doorgeven, dan moet hij zijn biotechnologische kennis aanwenden om de exclusieve markt te bedienen. De keuze voor de consument zal niet moeilijk zijn als hij de wérkelijke prijs moet gaan betalen voor zijn doosje niet-biologische eieren. / WB
PETROCHEMIE MOET ZORGEN VOOR ‘FORENSIC-EFFECT’ Life Sciences van hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden wil komend studiejaar twee nieuwe afstudeerrichtingen introduceren: Voeding en gezondheid en Petrochemie en offshore. Die laatste moet een nieuwe impuls geven aan de zieltogende opleiding Chemische technologie. Forensic Sciences, de nieuwe afstudeerrichting van Biotechnologie, bleek een gouden greep. Maar liefst 84 studenten begonnen dit jaar aan de nieuwe richting. Voor twee andere opleidingen - Chemische technologie en Voedingsmiddelentechnologie - wil Life Sciences nu ook studenten gaan trekken met een aansprekende afstudeerrichting. ‘Potentiële studenten hebben vaak geen of een verkeerd beeld bij die opleidingen’, zegt directeur Jan Steenmeijer van Life Sciences. ‘Met deze richtingen laten we een duidelijk beroepsprofiel zien. Er is ook echt vraag naar vanuit het bedrijfsleven. Offshorebedrijven zitten te springen om leidinggevende hbo’ers die verstand hebben van de processen die er spelen. Nu werken er vooral mbo’ers.’ Bij deze nieuwe richting wordt onder an-
dere samengewerkt met de zeevaartschool op Terschelling. ‘Op zee moet je met hele specifieke dingen rekening houden, denk alleen al aan de regelgeving,’ Steenmeijer verwacht voor deze richting ‘een forensic-effect’. ‘Ik denk dat veel jongens het wel stoer en spannend vinden om op een platform te werken. Ook meisjes trouwens. Ik heb laatst gesproken met twee afgestudeerde dames van onze opleiding die nu in de offshore petrochemie werken. We gaan hen ook in onze werving betrekken.’ De opleiding kan een grotere instroom wel gebruiken. Dit jaar startten slechts zes eerstejaars met Chemische technologie. Maar ook voor de opleiding Voedingsmiddelentechnologie, die het met 21 eerstejaars iets beter doet, verwacht Steenmijer twee keer zoveel aanloop. ‘Gezonde voeding wordt steeds belangrijker, mensen worden steeds dikker. Wij willen voedingskundigen opleiden die verstand hebben van zowel productontwikkeling als voorlichting en preventie. Bedrijfsleven, ziekenhuizen en instellingen als het Voedingscentrum hebben dit soort mensen nodig.’ / KM
A IN E
M m m inc vo Al va En
‘D pla wi ze ke se sc kw va ee de di pe Go ee an zij ta de de kli He sp ni de za eig ze de ov na Am de
u-
n-
set e ng e
der -
gs-
Resource 0608 4-7
18-10-2006
17:19
Pagina 5
19 OKTOBER 2006
5
RESOURCE #08
‘Ik denk dat veel jongens het wel stoer vinden om op een platform te werken’
NEGEN PROMOVENDI VERDEDIGEN PROEFSCHRIFT IN AFRIKA Om te zorgen dat Afrikaanse boeren meer profiteren van landbouwonderzoek deden acht Afrikaanse promovendi van Wageningen Universiteit op een andere manier onderzoek, namelijk mét de boer in plaats van over de boer. En bij een ander soort onderzoek hoort ook een andere locatie om het proefschrift te verdedigen: West-Afrika. Een grote delegatie van Wageningen UR is deze week in Ghana en Benin om de promotieplechtigheid van de negen promovendi bij te wonen. Rector Martin Kropff, opponenten, promotors en copromotors reisden allemaal mee. Acht van de studenten komen zelf uit Ghana of Benin. Ze deden samen met boeren experimenten op het gebied van onkruid- en plaagbeheersing, bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. Vooraf-
gaand aan het onderzoek hebben de deelnemende boeren zelf hun problemen geformuleerd, en daar is het onderzoek op gericht. Alle onderzoeken komen voort uit het onderzoeksprogramma Convergence of science. Behalve over de samenkomst van boerenkennis en wetenschappelijke kennis, gaat dat programma ook over de combinatie van sociale, biologische en technische wetenschappen. De promotiecommissies bestaan dan ook uit sociale en technische hoogleraren, deels uit Wageningen en deels van universiteiten in Benin en Ghana. De negende promovendus is een Nederlandse. Zij deed onderzoek naar het onderzoek en bekeek of deze nieuwe manier van werken inderdaad tot gevolg heeft dat boeren meer van het onderzoek profiteren. / JT
BRAZILIANEN OPENEN POST IN WAGENINGEN De Braziliaanse onderzoeksorganisatie Embrapa heeft maandag 16 oktober een kantoor geopend in Wageningen. Embrapa-president prof. Silvio Crestana bezocht Wageningen UR om twee overeenkomsten te tekenen. Embrapa is de grootste onderzoeksorganisatie op gebied van landbouw en milieu in Brazilië, en heeft meer dan achtduizend medewerkers verdeeld over 38 instituten. Het Braziliaanse equivalent van DLO heeft ook al een kantoor in het Franse Montpellier. De Wageningse buitenpost wordt bemand door dr. Manoel Souza en is bedoeld om contacten te leggen tussen onderzoekers van Wageningen UR en Embrapa. Crestana ziet vooral op het gebied van natuurbehoud, biobrandstoffen en genomics veel mogelijkheden voor samenwerking. / JT
AL GORE PREEKT CHIPKAART BLIJFT ENIGE BETAALMIDDEL IN CINEMEC VOOR De raad van bestuur is niet van plan om dereen makkelijk te verkrijgen, er zijn voldoende oplaadpunten, en voor mensen de chipknip weer contant geld als EIGEN PAROCHIE naast betaalmiddel toe te laten in de Wagening- die geen chipknip willen zijn er afdelingsMeer dan driehonderd studenten en medewerkers van Wageningen UR keken maandag 16 oktober naar de film ‘An inconvenient truth’. Dit pleidooi van de voormalige Amerikaanse vice-president Al Gore voor actie tegen de opwarming van de aarde kreeg een warm onthaal. En ook de humor sloeg aan. ‘Duizend keer heb ik deze lezing met plaatjes gehouden’, vertelt Al Gore op het witte doek van Cinemec. ‘Meer dan duizend keer.’ En maandag kwamen daar enkele malen bij. Overdag kregen Wageningse middelbare scholieren de film voorgeschoteld, aan het eind van de middag kwamen de studenten en medewerkers van Wageningen UR, en ‘s avonds was er een voorstelling voor regionale bestuurders en politici. Allemaal onder begeleiding van Wageningse klimaatwetenschappers. Gore illustreert in de film zijn pleidooi voor een andere denkwijze over de klimaatverandering onder meer met het verhaal over zijn aan longkanker gestorven zus en zijn tabak verbouwende vader. Dat speelde in de jaren zestig, en nu wordt er heel anders gedacht over roken. Dat kan met het klimaat ook, meent Gore. Het met veel cijfers en grafieken doorspekte relaas van Gore viel bij de Wageningse studenten en medewerkers in goede aarde. Klimaatsceptici zaten niet in de zaal, waardoor het leek op een preek voor eigen parochie. Gore, die zichzelf de geuzentitel former next president geeft, kreeg de lachers op zijn hand met een verhaal over de Amerikaanse export van auto’s naar China. Die verloopt stroef, omdat de Amerikaanse producten niet voldoen aan de lage Chinese milieueisen. / MW
se kantines. Dat schrijft zij in een reactie op vragen van de centrale ondernemingsraad (COR). De chipknip is volgens het bestuur voor ie-
kaarten of prepaid kaarten. Het bestuur wil vooral het chipknipgebruik stimuleren en voelt dus ook niets voor het subsidiëren van prepaid kaarten. / GvM
KOFFIE HOUDT OUDERE MAN BIJ DE TIJD Drie kopjes koffie per dag houden de hersenen van heren op leeftijd beter in conditie. Dat ontdekten onderzoekers van RIVM en Wageningen Universiteit. Hun studie verschijnt binnenkort in de European Journal of Clinical Nutrition. Het onderzoek betreft zeshonderd mannen tussen de zestig en tachtig jaar oud, die tien jaar lang werden gevolgd. Volgens tests verslechterde het mentale vermogen van de koffiedrinkers in die groep half zo snel als de vermogens van niet-koffiedrinkers. De beschermende werking was optimaal bij een inname van drie kopjes per dag. De onderzoekers vermoeden dat de cafeïne in de koffie het effect veroorzaakt. Cafeïne lijkt hersencellen te beschermen tegen de eiwitplacques die zich opbouwen tijdens het verouderingsproces, en die het functioneren van hersencellen verminderen. Of de resultaten ook voor vrouwen gelden, kunnen de onderzoekers niet zeggen. Er deden geen vrouwen mee aan het onderzoek. / WK
WAGENINGEN KLOONT BIER
Een onderzoekslaboratorium in Wageningen heeft de primeur in het klonen van bier. Althans in het nieuwe reclamespotje van Heineken.
BEURS/ Wageningen Universiteit ging van 11 tot 14 oktober voor het eerst de boer op met het nieuwe promotiemateriaal voor scholieren. De waaiervormige folders vonden gretig aftrek op de studiebeurs in Utrecht, de grootste in Nederland. In totaal toonden 1800 scholieren belangstelling voor Wageningen, 300 meer dan vorig jaar. / KV, foto Edwin Kelhout
In het spotje, te zien op tv en de site van Heineken, ruziën Europarlementariërs over de vraag wat er met 90 miljoen euro aan onderzoeksgeld is gebeurd. In een Wagenings laboratorium stopt een onderzoeker ondertussen een flesje bier in een machine en na een flits staan er twee biertjes. Vervolgens loopt hij het lab uit, het feestgedruis in waar hij de biertjes deelt met mooie gekloonde dames. De bierbrouwer wil in de commercial haar drie kernwaarden uitdragen: grootsheid, optimisme en inventiviteit. ‘We gebruiken steeds grote instituten die dit uitstralen’, zegt woordvoerder Norbert Cappetti. In de vorige liet NASA een soort pathfinder landen op Mars. Het basisidee voor deze was het klonen van bier. Daarom wilden we de Nederlandse autoriteit op het gebied van onderzoek en klonen gebruiken. Dan kom je uit bij Wageningen.’ De woordvoerder van Wageningen UR, Simon Vink, noemt het een ‘leuk spotje’. ‘Leuk dat Wageningen er in voorkomt. Maar we zijn niet betrokken bij de totstandkoming ervan.’ / TH
Resource 0608 4-7
18-10-2006
17:19
Pagina 6
1
6
UIT ‘T VELD NIEUWS UIT DE WETENSCHAP
DE VERGETEN KANT VAN DE FRIETTENT Gezondheidscampagnes en voorlichters hameren er te veel op dat friet ongezond is. Ze vergeten dat cafetaria ook een sociale functie vervullen. Dat concludeert communicatiewetenschapper ir. Kirsten van Gorkum in haar afstudeerscriptie. Voor haar onderzoek bracht Van Gorkum vijftig bezoeken aan friettenten. ‘Ik ging zitten en observeerde de mensen. Zelfs een onaantrekkelijke zaak met plastic stoeltjes, midden in het centrum van Arnhem, bleek tot mijn verbazing een ontmoetingspunt voor jongeren en ouderen. Ik vond ook frietzaken waar je verjaardagen en sinterklaasfeestjes kon vieren, en cafetaria waar mensen de sleutel afgaven als ze hun huis verlieten.’ Van Gorkum kreeg het idee voor haar onderzoek toen ze tijdens haar studie Toegepaste communicatiewetenschap colleges volgde over voedingswetenschap. ‘Friet stond er in een kwaad daglicht door de overmaat aan calorieën en vetten. Toen kwam ik op het idee om friet eens van een andere kant te bekijken.’ Ze ontwierp zelf haar afstudeeronderzoek en werd vaste bezoeker van vier cafetaria in haar woonplaats Arnhem. ‘Zo ontdekte ik dat frietzaken bij de publieke ruimte horen en worden gebruikt als ontmoetingsplaats’, zegt Van Gorkum. ‘Ik ontmoette oudere mannen die er uren achter elkaar koffie drinken. Ze hebben niets om voor thuis te komen, vertelden de eigenaars van de frietzaak me. Maar je hebt ook mensen
P W
Het Frituurtje in Arnhem trekt veel vaste bezoekers, schrijft Kirsten van Gorkum in haar scriptie. Sommigen gaan na een drankje weer naar huis omdat de aardappels opstaan. / foto Suzanne Valkenburg die gewoon langskomen voor een praatje.’ Ze denkt dat gezondheidscampagnes de sociale functie van frietzaken over het hoofd zien. ‘Je kunt mensen natuurlijk vertellen dat ze beter geen friet kunnen
LIEFST NIET TE VEEL POEP Studenten Diermanagement van hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) wacht een belangrijke taak als het om de professionalisering van hun beroepsveld gaat. Belanghebbenden in de huisdierenbranche zitten daar namelijk helemaal niet te wachten. Die boodschap was donderdag 12 oktober te horen op een minisymposium van het lectoraat Welzijn van dieren van VHL Leeuwarden. Het gezelschapsdier dient enkel het eigenbelang van de mens. Vakkundigheid staat emotie en profijt alleen maar in de weg. Dergelijke uitspraken kregen de massaal toegestroomde Diermanagementstudenten over zich heen. Ronduit cynisch was de constatering van geneticus en fokkerijspecialist ir. Ed Gubbels dat er rond erfelijkheidsproblemen een industrie is ontstaan die geen belang heeft bij oplossingen. Hondenfokkers beweren uit liefde voor het ras te handelen maar doen in de praktijk alleen maar concessies zodat de handel op korte termijn niet in het geding komt. Fabrikanten in specialistische diervoeders varen er wel bij, net als dierenwinkels die voor elke spijsverteringsafwijking wel een duur dieet in huis hebben. Dierenartsen vergoelijken de gebreken onder het motto: gere-
pareerd gezond is ook gezond. De verzuchting van Gubbels werd nog eens onderstreept door het bittere relaas van Rita Lubbers over haar ervaringen als voorzitter van de Labrador Vereniging. Vijftien jaar heeft ze vergeefs gepleit voor een cultuuromslag in de fokkerij met meer aandacht voor welzijn en gezondheid. Maar de kynologie houdt zich voornamelijk bezig met uiterlijk vertoon, stelt ze vast. De overkoepelende Raad van Beheer van alle rasverenigingen is eigenlijk ‘niet meer dan een administratiekantoor’. Met diervoer is ook nog van alles mis, betoogde hoogleraar Diervoeding prof. Wouter Hendriks, omdat mensen de drang hebben om huisdieren naar hun evenbeeld te herschapen. Ze geven honden en katten liefst kleurrijke fastfood op vegetarische basis dat niet teveel poep oplevert. Terwijl het dier naar bloederig lauwwarm vlees verlangt, wakkert zijn baas obesitas aan met droge zetmeelbrokken. Joost de Jong, voorzitter van de belangenvereniging van de huisdierenbranche Dibevo, stak als enige zijn toehoorders een hart onder de riem. Uw waarde zal stijgen, hield hij de zaal voor, omdat kennis en certificering uiteindelijk de gezelschapsdieren voor de ondergang zullen behoeden. / WB
eten. Maar het is waarschijnlijk effectiever als frietzaken ook gezonde producten gaan aanbieden. Zo blijft de functie van frietzaken intact, maar maak je gezonde keuzes makkelijker.’
Van Gorkum wil graag verder met het onderzoek naar cafetaria en werkt nu aan een voorstel voor een aio-project naar de context en symbolische waarde van ongezond gedrag. / WK
NATUURLES OP SCHOOL HEEFT ZIN Mensen die op de basisschool natuur- en milieueducatie hebben gekregen, hebben tot vijftien jaar nadien een positievere houding tegenover de groene omgeving. Ze waarderen de natuur meer en zijn vaker bereid om zich in te spannen voor het milieu dan mensen die geen natuurlessen hebben gehad. Er waren al veel aanwijzingen dat onderwijs aan schoolkinderen over natuur en milieu effect heeft. Kwantitatief aangetoond was het echter nog niet, vertelt prof. Kris van Koppen, hoogleraar Natuuren milieueducatie in Utrecht en ook onderzoeker bij de leerstoelgroep Milieubeleid in Wageningen. Dat kwam omdat het statistische verband aanvankelijk lastig hard te maken was, omdat er veel andere factoren van invloed zijn zoals ouders of ander onderwijs. In het nieuwe onderzoek is het verband wel aangetoond. Ruim zevenhonderd mensen die één, zeven of vijftien jaar geleden de basisschool verlieten, beantwoordden een reeks vragen over natuur en milieu. Er bleek een significant en sterk positief verband te bestaan tussen natuur- en milieueducatie en houding en
gedrag ten aanzien van natuur en milieu. Houding en gedrag werden gemeten door te vragen naar de bereidwilligheid van mensen om iets voor het milieu te doen zoals afval scheiden, zelf een tas meenemen naar de winkel en meedoen aan acties van Greenpeace. Ook bleken mensen die vroeger natuuren milieules hebben gehad meer kennis over natuur en milieu te hebben, maar dat verband was minder sterk. Opmerkelijk is dat mensen die op het platteland op school zaten minder weten over natuur en milieu en een minder positieve houding hebben dan oud-leerlingen van stadsscholen. Van Koppen ziet de resultaten als steuntje in de rug voor de centra voor natuuren milieueducatie in Nederland. ‘Ministeries zijn de laatste jaren steeds positiever over natuur- en milieueducatie. Maar veel centra hebben te lijden onder gemeentelijke bezuinigingen.’ De onderzoeker pleit nadrukkelijk voor behoud van Het Groene Wiel, het Wageningse centrum dat door bezuinigingen bedreigd wordt. ‘Juist Het Groene Wiel heeft nationaal en internationaal een goede naam.’ / JT
Ho ch lijk ge hu st ov da
‘B ro in va tw bij br ce Br die re wo zic co ge va da ve co ke m co m he zie De ro de ge ne zo ste st da sy ee lat ka
e
Resource 0608 4-7
18-10-2006
17:19
19 OKTOBER 2006
u. or
e-
op en
-
eer el -
oe-
7
RESOURCE #08
‘Als blijkt dat een laag-glykemisch dieet echt gezond is, wordt het nog heel lastig om dat uit te leggen aan consumenten’
LAAG-GLYKEMISCH DIEET MODIEUS MAAR ONBEWEZEN In landen als de VS en Groot-Brittannië is het laag-glykemisch dieet – kortweg: Low GI – mateloos populair. Maar de aanwijzingen dat je kunt afvallen met een dieet dat je bloedsuikerspiegel niet snel laat stijgen, zijn flinterdun. Dat zegt dr. Edith Feskens van de afdeling Humane voeding. Australische winkels verkopen producten met een Low GI-logo, en populaire tijdschriften wijden geregeld artikelen aan Low GI. Het succes is misschien het gevolg van de op het eerste gezicht aannemelijke theorie achter het dieet. ‘Low GI betekent dat je geen voedingsmiddelen eet die de suiker- en insulinespiegel snel
PLANTENHORMOON WERKT ANDERSOM Hoewel brassinosteroïden een chemische structuur hebben die sterk lijkt op die van menselijke steroïden, gedragen ze zich volkomen anders dan hun humane equivalenten. Dat is de strekking van een Wagenings overzichtsartikel over plantenhormonen dat is verschenen in Science STKE.
-
e e-
Pagina 7
‘Bij ons zitten de receptoren voor steroïden als oestrogenen en progesteron in de celkern’, zegt prof. Sacco de Vries van de leerstoelgroep Biochemie, de tweede auteur van de publicatie. ‘Maar bij planten zitten de receptoren voor brassinosteroïden op de membraan van cellen.’ Brassinosteroïden zijn plantenhormonen die de groei en de weerstand van planten reguleren. Net als alle andere hormonen worden ze pas biologisch actief als ze zich binden aan een receptor. Ook het complex van brassinosteroïde en receptor gedraagt zich anders dan het complex van bijvoorbeeld estradiol en zijn receptor, dat samen een transcriptiefactor vormt, vertelt De Vries. ‘Het receptor-estradiolcomplex beweegt van het cytoplasma de kern in en activeert daar genen. Het membraanreceptor-brassinosteroidecomplex in planten werkt echter via remming van een cytoplasmatisch kinase, heeft de groep van Joanne Chory laten zien.’ De overeenkomsten tussen brassinosteroïden en humane hormonen zijn verraderlijk, concludeert de Vries. ‘De natuur gebruikt telkens weer dezelfde bouwstenen, in een licht gewijzigde vorm. Onderzoekers laten zich door die overeenkomsten in genetische code of chemische structuur soms verleiden tot de aanname dat de bouwsteentjes in een onbekend systeem zich net zo zullen gedragen als in een bekend systeem. Brassinosteroïden laten zien hoe misplaatst die aanname kan zijn.’ / WK
laten stijgen’, zegt Feskens, die onlangs van RIVM overstapte naar Wageningen UR. ‘Daardoor krijg je minder snel honger, eet je minder en blijf je gezonder. Tenminste, dat zegt de theorie achter het dieet.’ In een overzichtsartikel in Acta Cadiologica analyseerde ze de beschikbare onderzoeksliteratuur over het nieuwe wonderdieet. ‘Er zijn wat kortdurende studies die zeggen dat je met Low GI kunt afvallen’, zegt Feskens. ‘Maar studies die langer dan drie maanden duren zijn nog niet gedaan. Ook zijn er niet zo veel aanwijzingen dat mensen door Low GI minder vaak hart- en vaatziekten of kanker krijgen. Er zijn wel een paar studies waaruit blijkt dat
vrouwen met een dieet met een lage glykemische index minder vaak borstkanker krijgen, maar daar staan dan weer drie studies tegenover die geen enkel effect vinden.’ Ze houdt een slag om de arm als het gaat om suikerziekte. ‘Ik zeg niet dat Low GI de kans op diabetes-2 verkleint. Maar van alle mogelijke positieve gezondheidseffecten is dat de meest waarschijnlijke.’ Op dit moment loopt er een Europees onderzoek naar de langetermijneffecten van diëten met een lage glykemische index: het door Maastricht gecoördineerde project Diogenes. ‘Als dat is afgerond, weten we meer.’ Als voedingswetenschapper heeft Fes-
kens nog meer bezwaren tegen Low GI. Als je het wilt volgen heb je een verregaande kennis over voeding nodig. ‘Aardappels hebben bijvoorbeeld een vrij hoge glykemische index. Als je aardappelen stampt en verwerkt tot puree, wordt die index nog hoger. Laat je aardappelen afkoelen, dan wordt hun glykemische index weer lager. Bovendien maakt het uit hoe zuur je maaltijd is. Neem je azijn bij je aardappelen, dan neemt de glykemische index af. Als blijkt dat een laag-glykemisch dieet echt gezond is, dan zullen de voorlichters er nog een hele kluif aan hebben om dat precies uit te leggen aan de consumenten.’ / WK
RUPSENSPUUG MAAKT ZANDRAKET STERKER Als rupsen knabbelen aan de zandraket, wordt de modelplant minder vatbaar voor bacterie- en virusziekten. Dat schrijven Utrechtse en Wageningse plantenwetenschappers in Plant Physiology. Uit hun onderzoek blijkt dat plaaginsecten een plant in hogere staat van paraatheid kunnen brengen. ‘We weten nog niet precies hoe het werkt, maar er is al wel een term voor: priming’, zegt entomoloog prof. Marcel Dicke. ‘Ook gewassen zijn soms beter bestand tegen ziekteverwekkers als ze aangevreten zijn door een plaaginsect. Soms is er een
sterk effect, soms geen enkel.’ De onvoorspelbaarheid van de reacties was aanleiding om het fenomeen te onderzoeken bij de arabidopsis of zandraket. In het artikel schrijven de onderzoekers dat een zandraket die wordt aangevreten door rupsen van het koolwitje, lokaal minder gevoelig wordt voor de bacterieziekten zwartnervigheid (Xanthomonas campestris) en bacteriekanker (Pseudomonas syringae). De vraat heeft geen effect op de door een schimmel veroorzaakte spikkelziekte (Alternaria brassicicola), maar wel weer op een infectie met het ‘raapkreukel-virus’ (TCV). De rupsenvraat voor-
komt dan virusvermeerdering en het optreden van bladschade in de gehele plant. De plantenhormonen jasmijnzuur en ethyleen, waarvan de productie in de plant wordt beïnvloed door rupsenvraat, spelen net als salicylzuur (‘aspirine’) een rol in de totstandkoming van de hogere staat van paraatheid in de plant. De planten alleen beschadigen heeft in ieder geval geen zin: de reactie treedt pas op als er ook rupsenspeeksel in de wonden wordt gebracht. Dicke: ‘Priming is interessant, want het zorgt dat planten sneller kunnen reageren op een ziekteverwekker. Daar willen we natuurlijk alles over weten.’ / GvM
ZELDZAME WATERMIJT GEVONDEN In een veenplas in natuurgebied De Wieden hebben Alterra-onderzoekers vijf exemplaren van de uiterst zeldzame mijt Arrenurus berolinensis gevonden. Van de soort waren wereldwijd nog maar twee exemplaren aangetroffen, ongeveer een eeuw geleden in Berlijn en in de Russische enclave Kaliningrad. Onder de vijf exemplaren die in het petgat zijn gevonden bevindt zich één vrouwtje, het eerst gerapporteerde vrouwelijke exemplaar van deze mijtensoort. De mannetjes zijn ogenschijnlijk grote macho’s: ze beschikken over een geslachtorgaan met weerhaken, dat ongeveer even groot is als hun lichaam. Drs. Karin Didderen, zoetwaterecoloog bij Alterra, noemt de vondst een verrassing. ‘Er wordt in Nederland vrij veel gemonsterd, dus je verwacht niet dat er zoiets leuks bij zit. We waren ook niet op zoek naar iets zeldzaams, hoewel het petgat wel vrij diep en afgelegen in het gebied ligt. Als je vijf exemplaren in één monster aantreft dan betekent dat waarschijnlijk dat er nog een complete populatie leeft’, aldus Didderen. De vondst werd gedaan bij onderzoek naar herstel van kwetsbare soorten, waarvoor het waterleven in nieuw gegraven
Mannetje van de zeldzame watermijt Arrenurus berolinensis. / foto’s Karin Didderen petgaten werd vergeleken met bestaande poelen. De mijten zijn aangetroffen in een zestig jaar oud petgat dat was bedekt met krabbescheer en drijftillen. Het water was er van bijzonder goede kwaliteit. Dit verklaart volgens Didderen mogelijk de aanwezigheid van deze zeldzame soort, waar-
van de vorige vondsten stammen uit 1896 (Berlijn) en 1907 (Kaliningrad). De identificatie van de voor Nederland nieuwe soort is bevestigd door mijtenspecialist Harry Smit van het Zoölogisch Museum Amsterdam. / GvM
Resource 0608 1, 3, 8-11
18-10-2006
17:27
Pagina 8
ACHTERGROND
1
8
De eerste medewerkers staan op het punt het nieuwe Atlas te betrekken, en ook het Forum is zo goed als klaar. De nieuwbouw voor Wageningen UR werd een jaar of vijf geleden gepresenteerd als een besparing die en passant ook zou zorgen voor betere samenwerking en modernere faciliteiten. Toch mopperen veel hoogleraren en managers bij DLO over hoge huisvestingslasten. De financiële man van de raad van bestuur, Tijs Breukink, legt uit.
door KORNÉ VERSLUIS, foto’s GUY ACKERMANS
‘Als het project is afgerond hebben we dertig procent minder meters, maar wel hele mooie’
Hoe is het met die besparing? ‘We hebben een paar jaar geleden berekend dat de nieuwbouw ons jaarlijks tien miljoen euro aan kosten zou besparen. Daar gaan we nog steeds van uit. Van die besparing zal ongeveer tachtig procent ten goede komen aan de universiteit en twintig procent aan de instituten. Uiteindelijk moet de besparing ten goede komen aan onderwijs en onderzoek. Circa vijf jaar geleden hebben we besloten om de huisvestingslasten van de Universiteit zichtbaar te maken voor de gebruikers. De lasten voor groepen die zouden verhuizen hebben we gebaseerd op de nieuwe huisvestingssituatie.’ Waar vergelijkt u mee, als u over die besparing praat? ‘Wij vergelijken dat met de prognose voor de huisvestingslasten bij ongewijzigd beleid. Als we geen nieuwbouw hadden gepleegd, hadden we flink moeten investeren in onze oude panden. Dat was een stuk duurder geworden. Er is in het verleden vaak bezuinigd op onderhoud van gebouwen. Dat houd je een poosje vol, maar niet eeuwig. Op een gegeven moment moet je een inhaalslag maken.’ Hoe verhouden de lasten zich met vijf jaar terug, dus voor die investeringen in renovatie of nieuwbouw? ‘Dat kan ik niet zeggen, die vergelijking is moeilijk te maken.’ U wilt een deel van de kosten van de nieuwbouw beta-
len door bestaande panden te gaan verkopen. Lukt dat? ‘Wij slagen er vooralsnog goed in om aan de financieringsbehoefte te voldoen. Wij werken aan de verkoop en hebben de tijd om een goede prijs te maken. Wij hebben ook nogal wat onroerend goed buiten Wageningen te verkopen, en kunnen op ons gemak met de gemeenten goede afspraken maken. Wij gaan niet zelf voor projectontwikkelaar spelen, maar willen er wel voor zorgen dat we ons bezit goed tot waarde brengen. Wij zijn niet rijk in de zin dat we dit project zomaar van de bankrekening kunnen betalen. We zullen moeten verkopen om de financiering rond te krijgen. Maar met een verstandig en solide beleid moet het zeker lukken.’ Vorig jaar stond volgens een schatting 28 procent van de gebouwen van DLO leeg. Hoe kan dat? ‘Er stond veel leeg, maar deze cijfers klinken dramatischer dan de werkelijkheid. Het ging vooral om kasruimtes en stallen. Een groot deel van die ruimtes is of wordt afgestoten en voordat je zoiets voor elkaar hebt staan ze natuurlijk even leeg.’ Bij DLO zijn de tarieven voor huisvesting flink omhoog gegaan, waarom? ‘Bij DLO rekenden wij met een afschrijvingstermijn voor gebouwen van zestig jaar. Dat is niet van deze tijd. Gebouwen gaan korter mee, of vragen in ieder geval om een grondige renovatie. Wij hebben daarom de termijn teruggebracht naar veertig jaar. Daardoor stijgen de
h te K b aa ge D te b d Aa he D af vi o a w te ga m
D ni ri w ‘D sp ee zo
n-
.
t .’
f
or -
n
Resource 0608 1, 3, 8-11
18-10-2006
17:27
Pagina 9
19 OKTOBER 2006
9
RESOURCE #08
NIEUWBOUW/ ‘JAARLIJKS TIEN MILJOEN BESPAREN’
huurlasten, maar zijn ze meer in lijn met de werkelijk te maken kosten. Bij DLO rekenen we bedrijfsmatig. Kapitaallasten worden in rekening gebracht bij de gebruiker, die ze zoveel mogelijk moet doorberekenen aan de klanten. Dat is het uitgangspunt van beleid geworden. Dat lijkt natuurlijk een extra kostenpost voor de instituten, waarbij ik me realiseer dat dat niet altijd op te brengen is. Maar zo kunnen er keuzes gemaakt worden die helder en herkenbaar zijn. Aan de positieve kant staat dat wij nieuwe afspraken hebben gemaakt met het ministerie over onze tarieven. Die waren niet kostendekkend. Recent hebben we afgesproken dat we de tarieven voor volgend jaar met vijf procent mogen verhogen. Dat is een mooie stap om het gat te verkleinen. Bovendien hadden we een algemene eis aan de instituten dat zij 3,5 procent winst per jaar moesten maken. Die eis hebben we laten vallen nu we de kapitaallasten doorberekenen. We gaan nu van geval tot geval bezien wat een haalbare marge is.’ De verhoging van de LNV-tarieven kan ook slecht nieuws betekenen voor onderzoekers. Als het ministerie haar totale onderzoeksbudget niet verhoogt, maar wel meer betaalt per uur, betekent dat minder werk. ‘Dat is rekenkundig juist. We zijn daarover nog in gesprek en we hebben nog wat tijd om ons daar eventueel aan aan te passen. In de tussentijd kunnen we op zoek naar nieuwe markten. En wie weet brengt een
nieuw kabinet ook wel nieuwe investeringen in onderzoek. Belangrijk voor ons is dat onze tarieven kostendekkend zijn. Wij kunnen niet anders.’ Een leerstoelgroep op de Leeuwenborch klaagt over een huurlast van bijna 377 euro per vierkante meter. Veel hoger dan commerciële tarieven voor vergelijkbare ruimtes. Hoe kan dat? ‘Bij huurprijzen moet je altijd goed letten op de rekenmethode. Is het, om technisch te worden, vrij verhuurbaar oppervlak, of functioneel netto oppervlak? Dat bedrag herken ik in ieder geval niet. Wij berekenen het departement Maatschappijwetenschappen 142 euro per vierkante meter functioneel netto oppervlak. Dat is zeg maar de kale huur. De kenniseenheid is vrij om een eigen doorrekeningssystematiek vast te stellen. De kantine, de schoonmaak, beveiliging, en dat soort dingen moeten natuurlijk ook betaald worden. Maar ik vind niet dat wij voor het vastgoed extreme tarieven rekenen.’ Bij de universiteit zeggen veel mensen dat veel kosten worden doorgerekend aan de gebruiker, maar dat ze daar onvoldoende voor gecompenseerd worden. U zegt dat ze zelf moeten gaan betalen voor de huisvesting maar geeft er onvoldoende budget voor. ‘Waar zou dat geld dan blijven? Nee hoor, als wij kosten verschuiven naar decentraal, gaat het geld mee. Het is wel zo dat we veel tegelijk hebben veranderd, waardoor voor mensen niet meer duidelijk is waar welk budget is
gebleven. Natuurlijk houden wij geen geld achter. Integendeel, wij proberen door nieuwbouw en kostenbesparingen juist zo veel mogelijk geld vrij te maken voor onderwijs en onderzoek.’ Veel mensen die moeten gaan verhuizen, klagen dat ze te weinig ruimte krijgen of onhandig gehuisvest worden. Zitten ze nu te ruim of straks te krap? ‘Wij zitten nu per saldo te ruim in ons jasje. Als het hele project is afgerond hebben we dertig procent minder meters ter beschikking, maar wel hele mooie meters. Wij denken dat we zometeen echt niet te krap zitten. We hebben een vergelijking gemaakt met andere universiteiten. Daar komen we heel redelijk uit. Als er gemopperd wordt, willen wij de klachten zo serieus mogelijk nemen. Wij weten dat huisvesting meer is dan vierkante meters. Het gaat ook om psychologie, cultuur en werksfeer. Daar houden we rekening mee.’ Uw voorgangers hebben de totale kosten op 170 miljoen euro geschat. Gaat het mee- of tegenvallen? ‘Er zijn mee- en tegenvallers. Wij sturen erop aan om binnen dat budget te blijven, en vooralsnog lukt dat. In gesprekken met de bouwers hierover laat ik me liever niet te veel in de kaart kijken.’ Het wordt geen Betuwelijn-affaire? ‘Nee, het wordt zeker geen Betuwelijn.’ <
Resource 0608 1, 3, 8-11
18-10-2006
17:27
Pagina 10
ACHTERGROND
10
DIERENVRIEND
GAUS
1
H h n p w
FLIRT MET DE WETENSCHAP
d
b E ho m ce sa pe Ze gr va ca G o de so ‘D M is de m D st st G de ho tij st b ba be u de ho da
G ga oe st de h m ee ee da af m Te vi
Resource 0608 1, 3, 8-11
18-10-2006
17:27
Pagina 11
19 OKTOBER 2006
11
RESOURCE #08
Hij begon dertig jaar geleden als uitbater van een dierenhotel. Nu is hij de hondengoeroe van Nederland. Maar Martin Gaus wil meer. Zijn droom is een groot nationaal voorlichtingscentrum over huisdieren in Lelystad. Dat wordt een gouden plek voor studenten en onderzoekers van Wageningen UR, denkt hij. ‘Alles wat je wilt weten over lifestyle omtrent huisdierbezit kun je daar straks analyseren.’
door KOEN MOONS, foto BART DE GOUW
I
n de ontvangstruimte van het Martin Gaus Gedragscentrum in Lelystad hangt een artist’s impression van Gaus’ voorlichtingscentrum. Het is gepland op een terrein dat nu nog eigendom is van de Animal Sciences Group (ASG) in Lelystad. ‘Prachtig hè’, zegt Gaus, ‘Dit wordt echt een enorm gebouw dat heel veel plaats gaat bieden aan partijen waar we mee willen samenwerken. Er komen permanente exposities, fysiotherapie voor honden en katten, een wasstraat, noem maar op. We maken er ook een eigen tv-studio en een educatief centrum. En ik wil kijken wat we met Wageningen UR samen kunnen doen. Voor studenten en wetenschappers wordt dit een fantastische plek.’ Zelf heeft Martin Gaus geen wetenschappelijke achtergrond. Na een paar jaar werken in de slagerij van zijn vader doorbrak hij de familietraditie en koos voor een carrière in de metaalsector. Maar niet veel later besloot Gaus om van zijn liefhebberij zijn werk te maken; hij opende een dierenhotel. Hiermee begon zijn opvallende loopbaan als huisdierdeskundige en televisiepersoonlijkheid. ‘De honden die bij mij verbleven ben ik gaan opvoeden. Mensen zeiden als ze hun hond kwamen ophalen: wat is mijn hond toch opgeknapt. Dat was voor mij een reden om ermee door te gaan en op een gegeven moment kwamen mensen speciaal daarvoor naar mij toe.’ De bekendheid van Gaus’ opvoedpraktijken groeide gestaag. ‘In meerdere kranten hadden al verhalen gestaan over een hondenpsychiater in Lelystad’, vertelt Gaus. ‘Tros Actua wilde dat eens gaan testen. Ze stuurden mensen naar mij toe met een hond die andere honden opat en mensen beet. Die hond heeft hier een tijdje gezeten en toen die mensen ‘m kwamen ophalen, stond er een filmploeg van Tros Actua naast. Die hond bleek inderdaad heel ander gedrag te vertonen, tot verbazing van de programmamakers. Eigenlijk was dat het begin van mijn landelijke bekendheid. Nadat het werd uitgezonden ging een jaar lang tientallen keren per dag de telefoon. Mensen die problemen hadden met een hond en wilden weten wat ze moesten doen. Toen dacht ik: daar moet ik iets mee.’ DIERENMANIEREN Gaus kwam op het idee zelf een televisieprogramma te gaan maken. ‘Ik heb een camera gekocht en ben gaan oefenen. Zo is het concept voor Dierenmanieren ontstaan, wat ik op een gegeven moment heb aangeboden aan de Tros. In eerste instantie tevergeefs. Maar ik hield natuurlijk vol. In het begin belde ik één keer per maand, toen elke week en op het laatst elke dag. Op een dag ben ik de bestuurskamer binnengelopen met een videoband, heb de band in de videorecorder gedaan en vijf minuten later had ik de opdracht om acht afleveringen te maken. Inmiddels heb ik er duizend gemaakt.’ Tegenwoordig is Martin Gaus niet meer alleen een televisiepersoonlijkheid en de eigenaar van een dierenho-
tel, Martin Gaus is een merk. Ruim veertig hondenscholen door heel Nederland dragen zijn naam. De trainers van deze scholen worden regelmatig in Lelystad bijgeschoold. Het hotel in Lelystad is uitgebreid met een dierentehuis, een geleide- en hulphondenschool en een gedragscentrum. Gaus geeft een kleine rondleiding door zijn bedrijf. ‘Ik ben lijstduwer’, verklaart hij als we een affiche voor de Partij voor de Dieren passeren. Even verderop loopt een man rondjes met een hond die precies doet wat hij zegt. De man is duidelijk verrast door zoveel gehoorzaamheid. ‘Kijk, hij leert om een klikker te gebruiken’, zegt Gaus. ‘Door te klikken stuur je de hond. Dat werkt fantastisch. Door mij is heel Nederland aan de klikker en wordt de slipketting nauwelijks meer gebruikt.’ Gaus noemt zijn gedragscentrum ‘het centrum van de idioterie’. ‘Hier komen de moeilijke honden. Die gaan in therapie.’ Gaus drukt op wat bellen aan de buitenkant van een behandelkamer. ‘Hier behandelen we ook honden met een deurbelcomplex.’ Een andere, huiselijke ruimte hoort bij de school voor geleide- en hulphonden. Een instructrice, gewapend met klikker en snoepjes, leert een labrador hoe hij de deur kan openen. ‘We leren ze ook kleren uitrekken, kasten openmaken en de wasmachine leeghalen. Het is geweldig wat je een hond allemaal kunt leren, als je maar weet hoe het tussen zijn oren werkt.’ BOZE FOKKERS Martin Gaus biedt aan honderdtwintig mensen een arbeidsplaats. Duizenden mensen bezoeken zijn hondenscholen en honderden komen met hun hond naar het gedragscentrum. Daarnaast volgen tientallen studenten bij hem theoretische cursussen en opleidingen op hbo-niveau. Zijn ideeën worden steeds breder gedragen, al moest hij daar in het begin voor vechten. ‘Toen ik op tv kwam,
‘Goed omgaan met huisdieren is een vorm van beschaving’
was ik ineens opinieleider’, zegt Gaus. ‘Wat ik zei bereikte heel veel mensen. Maar niet iedereen was blij met wat ik vertelde. Ik zei twintig jaar geleden dat honden meestal door fokkers te lang bij mensen worden weggehouden, waardoor ze bang worden en agressief. Het resultaat was dat mijn ramen kapot werden geschoten door hondenfokkers. En nu zie je dat wat ik toen zei heel normaal geworden is.’ SCEPSIS Wetenschappers willen Gaus beweringen nog wel eens met scepsis benaderen. Hij trekt dan ook vrij snel conclusies uit wat hij in de praktijk ziet, zegt hij zelf. ‘Ik heb soms wel iemand nodig die op de rem stapt. Ik heb in de loop der jaren wel geleerd dat ik eerst iets moet onderbouwen en het dan pas moet zeggen.’ Wetenschappelijk of niet, veel Nederlanders zien Martin Gaus als vraagbaak voor álles wat met huisdieren te maken heeft. Hij krijgt wekelijks honderden brieven met vragen als ‘hoe moet ik met mijn cavia omgaan’ en ‘wat doe ik tegen een plassende kat?’. ‘Er zitten twee meisjes op kantoor die niets anders doen dan brieven beantwoorden. Dat lijkt filantropie, maar dat is het niet. Als ik advies geef, gaan mensen weer mijn boeken kopen. Ik heb er inmiddels 300 duizend van verkocht. Wie zaait, die oogst ook.’ Met zijn nieuwe centrum wil Gaus de huisdierbezitter nóg beter van dienst zijn. En voor marktpartijen is het centrum ook aantrekkelijk, verwacht hij. ‘In Nederland zijn bijna tweehonderd rasverenigingen die jaarlijks tentoonstellingen houden in de IJsselhal of de RAI. Vertegenwoordigers uit de industrie moeten elke keer naar zo’n bijeenkomst. Nu geven we ze gewoon een permanente plek in ons centrum.’ MISSIE En ook voor de Animal Sciences Group van Wageningen UR kan het centrum van groot belang zijn, denkt Gaus. ‘De bezoekers die daar straks komen, zijn voor studenten toch een fantastische doelgroep voor onderzoek? De mooiste plek om enquêtes te houden. Alles wat je wilt weten over lifestyle omtrent huisdierbezit kun je daar straks analyseren. Voor mij is het ook heel belangrijk dat dingen die ik vaak roep ook echt uitgezocht wordt, dus ik heb baat bij onderzoek dat gedaan wordt.’ Gaus ziet verder een rol voor zichzelf weggelegd in het vertalen van wetenschappelijk onderzoek naar praktische adviezen aan de consument. Hoe de samenwerking er exact eruit gaat zien, kan Gaus nog niet vertellen. ‘Het gaat erom dat deze plek er komt en dat we aan een groot gemeenschappelijk doel kunnen werken. Er zijn 3,6 miljoen katten en 1,7 miljoen honden in Nederland. Het is de missie van ons allemaal om daar zo goed mogelijk mee om te gaan, dat is een vorm van beschaving. Dan is het toch slechts een futiliteit met wie je hoe precies samenwerkt? Dit wordt gewoon fantastisch, nergens ter wereld vind je zoiets. Dit zijn dromen die werkelijkheid worden, echt waar.’ <
Resource 0608 12-15
18-10-2006
17:22
Pagina 12
REPORTAGE
12
1
IN BEELD Henk Luten zenders aan. ‘Het ziet er groot uit hè. We hadden deze keer wat kleinere dieren, dus de zenders lijken groter. De zender mag maximaal drie procent wegen van het gewicht van de hamster’, vertelt Muskens. ‘Ze zullen er in het begin best last van hebben, maar in het gedrag merk je geen verschil. Het heeft bijvoorbeeld ook geen effect op het aantal jongen dat een vrouwtje
U
d
foto’s GUY ACKERMANS, tekst KORNÉ VERSLUIS Om de korenwolf voor uitsterven te behoeden, wordt de inheemse hamster in gevangenschap gefokt en daarna uitgezet in Limburg. Eén op de drie dieren die worden uitgezet krijgt een zender in de buik. Daarnaast worden jaarlijks enkele tientallen in het wild geboren dieren gevangen en voorzien van een zender. Op de foto’s brengen Alterra-onderzoeker Gerard Muskens en dierenarts
O
krijgt.’ Het gaat inmiddels erg goed met de hamsters in Limburg. Er zijn weer zo’n vijfhonderd burchten, terwijl er in 2002 nog maar één werd gevonden. Dat ligt volgens Muskens mede aan het onderzoek met de zenders. ‘Wij kunnen nu goed zien wat belangrijk is voor de overlevingskansen van de dieren. Dekking is essentieel. Ze moeten zich kunnen verstoppen.’
De Hi
W
W
V
‘Ik pla ee sc te vo Vij ne sc ee pa ka Ja AF ge we lee aa an gr ge
Resource 0608 12-15
18-10-2006
17:22
Pagina 13
19 OKTOBER 2006
13
RESOURCE #08
OUDE KOEIEN UIT DE ARCHIEVEN VAN WAGENINGEN UR door GERT VAN MAANEN
n
HET KORTE LEVEN VAN DE AUTOTREKKER De trekker is niet meer weg te denken uit de Nederlandse landbouw. Voor de Tweede Wereldoorlog vindt menig Nederlandse boer het landbouwwerktuig echter veel te duur en verovert een curieus werktuig het platteland: de Wageningse autotrekker.
De Wageningse autotrekker. / foto’s Museum Historische Landbouwtechniek
Pas rond 1964 is het pleit definitief beslecht. Nimmer zou het aantal werkpaarden in Nederland meer uitstijgen boven het aantal trekkers. De landbouw werd nooit meer de oude; de boer had zijn grootste vriend ingewisseld voor een machine. De begrippen ‘kromme dissel’ en ‘voerzak’ worden vervangen door ‘aftakas’ en ‘landbouwdiesel’. In Wageningen bestaat al vroeg belangstelling voor de landbouwmechanisatie. In 1905 wordt aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool een Instituut voor Landbouwwerktuigen verbonden, een vroege voorloper van het recent opgeheven IMAG (Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen). Dat terwijl de eerste trekkers pas rond 1920 in Nederland verschijnen. Prof. Maurits Frans Visser (1875-1949), hoogleraar Landbouwwerktuigkunde, afwatering van de bodem en polderbemaling, werpt zich al spoedig op de voorlich-
ting en het onderzoek van de mechanisatie. Vele gebruikers zijn immers nog onkundig van de gevaren die hen bedreigen. Verhalen over berijders die hun ‘op hol geslagen’ werktuig met ho-roepen probeerden te stoppen en het gevaarte uiteindelijk tot stilstand brengen tegen de hooiberg, gonzen over het platteland. Visser onderzoekt de toedracht van ernstige ongelukken met trekkers en publiceert zijn bevindingen ter lering in de landbouwbladen. Ook voor de Nederlandse taal valt de bijdrage van professor Visser niet te onderschatten. Doordat de meeste werktuigen uit Engeland of Amerika afkomstig zijn, dreigt het woord ‘tractor’ in de Nederlandse taal te worden opgenomen. Visser verzet zich hier fel tegen en slaat geen spreekbeurt over om er op te hameren dat we toch vooral het woord ‘trekker’ moeten gebruiken en niet ‘tractor’ of het eveneens populaire ‘motorploeg’. De trekker speelt voor de oorlog nog een beperkte rol. Visser ontdekt in de jaren dertig dat er behoefte bestaat aan motorische trekkracht die goedkoper is. In navolging van de Beemster veehouder Koeman die een oud T-Fordje voor een paar tientjes verbouwde tot grasmaaier, ontwerpt Visser de zogenaamde ‘Wagening-
se autotrekker’. De carrosserie van een afgedankte auto wordt hiertoe grotendeels gesloopt en een kettingoverbrenging op de achteras bezorgt de autotrekker de benodigde trekkracht. Het exemplaar dat Visser in 1936 laat bouwen, trekt veel bekijks en krijgt navolging onder boeren, smeden en andere handige jongens. In 1940 rijden er al meer dan duizend autotrekkers rond, terwijl er tot dat jaar niet meer dan 3600 echte trekkers zijn geïmporteerd. De goedkope autotrekker – al voor 500 gulden te koop terwijl een lichte trekker al gauw rond de 1500 gulden kost - is vooral populair op weidebedrijven voor het relatief lichte en snelle werk. Na de Tweede Wereldoorlog verliest de autotrekker zijn aantrekkingskracht, omdat ‘echte’ trekkers goedkoper worden. Vanaf 1950 begint de trekker zelfs aan een ware opmars. Trekkerbezit groeit uit tot een statussymbool. Bij aanschaf en onderhoud maken velen gebruik van het in Wageningen samengestelde ‘Handboek voor Landbouwwerktuigen en Trekkers’. Hierin staat bijvoorbeeld alles over een probleem waarvan velen bij het inruilen van het paard voor altijd verlost dachten te zijn: het steigeren.
WERKPLEK WIE ZIT WAAR EN WAT DOET ZIJ DAAR?
VEEL MOOIS ONDER DE MICROSCOOP ‘Ik bekijk echt van alles: aardappelen, bioplastics, kaasschimmels. Iedereen die een foto wil van wat je onder de microscoop kunt zien, kan bij mij terecht,’ vertelt Jacqueline Donkers van het centrum voor elektronenmicroscopie. Vijftien jaar werkt ze nu met een elektronenmicroscoop. Tegenwoordig is dit een scanningelektronenmicroscoop, die met een scannende elektronenbundel het preparaat aftast. Het apparaat vult een apart kamertje met al zijn slangen en pompen. Jacqueline pendelt heen en weer tussen AFSG en het centrum. ‘Bij AFSG heb ik geen microscoop. Twee werkplekken is wel eens lastig, maar bij AFSG werk ik alleen en hier kan ik overleggen over de aanpak.’ Van oorsprong is ze botanisch analist. ‘Maar dit is zeker zo leuk. Ik help graag mensen en ik zie veel mooie dingen. Vooral biologisch materiaal is prach-
tig. Dat kunnen mensen niet bedenken.’ Onderzoekers moeten vertellen wat ze willen zien en waarom. Daarna maakt Jacqueline van het ruwe materiaal een preparaat, dat diep bevroren of gedroogd wordt. ‘En dan ga ik op zoek, liefst samen met de onderzoeker.’ Op de driedimensionale beelden kun je goed structuur en verspreiding zien. ‘Kijk hoe de bacteriën hier aan elkaar groeien’, zegt ze, wijzend op het scherm. De microscoopbeelden kunnen meetgegevens of hypothesen bevestigen. Plaatjes zijn ook nuttig omdat mensen visueel zijn ingesteld, is haar ervaring. Voor het ontwikkelen van de foto’s zat ze vroeger een dag in de donkere kamer. ‘Dat is helaas voorbij. Ik bewerk ze nu op de computer en mensen halen ze dan van de server af.’ / Yvonne de Hilster foto Guy Ackermans
Resource 0608 12-15
18-10-2006
17:22
Pagina 14
OPINIE
14
1
M.I.
Nog even en de Wageningse stoelendans gaat beginnen. Met de clustering op de Born bespaart Wageningen UR jaarlijks niet alleen tien miljoen euro, de samenwerking tussen de U en de R moet ook een impuls krijgen omdat medewerkers van universiteit en DLO door elkaar worden gehusseld. Als eerste stroomt binnenkort Atlas vol, daarna wordt Lumen heringericht. Verheugen de medewerkers van de Environmental Sciences Group zich op de verhuizing?
IS DE VERHUIZING EEN VERBETERING?
‘Steeds als ik bezoek krijg moet ik mijn collega vragen: jij weg of ik weg?’
Dr. Henny van Lanen, leerstoelgroep Hydrologie en kwantitatief waterbeheer, gaat van de Nieuwlanden naar Atlas
Ir. Gerrit van Vuren, leerstoelgroep Irrigatie en Waterbouwkunde, gaat van de Nieuwlanden naar Lumen ‘Ik ga van veertien vierkante meter naar zestien vierkante meter. Die moet ik alleen wel delen met een collega. Wat ik niet snap is dat bij het bepalen van een standaard oppervlaktemaat voor werknemers steeds is gesproken over arbo-normen en niet over de functionele werkruimte. Ik kan in de toekomst inderdaad mijn benen strekken onder mijn bureau. En als ik opsta, stoot ik niet mijn hoofd tegen het plafond. Maar als universitair hoofddocent en beheerder van het personeel krijg ik veel mensen over de vloer. Steeds als ik bezoek krijg, moet ik mijn collega vragen: hoe zullen we het doen? Jij weg of ik weg? De leiding is uitgegaan van de Interpolismanier van kantoorindeling. Je komt binnen, gaat op een willekeurige plek in het gebouw achter een bureau zitten en start de computer. Dat we maar één boekenkast mogen meenemen, past ook in dit plaatje. Maar voor een docent is dat niet genoeg. Ik heb een handbieb nodig. In een gesprek met een student moet ik een boek uit de kast kunnen trekken en zeggen: haal dit boek. Daarbij komt dat doordat al het onderwijs in het Forumgebouw plaatsvindt, je tot het afstuderen nauwelijks contact hebt met de studenten. Tijdens de lunch of de koffie kom je ze niet meer tegen. Als het nu bijvoorbeeld mooi weer is, zit je samen buiten en leer je elkaar kennen. Die sfeer van overzichtelijkheid, dat kleinschalige, dat is echt Wageningen. Dat is rijkdom.’
‘Atlas wordt zo volgepropt dat alleen medewerkers in loondienst op de verdieping mogen. PhD’ers en studenten komen in een ander gebouw te zitten. Buiten het feit dat ik geen verschil zie tussen PhD’ers en aio’s, raakt dit de universitaire cultuur in zijn hart. Veel spontaan contact verdwijnt door de fysieke afstand. De krapte in het Atlasgebouw maakt ook dat er ontzettend veel meer overlegd en intern verhuisd moet gaan worden. Wanneer we bijvoorbeeld een nieuwe werknemer aantrekken, moeten we met andere leerstoelgroepen en afdelingen van Alterra in de slag over de ruimte.’
Dr. Kees van het Klooster, operationeel manager centrum Water en Klimaat, gaat van Lumen naar Atlas ‘Ik zie niet zo dat er aan de universitaire cultuur gemorreld wordt. In Atlas komen overlegkamers waar docenten en studenten zonder anderen te storen kunnen overleggen. Ook zijn er kamers vrij gehouden als ontmoetingspunt. De ophef is denk ik het gevolg van onvolledige beeldvorming. Veel mensen zien er tegenop om te verhuizen. Een nieuwe plek betekent namelijk niet voor iedere medewerker een betere plek. Maar de verhuizing heeft ook zegeningen. De fysieke afstand die nu bestaat tussen de leerstoelgroepen en Alterra maakt overleg minder makkelijk dan als je een gang verderop zit.’
‘Onze vijf jaar oude bureaus mogen niet mee op last van de architect’
‘De afstanden worden veel kleiner en dat is goed voor de kennisketen’
Drs. Kees van den Dries, leerstoelgroep meteorologie en luchtkwaliteit, gaat van Duivendaal naar Atlas ‘De hele operatie wordt gestuurd door kapitaalvernietiging. Op zich snap ik dat je oude spullen moet weggooien. Maar op dit moment gaat meubilair in de container dat nog goed is. Nieuwe metalen archiefkasten? Naar het oud ijzer. Onze vijf jaar oude bureaus die in hoogte verstelbaar zijn? Ze mogen niet mee op last van de architect. Het zou de uniformiteit van de inrichting aantasten. Ze zijn groot, maar er passen er best twee in een kamer. We moeten het nu gaan doen met bureaus van tachtig bij honderdzestig centimeter. Op de nieuwe bureaus passen de oude beeldschermen niet. Die moeten dus weer worden vervangen. De bureaustoelen verhuizen wel weer mee. Je zit dus door het hele gebouw met rode, zwarte en blauwe stoelen. Niet echt uniform zou je zeggen. Maar de regel dat apparatuur die je één jaar niet gebruikt hebt, niet mee mag is echt belachelijk. We hebben bijvoorbeeld een apparaat dat tienduizend euro kost. Het ding is ontzettend nuttig, maar soms gebruik je hem een jaar niet. Hij zou volgens de regels achter moeten blijven. Dat gebeurt niet, hij gaat hoe dan ook mee.’
‘De ophef is denk ik het gevolg van onvolledige beeldvorming’
PO Re va ge of Po
‘G b b e v
door Teun Hofmeijer ‘Atlas wordt zo vol dat alleen medewerkers in loondienst op de verdieping mogen’
P
Drs. Wally Hoogendoorn, directeur bedrijfsvoering Alterra, eindverantwoordelijk voor de verhuizing ‘Ik vind het een echte verbetering. De afstanden worden allemaal veel kleiner en dat is goed voor de kennisketen. Dat effect zien we nu al in Gaia waar leerstoelgroepen en Alterranen al een tijdje samen zitten. Ik snap dat het schrikken is wanneer je met zijn tweeën op een kamer moet en je gewend bent om in je eentje te zitten in een hoge, ruime kamer op Duivendaal. Maar ik denk dat de mensen van de universiteit niet wezenlijk anders zijn dan mensen van Alterra. Zij hebben dit een tijdje geleden meegemaakt en zijn er nu aan gewend. Het vergt dat je afspraken maakt met je collega’s. Ik kan kritiek over de scheiding van personeel en studenten niet echt plaatsen. In Atlas is 1200 vierkante meter ruimte voor studenten. Dat is meer dan in de huidige situatie. Misschien is de afstand vooral psychologisch omdat ze een paar verdiepingen lager komen te zitten. Wat betreft de boekenkasten: elk centrum heeft een archief en ruimte in het bedrijfsgebouw. Bovendien komt in het Forumgebouw een centrale bibliotheek. Ruimte genoeg. Veel mensen hebben gedurende twintig jaar spullen verzameld. Het is net als wanneer je kleiner gaat wonen: je moet dingen weggooien.’
J V
Re de Ide du na vo on vr (N va Ni va lin al wo nis se W on en vo Wa on oo Wa st be Da or ka ve int is, de ho ee ge vra to wo va Di ee Ee bij wo om ho is de
W (W
n
s
g
n
en
te
an
er
o-
or e
t n
en el
er
Resource 0608 12-15
18-10-2006
17:22
Pagina 15
19 OKTOBER 2006
POST POST is de brievenrubriek van Resource, bestemd voor reacties van lezers. Brieven kunnen worden gericht aan
[email protected] of aan Resource, rubriek Post, Postbus 357, 7600 AJ Wageningen.
‘Gecensureerde berichtgeving is betuttelend en een belediging voor de lezer’ JOURNALISTIEKE VRIJHEID Resource valt al een aantal weken in de brievenbus (althans, van de Idealisgebouwen), en inmiddels is duidelijker wat de verandering van Wb naar Resource echt inhoudt. Zelfs voor de landelijke pers bleef het niet onopgemerkt dat de journalistieke vrijheid van de redactie is ingeperkt (NRC van 20 september en NRC-next van 26 september). Niet alleen woont een medewerker van Corporate Communication (afdeling communicatie van de universiteit) alle redactievergaderingen bij, tevens wordt de insteek en timing van organisatorische berichtgeving geregisseerd. Wij vinden deze ontwikkeling zeer ongewenst. Studenten, onderzoekers en medewerkers die zich betrokken voelen bij het reilen en zeilen van Wageningen UR hebben recht op onafhankelijke en open berichtgeving, ook op organisatorisch gebied. Wageningen UR is net zo goed van studenten en medewerkers als van bestuurders. Dat discussie over nieuws en organisatorische zaken op intranet kan plaatsvinden, rechtvaardigt de veranderingen niet. Behalve dat intranet voorlopig nergens te vinden is, verzorgt Corporate Communication de berichtgeving. Het is onduidelijk in hoeverre het er hierbij om zal gaan een rooskleurig beeld van Wageningen UR neer te zetten. Bovendien vragen wij ons af waarom organisatorisch nieuws ‘weggestopt’ moet worden op intranet; waar is de raad van bestuur precies bang voor? Discussie en kritisch denken hóren bij een instelling voor hoger onderwijs. Een onafhankelijke krant kan bijdragen aan een klimaat waarin dit wordt gestimuleerd en is daarom iets om trots op te zijn en in stand te houden. Gecensureerde berichtgeving is betuttelend en een belediging voor de lezer. Wageningse Studenten Organisatie (WSO) en de Studentenraad
15
RESOURCE #08
V.D.REDACTIE VERHUIZING Koffie, werkplek en collega’s. De drie-eenheid die het werkplezier bepaalt. Echt verwonderlijk is het dan ook niet dat de temperatuur begint op te lopen nu de eerste nieuwbouw op De Born wordt opgeleverd en verhuizingen aanstaande zijn. De medewerkers van het departement Omgevingswetenschappen en Alterra worden volledig gemengd gehuisvest volgens de nieuwste inzichten en normen. Dat levert dus geheid onrust op: nieuwe werkplekken én nieuwe collega’s. Wat de situatie geen goed doet, is de grote hoeveelheid regels rond de verhuizing. Zo heeft iedere werknemer op basis van het Arbobesluit minimaal recht op vier vierkante meter kantoorruimte - ‘inclusief
kantoorwerkstoel en circulatieruimte’. Per werkplek gelden bijtellingen voor een plat beeldscherm (een vierkante meter), een diepe monitor (twee), een vrijstaande kast (een), enzovoort. De gemiddelde werknemer komt zodoende uit op acht vierkante meter. En dan is er de architect, die liever niet wil dat lelijke zitjes of zoiets afschuwelijks als opgezette vogels zijn gebouw ontsieren. Dus: geen oude meubeltjes mee, maar één standaard boekenkast per werknemer en het goedbedoelde advies om vooral spullen weg te gooien. Als het allemaal goed gaat moeten Atlas, Gaia en Lumen er straks als een plaatje uitzien: strakke boekenkasten en opgeruimde bureaus.
Gelukkig weten de meeste mensen wel beter; dat is geen kwaliteit van leven. Een bijzettafeltje is zo binnengesmokkeld, Ikea heeft straks weer kerstuitverkoop en wie zegt eigenlijk dat boeken altijd in een kast moeten staan? Bovendien, wat is Atlas zonder een paar wereldbol-strandballen, Lumen zonder schemerlampjes en Gaia zonder een terrarium met mierennesten? Met een beetje creativiteit moet het lukken om er straks – als al die gevreesde veranderingen achter de rug zijn en de regels vergeten – toch iets leuks van te maken. Nog wel een tip voor het management: verander voorlopig even niets aan de koffie. / Gert van Maanen
HR
Henk van Ruitenbeek
DE HOOG PRIJZENSLAG Sinds dit blad bestaat gaat er geen week voorbij of Wageningen wint een vette prijs. In het eerste nummer is het al meteen raak. De Paus geeft de onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice aan een van onze medewerksters. Dat is geen wetenschappelijke prijs, maar het betekent wel dat Wageningen ook in Vaticaanstad op de kaart staat. Daarna kregen we de eremedaille van Warsaw, een lidmaatschap voor het leven van een internationale agrarische economenclub, een erelidmaatschap van de Hongaarse Academie van Wetenschap-
pen en werden twee medewerkers ereleden van de internationale bodemkundige vereniging. Ook de Meester Kackedorisprijs ter bevordering van de kwakzalverij ging niet aan onze neus voorbij. Vervolgens kwam de Student Poster Prize in ons bezit en als klap op de vuurpijl werd de Onnozele Nobelprijs aan twee Wageningers gegeven. En de koek was nog niet op, want in het zesde nummer is te lezen dat onze prijzenkast gevuld is met de prijs van de Czech University of Agriculture en de Founders Lecture Award of Wuhan. Bovendien hadden we met de insecten de
grote onderzoeksprijs al gewonnen en kozen de studenten voor de tweede keer Wageningen als beste universiteit en in de Times is te lezen dat we sinds kort tot de top honderd van de beste universiteiten van de wereld behoren. Er wordt gefluisterd dat de raad van bestuur zo blij is met de prijzenslag van Klein Harvard aan de Rijn dat unaniem is besloten om voortaan in de kantines gratis koffie te schenken en om het kerstpakket, in ieder geval voor de winnaars, in ere te herstellen. / Kees de Hoog
Resource 0608 20-24
18-10-2006
17:25
Pagina 20
INTERNATIONAL
20
1
‘It is strange that we can put satellites into space but cannot find a way to end child labour’ CHIPKNIP ONLY WAY TO PAY The Executive Board does not intend to allow cash payments in addition to the chipknip in the Wageningen canteens, it said in response to questions from the Central Employees’ Council (COR). According to the Executive Board, the chipknip is easily available for everyone, there are sufficient top-up points, and for those who do not want a chipknip there are departmental or prepaid cards. The Executive Board is in favour of the chipknip and therefore does not intend to subsidise prepaid cards, a suggestion made by the COR. / GvM
IN THE NEWS
N T
In fa re fro re ins dif dif
Thursday 19 October 20.30 / Wayward Cloud (Mandarin with Dutch subtitles) at Movie W. www.movie-w.nl 23.00 / Get rid of exam nerves at the F*ck the exams, Let’s dance! Party at Unitas.
Saturday 21 October 20.30 / The Machinist (English with Dutch subtitles), also 22 October. www.movie-w.nl 21.00 / Live music: punk band Human Alert and ska band De Hardheid at Unitas. Sunday 22 October 14.00 / Diwali Festival celebration with theatre and dance in the Junushoff. Monday 23 October 20.00 / Rodin piano trio plays Arensky, Haydn and Ives in the Aula. 20.30 / Travelling Birds (English with French subtitles), free entry. www.movie-w.nl Thursday 26 October 20.30 / Tzameti (French with Dutch subtitles). www.movie-w.nl 23.00 / Goet Foud Feest at Unitas. Dance uninhibitedly to the best and worst hits from then and now. Saturday 28 October 20.00 / Musica Vocale and the East Netherlands Chamber Choir sing works by Russian composers in the Grote Kerk, marketplace. Thursday 2 November 19.30 / KSV International Kitchen. Your chance to meet Rector Martin Kropff in person. Mail
[email protected]. 23.00 / Uptown Grooves: jazz, dance, hip-hop, Latin and live performance by State of Monc, at Unitas.
AW fir lea co
Th Pa ha as Wa ab sp
WHAT’S ON IN WAGENINGEN
Friday 20 October 20.30 / Ballets Russes (English with Dutch subtitles), also 24, 25 October. www.movie-w.nl
W
A tra at th M co
Rishikesh Ghongade / photo Hoge Noorden
‘CHILD LABOUR IS A STAIN ON THE SUCCESS STORY OF INDIA’ The Indian government recently passed a new law that forbids hotels, restaurants and private households to employ youngsters under the age of fourteen. The new measure should free about 250,000 children from long working hours often accompanied by physical violence and sexual abuse, but Rishikesh Ghongade, an Indian student at the Van Hall Instituut, has his doubts. ‘It’s poverty; in these poor families every member has to score a meal on their own,’ says Rishikesh. He can’t see that the act will have much effect unless the government comes up with an effective support programme for food and education. As far as he is concerned, child labour is a stain on the success story of India’s development. Rishikesh is studying Food and Agribusiness Management at the Van Hall Instituut in Leeuwarden. His family owns a large grape company in Solapur, the agricultural centre of the state of Maharashtra. The class one grapes are exported to Europe and find their way to supermarkets including Albert Heijn. Rishikesh wants to expand the family business with a flower division. ‘My father started our business thirty years ago; he too went to Europe to study agriculture. As the company expanded, he
felt it was his obligation to share his knowledge with the neighbouring small farmers. Nowadays the company owns a hundred acres of grapeyards and is supported by hundreds more acres of contributing farmers. And we all produce the same quality.’ Rishikesh points out that the manner in which his family operates, and which is strongly promoted by the Indian Agricultural Process and Food Export Development Authority, is the way to combat poverty in rural India. ‘You will find no children among the workers on our fields, everybody is at least eighteen. All our farmers have adopted these corporate standards.’ He has noticed a gradual change in his home country when it comes to employing children. If he had to make a guess, he would say that, in comparison with five years ago, child labour has decreased by about twenty percent. You will not see children working in big department stores and classy hotels, and international companies force suppliers to act according to their rules of conduct. But there is of course still a lot to be done. When Rishikesh goes to town he will receive a ticket from a child at the parking lot. Another child will offer him refreshments at a little stall. A boy will present him a newspaper and in the small
eateries of the city, the food is served by children. The less fancy hotels thrive on the backs of underage workers. Still he is hopeful. India is going through a period of unprecedented development; the fast growing economy is rapidly turning the subcontinent into a global player. Child labour will continue to be a burden on the ambitions of his country. The government estimates the number of child workers at 16 million; the World Bank thinks 45 million is a more accurate figure. ‘It does of course seem very strange that we can put satellites into space but cannot find a way to end child labour.’ Access to knowledge and education is the key to changing the lot of the majority of the poor, Rishikesh believes. The level of education is high but the problem remains that 75 percent of the Indian population live in small rural villages. He is pinning his hopes on the current policy of Union Agriculture Minister Sharad Pawar, which divides India into agricultural zones. Each zone has its own programme of production tailored to the climatic conditions. The government will provide instruction support programmes for the local farmers. Wise men like his father will take their responsibility and lead the way. It may take thirty years before child labour is banned, but at the pace things are going now it could also happen within ten years. / Wim Bras
Eig Gh th co
IA’
Resource 0608 20-24
18-10-2006
17:25
Pagina 21
19 OCTOBER 2006
21
RESOURCE #08
‘We wanted to use the leading light in the Netherlands when it comes to research on cloning’
WAGENINGEN CLONES BEER A Wageningen research laboratory is the first place in the world to clone beer. At least in the new Heineken beer commercial.
bottles. The researcher leaves the lab and goes to join a party where he ends up sharing the beers with two attractive female clones.
The ad shows members of the European Parliament arguing about what has happened to the 90 million euros set aside for research. Meanwhile in a Wageningen laboratory a researcher puts a bottle of beer into a machine and in a split second it produces two identical
The brewery says the commercial shows its three core values: greatness, optimism and inventiveness. ‘We often use big institutes with the similar kind of image,’ says spokesman Norbert Cappetti. In our last commercial we had NASA landing a pathfinder on Mars. The idea behind the
NINE STUDENTS DEFEND THEIR PHD IN AFRICA In an effort to ensure that African farmers benefit more from agricultural research, eight African PhD students from Wageningen University did their research differently – with the farmer instead of about the farmer. And a different kind of research deserves a different graduation venue: West Africa.
Before starting on the research, however, the participating farmers formulated their problems themselves, and the students based their research on these.
A big delegation from Wageningen UR travelled to Ghana and Benin this week to attend the PhD graduation ceremonies of the students. The group included Rector Martin Kropff, opponents, promotors and co-promotors.
All the projects are part of the research programme Convergence of Science. In addition to the mix of farmer knowledge and scientific knowledge, the programme is also about combining social, biological and technical sciences. The PhD committees are therefore also composed of social and technical professors, from Wageningen and from universities in Benin and Ghana.
Eight of the students are themselves from Ghana or Benin. Together with farmers they did experiments on weed and pest control, soil fertility and biodiversity.
The ninth PhD graduate is Dutch. She did research on the others’ research and looked at whether this new way of working does indeed benefit farmers. / JT
new ad was cloning beer, so we wanted to use the leading light in the Netherlands when it comes to research on cloning. That’s why we ended up with Wageningen.’ The spokesman for Wageningen UR, Simon Vink, describes it as a ‘nice ad’. ‘It’s nice that they used Wageningen. But we had nothing to do with the making of the commercial.’ / TH
BRAZILIANS OPEN OUTPOST IN WAGENINGEN The Brazilian research organisation Embrapa opened an office in Wageningen on Monday 16 October. The president of Embrapa, Professor Silvio Crestana, visited Wageningen UR to sign two agreements. Embrapa is the biggest agricultural and environmental research organisation in Brazil, with more than eight thousand employees in 38 institutes. The Wageningen office is manned by Dr Manoel Souza and is intended to intensify relations between researchers at Wageningen UR and Embrapa. Crestana sees opportunities for collaboration especially in the areas of nature conservation, bio-fuels and genomics. Agreements were signed for joint research on conflicting claims concerning natural resources and banana genomics. / JT
s of
e nt t
POST Post is the space in Resource for readers’ reactions and opinions. Please address correspondence to
[email protected].
‘Censorship is patronising and an insult to the reader’ FREEDOM OF THE PRESS The mailman has been delivering the Resource for a few weeks now (at least to the Idealis buildings), and meanwhile it has become clearer what the change from Wb to Resource comes down to. Even the national press noticed that the freedom of press of the editors has been restricted (NRC, 20 September and NRCnext, 26 September). Not only does an employee of Corporate Communication attend all the meetings of the editors, the angle and timing of organisational news is also being directed. We think that this development is highly undesirable. Students, researchers and employees who feel connected to the developments of Wageningen UR are entitled to independent and open news coverage, including coverage of organisational issues. Wageningen UR belongs to students and employees, just as it belongs to the Executive Board. The fact that the discussion about news and organisational items can be held on the intranet does not justify the changes. Besides the fact that intranet is nowhere to be found yet, Corporate Communication is going to take care of the reporting. It is unclear to what extent this will be about showing a perfect picture of WUR. Moreover, we wonder why organisational news has to be ‘hidden away’ on the intranet; what does the Executive Board fear?
s n a
he
f
y Discussion and a critical view are part and parcel of an institute of higher education. An independent newspaper can contribute to a climate in which this is stimulated and is therefore something to be proud of and to keep up. Censorship is patronising and an insult to the reader.
s
UNITAS PARTY/ Master’s student David Villatoro from Guatemala enjoys the Latin and dance music at the International Student Party, last Thursday, 12 October. Although there was another international party at KSV St.Franciscus the same evening, many international students kept on dancing till late at Unitas. / LH, photo Martijn Weterings
Wageningen Student Union (WSO) and the Student Council
Resource 0608 20-24
18-10-2006
17:25
Pagina 22
STUDENT
>
22
1 Het wordt hoog tijd dat het Wageningse studentencorps de Spaanse koningin Sofia uitroept tot beschermvrouwe. De koningin kreeg afgelopen week van de FAO de Ceres-medaille – met haar eigen gezicht erop - voor haar pogingen om met microkrediet voor vrouwen bij te dragen aan landbouwontwikkeling en voedselveiligheid. Wij tippen alvast onze eigen Maxima als winnaar van de volgende Ceres-medaille.
Het golfbalmysterie is opgelost. Aanvankelijk had de politie geen idee hoe er 1100 balletjes terecht waren gekomen in het weiland van een 63-jarige boer uit Delfgauw, dat niet in de buurt van een golfbaan ligt. Nu zijn de daders gevonden. Een instructeur van de Schipluidense golfclub blijkt zijn vrienden te hebben vergast op een barbecue met een mini-golfclinic. Hierbij rosten ze de ballen vanaf de rand van een bedrijventerrein het land op.
‘ O
ONDERHANDELEN OVER SALARIS ‘NIET SEXY’
Ar m ee op va tw om
Onderhandelen over je salaris is lang niet zo sexy als het klinkt, zeker niet voor starters. Dat was de boodschap van Roel van Eijndhoven, stafdirecteur HRM van Wageningen UR, tijdens een KLVbijeenkomst in Wageningen voor studenten en net afgestudeerden. De bijeenkomst op maandag 16 oktober zou gaan over salarisonderhandelingen. Van Eijndhoven wilde de vijftig toehoorders echter meer vertellen. ‘Starters hebben nauwelijks onderhandelingsruimte. Dat komt pas bij een tweede of derde baan.’ Hij overviel de starters daarom met vragen als: waarom zou ik u aan moeten nemen? De studenten kwamen veelal niet verder dan wat gestamel. ‘Dit zijn standaardvragen in een sollicitatiegesprek. Oefen de antwoorden met een vriend of familielid’, raadde hij de studenten daarom aan. Van Eijndhoven adviseerde het publiek verder om vooraf informatie in te winnen over het bedrijf, te vragen naar de reden van een afwijzing en zichzelf in de etalage te zetten zonder te overdrijven. KLV-directeur Paul den Besten vulde aan: ‘Stel tijdens een gesprek ook zelf relevante vragen. Bijvoorbeeld: wat moet ik hier realiseren zodat u over drie jaar zegt dat ik goed werk heb geleverd?’ Volgens Van Eijndhoven moeten starters niet te veel belang hechten aan de hoogte van het salaris. ‘Let liever op de inhoud en wat je er kunt leren.’ / YdH
JULIUS ONTVOERD
Julius Ceasar, de bok van de Leeuwarder studentenvereniging Osiris, is in de nacht van 11 op 12 oktober ontvoerd door zustervereniging Usra uit Dronten. Osiris krijgt haar mascotte terug als ze Usra donderdag 19 oktober met minimaal honderd leden bezoekt. ‘Osiris gaat nooit in op onze uitnodigingen’, verklaart voorzitter Corné Sneep van Usra. ‘Het schijnt er in het verleden wel eens erg lomp aan toe te zijn gegaan. Maar we willen nu gewoon gezellig een biertje met ze drinken.’ Osiris-voorzitter Wilroy Hoogendijk gaat op de eisen in. ‘Het moet lukken met honderd leden te komen.’ Hij weet niet hoe Usra achter de verblijfplaats van de bok is gekomen. ‘De meeste Osiris-leden weten het niet eens.’ / KM
Al gr ra je iet un m he re in aa
De studentes van het Wageningse sudokuteam Anjula analyseren geconcentreerd de finalepuzzel. /foto GA
STUDENTEN STRIJDEN OM SUDOKU-TITEL Ogen schieten geconcentreerd heen en weer over de blaadjes. Hier en daar klinkt een zucht. Het is hard werken in de Wageningse sportzaal De Bongerd. Niet fysiek, wel geestelijk. Op 13 oktober vond het eerste Nederlandse Studentenkampioenschap Sudoku plaats. Het dispuut Shinto van de Wageningse studentenvereniging SSR-W greep de sudoku-gekte aan om zichzelf te presenteren. ‘Wij zijn een dispuut in oprichting’, vertelt Lotte Bontje. Shinto maakte daarom veel reclame voor het evenement. Uiteindelijk kwamen er zestien inschrijvingen, waarvan de helft van buiten Wageningen. ‘We hebben drie uur over de reis gedaan’, verzucht Bas Willemse van het Groningse team. ‘Maar we hebben wel kunnen oefenen in de trein.’ In de eerste ronde moeten de studenten zoveel mogelijk sudoku’s individueel oplossen. Op elke tafel ligt een stapeltje puzzels. ‘Dit zijn er nooit genoeg’, schreeuwt
iemand van het Delftse team Asene overmoedig. Maar lang wordt er niet gelachen. Het startsein is gegeven, de klok tikt door. Met een zacht Japanse muziekje op de achtergrond zit iedereen geconcentreerd over zijn papiertje heen gebogen. De hoofden gaan even omhoog als team Messed Up uit Twente komt binnenhollen. ‘We hadden een dik uur vertraging.’ Vol adrenaline storten ze zich op hun stapeltje. Maar niet voor lang. ‘Nog twee minuten’, roept Lotte luid door de microfoon. Armen schieten in de lucht uit frustratie. In de twee volgende rondes puzzelen de deelnemers in teamverband. Met zijn drieën een cijferpuzzel op één blaadje oplossen leidt tot knusse omarmingen. ‘Goed voor de teambuilding’, aldus een speler van Asene. Jonathan Brugge van Messed Up masseert na afloop zijn pijnlijke nek. Hij heeft geen goed gevoel over hun prestatie. En inderdaad, ze zitten niet in de finale. Het Delftse Asene gaat wel door, samen met twee teams uit Wagenin-
gen: Try before you die! en Anjula. De finalisten moeten zo snel mogelijk een puzzel oplossen. Drie supersudoku’s hangen op blauwe schermen zodat iedereen kan meekijken. Met een stift schrijven de deelnemers de juiste cijfers in de vakjes. De puzzel van de mannen van Asene is binnen de kortste keren voor driekwart ingevuld, terwijl de dames van de Wageningse teams nog geconcentreerd op een rijtje staan na te denken. Maar dan gaat het mis bij Delft. De optelsom klopt niet meer, ergens is iets fout gegaan. Niet veel later juichen de meiden van Anjula, alle drie student Bodem, water en atmosfeer. ‘Je moet kunnen vertrouwen op je teamleden’, zegt winnares Laura Nienhuis na afloop. Maar ze is bovendien een ervaren sudoku’er. ‘Ik heb ook meegedaan aan de voorrondes voor de WK in Londen’. Ze strandde in de Nederlandse finale. Maar vandaag haalt ze in teamverband de Nederlandse studententitel binnen. Prijs? Een doos vol puzzelboekjes. / LH
‘H ee vo Le he du tie let he Di ge Ik de tie be te Ro sn de va No pe
KNALLEN IN DE GEZONDHEIDSBATTLE ‘Twee miljoen meisjes lopen het risico aan deze praktijk te worden onderworpen’, leest Anne Esther Varwijk hardop. Voor haar ligt een A4-tje: case 2, vrouwenbesnijdenis, een opdracht van de derde editie van de Gezondheidsbattle. Anne Esther, derdejaars student Gezondheid en maatschappij van Wageningen Universiteit doet met drie studiegenoten mee aan de Gezondheidsbattle, een wedstrijd waarbij studententeams uit heel Nederland creatieve oplossingen verzinnen voor gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden. Met studiegenoten Fieke Franken, Marlinde Boer en Wilma Bol
vormt ze team Rayo del Sol. Ze overleefden de eerste ronde, eind september. Onder de beste dertig teams die een tweede case kregen, zijn er zes uit Wageningen. Woensdag 11 oktober begon Rayo del Sol tussen de colleges door met de tweede case: in het verzonnen land Botalpa constateren artsen in kleine, besloten gemeenschappen een sterk bijgeloof en een gebrek aan informatie over ziekten door vrouwenbesnijdenis. Een lokale NGO zoekt een plan om de bevolking beter te informeren over de besnijdenis. Na een uur praten is de oplossing nog ver weg. De studentes besluiten informatie te gaan zoeken in de bieb, op internet en bij
hulporganisaties. Veel tijd daarvoor hebben ze niet. ‘Het is knallen’, zegt Marlinde. Zondag moet de opdracht af zijn en maandag wacht alweer een nieuwe case, over gezondheid en voeding. Het team dat de vier cases het beste uitwerkt, wint een reis naar Ghana en Burkina Faso waar ze gezondheidsprojecten zullen bezoeken. De studentes van Rayo del Sol denken een goede kans te maken door hun brede opleiding. Fieke: ‘Een studie geneeskunde is beperkter. Wij leren bijvoorbeeld ook om te gaan met politiekeconomische aspecten.’ Het winnende team wordt 17 november bekendgemaakt. / LH
Le pr
Resource 0608 20-24
18-10-2006
17:25
Pagina 23
19 OKTOBER 2006
n
e
23 Ad Valvas, het blad van de Vrije Universiteit Amsterdam, geeft evenals uw eigen Resource een overzicht van de score van Nederlandse universiteiten in de top 100 van het Britse blad The Times. Delft scoort in deze lijst nog steeds het hoogst en ook alle andere plaatsen blijken afkomstig uit de Times-editie van 2005. Pijnlijke conclusie: de VU loopt een jaar achter.
Als je studeert is het misschien nog grappig dat je naam opduikt in allerlei ranzige uithoeken van internet, maar als je de arbeidsmarkt op wilt ligt dat toch iets anders. Volgens het Groningse universiteitsblad UK realiseren steeds meer studenten zich deze keerzijde van het vindbaar zijn voor Google. Een rechtenstudent: ‘Er zijn dingen die je doet in je studententijd die niet helemaal aansluiten bij je latere carrière.’
‘BWOEF, EN DE BOOT LOOPT ONGESTOORD DOOR’ Argo-roeier Lenny de Jaeger vertrok op maandag 16 oktober naar Boston voor een wedstrijd met de acht van Minerva op de bochtige Charles rivier. Het project van de Nederlandse roeibond geeft tweede en derdejaars roeiers de kans om kennis te maken met de top.
en nn e .
‘Het is geen snoepreisje, al schijn je de eerste training op het wedstrijdparcours vooral te kijken naar de skyline’, vertelt Lenny een paar dagen voor zijn vertrek. ‘Ik heb me aangemeld voor de selectieprocedure voor Minerva om te leren hoe selecties werken en waar je voor jezelf op moet letten. Als ik niet was geselecteerd, was het maar de vraag of ik nog had geroeid. Dit project heeft me nieuwe motivatie gegeven; ik kan toch wel wat. Ik ben gaan roeien toen ik drie jaar geleden in Wageningen kwam. Ik wilde fanatiek sporten. Het is lekker om intensief bezig te zijn met je lichaam, op je voeding te letten en te kijken hoe ver je kunt gaan. Roeien kun je in korte tijd leren en je kunt snel een hoog niveau bereiken. Peter Vos deed twee jaar geleden mee met Minerva, en heeft nu een oranje pakje. Normaal train ik anderhalf tot twee uur per dag. Ik studeer Biologie en denk dat ik
RESOURCE #08
één, twee punten lager haal voor mijn vakken dan wanneer ik niet zou roeien. Maar dat is de beslissing die ik heb genomen. Ik heb alleen vorig jaar in de vijfde periode een excursie gemist door deze selectie. Omdat roeiselecties vaak in juni zijn vraag ik me af of ik dat vak überhaupt nog ga doen. Bij Minerva leerden we de eerste weekenden eerst met z’n achten tegelijk te roeien. Daarna kreeg je meer individuele coaching. Ik heb beter leren roeien, en kan nu bijvoorbeeld beter het tweede deel van de haal afstuwen. Bij deze acht voel ik bij elke haal bwoef, en de boot blijft ongestoord doorlopen. Je voelt ook belletjes langs de boot gaan door de snelheid. Dat geeft een kick. Doordeweeks heb ik nu geen team en train ik bij Argo alleen in een skiff. Daarin word je met jezelf geconfronteerd. De acht is een lompe bak. Als je stiekem iets fout doet gaat ie toch verder. Ik zit ook regelmatig met Jochem van der Hout in een twee zonder stuurman. Dat is ook erg mooi. Dan voel je dat elke haal de boot een zwieper geeft. Ik ben nu 21. Mijn doel is om me volgend jaar te plaatsen voor deelname aan de WK onder 23.’ / YdH
Een soap met gastrollen voor Tijs Breukink en Martin Kropff? Het zou kunnen. In de Delftse studentensoap ‘Soap’ figureren het plaatselijke collegelid en de rector. Overigens niet in een hoofdrol, en ook niet in de seksscènes en vechtpartijen waarmee de afleveringen natuurlijk rijk gevuld zijn. Zij spelen in de soap, die wekelijks te zien is op www.snc.tudelft.nl, gewoon zichzelf. / GvM
HET ECHTE WERK
n-
VOGELS OP DE VELUWE
n
Coby van Dooremalen, studente Dierwetenschap aan Wageningen Universiteit, deed onderzoek naar de bonte vliegenvanger. Met een laptop en een fietstas vol batterijen fietste ze dit voorjaar langs nestkastjes op de Hoge Veluwe.
atp n an n’.
e.
e,
i-
o n u-
kLenny de Jaeger voor vertrek naar Boston in het groen van Minerva, een talentenproject van de Nederlandse roeibond. / foto GA
‘Ik onderzocht de energiehuishouding van de bonte vliegenvanger tijdens het broedseizoen. Omdat ze overdag voedsel moeten zoeken voor hun kuikens verbranden ze veel energie. Ik wilde weten wat voor gevolgen dit heeft voor de energie die ze ’s nachts nodig hebben om hun lichaam te onderhouden. Is dit minder omdat ze nog maar weinig energie over hebben of past hun lichaam zich aan door ’s nachts ook meer energie te gebruiken? Eerst inventariseerde ik het aantal vogelparen in een gebied van de Hoge Veluwe. Dit leverde 45 vogelparen op voor mijn onderzoek. Na de eerste broedsels maakte ik groepen en verdeelde ik de kuikens. Het ene paar kreeg er twee bij, de andere twee minder. De kuikens van de bonte vliegenvanger zijn bijna helemaal kaal. Op een paar plekjes zitten donsveertjes: boven op hun hoofd, in hun nek, op hun schouders en op hun rug. Ik merkte de kuikens door de veertjes te verwijderen en op bepaalde
plekken te laten zitten. Zo kon ik later onderscheiden welke kuikens in een nest erbij waren gezet. Bij de nestkasten hingen ontvangers. De vogels droegen een microchip waar deze ontvanger op reageerde. Zo wist ik hoe vaak de ouders hun kuikens voedden. Elke dag fietste ik langs alle nestkasten om de batterijen te vervangen en de data te downloaden op mijn laptop. Bezoekers van het natuurpark keken raar op als ze mij naast een boom op de grond zagen zitten met een laptop. Tien dagen na het uitkomen van de eieren ving ik de vogels en spoot ik met isotopen gelabeld water in hun lichaampje. Het was wel even slikken de eerste keer dat ik met een injectienaald in hun buik prikte. Maar bonte vliegenvangers zijn taaie en relaxte vogels. ’s Nacht verbleven ze in een speciaal kastje dat het zuurstofgehalte meet. Daar sliepen ze de hele nacht rustig door. Als ik ze er ’s ochtends uithaalde, werden ze pas in mijn hand wakker. Met de data van het speciale water en de meetkastjes rekende ik uit hoeveel energie de beestjes ’s nachts en overdag verbruikten. Het bleek dat hoe meer kuikens de vogels moeten voeren, des te minder energie ze de volgende nacht verbruiken.’ / Laurien Holtjer
Resource 0608 20-24
18-10-2006
17:25
Pagina 24
STUDENT
RESOURCE #07
24
PRIKBORD
[email protected]
VOOR JE MOOISTE FOTO, JE EERSTE VERHAAL, JE EIGEN CARTOON ‘Boeren kunnen wel degelijk steengoed zeilen’, zegt Marcel Wokke van de Wageningse studentenzeilvereniging Aqua vol trots. Afgelopen weekend vond het Nederlandse Studenten Zeilkampioenschap plaats in Friesland. Voor het eerst sinds jaren streden ook studenten uit Wageningen om de titel. Marcel (links) vormde samen met Brenda Walles (zie inzet) en Bart Verhaeghe de Naeyer (rechts) het team de ‘Return of the Farmers’. Na twee dagen zeilen eindigden ze op de tweede plek. In totaal deden 27 teams mee. Winnaar was het team ‘Jouw hol of het mijne…we zijn tenslotte konijnen!’ uit Delft. Een tweede team van het Wageningse Aqua - Speedy Gonzalez - zeilde naar de achtste positie. / LH
GESNAPT
M I N A BOERS Ik was vergeten hoe het was. Al een tijdje had ik angstvallig vermeden op zaterdagavond met mijn vriendinnen mee te gaan naar d’Oude Enghe. Er was een tijd dat een bezoek aan deze stamkroeg in Soest het hoogtepunt van de week vormde. Dit keer ga ik mee, want je weet nooit. Misschien is het er niet meer zo boers als eerst. Maar het is niets veranderd. Het is er nog
WAAR? Op de stoep voor Emmaus in Wageningen. WIE? Jacob Beeuwkes, zevendejaars Biologie aan Wageningen Universiteit. GEKOCHT? ‘Twee van deze, hoe noem je dat… Ik wil wijn gaan maken. Ik moet nog wel opzoeken hoe dat moet. Ik denk dat ik begin met vlierbessenwijn, al zijn er pas volgend jaar weer bessen. Maar ik liep hier langs en zag ze staan voor een prikkie.’ DOE JE DAT VAKER? ‘Ik koop graag in het vooruit als ik een aanbieding zie. Hier kom ik om de week. Ik heb hier ook een mooie oude boekenkast en een tafel gekocht. En een jaren vijftig-televisie. Hij doet het niet, maar hij staat wel mooi in mijn huiskamer.’ / YdH
even kansloos. Er lopen nog steeds dezelfde mensen rond als twee jaar geleden en nog steeds zingt iedereen luidkeels mee met André Hazes. De gemiddelde leeftijd is moeilijk te raden. Een groepje jongens met beugels en smalle schouders staat naast ons. Ik kijk mijn vriendin verbaasd aan en steek eerst tien vingers, dan vier vingers op. Ze lacht en zegt: ‘Misschien zelfs jonger.’ Daarnaast staan een man en vrouw van dik in de veertig opvallend en misselijkmakend te dansen. Het gemiddelde IQ is makkelijker te raden – ver beneden de 100 – vooral wanneer er plotseling een gevecht uitbreekt. Iedereen houdt zijn glas stevig vast terwijl de twee jongens elkaar alle hoeken van het café laten zien. Totdat de lelijke uitsmijter één van hen naar buiten escorteert.
In mijn blikveld verschijnt Peter, de dorpsgek die meisjes lastigvalt. Ik zie hoe hij zijn klamme hand uitsteekt en zich voorstelt aan een vijftienjarig tutje. Ze schudt aarzelend zijn hand en beantwoordt netjes zijn traditionele vraag: ‘alles goed?’. Ik heb medelijden met haar, nu komt ze nooit meer van hem af. Opeens loopt de jongen die het gevecht was begonnen, weer binnen rond. De uitsmijter heeft kennelijk besloten dat hij ongevaarlijk is. Ik had hem liever buiten gehad; de vechtlustige blik schittert nog steeds in zijn ogen. Nee, het is hier niets veranderd. Zondagavond zit ik dan ook opgelucht in de trein naar Wageningen. Terug naar de beschaafde wereld van vegetarische pacifisten. Al is het daar wel een beetje saai. / Mina Etemad