VERSLAG GEMEENTERAADSZITTING PROVINCIE VLAAMS-BRABANT ARRONDISSEMENT LEUVEN GEMEENTE BIERBEEK
VERGADERING VAN 26 JUNI 2014
AANWEZIG: JOHAN VANHULST ........................................................................................................................................... VOORZITTER; CECILIA CUYPERS, JAN VAN DER VELPEN, STEFAAN VAN HAEGENBORGH, HILDE VAN DER PUTTEN......................... SCHEPENEN; RAYMONDA W UYTACK .................................................................. SCHEPEN VAN RECHTSWEGE (ART. 44 GEMEENTEDECREET); ALFONS DETIÈGE, MAGDA W ITS, ANDRÉ MEULEMANS, VEERLE VAN CAUWENBERG, MARIA OMBELET, MARIA TOLLET, HECTOR ANDRÉ VAN MELKEBEEK, BRIGITTE VANBESELAERE, SANDRA Noé, EDOUARD ABTS, HANS-KRISTOF CARÊME, JONAH COCKX, KAREN DOURÉE, FREDERIK DE BUCK, MARIJKE STERCKX EN ARNAUD RECKO ..................................................... RAADSLEDEN; EN PETER VERLINDEN ...................................................................................................................................... SECRETARIS. Cil Cuypers en Monda Wuytack zijn verontschuldigd. Sandra Noé vervoegt later de vergadering. (vanaf punt 4) AGENDA: 1. NOTULEN D.D. 05/06/2014 2. MEDEDELINGEN 3. BRANDWEERBIJDRAGE : AFREKENING 2012 – ADVIES 4. GEMEENTEREKENING DIENSTJAAR 2013 5. BUDGETWIJZIGING 1- 2014 – GOEDKEURING 6. UITBREIDING VAN HET AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER VAN 05/02/1982: VERBODEN EN BEPERKT VERKEER, VERPLICHT VERKEER, VOORRANGSREGELING (VERKEERSREGELING M.B.T. KORBEEKHOF EN BRUNERODEPLEIN) EN ORDENING VAN HET VERKEER (BELIJNING VAN DE BEVEKOMSESTRAAT) 7. STRATENTRACÉ VOORZIEN IN DE GEDEELTELIJKE HERZIENING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING 24/FL/38 (MET HET OOG OP DE ONTSLUITING VAN MEVROUWKENSVELD) 8. NIEUW GEMEENTEHUIS EN POLITIEKANTOOR BIERBEEK GOEDKEURING AANGEPAST ONTWERP EN AANGEPASTE RAMING NA INTEGRATIE OCMW-DIENSTEN 9. GEZAMENLIJKE AANKOOP DOOR DE GEMEENTE EN ANDERE BESTUREN VAN ELEKTRISCHE ENERGIE VOOR HUN INSTALLATIES EN GEBOUWEN EN DE OPENBARE VERLICHTING 10. GEZAMENLIJKE AANKOOP DOOR DE GEMEENTE EN ANDERE BESTUREN VAN GAS VOOR HUN INSTALLATIES EN GEBOUWEN 11. HET REGLEMENT HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN EN DE TOEWIJZING BIJ DE VERHURING VAN DE APPARTEMENTEN GELEGEN AAN DE PASTORIESTRAAT 3 TE BIERBEEK – KORBEEK-LO: WIJZIGING 12. VERPACHTING VAN HET JACHTRECHT – GOEDKEURING ONTWERP LASTENKOHIER, VASTLEGGEN INSTELPRIJS 13. GEDEELTELIJKE VERVROEGDE BEËINDIGING VAN RECHT VAN OPSTAL VOETBALTERREIN BIERBEEK TEN BEHOEVE VAN KUNSTGRASVELD EN HOOGSPANNINGSCABINE 14. REGLEMENT INZAKE HET PETER- OF METERSCHAP VAN KLEINE GEMEENTELIJKE PERKEN EN PLANTSOENEN 15. OPRICHTING WERKGROEP 'WINDPARK E40' IN DE SCHOOT VAN DE GEMEENTERAAD 16. VERLENGING VAN DE HUIDIGE SCHOLENGEMEENSCHAP LBB (LUBBEEK-BOUTERSEM-BIERBEEK) VOOR DE PERIODE VAN 2014-2020 IN DE VORM VAN EEN INTERLOKALE VERENIGING 17. SCHOOLJAAR 2014-2015 : 48/24 AANVULLENDE LESTIJDEN TEN LASTE VAN HET WERKINGSBUDGET 18. WIJZIGING SCHOOLREGLEMENT GBS ’T KLAVERTJE BIERBEEK 19. RECHTSPOSITIEREGELING – NEGENDE AANPASSING : VERHOGING JAARSALARIS DECRETALE GRADEN 20. BESLISSING OM HET AMBT VAN FINANCIEEL BEHEERDER VAN HET OCMW OP TE NEMEN DOOR DE FINANCIEEL BEHEERDER VAN DE GEMEENTE 21. GOEDKEURING VAN DE BEHEERSOVEREENKOMST BETREFFENDE DE SAMENVOEGING VAN DE FINANCIELE DIENSTEN VAN GEMEENTE EN OCMW TOT EEN GEINTEGREERDE FINANCIELE DIENST ONDER LEIDING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK FINANCIEEL BEHEERDER 22. GEMEENTEPERSONEEL – WIJZIGING PERSONEELSFORMATIE 23. VRAGENKWARTIERTJE De voorzitter-burgemeester opent de vergadering. 1.
NOTULEN D.D. 05/06/2014 André Van Melkebeek (N-VA) vraagt een aanvulling bij zijn tussenkomst in het vragenkwartiertje aangaande het personeelsbestand van de groendienst. - 1 / 39 -
Na toevoeging van de zin ‘De schepen van Milieu erkent de problematiek” wordt het verslag EENPARIG goedgekeurd. 2.
MEDEDELINGEN De voorzitter vraagt de raadsleden om de volgende data te noteren: - 21 juli: het Te Deum ter gelegenheid van de nationale feestdag in de parochiale kerk Sint-Lambertus te Lovenjoel. - 27 juli: de inhuldiging van de vernieuwde Bieststraat na de Aquafinwerken. - Op 24 augustus en 26 september vinden officiële herdenkingen van de oorlogsslachtoffers 1914 te KorbeekLo en Lovenjoel plaats.
3.
BRANDWEERBIJDRAGE : AFREKENING 2012 – ADVIES (dossierbeheerder: Liesbeth Vanhoof) De voorzitter licht toe dat deze afrekening in het voordeel van Bierbeek uitdraait. De bijdrage is uiteindelijk lager dan initieel begroot. Naar aanleiding van dit punt geeft hij een stand van zaken van de brandweerhervorming. Op 1 januari 2015 gaat de hulpverleningszone Oost van start. De huidige zone van 11 gemeenten rondom Leuven wordt aanzienlijk uitgebreid tot 32 gemeenten. Alle burgemeesters zitten in de brandweerraad. Er is een brandweercollege opgericht waarin de 7 burgemeesters van gemeenten met een brandweerkorps zetelen, aangevuld met enkele burgemeesters vanuit de kleinere gemeenten. Momenteel zijn nog twee punten in onderhandeling. Allereerst de dienstverleningsovereenkomst die met de stad Leuven afgesloten dient te worden. Momenteel wordt het administratief en financieel beheer van de brandweerzone verzorgd door de stad Leuven. Hiervoor wordt een afbouwscenario gespreid over een aantal jaren voorzien waarbij de stad Leuven een vergoeding ontvangt voor de geleverde diensten. Daarnaast ligt de verdeelsleutel van de financiële bijdrage van de gemeenten op de onderhandelingstafel. Hierbij worden momenteel gewogen parameters zoals residentiële bevolking, actieve bevolking, kadastraal inkomen, belastbaar inkomen, risico’s op het grondgebied en oppervlakte van het grondgebied vooropgesteld. Ook de aanrijtijd wordt als maatstaf van dienstverlening gehanteerd. Het scenario dat momenteel voorligt betekent voor Bierbeek ongeveer een status-quo met de huidige bijdrage. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het schrijven van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 27 mei 2014 houdende brandweerkosten: eindafrekening bijdrage 2012; Gelet op de afrekening van de bijdrage in de brandweerkosten voor het jaar 2012; Overwegende dat hieruit blijkt dat de bijdrage voor 2012 in totaal 266.593,00 euro bedraagt, waarvan reeds 248.422,00 euro betaald werd in 2012 en de afrekening dus 18.170,00 euro bedraagt; Overwegende dat in het budget van de voorgaande jaren reeds 48.933,58 euro voorzien was voor deze afrekening; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Gunstig advies uit te brengen met betrekking tot de eindafrekening van de bijdrage voor de brandweerdienst voor het jaar 2012, zijnde 18.170,00 euro. Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant. 4.
GEMEENTEREKENING DIENSTJAAR 2013 (dossierbeheerder: Liesbeth Vanhoof) Sandra Noé vervoegt de vergadering. De voorzitter licht toe dat de jaarrekening voor de laatste maal in deze vorm wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. De jaarrekening werd door de financieel beheerder technisch toegelicht op de voorbije gemeenteraadscommissie beleid. Het dienstjaar 2013 werd afgesloten met een positief resultaat. Aan de inkomstenzijde is er een negatief resultaat in eigen dienstjaar. Dit is te verklaren door enerzijds de sterke schommelingen in de ontvangsten uit de personenbelastingen. Er werd € 400.000 minder ontvangen dan door de FOD Financiën initieel werd vooropgesteld. Daarnaast werden in 2013 leningen gegund, maar het bedrag van € 1.400.000 werd pas in 2014 opgenomen aangezien we het dan pas nodig hadden. Tevens hebben we hierdoor kunnen inspelen op de dalende trend van de intrestvoeten. Aan de ontvangstzijde zijn de aandachtspunten: de eindafrekening van de brandweer tot het jaar 2012, de onwaarden die in rekening werden gebracht en de sterke stijging van de personeelskosten. Dit laatste is onder meer het gevolg van de verhoogde pensioenbijdragen voor personeel en mandatarissen, een aantal personeelsleden konden doorschuiven naar een hogere baremaschaal en van een aantal functies werd het diplomaniveau verhoogd. Als voornaamste investeringen vallen de Aquafinwerken in de Bieststraat, de aanleg van fietspaden op de Waversesteenweg en Lovenjoelsestraat en de uitbreiding van de schoolgebouwen op de Bremt te vermelden. Ward Abts (N-VA) stelt dat de cijfers van 2013 uiteindelijk minder slecht zijn dan voorzien in het budget 2013. Dat de ontvangsten nog altijd ruim voldoende blijken te zijn is volgens hem vooral de verdienste van de inwoners die - 2 / 39 -
via de belastingen zorgen voor deze ontvangsten. Hij wijst op het tekort in eigen dienstjaar. Eigenlijk is het positief resultaat van de jaarrekening gehaald met de overschotten uit de voorgaande dienstjaren. In de buitengewone dienst zijn er meer overschotten, maar deze zijn gehaald door de voorziene investeringen door te schuiven naar 2014. Hans-Kristof Carême (Open Vld) deelt mee dat Open Vld het budget 2013 niet heeft goedgekeurd. Consequent aan deze beslissing zal Open Vld daarom de jaarrekening 2013 afkeuren. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 174, §1 en artikel 248 en verder; Overwegende dat de rekening die voorligt alle addenda bevat, inclusief de opgaven van de sommen die ten bezwaren van elke post van de afgesloten begroting in de schrifturen overgeschreven worden; Overwegende dat de begrotingsrekening van het dienstjaar 2013 sluit met een overschot van 1.401.878,54 EUR in de gewone dienst en een overschot van 294.208,57 EUR in de buitengewone dienst en het volgende resultaat geeft: Gewone dienst: Ontvangsten, vastgestelde rechten ............................................................................................ 13.362.784,32 EUR Uitgaven, vastgelegde uitgaven.................................................................................................. 11.960.905,78 EUR Buitengewone dienst: Ontvangsten, (netto) vastgestelde rechten ................................................................................... 3.343.144,01 EUR Uitgaven, vastgelegde uitgaven................................................................................................... 3.048.935,44 EUR; Overwegende dat het boekhoudkundig resultaat van het dienstjaar 2013 sluit met een overschot van 1.401.878,54 EUR in de gewone dienst en een overschot van 302.708,57 EUR in de buitengewone dienst en het volgende resultaat geeft: Gewone dienst: Ontvangsten, netto vastgestelde rechten ................................................................................... 13.362.784,32 EUR Uitgaven, aanrekeningen ............................................................................................................ 11.960.905,78 EUR Buitengewone dienst: Ontvangsten, netto vastgestelde rechten ..................................................................................... 3.343.144,01 EUR Uitgaven, aanrekeningen ............................................................................................................. 3.040.435,44 EUR; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
Met 11 ja-stemmen (Hilde Van der Putten, Frederik De Buck, Brigitte Vanbeselaere, Veerle Van Cauwenberg, Magda Wits, Jonah Cockx, André Meulemans, Mia Ombelet, Stefaan Van Haegenborgh, Jan Van der Velpen en Johan Vanhulst) en 9 neen-stemmen (HansKristof Carême, Sandra Noé, Maria Tollet, Fons Detiège, Karen Dourée, Marijke Sterckx, Ward Abts, André Van Melkebeek en Arnaud Recko).
Artikel 1: De gemeenterekening van het dienstjaar 2013 goed te keuren. Artikel 2: De dienstjaarrekening 2013 zal conform de betreffende toezichtsregeling aan de toezichthoudende overheden worden toegezonden. 5.
BUDGETWIJZIGING 1- 2014 – GOEDKEURING (dossierbeheerder: Liesbeth Vanhoof) De voorzitter licht toe dat het resultaat uit de jaarrekening 2013 werd ingebracht in het budget 2014. Daarnaast worden enkele technische aanpassingen doorgevoerd. Het betreffen vooral items die met de opmaak van de BBC op een verkeerde rekening werden gezet. Na eigen vaststellingen of opmerkingen vanuit toezicht worden die nu gecorrigeerd. Dit alles werd door de financieel beheerder uitgebreid toegelicht op de voorbije gemeenteraadscommissie beleid. Afsluitend stelt hij dat het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge na de budgetwijziging lichtjes beter zijn geworden ten overstaan van het initieel budget. Dus is er geen aanpassing van het meerjarenplan noodzakelijk. Maar bij de opmaak van het budget 2015 zal er zeker een aanpassing van het meerjarenplan nodig zijn, temeer omdat op dit moment de beginbalans nog niet klaar is. Hans-Kristof Carême (Open Vld) stelt dat hij op de gemeenteraadscommissie beleid kennis heeft genomen van de motivering voor de voorgelegde budgetwijziging. Aangezien zij geen probleem zien in de redenen voor de budgetwijziging, zal Open Vld zich onthouden, niettegenstaande dat zij het budget 2014 hebben afgekeurd. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder Titel IV, Hoofdstuk II; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 2012 tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; - 3 / 39 -
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2013 houdende goedkeuring van het budget 2014; Overwegende dat een budgetwijziging vereist is en dat deze dient te worden vastgesteld overeenkomstig de nieuwe beleids- en beheerscyclus; Gelet op het positief advies van het managementteam van 10 juni 2014 en de begrotingscommissie van 11 juni 2014 met betrekking tot het voorstel van budgetwijziging 1 - 2014; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
Met 11 ja-stemmen (Hilde Van der Putten, Frederik De Buck, Brigitte Vanbeselaere, Veerle Van Cauwenberg, Magda Wits, Jonah Cockx, André Meulemans, Mia Ombelet, Stefaan Van Haegenborgh, Jan Van der Velpen en Johan Vanhulst), 5 neen-stemmen (Karen Dourée, Marijke Sterckx, Ward Abts, André Van Melkebeek en Arnaud Recko) en 4 onthoudingen (Hans-Kristof Carême, Sandra Noé, Maria Tollet en Fons Detiège)
Artikel 1 : De budgetwijziging 1 - 2014 goed te keuren. Artikel 2 : De budgetwijziging maakt integraal deel uit van dit besluit. 6.
UITBREIDING VAN HET AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER VAN 05/02/1982: VERBODEN EN BEPERKT VERKEER, VERPLICHT VERKEER, VOORRANGSREGELING (VERKEERSREGELING M.B.T. KORBEEKHOF EN BRUNERODEPLEIN) EN ORDENING VAN HET VERKEER (BELIJNING VAN DE BEVEKOMSESTRAAT) (dossierbeheerder: Danny Schoonheydt) In afwezigheid van de schepen van Mobiliteit licht de voorzitter de wijzigingen toe. Met de realisatie en ingebruikname van de straten behorende tot de nieuwe verkavelingen Korbeekhof en Brunerodeplein, dient de verkeersregeling en de daarbij behorende signalisatie vastgelegd te worden. Uit het overleg met de bewoners van Mollendaal is gebleken dat een verduidelijking van de verkeerssituatie in de Bevekomsestraat middels belijning aangewezen is. De nieuwe belijning vraagt extra aandacht voor de fietsers op de rijbaan. Arnaud Recko (N-VA) herhaalt zijn al eerder gestelde vraag naar een nieuwe geconsolideerde versie van het aanvullend reglement. Deze is ondertussen 32 jaar oud en dat is volgens N-VA te oud en niet meer werkbaar. De voorzitter beaamt dat dit ooit eens moet gebeuren. Maar dit titanenwerk is momenteel niet het meest prioritaire. Frederik De Buck (Groen) vraagt in de toekomst liever het begrip “zachte weggebruiker” te hanteren in plaats van “zwakke weggebruiker”. Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet op de politie van het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer, aangenomen door de gemeenteraad van Bierbeek in zitting van 05/02/1982 en goedgekeurd op 05/05/1982; Gelet op de goedkeuring van het mobiliteitsplan van de gemeente Bierbeek door de gemeenteraad in zitting van 01/04/2010; Overwegende dat tijdens het overleg van 27/05/2014 met de bewoners van Mollendaal werd gevraagd de verkeerssituatie te verduidelijken in de Bevekomsestraat; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST :
EENPARIG
Artikel 1 : Het gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer van de gemeente Bierbeek d.d. 05/02/1982 wordt gewijzigd als volgt : HOOFDSTUK I: VERBODEN EN BEPERKT VERKEER Artikel 5: doodlopende weg Wordt aangevuld met: - Korbeekhof Doodlopende weg uitgezonderd voetgangers Wordt aangevuld met: - 4 / 39 -
-
Brunerodeplein
Artikel 17A: zone 30 Volgende straten worden toegevoegd aan de bestaande zone 30 - Korbeekhof - Brunerodeplein HOOFDSTUK II: VERPLICHT VERKEER Artikel 7.a: verplicht rondgaand verkeer Wordt aangevuld met: - Korbeekhof Deze maatregel wordt aangeduid door de verkeersborden D5 HOOFDSTUK III: VOORRANGSREGELING Artikel 9.1: aan volgende wegen wordt voorrang toegekend door het verkeersbord B5 (STOP) Wordt aangevuld met: - Korbeekhof kruispunt Pastoriestraat HOOFDSTUK IV: ORDENING VAN HET VERKEER Artikel 10.c: witte doorlopende streep Wordt aangevuld met: “Bierbeek” - Bevekomsestraat - Vanaf huisnummer 10 tot 18 - vanaf huisnummer 30 tot 47 (Bordingenhof) Artikel 10.b: witte onderbroken streep “Bierbeek” - Bevekomsestraat langs beide zijden tussen het huisnummer 30 en 34 (fietssuggestiestrook) Artikel 2 : Dit reglement wordt ter goedkeuring aan de Minister van Verkeerswezen en Infrastructuur voorgelegd. 7.
STRATENTRACÉ VOORZIEN IN DE GEDEELTELIJKE HERZIENING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING 24/FL/38 (MET HET OOG OP DE ONTSLUITING VAN MEVROUWKENSVELD) (dossierbeheerder: Ludo Guelinckx) De schepen van Ruimtelijke Ordening licht toe dat het vandaag in wezen enkel gaat over de specifieke locatie en de wijze waarop we Mevrouwkensveld willen ontsluiten en aantakken aan de Opvelpsestraat. Bij de definitieve bouwaanvraag zal de gemeenteraad zich opnieuw hierover moeten uitspreken op basis van een gedetailleerd ontwerp en bestek. Het college heeft op 21 mei laatsleden deze sociale verkaveling qua procedures opgestart, om later via de bouwvergunningsaanvraag tot realisatie te kunnen overgaan. Om aansluiting te kunnen maken op het openbaar domein is het noodzakelijk om de aanvraag tot gedeeltelijke herziening van de bestaande verkaveling in te dienen ook al was deze qua ontsluiting reeds gerealiseerd. De verkavelingswijziging van 13 september 1983 betrof inderdaad reeds de hoofdontsluiting via kavel 18 en de noodontsluiting via kavel 24. Maar de meer gedetailleerde omschrijving zoals begrepen in de nieuwe aanvraag schept niet alleen het voordeel van de duidelijkheid – de hoofdontsluiting, enkel voor bestemmingsverkeer komt op kavel 18 en bestaat uit een weg voor tweerichtingsverkeer in duurzame materialen en de noodontsluiting verloopt via kavel 24 – maar legt bovendien ook de inbuffering van een groenscherm vast op kavel 18 van minstens 5 m breedte langs weerszijden vanaf de aanliggende percelen. Evenzeer leggen we vast dat er geen achterliggende bebouwing komt palende aan de huiskavels van de Dorpsstraat, waar nu een wadi-systeem voorzien wordt voor buffering van hemelwater. Deze bijzondere procedure van gedeeltelijke herziening met wegenis is op zich weinig courant en ook veel vager uitgewerkt binnen de wetgeving dan pakweg een gewone bouwaanvraag. De gemeenteraad spreekt zich dus uit over de wegen alvorens het gewest als vergunningverlenende overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag. Bijkomend onderzoek naar milieu-effecten is niet nodig zoals blijkt uit de project-milieu effecten rapport-screeningsnota, waaraan dit dossier onderhevig is gezien het een stadsontwikkelingsproject betreft. De gemeente heeft het openbaar onderzoek georganiseerd, dat werd gehouden tot 19 juni laatstleden. Het is Ruimte Vlaanderen dat de bezwaren zal behandelen en de vergunning kan verlenen. Hans-Kristof Carême (Open Vld) beaamt dat het een weinig courante procedure is en hij is daarom van mening dat men bijzonder moet oppassen dat men zich niet verbrandt. En hij meent dat dit net aan het gebeuren is. Hij stelt dat de gemeente de intentie heeft om inspraak te verlenen over het Mevrouwkensveld, maar dat de onzorgvuldige voorbereiding van het dossier ernstige juridische problemen kan veroorzaken. Volgens het raadslid klemt het schoentje bij het miskennen van de regels van het openbaar onderzoek. Als men het huidige dossier én het dossier in verband met de aanleg van de wegenis in de verkaveling Molenbeemd heeft ingekeken, kan men meteen het verschil zien. In het dossier Molenbeemd lag er een volledig dossier voor met gedetailleerde plannen, inclusief de uitrusting van de wegenis. In het huidige dossier liggen er ruwe schetsen voor waarbij enkel de locatie van de wegenis wordt gekozen, zoals de schepen daarnet zelf verklaarde. Het dossier biedt geen zicht op de uitrusting van de wegenis, maar schuift dit door naar een tweede fase. Het dossier van de wegenaanleg zou beter in zijn globaliteit voorgelegd worden in plaats van alleen een beslissing over de locatie. Men mag zich verwachten aan beroepsprocedures voor de Raad van State. Aangezien hier problemen zullen van komen, kan Open Vld dit punt onmogelijk goedkeuren. - 5 / 39 -
Marijke Sterckx (N-VA) merkt op dat er gespeeld wordt op vertragingsmanoeuvres. N-VA wil echter niet dat Mevrouwkensveld hiermee op de lange baan wordt geschoven. Daarom gaat N-VA dit punt goedkeuren. N-VA vraagt wel dat het aspect verkeersveiligheid voldoende ter harte wordt genomen. De schepen van Ruimtelijke Ordening antwoordt geen intenties te hebben om vertragingsmanoeuvres te voeren. Marijke Sterckx (N-VA) antwoordt dat deze manoeuvres niet vanuit het bestuur komen, maar wel vanuit de bevolking. De schepen van Ruimtelijke Ordening wenst af te sluiten met de vaststelling dat zijns inziens de inspraak maximaal georganiseerd werd. Hij verwijst hiervoor naar de informatiesessie voor de omwonenden van Mevrouwkensveld vorig jaar. Hans-Kristof Carême (Open Vld) twijfelt niet aan de intentie van het bestuur om inspraak te verlenen. Maar dat volstaat niet om de huidige juridische problemen op te lossen of te vermijden. Daarom waarschuwt hij om de zaken beter vanaf de eerste keer grondig aan te pakken. Bovendien haalt hij als bijkomende argumentatie aan dat in de motivatienota wordt gesteld dat een ontsluiting via de Dorpsstraat via de weide naast de hoeve Vanderwegen uitgesloten is wegens onverenigbaarheid met de klassering als dorpsgezicht. Dat is volgens hem niet de juiste toedracht van de zaak aangezien het schepencollege in 2012 een verkavelingsvergunning voor die weide heeft verleend. Er komen 2 woningen op. En dat is volgens het raadslid de eigenlijke reden dat Mevrouwkensveld langs daar niet ontsloten kan worden. De voorzitter antwoordt dat dit een foutieve voorstelling van zaken is. De aanleg van de ontsluitingsweg was niet mogelijk vanwege het beschermd dorpsgezicht. Daarom wordt het huidig tracé gevolgd. De eigenaars van het betrokken perceel hebben een juridische spitsvondigheid gehanteerd om de verkaveling aldaar te laten vergunnen. Hans-Kristof Carême (Open Vld) vraagt een bevestiging dat er op dat perceel een verkavelingsvergunning met mogelijke bebouwing werd afgeleverd. De voorzitter bevestigt dit en vult aan dat dit tot eigen verwondering daar mogelijk was. Hij sluit af met te stellen dat het voorgelegde ontsluitingstracé van Mevrouwkensveld altijd gecommuniceerd werd aan de omwonenden. En bij elke nieuwe stap zal er opnieuw gecommuniceerd worden.
Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel 4.2.25; Gelet op de aanvraag ingediend op 21 mei 2014 door het college van burgemeester en schepenen, Dorpsstraat 2, 3360 Bierbeek tot het gedeeltelijk herzien van een verkaveling 24/FL/38 gelegen te Bierbeek, Opvelpsestraat, kadastraal gekend onder afdeling 1 Sectie H nrs 179G3; Gelet op de ontvankelijkheids- en volledigheidsverklaring van 11 juni 2014; Gelet op de adviesaanvraag voor de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar van 11 juni 2014; Gelet op het advies van Ruimte Vlaanderen via mail van 16 juni 2014; Overwegende dat de gedeeltelijke herziening de aanleg van nieuwe verkeerswegen voorziet; Overwegende dat het openbaar onderzoek gehouden werd van 19 mei 2014 tot 19 juni 2014; Overwegende dat 1 bezwaarschrift ingediend werd, ondertekend door 16 personen; Overwegende dat de gedeeltelijke herziening de loten 18 en 24 beslaat; Overwegende dat het voorgestelde project volgens het gewestplan deels in woongebied met landelijk karakter en deels in woonuitbreidingsgebied is gelegen; Overwegende dat het ontwerp bestaat uit de volgende omschrijving: “Op kavel 18 komt de hoofdontsluiting van het achterliggend gebied bestaande uit een weg voor tweerichtingsverkeer. De ontsluiting bestaat uit een wegenis in duurzame materialen gelegen op minstens 5m van de zijdelingse perceelsgrenzen. Deze zijdelingse stroken dienen aangelegd te worden als groenbuffers naar de aanliggende percelen. Op kavel 24 komt een pad met de noodontsluiting voor de brandweer en een wadi ipv de bebouwing en het pad zoals goedgekeurd op 13 september 1983.”; Overwegende dat de verkavelingsaanvraag gelegen is in de bebouwde omgeving van de Opvelpsestraat; Overwegende dat de verdere detaillering van de wegenis deel zal uitmaken van een volgend aanvraagdossier; - 6 / 39 -
Overwegende dat de raad een beslissing over de zaak van de wegen dient te nemen zoals opgenomen in het dossier; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
Met 16 ja-stemmen (Hilde Van der Putten, Frederik De Buck, Brigitte Vanbeselaere, Veerle Van Cauwenberg, Magda Wits, Jonah Cockx, André Meulemans, Mia Ombelet, Karen Dourée, Marijke Sterckx, Ward Abts, André Van Melkebeek, Arnaud Recko, Stefaan Van Haegenborgh, Jan Van der Velpen en Johan Vanhulst) en 4 neen-stemmen (Hans-Kristof Carême, Sandra Noé, Maria Tollet en Fons Detiège).
Artikel 1 : De raad neemt kennis van de ingediende bezwaren. Artikel 2 : Het ontwerp van stratentracé, zoals omschreven in de aanvraag tot een gedeeltelijke herziening van de verkavelingsvergunning 24/FL/38 van 21 mei 2014, goed te keuren. 8.
NIEUW GEMEENTEHUIS EN POLITIEKANTOOR BIERBEEK GOEDKEURING AANGEPAST ONTWERP EN AANGEPASTE RAMING NA INTEGRATIE OCMW-DIENSTEN (dossierbeheerder : Bruno Abts) De voorzitter licht toe dat dit een al eerder aangekondigd agendapunt is. Naar aanleiding van de beslissing om het OCMW te huisvesten in het nieuwe gemeentehuis dienden de plannen te worden aangepast. Deze aanpassingen zijn gebeurd met inspraak van het OCMW-personeel. Het aangepast ontwerp en de aangepaste raming worden hier ter goedkeuring voorgelegd. Het betekent een verhoging van de initiële raming met 1,66 %. Dit bedrag zal nog moeten worden aangevuld met enkele studiekosten. Arnaud Recko (N-VA) zit met 2 vragen. Ten eerste vraagt hij waarom de studiekosten zo hoog liggen ten overstaan van de realisatiekosten. Er worden voor € 70.000 meerwerken uitgevoerd en de studiekosten ervan kosten € 20.000. Is er onderhandeld geweest over deze studiekosten? Daarnaast stelt N-VA vast dat de meerkost van het totale project vandaag al € 331.000 inclusief btw boven het oorspronkelijke bestek zit. Hans-Kristof Carême (Open Vld) wenst geen enkele dubbelzinnigheid over het Open Vld-standpunt met betrekking tot deze beslissing. Open Vld is voorstander van een integratie van OCMW en gemeente. Maar aangezien deze integratie wordt ingepast in het concept van het nieuwe gemeentehuis, zal Open Vld tegen stemmen. De voorzitter antwoordt dat de gevraagde aanpassingen heel wat studiewerk hebben gevraagd. Maar na onderhandeling zijn deze kosten gezakt van € 25.000 naar € 19.000. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, artikel 17, § 2, 1° d en e (geen of geen passende inschrijvingen werden ontvangen in het kader van een openbare procedure); Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, artikel 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2009 houdende goedkeuring van het principe tot oprichting van een administratief centrum op de kadastrale percelen gelegen te Bierbeek, 1ste afdeling, sectie D, nr. 245 D, gelegen langs de Speelpleinstraat; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2012 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van voorgaande opdracht, met name de openbare aanbesteding; Gelet op de collegebeslissing van 3 december 2012 betreffende de princiepsbeslissing tot het opstarten van een - 7 / 39 -
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 6 december 2012 betreffende de goedkeuring van de geactualiseerde raming van € 4.042.182,13 excl. btw of € 4.891.040,38 incl. 21% btw (raming 12 juli 12), de nieuwe gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) en de start van de onderhandelingen met de aannemers die bij de eerder openbare aanbesteding een offerte indienden en aan de formele eisen voldeden; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 juni 2013 betreffende de goedkeuring van het aangepast ontwerp en de aangepaste raming; Gelet op de schepencollegebeslissing van 16 september 2013 betreffende de gunning; Gelet op de beslissing van 3 december 2013 van de raad voor maatschappelijk welzijn betreffende het principieel akkoord om de OCMW-dienstverlening onder te brengen in het nieuw te bouwen gemeentehuis aan de Speelpleinstraat te Bierbeek; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013 betreffende de principebelissing om de OCMWdienstverlening te huisvesten in het nieuw te bouwen gemeentehuis aan de Speelpleinstraat te Bierbeek; Gelet op de stuurgroep van 9 april 2014 en het bijbehorend verslag; Gelet op het aangepast ontwerp ontvangen op 13 juni 2014 en bestaande uit de plannen: grondplan verdieping +0 (ACB_A.UV_+1.03_C) grondplan verdieping +2 (084-ACB_A.UV_+1.05_B) dwarssnede BB' (084-ACB_A.UV_+2.02_B) dwarssnede CC' (084-ACB_A.UV_+2.03_B) dwarssnede DD' (084-ACB_A.UV_+2.04_B); Gelet op de wijzigingsaanvraag nr. 012 van Cordeel van 11 juni 2014; Gelet op de raming van 360 Architecten van 18 juni 2014 van de meerkost voor de integratie van de OCMWdiensten; Overwegende dat de bouwkost op € 70.337,00 (excl. btw) of 85.107,77 (incl. btw) extra geraamd wordt; Overwegende dat de totale bouwkost hierdoor geraamd kan worden op € 4.315.828,05 (excl. btw) of 5.222.151,94 (incl. btw); Overwegende dat de studiekost op 19.475,00 (excl. btw) of € 23.564,75 (incl. btw) extra geraamd wordt; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in de meerjarenplanning 2014-2019, op jaarbudgetrekening 0119-00/2210107/IE1 (actie 1.2.3.1); Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
Met 11 ja-stemmen (Hilde Van der Putten, Frederik De Buck, Brigitte Vanbeselaere, Veerle Van Cauwenberg, Magda Wits, Jonah Cockx, André Meulemans, Mia Ombelet, Stefaan Van Haegenborgh, Jan Van der Velpen en Johan Vanhulst) en 9 neen-stemmen (HansKristof Carême, Sandra Noé, Maria Tollet, Fons Detiège, Karen Dourée, Marijke Sterckx, Ward Abts, André Van Melkebeek en Arnaud Recko).
Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan het aangepast ontwerp van 13 juni 2014 voor de opdracht “nieuw gemeentehuis en politiekantoor Bierbeek”, opgesteld door architectenbureau 360 en bestaande uit de plannen: grondplan verdieping +0 (ACB_A.UV_+1.03_C) grondplan verdieping +2 (084-ACB_A.UV_+1.05_B) dwarssnede BB' (084-ACB_A.UV_+2.02_B) dwarssnede CC' (084-ACB_A.UV_+2.03_B) dwarssnede DD' (084-ACB_A.UV_+2.04_B). Artikel 2 : De geraamde uitgaven voor deze opdracht worden herzien op € 4.315.828,05 (excl. btw) of 5.222.151,94 (incl. btw). Artikel 3 : De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in de meerjarenplanning jaarbudgetrekening 0119-00/2210107/IE1 (actie 1.2.3.1). 9.
2014-2019, op
GEZAMENLIJKE AANKOOP DOOR DE GEMEENTE EN ANDERE BESTUREN VAN ELEKTRISCHE ENERGIE VOOR HUN INSTALLATIES EN GEBOUWEN EN DE OPENBARE VERLICHTING (dossierbeheerder: Bruno Abts) De schepen van Duurzaamheid licht de agendapunten 9 en 10 gezamenlijk toe. Als een overheid een - 8 / 39 -
energieleverancier kiest, mogen verschillende besturen deze overheidsopdracht samen uitschrijven. Door deze schaalvergroting zou de aanbesteding een gunstig effect moeten hebben op de prijs. De huidige contracten voor aankoop van gas en elektriciteit lopen af op 31 december 2014. Eandis stelde opnieuw voor om bijstand te verlenen aan de lokale besturen met het oog op het organiseren van deze nieuwe samenaankoop. De gemeente schreef zich in voor deze samenaankoop. Eandis maakte de bestekken op en voert de aanbestedingsprocedures. De gemeenteraad dient de bestekken en de tot op heden gevoerde aanbestedingsprocedures goed te keuren. Naderhand zal het college de opdrachten gunnen. Arnaud Recko (N-VA) stelt de evidentie dat Eandis dit contract verlengt in vraag. Hij vraagt of er andere partijen werden gezocht en aangeschreven om dit proces te begeleiden. De schepen van Duurzaamheid antwoordt dat Eandis onze energieleverancier is. Hun dienstverlening is gratis en we hebben geen weet dat andere partijen dit ook doen. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG; Gelet op de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 15 juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38; Gelet op de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het KB van 15 juli 2011 Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Overwegende dat sinds 1 juli 2003 elke afnemer op de Vlaamse elektriciteitsmarkt vrij is om te contracteren met de elektriciteitsleverancier van zijn keuze.; Overwegende dat de VREG in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een elektriciteitsleverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten stelt dat verschillende besturen deze overheidsopdracht gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken, en dat door de schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven; Overwegende dat de huidige opdracht volgens vermelde principes werd uitgeschreven en gegund; Overwegende dat de huidige opdracht afloopt op 31 december 2014; - 9 / 39 -
Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht gegund moet worden en er geen reden is om daarbij af te wijken van voormelde principes; Gelet op het inschrijvingsformulier voor de samenaankoop van elektriciteit en aardgas van 9 september 2013; Overwegende dat Eandis het typebestek aan de gemeente bezorgde per e-mail van 30 oktober 2013; Overwegende dat Eandis de aanbesteding verder voerde terwijl het typebestek nog door de gemeente en de deelnemende besturen goedgekeurd dient te worden; Gelet op de e-mail van 2 juni 2014 aan: - Kerkraad Sint-Hilarius - Kerkraad Sint-Lambertus - Kerkraad Heilig-Kruis - Kerkraad Sint-Antonius-Abt - Vereniging parochiale werken dekenaat Bierbeek - OCMW Bierbeek - Vrije School 'De Kinderberg'; Overwegende dat hierin gevraagd werd om het lastenboek goed te keuren en om de gemeente te mandateren voor het voeren van de overheidsopdracht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Voor rekening van Kerkraad Sint-Hilarius, Kerkraad Sint-Lambertus, Kerkraad Heilig-Kruis, Kerkraad SintAntonius-Abts, Vereniging parochiale werken dekenaat Bierbeek, OCMW Bierbeek en Vrije School ‘De Kinderberg’ een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de levering van elektriciteit conform het door deze besturen goedgekeurde bestek op voorwaarde dat deze besturen de gemeente hiervoor vóór 15 juli 2014 mandateren. Artikel 2: Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van elektrische energie ten behoeve van de gemeente en bovenvermelde besturen en voor de openbare verlichting voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 3: In het definitieve bestek is voorzien dat de leverancier 100% groene energie levert. Artikel 4: De door Eandis georganiseerde aanbesteding en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 5: De gemeente neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de deelnemende besturen alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Artikel 6: De gemeente belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure zoals nader bepaald in het desbetreffend collegebesluit. Artikel 7: De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 8: De gemeente en de deelnemende besturen zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 9: In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. 10. GEZAMENLIJKE AANKOOP DOOR DE GEMEENTE EN ANDERE BESTUREN VAN GAS VOOR HUN INSTALLATIES EN GEBOUWEN (dossierbeheerder: Bruno Abts) Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; - 10 / 39 -
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG; Gelet op de Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 15 juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38; Gelet op de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het KB van 15 juli 2011 Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven; Overwegende dat de huidige opdracht volgens vermelde principes werd uitgeschreven en gegund; Overwegende dat de huidige opdracht afloopt op 31 december 2014; Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht gegund moet worden en er geen reden is om daarbij af te wijken van voormelde principes; Gelet op het inschrijvingsformulier voor de samenaankoop van elektriciteit en aardgas van 9 september 2013; Overwegende dat Eandis het typebestek aan de gemeente bezorgde per e-mail van 30 oktober 2013; Overwegende dat Eandis de aanbesteding verder voerde terwijl het typebestek nog door de gemeente en de deelnemende besturen goedgekeurd dient te worden; Gelet op de e-mail van 2 juni 2014 aan: - Kerkraad Sint-Hilarius - Kerkraad Sint-Lambertus - Kerkraad Heilig-Kruis - Kerkraad Sint-Antonius-Abt - Vereniging parochiale werken dekenaat Bierbeek - OCMW Bierbeek - Vrije School 'De Kinderberg'; Overwegende dat hierin gevraagd werd om het lastenboek goed te keuren en om de gemeente te mandateren voor het voeren van de overheidsopdracht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; - 11 / 39 -
BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Voor rekening van Kerkraad Sint-Hilarius, Kerkraad Sint-Lambertus, Kerkraad Heilig-Kruis, Kerkraad SintAntonius-Abts, Vereniging parochiale werken dekenaat Bierbeek, OCMW Bierbeek en Vrije School ‘De Kinderberg’ een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de levering van gas conform het door deze besturen goedgekeurde bestek op voorwaarde dat deze besturen de gemeente hiervoor vóór 15 juli 2014 mandateren. Artikel 2: Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van gas ten behoeve van de gemeente en bovenvermelde besturen waarvan de gemeente tijdig een mandaat heeft ontvangen en dit voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 3: De door Eandis georganiseerde aanbesteding en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 4: De gemeente neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de deelnemende besturen alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Artikel 5: De gemeente belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure zoals nader bepaald in het desbetreffende collegebesluit. Artikel 6: De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 7: De gemeente en de deelnemende besturen zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 8: In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 7, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. 11. HET REGLEMENT HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN EN DE TOEWIJZING BIJ DE VERHURING VAN DE APPARTEMENTEN GELEGEN AAN DE PASTORIESTRAAT 3 TE BIERBEEK – KORBEEK-LO: WIJZIGING (dossierbeheerder: Bruno Abts) De schepen van Woonbeleid licht toe dat de twee appartementen gelegen aan de Pastoriestraat 3 sinds 2008 worden verhuurd aan gezinnen die buiten de doelgroep van de sociale huurmarkt vallen maar geen woning kunnen verwerven of huren op de private huurmarkt. Het is de bedoeling de huurders drie jaar tijd te bieden voor het vinden van een huur- of koopwoning op de private woningmarkt. De modaliteiten voor vroegtijdige opzeg door de huurder dienen te worden aangepast. De huidige regeling bij vroegtijdige opzeg doorkruist de intentie van een transparante toewijzing. Het nieuwe reglement voorziet een nieuwe regeling. Tevens wordt het maximaal belastbaar inkomen geïndexeerd. De basishuurprijs is de geschatte huurprijs van 2011, maar deze wordt gekoppeld aan de gezondheidsindex. Arnaud Recko (N-VA) doet een oproep voor een betere toelichting van de agendapunten die meegestuurd wordt met de uitnodiging van de gemeenteraad. Zo had de toelichting van dit agendapunt best ook de kerncijfers zoals de nieuwe maximum inkomensgrens enzovoorts bevat. Deze documenten worden gelezen door de geïnteresseerde burgers en die hebben ook recht op goede informatie. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de appartementen gelegen Pastoriestraat 3 in Bierbeek – Korbeek-Lo; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 mei 2011 betreffende het reglement houdende de vaststelling van de - 12 / 39 -
inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzing bij de verhuring van de appartementen gelegen aan de Pastoriestraat 3 te Bierbeek - Korbeek-Lo; Gelet op het schattingsverslag van 12/04/11 betreffende de huurwaarde van de appartementen, zijnde respectievelijk € 440 (appartement 1) en € 405 (appartement 2) per maand; Overwegende dat niet alle gezinnen die buiten de doelgroep van de sociale huurmarkt vallen een eigen woning kunnen verwerven of er één kunnen huren op de private woningmarkt; Overwegende dat het momenteel niet altijd mogelijk is voor de inwoners van Bierbeek om in Bierbeek te blijven wonen door de hoge prijzen op de woningmarkt; Overwegende dat het aangewezen is de opzegvergoeding zoals bepaald in de gemeenteraadsbeslissing van 5 mei 2011 te herzien; Overwegende dat het aangewezen is de basishuurprijs te bepalen a.d.h.v. het schattingsverslag van 12 april 2011, maar geïndexeerd op het moment van ondertekening van de overeenkomst; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: De twee appartementen gelegen Pastoriestraat 3 te Bierbeek – Korbeek-Lo te verhuren volgens het reglement houdende de vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzing bij de verhuring van de appartementen gelegen aan de Pastoriestraat 3 te Bierbeek – Korbeek-Lo.
Reglement houdende de vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzing bij de verhuring van de appartementen gelegen aan de Pastoriestraat 3 te Bierbeek Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1 Alle bepalingen van dit reglement gelden vanaf 1 juli 2014. Hoofdstuk II - Inschrijvingsvoorwaarden Artikel 2 Op datum van de inschrijving moet de kandidaat-huurder meerderjarig zijn. Artikel 3 - Bepalingen inzake onroerende goederen Op datum van de inschrijving mag de kandidaat-huurder, of één van zijn inwonende kinderen, geen woning in volle eigendom of in volledig vruchtgebruik hebben. Artikel 4 - Bepalingen inzake het inkomen § 1. Het netto belastbaar inkomen van de kandidaat-huurder(s) mag voor het referentiejaar niet meer bedragen dan: - € 30.000,00 voor een alleenstaande; - € 40.000,00 voor een gezin of samenwonenden. § 2. Kandidaat-huurders waarvan het inkomen van het referentiejaar te hoog is, maar reeds drie opeenvolgende maanden, voorafgaand aan de inschrijvingsdatum, minstens 20 % lager ligt dan het referentiejaar en lager dan de in § 1 gestelde inkomensgrens, kunnen wel ingeschreven worden. § 3. Het referentiejaar is het tweede jaar dat voorafgaat aan de inschrijving. § 4. De bedragen gesteld in § 1 worden jaarlijks geïndexeerd. § 5. Het in § 1 vermeld inkomen is de som van de netto belastbare inkomens van de kandidaathuurder(s), van de persoon met wie de kandidaat-huurder samenleeft en van alle andere personen die met hem onder hetzelfde dak samenwonen, met uitsluiting van de kinderen waarvoor kinderbijslag wordt genoten. De in § 1 gestelde inkomens worden bewezen aan de hand van het aanslagbiljet der inkomsten belastingen, of bij gebrek hieraan, aan de hand van een ander geldig bewijs van inkomen. Bij gebrek aan voornoemd aanslagbiljet of een ander geldig bewijsstuk, is er geen inschrijving mogelijk. Artikel 5 - Inwoner van Bierbeek Op datum van de inschrijving moet de kandidaat-huurder minstens 1 jaar inwoner van de gemeente Bierbeek zijn en ingeschreven in het bevolkingsregister van deze gemeente of heeft hij minstens 10 jaar in de gemeente Bierbeek gewoond en was als dusdanig ingeschreven in het bevolkingsregister van deze gemeente. Dit wordt bewezen met behulp van een attest uit het bevolkingsregister. Artikel 6 De aanvraag tot inschrijving gebeurt schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen, Dorpsstraat 2 te 3360 Bierbeek, aan de hand van het daartoe bestemde formulier. De kandidaat-huurders - 13 / 39 -
die voldoen aan de in dit reglement gestelde voorwaarden en wiens dossier volledig is, worden ingeschreven in het register der kandidaat-huurders. Artikel 7 Het inschrijvingsregister ligt ter inzage van de kandidaat-huurders in het gemeentehuis, Dorpsstraat 2 te 3360 Bierbeek. Hoofdstuk III - Toewijzing Deel A - Toewijzingscriteria Artikel 8 Enkel de kandidaat-huurder(s) die opgenomen is (zijn) in het register en voldoet(n) aan de voorwaarden van hoofdstuk II van dit reglement, komen in aanmerking voor de toewijzing van een woongelegenheid. Artikel 9 - Rationele bezetting Bij de toewijzing van een woongelegenheid zal rekening worden gehouden met een gepaste bezetting van de woning in functie van de gezinssituatie, zijnde appartement 1 maximaal 4 personen en appartement 2 maximaal 3 personen. Deel B - Toewijzingsprocedure Artikel 10 De toewijzingen gebeuren door het college van burgemeester en schepenen door middel van openbare lottrekking van de ontvankelijk verklaarde aanvragen.
Artikel 2: De twee appartementen te verhuren mits betaling aan de gemeente van de voorgestelde huurprijzen in het opgemaakte schattingsverslag en dit na indexering en onder de voorwaarden opgesomd in het ontwerp van kortlopende huurovereenkomst. De basishuurprijs zal geïndexeerd worden bij aanvang van het contract volgens volgende formule: basishuurprijs = basishuurprijs volgens schattingsverslag 12/04/11 X nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer (maart 2011) Het nieuwe indexcijfer is het gezondheidsindexcijfer van de maand vóór de sluiting van de huurovereenkomst. KORTLOPENDE HUUROVEREENKOMST VOOR APPARTEMENT Tussen de ondergetekenden: De gemeente Bierbeek, Dorpsstraat 2 te 3360 Bierbeek, vertegenwoordigd door burgemeester en Peter Verlinden, gemeentesecretaris Hierna genoemd ‘verhuurder’
Johan Vanhulst,
En de heer en/of mevrouw ……………………………………………………………………................................................................. wonende te ……………………………………………………………………………………........................................... …………………………………………………………………………………………………………………… (postnummer, plaatsnaam, straatnaam, huisnummer) Hierna genoemd ‘huurder’ werd het volgende overeengekomen: Hoedanigheid van de huurder Artikel 1 De huurder van de woning is een natuurlijk persoon. Als huurders van de woning, vermeld in artikel 3, worden beschouwd: 1) de oorspronkelijke huurder; 2) de persoon die huwt of wettelijk gaat samenwonen na de aanvang van de huurovereenkomst met de oorspronkelijke huurder. Deze persoon en de oorspronkelijke huurder brengen de verhuurder binnen de maand per aangetekende brief op de hoogte van hun burgerlijke staat. Deze persoon treedt toe tot deze huurovereenkomst op het moment van de kennisgeving van de burgerlijke staat; 3) de partner die feitelijk gaat samenwonen na de aanvang van de huurovereenkomst met de oorspronkelijke huurder. Deze persoon is verplicht ten laatste zes maanden na het begin van het feitelijk samenwonen de huurovereenkomst mee te ondertekenen, in een bijvoegsel dat aan deze huurovereenkomst wordt gehecht. Op het ogenblik van de ondertekening krijgt deze persoon de hoedanigheid van huurder. De ondertekening kan slechts gebeuren mits instemming van de oorspronkelijke huurder en de verhuurder. De verhuurder kan de toetreding weigeren als niet wordt voldaan aan de toelatingsvoorwaarden; 4) alle andere personen, met uitzondering van de inwonende, minderjarige kinderen, die daar hun hoofdverblijfplaats hebben. Deze personen zijn verplicht de huurovereenkomst mee te ondertekenen in een bijvoegsel dat aan deze huurovereenkomst wordt gehecht. Dit geldt ook voor de reeds - 14 / 39 -
inwonende minderjarige kinderen op het ogenblik dat ze meerderjarig worden. De ondertekening kan slechts gebeuren mits instemming van de oorspronkelijke huurder en de verhuurder. De verhuurder kan de toetreding weigeren als niet wordt voldaan aan de toelatingsvoorwaarden. Artikel 2 De woning mag slechts duurzaam betrokken worden door de huurder, vermeld in artikel 1, en de inwonende minderjarige kinderen. De maximale bewonerssamenstelling van de woning is 3 / 4 inwoners (schrappen wat niet past). De huurder mag in geen geval de woning, of een deel ervan, onderverhuren of de huur overdragen. Omschrijving van het gehuurde goed Artikel 3 De verhuurder geeft in huur, aan de huurder, in het gebouw gelegen te 3360 Bierbeek, Pastoriestraat 3, een appartement gelegen op de .……………verdieping, nummer ….………..en bestaande uit: …………………………………………………………………………………………………......................... …………………………………………………………………………………………………......................... …………………………………………………………………………………………………......................... ……………………………………………………………………………………………………………………(preci eze omschrijving van het gehuurde goed, met inbegrip van alle ruimtes en gedeelten van het gebouw evenals aanhorigheden zoals berging e.a.). Het gehuurde goed is bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder en zijn/haar gezin. Ingevolge artikel 2 van de woninghuurwet moet het gehuurde goed, van bij de aanvang van de huurovereenkomst, voldoen aan de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid. Is dit niet het geval, dan beschikt de huurder over het recht om hetzij de ontbinding van de huurovereenkomst samen met een schadevergoeding te vorderen, hetzij de gedwongen uitvoering van de werken op kosten van de verhuurder (eventueel met dwangsom) te vorderen. In afwachting van de volledige uitvoering van de werken, kan de huurder een vermindering van de huurprijs eisen. Een omstandige tegensprekelijke gedetailleerde schriftelijke plaatsbeschrijving van de staat van de woning of het appartement bij de start van de huur wordt door huurder en verhuurder samen opgemaakt ten laatste binnen de maand nadat de huurder de huurwoning betrokken heeft. Dit document zal eveneens door de verhuurder ter registratie worden aangeboden. Duur van de huur (artikel 3 § 6 van de woninghuurwet) Artikel 4: 2.1. De gewone duur Deze huurovereenkomst is gesloten voor een duur van ……. jaren/maanden * (maximum 3 jaar) met aanvang op ..…/…../….….. en eindigend op ..…/..…/……… . Gedurende die periode zijn de artikelen 5, 6 en 7 van de huurovereenkomst niet van toepassing. Deze huurovereenkomst van korte duur kan eindigen met een opzeggingstermijn door de verhuurder of de huurder van ten minste drie maanden vóór het einde van deze huurovereenkomst. Gebeurt dit niet, dan worden de regels van het negenjarig huurcontract (zie artikelen 5, 6 en 7 van deze overeenkomst) van toepassing. Het huurcontract wordt dan omgezet in een negenjarige huurovereenkomst, te rekenen vanaf de aanvangsdatum van het oorspronkelijke korte huurcontract. De verhuurder kan met een opzeggingstermijn van minstens zes maanden de huurovereenkomst tegen het verstrijken van het negende jaar, of tegen een volgende driejaarlijkse periode, opzeggen. Bij gebreke hieraan wordt de huurovereenkomst telkens opnieuw aan dezelfde voorwaarden verlengd met drie jaar. Opzeggingsmodaliteiten (artikel 3 § 9 van de woninghuurwet) Artikel 5 Iedere opzegging te allen tijde kan ten vroegste ingaan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging wordt aangeboden aan de post. (Vervroegde) Opzeggingsmogelijkheden voor de verhuurder Artikel 6 1. UITSLUITING OPZEGGINGSMOGELIJKHEID VOOR VERBOUWINGSWERKEN De verhuurder ziet af van het recht om de huurovereenkomst te beëindigen voor het uitvoeren van werken 2. GEMOTIVEERDE OPZEGGING De verhuurder zegt de huurovereenkomst op in de hierna vermelde gevallen 1) Als de huurder of één van zijn inwonende, minderjarige kinderen tijdens de huurovereenkomst een woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik verwerven ten bezwarende titel in het binnen- of buitenland. Hiervoor bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden. 2) Als er bij de huurder een ernstige of blijvende tekortkoming is met betrekking tot de verplichtingen die voortvloeien uit deze huurovereenkomst. Hiervoor bedraagt de opzeggingstermijn drie maanden. 3) Als de huurder ingevolge onjuiste of onvolledige verklaringen onrechtmatig tot de huurwoning werd toegelaten. Hiervoor bedraagt de opzeggingstermijn drie maanden. - 15 / 39 -
3. ONGEMOTIVEERDE OPZEGGING MITS BETALING VAN EEN SCHADEVERGOEDING (artikel 3 § 4 van de woninghuurwet) Tegen het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden, zonder motivering, maar met betaling van een vergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan negen dan wel aan zes maanden huur naargelang de overeenkomst een einde neemt bij het verstrijken van de eerste of de tweede driejarige periode. Opzeggingsmogelijkheden voor de huurder (artikel 3 § 5 van de woninghuurwet) Artikel 7 De huurder kan de huurovereenkomst altijd beëindigen met een opzeggingstermijn van drie maanden. Indien de huurder de huurovereenkomst beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar. De huurder kan de huurovereenkomst op ieder moment tegenopzeggen met één maand, doch enkel indien de verhuurder de huurovereenkomst vervroegd beëindigt voor eigen betrekking, verbouwingswerken of ongemotiveerd mits betaling van een schadevergoeding. De huurder is dan geen vergoeding verschuldigd. Huurprijs en indexering (artikel 6 van de woninghuurwet) Artikel 8 De basishuurprijs bedraagt € ………… per maand. De huurprijs zal worden betaald door overschrijving op rekeningnummer ……/……………………/…… op naam van ………………………………………………………………………………….. vóór de tiende van de maand waarop de huurprijs betrekking heeft. Als de huurder de huurprijs, de kosten en de lasten en de waarborg niet betaalt binnen de maand kan de gemeente Bierbeek op de achterstallige huurprijs, huurlasten of waarborg, een verhoging met 10%, vermeerderd met de wettelijke interesten, toepassen. De huurprijs is gekoppeld aan de gezondheidsindex. De aanpassing van de huurprijs aan de kosten van levensonderhoud kan éénmaal per huurjaar schriftelijk gevraagd worden. De indexering kan ten vroegste gebeuren op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, volgens de formule:
Wettelijke eisbare huurprijs =
basishuurprijs X nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer
Het aanvangsindexcijfer is het gezondheidsindexcijfer van de maand vóór de sluiting van de huurovereenkomst. Het nieuwe indexcijfer is het gezondheidsindexcijfer van de maand vóór de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. De indexering is slechts van toepassing op schriftelijk verzoek van de belanghebbende partij en werkt slechts terug tot drie maanden voorafgaand aan die van het verzoek. Herziening huurprijs (artikel 7 van de woninghuurwet) Artikel 9 Beide partijen kunnen tussen de negende en de zesde maand vóór het verstrijken van elke driejarige periode overeenkomen dat de huurprijs wordt herzien. Bij gebrek aan overeenkomst tussen de partijen kan de vrederechter een herziening toestaan indien blijkt dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van nieuwe omstandigheden ten minste 20% hoger of lager is dan de eisbare huurprijs op het ogenblik van het verzoek tot de herziening. De vrederechter kan tevens een verhoging van de huurprijs toestaan aan de verhuurder die bewijst dat de normale huurwaarde van het goed, als gevolg van op zijn kosten uitgevoerde werken aan het verhuurde goed, minstens 10% is gestegen ten opzichte van de eisbare huur. Een verhoging van de huurprijs kan niet worden gevraagd voor de werken die nodig zijn om de woning in overeenstemming te brengen met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid. De vordering tot herziening kan slechts worden ingesteld tussen de zesde en de derde maand vóór het verstrijken van de driejaarlijkse periode. De herziene huurprijs zal van toepassing zijn vanaf de eerste dag van de nieuwe driejaarlijkse periode. Kosten en lasten (artikel 7 en 8 van de woninghuurwet) Artikel 10 De grondlasten (onroerende voorheffing) zijn ten laste van de verhuurder. De huurder draagt de kosten van water-, gas- en elektriciteitsverbruik. De huurder betaalt ook de kosten voor het huren van de tellers. De bijkomende kosten die door de verhuurder in rekening worden gebracht, zijn: • verwarming van de gemeenschappelijke delen • schoonmaak van de gemeenschappelijke delen • elektriciteitsverbruik van de gemeenschappelijke delen De lijst van bijkomende kosten of lasten kan niet worden uitgebreid. - 16 / 39 -
Partijen komen een vast bedrag overeen ter vergoeding van de bijkomende kosten. Hiertoe wordt maandelijks een vast bedrag ten bedrage van € 20,00 samen met de naakte huurprijs, betaald. Er is geen saldoafrekening. Wel kan iedere partij altijd de vrederechter de herziening van de forfaitaire kosten en lasten vragen, of de omzetting ervan in werkelijke kosten en lasten. De waarborg (artikel 10 van de woninghuurwet) Artikel 11 Indien huurder en verhuurder overeenkomen dat de huurder ter nakoming van zijn contractuele verplichtingen een huurwaarborg stelt, dan beschikt de huurder over het keuzerecht om deze huurwaarborg op één van de drie volgende wijzen te stellen. OFWEL De huurder stort een waarborg ten bedrage van € ……… (maximum twee maanden huishuur) op een afzonderlijke, geblokkeerde rekening op zijn naam. De interest wordt tevens gekapitaliseerd. Ingeval de verhuurder de waarborg rechtstreeks ontvangt, zal hij deze som uiterlijk binnen een termijn van 10 dagen op naam van de huurder op een geblokkeerde rekening bij een financiële instelling plaatsen. Zoniet moet de verhuurder de gemiddelde gekapitaliseerde marktinterest aan de huurder betalen. Laat de verhuurder na het bedrag op een geblokkeerde rekening te zetten, dan kan de huurder hiertoe altijd de verhuurder in gebreke stellen. Vanaf dan is de wettelijke interest van toepassing. Dit bedrag zal, samen met de gekapitaliseerde interest, aan de huurder worden terugbetaald na aftrekking van de vergoeding van eventuele huurschade aan het goed of van een uitstaande schuld, bij het einde van de huur. OFWEL De huurder bekomt van de bank, waar zijn vervangings- of beroepsinkomsten gestort worden, een bankwaarborg ten bedrage van € …………………… (maximum drie maanden huishuur). Na toekenning van de bankwaarborg stelt de bank zich onmiddellijk borg voor het overeengekomen bedrag ten aanzien van de verhuurder. De huurder van zijn kant betaalt het bedrag van de bankwaarborg ten behoeve van de bank af in vaste maandelijkse schijven met een maximumduur van drie jaar. Eenmaal de huurder de huurwaarborg volledig samengesteld heeft, brengt de huurwaarborg rente op. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN De huurder krijgt van de bank het bewijs dat een huurwaarborg is gesteld, met vermelding van het bedrag, en dit ongeacht de vorm van huurwaarborg waarvoor de huurder gekozen heeft. De huurder bezorgt de verhuurder een kopie van dit door de bank ingevuld bewijs. Geen van de partijen mag beschikken over de huurwaarborg, noch in hoofdsom, noch in rente, dan mits voorlegging van een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste opgesteld wordt bij het beëindigen van de huurovereenkomst, ofwel van een kopie van een rechterlijke beslissing. En dit ongeacht de vorm waaronder de huurwaarborg is gesteld. De waarborg zal bij het einde van de huurovereenkomst aan de huurder, of bij zijn overlijden aan zijn erfgenamen, worden terugbetaald, na verrekening van de openstaande schulden of aftrekking van de vergoeding voor eventuele schade. De erfgenamen rechtvaardigen hun aanspraken door officiële documenten die ze afleveren aan de verhuurder. Herstellingen Artikel 12 Herstellingen die nodig zijn wegens normale slijtage, ouderdom, gebrek in het gehuurde goed of wegens overmacht, zijn niet ten laste van de huurder. De huurder zal de herstellingen uitvoeren die de wet of de gebruiken hem opleggen. Het betreft doorgaans onderhoudsherstellingen. De huurder zal de herstellingen uitvoeren die normaal te laste zijn van de verhuurder, maar veroorzaakt zijn door zijn fout of door een persoon voor wie hij moet instaan. Partijen kunnen hier contractueel niet van afwijken. De huurder zal de verhuurder per aangetekend schrijven verwittigen van het bestaan van de schade waarvan de herstelling ten laste van de verhuurder is. Veranderingen aan het gehuurde goed Artikel 13 De huurder mag slechts veranderingen of verbouwingen in het gehuurde goed uitvoeren, mits voorafgaande en schriftelijke toestemming van de verhuurder. In geval van toestemming kan de verhuurder bij het verstrijken van de huurovereenkomst, het herstel van het gehuurde goed in de oorspronkelijke staat niet eisen. Bij het einde van de huurovereenkomst kan de verhuurder echter eisen alle niet toegelaten veranderingen of verbouwingen te verwijderen en het gehuurde goed in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Als veranderingen of verbouwingen werden toegelaten, zal de verhuurder ze bij het einde van de overeenkomst in volle eigendom mogen behouden, mits een betaling van een vergoeding aan de uittredende huurder. Over het bedrag van deze vergoeding moet een uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord vastgesteld zijn, vooraleer met de verbouwingen een aanvang gemaakt wordt. - 17 / 39 -
Verzekering Artikel 14 De huurder zal voor de gehele duur van de huur een brandverzekering (water- en stormschade inclusief) sluiten die zijn aansprakelijkheid als huurder dekt. De verhuurder zal zijn aansprakelijkheid dekken met een brandververzekering (water- en stormschade inclusief). Vervreemding van het goed (bv.verkoop) (artikel 9 van de woninghuurwet) Artikel 15 Indien de huurovereenkomst vaste dagtekening (hetzij door registratie, hetzij door het overlijden van een der ondertekende partijen, hetzij door opname van de hoofdinhoud van het contract in een officiële akte) heeft vóór de vervreemding (bijvoorbeeld verkoop) van het gehuurde goed, kan de verkrijger (bijvoorbeeld koper) de huurovereenkomst enkel beëindigen in de gevallen en onder de voorwaarden voorzien in de artikelen 4 en 6 van deze huurovereenkomst. Indien de huurovereenkomst geen vaste dagtekening heeft en indien de huurder sinds ten minste zes maanden het goed betrekt, zal de verkrijger de huurovereenkomst kunnen beëindigen in de welbepaalde gevallen voorzien in artikel 4 van deze huurovereenkomst, zonder het verstrijken van een driejarige periode te moeten afwachten, en met een opzeggingstermijn van drie maanden. De verkrijger zal deze huurovereenkomst echter slechts vervroegd kunnen beëindigen mits het huurcontract van korte duur reeds verlengd is en omgezet is in een 9-jarig huurcontract. De vooropzegging moet in dit geval aan de huurder betekend worden binnen een termijn van drie maanden die volgt op de datum van het verlijden van de notariële akte tot vaststelling van de overgang van eigendom. Is dit niet het geval, dan kan de verkrijger de huurovereenkomst slechts beëindigen in de gevallen en onder de voorwaarden voorzien in de artikelen 4 en 6 van deze huurovereenkomst. Publiciteit bij het einde van de huur Artikel 16 De verhuurder heeft het recht tijdens de voorziene opzeggingstermijn een bericht aan de voorgevel van het goed aan te brengen, op een goed zichtbare plaats. Hij mag in deze periode ook het goed laten bezichtigen, gedurende twee dagen per week en twee opeenvolgende uren per dag. Huurder en verhuurder zullen dagen en uren afspreken. Registratie Artikel 17 De verhuurder staat in voor de registratie en de hiermee eventueel verbonden kosten. De registratie van dit huurcontract en de ondertekende bijlage (zie onderaan) dient te gebeuren binnen de 2 maanden na ondertekening. Na registratie bezorgt de verhuurder een kopie van het geregistreerd huurcontract aan de huurder. Overlijden van de huurder Artikel 18 Bij het overlijden van de huurder kan deze huurovereenkomst door de erfgenamen beëindigd worden mits verwittiging per aangetekend schrijven één maand op voorhand. Wettelijk verplichte bijlage bij het huurcontract Artikel 19 Huurder en verhuurder verklaren in bijlage bij dit huurcontract de verplichte wettelijke bijlage te hebben ontvangen zoals gesteld in het art. 11 bis van afdeling 2 titel VIII in het Burgerlijk Wetboek. Geschillen Artikel 20 Elk geschil over deze overeenkomst behoort tot de bevoegdheid van de rechtbanken te Leuven. Verplichtingen van de huurder Artikel 21 De huurder bestemt de woning tot zijn hoofdverblijfplaats en laat zich inschrijven in de bevolkingsregisters van de gemeente waar de woning gelegen is. Hij is ertoe gehouden om de woning, in voorkomend geval, samen met zijn minderjarige kinderen, effectief te bewonen. Iedere wijziging van de samenstelling van bewoners die de woning op duurzame wijze bewonen, moet binnen de maand aan de verhuurder schriftelijk worden meegedeeld. Voor de partner die feitelijk gaat samenwonen met de oorspronkelijke huurder is er sprake van duurzaam verblijf, als de partner zes maanden met de oorspronkelijke huurder samenwoont. De oorspronkelijke huurder is verplicht de verhuurder op de hoogte te brengen van de datum waarop zijn partner feitelijk met hem gaat samenwonen en van het eventuele vertrek. Artikel 22 De huurders zijn hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot betaling van de huurprijs, de huurlasten en de eventuele vergoeding voor de schade die vastgesteld wordt bij de beëindiging van de huurovereenkomst - 18 / 39 -
die de waarborg overtreft. Artikel 23 De huurder is verplicht de woning te onderhouden als een goede huisvader. Hij zal de woning op zodanige wijze bewonen dat geen overmatige hinder wordt veroorzaakt voor de buren en de naaste omgeving en dat de leefbaarheid niet in het gedrang komt. Artikel 24 De huurder is bij de start van deze huurovereenkomst minstens 1 jaar inwoner van de gemeente Bierbeek en ingeschreven in het bevolkingsregister van deze gemeente of heeft minstens 10 jaar in de gemeente Bierbeek gewoond en was als dusdanig ingeschreven in het bevolkingsregister van deze gemeente. De huurder kan dit aantonen met behulp van een attest uit het bevolkingsregister. Artikel 25 De huurder verklaart op eer dat hij, noch één van zijn inwonende, minderjarige kinderen, bij de start van deze huurovereenkomst een woning in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik heeft. Als de huurder of één van zijn inwonende, minderjarige kinderen tijdens de huurovereenkomst een woning in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik verwerft, stelt hij binnen de termijn van één maand de verhuurder hiervan op de hoogte. Artikel 26 De huurder voert onverwijld de onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit die overeenkomstig artikel 1754 e.v. van het Burgerlijk Wetboek en de plaatselijke gebruiken te zijnen laste vallen. De huurder is ertoe gebonden om elke schade waarvan de herstelling ten laste van de verhuurder valt, onmiddellijk aan de verhuurder te melden. Als de huurder deze verplichting niet naleeft, wordt hij aansprakelijk gesteld voor elke uitbreiding van de schade en moet hij de verhuurder daarvoor schadeloos stellen. Op het einde van de huurovereenkomst is de huurder ertoe gebonden de woning achter te laten in de staat zoals beschreven in de tegensprekelijke plaatsbeschrijving die werd opgemaakt bij de aanvang van de overeenkomst, met uitzondering van de schade ontstaan door overmacht, slijtage en ouderdom. Artikel 27 Als de woning gedurende de huurtijd noodzakelijke of dringende herstellingen nodig heeft, die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die, zonder vergoeding, gedogen, welke ongemakken hem daardoor ook mochten worden veroorzaakt, en al zou hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van de woning moeten derven. Als die werken langer dan veertig dagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd, en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan hij het genot heeft moeten derven. Artikel 28 Het is de huurder enkel toegestaan dieren te houden mits uitdrukkelijke toestemming van de verhuurder. Burenhinder moet te allen tijde worden vermeden. Opgemaakt te (plaatsnaam) ………………………………… op .…/.…./….…. in vier exemplaren. De huurder houdt na ondertekening één exemplaar onder zich; de overige exemplaren worden door de verhuurder aangeboden ter registratie bij het bevoegde registratiekantoor. De verhuurder zal één geregistreerd exemplaar aan de huurder bezorgen. De verhuurder(s) De huurder(s) ………………………… ……………………… Artikel 3: De burgemeester en de secretaris te machtigen om vanwege de gemeente de huurovereenkomst te ondertekenen. Artikel 4: Het inschrijvingsformulier en register voor kandidaat-huurders (in bijlage) goed te keuren. Artikel 5: Deze beslissing treed in werking vanaf 1 juli 2014 en vervangt de gemeenteraadsbeslissing van 5 mei 2011 betreffende het reglement houdende de vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzing bij de verhuring van de appartementen gelegen aan de Pastoriestraat 3 te Bierbeek - Korbeek-Lo. 12. VERPACHTING VAN HET JACHTRECHT – GOEDKEURING ONTWERP LASTENKOHIER, VASTLEGGEN INSTELPRIJS (dossierbeheerder: Bruno Abts) De schepen van Milieu licht toe dat met de openbare verhuring van het jachtrecht van de landbouw- en bospercelen van diverse publieke rechtspersonen op Bierbeeks grondgebied tegemoetgekomen wordt aan de vraag om deze percelen logisch en aaneensluitend te bundelen. De percelen zijn samengebracht in zes loten. Deze worden herverpacht voor een periode van negen jaar te beginnen vanaf 1 oktober eerstkomende. Naast het schaalvoordeel en de administratieve kostenbesparing biedt het de mogelijkheid aan de betrokken wildbeheerseenheden om hun leden voor een gelijklopende periode op deze loten de jacht te laten uitvoeren. Het voorafgaand overleg met de betrokken wildbeheerseenheden en Natuurpunt hebben een consensus opgeleverd - 19 / 39 -
in verband met het jachtbeheer in bossen en natuurreservaten. Er zijn hiertoe in de akte bepalingen opgenomen in overeenstemming met de verschillende functies van het terrein, omtrent de aankondiging aan het publiek wanneer zal worden gejaagd, het natuurbeheer en respect voor het milieu. Bijkomend zijn er specifieke bepalingen aangaande de beperkte jacht voor het Bruul- en Zwartebos opgenomen. We stellen een instelprijs voor van € 10 per hectare, hetgeen 25 % hoger ligt dan de huidige huurprijs. Naast de gemeente en het OCMW doen ook de vier kerkfabrieken uit Bierbeek mee. In extremis hebben wij van het gemeentebestuur van OudHeverlee het bericht ontvangen dat zij niet meer willen participeren aan deze verpachting. Hierbij herroepen zij een eerdere beslissing tot deelname. Dit betekent dat de voorgelegde beslissing aangepast dient te worden. Artikel 1 wordt daarom als volgt aangepast: ‘Het bij dit besluit gevoegde ontwerp van kohier van lasten, voorwaarden en biedingen goed te keuren mits schrappen van de niet deelnemende besturen en mits schrapping van alle percelen die eigendom zijn van de niet deelnemende besturen’. In de ontwerpakte dient het gemeentebestuur Oud-Heverlee dan ook geschrapt te worden. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op het jachtdecreet; Gelet op de collegebeslissing van 23 september 2013 betreffende het laten organiseren van de herverpachting van het jachtrecht voor een periode van 9 jaar ingaande vanaf 1 juli 2014; Overwegende dat de publieke rechtspersonen Kerkfabriek St.-Lambertus Lovenjoel, Gemeentebestuur OudHeverlee, OCMW Oud-Heverlee, Kerkfabriek St.-Hilarius Bierbeek, Kerkfabriek St.-Antonius-Abt Opvelp en OCMW Bierbeek schriftelijk werden uitgenodigd om gezamenlijk een herverpachting van het jachtrecht aan te gaan voor een nieuwe pachtperiode van 9 jaar ingaande vanaf 1 juli 2014 en deze te laten organiseren door notarissen Michaël Janssen & Philippe Missoul; Overwegende dat alle hiervoor genoemde publieke rechtspersonen instemden met de gezamenlijke herverpachting van het jachtrecht; Gelet op de vraag van 4 mei 2014 van de kerkraad van Kerkfabriek Heilig-Kruis om mee in te stappen bij deze gezamenlijke herverpachting; Gelet op het ontwerp van kohier van lasten van 10 juni 2014; Gelet op de mail van 24 juni 2014 van de gemeentesecretaris van Oud-Heverlee; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Het bij dit besluit gevoegde ontwerp van kohier van lasten, voorwaarden en biedingen goed te keuren mits schrappen van de niet deelnemende besturen en mits schrapping van alle percelen die eigendom zijn van de niet deelnemende besturen. Artikel 2: De instelprijs bedraagt 10 euro per hectare per jaar. Artikel 3: Notarissen Michaël Janssen & Philippe Missoul opdracht te geven om de nodige publicatie te maken over deze herverpachting en de wildbeheerseenheden aan te schrijven met de vraag om al hun leden in te lichten. Artikel 4: Notarissen Michaël Janssen & Philippe Missoul opdracht te geven aansluitend aan de schorsingsperiode van de provinciegouverneur over te gaan tot openbare verhuring van het jachtrecht. Artikel 5: De burgemeester en de secretaris te machtigen om namens de gemeente op te treden tijdens de openbare verhuring van het jachtrecht. 13. GEDEELTELIJKE VERVROEGDE BEËINDIGING VAN RECHT VAN OPSTAL VOETBALTERREIN BIERBEEK TEN BEHOEVE VAN KUNSTGRASVELD EN HOOGSPANNINGSCABINE (dossierbeheerder: Bruno Abts) De schepen van Sport licht toe dat de gemeente subsidies kan ontvangen voor de aanleg van een kunstgrasveld - 20 / 39 -
op één van de terreinen langs de Wijnenberg. Een voorwaarde om deze subsidies te ontvangen is dat het terrein volledig in eigendom is van de gemeente. Momenteel rust er een recht van opstal op dit perceel. De akte om dit stuk van het perceel uit het recht van opstal te halen ligt ter goedkeuring voor. Een tweede klein perceeltje dient om de nieuwe klantenhoogspanningscabine voor het nieuwe gemeentehuis te plaatsen. De burgemeester zal optreden als notaris. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de grond gelegen te Bierbeek, kadastraal gekend als Bierbeek 1 111L;
ste
Afdeling, sectie D, nummers 108B en
Gelet op de akte tot vaststelling van de toekenning van het recht van opstal van 30 juli 2001; Gelet op de gewijzigde naam van K.F.C. Hoger Op Bierbeek in KHO Stade Bierbeek en de gewijzigde statuten zoals verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 22 mei 2008; Overwegende dat de gemeente een kunstgrasveld wenst aan te leggen op een deel van perceel 108 B; Gelet op de engagementsverklaring van 30 oktober 2013 van VZW KHO Stade Bierbeek in functie van de principiële beslissing tot de aanvraag tot het aanleggen van een kunstgrasveld op het hoofdterrein van KHO Stade Bierbeek via het Vlaams sportinfrastructuurplan; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 7 november 2013 betreffende de principiële beslissing voor de aanvraag van de aanleg van een kunstgrasveld via het Vlaams sportinfrastructuurplan; Gelet op het aanvraagformulier multifunctioneel kunstgrasveld in Bierbeek van 19 november 2013; Gelet op het schrijven van 24 februari 2014 van de Vlaamse minister van Sport waarmee de gemeente Bierbeek op de hoogte werd gebracht van de selectie, al dan niet onder voorwaarden, van het subsidieaanvraagdossier voor de realisatie van een kunstgrasveld in het kader van het Vlaams sportinfrastructuurplan; Gelet op de collegebeslissing van 19 mei 2014 betreffende de goedkeuring van de individuele informatiefiche kunstgrasveld; Overwegende dat de gemeente een hoogspanningscabine als klantencabine voor het nieuwe gemeentehuis wil laten plaatsen op een deel van het perceel 111L; Overwegende dat de burgemeester als openbaar ambtenaar zal optreden en de akte zal verlijden; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Onderstaande ontwerpakte betreffende de gedeeltelijke vervroegde beëindiging van het recht van opstal goed te keuren:
ADMINISTRATIEVE AKTE INZAKE GEDEELTELIJKE VERVROEGDE BEËINDIGING VAN RECHT VAN OPSTAL HET JAAR TWEEDUIZEND VEERTIEN DE ………………………………………………. Voor Ons, de Heer Johan VANHULST, Burgemeester van Bierbeek, handelend in overeenstemming met artikel negen van de wet van zevenentwintig mei achttienhonderd zeventig, houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening om reden van openbaar nut, en met artikel één van de wet van zestien april negentienhonderd zevenentwintig op de organisatie van het notariaat. ZIJN VERSCHENEN - 21 / 39 -
-
Enerzijds, de gemeente Bierbeek, vertegenwoordigd door: o Mevrouw Cecilia CUYPERS, Eerste Schepen, wonende te 3360 Bierbeek, Bergstraat 32 en o De Heer Peter VERLINDEN, Gemeentesecretaris, wonende te 3010 Kessel-Lo, Opvoedingsstraat 10. In uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van 26/06/2014 waartegen de toezihthoudende overheid niet meer kan optreden ingevolge het verstrijken van de toezichtstermijn. Hierna de “grondeigenaars” genoemd.
-
Anderzijds, vzw KHO Stade Bierbeek, opgericht op 25 oktober 1992 als vzw K.F.C. Hoger Op Bierbeek, waarvan de statuten zijn verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad d.d. 17 december 1992 en waarvan de gewijzigde naam en de gewijzigde statuten verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatblad d.d. 22 mei 2008, vertegenwoordigd door: o De Heer Cyrillys DEHENNIN, wonende te 3360 Bierbeek, Korbeek-Losestraat 14 en o De Heer Désiré SCHEPERS, wonende te 3360 Bierbeek, Waterstraat 22
Artikel 1: De opstalhouder doet afstand van zijn recht van opstal van het hierna vermelde goed dat hij bij akte van 30/07/2001 van de eigenaar verkreeg Het perceel gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie D, deel van nummer 108B, groot ongeveer (in te vullen na opmeting) Zo en gelijk dit perceeltje grond staat afgebeeld op een bijgevoegd grondplan, afgelijnd door de punten A, B, C en D. Het perceel gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie D, deel van nummer 111L, groot ongeveer 16 m². Zo en gelijk dit perceeltje grond staat afgebeeld op een bijgevoegd grondplan, afgelijnd door de punten E, F, G en H. Artikel 2: 1.
ALGEMENE VOORWAARDEN De opstalhouder verklaart dat hij persoonlijk geen erfdienstbaarheden op het goed heeft gevestigd.
2.
De eigenaar zal van het goed terug de volle eigendom hebben te rekenen vanaf heden.
3.
Eventuele kosten van opmeting en afpaling zijn ten laste van de opstalgever.
4.
De eigenaar verklaart hierbij uitdrukkelijk dat deze vroegtijdige beëindiging door hem geschiedt “VOOR OPENBAAR NUT” en voor het verwezenlijken van het maatschappelijk doel.
5.
De opstalhouder verklaart dat het goed onverhuurd is
Artikel 3: De opstalhouder behoudt het recht van opstal van de overige percelen of delen van percelen zoals bepaald in de akte van 30/07/2001. Alle bepalingen van die akte blijven daarop van toepassing. Artikel 4: De jaarlijkse retributie zoals bepaald in de akte van 30/07/2001 blijft behouden zonder vermindering voor de gedeeltelijke vroegtijdige beëindiging.
WAARVAN AKTE Gedaan en verleden op datum zoals hierboven staat vermeld en na gedane voorlezing hebben Partijen met Ons, Burgemeester, getekend. Bierbeek, ………………………/2014
Namens de vzw KHO Stade Bierbeek: De opstalhouder,
Voor de gemeente: De gemeentesecretaris,
C. DEHENNIN
Peter VERLINDEN
D. SCHEPERS
- 22 / 39 -
De Schepen,
Cecilia CUYPERS
De burgemeester,
Johan VANHULST Artikel 2: De eerste schepen en de gemeentesecretaris te machtigen om vanwege de gemeente de akte te ondertekenen. 14. REGLEMENT INZAKE HET PETER- OF METERSCHAP VAN KLEINE GEMEENTELIJKE PERKEN EN PLANTSOENEN (dossierbeheerder: Vicky Leentjes) De schepen van Milieu licht toe dat de gemeente herhaaldelijk de vraag van inwoners krijgt om restperceeltjes van het openbaar domein te mogen onderhouden. Het aanbod varieert van de vraag tot de aanleg van moestuintjes, het onderhoud van de beplantingen in de kleine perken voor hun deur of een heraanleg op basis van een voorstel dat gedragen wordt door de buurt. De gemeente wenst hier positief op in te spelen door een reglement te installeren dat de rechten en plichten inhoudt van het peter- of meterschap hiervan. Karen Dourée (N-VA) vindt het een mooi initiatief en hoopt dat het goed opgevolgd wordt. Ze vraagt aandacht voor de aspecten van veiligheid en verzekering. Ze vraagt of dit initiatief niet uitgebreid kan worden naar het onderhoud van de trage en holle wegen. De schepen van Milieu antwoordt dat dit laatste op termijn bekeken kan worden. Gelet op het gemeentedecreet ; Gelet op het meerjarenplan 2014-2019, met actie 3.3.3.3 – ‘opzetten van peterschappen voor het gebruik en onderhoud van publieke ruimte’ in het bijzonder; Overwegende dat op het grondgebied van de gemeente Bierbeek veel openbaar groen aanwezig is; Overwegende dat het openbaar groen onderhouden wordt door de personeelsleden van de groendienst; Overwegende dat bepaalde perken en plantsoenen ook door inwoners van de gemeente onderhouden kunnen worden; Overwegende dat er geregeld vragen van inwoners hieromtrent komen; Overwegende dat het peter- of meterschap kan worden vastgelegd in een overeenkomst; Overwegende dat de buurtbewoners hierdoor meer betrokken zullen worden bij het onderhouden van de groene omgeving; Overwegende dat dit bijkomend betekent dat de groendienst voor een gedeelte ontlast wordt; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; BESLIST:
EENPARIG
Art. 1 : Volgend reglement met het oog op peter- of meterschap van kleine gemeentelijke perken en plantsoenen goed te keuren: Artikel 1: Definities - Perk en plantsoen: een afgebakend gedeelte van het openbaar domein dat eigendom is van de gemeente Bierbeek, dat openbaar toegankelijk is en dat ingericht is als groenzone, met uitzondering van bermen, holle wegen en grachten. - Peter of meter: een particulier die zich vrijwillig ertoe verbindt om op regelmatige basis een door zichzelf uitgekozen plantsoen, al dan niet na een eventuele hervorming, te onderhouden. - Onderhoud: naargelang de beplanting van het plantsoen houdt het onderhoud ervan in dat er gras wordt gemaaid, dat er geschoffeld en/of geharkt wordt, dat het onkruid en het afval verwijderd wordt en dat struiken gesnoeid worden.
Artikel 2: Algemene bepalingen Aanvraag tot peter- of meterschap van kleine gemeentelijke perken en plantsoenen § 1. Elke particulier die inwoner is van de gemeente Bierbeek, kan peter of meter worden van een perk of plantsoen. § 2. Om het peter- of meterschap aan te vragen wordt een schrijven gericht aan de milieudienst, waarbij een foto en een liggingskaart van de perk(en) of plantsoen(en) die men wenst te onderhouden wordt bijgevoegd. De milieudienst beoordeelt de aanvraag en neemt contact met de aanvrager op om de aanvraag verder te bespreken. - 23 / 39 -
Overeenkomst § 3. Het peter- of meterschap wordt vastgelegd in een overeenkomst met het college van burgemeester en schepenen. De overeenkomst wordt ingevuld in overleg met de milieudienst. Door het ondertekenen van de overeenkomst verbindt de peter of meter zich ertoe om op regelmatige basis een bepaald perk of plantsoen te onderhouden. Per perk of plantsoen wordt een overeenkomst opgemaakt. Volgende zaken worden opgenomen in de overeenkomst: De naam en het adres van de peter of meter, Het perk of plantsoen dat onderhouden zal worden, De oppervlakte van het perk of plantsoen, Inhoud van eventuele hervorming van het perk of plantsoen, Een duidelijke situatietekening van het perk of plantsoen, De afspraken betreffende het onderhoud van het perk of plantsoen, De startdatum van de overeenkomst. Ter beschikking stellen van materialen § 4. Voor het onderhouden van het perk of plantsoen ontvangt de peter of meter geen vergoeding. Wel kan de peter of meter gratis compost en/of houtsnippers verkrijgen via de gemeentelijke diensten voor gebruik in het perk of plantsoen. De hoeveelheid wordt bepaald aan de hand van de oppervlakte van het perk of plantsoen. Het snoeisel wordt bij voorkeur gecomposteerd door de peter of meter, maar kan ook worden meegegeven met de gft-ophaling en/of worden afgevoerd via het containerpark, volgens de geldende regels. Snoeien van bomen § 5. Het snoeien van bomen wordt steeds uitgevoerd door de gemeente Bierbeek. Hervorming van het plantsoen § 6. De peter of meter kan een voorstel doen tot hervorming van het perk of plantsoen. Dit gebeurt steeds in overleg met de milieudienst en/of de technische uitvoeringsdienst. Na afstemming koopt de gemeente, indien gewenst, het nieuwe plantgoed. § 7. Indien meerdere inwoners uitkijken op het perk of plantsoen, moet de aanvrager aantonen dat er een draagvlak is bij een meerderheid van de omwonende gezinnen voor de voorgestelde hervorming. Vaste constructies § 8. Om het openbaar karakter van het groen te bewaren, mogen geen bijkomende vaste constructies worden geplaatst. Bij het inrichten van moestuinen is het enkel toegestaan bouwwerken, plastic tunnels en opstaand glas te plaatsen lager dan 0,8 meter. Bestrijdingsmiddelen § 9. Ziekten en plagen in het groen worden bestreden. Dit mag alleen met milieuvriendelijke middelen. Chemische middelen zijn verboden. Behoud van natuurwaarden § 10. Bij een hervorming wordt bij voorkeur gekozen voor autochtone en/of streekeigen soorten. Invasieve soorten worden niet toegestaan. § 11. In het broedseizoen (van half maart tot half juli) wordt extra aandacht gevraagd voor broedende vogels. Bij werkzaamheden mogen geen nesten verstoord of vernietigd worden. Openbaar karakter van het terrein § 12. Het terrein is en blijft voor iedereen openbaar. § 13. De gemeente behoudt het recht om werkzaamheden uit te voeren in en om het perk of plantsoen dat is opgenomen in de overeenkomst. § 14. Nutsbedrijven en de gemeentelijke diensten hebben altijd toegang tot kabels en leidingen die eventueel onder de grond liggen. Veiligheid § 15. Bij werkzaamheden op of langs de openbare weg moet de peter of meter een fluorescerend hesje dragen. § 16. Gereedschap, groen- en snoeiafval wordt tijdens de onderhoudswerken neergelegd op een plek die geen hinder voor anderen of het verkeer oplevert. Tijdelijke opschorting § 17. De overeenkomst kan tijdelijk opgeschort worden als er wegenwerken worden uitgevoerd in de omgeving van het perk of plantsoen of wanneer de peter of meter langdurig ziek is. Dit zal telkens schriftelijk vastgelegd worden. Opzegging van de overeenkomst § 18. De overeenkomst kan worden beëindigd door opzeg van ofwel de peter of meter enerzijds ofwel van het gemeentebestuur anderzijds. De peter of meter kan de overeenkomst mondeling (telefonisch of persoonlijk bij de milieudienst) of schriftelijk stopzetten. De stopzetting wordt schriftelijk bevestigd door het gemeentebestuur. Een opzegging door het gemeentebestuur gebeurt steeds schriftelijk. Er is geen opzeggingsperiode voorzien, ongeacht door wie de opzeg gegeven wordt. Artikel 3 - 24 / 39 -
Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2014. Art. 2 : De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met het uitvoeren van dit besluit en de verdere praktische uitwerking. Art. 3 : Dit reglement zal worden bekendgemaakt in overeenstemming met artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Art. 4 : Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de heer gouverneur door middel van de lijst bedoeld in art. 252§1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. 15. OPRICHTING WERKGROEP ‘WINDPARK E40’ IN DE SCHOOT VAN DE GEMEENTERAAD (dossierbeheerder: Peter Verlinden) De voorzitter licht toe dat de firma’s Storm Windpower en Elicio momenteel een informele informatieprocedure voeren naar de bevolking van de vijf betrokken gemeenten. Op een bepaald moment zal de gemeente gevraagd worden een standpunt ter zake in te nemen. Het bestuur wenst hierbij alle fracties te betrekken. Daarom het voorstel om deze werkgroep op te richten. Hans-Kristof Carême (Open Vld) is uiteraard akkoord met dit voorstel, maar hij vraagt zich af in welke mate de gemeenteraad zelf nog gevat zal worden in dit dossier. De voorzitter antwoordt dat de gemeente zelf geen vergunning zal afleveren. Maar de gemeente zal wel om advies gevraagd worden, net zoals er vele andere instanties om advies gevraagd zullen worden. Het openbaar onderzoek moet minstens in 3 fasen van het dossier gevoerd worden. Maar het is hem ook nog niet duidelijk wanneer het de bevoegdheid van het schepencollege dan wel van de gemeenteraad is. Dat moet nog uitgezocht worden. De voorzitter deelt verder mee dat wanneer de werkgroep opgericht is hij graag heeft dat deze al snel voor een eerste maal samenkomt. De datum van woensdagavond 9 juli wordt naar voren geschoven. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het beleidsprogramma 2013-2018 van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 7 februari 2013, waarin vermeld staat “We onderzoeken of er op ons grondgebied geschikte locaties zijn voor windmolens. De bevolking zal actief betrokken worden bij alle fasen van een eventueel project (inspraak, medeeigenaarschap,…)”; Gelet op de plannen van Storm en Elicio tot de bouw van een windturbinepark “Windpark E40” aan beide zijden van de autosnelweg E40 in de gemeenten Oud-Heverlee, Bierbeek, Boutersem, Tienen en Hoegaarden; Overwegende dat er voorlopig 7 windturbines worden ingepland op het grondgebied van Bierbeek; Overwegende dat de voorlopige inplanting slechts een ontwerp is dat de basis vormt voor verder overleg met de inwoners van de betrokken gemeenten; Overwegende dat Storm en Elicio een eventuele definitieve inplanting zullen vastleggen in functie van het bovengenoemd overleg met de inwoners van de betrokken gemeenten; Overwegende dat de gemeente Bierbeek geen initiatiefnemer is met betrekking tot de geplande bouw van het bovengenoemd windpark; Overwegende dat de gemeente Bierbeek principieel positief staat tegenover windenergie; Overwegende dat de hinder voor mens en milieu, in het bijzonder de omwonenden, beperkt dient te worden; Overwegende dat de gemeente Bierbeek de nodige aandacht wil besteden aan het bepalen van een gemeentelijk standpunt met betrekking tot de diverse aspecten van de geplande bouw van het bovengenoemd windpark, en dit in de verschillende fasen van de totstandkoming van het project; Overwegende dat een gemeentelijk standpunt met betrekking tot de geplande bouw van het bovengenoemd windpark dient afgetoetst te worden aan het algemeen belang voor de gemeente Bierbeek en haar inwoners; Overwegende dat de gemeente Bierbeek met betrekking tot de geplande bouw van het bovengenoemd windpark zich zo breed mogelijk wil informeren bij alle belanghebbenden in en rondom Bierbeek; Overwegende dat bij het bepalen van een gemeentelijk standpunt met betrekking tot de geplande bouw van het bovengenoemd windpark het wenselijk is dat alle politieke fracties van de gemeenteraad betrokken worden; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; - 25 / 39 -
BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Over te gaan tot de oprichting van de werkgroep ’Windpark E40’ in de schoot van de gemeenteraad, met als doel het verzamelen van relevante informatie en het voorbereiden van een gemeentelijk standpunt inzake de diverse aspecten van de mogelijke bouw van windturbines op het grondgebied Bierbeek. Artikel 2: Naast het College van Burgemeester en Schepenen worden alle geïnteresseerde gemeenteraadsleden uitgenodigd deel uit te maken van deze werkgroep ’Windpark E40’. Artikel 3: De werkgroep ’Windpark E40’ heeft de mogelijkheid om alle betrokkenen en deskundigen die zij nuttig acht voor het bepalen van een gemeentelijk standpunt met betrekking tot de geplande bouw van het bovengenoemd windpark, uit te nodigen. Artikel 4: Het secretariaat van de werkgroep ’Windpark E40’ wordt waargenomen door de gemeentelijke ambtenaren stedenbouw en/of milieu. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de verdere organisatie van de werkgroep. Het voorzitterschap wordt waargenomen door een lid van het College van Burgemeester en Schepenen. 16. VERLENGING VAN DE HUIDIGE SCHOLENGEMEENSCHAP LBB (LUBBEEK-BOUTERSEM-BIERBEEK) VOOR DE PERIODE VAN 2014-2020 IN DE VORM VAN EEN INTERLOKALE VERENIGING (dossierbeheerder: Benny Jonckers) De schepen van Onderwijs licht toe dat de gemeentebesturen van Lubbeek, Boutersem en Bierbeek de bestaande intergemeentelijke samenwerkingsvorm van een scholengemeenschap van het basisonderwijs voor de schooljaren 2014-2015 tot en met 2019-2020 wensen te verlengen. De scholengemeenschap draagt de naam “interlokale vereniging LBB”. De scholengemeenschap bestaat sinds 2003 en samen telt ze 1.630 leerlingen. Hoewel de laatste tijd al veel sprake geweest is van de vorming van scholengroepen van minstens 6.000 leerlingen, is dit momenteel nog niet van toepassing. De verlenging gebeurt op voorstel van het beheerscomité van onze scholengemeenschap. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, de artikelen 42 en 43; Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, de artikelen 125bis tot en met 125quaterdecies; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, de artikelen 2 §1 en 6 tot en met 9; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2003 over de vorming van de huidige scholengemeenschap; Gelet op artikel 3, §2 van de overeenkomst scholengemeenschap 2011 – 2014 in de vorm van een interlokale vereniging; Gelet op het advies van de schoolraad van 18 december 2013; Gelet op het advies van het beheerscomité LBB van 27 januari 2014; Gelet op het advies van het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité (AHOC) van 23 juni 2014; Overwegende dat een schoolbestuur in het kader van de organisatie van zijn basisonderwijs een scholengemeenschap kan vormen met onderwijsinstellingen van andere schoolbesturen; Overwegende dat een scholengemeenschap zowel kleuter- als lager onderwijs moet bevatten, op de eerste schooldag van februari 2014 minstens 900 gewogen leerlingen moet tellen en zich hoogstens over vijf aangrenzende onderwijszones mag uitstrekken; Overwegende dat de huidige scholengemeenschap LBB (Lubbeek-Boutersem-Bierbeek) onder de vorm van een interlokale vereniging werd opgericht; Overwegende dat de interlokale vereniging haar werking vastlegde in de huidige overeenkomst van scholengemeenschap LBB (Lubbeek-Boutersem-Bierbeek) en deze na een periode van drie schooljaren afloopt op 31 augustus 2014; Overwegende dat er geen fundamentele bijsturing van de scholengemeenschappen heeft plaatsgevonden naar aanleiding van het uitgevoerde wetenschappelijk onderzoek, en het aangewezen is de huidige samenwerking te verlengen voor de in de regelgeving voorziene periode van zes jaar, van 1 september 2014 tot 31 augustus 2020; Overwegende dat het beheerscomité van de scholengemeenschap de samenwerking wenst te verlengen voor een periode van zes schooljaren, zoals afgesproken in de vergadering van 27 januari 2014; - 26 / 39 -
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Enig artikel: De scholengemeenschap LBB (Lubbeek-Boutersem-Bierbeek) in de vorm van een interlokale vereniging met zes schooljaren te verlengen vanaf 1 september 2014. 17. SCHOOLJAAR 2014-2015 : 48/24 AANVULLENDE LESTIJDEN TEN LASTE VAN HET WERKINGSBUDGET (dossierbeheerder: Benny Jonckers) De schepen van Onderwijs licht toe dat onze school jaarlijks op basis van het aantal leerlingen ingeschreven op 1 februari een aantal lestijden krijgt toegewezen. Dit wordt dan vertaald in een aantal leerkrachten voor de klas. Voor ons kleuteronderwijs krijgen we voldoende lestijden toegewezen om in al onze 9 klassen een voltijdse kleuterjuf te plaatsen. Tevens hebben we voldoende uren om het kleuterturnen aan te bieden. Voor het lager onderwijs ligt het plaatje wat moeilijker. Indien we de toegewezen uren over de bestaande leerkrachten verdelen, ontstaat er een klas in het vijfde leerjaar waar 3 leerkrachten deeltijds aan de slag gaan. Pedagogisch gezien is dit geen ideale situatie. Op voorstel van de directie gaan we één van de drie leerkrachten voltijds toewijzen aan deze klas. De twee andere leerkrachten nemen net zoals vorig schooljaar hun functie van zorgjuf op. Er worden 7 lestijden Lichamelijke Opvoeding voorzien omdat iedere klas recht heeft op twee lestijden lichamelijke opvoeding per week. Dit geeft een totaal van 22 uren. De huidige leerkracht lichamelijke opvoeding is slechts voor 15 uren vast benoemd aan onze school. Daarnaast worden nog 7 uren voorzien voor het “Kurzweil”-programma. Leerlingen met dyslexie, autismespectrumstoornis, dyspraxie, een visuele handicap en leesproblemen worden met de “Kurzweill”-voorleessoftware een flink eind op weg geholpen. Deze extra lestijden betalen we vanuit het werkingsbudget dat we ontvangen van het ministerie van Onderwijs. Dit bedraagt jaarlijks € 440 per kleuter en € 660 per leerling. Het schoolbestuur heeft de vrije keuze dit aan te wenden voor aankoop van didactisch materiaal of een aanwending voor extra personeel. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, meer bepaald artikel 154 dat het schoolbestuur de mogelijkheid biedt personeel ten laste van het werkingsbudget aan te werven; Gezien het beschikbare lestijdenpakket voor het schooljaar 2014-2015, volgens de brief “Basisonderwijs – Personeelsformatie – Schooljaar 2014-2015” van het Vlaams Ministerie van onderwijs en vorming van 20 maart 2014, waarbij voor het gemeentelijk lager onderwijs 277 lestijden en voor het gemeentelijk kleuteronderwijs 255 lestijden kunnen worden aangewend; Gelet op de nota “motivatie aanvullende lestijden ten laste van het werkingsbudget” opgemaakt door waarnemend directeur Benny Jonckers, waaruit blijkt dat voor het schooljaar 2014-2015 aanvullende lestijden nodig zijn; Overwegende dat bijgevolg in totaal 48/24 aanvullende lestijden ten laste van het werkingsbudget nodig zijn voor het schooljaar 2014-2015; Gelet op het gunstig advies van de schoolraad van 11 juni 2014; Gelet op het visum van de financieel beheerder d.d. 2 juni 2014; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Enig artikel : Voor het schooljaar 2014-2015 gebruik te maken van de mogelijkheid personeel aan te werven ten laste van het werkingsbudget voor een totaal van 48/24 aanvullende lestijden. 18. WIJZIGING SCHOOLREGLEMENT GBS ’T KLAVERTJE BIERBEEK (dossierbeheerder: Benny Jonckers) De schepen van Onderwijs licht toe dat het decreet betreffende de rechtspositie van de leerling en het onderwijsdecreet XXIV in april werden goedgekeurd door het Vlaams Parlement. De bepalingen van deze decreten treden in werking op 1 september 2014 en hebben gevolgen voor het schoolreglement. De verplichte aanpassingen zijn gebeurd in overleg met de schoolraad. Marijke Sterckx (N-VA) heeft na een grondige lezing van het reglement zowel inhoudelijke als redactionele opmerkingen. Op inhoudelijk vlak stelt ze vraagtekens bij punt 1 van de bijdrageregeling op pagina 8 van het reglement. Ze vraagt of dat punt niet beter weggelaten kan worden. Ten eerste is de buspendeldienst tussen de kleutervestigingen en de hoofdschool gratis. Daarnaast meent zij dat het al vervat zit in punt 2: vervoer en deelname aan buitenschoolse activiteiten. Verder leest zij op pagina 9 dat de vermindering en de kwijtschelding van bedragen wordt geschrapt. Er blijft enkel de mogelijkheid van gespreide betaling of uitstel van betaling staan. Zij vindt dit asociaal want het betekent dat ouders die dat financieel niet aankunnen hun kinderen geen toestemming geven om mee te gaan met extra-muros activiteiten. Tevens komen er gelijke tarieven voor iedereen bij, onder meer de voor- en naschoolse opvang. Ze vraagt meer aandacht voor een goede behandeling van de minder vermogenden. Bij punt 1.4 van de informatienota en afsprakennota leest zij dat de schoolraad - 27 / 39 -
advies geeft over niet-persoonsgebonden onderwijsaangelegenheden. Maar de schoolraad mag zich wel uitspreken over het profiel van de directeur. Is dat geen contradictie? Daarnaast meent zij dat dit de bevoegdheid is van de inrichtende macht, zijnde de gemeenteraad. Afsluitend geeft ze ook enkele redactionele opmerkingen die de leesbaarheid van de teksten zullen verduidelijken. De voorzitter antwoordt dat de redactionele opmerkingen zullen worden meegenomen in de eindredactie van de documenten. De inhoudelijke opmerkingen van het raadslid worden niet behandeld. Hij stelt voor om deze opmerkingen door te spelen aan de schoolraad die dit dossier mee heeft voorbereid. Deze kan het dan in alle rust bekijken en aftoetsen aan de decretaal opgelegde verplichtingen. De noodzakelijke wijzigingen kunnen dan een volgende maal meegenomen worden. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 42 en 43; Gelet het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 ,afdeling 3bis, artikelen 3-24°+25°, 8, 11ter, 12, 13 §1-2°, 14 , 17 , 18 § 1 , 19 , 20 §2, 21 , 27bis , 31, 32 , 33 , 34 §1-§2-§3-§4 , 37 §2 5°-6°-7°-8°,§3 1°-2°-11°-12°, 37/1, 37/2 §1,37/3 §1-§2-§3 , 37/4 §1-§2-§3 , 37/5 §1-§2 , 37/6 §1-§2 , 53, 55, 57 quater , 37bis §4 3°,§7; Gelet op het decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad van 2 april 2004 zoals gewijzigd door het decreet van 4 april 2014 houdende de diverse maatregelen betreffende de rechtspositie van de leerlingen in het basis en secundair onderwijs en betreffende participatie op school; Gelet op het overleg in de schoolraad van 11 juni 2014; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 17 juni 1997 betreffende schoolveranderen in de loop van het schooljaar; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 21 december 1998 betreffende het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs;
van
10
augustus
2001
betreffende
Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 8 februari 2002 betreffende informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 16 augustus 2002 betreffende afwezigheden van leerlingen in het basisonderwijs; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 13 juli 2004 betreffende lokale participatieregeling in het basis- en secundair onderwijs; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 22 juni 2007 betreffende kostenbeheersing in het basisonderwijs; Gelet op de aanpassingen aan de ministeriële engagementsverklaring in het basisonderwijs;
omzendbrief
van
27
april
2009
betreffende
de
Gelet op de ministeriële omzendbrief van 15 mei 2014 betreffende screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad in het gewoon lager onderwijs; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 15 mei 2014 betreffende preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen in het lager onderwijs vanaf 1 september 2014; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 15 mei 2014 betreffende zittenblijven in het basisonderwijs; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 15 mei 2014 betreffende overdracht van leerlingengegevens bij schoolverandering; Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement moet opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt; Overwegende dat het huidig schoolreglement gewoon basisonderwijs (inclusief de afsprakennota) goedgekeurd op 28 juni 2012 aan actualisatie toe is; Overwegende dat meer specifieke afspraken door het college van burgemeester en schepenen, na overleg in de schoolraad, worden opgenomen in de afsprakennota; Gelet op de besprekingen in het schoolteam en op het advies van de directie; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG - 28 / 39 -
Artikel 1: Het hierbij gevoegde schoolreglement wordt goedgekeurd. Artikel 2: De meer specifieke regels en afspraken worden door het college van burgemeester en schepenen opgenomen in de afsprakennota. Artikel 3: Het schoolreglement gewoon basisonderwijs en de afsprakennota wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord. Artikel 4: Het nieuwe schoolreglement treedt in werking vanaf 01/09/2014. Artikel 5: Het bestaande schoolreglement gewoon basisonderwijs met inbegrip van de afsprakennota, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 juni 2012, wordt opgeheven. 19. RECHTSPOSITIEREGELING – NEGENDE AANPASSING : VERHOGING JAARSALARIS DECRETALE GRADEN (dossierbeheerder: Frans Moldenaers) De voorzitter licht toe dat dit punt onlosmakelijk verbonden is aan het agendapunt 20. Vanuit de betrachting tot een betere samenwerking tussen OCMW en gemeente en het streven naar efficiëntiewinsten wordt geopteerd voor een gemeenschappelijke financieel beheerder. Decretaal is daar een financiële consequentie aan verbonden. De betrokken functiehouder kan aanspraak maken op een verhoging van zijn jaarsalaris met maximaal 30 %. De gemeenteraad wordt de beslissing voorgelegd om in geval van de aanstelling van een gemeenschappelijke functiehouder voor de beide besturen, een weddetoelage van 25 % te voorzien. De wijziging van de rechtspositieregeling kan niet alleen voor de functie van de financieel beheerder genomen worden. De wijziging wordt decretaal voorzien voor de beide functiehouders, met dien verstande dat enkel de financieel beheerder deze toelage gaat krijgen vanaf 1 juli omdat zij effectief van dan af het ambt van gemeenschappelijk financieel beheerder gaat opnemen. Voor alle duidelijkheid voegt de voorzitter er aan toe dat het geen gewone weddetoelage is. Er worden geen pensioenlasten op gerekend. Het is het bestuur dat de functiehouder initieel heeft aangesteld dat deze toelage dient te betalen. In dit geval is het de gemeente. Deze weddetoelage was niet voorzien in het meerjarenplan. Dit zal later toegevoegd worden. De voorzitter herhaalt dat de besturen vrij zijn de omvang van de weddetoelage te kiezen mits rekening te houden met de decretaal opgelegde marges. Het voorgelegde percentage is tot stand gekomen na een open gesprek tussen de functiehouders en het college. Het is tevens afgetoetst aan de keuzes die andere besturen in Vlaanderen al hebben gemaakt. Met de keuze van een weddetoelage van 25 % wenst het gemeentebestuur zijn waardering te tonen aan het betrokken personeelslid voor het opnemen van dit bijkomend werk met extra verantwoordelijkheden. André Van Melkebeek (N-VA) is van mening dat uit respect voor de mensen achter de functie van financieel beheerder en gemeentesecretaris, dit punt beter behandeld wordt in besloten zitting. Hans-Kristof Carême (Open Vld) meent dat deze beslissing momenteel nog geen gevolgen heeft voor de secretaris zodat een behandeling in besloten zitting niet hoeft. De voorzitter beaamt dat het instellen van de functie van een gemeenschappelijke secretaris momenteel nog niet aan de orde is. Hij wil tegemoetkomen aan de vraag om de raadsleden hun bespreking in alle openheid te kunnen laten voeren. Daarom vraagt hij het publiek om de zaal te verlaten en wordt dit punt verder behandeld in besloten zitting overeenkomstig art. 28 §1, 1° van het gemeentedecreet. De gemeentesecretaris verlaat de vergadering. Stefaan Van Haegenborgh zal als jongste schepen de functie van secretaris waarnemen. BESLOTEN ZITTING OPENBARE ZITTING De voorzitter heropent de openbare vergadering. De gemeentesecretaris vervoegt de vergadering. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en - 29 / 39 -
het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald de artikels 26 en 27; Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing d.d. 5 maart 2009, zoals gewijzigd tot op heden; Overwegende dat ingevolge artikel 26 van het hierboven vernoemde besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 de gemeenteraad kan bepalen dat het jaarsalaris van de gemeentesecretaris die met toepassing van artikel 75 en 271 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ook de functie van OCMW-secretaris uitoefent, verhoogd wordt met maximaal 30 % en dat de raad bepaalt welk percentage van toepassing is; Overwegende dat ingevolge artikel 27 van het hierboven vernoemde besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 de gemeenteraad kan bepalen dat het jaarsalaris van de financieel beheerder van de gemeente die met toepassing van artikel 75 en 271 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ook de functie van financieel beheerder van het OCMW uitoefent, verhoogd wordt met maximaal 30 % en dat de raad bepaalt welk percentage van toepassing is, met dien verstande dat het percentage niet hoger mag zijn dan het percentage dat in voorkomend geval is vastgesteld voor de verhoging van het jaarsalaris van de gemeentesecretaris die ook de functie van OCMW -secretaris uitoefent; Overwegende dat indien de gemeentesecretaris en de financieel beheerder van de gemeente ook de functie van OCMW-secretaris en van financieel beheerder van het OCMW uitoefenen dit hun takenpakket en hun verantwoordelijkheden aanzienlijk doet toenemen; Overwegende dat overeenkomstig art. 270 van het Gemeentedecreet het advies van de raad voor maatschappelijk welzijn per brief d.d. 7 mei 2014 werd gevraagd; Overwegende dat binnen de gestelde termijn van dertig dagen na ontvangst van de ontwerpbeslissing geen advies van de raad voor maatschappelijk welzijn werd ontvangen, zodat bij ontstentenis van een advies dit geacht wordt gunstig te zijn; Gelet op het protocol van niet-akkoord d.d. 2 juni 2014 van het Bijzonder Onderhandelingscomité; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Artikel 1: Aan de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing d.d. 5 maart 2009, zoals gewijzigd tot op heden, een artikel 173 bis toe te voegen dat als volgt luidt : Art. 173 bis. Het jaarsalaris van de gemeentesecretaris die met toepassing van artikel 75 en 271 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ook de functie van OCMW-secretaris uitoefent, wordt verhoogd met 25 %. Het jaarsalaris van de financieel beheerder van de gemeente die met toepassing van artikel 75 en 271 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ook de functie van financieel beheerder van het OCMW uitoefent, wordt verhoogd met 25 %. Deze wijziging treedt in werking vanaf 01/07/2014. Artikel 2 : Een afschrift van dit besluit, te bezorgen aan : - de provinciegouverneur, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, afdeling Vlaams-Brabant, Diestsepoort 6 bus 1 te 3000 Leuven - de pensioendienst PDOS (dienst informatiebeheer), Victor Hortaplein 40 bus 30 te 1060 Brussel - de Weddecentrale Schaubroeck, Steenweg Deinze 154 te 9810 Nazareth. 20. BESLISSING OM HET AMBT VAN FINANCIEEL BEHEERDER VAN HET OCMW OP TE NEMEN DOOR DE FINANCIEEL BEHEERDER VAN DE GEMEENTE (dossierbeheerder: Peter Verlinden) In afwezigheid van de OCMW-voorzitter licht de voorzitter dit punt kort toe. De financieel beheerder van het OCMW wordt met ingang van 1 juli 2014 op pensioen gesteld. Op 6 mei 2014 besliste de raad voor maatschappelijk welzijn het ambt van financieel beheerder van het OCMW te laten waarnemen door de financieel beheerder van de gemeente in plaats van zelf een nieuwe financieel beheerder aan te stellen. Deze vraag kadert in de mogelijkheden tot samenwerking die het gewijzigde gemeente- en OCMW-decreet bieden. De financieel beheerder van de gemeente heeft zich bereid verklaard om het financieel beheer van het OCMW op zich te nemen met ingang van 1 juli 2014. André Van Melkebeek (N-VA) vraagt of deze beslissing met de instemming van de betrokkene wordt genomen. - 30 / 39 -
De voorzitter antwoordt dat het een weloverwogen beslissing is na heel wat gesprekken met alle betrokkenen. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 7 februari 2013 betreffende de goedkeuring van het beleidsprogramma 2013-2019 waarin de gemeente onder meer de sterkere samenwerking tussen het OCMW en de gemeente en het vrijetijdscentrum de borre beoogt; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013 betreffende de principiële goedkeuring om de OCMW-dienstverlening te huisvesten in het nieuw te bouwen gemeentehuis aan de Speelpleinstraat te Bierbeek; Gelet op de beslissing van 6 mei 2014 van de raad voor maatschappelijk welzijn betreffende het ambt van financieel beheerder van het OCMW te laten waarnemen door de financieel beheerder van de gemeente met ingang van 1 juli 2014; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 26/06/2014 houdende “Rechtspositieregeling – negende aanpassing : Verhoging jaarsalaris decretale graden”; Overwegende dat de Vlaamse overheid op allerlei manieren een betere en structurele samenwerking tussen gemeente en OCMW stimuleert; Overwegende dat het gemeente- en het OCMW-decreet aan de lokale besturen de mogelijkheid bieden om hierover een beheersovereenkomst af te sluiten; Overwegende dat de heer Guillaume Haesendonck, financieel beheerder van het OCMW, met ingang van 1 juli 2014 op pensioen wordt gesteld; Overwegende dat mevrouw Liesbeth Vanhoof, financieel beheerder van de gemeente, zich bereid heeft verklaard om het financieel beheer van het OCMW op te nemen met ingang van 1 juli 2014; Overwegende dat een integratie van de beide financiële diensten tot een geïntegreerde financiële dienst onder de leiding van de gemeenschappelijke financieel beheerder, een meerwaarde kan creëren, met name een efficiëntere inzet van de beschikbare mensen en middelen die leidt tot de mogelijkheid om meer te specialiseren, makkelijker de continuïteit van de werking te garanderen en in het algemeen de kwaliteit van de werking van de dienst te verhogen zonder de kostenefficiëntie uit het oog te verliezen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Art. 1: Akte te nemen van de beslissing van 6 mei 2014 van de raad voor maatschappelijk welzijn betreffende het ambt van financieel beheerder van het OCMW te laten waarnemen door de financieel beheerder van de gemeente met ingang van 1 juli 2014. Art. 2: Liesbeth Vanhoof, financieel beheerder van de gemeente, met ingang van 1 juli 2014 het ambt van financieel beheerder van het OCMW te laten opnemen. Art. 3: De terbeschikkingstelling van de financieel beheerder van de gemeente aan het OCMW vast te leggen in een beheersovereenkomst tussen OCMW en gemeente, die ter goedkeuring voorgelegd zal worden aan de gemeenteraad en aan de raad voor maatschappelijk welzijn. 21. GOEDKEURING VAN DE BEHEERSOVEREENKOMST BETREFFENDE DE SAMENVOEGING VAN DE FINANCIELE DIENSTEN VAN GEMEENTE EN OCMW TOT EEN GEINTEGREERDE FINANCIELE DIENST ONDER LEIDING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK FINANCIEEL BEHEERDER (dossierbeheerder: Peter Verlinden) De voorzitter licht toe dat de voorgelegde beheersovereenkomst tot stand is gekomen in gezamenlijk overleg met raadsleden vanuit de gemeenteraad en vanuit de raad voor maatschappelijk welzijn. Hij is van mening dat het een goed compromis is. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 7 februari 2013 betreffende de goedkeuring van het beleidsprogramma 2013-2019 waarin de gemeente onder meer de sterkere samenwerking tussen het OCMW en de gemeente en het vrijetijdscentrum de borre beoogt; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013 betreffende de principiële goedkeuring om de OCMW-dienstverlening te huisvesten in het nieuw te bouwen gemeentehuis aan de Speelpleinstraat te Bierbeek; Gelet op de beslissing van 6 mei 2014 van de raad voor maatschappelijk welzijn betreffende het ambt van - 31 / 39 -
financieel beheerder van het OCMW te laten waarnemen door de financieel beheerder van de gemeente met ingang van 1 juli 2014; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2014 betreffende de opname van het ambt van financieel beheerder van het OCMW door de financieel beheerder van de gemeente met ingang van 1 juli 2014; Gelet op het protocol van niet-akkoord van 2 juni 2014 van het Bijzonder Onderhandelingscomité (BOC); Overwegende dat de Vlaamse overheid op allerlei manieren een betere en structurele samenwerking tussen gemeente en OCMW stimuleert; Overwegende dat het gemeente- en het OCMW-decreet aan de lokale besturen de mogelijkheid bieden om hierover een beheersovereenkomst af te sluiten; Overwegende dat een integratie van de beide financiële diensten tot een geïntegreerde financiële dienst onder de leiding van de gemeenschappelijke financieel beheerder, een meerwaarde kan creëren, met name een efficiëntere inzet van de beschikbare mensen en middelen die leidt tot de mogelijkheid om meer te specialiseren, makkelijker de continuïteit van de werking te garanderen en in het algemeen de kwaliteit van de werking van de dienst te verhogen zonder de kostenefficiëntie uit het oog te verliezen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST:
EENPARIG
Enig artikel: Goedkeuring te verlenen aan de volgende beheersovereenkomst tussen de gemeente en het OCMW betreffende de samenvoeging van de financiële diensten van de gemeente en OCMW tot een geïntegreerde financiële dienst onder leiding van een gemeenschappelijk financieel beheerder.
BEHEERSOVEREENKOMST BETREFFENDE DE SAMENVOEGING VAN DE FINANCIELE DIENSTEN VAN GEMEENTE EN OCMW TOT EEN GEINTEGREERDE FINANCIELE DIENST ONDER LEIDING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK FINANCIEEL BEHEERDER Tussen:
De gemeente Bierbeek Dorpsstraat 2, 3360 Bierbeek vertegenwoordigd door burgemeester, Johan Vanhulst en gemeentesecretaris, Peter Verlinden, hierna genoemd "gemeente”,
en
OCMW Bierbeek Stationsstraat 32, 3360 Lovenjoel vertegenwoordigd door voorzitter, Monda Wuytack en OCMW-secretaris, Hilde Fannes, hierna genoemd "OCMW”, wordt als volgt overeengekomen:
1. JURIDISCH KADER Het besluit om de financiële diensten van gemeente en OCMW samen te voegen tot één geïntegreerde ondersteunende dienst kadert juridisch binnen de nieuwe mogelijkheden tot samenwerking die het nieuwe Gemeente- en OCMW-decreet hebben gecreëerd. Concreet kiest Bierbeek ervoor om via een beheersovereenkomst te komen tot een volledig geïntegreerde financiële dienst, conform de bepalingen van de artikels 271 in het Gemeente- en OCMW-decreet : "Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten. ln de beheersovereenkomst kan tevens opgenomen worden dat de gemeente en het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden." De financieel beheerder van de gemeente zal conform art. 75 van het OCMW-decreet ook belast worden met het financieel beheer van het OCMW. - 32 / 39 -
2. DOELSTELLING VAN DEZE INTEGRATIE Gemeente en OCMW kiezen voor de creatie van een geïntegreerde financiële dienst, omdat de beleidsmakers ervan overtuigd zijn dat een integratie voor beide besturen een meerwaarde kan creëren, nl. een efficiëntere inzet van de beschikbare mensen en middelen die leidt tot de mogelijkheid om meer te specialiseren, makkelijker de continuïteit van de werking te garanderen en in het algemeen de kwaliteit van de werking van de dienst te verhogen zonder de kostenefficiëntie uit het oog te verliezen. Die samenwerking zal tot stand komen in 2 stappen: 1.
Vanaf 1 juli 2014 bij de pensionering van Guillaume Haesendonck, financieel beheerder van het OCMW, zal de financieel beheerder van de gemeente, Liesbeth Vanhoof ook de taken van financieel beheerder van het OCMW opnemen.
2.
Vanaf de ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis (vooropgesteld 2015) verhuist de financiële dienst van het OCMW naar het nieuwe gemeentehuis en werken beide financiële diensten geïntegreerd vanuit de gemeenschappelijke locatie doch zonder overdracht van werkgeversgezag, allen onder de functionele leiding van de gemeenschappelijke financieel beheerder.
3. WERKINGSMIDDELEN VAN DE FINANCIELE DIENST 3.1. PERSONEEL Rekening houdend met het huidige takenpakket van de beide financiële diensten beschikt bij de integratie van beide diensten de financiële dienst over volgend personeel: 3.1.1. Concrete invulling op de werkvloer tot 30/06/2014 Personeel
VTE
NIV
Werkgever gemeente
Werkgever OCMW
Financieel Beheerder
1,25
DG
1,0
0,25
Boekhouder
2,0
B
1,0
1,0
Administratieve medewerkers
1,25
C
1,25
0
TOTAAL VTE
4,5
VTE
3,25
1,25
3.1.2. Concrete invulling op de werkvloer vanaf 01/07/2014 Personeel
VTE
NIV
Werkgever gemeente
Werkgever OCMW
Financieel Beheerder
1,0
DG
1,0
0
Boekhouder
2,0
B
1,0
1,0
Administratieve medewerkers
1,25
C
1,25
0
TOTAAL VTE
4,25
VTE
3,25
1,0
De gemeente- en OCMW-secretaris kunnen de personeelsbezetting van de geïntegreerde financiële dienst wijzigen in functie van een optimale organisatie van gemeente en OCMW. Deze wijzigingen kunnen enkel doorgevoerd worden na advies van de gemeenschappelijke financieel beheerder. Elk bestuur blijft de juridische werkgever van de door haar ingebrachte personeelsleden en oefent als enige werkgeversgezag over hen uit. De volledige rechtspositieregeling van dat bestuur blijft van toepassing op de genoemde personeelsleden. De personeelsleden worden geëvalueerd door hun hiërarchisch meerderen binnen het organogram van hun tewerkstellend bestuur. De betrokken leidinggevende van het niet-tewerkstellende bestuur wordt als functioneel leidinggevende betrokken bij de evaluatie van het personeelslid van het andere tewerkstellende bestuur. Zowel de gemeente als het OCMW kunnen wel instructies geven aan de aangeduide personeelsleden. Deze instructies beperken zich tot de uitdrukkelijke en gedetailleerde instructies die worden gegeven aan de werknemers van de financiële dienst in uitvoering van deze geschreven beheersovereenkomst, bvb. expliciete en gedetailleerde instructies over de wijze waarop het overeengekomen werk uitgevoerd moet worden. De volledige loonkost van de aangeduide personeelsleden wordt verder uitbetaald door hun werkgever. De loonkost van de financieel beheerder wordt volledig gedragen door het gemeentebestuur. Alle bijkomende kosten gemaakt uit hoofde van de uitvoering van deze overeenkomst vallen ten laste van het bestuur in wiens opdracht de kosten gemaakt worden. Gemeente en OCMW brengen het Bijzonder Overlegcomité onverwijld op de hoogte van het bestaan van deze beheersovereenkomst. - 33 / 39 -
3.2. ANDERE Daarnaast krijgt de financiële dienst de beschikking over de noodzakelijke: 1.
budgetten: Vermits gemeente en OCMW afzonderlijke rechtspersonen blijven, zullen de budgetten van de geïntegreerde financiële dienst toch afzonderlijk vermeld en gebudgetteerd blijven in het Gemeente- en het OCMW-budget. Dit budget bestaat hoofdzakelijk uit de personeelskosten die verdeeld worden conform de in de overzichtstabel vermelde verdeelsleutel.
2.
infrastructuur en uitrusting: Het personeel van de geïntegreerde financiële dienst blijft tot bij ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis gehuisvest in hun huidige locaties.
3.
ondersteuning financiële dienst: De boekhouder van het OCMW wordt maximaal vrijgesteld van zijn andere taken om zich volledig in te kunnen zetten voor de geïntegreerde financiële dienst. Dit betekent dat: 1.
binnen het OCMW taken kunnen herschikt worden naar andere personeelsleden.
2.
de gemeentelijke diensten taken van het OCMW kunnen ondersteunen. Het gaat hier onder meer over ICT, pacht, onderhoud patrimonium, …
4. TAAKINHOUD VAN DE FINANCIELE DIENST 4.1. ALGEMEEN De financiële dienst is als ondersteunende dienst in haar werking dienstbaar, zowel naar interne als naar externe klanten. De financiële dienst staat in voor efficiënte en transparante procedures die overlegd zijn met de betrokken diensten. De financiële dienst garandeert een correcte toepassing van de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim, o.a. in verband met informatie over OCMW-cliënten.
4.2. DE GEMEENSCHAPPELIJKE FINANCIEEL BEHEERDER De gemeenschappelijke financieel beheerder voert de opdrachten uit zoals zij omschreven zijn in: -
het Gemeentedecreet, titel II, hoofdstuk V, afdeling II, onderafdeling IV; het OCMW-decreet, titel II, hoofdstuk V, afdeling II, onderafdeling III;
De gemeenschappelijke financieel beheerder voert het financieel beheer van gemeente- en OCMW zoals omschreven in: -
het Gemeentedecreet, titel IV; het OCMW-decreet, titel IV; het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 en het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, OCMW’s en provincies.
5. OPVOLGING EN BIJSTURING 1.
De goede werking van de geïntegreerde financiële dienst wordt opgevolgd en bijgestuurd door de gemeenschappelijk financieel beheerder. Eventuele problemen kunnen rechtstreeks aan haar gesignaleerd worden. Over de ondernomen en de nog te ondernemen acties ter verbetering van de werking van de gemeenschappelijke dienst zal periodiek overlegd worden met het managementteam van de gemeente en het managementteam van het OCMW, en indien nodig ook met College van Burgemeester en Schepenen en Vast Bureau. Na 12 maanden en 24 maanden zal een evaluatie van de werking van de geïntegreerde financiële dienst gebeuren met beide managementteams, College van Burgemeester en Schepenen en Vast Bureau. Bij de evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst zullen de partijen nagaan of er al dan niet aanpassingen aan de beheersovereenkomst moeten worden aangebracht.
2.
Het bestuur van gemeente en OCMW engageren zich om enig geschil dat zou ontstaan omtrent de uitvoering van onderhavige beheersovereenkomst in onderling overleg op te lossen. Wanneer de huidige overeenkomst aanleiding geeft tot geschillen, dan wordt dit geregeld via een bemiddelingsprocedure, die op initiatief van elk der partijen kan worden opgestart. Deze bemiddelingsprocedure omvat het formuleren van een voorstel door een commissie van deskundigen, met name de burgemeester, de voorzitter van het OCMW, de gemeente- en OCMW-secretaris en de gemeenschappelijke financieel beheerder. Indien op grond van dit voorstel geen vergelijk kan worden gevonden, wordt het geschil voorgelegd aan de - 34 / 39 -
gemeenteraad en de OCMW-raad. Beide raden motiveren hun beslissing. Indien beide raden geen overeenstemmende beslissing treffen, kan dit aanleiding geven tot de stopzetting van de overeenkomst.
6. DUUR VAN DE OVEREENKOMST 1.
Deze beheersovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2014 en wordt aangegaan voor een periode van onbepaalde duur.
2.
Beide partijen hebben het recht om de overeenkomst te beëindigen via aangetekend schrijven en met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De termijn vangt aan op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het aangetekend schrijven werd ontvangen. Deze eenzijdige opzegging is slechts mogelijk, nadat voorafgaand de bemiddelingsprocedure vervat in punt 5: opvolging en bijsturing werd doorlopen. Het aangetekend schrijven dient de gemeenteraadsbeslissing of OCMW-raadsbeslissing te bevatten waaruit blijkt dat de samenwerking dient stopgezet te worden.
3.
Beide besturen kunnen in onderling akkoord de overeenkomst beëindigen. Deze beslissing tot de stopzetting van de overeenkomst moet met meerderheid van stemmen in de gemeente- en OCMW-raad worden genomen.
7. AFSPRAKENNOTA DAGDAGELIJKSE WERKING FINANCIEEL BEHEERDER BIJ HET GEMEENTE- EN OCMW-BESTUUR De OCMW- en gemeentesecretaris maken een afsprakennota met de financieel beheerder van de gemeente over de dagdagelijkse werking (locatie, ziektemelding, verlofaanvragen, evaluatie ,.... ).
8. OVERGANGSREGELING -
Van 1 juli 2014 tot de fysieke integratie van beide financiële diensten (bij ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis): Na de aanstelling tot gemeenschappelijke financieel beheerder van gemeente en OCMW, zal de financieel beheerder zowel op de gemeente werken als op het OCMW, overeenkomstig de in deze beheersovereenkomst gemaakte afspraken en de behoeften van elk bestuur.
-
Vanaf de fysieke integratie van beide financiële diensten: Eens de geïntegreerde financiële dienst volledig operationeel is in het nieuwe gemeentehuis, engageert de gemeenschappelijke financieel beheerder zich zowel tegenover de gemeente als het OCMW de in deze beheersovereenkomst gemaakte afspraken na te komen rekening houdend met de behoeften van elk bestuur.
-
De gemeenschappelijke financieel beheerder zal ook actief en constructief meewerken op de formele en informele overlegmomenten van het OCMW en het gemeentebestuur waarop zij uitgenodigd wordt (bvb. Vast Bureau, Raad, e.a. meer informele overlegmomenten) of waarvan zij vast lid is (bvb. managementteam).
Opgemaakt in twee originele exemplaren te Bierbeek, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben. Op 26/06/2014 Voor de gemeente: (get.) Peter Verlinden
(get.) Johan Vanhulst
Gemeentesecretaris
Burgemeester
Voor het OCMW: (get.) Hilde Fannes
(get.) Monda Wuytack
OCMW-secretaris
OCMW-voorzitter
Voor de geïntegreerde financiële dienst: (get.) Liesbeth Vanhoof Gemeenschappelijk financieel beheerder 22. GEMEENTEPERSONEEL – WIJZIGING PERSONEELSFORMATIE (dossierbeheerder: Frans Moldenaers) De schepen van Personeel licht toe dat het bestuur de personeelsformatie wenst bij te sturen. Enerzijds omwille van nieuwe reglementaire bepalingen en anderzijds om te kunnen inspelen op de nieuwe kansen en noden in onze organisatie. Het voorbije jaar werd dit laatste voorbereid in een werkgroep die op zoek was naar de meest - 35 / 39 -
efficiënte oplossing. In het bijzonder naar aanleiding van de komende problematiek van pensioneringen bij ons poetspersoneel. Daarna werd het advies van het managementteam ingewonnen. André Van Melkebeek (N-VA) vindt de voorgelegde beslissing heel formeel. Hij betreurt de uitdrukking van het uitdovend maken van een functie die ingevuld wordt door een persoon die we allemaal goed kennen. Hij vraagt naar wat er gaat gebeuren op lange termijn. In deze beslissing vindt hij weinig visie terug over het werken aan een performant personeelsbestand. Hij meent dat we moeten blijven stilstaan bij het zoeken van de oorzaak waarom we geen poetspersoneel meer kunnen vinden. Hij pleit ervoor dat de gemeenteraad zich in de toekomst eens moet beraden over een betere organisatie voor onze medewerkers ten goede van de dienstverlening aan de bevolking. De voorzitter gaat absoluut niet akkoord met de bewering van het raadslid dat de voorgelegde beslissing van te weinig visie getuigt. De visie voor de komende jaren wordt hier juist vertaald in de personeelsformatie waarmee gestreefd wordt onze dienstverlening performanter te maken. Met deze beslissing worden mensen die de functies innemen opgewaardeerd. Binnen de Technische Uitvoeringsdienst waren er al 2 ploegen, zijnde de groendienst en de dienst openbare werken. Nu komt er een volwaardige poot bij, met name de logistieke dienst voor de site de borre met de mensen waarover we nu kunnen beschikken en die het ook kunnen doen. Het poetsen in de hoofdschool wordt inderdaad een stuk uitbesteed. Hiervoor is geopteerd omdat het toekomstig complex van nieuw gemeentehuis en vrijetijdscentrum duidelijk eigen behoeften heeft en een schaalvoordeel biedt dat het werken met een logistieke pool verantwoord maakt. Afsluitend vraagt de voorzitter dat iedereen in zijn rol blijft. Het personeelsbeleid is de bevoegdheid van de secretaris, waarbij ook het managementteam zijn rol speelt. Deze beslissing werd door hen uitvoerig voorbereid met een sterke betrokkenheid van de personeelsleden over wie het gaat. André Van Melkebeek (N-VA) antwoordt dat het voor hem nu duidelijk is. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikels 42, 43 §2 4° en 103; Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 12 november 1998 waarbij de gemeenteraad de formatie van het gemeentepersoneel vaststelt, in toepassing van het sectoraal akkoord van 18 juni 1993, gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 16 december 1999 (goedgekeurd bij ministerieel besluit van 04/02/2000), gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 7 december 2000 (goedgekeurd bij ministerieel besluit van 22/02/2001), gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 03 februari 2005 (voor kennisneming aangenomen door de heer gouverneur op 30/03/2005), gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2006 (voor kennisneming aangenomen door de heer gouverneur op 18/08/2006), gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 6 mei 2010 (voor kennisneming aangenomen door de heer gouverneur op 16/06/2010), gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 3 november 2011 (voor kennisneming aangenomen door de heer gouverneur op 16 december 2011) en voor het laatst gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 6 september 2012 (voor kennisneming aangenomen door de heer gouverneur op 22 oktober 2012); Gelet op de vergadering van het managementteam die geleid heeft tot een voorstel dat zijn neerslag vond in het verslag van de zitting van 29 april 2014; Overwegende dat dit voorstel rekening houdt met een optimale kwalitatieve dienstverlening voor de bevolking en het beter uitvoeren van de verschillende taken die aan het bestuur opgelegd worden, doch waarbij ervan uitgegaan wordt dat deze personeelsformatie geen star instrument is, maar dat het voortdurend moet kunnen worden bijgestuurd om in te spelen op nieuwe noden en behoeften of in functie van nieuwe wettelijke, decretale of andere reglementaire bepalingen; Overwegende dat in het huidige voorstel de wijzigingen ten opzichte van de vorige personeelsformatie zich beperken tot : 1. Het opwaarderen van de functie van administratief assistent (D1-D3) bij de dienst Cultuur naar een functie van administratief medewerker (C1-C3); 2. Toevoeging van de nieuwe functie van meewerkende ploegbaas voor de logistieke dienst (D4-D5); 3. Het terugbrengen van het voorziene aantal uren voor technisch beambten bij de poetsdienst van 133u/week naar 60u/week; 4. Het schrappen van de functie van administratief medewerker (C1-C3) bij de dienst Financiën; 5. Het uitdovend maken van de functie van administratief medewerker (C1-C3) bevoegd voor lokale economie, welzijn & toerisme; 6. Het uitdovend maken van één functie van technisch assistent (D1-D3) bij de dienst openbare werken; 7. Het schrappen van de functie van bibliotheekbediende (D1-D3); 8. Het schrappen van de functie van technisch medewerker (C1-C3) bij de dienst openbare werken; Overwegende dat de achterliggende motivering voor deze wijzigingen als volgt luidt : 1. Door de pensionering van de administratief assistent bij de dienst Cultuur per 1 maart 2014 is het aangewezen de functie her in te vullen met een voltijds administratief medewerker op C-niveau voor de vrijetijdsbalie van het borrecomplex, dit wordt mede mogelijk gemaakt door het uitdovend maken van de functie van administratief medewerker (C1-C3) bevoegd voor lokale economie, welzijn & toerisme; 2. Om de efficiëntie en de productiviteit van de poetsdienst te verhogen en de samenwerking tussen poetspersoneel en zaalwachters van de sporthal te verbeteren, is het wenselijk een nieuwe functie van meewerkende ploegbaas op niveau D4-D5 te creëren die alle medewerkers van de poetsdienst, de - 36 / 39 -
3. 4.
5.
6.
7.
8.
zaalwachters en de theatertechnici aanstuurt eens het nieuwe gemeentehuis is gerealiseerd en er één logistieke dienst voor het hele complex wordt opgericht; Door het uitbesteden van het poetsen van de gemeentelijke basisschool Bremt en van de kleutervestigingen in Opvelp en Lovenjoel, volstaan 60 poetsuren/week of 1,579 voltijds equivalent; De functie van administratief medewerker (C1-C3) bij de dienst Financiën is sedert de pensionering van de titularis op 31/03/2011 niet meer ingevuld; de facto is deze functie vervangen door de functie van boekhouder op B-niveau; De administratief medewerker bevoegd voor lokale economie, welzijn & toerisme gaat binnen afzienbare tijd op pensioen; bedoeling is het takenpakket te herverdelen met een overheveling van het deel toerisme naar de dienst Vrije Tijd, zodat de functie in kwestie uitdovend gesteld kan worden; Eén functie van technisch assistent bij de dienst openbare werken wordt uitdovend gemaakt met het oog op de invulling van de functie van ploegbaas (D4-D5), zodat het totaalaantal ongewijzigd op zes voltijdse equivalenten blijft; De functies van bibliotheekbediende op D-niveau worden geschrapt daar momenteel twee deeltijdse bibliotheekassistenten op C-niveau zijn aangesteld en deze in de toekomst ook enkel op C-niveau vervangen zullen worden; De functie van technisch medewerker bij de dienst openbare werken was uitdovend gesteld in de vorige beslissing inzake de personeelsformatie; door de pensionering van de titularis van deze functie op 31/07/2013 kan deze functie geschrapt worden;
Overwegende dat voor een aantal diensten de huidige toestand voorlopig ongewijzigd behouden blijft, maar dat in een latere fase hiervoor ook een aangepast voorstel zal worden uitgewerkt; Overwegende dat de nieuwe personeelsformatie overeenkomstig art. 103 van het gemeentedecreet de opsomming bevat van het aantal en de soorten betrekkingen, met uitzondering van de betrekkingen die in contractueel dienstverband ingesteld worden ter uitvoering van de werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden, waardoor gesco-betrekkingen, contractuele betrekkingen in het kader van de Sociale Maribel of in het kader van het ACTIVA-plan niet worden opgenomen in het voorstel; Overwegende dat ook volgende contractuele betrekkingen niet in de formatie worden opgenomen : betrekkingen om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen, voor in de tijd beperkte acties, of voor een buitengewone toename van werk; betrekkingen om personeelsleden te vervangen die hun betrekking niet of slechts deeltijds bekleden of die tijdens een zo lange periode afwezig zijn dat hun vervanging noodzakelijk is; Overwegende dat de wijzigingen aan de personeelsformatie geen impact hebben op de personeelssituatie van het OCMW; Gelet op de nota d.d. 15 mei 2014 met betrekking tot de financiële haalbaarheid van de voorgestelde wijzigingen; Gelet op het protocol van niet-akkoord d.d. 2 juni 2014 van het Bijzonder Onderhandelingscomité; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST :
EENPARIG
Artikel 1 : In toepassing van artikel 103 van het gemeentedecreet de aangepaste personeelsformatie voor het statutair en het contractueel personeel vast te stellen als volgt : (alle functies zijn statutair, tenzij anders vermeld) Algemene Personeelsformatie
Functie
Graad
Schaal
Aantal
gemeentesecretaris financieel beheerder
klasse 2 klasse 2
1 1
Boekhouder
B1 – B3
1
Informatica
informaticus/GIS-coördinator
B1 – B3
1 contractueel
Personeelsdienst
bestuurschef
C4 - C5
1
Secretariaat
administratief medewerker
C1 – C3
1
Decretale graden
Financiën
Interne Zaken
- 37 / 39 -
Externe Zaken Lokale economie, Welzijn & toerisme
administratief medewerker (uitdovend)
C1 – C3
1
communicatieambtenaar
B1 - B3
1
ambtenaar intern. samenwerking
B1 – B3
½ contractueel
administratief medewerker
C1 – C3
2
milieuambtenaar/ mobiliteitsambtenaar
B1 - B3
1
duurzaamheidsambtenaar
B1 – B3
1 contractueel
stedenbouwkundig ambtenaar
A1a – A2a
1
deskundige Ruimtelijke Ordening
B1 - B3
1
bouwkundige
B1 - B3
1
patrimoniumbeheerder
B1 – B3
1
coördinator technische uitvoeringsdienst
B1 – B3
1
ploegbaas
D4 – D5
1
technisch assistenten
D1 – D 3
5 (waarvan 1 uitdovend)
ploegbaas
D4 – D5
1
technisch assistenten
D1 - D3
3
ploegbaas
D4 - D5
1
technisch assistent
D1 - D3
1
technisch beambten
E1 - E3
1,579 (60 u/week)
diensthoofd vrije tijd cultuurbeleidscoördinator
A1a – A2a
1
Communicatie
Internationale Samenwerking
Persoonsgebonden zaken Bevolking/ Burgerlijke Stand
Grondgebiedzaken Leefmilieu
Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw
Openbare werken
Technische uitvoeringsdienst Coördinatie
dienst openbare werken
groendienst
logistieke dienst
Dienst Vrije Tijd Coördinatie
Cultuur
cultuurfunctionaris – directeur A1a – A2a (uitdovend, blokkeert dezelfde functie op niveau B4-B5) - 38 / 39 -
1 contractueel
cultuurfunctionaris – directeur B4 – B5 (geblokkeerd tot dezelfde functie op A-niveau is uitgedoofd)
Sport
Bibliotheek
1 contractueel
cultuurfunctionaris
B1 – B3
2 contractueel
administratief medewerker
C1 - C3
1
sportfunctionaris
B1 - B3
1
administratief medewerker
C1 - C3
1
bibliothecaris
B1 - B3
1
bibliotheekassistenten
C1 - C3
1 in totaal
Artikel 2 : Deze beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht zoals geregeld door het gemeentedecreet, inzonderheid artikels 252 en 253. 23. VRAGENKWARTIERTJE Jonah Cockx nodigt iedereen uit op het slotevenement van het werkjaar van de scouts alwaar iedereen mee de achtste finale van het WK voetbal kan volgen. Mia Ombelet (CD&V) deelt mee dat de afwerking van het gebouw van het intergemeentelijk crematorium Hofheide haar voltooiing nadert. Alleen de vijver moet nog worden opgeleverd. Er is een samenwerking met een Nederlandse firma inzake de recuperatie van metalen. De opbrengst hiervan zal worden overgemaakt aan een goed doel. Elke gemeente zal kortelings de vraag krijgen om een goed doel voor te stellen. Karen Dourée (N-VA) signaleert dat tijdens het schooljaar aan de kerk van Lovenjoel steeds parkeerproblemen zijn. Wellicht wordt dit plein dan vooral gebruikt door leerkrachten van de nabijgelegen school. Zij vraagt of dit tegen het begin van het schooljaar terug opgenomen kan worden. Marijke Sterckx (N-VA) stelt vast dat na de heraanleg van de fietspaden de Lovenjoelsestraat vorige week werd opengesteld. Maar diezelfde aannemer is deze week opnieuw in deze straat aan het werken. De voorzitter antwoordt dat het inderdaad om dezelfde aannemer gaat. Maar dat het niet dezelfde opdracht behelst. De aannemer is nu bezig met het herstel van betonvakken. Dit is een opdracht die jaarlijks wordt gegeven. André Van Melkebeek (N-VA) komt nogmaals terug op de opname van de akteneming van de ziekteverloven van het personeel in de notulen van het schepencollege. Hij vraagt de privacy van de betrokkenen te respecteren. De voorzitter wijst er de gemeenteraad op dat ieder raadslid in deze zaken gebonden is aan het beroepsgeheim. De gemeentesecretaris geeft een duiding van de werking van de controle op ziekteverzuim. Arnaud Recko (N-VA) vraagt of de aangekoekte modder in het midden van de Merenstraat verwijderd kan worden. Dit is veiliger voor de gebruikers van deze fietsroute. De voorzitter sluit de vergadering met de mededeling dan na zes minuten match de stand in Zuid-Korea - België op het WK voetbal nog steeds 0 – 0 is. Namens de raad in zitting van 26 juni 2014 De Gemeentesecretaris,
De Voorzitter,
Peter VERLINDEN
Johan VANHULST
- 39 / 39 -