verslag gemeenteraad maandag 16 december 2013
16 december 2013
verslag GR
blz. 1 van 156
Openbare vergadering Vragenronde: geen vragen
16 december 2013
verslag GR
blz. 2 van 156
De voorzitter opent de vergadering omstreeks 20.00 uur. Verontschuldigd afwezig: Jeroen Truyens, Floor Meulepas
16 december 2013
verslag GR
blz. 3 van 156
1. Gemeenteraad - Aanvaarden van het ontslag van een gemeenteraadslid aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Kennisname De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de brief van mevrouw Leen Van den Eeden van 27 november 2013 waarbij zij haar ontslag als gemeenteraadslid indient en dit met onmiddellijke ingang; Juridische grond Gelet op artikel 15 van het gemeentedecreet;
Besluit Enig artikel De gemeenteraad neemt kennis van de inhoud van de brief van mevrouw Leen Van den Eeden en aanvaardt haar ingediend ontslag met onmiddellijke ingang.
16 december 2013
verslag GR
blz. 4 van 156
2. Gemeenteraad - Onderzoek van de geloofsbrieven van opvolgend gemeenteraadslid - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Ten gevolge van het ontslag mevrouw Leen Van den Eeden als gemeenteraadslid is het noodzakelijk over te gaan tot het onderzoek van de geloofsbrieven van opvolgend raadslid dat op de geschikte plaats komt op de lijst nr. 6 van de op 14 oktober 2012 verkozen kandidaten. Gelet op afstand van mandaat van de eerste, tweede en derde opvolger, met name de heer Herman Van Brempt, mevrouw Greet Claessens en de heer Sam Proesmans; Gelet op artikel 16 van het gemeentedecreet, waaruit blijkt dat de eerste opvolger van voormelde lijst, Christina Swaegers, wonende Lange Kroonstraat 69 te 2530 Boechout, die bij de verkiezingen van 14 oktober 2012 87 stemmen behaalde, niet opgehouden heeft de bij de wet voorgeschreven verkiesbaarheidsvoorwaarden te vervullen; Argumentatie Gelet op de geldigverklaring van de gemeentelijke verkiezingen op 27 november 2012 door de deputatie en het onderzoek van de geloofsbrieven van de verkozenen en hun opvolgers; Gelet op artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet waaruit blijkt dat er geen onverenigbaarheden zijn vastgesteld Overwegende dat geen enkel bezwaar tegen de aanstelling is ingediend; Juridische grond Gelet op de bepalingen van het gemeentekiesdecreet;
Besluit Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van het gevoerde onderzoek met betrekking tot de geloofsbrieven van mevrouw Christina Swaegers, opvolgend gemeenteraadslid. Artikel 2 Stelt vast dat de betrokken opvolger nog steeds aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet. Artikel 3 Stelt dat de betrokken opvolger zich niet in een toestand van onverenigbaarheid bevindt.
16 december 2013
verslag GR
blz. 5 van 156
3. Gemeenteraad - Eedaflegging en aanstelling van opvolgend gemeenteraadslid aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
De gemeenteraad in openbare vergadering Gelet op artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet; In het jaar tweeduizend dertien, op 16 december, om 20.10 uur, is voor ons, Jeroen Truyens, voorzitter van de gemeenteraad van de gemeente Boechout, verschenen in openbare gemeenteraadszitting: Christina Swaegers, geboren te Turnhout op 3 juli 1960, aangesteld als opvolgend raadslid ingevolge de algemene gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 en tot titelvoerend raadslid aangesteld ten gevolge van het ontslag van raadslid Leen Van den Eeden als raadslid. Ter uitvoering van artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet heeft voornoemd raadslid in onze handen de volgende eed afgelegd: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”; Waarvan akte door de verschijner met ons getekend.
16 december 2013
verslag GR
blz. 6 van 156
4. Gemeenteraad - Vernieuwde vaststelling van de rangorde van de gemeenteraadsleden aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de eedaflegging en de installatie van mevrouw Christina Swaegers als raadslid in zitting van heden; Juridische grond Gelet op de bepalingen van artikel 50 § 2 van het gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van artikel 8 § 4 tweede lid en deze van artikel 57 § 3 10° van het gemeentedecreet;
Besluit Enig artikel De voorrangslijst van de raadsleden wordt als volgt vastgesteld:
Nr. rang- naam en voornaam lijst geboorteplaats en datum 1 Entbrouxk Frederik Antwerpen 6/06/1949
2 Mariën Albert Boechout 1/09/1936
16 december 2013
datum eerste benoeming raadslid 10/04/1972 schepen 03/01/1977 burgemeester 04/07/1985 raadslid 02/01/1995 schepen 09/01/2001 raadslid 02/01/2007 raadslid 02/01/2013 raadslid 02/05/1983 schepen 02/05/1983 raadslid 02/01/1989 burgemeester 02/01/1995 burgemeester 09/01/2001 burgemeester 02/01/2007 raadslid 04/09/2007 raadslid 02/01/2013 verslag GR
naam- rang stemop Lijst men lijst nr. 740 1 2
154
1
8
blz. 7 van 156
3 Crollet Dirk
schepen 02/01/1995 schepen 02/01/2001 tot 24/07/2007 schepen 02/01/2013
489
1
7
4 T'Sijen Koen Antwerpen 29/05/1970
raadslid 09/01/2001 tot 28/10/2004 raadslid 02/01/2007 schepen 25/01/2007 burgemeester 04/09/2007 burgemeester 02/01/2013
1847
1
9
5 Goyvaerts Rudi Deurne 4/09/1966
raadslid 02/01/2007 schepen 25/01/2007 schepen 02/01/2013
316
3
9
6 Van Den Heuvel Ria Brasschaat 14/11/1956
raadslid 02/01/2007 schepen 25/01/2007 schepen 02/01/2013
232
2
9
7 Truyens Jeroen Deurne 30/10/1980
raadslid 23/07/2007 raadslid 02/01/2013
154
4
7
8 Van Ouytsel Luc Lier 23/03/1958
raadslid 9/01/2001 tot 31/12/2006 raadslid 02/01/2013
222
13
2
9 Sebreghts Kathleen Geel 15/04/1970
raadslid 23/07/2007 schepen 01/08/2007 tot 31/12/2012 raadslid 25/02/2013
142
2
7
10 Vanhees Nancy Antwerpen 21/04/1976
raadslid 3/01/2001 tot 18/04/2002 raadslid 28/01/2013
119
11
9
11 Augustinus Els Mortsel 16/07/1986
raadslid 02/01/2007 tot 23/07/2007 schepen 02/01/2013
261
5
9
12 Snyders Sven Mortsel 14/09/1981
raadslid 02/01/2013
261
3
2
13 Veron Annelies Antwerpen 24/03/1970
raadslid 02/01/2013
230
2
2
16 december 2013
verslag GR
blz. 8 van 156
14 Naenen Christel Lier 3/05/1971
raadslid 02/01/2013
190
5
2
15 Verstappen Philip Lier 7/01/1980
raadslid 02/01/2013
186
6
9
16 Vlemincx Peter Wilrijk 17/10/1968
raadslid 02/01/2013
185
4
2
17 Meulepas Floor Antwerpen 14/07/1991
raadslid 02/01/2013
164
14
9
18 Philibert Erik Antwerpen 2/02/1970
raadslid 02/01/2013
162
6
2
19 Van Hoof Johan Lier 20/07/1985
raadslid 02/01/2013
138
13
9
20 Renders Mik Mortsel 24/04/1975
raadslid 02/01/2013
136
1
6
21 Verrees Sarah Turnhout 17/04/1988
raadslid 28/01/2013
116
9
9
22 Doms Bruno Mortsel 9/12/1961 23 Swaegers Kris Turnhout 03/07/1960
raadslid 28/01/2013
111
7
9
Raadslid 16/12/2013
87
6
12
16 december 2013
verslag GR
blz. 9 van 156
5. Gemeenteraad - Verslag van de gemeenteraadszitting van 25 november 2013 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Gelet op het verslag van de gemeenteraad van 25 november 2013;
Besluit Enig artikel Keurt het verslag van 25 november 2013 goed.
16 december 2013
verslag GR
blz. 10 van 156
Punt 6 : Peter Naveau (ambtenaar noodplanning) geeft toelichting :
16 december 2013
verslag GR
blz. 11 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 12 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 13 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 14 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 15 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 16 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 17 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 18 van 156
6. Openbare werken - Noodplanning - Gemeentelijk Algemeen Nood- en Interventieplan - Kennisname aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Kennisname De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op het schrijven van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, waarin gevraagd wordt hen, voor uiterlijk 20/12/2013, het gemeentelijk ANIP te bezorgen ter goedkeuring; Gelet op de goedkeuring van het gemeentelijke ANIP door de veiligheidscel op 24/10/2013; Gelet op de kennisname van het gemeentelijk ANIP door het college van burgemeester en schepenen op 25/11/2013; Overwegende dat het gemeentelijk ANIP ter kennisgeving dient gebracht te worden op de gemeenteraad; Juridische grond Het Koninklijk Besluit betreffende de nood- en interventieplannen van 16 februari 2006 en de ministeriële omzendbrieven NPU 1 tot en met 5. Financiële gevolgen Geen. De kosten bij een noodsituatie kunnen niet ingeschat worden en zijn afhankelijk van de noodsituatie zelf.
Besluit Enig artikel De gemeenteraad neemt kennis van het gemeentelijke nood- en interventieplan.
16 december 2013
verslag GR
blz. 19 van 156
Burgemeester Koen T’Sijen geeft fasegewijze uitleg bij de belasting- en retributiereglementen.
16 december 2013
verslag GR
blz. 20 van 156
Punt 7: Raadslid Erik Philibert vraagt, gelet op de positieve uitkomst van de autofinancieringsmarge en de goede financiële situatie van de gemeente, om het percentage van de personenbelasting te verlagen. Burgemeester Koen T’Sijen stelt dat de belasting niet verhoogd zal worden deze legislatuur. Hij pleit ervoor de belasting voorlopig voorzichtigheidshalve niet te verlagen, gezien er een aantal risico’s zijn die op ons afkomen, zoals o.a. : - Dossier Jan Frans Willems kleuterschool - Dossier afvalbeleid Stemming omtrent het voorstel tot verlaging van de personenbelasting : 12 tegen – 9 voor Stemming omtrent het voorliggend agendapunt : 14 voor – 7 onthouding
16 december 2013
verslag GR
blz. 21 van 156
7. Financiën - Belasting op de bedrijfsinkomsten van natuurlijke personen - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Stemmen voor: 14 Kathleen Sebreghts, Koen T'Sijen, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Philip Verstappen, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers Stemmen tegen: 0 Stemmen onthouding: 7 Fred Entbrouxk, Luc Van Ouytsel, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Peter Vlemincx, Erik Philibert
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van elke rendabele belasting Overwegende dat de gemeenteraad 1230 opcentiemen op de onroerende voorheffing heeft gestemd Juridische grond Gelet op de Artikel 465 tot 469 van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992 Gelet op de circulaire dd. 29/12/1982 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot 2019 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van dat dienstjaar. Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op 7,3 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde dienstjaar. Het dienstjaar is hetzelfde als het aanslagjaar volgens de terminologie die gebruikt wordt in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het dienstjaar voorafgaande jaar (dienstjaar min 1). Artikel 3 De vaststelling en de inning van de gemeentebelasting zullen door toedoen van de FOD Financiën geschieden, overeenkomstig artikel 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. 16 december 2013
verslag GR
blz. 22 van 156
Artikel 4 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 23 van 156
8. Financiën - Activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden in woongebied en op onbebouwde kavels - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat het nodig is het vrijkomen van bouwgronden op het grondgebied van de gemeente te bevorderen; Juridische grond Artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 houdende wijziging van artikel 371 W.I.B. betreffende de bezwaartermijn; De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake; De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; De Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn; Het hersteldecreet van 23 januari 2009; De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dd. 15 mei 2009, inzonderheid artikel 5.6.2.; Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, inzonderheid artikel 3.2.5. en volgende; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid: artikel 42 §3 dat bepaalt dat de Gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies; artikel 186 en 187 houdende de inwerkingtreding en de bekendmaking aan het publiek van de gemeentelijke reglementen; artikel 253 houdende het administratief toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingen en de retributies; Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincieof gemeentebelasting; De omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones; 16 december 2013
verslag GR
blz. 24 van 156
Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (arrest nr 67/2001) betreffende de bekendmaking van de gemeentereglementen door aanplakking.
Besluit Artikel 1 De gemeente Boechout heft met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, een jaarlijkse rechtstreekse belasting op de onbebouwde bouwgronden in woongebied en op de onbebouwde kavels. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder onbebouwde percelen: de percelen die beantwoorden aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Artikel 2 §1 Het bedrag wordt vastgesteld op 18 EUR per strekkende meter lengte van de kavel palende aan de straat, evenwel met een minimale aanslag van 150 EUR per bouwgrond of kavel. §2 Wanneer een onbebouwde bouwgrond in woongebied of een onbebouwde kavel paalt aan twee of meer straten, zal de grootste gevellengte langs één van die straten als grondslag van de berekening van de activeringsheffing in aanmerking komen. §3 Wanneer het een hoekperceel betreft wordt de grootste van de rechte gevellengten in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek. Onder hoekperceel wordt verstaan het perceel waarvan de hoek gevormd door het snijpunt der rooilijnen minder dan 135° bedraagt. §4 De bedragen vermeld in §1 zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX – index en worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX – indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. Artikel 3 §1 De activeringsheffing bezwaart het eigendom en is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het heffingsjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel. §2 Ingeval van overdracht van eigendom is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari die volgt op de datum waarop de overdracht van rechten onder de partijen heeft plaats gehad. Als datum van overdracht van rechten onder partijen wordt genomen de datum van het verlijden van de akte voor de notaris. §3 Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. §4 Zo er meerdere heffingsplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing. § 5 In geval dat sommige van de mede-eigenaars van de belasting vrijgesteld zijn, wordt de belasting enkel gevorderd van de niet-vrijgestelde mede-eigenaars in verhouding tot hun aandeel in het belaste perceel. Artikel 4 Van de belasting zijn vrijgesteld: 1) De eigenaars van één enkel onbebouwde bouwgrond in woongebied bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, al dan niet bebouwd, gelegen in België of in het buitenland. Deze vrijstelling kan enkel en alleen bekomen worden door het afleveren van een attest van het kantoor der Registratie en Domeinen van hun woongebied waarin wordt bevestigd dat de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar slechts eigenaar is van één enkel onbebouwde bouwgrond bij uitsluiting van enig ander onroerende goed, al dan niet bebouwd, in België of in het buitenland; Deze vrijstelling kan slechts aangevraagd worden gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed of vanaf de inwerkingtreding van deze verordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 16 december 2013
verslag GR
blz. 25 van 156
2) De Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen zoals vermeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. 3) De bouwheren of verkavelaars, in zoverre zij zich in een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente hebben verbonden aan de uitvoering van een sociale en/of stedenbouwkundige last. 4) De goederen van het openbaar domein en de goederen van privaat domein die voor een dienst van openbaar nut worden aangewend; 5) De door de overheid erkende verenigingen; 6) op bouwgronden en kavels die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd n.a.v.: a) hun inrichting als collectieve voorzieningen, inclusief hun aanhorigheden; b) de pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht door alle middelen rechtens mag worden gegeven; c) hun werkelijke en volledige aanwending voor land- en tuinbouw gedurende het hele jaar; d) een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt; e) een vreemde oorzaak die de heffingsplichtige niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de bouwgronden of kavels, of hun ligging, vorm of fysieke toestand; 7) De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwde bouwgrond in woongebied of één onbebouwde kavel per kind ten laste. Deze vrijstelling wordt toegekend op voorwaarde dat het kind : a) op 1 januari van het heffingsjaar de leeftijd van dertig jaar nog niet heeft bereikt én b) het kind nog geen volle drie jaar een onbebouwde bouwgrond in woongebied, een onbebouwde kavel of een woning in volle eigendom heeft, alleen of met de persoon met wie hij gehuwd is of wettelijk of feitelijk samenwoont. Deze vrijstelling geldt maar gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van deze verordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. Artikel 5 §1 Er wordt vrijstelling van activeringsheffing verleend in hoofde van de houders van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning, en dit gedurende één jaar , te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het attest, vermeld in artikel 4.2.16 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (bedoeld wordt het attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat het geheel van de lasten zoals opgenomen in de verkavelingvergunning zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de gemeenteontvanger of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend). §2 Wanneer de verwezenlijking van de verkaveling in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit artikel “mutatis mutandis” op de delen van elke fase van toepassing. Artikel 6 §1 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. §2 De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 maart van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 7 De vestiging en invordering van de activeringsheffing evenals de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit 16 december 2013
verslag GR
blz. 26 van 156
wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 8 Het bedrag van de ingekohierde belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 27 van 156
Punt 9: Raadslid Erik Philibert verwijst opnieuw naar de goede financiële situatie van de gemeente. Bovendien worden in de toekomst enkele grote verkavelingen gerealiseerd (BMT & Mussenhoeve) die extra inkomsten zullen genereren. Daarom stelt hij voor de onroerende voorheffing van 1230 naar 1175 opcentiemen te verlagen. Burgemeester Koen T’Sijen stelt dat in de meerjarenplanning rekening is gehouden met deze te verwachten inkomsten. Nu deze belasting verlagen zou bovendien onmiddellijk impact hebben, wat niet is ingecalculeerd. Hij stelt dat een eventuele verlaging ten vroegste in 2016-17 kan overwogen worden. Bovendien zit Boechout met deze opcentiemen in de middenmoot m.b.t. Vlaanderen en het kanton. Stemming omtrent voorstel tot verlaging opcentiemen van 1230 naar 1175 : 13 tegen – 8 voor Stemming omtrent het voorliggend punt : 14 voor – 7 onthouding
16 december 2013
verslag GR
blz. 28 van 156
9. Financiën - Belasting op de onroerende voorheffing - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Stemmen voor: 14 Kathleen Sebreghts, Koen T'Sijen, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Philip Verstappen, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers Stemmen tegen: 0 Stemmen onthouding: 7 Fred Entbrouxk, Luc Van Ouytsel, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Peter Vlemincx, Erik Philibert
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op gemeentelijke begrotingsnoodwendigheden Juridische grond Gelet op de artikelen 249 tot 259 en artikel 464-1° van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Gelet op artikel 3,5° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten Gelet op het decreet van 9 juni 1998 houdende bepaling tot wijziging van het wetboek van de inkomstenbelasting inzake de onroerende voorheffing Gelet op de circulaire van de gemeenschapsminister van binnenlandse aangelegenheden en openbaar ambt dd. 3 oktober 1990, houdende richtlijnen inzake het vaststellen van de provincie- en gemeente-opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het dienstjaar 1991, naar aanleiding van het voorstel van de Vlaamse Executieve om vanaf bedoeld dienstjaar, de ten bate van het Gewest te heffen opcentiemen op de onroerende voorheffing te verhogen van 1,25% tot 2,5% van het kadastraal inkomen Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Voor de aanslagjaren 2014 tot 2019 worden de gemeenteopcentiemen op de onroerende voorheffing vastgesteld op 1230 opcentiemen. Artikel 2 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 29 van 156
10. Financiën - Belasting op aanplakborden - Aanslagjaren 2014 - 2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente Juridische grond Gelet op de wet van 14/12/1996 Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005 Gelet op het telefonisch onderhoud met de dienst toezicht financiën van de provinciale overheid met verzoek de nodige aanpassingen aan te brengen
Besluit Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting op aanplakborden die ten minste één vierkante meter oppervlakte hebben, vastgesteld. Artikel 2 Onder aanplakborden wordt verstaan: - elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in openlucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel. - elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in openlucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame over immobiliën, vastgoed of onroerende goederen wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel Worden gelijkgesteld met genoemde borden, de muren of gedeelten van muren, omheiningen en elk andere constructie, al dan niet verplaatsbaar, die gehuurd of gebruikt worden om reclame erop aan te brengen. Artikel 3 Wordt als belastingplichtige aangesproken de natuurlijke of rechtspersoon, die de beschikking (vrij gebruik) heeft over het aanplakbord; is deze niet gekend, de eigenaar van de grond waarop het bord geplaatst is of de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht. Artikel 4 Het bedrag van de belasting bedraagt: - 75 EUR per vierkante meter voor vaste en verplaatsbare aanplakborden. 16 december 2013
verslag GR
blz. 30 van 156
- 135 EUR per vierkante meter voor aanplakborden, zoals gedefinieerd in art.2 maar waarop op één of andere manier verlichting is aangebracht of waarop licht is gericht. - 135 EUR per vierkante meter voor rollende aanplakborden De gedeelten van elke vierkante meter worden steeds afgerond naar boven. Voor een bord wordt als belastbare oppervlakte de publicitair nuttige oppervlakte in aanmerking genomen, zijnde de volledige binnenoppervlakte van het bord, zonder de lijst. Voor de muren en afsluitingen beperkt de belastbare oppervlakte zich tot het beschilderde of het beplakte deel ervan, of door de oppervlakte, die bekomen wordt door een rechthoek, waarbij de uiterste punten van een op een andere wijze vastgehechte reclame de raakpunten vormen. Artikel 5 De belasting is verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het belastingsjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst, in gebruik genomen of weggenomen. Artikel 6 De belasting is niet verschuldigd voor: a) de borden, geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd; b) de borden die alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen; c) de borden die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van de wettelijk voorziene verkiezingen; d) de borden, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van sportbeoefening; e) de borden die alleen gebruikt worden voor aankondiging van de eigen firmanaam op de plaats waar de bedrijfsuitbating gevestigd is; f) de borden geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak, op voorwaarde dat die borden niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit aangewend zijn. Artikel 7 De belastingschuldige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden toegestuurd. De belastingschuldige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 december van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 8 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 9 De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling aan het dubbel van het bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 10 De invordering van de belasting geschiedt door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 11 Aan de belastingplichtige wordt een aanslagbiljet kosteloos toegezonden. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 12 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. 16 december 2013
verslag GR
blz. 31 van 156
Artikel 13 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 32 van 156
11. Financiën - Belasting op de afgifte van getuigschriften of andere documenten - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context De invoering van het rijbewijs met bankkaartmodel gaat in vanaf 5 april 2013. De gemeente wenst de extra kosten die het uitreiken van diverse documenten met zich meebrengt te verhalen op de aanvrager. Hierdoor bestaat de noodzaak het bestaande reglement aan te passen. Juridische grond Het gemeentedecreet van 15/07/2005. Het decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De algemene onderrichtingen voor de invoering van het rijbewijs in bankaartmodel. Het schrijven van 27 februari 2013 van de FOD Mobiliteit betreffende de start van het uitreiken van het rijbewijs in bankkaartmodel op 5 april 2013 binnen de gemeente Boechout
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt onder de hierna vermelde voorwaarden een belasting geheven op de afgifte van getuigschriften of andere documenten. De belasting valt ten laste van de aanvragers waaraan deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. Artikel 2 Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald: •
Elektronische identiteitskaart 0,00 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige 5,00 EUR voor een duplicaat indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
•
Elektronische vreemdelingenkaart 0,00 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige 5,00 EUR voor een duplicaat indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
16 december 2013
verslag GR
blz. 33 van 156
•
Elektronische identiteitskaart, elektronische vreemdelingenkaart via spoedprocedure 181,30 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige afgeleverd via spoedprocedure zeer dringende aanvraag met transport via Group 4 186,30 EUR voor een duplicaat afgeleverd via spoedprocedure zeer dringende aanvraag met transport via Group 4 116,90 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige afgeleverd via spoedprocedure dringende aanvraag met transport via Group 4 121,90 EUR voor een duplicaat afgeleverd via spoedprocedure dringende aanvraag met transport via Group 4
•
Kids-ID 0,00 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige 5,00 EUR voor een duplicaat indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
•
Kids-ID via spoedprocedure 174,20 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige afgeleverd via spoedprocedure zeer dringende aanvraag met transport via Group 4 179,20 EUR voor een duplicaat afgeleverd via spoedprocedure zeer dringende aanvraag met transport via Group 4 109,80 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige afgeleverd via spoedprocedure dringende aanvraag met transport via Group 4 114,80 EUR voor een duplicaat afgeleverd via spoedprocedure dringende aanvraag met transport via Group 4
•
Attest voor immatriculatie van vreemdelingen 5,00 EUR voor een eerste exemplaar of tegen teruggave van de vorige 5,00 EUR voor een duplicaat indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
•
Reispassen 10,00 EUR voor een nieuwe reispas 0,00 EUR voor kinderen van minder dan 18 jaar 20,00 EUR voor een nieuwe reispas in spoedprocedure indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
•
trouwboekje of samenlevingscontract 25 EUR
•
Betekening eenzijdige verklaring beëindiging wettelijk samenwonen 140 EUR
•
Rijbewijs in bankkaartmodel 5,00 EUR voor een nieuw rijbewijs 5,00 EUR voor een duplicaat indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
•
Voorlopig rijbewijs in bankkaartmodel 5,00 EUR voor een nieuw voorlopig rijbewijs 5,00 EUR voor een duplicaat indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd.
•
Internationaal rijbewijs 5,00 EUR voor een nieuw internationaal rijbewijs 5,00 EUR voor een duplicaat
16 december 2013
verslag GR
blz. 34 van 156
indien het Rijk een kostprijs aanrekent aan de gemeente, worden voornoemde bedragen hiermee verhoogd. Artikel 3 Deze belasting is een contantbelasting en wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het verkrijgen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van de aanvraag het bedrag van de belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgeleverd worden. Artikel 4 Zijn van de belasting vrijgesteld: a) de stukken die krachtens de wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos dienen afgeleverd te worden door het gemeentebestuur, b)
de stukken die aan behoeftige personen worden afgeleverd, de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk,
c)
de gerechtelijke overheden, openbare besturen en daarmee gelijkgestelde inrichtingen, alsook instellingen van openbaar nut,
d)
de mededelingen door de politie aan de verzekeringsmaatschappijen, van inlichtingen betreffende het gevolg dat gegeven werd ter zake van verkeersongevallen op de openbare weg,
aanvragen voor uittreksel uit de bevolkingsregisters dienstig voor sociale doeleinden of aanvragen naar aanleiding van ingebrekestelling door sociale instellingen. Artikel 5 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Artikel 6 Het vorige raadsbesluit van 21 mei 2013 wordt ingetrokken.
16 december 2013
verslag GR
blz. 35 van 156
12. Financiën - Belasting op bouwen , verbouwen en herbouwen Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context De financiële toestand van de gemeente vergt de heffing van alle rendabele belastingen. Juridische grond Artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 houdende wijziging van artikel 371 W.I.B. betreffende de bezwaartermijn; De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake; De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; De Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn; Het hersteldecreet van 23 januari 2009; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid: artikel 42 §3 dat bepaalt dat de Gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies; artikel 186 en 187 houdende de inwerkingtreding en de bekendmaking aan het publiek van de gemeentelijke reglementen; artikel 253 houdende het administratief toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingen en de retributies; Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincieof gemeentebelasting; De omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones; Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (arrest nr 67/2001) betreffende de bekendmaking van de gemeentereglementen door aanplakking.
16 december 2013
verslag GR
blz. 36 van 156
Besluit Artikel 1 De gemeente Boechout heft met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, een jaarlijkse belasting op het bouwen, her- of verbouwen van gebouwen die zich op haar grondgebied bevinden. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Gebouw: elk in harde materialen opgetrokken bouwwerk rechtstreeks of onrechtstreeks van een dak voorzien alsook het houten gebouw met harde materialen gedekt en zodanig opgericht dat het een bestendig karakter heeft. • Herbouwen: een constructie volledig afbreken, of meer dan 40 % van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen; • Verbouwen: aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden blijven • Woning: elk gebouw of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. Artikel 2 De belasting heeft tot grondslag de inhoud van de gebouwde, herbouwde of verbouwde delen, uitgedrukt in m³. Deze belastbare inhoud wordt voorlopig berekend op grond van de buitenmaten van het bovengronds gebouw, vermeerderd met de kelderruimten. De gemeenschappelijke muren als mede deze bestemd om later gemeenschappelijk te worden, dienen slechts meegerekend te worden voor de helft van hun dikte. Indien een bestaand gebouw wordt uitgebreid, wordt de belasting berekend volgens de kubieke inhoud a rato van het bijgebouwde deel. Artikel 3 Deze belasting wordt berekend aan € 0,60 per m³. Ongeacht de kubieke inhoud van de belastbare delen, zal een minimum belasting ten bedrage van € 50,00 per dossier worden toegepast. Artikel 4 Worden vrijgesteld van deze belasting: De gebouwen die eigendom zijn van een openbaar bestuur; De woningen gebouwd door bemiddeling van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of de door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappij; De gebouwen welke een voorlopig karakter hebben, namelijk deze die binnen een tijdsverloop van ten hoogste één jaar te rekenen van de dag tot toelating van bouwen, worden gesloopt alsook de alleenstaande afdaken; Serres; Constructies waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is. Artikel 5 De belasting wordt gelegd op het eigendom en is solidair verschuldigd door de houder van de stedenbouwkundige vergunning en de eigenaar. Van zodra een gebouw onder dak is, moet de belastingplichtige hiervan schriftelijk aangifte doen aan het gemeentebestuur. Bij gebreke hieraan wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het verkopen van het op te richten of opgerichte gebouw of een deel ervan, ontslaat de vergunninghouder niet van het betalen van de belasting. Artikel 6 De eigendommen gelegen op de grenslijn, worden slechts belast voor het gedeelte dat op het grondgebied van de gemeente Boechout is gelegen. Artikel 7 Wanneer een gebouw onder dak is, gebeurt de invordering van de belasting bij wege van een kohier overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen, betreffende 16 december 2013
verslag GR
blz. 37 van 156
de vestiging, de invordering gemeentebelastingen.
en
de
geschillenprocedure
van
provincie-
en
Artikel 8 Aan de belastingplichtige wordt een aanslagbiljet kosteloos toegezonden. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9 De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of via een duurzame drager worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift, wordt de ontvangstmelding van het bezwaarschrift verzonden naar de belastingplichtige of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Als de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting. Artikel 10 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het wetboek van inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen de inkomsten betreffen.
de de dit op
Artikel 11 De houder van de stedenbouwkundige vergunning of de eigenaar dient overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen over te gaan tot de betaling van een waarborg en tot betaling van de gemaakte expertisekosten. Artikel 12 Vóór de aanvang der werken, waarbij de mogelijkheid bestaat dat het voetpad of enig ander deel van het openbaar domein beschadigd kan worden, en vóór het uitzetten van de bouwlijn zal er een plaatsbeschrijving van het openbaar domein worden opgemaakt door een onafhankelijk expert. Het door hem opgemaakte verslag dient door de betrokken partijen te worden goedgekeurd. De betaling van de waarborg en van de hierboven beschreven expertisekosten dient eveneens vóór de aanvang der werken en vóór het uitzetten van de bouwlijn te gebeuren. Artikel 13 Het bedrag van de waarborg bedraagt 100 € per strekkende meter perceelbreedte, ongeacht het type bebouwing, evenwel met een minimum aanslagvoet van 500 €. Indien het een hoekperceel betreft, dienen beide zijden van het perceel welke grenzen aan het openbaar domein, te worden opgeteld ter berekening van het aantal lopende meter. Het forfaitair bedrag van de expertisekosten bedraagt 112 €. Artikel 14 Aan de verplichting tot het stellen van een waarborg kan voldaan worden door : • deponeren van de waarborg in de gemeentekas, ofwel • onder de vorm van een onvoorwaardelijke en onherroepelijke bankwaarborg waarbij de kredietinstellingen die de bankwaarborg verlenen zich ertoe verbinden deze niet zonder geschreven toestemming van het gemeentebestuur in te trekken of te wijzigen en desgevallend op het eerste verzoek van de financieel beheerder onvoorwaardelijk het bedrag van de bankwaarborg geheel of gedeeltelijk te storten in de gemeentekas. De waarborg die in de gemeentekas gestort wordt, brengt geen intrest op. Artikel 15 De (bank)waarborg wordt vrijgegeven van zodra cumulatief voldaan werd aan volgende voorwaarden: 16 december 2013
verslag GR
blz. 38 van 156
1. van zodra de constructies en/ of aanplantingen als voorwaarde opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning voltooid zijn; 2. door de partijen tegensprekelijk vastgelegd is dat er geen schade aan het openbaar domein werd aangebracht; 3. de rioolaansluiting op een correcte wijze werd uitgevoerd; 4. voor zover hij de gemeentebelasting, eventueel verhoogd met nalatigheidintresten en vervolgingskosten, betaald heeft. Het college van burgemeester en schepenen zal de beslissing tot vrijgeving van de (bank)waarborg nemen binnen de 2 weken na de vaststelling zoals hierboven vermeld. Artikel 16 De kosten voor herstel van het openbaar domein worden afgetrokken van de ontvangen (bank)waarborg, zodat enkel het saldo wordt terugbetaald. Indien de (bank)waarborg niet toereikend is, moet de vergunninghouder of de eigenaar het resterende saldo van de herstellingskosten betalen. Artikel 17 De door het college van burgemeester en schepenen toegekende stedenbouwkundige vergunning wordt slechts afgeleverd op voorlegging van het bewijs dat de waarborg werd gestort in de gemeentekas of dat de bankwaarborg werd verleend. Artikel 18 Deze verordening vervangt alle voorgaande gemeentelijke reglementen met betrekking tot de belasting op het bouwen en verbouwen, evenals die betreffende het vaststellen van bouwwaarborgen. Artikel 19 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 39 van 156
13. Financiën - Belasting op drijfkracht - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Stemmen voor: 16 Kathleen Sebreghts, Koen T'Sijen, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers Stemmen tegen: 0 Stemmen onthouding: 5 Fred Entbrouxk, Luc Van Ouytsel, Sven Snyders, Annelies Veron, Erik Philibert
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering van elke rendabele belasting vergt Juridische grond Gelet op de wet van 24/12/1996 Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt ten bezware van de nijverheids-, handels- en landbouwbedrijven een belasting van 10 EUR per kilowatt geheven op de motoren, ongeacht de krachtbron waarmede zij aangedreven worden, met een vrijstelling tot 50 kilowatt. De belasting is verschuldigd voor de motoren die de belastingplichtige voor zijn exploitatie van zijn inrichting of voor dezer bijgebouwen gebruikt. Dienen als bijgebouw van een inrichting te worden beschouwd, elke instelling, onderneming of werf, om het even van welke aard, die gedurende een onafgebroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. De belasting is niet verschuldigd aan de gemeente, zetel van de inrichting, voor de motoren gebruikt in de hierboven bedoelde bijgebouwen in de verhouding waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar het bijgebouw gelegen is. Wanneer hetzij een inrichting, hetzij een als hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting verschuldigd in de gemeente waar hetzij de inrichting, hetzij het hoofdgebouw gevestigd is. 16 december 2013
verslag GR
blz. 40 van 156
Artikel 2 De belasting wordt gevestigd op de navermelde grondslagen: a) omvat de inrichting slechts één motor dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van een motor verleend werd of akte genomen werd van de installatie. b)
omvat de inrichting verscheidene motoren dan wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot plaatsen van die motoren verleend of akte van de plaatsing genomen wordt, op te tellen en deze som te voorzien van een simultaanfactor, verschillend volgens het aantal motoren.
Deze factor, gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met 30 motoren met 1/100e van de eenheid per bijkomende motor verminderd, en blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer. Artikel 3 Zijn vrij van deze belasting: 1) de motoren die gans het jaar stilliggen, het stilliggen voor een duur gelijk aan of langer dan een maand, geeft aanleiding tot belastingsvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motoren stilgelegd werden. Voor de berekening van de vermindering wordt geen rekening gehouden met de simultaanfactor die op de inrichting van toepassing is. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de VDAB een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt eveneens gelijkgesteld de inactiviteit gedurende een periode van vier weken, gevolgd door een activiteitsperiode van één week, als het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken. 2)
Geen belastingsvermindering kan toegestaan worden tenzij op ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten waarbij de datum van het terug in gang stellen voor de motor bekend gemaakt wordt aan het gemeentebestuur. Voor de berekening van de belastingsvermindering gaat de stillegging eerst in na ontvangst van het eerste bericht
3)
de voertuigen waarop de rijksverkeersbelasting toepasselijk is, alsmede deze die speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld
4)
de motor die een elektrische generator aandrijft voor het gedeelte van het vermogen dat gebruikt wordt voor het aandrijven van de generator
5)
de persluchtmotor
6)
de motoren die gebruikt worden voor waterbemaling en deze gebruikt voor ventilatie en verlichtingstoestellen
7)
de motoren van draagbare toestellen
8)
de reservemotor d.w.z. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de goede gang van zaken en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn inwerkingtreding niet voor gevolg heeft dat de productie verhoogd wordt
9)
de wisselmotor d.w.z. deze die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als voor een andere die hij tijdelijk moet vervangen; de reserve- en de wisselmotoren kunnen aangewend worden om tegelijkertijd te werken als deze die normaal gebruikt worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren
10) de motoren die in de gasstations gebruikt worden om de compressoren aan te drijven die instaan voor het drukregime in de vervoerleidingen 11) de motoren van rijtuigen die onder de verkeersbelasting op de autovoertuigen vallen of die speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld o.m. de eigenlijke tractoren en de voertuigen-werkmachines die speciaal ontworpen zijn voor de landbouw, waaronder tevens begrepen de motocultor Artikel 4 Levert een onlangs geplaatste motor niet dadelijk het normaal rendement op omdat de ermede aan te drijven installaties onvolledig zijn dan wordt de niet gebruikte kracht 16 december 2013
verslag GR
blz. 41 van 156
aangezien als reservekracht, in zover zij 20 % van de in het vergunningsbesluit opgegeven kracht overtreft. Deze kracht wordt voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van toepassing is. In dit geval is de aangegeven kracht slechts geldig voor 3 maanden en moet de aangifte om het kwartaal vernieuwd worden zolang de uitzonderingstoestand duurt. Onder onlangs geplaatste motoren wordt verstaan de motoren waarvan de ingebruikstelling dateert van het voorgaande of van het voorlaatste jaar. Artikel 5 De motoren die van de belasting zijn vrijgesteld alsmede deze die stilliggen worden niet in aanmerking genomen voor het bepalen van de simultaanfactor. Artikel 6 Wanneer de motoren door oorzaak van een ongeval niet meer in staat zijn om meer dan 80% van de geleverde kracht te verbruiken, wordt de belasting berekend op de verbruikte kracht op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit minstens drie maanden duurt en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden gebruikt wordt. De gedeeltelijke buitengebruikstelling moet binnen 8 dagen bericht worden aan het gemeentebestuur bij aangetekend schrijven of schriftelijk tegen ontvangstbewijs. Artikel 6bis Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximum-kwartuurvermogen waarvan de opnemingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan bijaldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in artikel 1 tot 6, gedurende een periode van ten minste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende dienstjaren op verzoek van de exploitant vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen bepaald in functie van de variante van het ene tot het andere jaar van het rekenkundig gemiddelde der 12 maximum-kwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen dat voor het jongste belastingsjaar op grond van het bepaalde in Artikel 1 tot 6 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der 12 maandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar, deze verhouding wordt verhoudingsfactor genoemd. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der 12 kwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximum-kwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het refertejaar, d.w.z. van het jaar dat werd in aanmerking genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil meer dan 20 % dan telt het bestuur de belastbare elementen ten einde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. Om van het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten moet de exploitant vóór 31 januari van het belastingsjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximum-kwartuurvermogen die in zijn installaties werden opgenomen tijdens het jaar voorafgaande aan dat met ingang waarvan hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt. Hij moet er zich verder toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximum-kwartuurvermogen van het belastingsjaar te voegen en het bestuur toe te laten te allen tijde in zijn installatie gedane metingen van maximum-kwartuurvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie, te controleren. De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag verkiest, verbindt zich door deze keuze voor een termijn van 5 jaar. Behoudens verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken van het optietijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuwe termijn van 5 jaar. Artikel 7 De telling van de belastbare elementen wordt gedaan door de beambten van het gemeentebestuur. Deze ontvangen van de belastingplichtigen een geschreven aangifte waarvan het model door het gemeentebestuur voorgeschreven wordt. De belastingplichtige is ertoe gehouden eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren in de loop van het jaar aan het gemeentebestuur bekend te maken, behoudens wanneer hij op geldige wijze de regeling bedoeld bij Artikel 6-bis heeft gekozen. Artikel 8 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken 16 december 2013
verslag GR
blz. 42 van 156
van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 9 De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling aan het dubbel van het bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 10 Voor de inrichtingen die in werking zijn op 1 januari van het belastingsjaar wordt een voorlopig kohier opgemaakt volgens gegevens die tot grondslag hebben gediend voor de aanslag van vorig jaar. Deze toestand wordt eventueel herzien door middel van een definitief kohier op het einde van het jaar op grond van volledige gegevens betreffende het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft. Artikel 11 De invordering van de belasting geschiedt door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 12 Aan de belastingplichtige wordt een aanslagbiljet kosteloos toegezonden. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 13 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 14 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 43 van 156
14. Financiën - Belasting op ontgravingen - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de brief van de heer Provinciegouverneur van 29/01/1952, waaruit blijkt dat een vergoeding voor ontgravingen slechts in de vorm van een belasting kan worden geëist Overwegende dat met ingang van heden de ontgravingen niet meer door de gemeentediensten kunnen worden uitgevoerd maar door een gespecialiseerde firma Gelet dat deze firma een hogere kostprijs aanrekent en dat de gemeente deze kosten aan de hand van een belasting dient te recupereren Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005 Gelet op de wet van 24/12/1996
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013 heft het gemeentebestuur een belasting op ontgravingen. Artikel 2 De belasting voor een ontgraving van een kist/urn bedraagt 1250,00 euro. De belasting voor de overplaatsing van een urn bedraagt 400,00 euro. Zij wordt gevorderd van diegene die om de ontgraving verzoekt. Artikel 3 Deze belasting is niet toepasselijk op : - ontgravingen op bevel van de gerechtelijke overheid. - ontgravingen van stoffelijke resten of de verplaatsing van de urnen met de as, uitgevoerd op initiatief van de gemeente in het kader van de overbrenging van de stoffelijke resten van een concessie, die wordt beëindigd bij het sluiten van een begraafplaats, naar een concessie op de nieuwe begraafplaats. - ontgravingen van militairen en burgers die overleden in dienst van het vaderland. Artikel 4 Deze belasting is een contantbelasting. De belastingplichtige doet aangifte bij het college van burgemeester en schepenen en betaalt het verschuldigde bedrag. Bij gebrek aan contante betaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur nadien beschikt, zal in afwijking hiervan van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. 16 december 2013
verslag GR
blz. 44 van 156
Artikel 5 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 45 van 156
15. Financiën - Belasting op het openen van vergunningsplichtige inrichtingen - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Stemmen voor: 14 Kathleen Sebreghts, Koen T'Sijen, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Philip Verstappen, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers Stemmen tegen: 0 Stemmen onthouding: 7 Fred Entbrouxk, Luc Van Ouytsel, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Peter Vlemincx, Erik Philibert
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de gemeenteraadsbeslissingen van 21/03/1989 en 30/06/1992 houdende de heffing van een belasting op het openen van vergunningsplichtige inrichtingen gedurende de dienstjaren 1989 tot en met 1994; Gelet op de wenselijkheid de thans geldende tarieven aan te passen en in overeenstemming te brengen met de werkelijke onkosten voor het gemeentebestuur; Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005; Gelet op de wet van 24/12/1996.
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting geheven op het in bedrijf stellen, uitbreiden of toevoegen van vergunningsplichtige inrichtingen. Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op: - 1 235 EUR voor de inrichtingen van 1e klas - 300 EUR voor de inrichtingen van 2e klas Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de vergunninghouder. Er wordt vrijstelling van belasting verleend voor de vergunningsplichtige inrichtingen welke worden in bedrijf gesteld, uitgebreid of toegevoegd door de Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincie, de gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk 16 december 2013
verslag GR
blz. 46 van 156
welzijn, de kerkfabrieken, de openbare instellingen en de erkende instellingen van openbaar nut. Artikel 4 Voor de inrichtingen die slechts gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente gelegen zijn wordt de belasting vastgesteld naar verhouding tussen de oppervlakte van het gedeelte van de inrichting op gemeentegebied tot de gehele oppervlakte van de inrichting. Artikel 5 Zodra de belastingplichtige een milieuvergunning heeft bekomen moet hij er aangifte van doen bij het gemeentebestuur. Artikel 6 De belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie zodra het belastbaar feit waarvan sprake in Artikel 1 zich voordoet. Bij gebrek aan contantbetaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingsschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur nadien beschikt, zal in afwijking hiervan worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. In geval van inkohiering is de belasting onmiddellijk eisbaar. Artikel 7 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 8 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 9 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 47 van 156
Punt 16 : Raadslid Erik Philibert vraagt om de belasting die weinig opbrengst genereert af te schaffen. Burgemeester Koen T’Sijen stelt dat deze belasting vooral als beleidsmatig instrument dient.
16 december 2013
verslag GR
blz. 48 van 156
16. Financiën - Belasting op de opslagplaatsen van schroot en voertuigen zonder gebruik - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Stemmen voor: 18 Kathleen Sebreghts, Koen T'Sijen, Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Philip Verstappen, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers Stemmen tegen: 0 Stemmen onthouding: 3 Christel Naenen, Peter Vlemincx, Erik Philibert
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële toestand van de gemeente Overwegende dat het dus verantwoord is een gemeentebelasting te heffen op alle opslagplaatsen voor versleten voertuigen en/of schroot, die de landschappen ontsieren Juridische grond Gelet op de wet van 24/12/1996 Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op elke opslagplaats voor versleten en definitief buiten gebruik gestelde voertuigen en/of schroot, aangelegd op het grondgebied van de gemeente Boechout en gelegen in open lucht, zichtbaar van op de begane grond vanaf welk punt ook van één of meer openbare wegen. De jaarlijkse belasting is ondeelbaar verschuldigd voor gans het jaar wat ook de datum is waarop de exploitatie aanvangt of eindigt. Artikel 2 Door opslagplaats wordt bedoeld elke niet overdekte verzamelplaats voor versleten voertuigen en/of schroot, ongeacht de hoeveelheid hiervan. Onder versleten voertuigen wordt verstaan, hetzij voertuigen die niet meer kunnen gebruikt worden, maar waarvan het koetswerk nog bestaat, hetzij gebruikte voertuigen die nog bruikbaar kunnen gemaakt worden of die nog dienstig kunnen zijn als onderdelen van andere voertuigen. 16 december 2013
verslag GR
blz. 49 van 156
Artikel 3 Belastingplichtige is: a) op de eerste plaats de uitbater van elke opslagplaats, zelfs indien hij geen eigenaar is van de grond die als opslagplaats gebruikt wordt b) op de tweede plaats de eigenaar van de grond die als opslagplaats gebruikt wordt, indien de uitbater niet gekend is, onvindbaar of onvermogend is. De belastingplichtigheid is enkel solidair ten aanzien van de eigenaar vermeld onder sub. B. Artikel 4 Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 0,50 EUR per m², in functie van de totale oppervlakte van het terrein waarop de opslagplaats, met inbegrip van ondermeer haar bijgebouwen en verwerkingsatelier, met een minimum van 150 EUR. Gaat de oppervlakte uit boven 2 500 m², dan bedraagt de jaarlijkse belasting 0,25 EUR per m², met een minimum van 1.300 EUR. Indien een belastingplichtige verschillende opslagplaatsen heeft, is hij deze belasting verschuldigd per opslagplaats afzonderlijk en niet overeenkomstig de gezamenlijke oppervlakte van de verschillende opslagplaatsen samen. Artikel 5 Is vrij van deze belasting: a) elke opslagplaats die volledig onzichtbaar is van op de begane grond van de openbare wegen om reden van haar ligging of wegens het feit dat zij omringd is door muren, hagen of andere afschermingsmiddelen, toegelaten krachtens de wettelijke en reglementaire bepalingen, waarvan de hoogte toereikend is om de opslagplaats volledig onzichtbaar te maken; b) elke opslagplaats gelegen binnen het gebied van spoorweginstallaties voor rekening van genoemde instellingen; c) stapelplaatsen voor materialen die het onderwerp zijn van een continu bedrijvigheid voor verwerking of verzending. Artikel 6 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 december van het belastingjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen Artikel 7 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 8 De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling aan het dubbel van het bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 9 De invordering van de belasting geschiedt door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 10 Aan de belastingplichtige wordt een aanslagbiljet kosteloos toegezonden. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 11 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. 16 december 2013
verslag GR
blz. 50 van 156
Artikel 12 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 51 van 156
17. Financiën - Belasting op reclamevoertuigen - Aanslagjaren 2014 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat het gepast voorkomt ten voordele van de gemeente een belasting te heffen op het gebruiken van de openbare weg om reclame te maken door middel van geluidsversterking Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een recht geheven op het gebruiken van de openbare weg voor reclamedoeleinden door middel van luidsprekers e.a. toestellen. Worden niet aanzien als reclametoestellen, de voertuigen met aankondigingen, plakbrieven en reclame die alleen betrekking hebben op de handel of de nijverheid van de voerder. Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op 100 EUR per dag en per gebruikt voertuig of apparaat. Artikel 3 De belastingplichtige moet voorafgaandelijk aangifte doen bij het gemeentebestuur en er een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs, dat op elk verzoek aan de met toezicht belaste ambtenaren of agenten moet worden getoond. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt en t.o.v. de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd indien geen tegenbericht van de belastingplichtige bij het gemeentebestuur toekomt uiterlijk de dag vóór deze waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken. Bij gebrek aan contant-betaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur nadien beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. Artikel 4 Zijn van de betaling van deze belasting vrijgesteld : a) de publiciteit uitgaande of bevolen door het Rijk, het Gewest, de Provincie, de Gemeente of openbare instellingen,
16 december 2013
verslag GR
blz. 52 van 156
b)
de publiciteit gemaakt door instellingen van openbaar nut of door liefdadige instellingen met het oog op een werking die georganiseerd wordt zonder winstoogmerk en waarvan de opbrengst aangewend wordt voor een liefdadig doel. Artikel 5 Onverminderd de verplichtingen opgelegd door wetten en politiereglementen, is ieder persoon die reclame wenst te maken op de openbare weg door middel van luidsprekers, aankondigingsvoertuigen enz. verplicht vooraf hiervoor toestemming te vragen aan het college van burgemeester en schepenen en bovendien een contantbelasting te betalen aan de gemeenteontvanger die een kwijting voor het betaalde bedrag aflevert. Deze kwijting zal hij op elk verzoek van de politie moeten tonen. Artikel 6 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 7 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 53 van 156
18. Financiën - Belasting op de verwerving van de zate van de openbare wegen - Aanslagjaar 2014 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Stemmen voor: 19 Kathleen Sebreghts, Koen T'Sijen, Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Philip Verstappen, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers Stemmen tegen: 0 Stemmen onthouding: 2 Christel Naenen, Peter Vlemincx
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Verwijzend naar het bestaande belastingreglement; Gelet op de omzendbrieven van de heer Minister van Binnenlandse Zaken dd. 13/09/1961, 23/03/1971, 23/09/1976 en 08/04/1977, waarbij de aandacht wordt gevestigd op de nieuwe rechtspraak en de toepassingsmogelijkheden van de gemeentelijke verhaalbelasting op wegen- en grondbeleidswerken; Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente en op de elementaire beginselen van de rechtmatige verdeling van de baten en de lasten; Juridische grond Het gemeentedecreet van 15/07/2005; Het decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Het decreet van 28/05/2010 houdende diverse wijzigingen van voormeld decreet van 30/05/2008;
Besluit Artikel 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2014 ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de bebouwde en onbebouwde eigendommen, gelegen langs openbare wegen of gedeelten ervan om de door de gemeente gedane uitgaven te dekken voor het verwerven van de zate van openbare wegen. Het college van burgemeester en schepenen zal de afrekening van de verhaalbare uitgaven opmaken. Onderhavige belasting zal voor om het even welk aanpalend eigendom vastgesteld worden in functie van het aandeel betreffende dit eigendom in het bedrag van de verhaalbare 16 december 2013
verslag GR
blz. 54 van 156
uitgaven, bedoeld in de vorige paragraaf. Dit aandeel zal berekend worden volgens de formule : A=
U xM L + L’
A = het bedrag van het aandeel, U = totaal bedrag van de verhaalbare uitgaven,
L = totale lengte in meter van de perceelsbreedten van de eigendommen aan de rooilijn, L’ = totale lengte in meter van alle dwarsstraten van de straat waarop de belasting slaat, M = aantal aanrekenbare meter perceelsbreedte van het eigendom.
Artikel 2 § 1. Worden onderworpen aan deze belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen die gelegen zijn langs openbare wegen of gedeelten van openbare wegen die moeten worden aangelegd, verbreed, rechtgetrokken of verlengd. § 2.a. Deze belasting is niet van toepassing op de eigenaars die zonder vergoeding de vereiste oppervlakte grond afstaan, d.w.z. een oppervlakte die gelijk is aan het product van de breedte van het betrokken perceel op de rooilijn en de helft van de totale rooilijnbreedte aldaar, voor het aanleggen, verlengen, verbreden of rechttrekken van de openbare weg die hun normaal zou aangerekend worden uit hoofde van deze reglementering. Deze helft moet in geen geval meer bedragen dan 12m² per lopende meter gevellengte langs de straat. Deze eigenaars blijven evenwel hun recht op vergoeding behouden voor de gebouwen die waren opgericht op de afgestane of ingelijfde gronden. Ingeval een eigenaar meer grondafstand moet gedogen, kan hij een vergoeding eisen voor het verschil: uitgekeerd, of zo een minnelijke schikking mogelijk is door de boordeigenaars die minder grondoppervlakte hebben afgestaan dan nodig om aan de belastingschuld te voldoen; dit alles als compensatieregeling. b. Deze belasting is eveneens niet van toepassing voor de aangelande eigenaars wier eigendom niet reikt tot het midden van de wegzate op voorwaarde dat zij: 1. Gratis grondafstand doen aan de gemeente van hun eigendom binnen de rooilijn. 2. De gemeente vrijwillig vergoeden voor de nog resterende grondstrook tussen hun eigendom en de as van de wegzate. Deze vergoeding zal worden bepaald door het schattingsverslag en bedraagt dezelfde als degene die de overliggende eigenaars van de gemeente ontvangen voor hun grondstrook gelegen over de as van de weg zoals voorzien onder punt a. c. Worden eveneens vrijgesteld van deze belasting de aanpalende eigenaars die geen eigendom hebben binnen de rooilijn op voorwaarde dat zij de gemeente vrijwillig vergoeden voor de grondstrook tussen hun eigendom en het midden van de wegzate zoals voorzien onder punt §2 b-2 van dit artikel. § 3. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100% van de som van de verhaalbare uitgaven, benevens de intresten. De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar. Artikel 3 De terugvorderbare uitgaven zijn : -
De kosten van het opstellen van de plans.
-
De prijs der verwerving hetzij door onteigening, hetzij door afstand in de minne van de terreinen welke in de zate van de weg worden opgenomen; indien het terrein sedert meer dan vijf jaar aangekocht werd op het ogenblik dat de aankoopverrichtingen een einde nemen, wordt er rekening gehouden, niet met de aankoopprijs doch met de huidige verkoopwaarde.
-
De waarde van de terreinen welke door de gemeente werden afgestaan, of er ruiling geweest is of niet.
-
De kosten der noodzakelijke akten, certificaten en getuigschriften.
-
De gerechtskosten die gepaard gaan met de onteigeningen.
16 december 2013
verslag GR
blz. 55 van 156
Van het bedrag der terugvorderbare uitgaven wordt afgetrokken, de waarde volgens schatting, van de gebeurlijke overschotten van de vroegere weg. Het bedrag der verhaalbare uitgaven wordt berekend op een maximum wegbreedte van 24m. Artikel 4 De terugvorderbare uitgave die ieder eigendom treft, is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van het eigendom aan de straatzijde, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 5. De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel der verhaalbare uitgaven, benevens de schattingswaarde van de terreinen welke kosteloos worden afgestaan, te delen door de totale lengte der eigendommen aan de straatzijde. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde. Artikel 5 Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen een der zones welke zich langs weerszijden van de weg uitstrekken, over een diepte van 8 meter, dan wordt de belasting welke berekend wordt overeenkomstig artikel 4, verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook. Wanneer er een strook non aedifcandi bestaat, wordt er geen rekening gehouden met de diepte dezer stroken voor de berekening van de diepte van 8 meter zoals bepaald in alinea 1. Artikel 6 In de mate dat de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens grondverwerving, achtereenvolgens uitgevoerd aan twee verschillende wegen. Wanneer werken gelijktijdig aan twee verschillende wegen worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling voor de belasting welke verschuldigd is voor de werken aan de weg waar de belasting het laagst is. Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen. Artikel 7 Het eigendom of gedeelte van een eigendom op de hoek van twee openbare wegen of van twee gedeelten van de openbare weg en dat langs elk van deze wegen of gedeelten van de weg aan de straatzijde gelegen is, wordt vrijgesteld : a) indien de aankoopverrichtingen achtereenvolgens in de twee wegen uitgevoerd werden voor de verwezenlijking van twee verschillende ontwerpen: voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de verrichtingen in laatste instantie uitgevoerd werden. b) indien de aankoopverrichtingen gelijktijdig in twee wegen uitgevoerd werden: voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de belasting op basis van de gevellengte van het eigendom het laagst is. Deze bepaling is slechts van toepassing wanneer de assen van de wegen of gedeelten van openbare wegen tegenover het betrokken eigendom een hoek vormen van ten hoogste 120°. Bovendien worden de door onderhavig artikel toegestane vrijstellingen slechts berekend op een maximale gevellengte van het eigendom van 30 meter langs elke weg of gedeelte van een weg. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde. De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom brengt geen verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstelling. Artikel 8 De jaarlijkse te betalen belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling van de terugvorderbare uitgave, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen. De toe te passen rentevoet is die welke op het ogenblik dat de verrichtingen ten einde zijn, toepasselijk is op de voor 20 jaar toegestane leningen voor de financiering van werken van dezelfde aard als die welke aanleiding geven tot de belasting. Artikel 9 De belastingplichtige kan, te allen tijde, het eigendom ontlasten van het bedrag der terugvorderbare uitgave, die erop betrekking heeft door aan de gemeente het bedrag der 16 december 2013
verslag GR
blz. 56 van 156
nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten. De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft. Artikel 10 De belasting wordt ingevorderd door middel van kohieren die vastgesteld en uitvoerbaar worden verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 11 De belasting slaat op het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar. Ingeval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar hoofdelijk mede de betaling van de belasting verschuldigd is. Wanneer het eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen, waarop de verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in verhouding van hun respectief aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten. Ingeval van overgang van onroerende zakelijke rechten, wordt de nieuwe eigenaar belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum der akte die hem het recht toekent. Artikel 12 Worden op het kohier gebracht, de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 11, ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari volgend op de voltooiing van de grondverwervingen en op 1 januari van ieder volgend belastingdienstjaar. Artikel 13 De eerste jaarlijkse schijf is verschuldigd op de 1ste januari, volgend op de voltooiing van de grondverwervingen, vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en schepenen. Elke jaarlijkse schijf is eisbaar vanaf ontvangst door de ontvanger van de uitvoerbare rol en betaalbaar binnen de 2 maanden vanaf het waarschuwingsuittreksel uit het kohier. Artikel 14 De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen : 1.
Wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten.
2.
Voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of mogelijk is te bouwen; terzake worden de aaneenpalende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren, als één geheel beschouwd. Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 20 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend en dit voor de overblijvende jaren van de periode waarop de belasting overeenkomstig artikel 2 par.3 verschuldigd is. Indien, bij het verstrijken der 20 jaren deze toestand nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief vrijgesteld. Artikel 15 Het huidig reglement is toepasselijk op de bewerkingen waarvan de voltooiing gelegen is tijdens het jaar 2013. Het wordt van kracht na bekendmaking overeenkomstig de wet. Artikel 16 Ingeval van opheffing of niet-hernieuwing van onderhavige verordening of indien de belastingvoeten zouden verlaagd worden, verbindt de gemeente zich ertoe aan de belastingplichtigen, die de belasting in kapitaal gekweten hebben, de bedragen terug te betalen die tengevolge de afschaffing van de belasting of de vermindering van de belastingvoeten als ten onrechte betaald moeten beschouwd worden. In dit laatste geval zal de terugbetaling in verhouding zijn tot de vermindering van de belastingvoeten, waarvan de belastingplichtigen die jaarlijks ingekohierd worden zullen genieten. Artikel 17 De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde reglementen op de verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden Artikel 18 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 57 van 156
19. Financiën - Belasting op nachtwinkels - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Op het grondgebied van de gemeente bevinden zich nachtwinkels. De activiteiten van genoemde zaken verschillen fundamenteel van deze van de gewone kleinhandel: de openingsuren situeren zich grotendeels tijdens de nachtrust van de meeste omwonenden. Anderzijds wordt ook een enigszins ander publiek aangetrokken. Een dergelijke situatie kan leiden en heeft al geleid tot grotere inspanningen vanwege de gemeente, o.a. wat betreft de inzet van de lokale politie voor handhaving van de openbare rust en de verkeersveiligheid en van de gemeentediensten die instaan voor de openbare reinheid. Het is dan ook billijk dat de betrokken handelszaken als tegenprestatie een bijzondere financiële inspanning doen, maar dat zij anderzijds van de algemene heffing voor bedrijven worden vrijgesteld. Om het nodige effect te ressorteren, is het raadzaam het tarief voldoende hoog te nemen. In kader hiervan meent de Minister dat deze belastingen aanvaardbaar zijn voor zover het tarief niet meer bedraagt dan 6.000,00 euro voor de openingstaks en 500,00 euro voor de jaarlijkse belasting; De financiële toestand van de gemeente vergt de heffing van alle rendabele belastingen. Juridische grond Artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 houdende wijziging van artikel 371 W.I.B. betreffende de bezwaartermijn; De wet van 6 juli 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening en in het bijzonder artikel 18 waarin de mogelijkheid wordt ingevoerd om ieder ontwerp van nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie te onderwerpen aan een voorafgaande vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen; De wet van 29 januari 1999 tot wijziging van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening; De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake; De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; De Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn; Het hersteldecreet van 23 januari 2009; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; 16 december 2013
verslag GR
blz. 58 van 156
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid: artikel 42 §3 dat bepaalt dat de Gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies; artikel 186 en 187 houdende de inwerkingtreding en de bekendmaking aan het publiek van de gemeentelijke reglementen; artikel 253 houdende het administratief toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingen en de retributies; Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincieof gemeentebelasting; De omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones; Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (arrest nr 67/2001) betreffende de bekendmaking van de gemeentereglementen door aanplakking.
Besluit Artikel 1 De gemeente Boechout heft met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019, een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting op nachtwinkels gelegen op het grondgebied Boechout. Voor de toepassing van het reglement, moet er onder nachtwinkels verstaan worden, elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 18.00 uur en 7.00 uur open is, zoals bedoeld in artikel 4bis van de wet van 29 januari 1999, tot wijziging van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn. Artikel 2 Nachtwinkels gelegen op het grondgebied Boechout die hun activiteit startten vóór goedkeuring van dit reglement zijn vrijgesteld van de openingsbelasting. Artikel 3 De openingsbelasting is een éénmalige belasting vastgesteld op 6.000 euro en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 500,00 euro per nachtwinkel. De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of de stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar is. De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement. Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook. Artikel 4 De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel. Artikel 5 De eigenaar van de handelszaak en de uitbater ervan zijn ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte hiervan te doen bij het gemeentebestuur. Ze zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op eerste verzoek van het gemeentebestuur. Ze worden eraan gehouden de eventuele controle van hun verklaring mogelijk te maken. Teneinde de belasting te heffen, stuurt het gemeentebestuur naar alle nachtwinkels in uitbating een aangifteformulier dat binnen de door het gemeentebestuur vastgestelde periode behoorlijk dient ingevuld, ondertekend en teruggestuurd te worden.
16 december 2013
verslag GR
blz. 59 van 156
Indien, om welke reden ook, de belastingplichtigen geen aangifteformulier ontvangen hebben, zijn deze jaarlijks ertoe gehouden vóór 1 maart van het belastingjaar op eigen initiatief het gemeentebestuur te informeren. Artikel 6 Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur. Artikel 7 De belasting wordt ingevorderd door middel van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Bij gebreke van aangifte of bij onvolledigheid hiervan wordt van ambtswege een belasting geheven op basis van de elementen waarover het gemeentebestuur beschikt. Artikel 8 De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na het verzenden van het aanslagbiljet. Dit aanslagbiljet wordt kosteloos door de financieel beheerder aan de belastingplichtige gestuurd. Artikel 9 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24 december 1996 zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit ter zake. Artikel 10 De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend, binnen de zes maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet. Het bezwaar wordt gedateerd en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: • de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; • het voorwerp van het bezwaarschrift en een motivering (een opgave van de feiten en middelen). Artikel 11 Verwijl- en moratoriuminteresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 12 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 60 van 156
20. Financiën - Belasting op masten en pylonen - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Masten en pylonen bederven de vrije open ruimte en worden ervaren als landschapsverstorend en brengen derhalve hinder mee voor de plaatselijke gemeenschap Het is billijk om, met het oog op de financiering van de algemene dienstverlening een specifieke bijdrageplicht ten laste van de eigenaars van masten en pylonen in te stellen Er wordt geen belasting geheven ten aanzien van masten en pylonen die geplaatst worden op het grondgebied Boechout-Vremde met het oog op het voortbrengen van energie op alternatieve wijze (windmolens en andere vormen van groene stroom). Juridische grond Artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 houdende wijziging van artikel 371 W.I.B. betreffende de bezwaartermijn; De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake; De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; De Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn; Het hersteldecreet van 23 januari 2009; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid: artikel 42 §3 dat bepaalt dat de Gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies; artikel 186 en 187 houdende de inwerkingtreding en de bekendmaking aan het publiek van de gemeentelijke reglementen; artikel 253 houdende het administratief toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingen en de retributies; Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincieof gemeentebelasting; 16 december 2013
verslag GR
blz. 61 van 156
De omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones; Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (arrest nr 67/2001) betreffende de bekendmaking van de gemeentereglementen door aanplakking; Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (nr. 189/2011) van 15 december 2011 waardoor de gemeente niet verboden wordt de economische activiteit van de telecomoperatoren die op het grondgebied van de gemeente verwezenlijkt wordt door de aanwezigheid van gsmpylonen, -masten of –antennes die voor die activiteit worden aangewend, te belasten om budgettaire redenen of andere redenen.
Besluit Artikel 1 De gemeente Boechout heft met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019, een jaarlijkse belasting van 2500 € per mast of pyloon die zich op haar grondgebied bevindt in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Mast: een verticale structuur, ongeacht de hoogte, die geplaatst wordt op een dak of een andere bestaande constructie, met een gezamelijke hoogte van minimaal 20 meter Pyloon: een individuele verticale constructie die opgericht wordt op niveau van het maaiveld met een hoogte van minimaal 20 meter Artikel 2 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de masten en pylonen. De eigenaar van de constructie en/of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 3 Deze belasting is jaarlijks betaalbaar op basis van een vordering van ons bestuur. De belastingplichtige ontvangt van de gemeente een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 oktober van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen. Artikel 4 Worden vrijgesteld van deze belasting: Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom Masten en pylonen geplaatst voor diensten van openbare besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen Artikel 5 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 3 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgens op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve belastingaanslag zal worden verhoogd met 20%, 50%, 100% of 200% al naargelang het een eerste, tweede derde of vierde en volgende overtreding betreft.
16 december 2013
verslag GR
blz. 62 van 156
Artikel 6 De belasting en de verhoging wordt ingekohierd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. De bevoegde overheid of een personeelslid dat door de bevoegde overheid speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting. Artikel 8 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 63 van 156
21. Financiën - Belasting op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de begrotingsnoodwendigheden van de gemeente Overwegende dat het passend is dat het gemeentebestuur een regeling treft in verband met sluikstorten ter vrijwaring van het leefmilieu Dat de inwoners van de gemeente genieten van een huisvuilophaling Dat de gemeente niettemin regelmatig met sluikstorten geconfronteerd worden Dat het opsporen van de identiteit van de clandestiene afvalstorter supplementaire inspanning vormt Dat het een maatregel is van goed bestuur, een vergoeding te vorderen voor de door de gemeente geleverde dienst Juridische grond Gelet op de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 heft het gemeentebestuur een belasting op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente, ten laste van de in artikel 2 vermelde personen. Artikel 2 Deze belasting is verschuldigd door diegene die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en andere wettelijke bepalingen. Artikel 3 Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt het bedrag van deze belasting als volgt vastgesteld : 70 EUR voor het verwijderen van afval met een max. gewicht van 50kg 140 EUR voor verwijdering van afval met een gewicht van 51kg tot 1000kg afval met een gewicht boven 1000kg: 140 EUR vermeerderd met 140 EUR per begonnen ton 16 december 2013
verslag GR
blz. 64 van 156
een vaste administratieve kost van 100 EUR. Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door derden in opdracht van de gemeente wordt het factuurbedrag van deze derde, verhoogd met de vaste administratieve kost van 100 EUR, doorgerekend aan de in artikel 2 vermelde belastingplichtige. Artikel 4 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24/12/1996, zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 65 van 156
22. Financiën - Belasting ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Juridische grond Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, artikel 24 tot en met artikel 44bis, laatst gewijzigd bij decreet van 8 juli 2011, hierna genoemd het Heffingsdecreet; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, laatst gewijzigd bij decreet van29 april 2011, hierna genoemd het Kamerdecreet; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, laatst gewijzigd bij decreet van 23 maart 2012, hierna genoemd de Vlaamse Wooncode; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen, laatst gewijzigd bij besluit van 20 mei 2011, hierna genoemd het Heffingsbesluit; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht, zoals nadien gewijzigd, hierna genoemd het Kwaliteitsbesluit; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteitsen veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, zoals nadien gewijzigd, hierna genoemd het Kamerbesluit; Feiten en context Overwegende dat de verkrotting en verwaarlozing van gebouwen en woningen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden; dat de gemeente derhalve een eigen belasting dient te vestigen op de verwaarloosde woningen en gebouwen en op de ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen; 16 december 2013
verslag GR
blz. 66 van 156
Overwegende dat de heffing van gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing ter bestrijding van verwaarlozing van woningen en gebouwen niet meer wenselijk is ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie van 24 mei 2012 dat gemeentelijke opcentiemen op een belasting die het KI als berekeningsgrondslag neemt, strijdig acht met artikel 464, 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; Overwegende dat artikel 28 van het Heffingsdecreet de opmaak regelt van een gewestelijke inventaris, bestaande uit twee afzonderlijke lijsten van: - ongeschikte en/of onbewoonbare woningen; - verwaarloosde gebouwen en/of woningen. Overwegende dat artikel 29 van het Heffingsdecreet omschrijft wanneer een gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd, dat de criteria voor beoordeling zijn bepaald in artikel 5 van het uitvoeringsbesluit ; Overwegende dat verwaarloosde woningen en gebouwen worden opgenomen in de inventaris overeenkomstig artikel 32 van het Heffingsdecreet. Gemeenten delen aan de inventarisbeheerder mee welke gebouwen en woningen op haar grondgebied verwaarloosd zijn. De inventarisbeheerder neemt het gebouw of de woning op in de inventarislijst, na de vaststelling in een administratieve akte en na afhandeling van het eventueel bezwaar van de houder van het zakelijk recht; Overwegende dat ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen worden opgenomen in de inventaris overeenkomstig artikel 34 van het Heffingsdecreet. De burgemeester neemt een besluit tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring na toepassing van de procedure vermeld in artikel 15 van de Vlaamse Wooncode. De inventarisbeheerder neemt de woning op in de inventarislijst van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen op datum van het besluit tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de burgemeester. De opname op de inventaris wordt vermeld in het besluit van de burgemeester. Dat besluit geldt als registratieattest; Overwegende dat artikel 34bis van het Heffingsdecreet de procedure regelt die de houder van het zakelijk recht dient te volgen indien hij beroep wenst in te stellen tegen de opname van een woning of gebouw in de inventaris. Het beroep wordt ingediend na ontvangst van het registratieattest. Overwegende dat de gemeente overeenkomstig artikel 28, §2 van het Heffingsdecreet een uittreksel ontvangt van de in de inventaris geregistreerde gebouwen en/of woningen die zich op haar grondgebied bevinden, met vermelding van de gebouwen en/of woningen waarop een gewestelijke heffing werd geïnd; Overwegende dat de vaststelling van ongeschikt- en/of onbewoonbaarheid van zelfstandige en niet-zelfstandige woningen degelijk en omvattend is geregeld in respectievelijk de Vlaamse Wooncode en het Kwaliteitsbesluit en het Kamerdecreet en Kamerbesluit, terwijl de vaststelling van verwaarlozing van woningen en gebouwen geregeld is in het Heffingsdecreet en het Heffingsbesluit en dit voor gans het grondgebied van het Vlaamse Gewest, dat de inventaris van verwaarloosde gebouwen en woningen en ongeschikte en onbewoonbare woningen tot stand komt met medewerking van de gemeenten; Overwegende dat de gewestelijke reglementering voorziet in uitgewerkte beroepsprocedures tegen zowel de vaststellingen van ongeschikt en/of onbewoonbaarheid en verwaarlozing als de opname in de gewestelijke inventaris. Overwegende dat het derhalve verantwoord is dat de gemeente gebruik maakt van de bestaande gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en verwaarloosde woningen en gebouwen voor de vestiging van een eigen gemeentebelasting;
16 december 2013
verslag GR
blz. 67 van 156
Besluit Artikel 1 §1. Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op verwaarloosde gebouwen en verwaarloosde, ongeschikte en onbewoonbare woningen gelegen op het grondgebied van de gemeente. Onder verwaarloosde woningen en gebouwen en ongeschikte en onbewoonbare woningen wordt verstaan de gebouwen en woningen opgenomen in de inventaris, bedoeld in artikel 28, §2, eerste lid van het heffingsdecreet. § 2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris. Zolang het gebouw of de woning niet uit de inventaris is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 2 § 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende de woning of het gebouw op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. § 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van een zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld ] § 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in de inventaris. Naast de verplichte kennisgevingen bedoeld in artikel 27 §3 van het heffingsdecreet stelt de instrumenterende ambtenaar de gemeentelijke administratie binnen de zeven dagen na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. Artikel 3 De belasting bedraagt 1.500 € per gebouw of woning in het eerste aanslagjaar. In de daaropvolgende aanslagjaren is de belasting gelijk aan de eerste belasting vermenigvuldigd met X+1, waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden, ongeacht of er vrijstelling van belasting is verleend. X mag niet meer bedragen dan 4.
Artikel 4 § 1.Van de belasting is vrijgesteld: 1° de houder van het zakelijk recht die de woning of het gebouw uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en over geen enkele andere woning beschikt; 2° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. § 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning : 1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 16 december 2013
verslag GR
blz. 68 van 156
2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument; 4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap; 5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 6° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning; 7° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeteringsof aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode; 8° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 Het bedrag van de ingekohierde belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 De vestiging en invordering van de belasting ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen evenals de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en in het decreet van 28 mei 2010 houdende diverse wijzigingen van voormeld decreet van 30 mei 2008. Zonder afbreuk te doen aan voormelde decreten, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 8 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 69 van 156
23. Financiën - Belasting op het plaatsen van schutsels en materialen op de openbare weg - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context De financiële toestand van de gemeente maakt het wenselijk een retributie te heffen op inname openbaar domein. Juridische grond Artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 houdende wijziging van artikel 371 W.I.B. betreffende de bezwaartermijn; De wet van 13 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in provincies en gemeenten, meer bepaald artikel 13 betreffende de mogelijkheid tot het vragen van een vergoeding voor de afgifte van bestuursdocumenten. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; De Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn; Het hersteldecreet van 23 januari 2009; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid: artikel 42 §3 dat bepaalt dat de Gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies; artikel 186 en 187 houdende de inwerkingtreding en de bekendmaking aan het publiek van de gemeentelijke reglementen; artikel 253 houdende het administratief toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingen en de retributies; Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincieof gemeentebelasting; De gecoördineerde omzendbrief BA 2004/03 van 14 juli 2004 betreffende de coördinatie van onderrichtingen inzake gemeentefiscaliteit stelt dat het gelijkheidsbeginsel vereist dat een retributie op administratieve prestaties algemeen wordt toegepast, ongeacht de inhoud van het opzoekwerk; De omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones; 16 december 2013
verslag GR
blz. 70 van 156
Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (arrest nr 67/2001) betreffende de bekendmaking van de gemeentereglementen door aanplakking;
Besluit Artikel 1 §1 De gemeente Boechout heft met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, een retributie op de inname van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken alsook voor de coördinerende, ondersteunende en uitvoerende administratieve en technische prestaties die in dit verband verricht moeten worden, overeenkomstig de bepalingen hierna. §2 Onderhavig reglement vormt tevens een aanvulling op de bepalingen van hoofdstuk VII (Privatief gebruik van de openbare weg) van het uniform gemeentelijk politiereglement, Politiezone MINOS -Gemeente Boechout, zoals werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 september 2008 en latere wijzigingen) Artikel 2 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1. inname: het in gebruik nemen voor het plaatsen van materialen en materieel, stellingen, containers, afsluitingen, werfketen, torenkranen, betonpompen, chapewagens, hoogtewerkers, bouwliften, verhuisliften, graafmachines, …(niet limitatieve opsomming) – en alle andere constructies, voertuigen, machines en werktuigen; 2. openbaar domein: het openbaar domein van de wegen en pleinen, met hun aanhorigheden, dat ressorteert onder het beheer en de bevoegdheid van de gemeente; 3. werken: alle werken zoals bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, renoveren, herinrichten, inrichten, schilderen, stofferen, onderhouden, aanleggen, opruimen, …(niet limitatieve opsomming) in onroerende staat, met inbegrip van de leveringen en alle andere handelingen die hiervoor nodig zijn (dus ook laden en lossen, opzetten en afbreken, …); 4. hinder: elke vorm van belemmering, last of overlast, in de courante betekenis van het woord; 5. bijzondere toelatingsvoorwaarden: de signalisatieverplichting en alle andere maatregelen ten behoeve van een veilig en vlot verkeer. Artikel 3 §1 Geen inname van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken mag gebeuren dan: 1. na de aanvraag (en het bekomen) van voorafgaandelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen en 2. na de betaling van de verschuldigde retributies. §2 Het beschikken over een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning stelt de houder ervan niet vrij van het aanvragen van de vergunning ‘inname openbare weg’. Artikel 4 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het privatief gebruik van het openbaar domein, maar kan ook verhaald worden op de opdrachtgever (bouwheer), en de uitvoerder van de werken (aannemer). De aanvrager, de opdrachtgever en de uitvoerder van de werken zijn solidair gehouden tot betaling. Artikel 5 §1 De aanvraag dient schriftelijk gebeuren en te worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen. §2 De aanvraag dient alle nodige elementen te bevatten om de vergunning te kunnen opmaken en de berekening en de invordering van de retributie mogelijk te maken. Deze aanvraag dient ten minste 8 kalenderdagen voor de uitvoering van de werkzaamheden in 16 december 2013
verslag GR
blz. 71 van 156
het bezit te zijn van het gemeentebestuur. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een bijzonder formulier dat ter beschikking wordt gesteld van de aanvrager. §3 Voor hoogdringende werken die niet konden worden voorzien en die niet kunnen worden uitgesteld wegens gevaar voor de openbare veiligheid en gezondheid of wegens enige andere reden van algemeen belang, gelden deze formaliteiten niet. Dit neemt niet weg dat de werken onverwijld moeten worden gemeld, en dat de retributies verschuldigd zijn. Artikel 6 §1 Wanneer het noodzakelijk of aangewezen zou zijn om naar aanleiding van de werken bijzondere maatregelen te treffen ten behoeve van de zwakke weggebruiker of ter garantie van een veilig en vlot verkeer, ter bescherming van het openbaar domein of in het belang van de openbare reinheid, dan zal hiervan melding worden gemaakt in de vergunning ‘inname openbaar domein’. Dergelijke maatregelen kunnen steeds ambtshalve worden opgelegd. §2 De aanvrager dient in principe zelf in te staan voor (het plaatsen van) de signalisatieborden. Artikel 7 §1 Wanneer het noodzakelijk of aangewezen zou zijn om naar aanleiding van de werken een parkeerverbod in te voeren, of een openbare weg voor het verkeer af te sluiten, dient naast de vergunning ‘inname openbare weg’ ook een tijdelijk parkeerverbod of doorgangsverbod te worden aangevraagd. Dit dient eveneens in de aanvraag te worden vermeld. §2 Dergelijke maatregel moet steeds worden aangevraagd ook al worden de werken uitgevoerd op privaat terrein maar dient een gedeelte van het openbaar domein vrij te worden gehouden om de uitvoering van de werken mogelijk of gemakkelijker te maken. Hiervoor wordt dan een tijdelijke politieverordening opgemaakt. Dergelijk verbod kan ook steeds ambtshalve worden opgelegd. Artikel 8 §1 De vergunning wordt opgemaakt in de vorm van een beslissing van de burgemeester en wordt ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de secretaris. §2 De 1 2 3 4
vergunningsaanvraag dient minstens volgende gegevens te vermelden: Plaats waar de inname zal gebeuren Naam en adres van de aanvrager, bouwheer en aannemer(s) Begin- en einddatum van de inname De in te nemen oppervlakte + schets
Artikel 9. §1 Voor de opmaak en afgifte van deze vergunning is een forfaitaire retributie verschuldigd van 2,50 EUR per vergunning, te voldoen uiterlijk bij het afhalen ervan doch minstens voor de start van de werken. §2 Voor de opmaak en afgifte van een vergunning die niet minstens 8 kalenderdagen op voorhand werd aangevraagd, overeenkomstig artikel 5, wordt dit bedrag verdubbeld. Artikel 10. §1 Voor de inname openbaar domein zijn volgende bijzondere retributies verschuldigd: 1 0,50 EUR per vierkante meter per dag vanaf de tweede kalenderdag dat het openbaar domein privatief ingenomen wordt; 2 2,50 EUR per dag vanaf de tweede kalenderdag voor de duur van het parkeerverbod; 3 10,00 EUR per dag voor de duur van het doorgangsverbod. §2 De retributies zijn verschuldigd overeenkomstig de vergunning of bij uitbreiding overeenkomstig de gedane vaststellingen. Iedere begonnen dag wordt voor een volle dag gerekend.
16 december 2013
verslag GR
blz. 72 van 156
§3 De bijzondere retributies zijn te voldoen uiterlijk bij het afhalen van de vergunning, doch minstens voor de start van de werken. §4 De betaling kan gebeuren in speciën, op elektronische wijze of via overschrijving. Van de betaling wordt melding gemaakt op de vergunning. Bij niet betaling of bij gebrek aan vrijwillige betaling geschiedt de invordering en de vervolging overeenkomstig de bepalingen van het gemeentedecreet of overeenkomstig de regelen van het burgerlijk recht. Artikel 11 De werken mogen maar worden aangevat nadat de betaling van de retributie heeft plaatsgehad en de vergunning werd afgehaald. De start van de werken moet steeds vooraf worden gemeld aan de bevoegde dienst. Artikel 12 §1 Het beschikken over een permanente of langgeldende vergunning stelt de houder niet vrij van de meldingsplicht noch van het betalen van de verschuldigde bijzondere retributies. §2 Voor de melding van concrete werken of interventies kan gebruik gemaakt worden van hetzelfde formulier als voor een aanvraag. Artikel 13 De vergunning moet te allen tijde kunnen worden voorgelegd. Artikel 14 Wanneer de werken omwille van overmacht of om enige andere onvoorzien(bar)e omstandigheid niet of slechts later kunnen starten dient dit onverwijld te worden gemeld aan de bevoegde dienst. Artikel 15 §1 Enkel wanneer de werken niet werden aangevangen en dit tijdig werd gemeld kan de betaalde retributie voor de werken worden teruggevraagd. Dit dient schriftelijk te gebeuren. Hierover wordt beslist door het college van burgemeester en schepenen. §2 De retributie voor de opmaak en afgifte van de vergunning is niet terugbetaalbaar. Artikel 16 Tijdens de duur van de werken dienen de nodige maatregelen te worden genomen om beschadiging of bevuiling van het openbaar domein te vermijden, dit geldt inzonderheid bij de inname van openbaar groen. Artikel 17 §1 Het einde van de inname en/of van de werken dient onverwijld te worden gemeld aan de bevoegde dienst. §2 Na het beëindigen van de werken dient het openbaar domein te worden opgeruimd en gereinigd en in oorspronkelijke staat te worden hersteld op kosten van de aanvrager. De aanvrager staat in principe ook in voor het verwijderen van de signalisatieborden. Artikel 18 §1 Wanneer de werken niet tijdig kunnen worden beëindigd (ofwel omdat ze later werden aangevat ofwel omdat ze langer duren dan voorzien), dient onverwijld (doch steeds 8 kalenderdagen voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning) een verlenging van de vergunning te worden aangevraagd. Voor de opmaak en afgifte van een tijdig aangevraagde verlenging is geen retributie verschuldigd. Wel wordt de bijzondere retributie voor de inname in verhouding verhoogd. §2 Voor de opmaak en afgifte van een voor een niet tijdig aangevraagde verlenging (spontane regularisatie) is een forfaitaire retributie verschuldigd van 5,00 EUR, per vergunning.
16 december 2013
verslag GR
blz. 73 van 156
Artikel 19 §1 Bij de vaststelling van een wederrechtelijke inname van het openbaar domein, hetzij wanneer dit niet werd aangevraagd, hetzij wanneer dit niet gebeurt overeenkomstig de aanvraag of de vergunning (de aard van de werken, de omvang van de inname, de vereiste signalisatie en de duur van de vergunning) of van een zelf gecreëerd feitelijk parkeer- of doorgangsverbod dient onverwijld een regularisatieaanvraag (verplichte regularisatie) te worden ingediend. Voor de opmaak en de afgifte van een vergunning ingevolge een (verplichte) regularisatieaanvraag is een forfaitaire retributie verschuldigd van 15,00 EUR, per vergunning. Bij ontstentenis van aanvraag worden dezelfde tarieven ambtshalve toegepast. §2 Gebrekkige signalisatie van de werken wordt met wederrechtelijke inname gelijkgesteld. Artikel 20 De eigenlijke ingebruikname van het openbaar domein gebeurt op eigen risico en onder de algehele verantwoordelijkheid van de vergunninghouder zelf. Artikel 21 Naast de bijzondere toelatingsvoorwaarden dienen ook steeds de verkeersreglementering en de geldende politiereglementen te worden nageleefd.
algemene
Artikel 22 Eventuele schade veroorzaakt tijdens of naar aanleiding van de werken dient te worden vergoed door de veroorzaker. De aanvrager wordt steeds vermoed veroorzaker te zijn, behoudens tegenbewijs. Artikel 23 Zijn vrijgesteld van retributie (maar niet van het aanvragen en verkrijgen van een vergunning) betreffende de inname van het openbaar domein voor: 1 het uitvoeren van werken in opdracht of voor rekening van de lokale en andere openbare besturen, en van andere bij wet van retributie vrijgestelde publieke of gelijkgestelde rechtspersonen. Deze vrijstelling is niet van toepassing op gebouwen welke door de beambten van die organismen of door derden privatief en voor hun persoonlijk gebruik bewoond worden; 2 het uitvoeren van werken aan gebouwen die getroffen werden door een ramp; 3 het uitvoeren van werken aan geklasseerde gebouwen en monumenten. Artikel 24 De controle op de naleving van dit reglement alsook op de naleving van de afgeleverde vergunningen gebeurt door de bevoegde dienst en door de lokale politie, die in dit verband alle nodige vaststellingen kunnen doen. Artikel 25 De afgeleverde vergunning heeft het karakter van een gunstmaatregel en zijn dus precair van aard. De afgeleverde vergunning kan steeds worden ingetrokken of geschorst om redenen van algemeen belang of wegens niet naleving van de schorsing en kan geen aanleiding geven tot schadevergoeding of terugbetaling. Artikel 26 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 74 van 156
24. Financiën - Retributie voor administratieve prestaties - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005 Gelet op de nota van het Provinciebestuur van Antwerpen, dienst Toezicht Financiën dd. 22/9/1998 inzake richtlijnen ‘dossiers rampenschade’ Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5/05/2001 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 30/03/2001
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 heft het gemeentebestuur een retributie voor administratieve prestaties. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de persoon die het stuk of de inlichting vraagt. Artikel 3 De retributie dient betaald bij aanvraag en wordt als volgt vastgelegd : • wettiging van handtekening, eensluidend verklaren van afschriften, en dergelijke 0,00 EUR voor eerste 3 exemplaren 2,50 EUR voor ieder bijkomend exemplaar • fotokopie van persoonlijke documenten 0,50 EUR voor A4-formaat 1,00 EUR voor A3-formaat • genealogische opzoekingen 15,00 EUR per uur afgeleverd werk • kopies van bestuursdocumenten 0,05 EUR per kopie A4 0,07 EUR per kopie A3 1,50 EUR per kleurenkopie A4 2,00 EUR per kleurenkopie A3 • afgifte van documenten of informatie op elektronische drager (CD-ROM) 1,20 EUR per CD-ROM 2,00 EUR per DVD • abonnement op de agenda van de gemeenteraad 16 december 2013
verslag GR
blz. 75 van 156
• • • • • •
7,50 EUR per jaar en portkosten inbegrepen abonnement op het verslag van de gemeenteraad 7,50 EUR per jaar en portkosten inbegrepen abonnement op het verslag van het college van burgemeester en schepenen 30,00 EUR per jaar en portkosten inbegrepen abonnement op het gemeentelijk infoblad voor niet-inwoners van de gemeente Boechout-Vremde 15,00 EUR per jaar en portkosten inbegrepen jaarboek geschiedenis 15,00 EUR per stuk dienstregeling De Lijn 0,00 EUR bovenop de kostprijs die ons door De Lijn wordt aangerekend brochure wandelpaden en fietskaarten wandelpad: 1,00 EUR per stuk wandellussen Antwerpse zuidrand: 5 EUR Fietsknooppunten netwerk provincie Antwerpen: 5 EUR/stuk – 15 EUR/box 4 kaarten
Artikel 4 Inlichtingen die schriftelijk verstrekt worden door de gemeentelijke diensten dewelke ruim opzoekingswerk (meer dan 1 uur) en het samenstellen van een dossier vereisen betreffende specifieke zaken of eigendommen : 40 EUR. Artikel 5 Particulieren en privé-instellingen die wensen dat de gevraagde administratieve bescheiden hen per post worden toegestuurd, dienen het bedrag van de verzendingskosten, behoudens wat betreft fotokopies van bestuursdocumenten, vooraf aan de betrokken dienst over te maken. Artikel 6 De retributies worden niet geïnd voor de inlichtingen en de stukken rechtstreeks aangevraagd door : a) het rijk, gewesten, provincies, gemeenten, intercommunales en instellingen van openbaar nut b) OCMW’s, kerkfabrieken, polders en wateringen, grote seminaries en stichtingen voor studiebeurzen c) Instellingen die het bewijs leveren dat zij door de wet vrijgesteld zijn van gemeentelijke retributies d) Onvermogenden – de staat van onvermogen wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk Artikel 7 Er wordt eveneens vrijstelling verleend tot het betalen van de retributie voor administratieve prestaties voor alle akten of getuigschriften, opgemaakt en afgeleverd voor de uitvoering van de wet betreffende het herstel van zekere schade, veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen. Artikel 8 De retributie wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het stuk of van het verstrekken van de inlichting. Als bewijs van betaling geldt ofwel een kleefzegel met vermelding van het bedrag van de retributie ofwel een kwijting afgegeven door de gemeenteontvanger. Indien het gevraagde niet onmiddellijk kan worden afgeleverd of verstrekt, dient het bedrag van de retributie vooraf in bewaring gegeven. Artikel 9 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 76 van 156
25. Financiën - Retributie op het leveren van administratieve prestaties en administratieve stukken grondgebiedzaken - Aanslagjaren 2014 - 2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context De gemeentelijke diensten leveren op vraag van belanghebbenden welbepaalde administratieve prestaties, zoals het uitvoeren van opzoekingswerk en het maken van kopieën van bestuursdocumenten. Het is dan ook billijk om een vergoeding te vragen aan deze belanghebbende hiervoor. De financiële toestand van de gemeente maakt het wenselijk een retributie te heffen bij het verstrekken van administratieve prestaties als vergoeding voor de geleverde dienst. Juridische grond Artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 houdende wijziging van artikel 371 W.I.B. betreffende de bezwaartermijn; De wet van 13 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in provincies en gemeenten, meer bepaald artikel 13 betreffende de mogelijkheid tot het vragen van een vergoeding voor de afgifte van bestuursdocumenten. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; De Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn; Het hersteldecreet van 23 januari 2009; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid: artikel 42 §3 dat bepaalt dat de Gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies; artikel 186 en 187 houdende de inwerkingtreding en de bekendmaking aan het publiek van de gemeentelijke reglementen; artikel 253 houdende het administratief toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingen en de retributies; Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincieof gemeentebelasting; De gecoördineerde omzendbrief BA 2004/03 van 14 juli 2004 betreffende de coördinatie van onderrichtingen inzake gemeentefiscaliteit stelt dat het gelijkheidsbeginsel vereist dat een 16 december 2013
verslag GR
blz. 77 van 156
retributie op administratieve prestaties algemeen wordt toegepast, ongeacht de inhoud van het opzoekwerk; De omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones; De nota op het Provinciebestuur van Antwerpen, dienst Toezicht Financiën dd. 22 september 1998 inzake richtlijnen ‘dossiers rampenschade’; Het Arrest van het Grondwettelijk Hof (arrest nr 67/2001) betreffende de bekendmaking van de gemeentereglementen door aanplakking;
Besluit Artikel 1 De gemeente Boechout heft, vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019, een retributie op het leveren van administratieve prestaties en stukken binnen de afdeling grondgebiedzaken. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die om de administratieve prestatie verzoekt. Artikel 3 De retributie dient betaald bij aanvraag en wordt als volgt vastgelegd: 1. wettigen van handtekening, eensluidend verklaren van afschriften, en dergelijke 0,00 EUR voor eerste 3 exemplaren 2,50 EUR voor ieder bijkomend exemplaar 2. fotokopie van persoonlijke documenten 0,50 EUR voor A4-formaat 1,00 EUR voor A3-formaat 3. kopie van bestuursdocumenten 0,05 EUR per kopie A4-formaat 0,07 EUR per kopie A3-formaat 1,50 EUR per kleurenkopie A4-formaat 2,00 EUR per kleurenkopie A3-formaat 4. afgifte van documenten of informatie op elektronische drager (CD-ROM/ DVD) 1,20 EUR per CD-ROM 2,00 EUR per DVD 5. afgifte van een conformiteitsattest op verzoek van de verhuurder: a. inzake de normen voor huurwoningen: het maximumbedrag van de vergoeding bepaald in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen (thans 61,97 EUR); b. inzake kamerwoningen: de maximumbedragen van de vergoeding, van de verhoging per kamer vanaf de zesde kamer en van de totale vergoeding bepaald in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers (thans 62,50 EUR, verhoogd met 12,50 EUR per kamer vanaf de zesde kamer, zonder dat de totale vergoeding meer mag bedragen dan 1.250,00 EUR). 6. afgifte van stedenbouwkundige of planologische attesten: 25 EUR per attest 7. registreren van een meldingdossier stedenbouw: 25 EUR per melding
in
kader
van
ruimtelijke
ordening
en
8. behandeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning: 50 EUR per aanvraag 16 december 2013
verslag GR
blz. 78 van 156
9. behandeling van een aanvraag voor een verkavelingsvergunning zonder wegenis: 250 EUR per aanvraag 10. behandeling van een aanvraag voor een verkavelingsvergunning met wegenis: 500 EUR per aanvraag 11. behandeling van een verkavelingswijziging, ongeacht het feit of dit met of zonder wegenis is: 125 EUR per wijziging 12. het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen via het modelformulier inzake vervreemding van onroerende goederen dat door de Vereniging van de Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) samen met de koninklijke federatie van Belgische notarissen werd uitgewerkt: 70 EUR per kadastraal perceel Artikel 4 De retributie ten aanzien van inlichtingen die schriftelijk verstrekt worden door de gemeentelijke diensten binnen de afdeling grondgebiedzaken en dewelke ruim opzoekwerk (meer dan 1 uur) vereisen, bedraagt 40 EUR Artikel 5 De kosten voor de aangetekende zendingen in het kader van een openbaar onderzoek tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsvergunning of milieuvergunning, dienen te worden betaald door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de vergunning aanvraagt. Artikel 6 De kosten voor de verzending van de gevraagde inlichtingen, afschriften en stukken vallen ten laste van de natuurlijke personen en rechtspersonen die erom verzoeken, zelfs al is het opzoekingswerk of het verstrekken van de inlichtingen zelf kosteloos. Artikel 7 De retributies worden niet geïnd voor de inlichtingen en de stukken rechtstreeks aangevraagd door: 1. het rijk, de gewesten, provincies, steden, intercommunales en instellingen van openbaar nut 2. OCMW ’s, kerkfabrieken, polders en wateringen, grote seminaries en stichtingen voor studiebeurzen 3. Instellingen die het bewijs leveren dat ze door de wet vrijgesteld zijn van gemeentelijke retributies 4. Onvermogenden – de staat van onvermogen wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk Artikel 8 Er wordt eveneens vrijstelling verleend tot het betalen van de retributie voor administratieve prestaties voor alle akten of getuigschriften, opgemaakt en afgeleverd voor de uitvoering van de wet betreffende het herstel van zekere schade, veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen. Artikel 9 De retributie wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het stuk, van het verstrekken van de prestatie of ten spoedigste na mededeling van de verschuldigde vergoeding. Geen aflevering kan geschieden zonder betaling. De betaling van de retributie kan gebeuren in speciën, op elektronische wijze of door overschrijving. artikel 10 Bij niet betaling of bij gebrek aan vrijwillige betaling geschiedt de invordering en de vervolging overeenkomstig de bepalingen van het gemeentedecreet of overeenkomstig de regelen van het burgerlijk recht.
16 december 2013
verslag GR
blz. 79 van 156
Artikel 11 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 80 van 156
26. Financiën - Retributiereglement op de concessies voor de gemeentelijke begraafplaatsen - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven voor concessies op de begraafplaatsen. De concessies worden verleend conform de bepalingen van het reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen. Artikel 2 De tarieven voor het verlenen van grafconcessies en columbariumconcessies op de gemeentelijke begraafplaats worden als volgt vastgesteld : a) grafconcessies voor 30 jaar: voor een grafconcessie in volle grond : 650 euro voor een begraafplaats voor 2 personen, te verhogen met 325 euro voor een bijkomende concessie per persoon. b) Concessies op het urneveld voor 30 jaar : 325 euro per persoon Artikel 3 Voor niet-inwoners van Boechout worden de tarieven vermeld in artikel 2 verhoogd met 100%. Artikel 4 Dezelfde retributie geldt voor de hernieuwing van een grafconcessie en een concessie op het urneveld. Artikel 5 Oud-strijders die begraven worden op het voorbestemde erepark worden vrijgesteld van deze retributie. Artikel 6 De concessie zal slechts mogen gebruikt worden na betaling van de verschuldigde retributie in handen van de financieel beheerder, hetzij in speciën of door overschrijving op rekening van het gemeentebestuur. Artikel 7 Bij niet-minnelijke regeling zal de inning ervan bij burgerlijke rechtsvordering geschieden. 16 december 2013
verslag GR
blz. 81 van 156
Artikel 8 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 82 van 156
27. Financiën - Retributie op dienstverlening ivm de bibliotheek Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente Verwijzend naar het huishoudelijk reglement tot gebruik van de openbare bibliotheek Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 heft het gemeentebestuur een retributie op dienstverlening ivm de bibliotheek. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de persoon die van deze dienstverlening gebruik maakt. Artikel 3 De retributie dient betaald bij aanvraag en wordt als volgt vastgelegd : • Lidgeld bibliotheek per jaar en vanaf 18 jaar tot 65 jaar 5,00 EUR voor inwoners van Boechout/Vremde 10,00 EUR voor inwoners van andere gemeenten 1,25 EUR vervanging bibliotheekkaart bij verlies • Bijkomende retributie laattijdig inleveren ontleend materiaal 0,05 EUR per dag, per ontleend item • kopies 0,10 EUR per kopie A4 0,20 EUR per kopie A3 1,50 EUR per kleurenkopie A4 2,00 EUR per kleurenkopie A3 • rappels 0,75 EUR per gewone verzending 5,00 EUR per aangetekende verzending • reservaties 0,75 EUR Artikel 4 Bij niet minnelijke regeling zal de inning van de retributie geschieden via burgerrechtelijke weg. 16 december 2013
verslag GR
blz. 83 van 156
Artikel 5 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 84 van 156
28. Financiën - Retributie op het ter beschikking stellen van dranken aan de leerlingen - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 heft het gemeentebestuur een retributie op het ter beschikking stellen van dranken aan de leerlingen. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door iedere leerling die hiervan gebruik maakt. Artikel 3 De retributie dient betaald bij aanvraag en wordt als volgt vastgelegd : • Gebruik dranken in de lagere school 0,25 EUR per flesje melk 0,35 EUR per flesje appelsiensap 0,35 EUR per flesje appelsap 0,35 EUR per flesje yoghurt 0,35 EUR per flesje chocomelk • Gebruik dranken in de kleuterschool 0,25 EUR per flesje voor chocomelk 0,25 EUR per flesje voor melk 0,35 EUR per flesje voor yoghurt Artikel 4 Bij niet minnelijke regeling zal de inning van de retributie geschieden via burgerrechtelijke weg. Artikel 5 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 85 van 156
29. Financiën - Retributie op het gebruik van buitenschoolse kinderopvang - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente. Verwijzend naar het huishoudelijk reglement tot gebruik van de buitenschoolse kinderopvang. Gelet op het feit dat woensdagnamiddag als schooldag moet beschouwd worden. Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet.
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 heft het gemeentebestuur een retributie op het gebruik van buitenschoolse kinderopvang. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de persoon die hiervan gebruik maakt. Artikel 3 De retributie wordt als volgt vastgelegd : Normaal tarief (NT) Reductietarief (RT) Sociaal tarief (ST) •
•
Op schooldagen (voor- en naschoolse opvang): - NT : 0,80 euro per begonnen half uur - RT : 0,60 euro per begonnen half uur - ST : 0,40 euro per begonnen half uur Elk opvangmoment wordt afzonderlijk beschouwd. Op schoolvrije dagen en vakantiedagen : - NT : minder dan 3 uren : 3,00 euro tussen 3 en 6 uren : 5,00 euro meer dan 6 uren: 9,00 euro - RT : minder dan 3 uren : 2,25 euro tussen 3 en 6 uren : 3,75 euro meer dan 6 uren : 6,75 euro - ST : minder dan 3 uren : 1,50 euro tussen 3 en 6 uren : 2,50 euro
16 december 2013
verslag GR
blz. 86 van 156
meer dan 6 uren : 4,00 euro laattijdig afmelden reservatie: de gereserveerde opvangdag wordt volledig aangerekend nl.9,00 euro - niet afmelden reservatie: er wordt een supplement aangerekend van 12,5 euro/per dag • Laattijdig ophalen van de kinderen (na sluitingsuur van de opvang) 12,50 euro bijkomend bij het gezinstarief Artikel 4 De invordering van de retributie zal geschieden als volgt: Maandelijks, na beëindiging van de maand, ontvangen de ouders een factuur met een overzicht van de aanwezigheden en het verbruik van hun kind(eren). De ouders betalen via domiciliëring. Artikel 5 Bij niet minnelijke regeling zal de inning van de retributie geschieden via burgerrechtelijke weg. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. -
16 december 2013
verslag GR
blz. 87 van 156
30. Financiën - Retributie op het gebruik van vaste elektriciteitskasten en het verbruik van elektrische energie - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat vanaf 1 januari 2003 elke gemeente een leverancier diende aan te duiden voor het leveren van elektriciteit voor afnamepunten waarvan het aansluitvermogen meer dan 56kVA bedraagt Overwegende dat vanaf 1 juli 2003 elke gemeente een leverancier diende aan te duiden voor het leveren van elektriciteit voor afnamepunten waarvan het aansluitvermogen minder dan 56kVA bedraagt Overwegende dat elke gemeente voor haar permanente leveringen zelf rechtstreeks het verbruik dient te vereffenen met de door haar gekozen leverancier, dat het praktisch en organisatorisch niet mogelijk is om een ambulante handelaar of occasionele gebruiker een contract te laten afsluiten met een elektriciteitsleverancier waarbij gebruik wordt gemaakt van een vaste verdeelkast waarbij het EAN-nummer van de gemeente is Overwegende dat de kost van het verbruik van elektriciteit afgenomen van een vaste verdeelkast dient verrekend te worden aan gebruiker/verbruiker Overwegende dat op basis van de prijsvorming die aan de basis lag van de desbetreffende overheidsopdracht om een leverancier van elektriciteit aan te duiden, een prijs per gebruikte kWh kan worden bepaald Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het gebruik van vaste elektriciteitskasten en het verbruik van elektrische energie. Artikel 2 De retributie valt ten laste van de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie bedoelde elektriciteitskast wordt uitgeleend. Artikel 3 De retributie wordt per aansluiting als volgt vastgelegd : a) vaste kosten (aansluiting, meteropnames, afsluiting en administratieve kost) : 50 euro 16 december 2013
verslag GR
blz. 88 van 156
b) verbruik van elektriciteit (volgens meterstanden) : 0,15 euro per kWh Artikel 4 De invordering van de retributie zal geschieden als volgt: De begin- en eindmeterstanden worden door de gemeente opgenomen in aanwezigheid van de aanvrager. Daags voor de ingebruikname van de elektriciteitskast wordt aan de aanvrager een voorschot van 250 euro gevraagd. Op het einde van het gebruik en bij opname van de meterstanden wordt de totale kostprijs bekend van het verbruik van de elektriciteit en wordt het totaal bedrag van de retributie verschuldigd. Het betaalde voorschot wordt verrekend of in mindering gebracht van het totaal bedrag van de retributie. Artikel 5 Bij niet minnelijke regeling zal de inning van de retributie geschieden via burgerrechtelijke weg. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 89 van 156
31. Financiën - Retributie op huwelijken en registratie samenlevingscontracten - Aanslagjaren 2014 - 2019 - Goedkeuring Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005 Juridische grond Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op huwelijken en registratie van samenlevingscontracten. Artikel 2 De kostprijs hiervan is de volgende : -
op een werkdag tijdens de openingsuren van het gemeentehuis : 25 EUR
-
op een werkdag buiten de openingsuren van het gemeentehuis : 100 EUR
- op een zaterdag : 100 EUR Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de persoon die de huwelijksaangifte doet en dient betaald te worden alvorens het huwelijk wordt voltrokken. Artikel 4 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 90 van 156
32. Financiën - Retributie op het gebruik van sportinfrastructuur Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente; Overwegende dat de gemeente sportinfrastructuur huurt van de vzw Sint-Gabriëlcollege en van de Dorpsschool te Vremde en ter beschikking stelt van de verenigingen; Overwegende dat de gemeente de sportinfrastructuur van de gemeentelijke Jan Frans Willemsschool en BKO De Wigwam ter beschikking stelt van de verenigingen; Gelet op het Algemeen reglement op het gebruik van de sportinfrastructuur van de gemeentelijke Jan Frans Willemsschool; Gelet op het Algemeen reglement op het gebruik van de sportzalen van de vzw SintGabriëlcollege; Overwegende dat de erkende verenigingen op het grondgebied van de gemeente Boechout verplicht bijdragen tot de sportieve en sociale ontplooiing van de gemeente; Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet;
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019, wordt een retributie gevestigd op het gebruik van de sportinfrastructuur die door de gemeente ter beschikking wordt gesteld van de niet erkende verenigingen op het grondgebied van de gemeente Boechout en van de verenigingen met zetel buiten het grondgebied van de gemeente. Artikel 2 De retributie wordt als volgt vastgelegd voor de verschillende zalen: Sportinfrastructuur van Kleine zaal 12 euro per uur met een maximum van de vzw Sint100 euro per dag Gabriëlcollege
16 december 2013
Grote zaal (2/2)
24 euro per uur met een maximum van 200 euro per dag
Grote zaal (1/2)
12 euro per uur met een maximum van 100 euro per dag
verslag GR
blz. 91 van 156
Sportinfrastructuur van de gemeentelijke Jan Frans Willemsschool
Turnzaal
12 euro per uur met een maximum van 100 euro per dag
Polyvalente ruimte van de kleuterschool
8 euro per uur met een maximum van 70 euro per dag
Spiegelzaal kleuterschool
6 euro per uur met een maximum van 50 euro per dag
Dorpsschool Vremde
Turnzaal
12 euro per uur met een maximum van 100 euro per dag
BKO De Wigwam
Polyvalente ruimte
6 euro per uur met een maximum van 50 euro per dag
Artikel 3 Volgende categorieën van gebruikers worden vrijgesteld van deze retributie: erkende verenigingen met zetel te Boechout de onderwijsinstellingen gelegen te Boechout het gemeentebestuur en zijn diensten de gemeentelijke adviesraden het OCMW Artikel 4 De vaste gebruikers betalen twee maal per jaar de som van de retributie. Een eerste keer voor het gebruik van januari tot juni en een tweede keer voor het gebruik van juli tot december. Bij éénmalig gebruik wordt de factuur opgemaakt onmiddellijk na het gebruik. Artikel 5 Indien een activiteit geannuleerd wordt, moet dit minstens één week op voorhand gemeld worden bij de gemeentelijke sportdienst. Zoniet zal de gereserveerde infrastructuur gefactureerd worden. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 92 van 156
33. Financiën - Retributie op het gebruik van standpijpen en het verbruik van water - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005; Overwegende dat de kost van het verbruik van water afgenomen van een standpijp dient verrekend te worden aan gebruiker/verbruiker; Overwegende dat vanaf 1/01/2007 de watermaatschappijen zelf zullen instaan voor het beheer van standpijpen en hiervoor aan de gemeente een kostprijs aanrekenen; Gelet op het principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2009;
Besluit Artikel 1 Vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het gebruik van standpijpen en het verbruik van water. Artikel 2 De retributie valt ten laste van de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie bedoelde standpijp wordt uitgeleend. Artikel 3 De retributie wordt per aansluiting als volgt vastgelegd: a) eenmalige vaste kosten per evenement (installatie en afbraak standpijp) b) verbruik van water (volgens meterstanden)
60 euro 3,20 euro per m³
Artikel 4 De invordering van de retributie zal geschieden als volgt: 10 dagen voor de ingebruikname van de standpijp wordt aan de aanvrager een voorschot van 250 euro gevraagd. Op het einde van het gebruik en bij opname van de meterstanden wordt de totale kostprijs bekend van het verbruik van het water en wordt het totaal bedrag van de retributie verschuldigd. Het betaalde voorschot wordt verrekend of in mindering gebracht van het totaal bedrag van de retributie.
16 december 2013
verslag GR
blz. 93 van 156
Artikel 5 Bij niet minnelijke regeling zal de inning van de retributie geschieden via burgerrechtelijke weg. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 94 van 156
34. Financiën - Retributie op het gebruik van de zalen van het gemeenschapscentrum - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Het gebruik van de lokalen van het gemeenschapscentrum Boechout Vremde Vooruit wordt geregeld via het Algemeen reglement. Na een klein jaar werd het reglement geëvalueerd en aangepast. De belangrijkste wijzigingen worden toegelicht (zie bijlage). Deze aanpassing werd goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Beheer van het gemeenschapscentrum en in de gemeenteraad van 30 maart 2009. Argumentatie Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente; Gelet dat het billijk overkomt onderscheid te maken in de retributies voor deze materiële dienstverlening, rekening houdend met de bereidheid tot inzet van de verenigingen in gemeentelijke instellingen en activiteiten. Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019, wordt een retributie gevestigd op het gebruik van de zalen en bijhorend materiaal in het gemeenschapscentrum. Artikel 2 De retributie wordt als volgt vastgelegd voor de verschillende zalen en categorieën zoals beschreven in het algemeen reglement: Categorie A: Het gemeentebestuur en zijn diensten, de gemeentelijke adviesraden, de beheerraden van de bibliotheek en het gemeenschapscentrum, het OCMW, de onderwijsinstellingen, de culturele partners in het kader van het gemeentelijk kunstenprogramma en erkende verenigingen (zowel feitelijk als met rechtspersoonlijkheid). Categorie B: privépersonen woonachtig in Boechout en instellingen of organisaties met zetel te Boechout. Categorie C: privépersonen niet-woonachtig in Boechout, instellingen of organisaties, zonder zetel in Boechout en ondernemingen. 16 december 2013
verslag GR
blz. 95 van 156
Categorie gebruiker Zaal Theater Vooruit
Zaal Den Boom
J.F. Willemsschool
A
B
C
weekdag: ma di woe do
€ 40
€ 250
€ 500
weekenddag: vrij zat zon
€ 50
€ 300
€ 700
week van ma tot don
€ 120
€ 750
€ 1500
weekend van vrij tot zon
€ 130
€ 800
€ 2000
weekdag: ma di woe do
€ 30
€ 150
weekenddag: vrij zat zon
€ 40
€ 250
week van ma tot don
€ 100
€ 450
weekend van vrij tot zon
€ 110
€ 600
weekdag: ma di woe do
€ 25
weekenddag: vrij zat zon
€ 30
week van ma tot don
€ 75
weekend van vrij tot zon
€ 80
Een gedeelte van een dag wordt als een volledige dag beschouwd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen week- en weekenddagen. Maandag, dinsdag, woensdag en donderdag zijn weekdagen vrijdag, zaterdag en zondag zijn weekenddagen. Bij reservaties waarbij het gebruik van de zaal voorafgaandelijk nodig is om de activiteit voor te bereiden of na de activiteit om de zaal in oorspronkelijke staat te herstellen (bv. opbouw tentoonstelling, repetities, afbraak evenement, inkleding, enz.) wordt voor categorie A een bedrag van 25 euro per dag aangerekend met een maximum van vijf dagen. Klank-& lichtinstallatie en projectiemateriaal (projectiescherm 4x4 m, projector, DVD en VHS-player) zijn aanwezig in de theaterzaal van Theater Vooruit en worden te huur aangeboden aan een forfait van 100 euro per dag aan gebruikers van categorieën B en C. Een extern technicus en extra materiaal kan ingehuurd via het gemeentebestuur. Louter voor vergaderingen in zaal Den Boom of zaal Theater Vooruit kunnen gebruikers van categorie B en C de zaal huren aan een kostprijs van 30 euro per uur. Uitvaarten in zaal Den Boom worden rechtstreeks aangevraagd aan de zaalverantwoordelijke tegen een forfaitair bedrag van 100 euro. Artikel 3 Het gemeentebestuur en zijn diensten, het OCMW, de gemeentelijke adviesraden en de beheerraden van de bibliotheek en het gemeenschapscentrum worden vrijgesteld van deze prijzen. Artikel 4 De betaling dient te gebeuren binnen de dertig dagen na ontvangst van het overschrijvingsformulier en steeds voor de datum van de activiteit. Artikel 5 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. 16 december 2013
verslag GR
blz. 96 van 156
Punt 35 : Raadslid Erik Philibert wijst op de exponentieel stijgende kosten. Hij dringt aan op een grondige audit inzake IGEAN. Schepen Mik Renders stelt dat de prijzen de hoogte ingaan wegens een gebrek aan concurrentie op de markt. Daarom is bij voorbeeld recentelijk het nieuwe contract GFT met diftarsysteem aan een Duits bedrijf gegund, wat de prijs heeft doen dalen.
16 december 2013
verslag GR
blz. 97 van 156
35. Financiën - Retributie voor het ophalen van grof huisvuil op afroep Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op het feit dat sommige voorwerpen moeilijk of onmogelijk door particulieren zelf naar het containerpark kunnen gebracht worden, zodat een ophaling door de gemeente op aanvraag moet georganiseerd worden Overwegende dat voor deze ophaling een retributie moet worden vastgelegd om enerzijds een deel van de kosten te recupereren en anderzijds een overbodig en/of overdreven gebruik van deze dienst op aanvraag te voorkomen en om – en in deze volgorde – het uitvoeren van de terugnameplicht te bevorderen de nog bruikbare goederen door het kringloopcentrum Opnieuw & Co te laten ophalen het gebruik van het gemeentelijk containerpark aan te moedigen Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005 Gelet op de brief van het Provinciebestuur dd. 14/05/1996
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie vastgesteld voor de ophaling van grof huisvuil op afroep. Artikel 2 Onder grof vuil moet het volgende verstaan worden: alle huisvuil dat, zelfs na verkleining niet in de normale huisvuilzak kan en/of mag. Artikel 3 Wat niet thuishoort bij grof vuil : huisvuil, PMD, tuinafval bouwafval, K.G.A., bedrijfsafval, papier, karton, glas, auto-onderdelen, snoeiafval, aarde en zand Artikel 4 De ophaling gebeurt eens in de twee maand, op dagen die vooraf aan de bevolking zullen bekend gemaakt worden via de normale kanalen. De ophaling zal gebeuren op speciale aanvraag van inwoners van de gemeente via telefonische, mondelinge of schriftelijke aanvraag met gedetailleerde uitleg over wat er zal aangeboden worden. Deze aanvragen kunnen tot drie werkdagen voor de ophaling aan het gemeentebestuur gemeld worden. 16 december 2013
verslag GR
blz. 98 van 156
Artikel 5 De voorwerpen dienen ten laatste om 7u30 op de stoep geplaatst te worden op de dag van de ophaling en ze moeten door twee personen op normale wijze verplaatsbaar zijn. Artikel 6 De retributie voor het ophalen van grof vuil bedraagt 20 EUR per aangezette m³. Per ophaling wordt maximaal 2 m³ opgehaald. De betaling ervan gebeurt na ophaling via een factuur. Artikel 7 Bij niet-minnelijke regeling van deze retributie zal de inning gebeuren via burgerlijke rechtsvordering. Artikel 8 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Artikel 9 Eventuele andere modaliteiten kunnen door het college van burgemeester en schepenen geregeld worden. Artikel 10 Dit besluit wordt overgemaakt aan het Provinciebestuur en aan de I.H.K.
16 december 2013
verslag GR
blz. 99 van 156
36. Financiën - Retributie op standplaatsen bij inname van het openbaar domein (zoals kiosken, kramen, tenten, enz.) - Aanslagjaren 2014-2019 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat het gebruik van de openbare wegen en pleinen kosten van toezicht en schoonmaak meebrengen Overwegende dat frietkramen en kampeerwagens geplaatst langs de openbare weg eveneens kosten meebrengen ivm hygiëne en reinheid Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op standplaatsen bij inname van het openbaar domein (zoals kiosken, kramen, tenten, enz.). Artikel 2 Het plaatsrecht bedraagt 0,50 EUR per m² en per dag met een maximum van 2,50 EUR per m² per week. Het gemeentebestuur kan uit overweging voor een eenvoudigere controle en gemakkelijkere invordering, en dit uitsluitend op eigen vraag van de exploitanten toestaan, dat de retributie voorafgaand op forfaitaire basis en op ondeelbare wijze wordt gekweten per maand, per trimester, per semester en per jaar: respectievelijk 10 EUR, 25 EUR, 45 EUR en 75 EUR per m². Artikel 3 De standplaatsen dienen aan het college van burgemeester en schepenen te worden aangevraagd. Artikel 4 Het plaatsrecht is verschuldigd door de exploitant, vooraleer de standplaats ingenomen wordt. De inning zal, indien dit nodig mocht blijken, het voorwerp uitmaken van een burgerlijke rechtsvordering. Artikel 5 Standplaatsen bij inname van het openbaar domein, voor organisaties in samenwerking met de gemeente, zijn vrijgesteld van deze retributie: - Jaarmarkt Boechout - Jaarmarkt Vremde 16 december 2013
verslag GR
blz. 100 van 156
-
Kerstmarkt Vremde Winterkermis en ‘Heuvel by night’ Braderij Heuvelstraat Wijk- en buurtfeesten Kermissen en circussen
Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 101 van 156
37. Financiën - Retributiereglement voor het verstrekken van compostvaten, beluchtingsstokken, wormenbakken, GFT-containers en compostbakken - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Argumentatie Gelet op het schrijven van IGEAN dd.6/8/09 en 12/4/12 Gelet op de beslissing in het schepencollege van 24/8/ 2009. Overwegende dat de gemeente Boechout in samenwerking met hun compostmeesters het thuiscomposteren wil blijven promoten om de afvalberg te verminderen. Overwegende dat de inwoners moeten aangezet worden om groenafval niet te deponeren in de restafvalzakken maar in de gratis uitgedeelde GFT-containers. Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/05
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het verstrekken van compostvaten, beluchtingsstokken, wormenbakken en compostbakken. Tevens wordt een retributie gevestigd op het verstrekken van GFT-containers. Deze retributie wordt enkel aangerekend indien de gratis verstrekte GFT-container door verkeerdelijk gebruik beschadigd is en moet worden vervangen. Artikel 2 De retributie bedraagt: a) Voor een compostvat inclusief beluchtingsstok: 23 euro b) Voor een extra beluchtingsstok: 5 euro c) Voor een wormenbak: 11 euro d) Voor een GFT-container 40 liter: 25 euro e) Voor een GFT-container 120 liter: 35 euro f) Voor een compostbak: 50 euro Artikel 3 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 102 van 156
38. Financiën - Retributie op het vervoer van in bruikleen gegeven gemeentelijk materiaal - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de wenselijkheid een reglement goed te keuren tot de regeling van het verlenen van diensten en het uitlenen van materiaal door de gemeente aan verenigingen en overkoepelende gemeentelijke raden die initiatieven nemen op socio-cultureel, recreatief en sportief vlak. Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 heft het gemeentebestuur een retributie op het vervoer van in bruikleen gegeven gemeentelijk materiaal. Artikel 2 Voor het vervoer van in bruikleen gegeven gemeentelijk materiaal uitgevoerd door de gemeentelijke diensten bedraagt de retributie 20 EUR/rit. Artikel 3 Boechoutse scholen zijn vrijgesteld van deze retributie. Door de gemeente erkende verenigingen genieten maximum tweemaal per jaar een vrijstelling. Artikel 4 De betaling van de retributie gebeurt achteraf via een factuur. Artikel 5 Bij niet-minnelijke regeling zal de inning van de retributie geschieden bij burgerlijke rechtsvordering. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Artikel 7 Dit reglement wordt overgemaakt aan de gemeentelijke adviesraden en de Boechoutse socio-culturele, sport- jeugdverenigingen. 16 december 2013
verslag GR
blz. 103 van 156
39. Financiën - Retributie voor ontlenen van materiaal uit de materialenbank - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Voorgeschiedenis Er werd vastgesteld dat de voorbije jaren sommige materialen, die ontleend worden uit de materialenbank, regelmatig stuk werden teruggebracht. Feiten en context De materialenbank van de vrijetijdsdienst bevat o.a. 2 beamers, een geluidsinstallatie, een geluidsmeter, walkie talkies en een circuskoffer. Dit zijn dure materialen en voor onderhoud en herstelling geldt een aanzienlijke kostprijs. Er wordt reeds een uitgebreide instructie meegegeven bij het uitlenen van de materialen alsook wordt een vormingsavond voor het gebruik ervan georganiseerd. Aangezien het duur materiaal betreft, wordt er een bijdrage gevraagd voor het ontlenen hiervan.
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het ontlenen van materialen, behorende tot categorie 3 en 4 uit de materialenbank, die door de vrijetijdsdienst van de gemeente ter beschikking worden gesteld. Artikel 2 De retributie bedraagt: - Beamer: 5 EUR per schijnuur - Geluidsinstallatie: 5 EUR per dag - Set walkietalkies: 5 EUR per dag - Zwartepieten kostuums: 5 EUR per dag - Circuskoffer: 5 EUR per dag - Geluidsmeter: 5 EUR per dag Artikel 3 Voor het laattijdig binnenbrengen van materiaal zal er een boete worden aangerekend. Deze boete bedraagt 5 EUR per item per dag te laat. 16 december 2013
verslag GR
blz. 104 van 156
Artikel 4 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 105 van 156
40. Financiën - Retributie voor deelname aan gemeentelijke activiteiten ivm jeugd, sport en cultuur - Aanslagjaren 2014-2019 - Goedkeuring Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gezien het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Gelet op de financiële noodwendigheden van de gemeente. Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet.
Besluit Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op de deelname aan de in artikel 3 vermelde activiteiten. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door iedere persoon die aan de voornoemde activiteit deelneemt. Artikel 3 De tarieven worden als volgt vastgelegd: - Sportweken - Onder ‘normaal tarief’ wordt verstaan: het eerste kind van het gezin dat deelneemt aan de activiteit. - Onder ‘reductietarief’ wordt verstaan: vanaf het tweede kind van het gezin dat deelneemt aan de activiteit. - Onder ‘sociaal tarief’ wordt verstaan: alle kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. In dit geval moet er een attest van het OCMW worden voorgelegd.
Normaal tarief Reductietarief Sociaal tarief 16 december 2013
Voor inwoners van Boechout/ Vremde 60,00 euro 40,00 euro 15,00 euro verslag GR
Voor inwoners van andere gemeenten 75,00 euro 50,00 euro 15,00 euro blz. 106 van 156
-
Speelweken Voor inwoners van Boechout/Vremde 2,00 euro 4,00 euro
Halve dag Hele dag
-
Voor inwoners van andere gemeenten 3,00 euro 5,00 euro
Uitstappen speelplein ’t wiebelei en grabbelpas
20 euro met telkens een reductie van 25% vanaf het 2e kind. Personen met een laag inkomen betalen voor de uitstappen en speelpleinwerking, op voorlegging van een OCMW attest, de helft van de prijs die gevraagd wordt voor het 1e kind. - afgifte grabbelpas-/swappas
3,00 euro/persoon
- deelname grabbelpas-/swapactiviteit
5,00 euro/persoon met pas 7,00 euro/persoon zonder pas - kriebelkampen (vb circusstage of wiebelkriebelweken): 12 euro Artikel 4 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
16 december 2013
verslag GR
blz. 107 van 156
41. Financiën - Budget 2013 - Wijziging 1 en A - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Voorgeschiedenis Het budget 2013 werd gestemd in de gemeenteraad van 25 februari 2013. Feiten en context De noodzaak bestaat om het budget van 2013, zowel voor de gewone als voor de buitengewone dienst aan te passen. Wat de gewone dienst betreft bestond de wenselijkheid om de verlaging van de inning van de aanvullende personenbelasting op te nemen als duidelijk signaal naar de federale overheid. Het bijtellen van dit verschil bij de prognose van 2014, zoals vooropgesteld door de FOD financiën, maakt dat de impact van de tragere inning (of doorstorting) geen zeer grote impact heft op onze gemeentelijke financiën, maar het is vanzelfsprekend dat dit niet recurrent mag gebeuren en dat de federale overheid zich minimaal dient te houden aan haar engagementen. De andere budgetwijzigingen in de gewone dienst zijn relatief kleine bijsturingen. We hebben eerder lang gewacht met deze budgetwijziging omdat de regels vanaf 2014 met de invoering van de BBC grondig wijzigen en dat het geen enkele zin had om budgetten te voorzien voor zaken die niet meer in 2013 uitgevoerd kunnen worden. Dit zal in de toekomst van de diverse diensten een grondige wijziging vragen in de manier van denken en werken. Het verhoogde boni van de gewone dienst werd ook ingebracht. Wat de buitengewone dienst betreft werd het mali ingebracht zoals bleek uit de rekening 2013. De extra ingeschreven lening zal nooit zo opgenomen worden, maar is een verplichting om het budgettaire evenwicht te verzorgen in de NGB. Niet opgenomen leningen zullen niet overgebracht worden naar de BBC. Ook hier werden een aantal aanpassingen gedaan met enkele meer- en minderuitgaven en enkele uitgaven die naar het budget van 2014 werden doorgeschoven. Het totale gecumuleerde resultaat van gewone en buitengewone dienst, bijgestuurd met een aantal andere factoren, heeft dienst gedaan als uiteindelijk gecumuleerd bedrag waarmee de BBC op 1 januari 2014 van start zal gaan. Dit resultaat zal uiteindelijk worden aangepast na afsluiten van de jaarrekening 2013 in het oude systeem Advies Het managementteam van 27 november 2013 heeft een lijst met aan te passen artikels voorgesteld. De toelichting van Michel Mertens, financieel beheerder. Juridische grond Het gemeentedecreet. Artikel 15 van het KB van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit. 16 december 2013
verslag GR
blz. 108 van 156
Besluit Artikel 1 De budgetwijziging 1 van 2013 wordt goedgekeurd, waardoor de gewone ontvangsten worden verminderd met 621.298 euro en de gewone uitgaven worden vermeerderd met 106.122 euro. Het boni van de rekening 2012 werd ingebracht met een verhoging van 559.788 euro. Het nieuwe saldo bedraagt 4.046.149 euro. Artikel 2 De budgetwijziging A van 2013 wordt goedgekeurd, waardoor de buitengewone ontvangsten worden vermeerderd met 3.315.000 euro en de buitengewone uitgaven worden verminderd met 121.750 euro. Het mali van de rekening 2012 werd ingebracht met een vermindering van 3.436.759 euro. Het nieuwe saldo bedraagt 782 euro. Artikel 3 Deze beslissing zal voor goedkeuring worden doorgestuurd aan de hogere overheid volgens het toezichtsdecreet van 28 april 1993
16 december 2013
verslag GR
blz. 109 van 156
Punten 42, 43 en 44 : Financieel beheerder Michel Mertens en burgemeester Koen T’Sijen lichten om beurten toe :
16 december 2013
verslag GR
blz. 110 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 111 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 112 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 113 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 114 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 115 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 116 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 117 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 118 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 119 van 156
16 december 2013
verslag GR
blz. 120 van 156
42. Financiën - BBC - Indeling beleidsdomeinen en beleidsvelden Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Voorgeschiedenis Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij ministerieel besluit van 23 november 2012 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Feiten en context Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn stipuleert dat in de beleidsrapporten gebruik gemaakt van een indeling in beleidsdomeinen, welke indeling wordt vastgesteld door de raad. Elke indeling in beleidsdomeinen bevat het beleidsdomein algemene financiering, zoals vastgesteld door de minister. Elk beleidsdomein is samengesteld uit beleidsvelden, elk beleidsveld behoort tot één beleidsdomein. Beleidsvelden kunnen door het College van burgemeester en schepenen verder onderverdeeld worden in beleidsitems. Elk beleidsitem behoort tot één beleidsveld; Overwegende dat de indeling in beleidsdomeinen en beleidsvelden moet worden vastgesteld door de gemeenteraad; Juridische grond Gelet op de artikelen 145 tot en met 179 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; 16 december 2013
verslag GR
blz. 121 van 156
Besluit Enig artikel De gemeenteraad keurt het in bijlage gevoegde document houdende indeling in beleidsdomeinen en beleidsvelden goed.
16 december 2013
verslag GR
blz. 122 van 156
43. Financiën - Meerjarenplan 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Voorgeschiedenis Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij ministerieel besluit van 23 november 2012 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Feiten en context Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/7 van 6 september 2013 betreffende de digitale rapportering; Gelet op de omzendbrief 2013/8 van 18 oktober 2013 omtrent de invoering van BBC; De besturen moeten een financiële planning in evenwicht indienen. Dat 'financieel evenwicht' wordt in de BBC getoetst aan de hand van twee normen: een toestandsevenwicht en een structureel evenwicht. Het toestandsevenwicht houdt in dat het resultaat op kasbasis voor elk financieel boekjaar van het meerjarenplan groter moet zijn dan of gelijk aan nul. Het structureel evenwicht wordt aangetoond aan de hand van de autofinancieringsmarge. Dat is een parameter die aangeeft in hoeverre de exploitatie-ontvangsten volstaan om de exploitatie-uitgaven en de intresten en schuldaflossingen te financieren. Het meerjarenplan voldoet aan de norm van structureel evenwicht als de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar van het meerjarenplan groter is dan of gelijk aan nul. Die toetsing gebeurt niet in het budget, maar in het meerjarenplan. Advies Positief advies van het managementteam 27 november 2013. Juridische grond Gelet op de artikelen 145 tot en met 179 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. 16 december 2013
verslag GR
blz. 123 van 156
Besluit Artikel 1 De gemeenteraad stelt vast dat voldaan is aan de opgelegde evenwichtvoorwaarden: Jaar 2014
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
Resultaat op kasbasis
2.071.305
1.381.026
1.375.699
1.392.863
1.841.014
1.421.588
Autofinancieringsmarge
1.195.043
782.071
411.958
695.364
973.151
1.295.574
Artikel 2 De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2014-2019 goed. Artikel 3 Deze beslissing zal bekendgemaakt worden en voor goedkeuring worden doorgestuurd aan de hogere overheid volgens het toezichtsdecreet van 28 april 1993.
16 december 2013
verslag GR
blz. 124 van 156
44. Financiën - Budget 2014 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Voorgeschiedenis Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij ministerieel besluit van 23 november 2012 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Feiten en context Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/7 van 6 september 2013 betreffende de digitale rapportering; Gelet op de omzendbrief 2013/8 van 18 oktober 2013 omtrent de invoering van BBC; De besturen moeten een financiële planning in evenwicht indienen. Dat 'financieel evenwicht' wordt in de BBC getoetst aan de hand van twee normen: een toestandsevenwicht en een structureel evenwicht. Die toetsing gebeurt niet in het budget, maar in het meerjarenplan: het financieel evenwicht van het budget wordt indirect aangetoond: het budget moet passen in het meerjarenplan en dat meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Advies Positief advies van het managementteam 27 november 2013. Juridische grond Gelet op de artikelen 145 tot en met 179 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen;
16 december 2013
verslag GR
blz. 125 van 156
Besluit Artikel 1 De gemeenteraad stelt vast dat de cijfers van het budget 2014 passen binnen die van het meerjarenplan 2014-2019. Het exploitatiebudget: Uitgaven ALGEMENE FINANCIERING
Ontvangsten
382.190
11.418.739
Saldo 11.036.549
ALGEMEEN BESTUUR EN COMMUNICATIE
2.781.119
129.746
-2.651.373
SAMENLEVING EN VRIJE TIJD
4.412.112
1.995.654
-2.416.458
5.138.041
1.253.139
-3.884.902
12.713.462
14.797.278
2.083.816
RUIMTE, WERKEN EN WONEN Totalen
Het investeringenbudget: Uitgaven
Ontvangsten
ALGEMENE FINANCIERING ALGEMEEN BESTUUR EN COMMUNICATIE
Saldo
355.000
355.000
70.000
-70.000
SAMENLEVING EN VRIJE TIJD
592.125
282.700
-309.425
RUIMTE, WERKEN EN WONEN
1.925.700
55.000
-1.870.700
Totalen
2.587.825
692.700
-1.895.125
Het liquiditeitenbudget: Het resultaat op kasbasis bedraagt 2.071.305 euro. Artikel 2 Het budget 2014 - met de financiële nota 2014 en de beleidsnota bij het budget 2014 wordt goedgekeurd. Artikel 3 Deze beslissing zal bekendgemaakt worden en voor goedkeuring worden doorgestuurd aan de hogere overheid volgens het toezichtsdecreet van 28 april 1993
16 december 2013
verslag GR
blz. 126 van 156
Na afloop van de stemmingen over de belastings- en retributiereglementen, budget en meerjarenplanning, dankt burgemeester Koen T’Sijen de oppositie voor hun constructieve houding in deze.
16 december 2013
verslag GR
blz. 127 van 156
Punten 45 en 46 : OCMW voorzitter Stine Bertels licht de doelstellingen en acties toe : Algemene toelichting De opmaak van het voorliggend meerjarenplan 2014-2019 en van het budget 2014 gebeurde voor de eerste maal volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012. Er werd daarbij verder ook rekening gehouden met de bepalingen van het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s, en van de omzendbrief BB 2013/4 omtrent de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus. Bij de opmaak van het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 werd uitgegaan van de volgende assumpties: 1. De vertrekbasis is de huidige werking van het OCMW die wordt voortgezet met als algemeen principe dat er prognoses werden opgesteld op basis van de cijfers die in september 2013 gekend waren, de toelagen werden geïndexeerd, de algemene kosten zoals b.v. administratiekosten en kosten van onderhoud en herstellingen zo veel als mogelijk verminderd ten opzichte van het budget 2013. 2. Personeelskosten Er werd uitgegaan van het behoud van het huidig personeelsbestand (19,89 VTE) gedurende de ganse periode van het meerjarenplan. Er werden geen bijkomende aanwervingen voorzien. Wat sociale tewerkstelling betreft, werden budgetten voorzien voor de tewerkstelling van 6 VTE in het kader van art. 60§7 van de organieke OCMW-wet. Voor het jaar 2014 werd een indexverhoging toegepast van 2% vanaf de maand augustus. Voor 2015 werd er op vraag van het gemeentebestuur geen indexverhoging toegepast, voor 2016 tot en met 2019 werd er opnieuw een indexverhoging van 2 % toegepast. De pensioenbijdragen voor de statutaire personeelsleden zullen in de komende jaren nog gevoelig stijgen en dus aanleiding geven tot een sterke stijging van de personeelskosten. In het meerjarenplan wordt rekening gehouden met de volgende bijdragevoeten, zoals meegedeeld door de RSZPPO : 2014 36 % ( t.o.v. 34% in 2013), in 2015: 40 % en vanaf 2016 41,5 %. Er werden ook kredieten voorzien voor de financiering van de 2 de pensioenpijler voor contractuelen ( 1 %). 3. Aanpassingen naar BBC-model: in het BBC-model worden er een aantal kosten en opbrengsten niet meer geraamd. De belangrijkste zijn de afschrijvingen, de voorzieningen voor groot onderhoud, voor vakantiegeld en voor pensioenen. Deze zullen nog steeds worden geboekt en opgenomen worden in de algemene boekhouding, maar worden niet langer budgettair geboekt en geraamd.
We vermelden verder voor de verschillende kostenplaatsen (NOB) de belangrijkste wijzigingen/ assumpties ten opzichte van budget 2013. 4. Algemene administratie - Het aandeel van het gemeentefonds werd geïndexeerd volgens de informatie die daarover door ABB verstrekt werd. 16 december 2013
verslag GR
blz. 128 van 156
- ‘erelonen consultants’ omvat naast de kosten voor de veiligheidsconsulent, ook de kosten van de assistentie voor het voeren van de boekhouding en in ’t bijzonder het afsluiten van de jaarrekening en de kosten voor de begeleiding door KINA inzake interne controle en audit . Er werd, in overleg met de gemeente, geen apart budget voorzien voor de evaluatie van de decretale graden. 5. Poetsdienst De budgetten voor de poetsdienst werden opgesteld op basis van 6,49 VTE. Er werd in tegenstelling tot het budget 2013 niet langer uitgegaan van de opvulling van het personeelskader (7 VTE). Er werd rekening gehouden met een stijging van de prijs van de dienstencheque op 1 januari 2014 naar € 9. De kostprijs van de aankoop van cheques werd geraamd op € 86.697 in 2014. De toelage van Sodexho werd geraamd op € 213.900 ( de werkingstoelage aan € 22,04 per cheque en geïndexeerd naar € 22,37 per cheque voor de tweede helft van het jaar 2014). 6. Lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers (LOI) Voor LOI werd, rekeninghoudend met de opzeg van conventies door Fedasil in het najaar van 2013, de volgende bezetting geraamd: 12 volwassenen en drie kinderen met een bezettingsgraad van 90 %. De toelage van Fedasil daalt van € 278.000 in budget 2013 naar € 186.595 voor 2014. Er werd rekening gehouden met een vergoeding voor leegstand ( € 15,11 / volwassene en € 8,31/ kind)
7. Boechoutse Buurtservice (BBS) Bij de opmaak van het meerjarenplan werd er geen rekening gehouden met het toekomstige decreet lokale diensteneconomie en de uitvoeringsbesluiten die vanaf half 2014 zullen in voege treden en een impact zullen hebben op de werking van de BBS. Er werd geraamd op basis van een status quo van het aantal doelgroepwerknemers (2VTE). In 2014 ontvangen we voor één personeelslid een betoelaging via sine ( t.o.v. een toelage voor twee personen in budget 2013). 8. Sociale dienst Voor de werking van de sociale dienst werd er geraamd op basis van de laatst gekende situatie ( september 2013) en er werd verder een inschatting gemaakt op basis van de te verwachten evoluties: - de verblijfskosten van geplaatste bejaarden : 5 personen in een woonzorgcentrum ten laste van het OCMW - voor de tewerkstelling van art 60’ers werd de loonkost voor 6 VTE voorzien. Hiervan worden er 4 VTE betoelaagd via verhoogde staatstoelage en 2 VTE via de gewone staatstoelage. Een private firma of VZW betaalt een loonbijdrage aan het OCMW voor twee tewerkstellingen via art.60§7 (€ 6.000). - leefloon : er werd uitgegaan van 22 leefloners en een bedrag van € 225.000 ( 22 personen aan een gemiddeld bedrag van € 850/ maand). De terugvordering van de staat werd geraamd op 50% van de uitgaven. - er werd een budget voorzien van € 4.500 voor de tenlastename van begrafeniskosten ( 3 begrafenissen, waarvan 1 terugvorderbaar). - Verlaging van de huurkost voor woningen van de sociale verhuurdienst en doorgangswoningen met als doelstelling de volledige afbouw van sociale verhuurdienst in de loop van 2014 en het behoud van 3 noodwoningen. - het budget voor kandidaat politiek vluchtelingen en buitenlandse behoeftigen zonder recht op leefloon werd verlaagd naar € 96.000 (100% betoelaagd) 16 december 2013
verslag GR
blz. 129 van 156
- de mantelzorgtoelage werd berekend op basis van 43 gerechtigden aan een gereduceerd bedrag van € 50/maand (€26.000). - Het budget voor tussenkomst in de kosten van medische hulp werd verlaagd omwille van de invoering het nieuwe terugbetalingssysteem van de POD MI (MediPrima) vanaf 1 januari 2014. - De afschaffing van gehandicaptentoelage m.i.v. 2014 ( - € 10.000). - Bijdrage aan SVK WoonWeb: vaste jaarlijkse bijdrage € 7.666+ eenmalige kost in 2014 van € 1.650 . 9. Investeringen In 2014 werd de aankoop van een LOI-woning gepland. De aankoopprijs wordt geraamd € 240.000 en zal grotendeels via de gecumuleerde LOI-overschotten uit het verleden gefinancierd worden. Er wordt een jaarlijks budget in het meerjarenplan voorzien voor de vervanging van informaticamateriaal ( elk jaar € 4.000).
10. Bestemde gelden Bestemde gelden zijn geldmiddelen die de raad in het meerjarenplan en in het budget reserveert voor een specifieke bestemming in de volgende financiële boekjaren. Voor 2014 is het totaal bedrag van de bestemde gelden € 424.500. Dit omvat enerzijds : - de gelden uit gecumuleerde LOI-overschotten € 211.000 (€ 191.000 uit vorige jaren + € 20.000 voor 2013) - Geld uit de opgezette voorzieningen voor groot onderhoud : € 17.500 - Geld uit de verkoop van patrimonium van het OCMW : € 196.000
Deze bestemde gelden zullen worden aangewend voor de financiering van toekomstige investeringen. In 2014 werd hiervoor via een investeringsproject de aankoop van een LOI-woning gepland ( € 240.000). Deze aankoop zal d.m.v. de bestemde gelden worden gefinancierd. Hierdoor daalt het totaal bedrag aan bestemde gelden in 2014 naar € 184.500.
Het OCMW ontvangt volgende bedragen van de gemeente :. In In In In In In
2014 2015 2016 2017 2018 2019
een een een een een een
bedrag bedrag bedrag bedrag bedrag bedrag
16 december 2013
van van van van van van
1 1 1 1 1 1
051 055 088 111 136 158
000 000 000 000 000 000
euro euro euro euro euro euro
verslag GR
blz. 130 van 156
45. OCMW - Budgetwijziging 2013 - nr. 1 - Kennisname aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Kennisname De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat het noodzakelijk is om over te gaan tot een wijziging aan het budget 2013 op het vlak van investeringsprojecten; Gelet op de verklarende nota dienaangaande; Gelet op de bespreking dienaangaande tijdens de vergadering van het MAT van 22 oktober 2013; Gelet op de toelichting van de OCMW-voorzitter in zitting van heden; Overwegende dat de voorgestelde budgetwijziging geen invloed heeft op de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage; Advies Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van 14 oktober 2013; Argumentatie Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW, inzonderheid artikelen 86§4, 91, 156, 255 en 270;
Besluit Artikel 1 Neemt kennis van de budgetwijziging nr. 1 – 2013. Artikel 2 Stelt dit besluit voor verder gevolg in het bezit van het OCMW.
16 december 2013
verslag GR
blz. 131 van 156
46. OCMW - Meerjarenplan 2014-2019 - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op het voorontwerp van meerjarenplan, opgesteld door secretaris en financieel beheerder in overleg met het managementteam; Gelet op de bespreking tijdens de vergadering van het Managementteam van 26 november 2013; Gelet op het raadsbesluit van het OCMW van 3 december 2013 inzake goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019; Advies Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van 25 november 2013; Argumentatie Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW, inzonderheid artikelen 86§4, 91, 146 tot 148, 255 en 270; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 omtrent de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus;
Besluit Enig artikel De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW goed.
16 december 2013
verslag GR
blz. 132 van 156
47. OCMW - Budget 2014 - Kennisname aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Kennisname De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op het voorontwerp van het budget 2014, opgesteld door secretaris en financieel beheerder in overleg met het managementteam; Gelet op de bespreking tijdens de vergadering van het Managementteam van 26 november 2013; Gelet op de definitieve goedkeuring van het budget 2014 in zitting van de OCMW-raad van 3 december 2013; Gelet op de toelichting van de OCMW-voorzitter in zitting van heden; Advies Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van 25 november 2013; Argumentatie Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW, inzonderheid artikelen 86§4, 91, 149 tot 159, 255 en 270; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 omtrent de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus;
Besluit Artikel 1 Neemt kennis van het budget van het OCMW voor het dienstjaar 2014. De gemeentelijke bijdrage bedraagt € 1.051.000,00. Artikel 2 Stelt dit besluit voor verder gevolg in het bezit van het OCMW.
16 december 2013
verslag GR
blz. 133 van 156
48. Bevolking - Reglement op begraafplaatsen van de gemeente Boechout - Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Gelet op de noodzaak om het bestaande politiereglement op de gemeentelijke begraafplaatsen van 18 maart 1999 te actualiseren; Argumentatie Overwegende dat de gemeenteraad het tarief en de voorwaarden voor het verlenen van concessies vaststelt; Overwegende dat de gemeenteraad concessies kan verlenen; dat de gemeenteraad deze bevoegdheid heeft overgedragen aan het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria onderworpen zijn aan het gezag, de politie en het toezicht van de gemeentelijke overheden die ervoor moeten zorgen dat er geen wanorde heerst, dat er geen handelingen verricht worden die strijdig zijn met de aan de overledenen verschuldigde eerbied en dat er geen ontgravingen gebeuren zonder dat daartoe verlof werd verleend; Overwegende dat de gemeenteraad de uitoefening moet regelen van ieder recht om, tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, op het graf van zijn verwante of vriend een grafteken te doen plaatsen; Overwegende dat de gemeenteraad alles regelt wat betrekking heeft op de afmetingen van de graftekens en de aard van de te gebruiken materialen; Overwegende dat de gemeenteraad de afstand tussen de grafkuilen bepaalt; Juridische grond Gelet op de artikelen 119bis en 135, §2 van de nieuwe gemeentewet; dat artikel 135 § 2 stelt dat de gemeentelijke overheid moet instaan voor een goede politie en onder meer de openbare reinheid, gezondheid, veiligheid en rust moet waarborgen; Gelet op de artikelen 15bis, §2, tweede lid, 23bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij het decreet van 10 november 2005, het decreet van 18 april 2008, de decreten van 9 december 2011 en het decreet van 22 februari 2013; 16 december 2013
verslag GR
blz. 134 van 156
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, gewijzigd bij het besluit van 2 december 2005; Gelet op de artikelen 42 en 64 van het gemeentedecreet;
Besluit 1. Locaties begraafplaatsen : De begraafplaatsen bevinden zich te : - Boechout - Hovesesteenweg - Vremde - Wommelgemsesteenweg 2. Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan Artikel 1 Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een stoffelijk overschot op het grondgebied van de gemeente. Artikel 2 Diegene die voor de begraving instaat regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan. Artikel 3 Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, vindt ten vroegste 24 uur na het overlijden, de begraving van niet-gecremeerde stoffelijke resten of de crematie met daarop volgend de begraving, de berging of de verstrooiing van de as, plaats. Het gemeentebestuur beslist in elk geval over dag en uur van de begrafenis. De begraving, plaatsing in een columbarium of verstrooiing van de as heeft plaats binnen de dagen volgend op de aangifte van het overlijden. Artikel 4 Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest. De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen. Artikel 5 Het gebruik van doodskisten, foedralen, doodswaden, producten en procédés die de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten, is verboden. Artikel 6 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na kisting niet meer geopend worden. 3. Vervoer van stoffelijke resten a) Vervoer van niet gecremeerde stoffelijke resten Artikel 1 De volgende vormen van vervoer zijn verboden, behoudens machtiging van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van zijn gemachtigde: a)
het vervoer, buiten het grondgebied van de gemeente, van de stoffelijke resten van de personen die er overleden of dood aangetroffen werden;
b) het vervoer, naar een plaats op het grondgebied van de gemeente, van de stoffelijke 16 december 2013
verslag GR
blz. 135 van 156
resten van personen die er niet zijn overleden of dood aangetroffen werden. In het in a) vermelde geval wordt de machtiging alleen verleend als een document voorgelegd kan worden waaruit het akkoord blijkt van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van bestemming. Artikel 2 Als stoffelijke resten van in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in: a)
het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland; b) het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft; c) het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b). b) Vervoer van gecremeerde stoffelijke resten
Het vervoer van gecremeerde stoffelijke resten is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid. 4. Concessies Artikel 1 De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie. Artikel 2 De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door de gemeenteraad goedgekeurde plannen. In geen geval mag er een concessie verleend worden op een plaats die bestemd is voor de niet- geconcedeerde gronden. Artikel 3 Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar. Artikel 4 De concessies worden verleend voor 30 jaar. De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen. De concessies worden verleend in dit reglement en in het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. Artikel 5 Bij het overlijden van een familielid mogen er maximum twee naast elkaar liggende percelen of maximum twee naast elkaar gelegen urnenkelders aangekocht worden. De duur van het concessiecontract neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag voor het verstrijken van de termijn hernieuwd worden. De gemeenteoverheid voorziet in volgende middelen van bekendmaking : - een brief door de gemeenteoverheid op het laatst bekende adres dat ze van de aanvrager heeft; 16 december 2013
verslag GR
blz. 136 van 156
- een aankondiging in het gemeentelijk informatieblad; - een aanplakking aan de ingang van het kerkhof - een individuele markering van het graf De concessie vervalt als er geen aanvraag voor een hernieuwing is gedaan voor het vervallen van de concessie. Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwing ervan (artikel 7 § 2, laatste lid van het decreet van 16 januari 2004). Artikel 7 Specifieke regeling naar verlopen van de termijn (vanaf 15 jaar) inzake begraving in gewone lijn. Op uitdrukkelijk verzoek van aanverwanten of nabestaanden kan er, nadat de periode van begraving in de gewone lijn (vanaf 15 jaar) is verstreken en tot verwijdering van een graf of graven is besloten, toegestaan worden dat de stoffelijke resten worden ontgraven en overgebracht naar geconcedeerde grond. Evenwel zijn de kosten voor ontgraving, overbrenging van stoffelijke resten en zerk voor de betrokken aanvragers(s). Bovendien dient het geldende tarief van een concessie te worden betaald. De termijn van de concessie gaat met terugwerkende kracht in op datum van het overlijden van de betrokken persoon. De zerken dienen in overeenstemming gebracht (zelfde of voorgeschreven afmetingen) zoals van toepassing op de concessieparken. Deze bepalingen met gelden tevens voor de ontgraving en overbrenging van urnen uit de gewone lijn van columbariumwand naar het urnenveld. 5. Concessiehernieuwingen Artikel 1 De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen. De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in dit reglement en in het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. De beslissing, waarbij de concessiehernieuwing wordt verleend, vermeldt die voorwaarden. Artikel 2 a. Hernieuwing of verlenging van een enkelvoudige concessie De duur van de hernieuwing bedraagt 30 jaar. Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen. b. Hernieuwing of verlenging met bijbegraving De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijbegraving in de concessie. Met betrekking tot de personen die een aanvraag tot hernieuwing kunnen indienen en de duur ervan gelden dezelfde richtlijnen als bij de hernieuwing zonder bijbegraving Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van 15 jaar die begint te lopen op de datum van overlijden, indien dit overlijden zich minder dan 15 jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan. 16 december 2013
verslag GR
blz. 137 van 156
Artikel 3 In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte, op dezelfde of op een andere begraafplaats in de gemeente. De kosten van overbrenging van de stoffelijke resten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente. Artikel 4 In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte in volle grond of het urnenveld van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats. De kosten voor de overbrenging van de lichamen zijn ten laste van het gemeentebestuur (artikel 5, § 2, tweede lid, van het decreet van 16 januari 2004). De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten zijn ten laste van de aanvrager. 6. Mortuarium De gemeente Boechout bezit geen mortuarium in eigen beheer, maar doet beroep op privé mortuaria dienende tot : 1. het bewaren, in afwachting van de begraving van de gevonden lijken die nog geïdentificeerd moeten worden; 2. het ontvangen van de stoffelijke resten van overleden personen die niet bewaard kunnen worden op de plaats van overlijden of in hun woonplaats; 3. het opnemen van lijken waarop ingevolge rechterlijke beslissing een lijkschouwing moet worden verricht: 4. het bewaren van stoffelijke resten voor vrijwaring van de openbare gezondheid; 5. het bewaren van lijken waarvan de overbrenging is gevraagd door de familie of, bij ontstentenis, door elke belanghebbende, na machtiging van het gemeentebestuur. 7. Begravingen Artikel 1 Bij het bezorgen van de stoffelijke overblijfselen op de gemeentelijke begraafplaats moeten de gemeentelijke diensten tenminste 3 werkdagen vooraf verwittigd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een plaatsing in het columbarium of een uitstrooiing. Die verplichting rust bij de naaste verwanten of de gemachtigde. Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidgrens nog niet hebben bereikt, worden na een zwangerschapsduur van ten volle 12 weken op verzoek van de ouders begraven of gecremeerd ( artikel 15, § 2, van het decreet van 16 januari 2004). Artikel 2 De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving (volle grond of urnenveld), de bewaring in een columbarium en de asverstrooiing van : 1. de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood zijn aangetroffen; 2. de personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar werden aangetroffen, maar die in haar bevolkingsregisters, vreemdelingen- en wachtregister zijn ingeschreven: 16 december 2013
verslag GR
blz. 138 van 156
3. de personen, begunstigd met een recht op begraving of bijbegraving in een geconcedeerd graf (volle grond of urneveld); 4. uitzonderlijk en als de overledene een bijzondere relatie heeft gehad met de gemeente, kan het college van burgemeester en schepenen toestemming geven tot begraving op een gemeentelijke begraafplaats. Artikel 3 De begravingen mogen plaatsvinden van maandag tot vrijdag tussen 9.30 uur en 15.00 uur en op zaterdagen tussen 9.30 uur en 13.00 uur Op zon- en wettelijke feestdagen en plaatselijke vastgelegde sluitingsdagen kunnen geen begrafenissen plaatsvinden. Artikel 4 De begravingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst tevens de percelen aan voor begraving in volle grond, kindergraven, bewaring in een columbarium, alsook de begraving op het urnenveld. Op de kist of asurn wordt een plaatje bevestigd met het jaartal en het volgnummer van de begraving. De begraving, bewaring in een columbarium of uitstrooiing van de as op de gemeentelijke begraafplaats met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een register dat bijgehouden wordt door de respectievelijke gemeente op de begraafplaats waar ze plaatsgevonden heeft. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de nauwkeurige aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide (artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004). Het register wordt op het einde van elk jaar gesloten en vastgesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde en in de gemeentearchieven neergelegd. A) Percelen voor begravingen in volle grond a) Begravingen in de gewone lijn. De percelen om één persoon in volle grond te begraven hebben een eenvormige oppervlakte van: - 2.00 m x 1.00 m voor een persoon van minstens zeven jaar; De teraardebestelling gebeurt in afzonderlijke graven, naarmate de besluiten inzake toestemming tot begraven. De graven op niet geconcedeerde gronden (gewone lijn) worden na verloop van 15 jaar verwijderd. b) Begravingen op de begraafplaats voor kinderen (tot 8 jaar) Specifieke voorschriften voor de begraafplaats voor kinderen van minder dan 8 jaar: - begraving in niet-geconcedeerde grond waarbij de termijnen inzake verwijdering niet van toepassing zijn;. - de percelen voor de begraving van één kind in volle grond hebben een éénvormige oppervlakte van 1,20 m x 0,60 m - de bepalingen inzake verwaarlozing van de graven/grafmonumenten worden toegepast Het stoffelijk overschot van een levenloos geboren kind kan begraven worden op deze begraafplaats of op een gewoon perceel, mits aanpassing van de graftekens aan bijhorend perceel. De stoffelijke overschotten van kinderen kunnen gecremeerd worden. Het begraven van kinderen tot 8 jaar op de kinderbegraafplaats is evenwel niet verplicht. Wanneer wordt besloten kinderen elders te begraven, gelden evenwel alle bepalingen zoals 16 december 2013
verslag GR
blz. 139 van 156
van toepassing op de desbetreffende percelen. c) Begravingen in concessies. De geconcedeerde percelen voor de begraving van 2 personen hebben een oppervlakte van 2,00 m x 1,00 m. Concessies voor de begravingen van 3 of 4 personen in volle grond hebben een oppervlakte van 2,00 m x 2,00 m. Het begraven van gecremeerde stoffelijke resten is toegelaten. B) Percelen bestemd voor het begraven in grafkelder Het gemeentebestuur laat de plaatsing van grafkelders niet meer toe. C) Percelen bestemd voor de begraving van urnen (urnenveld) In de urnenkelders mogen maximum 4 x 1 urne geplaatst worden. De percelen voor het begraven van één of twee urnen hebben een eenvormige oppervlakte van 0,60 x 0,60 m D) Columbarium De urnen in de columbariumwand worden na verloop van 15 jaar verwijderd. Zowel op de strooiweide als aan het columbarium wordt een plaats voorbehouden voor het aanbrengen van gedenkenisvoorwerpen. E) Begravingen op het erepark voor oud-strijders (enkel van toepassing op de begraafplaats in Boechout) Het erepark voor oud-strijders op de begraafplaats van Boechout is voorbehouden voor de begraving van de stoffelijke resten van: -
de Belgische militairen en gelijkgestelden van de oorlog 1914-1918, als dusdanig erkend door het Ministerie van Landsverdediging, in het bezit van de “strijderskaart” of “vuurkaart”, die bij overlijden hun woonplaats in Boechout hebben;
-
de erkende politieke gevangenen, als dusdanig erkend door het Ministerie van Landsverdediging, in het bezit van het statuut van politiek gevangene, die bij overlijden hun woonplaats in Boechout hebben;
-
de Belgische militairen en gelijkgestelden van de oorlog 1940-1945, als dusdanig erkend door het Ministerie van Landsverdediging, in het bezit van de “strijderskaart” met opgave van de oorlogsverdiensten, met dien verstande dat enkel deelname aan de 18-daagse veldtocht niet volstaat, die bij overlijden hun woonplaats in Boechout hebben;
-
de Belgische militairen en gelijkgestelden van de veldtocht in Korea, als dusdanig erkend door het Ministerie van Landsverdediging, in het bezit van de “kaart met opgave van oorlogsverdiensten voor strijder van de veldtocht van Korea” die bij overlijden hun woonplaats in Boechout hebben;
Op de graven op dit erepark worden uniforme grafmonumenten geplaatst in opdracht en voor rekening van de gemeente. Oud-strijders hebben de mogelijkheid om begraven te worden op het voorziene erepark. Zij kunnen daartoe evenwel niet verplicht worden. De stoffelijke resten van oud-strijders kunnen gecremeerd worden. Het erepark is enkel en alleen voorbehouden aan de oud-strijders. Dit wil zeggen dat bv. echtgenoten of aanverwanten niet bij begraven kunnen worden F) Begravingen op het erepark voor burgemeesters, schepenen en gemeentesecretarissen (enkel van toepassing op de begraafplaats in Boechout) 16 december 2013
verslag GR
blz. 140 van 156
Burgemeesters, schepenen en gemeentesecretarissen hebben de mogelijkheid om begraven te worden op het voorziene erepark. Ze kunnen daartoe evenwel niet verplicht worden. De stoffelijke resten van hoger vermelde personen kunnen gecremeerd worden. De bepalingen met betrekking tot de begravingen en concessies zijn van toepassing op dit erepark. 8. Ontgravingen Artikel 1 Behoudens de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen ontgraving worden verricht dan met een schriftelijke toelating van de ambtenaar van de burgerlijke stand (artikel 4 van het decreet van 16 januari 2004). Artikel 2 Het verlenen tot toestemming tot ontgraving door de ambtenaar van de burgerlijke stand kan enkel om ernstige redenen. Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het stoffelijk overschot begraven ligt, moet met toepassing van artikel 4 van het decreet eveneens toestemming geven tot ontgraving. Artikel 3 De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de ambtenaar van de burgerlijke stand om in de toestemming bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds de volgende beschikkingen worden nageleefd: a) dag en uur waarop de ontgraving zal plaatsvinden worden in overleg met de dienst van de begraafplaatsen vastgesteld; b) het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden door de nabestaanden, vooraleer tot de ontgraving wordt overgegaan; c) de gemeente of een gespecialiseerde firma zorgt voor het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil. Het openen en sluiten van de grafkelders gebeurt steeds door een gespecialiseerde firma; d) het openen en sluiten van de nis van het columbarium of van de urnekelder en het overplaatsen van de asurne geschieden door de zorgen van de gemeente. Artikel 4 Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot 30 november op zaterdagen geen ontgravingen verricht. Tijdens de ontgraving wordt de plaats ervan voor het publiek visueel afgeschermd (artikel 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004). Er moet tot een ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt. Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven als ze dat nodig achten en ze kunnen elke andere maatregel nemen om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen op kosten van de aanvrager. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een lid of een afgevaardigde van de familie toestemming verlenen om de ontgraving bij te wonen. Artikel 5 Tijdens het transport van onverteerde resten wordt gebruik gemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht- en vloeistofdichte kist. Zo deze kist uitsluitend voor het vervoer is 16 december 2013
verslag GR
blz. 141 van 156
bestemd, mag deze kist vervaardigd zijn uit niet-afbreekbaar materiaal (artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004). Als de bestemming van de stoffelijke resten buiten de begraafplaats van ontgraving is gelegen, moeten deze resten in afwachting van vervoer worden bewaard in een lucht- en lekdichte kist (artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004). 9.Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden - onderhoud van de graven Artikel 1 De graven en grafmonumenten, opgenomen op de lijst van graven met lokaal historisch belang worden onderhouden door de gemeente overeenkomstig de voorschriften van artikel 26, § 2 van het decreet (het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 bevat een aantal voorschriften omtrent de opmaak van deze lijst). Het grasperk op de begraafplaats van de oud-strijders wordt eveneens door de gemeente onderhouden. Uitsluitend de gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd: - een volgnummer aan te brengen op de kist of de urn; - de kist of de urn in de kuil of het columbarium te plaatsen; - een graf te delven voor begravingen of bijbegravingen in volle grond en de kuil te vullen; - de nis in een columbarium te openen en/of af te sluiten; - bestaande grafkelders te openen of te sluiten; - de as uit te strooien Artikel 2 Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft eenieder het recht op het graf van zijn verwante of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder (artikel 25, eerste lid, van het decreet van 16 januari 2004). Artikel 3 Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. De graftekens en andere gedenktekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden: (enkel minimale en maximale afmetingen!) Gewone graven: 1,20 m hoogte, 1,00 m breedte en 2,00 m lengte kindergraven: 0,90 m hoogte, 0,60 breedte en 1,20 m lengte Graf voor urnen: 0,50 m diepte, 0,50 m breedte en 0,50 m lengte (ondergronds gedeelte – urnentombe) (bovengrondse gedeelte 0,60m x 0,60 m) Individuele aanduidingen zijn toegestaan. De nabestaanden kunnen door de zorgen van de begrafenisondernemer een naamplaatje tijdelijk laten bevestigen. Die naamplaatjes hebben uniforme afmetingen van 14 cm breed bij10 cm hoog en vermelden de naam en de geboortedatum. De tijdelijke individuele aanduidingen, aangebracht door begrafenisondernemer op geconcedeerde zones mogen maximum één jaar aanwezig blijven en moeten daarna vervangen worden door wettelijk voorziene graftekens. Specifieke bepalingen graf erepark oud-strijders: De voorgeschreven en enkel toegestane graftekens worden op kosten van de gemeente voorzien. Het betreft een houten kruis, een koperen naamplaat en een gedenkplaat van de Nationale oud-strijdersbond. De in het verleden geplaatste grafzerken blijven onaangeroerd. Het onderhoud van deze zerken is evenwel ten laste van de nabestaanden. De bepalingen inzake onderhoud en verwaarlozing gelden hier eveneens. 16 december 2013
verslag GR
blz. 142 van 156
Artikel 4 De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven. Artikel 5 Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan. moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naar gelang van de behoeften. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de ambtenaar van de burgerlijke stand van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder. Artikel 6 Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn. Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels die geheel of ten dele uit breekbaar glas bestaan. Artikel 7 Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Banken zijn niet toegestaan. Artikel 8 De bloemen en de planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Artikel 9 1. Scheefstaande of omgevallen graftekens moeten uiterlijk 30 dagen na vaststelling en aanschrijving van de familieleden opnieuw rechtgezet of verwijderd worden. 2. Aangevoerde grafstenen of -tekens die drie werkdagen voor Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken familieleden de dag nadien voor l0 uur 's morgens verwijderd worden. Zo niet zullen deze grafstenen, -tekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente. Artikel 10 De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. Wanneer een graf doorlopend onzindelijk ,door planten overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde. Die akte blijft één jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling wordt op bevel van de ambtenaar van de burgerlijke stand van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie (artikel 10 van het decreet van 16 januari 2004 ). 10. Crematie - columbarium - asverstrooiing Artikel 1 De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan: a)
in urnen worden gedeponeerd of gedaan die op de begraafplaats begraven worden. De afmeting van de urnenkelders is 0,60 m x 0,60 m en de ruimte tussen de kuilen is 0,30 m;
16 december 2013
verslag GR
blz. 143 van 156
b)
in urnen worden gedeponeerd of gedaan die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats geplaatst worden. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de vorm en het materiaal van het columbarium; De maximumafmetingen van de urn zijn de volgende: hoogte 22 cm en breedte 16 cm Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten. Op de afdekplaat kan de familie een naamplaat laten bevestigen door een gespecialiseerde firma. Die naamplaat moet voldoen aan de volgende voorschriften: - vermelding van: naam, voornaam, geboortejaar en jaar van overlijden; - afmeting plaat columbariumwand: 6-zijdig, 30 cm tussen de evenwijdige zijden, zelf aan te kopen, respecteren van de afmetingen - afmeting plaat urnekelder: 4-zijdig, 40 cm zijde, dikte 2 cm, geen afgeronde hoeken en grijs van kleur (zelf aan te kopen).
c)
uitgestrooid worden op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats. Dat gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de begrafenisondernemer of de gemeentelijke aangestelde mag worden bediend;
d)
uitgestrooid worden op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee, zoals geregeld door het koninklijk besluit van 25 juli 1990, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1999.
Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of, bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk schriftelijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde stoffelijke resten: - uitgestrooid worden op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze asverstrooiing mag niet geschieden op het openbaar domein. Tot het openbaar domein behoren ondermeer de bevaarbare stromen en rivieren, de wegen en de stranden. Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein vereist; - begraven worden op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze begraving mag niet gebeuren op het openbaar domein. Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande. schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein vereist; - bewaard worden op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een einde komt aan de bewaring van de as wordt de as door toedoen van de nabestaande die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium geplaatst of uitgestrooid te worden ofwel op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee uitgestrooid te worden. De persoon die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen. Echtgenoten of bloed- en aanverwanten in de eerste graad, kunnen op eenvoudig verzoek en als er geen geschreven wilsbeschikking hierover van de overledene bestaat, een hoeveelheid as van het gecremeerde stoffelijk overschot meenemen (artikel 24 van het decreet van 16 januari 2004). De hoeveelheid as die meegegeven kan worden, door toedoen van de begrafenisondernemer is klein en van symbolische aard. Artikel 2 De as van een gecremeerde, geplaatst op de plaats van de gewone begravingen 16 december 2013
verslag GR
blz. 144 van 156
(columbariumwand), kan te allen tijde op verzoek van de nabestaanden, ofwel verstrooid worden, ofwel begraven worden via een concessie (urnenveld). Voor het opgraven van de ume is de toestemming van de ambtenaar van de burgerlijke stand vereist en dient de begrafenisondernemer een reserve urne te voorzien. Artikel 3 Het bijzetten van de urn op de plaats van de geconcedeerde gronden is onderworpen aan hoger, in dit reglement, vermelde bepalingen. 11. Openingsuren – Toegang - Orde Artikel 1 De gemeentelijke begraafplaatsen zijn doorlopend geopend behoudens afwijkingen die door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld zijn. Artikel 2 De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de families zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, ed. Artikel 3 Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt. Het is niet toegelaten: a) aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening; b) goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden, behoudens afwijking toegestaan door de ambtenaar van de burgerlijke stand. c) de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden te betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen; d) de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te beschadigen; e) binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen; f) om zich op de begraafplaats of de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden; g) met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waarvan toestemming wordt verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand; aan wie niet in staat is zich te voet op de begraafplaats te begeven kan de burgemeester, op voorlegging van een medisch attest, toelating verlenen om zich per wagen op de begraafplaats te begeven. Deze toelating geldt voor een termijn van één jaar en niet op 1 en 2 november. h) vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden; i) opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren.
16 december 2013
verslag GR
blz. 145 van 156
12. Strafbepalingen Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden bij de inwerkingtreding van de uitvoeringsbesluiten en de aanstelling van de bevoegde ambtenaar, op basis van de artikelen 42 § 3 en 43 §2,2° van het gemeentedecreet, inbreuken op bepaalde artikelen van deze verordening bestraft met administratieve sancties: Inbreuken op de bepalingen van deze verordening zullen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde ambtenaar conform de procedure, vervat in artikel 119 bis van de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Worden deze inbreuken gepleegd door één of meerdere minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar heeft/hebben bereikt op het tijdstip van de feiten, kan een administratieve geldboete worden opgelegd conform de procedure, vervat in artikel 119 bis van de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. De omvang van de administratieve geldboete zal proportioneel zijn in functie van de ernst van de inbreuk die de boete verantwoordt en van eventuele herhaling. De boete zal ongeacht de omstandigheden alleszins het bedrag van het wettelijk voorziene maximum van € 350 niet overschrijden. Inbreuken op de bepalingen van deze verordening, die niet onder de toepassing van de administratieve sancties vallen, worden bestraft met politiestraffen. 13. Slotbepalingen Artikel 1 Dit reglement wordt van kracht onmiddellijk na de vereiste afkondiging. Artikel 2 Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 3 Een voor eensluidend verklaard afschrift van deze reglement wordt gestuurd aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de Politierechtbank.
16 december 2013
verslag GR
blz. 146 van 156
49. Vrijetijdsafdeling - Erkenningsreglement voor verenigingen Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Tot nu toe werden de erkenningsvoorwaarden voor een vereniging opgenomen in de verschillende subsidiereglementen. Om één en ander te uniformiseren werd één overkoepelend erkenningsreglement opgemaakt. Bij wijzigingen dient dan slechts 1 reglement aangepast te worden. In de loop van 2012 werd dit op alle adviesraden besproken (zie bijlagen). De definitieve tekst werd opgemaakt op basis van alle adviezen en in samenspraak met de Kwaliteits- en Beleidscoördinator en het MAT. Het college gaf een principiële goedkeuring op 30 september 2013. Op basis van dit erkenningsreglement zullen in 2014 alle bestaande subsidiereglementen aangepast worden en ook zoveel mogelijk uniform gemaakt worden.
Besluit Enig artikel De gemeenteraad keurt het nieuwe erkenningsreglement voor verenigingen goed.
16 december 2013
verslag GR
blz. 147 van 156
50. Gros - Toekenning gelden m.b.t. ontwikkelingssamenwerking 2013 Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Voorgeschiedenis Gelet op het besluit van de Gemeenteraad van 1 maart 1982 houdende goedkeuring van de reglementering voor de toekenning van de toelagen voor projecten m.b.t. ontwikkelingssamenwerking; Feiten en context Gelet op de goedkeuring door het College, in zitting van 2 juni 2009, van het voorstel van de GROS houdende het subsidiereglement inzake toekenning van toelagen voor projecten m.b.t. ontwikkelingssamenwerking; Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad, in zitting van 30 september 2004 van de herwerking van de criteria voorontwikkelingsprojecten om in aanmerking te komen voor gemeentelijke toelagen; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 mei betreffende noodhulp Syrië. Overwegende dat er 13 projecten (educatieprojecten niet meegerekend) werden ingediend; Advies Gelet op het advies van de GROS van 19 november 2013; Gelet op de principiële goedkeuring door het College, in zitting van 25 november 2013; Argumentatie Overwegende dat deze toelagen toegewezen worden aan projecten van Boechoutenaren of Boechoutse verenigingen in of voor ontwikkelingssamenwerking; Financiële gevolgen Gelet op het feit dat in de begroting van 2013 op artikel 84902/332/02 een krediet is voorzien van 47788 euro.
Besluit Artikel 1 Een toelage van 4.400 euro voor 2013 wordt toegekend aan het project in de Kadavurvalley/India, ingediend door Sawes vzw (via Gerd Bridts en Ludo Segers). De gelden worden gebruikt voor een waterbeheer- en biodynamisch landbouwproject. In de tweede fase worden de onafgewerkte percelen afgewerkt nl. bomen planten en gronden bebouwen met betere grondcondities. Artikel 2 Een toelage van 4.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan een project in Peru, ingediend door KWB Boechout (via Koen Steel en Armand Geysen). 16 december 2013
verslag GR
blz. 148 van 156
De gelden worden gebruikt voor: het versterken van de gemeenschapsbankjes en het creëren van een renteloos circuit met een eigen sociale munt, de werking van een lokale dienst voor het welzijn van kinderen en adolescenten, de oprichting van een jeugdbeweging en een vormingsschool. Artikel 3 Een toelage van 1.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan het project in Kinshasa/Congo van Leen Goethals. De gelden worden besteed voor de opbouw van een naaiatelier. Door de meisjes te leren naaien wordt hun zelfredzaamheid (bron van inkomsten) verhoogd en krijgen ze terug zelfrespect. Het is een bestaand project maar de naaimachines zijn aan vervanging toe. Artikel 4 Een toelage van 5.224 euro voor 2013 wordt toegekend aan het project in Oeganda van de werkgroep Broederlijk Delen, ingediend door Miecke Rutges. De gelden worden besteed voor ontwikkeling en versterking van de koffie- en boerengroepen in de gemeente Sipacaca. Heel belangrijk is het verbeteren van de landbouwproductie, het verhogen van de opbrengst en het vermeerderen van zaai- en plantgoed. Het verbeterde zaaigoed, de inzet van ossenploegen en de opbrengsten van de nevenactiviteiten (bijenkorven, kippenkweek, enz.) verhogen hun gezinsinkomen. Voor de boerengezinnen is voedselzekerheid, voedselveiligheid en een verhoogd familie-inkomen primordiaal. Daarnaast kunnen door de extra inkomsten ook andere noden van de gezinnen worden gedekt. Artikel 5 Een toelage van 5.224 euro voor 2013 wordt toegekend aan het weeshuisproject van vzw Little Hearts in Cambodja (Araxsat bij Phnom Penh), ingediend door Jo Offeciers. De gelden worden besteed om een toekomst te bieden aan kinderen met een uitzichtloze situatie door ze klaar te maken op het latere leven met voldoende bagage om er iets van te kunnen maken. Dit weeshuis heeft de bedoeling om aan de kinderen een echte thuis te bieden in een land waar de gezinstructuur door de Rode Khmer werd vernietigd. Artikel 6 Een toelage van voor 1.850 euro 2013 wordt toegekend aan het project Kititenebo in Tanzanië, ingediend door Diakonie Protestants- Evangelische kerk Boechout met als contactpersoon Jos Van Hoeydonck. De gelden worden besteed voor de opbouw van een gemeenschapsruimte. Deze kan dan dienen als ruimte voor scholing, medische zorgen en ontmoetingsplaats van de Masaï-clans. Het inzamelen van de gelden zal worden verspreid over 3 jaren. Zo hopen ze in 2015 te kunnen starten met de bouw van het centrum. Artikel 7 Een toelage van 6.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan een herbebossingproject in het noordoosten van Burkina Faso van Ondernemers zonder grenzen vzw, ingediend door Rudi Smis en Werner Sels. De doelstelling van het project is het herbebossen van Sahelgebied. De aanleg van agrobossen, verbeteren van de ecologische problemen in de Sahel en de socio-economische situatie van de plaatselijke bevolking. De doelgroep is de bevolking van Lilengo en de andere dorpen die behoren tot de gemeente Gorom Gorom. Artikel 8 Een toelage van voor 4.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan het educatief project in Argentinië van Juegoteca Sin Fin (Joke Heymans), ingediend door Marian Lesage. De gelden worden aangewend om naschoolse activiteiten te organiseren voor kinderen van de arme buitenwijken van Buenos Aires. Deze activiteiten dragen bij tot het stimuleren van hun ontwikkeling. De organisatie werkt samen met de verschillende scholen in de wijk. Ook trachten zij de ouders te betrekken bij de opvoeding. Artikel 9 Een toelage van 6.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan het medische en educatieve project ’Family Health Care’ van Dr. Josephine Kunnacherry in New Delhi/India, ingediend door de familie Bister. De toelage is bestemd voor alfabetisering en studiebegeleiding in de sloppenwijken van New Delhi. Aan het project wordt tevens opleiding en sensibilisering van studenten geneeskunde en verpleegkunde gekoppeld. Deze studenten, afkomstig uit de hogere kasten, geven op vrijwillige basis voorlichting aan de laagste kasten en kasteloze ouders. Dit zal naar de toekomst toe de sociale kloof verkleinen. 16 december 2013
verslag GR
blz. 149 van 156
Artikel 10 Een toelage van 1.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan een educatief en sociaal project in Bali/Indonesië van de Stichting CIMD ten behoeve van mindervaliden, ingediend door Greet Van Praet. De gelden worden gebruikt voor het verder uitbouwen van een centrum voor mindervaliden om deze een kans te geven op therapie en onderwijs. Verder zal worden nagegaan in hoeverre ze zich kunnen heroriënteren en integreren in de gemeenschap. Artikel 11 Een toelage van 1.590 euro voor 2013 wordt toegekend aan een opleidingsproject in Malawi, ingediend door Maaike Alaerts en Wouter Verelst. De gelden worden besteed voor het bekostigen van het collegegeld van een student aan de universiteit. Artikel 12 Een toelage van 3.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan een project in Cusco/Peru van Puente vzw, ingediend door Michael Sebreghts. De toelagen worden gebruikt voor een tweeledig project in het kader van studiefinanciering en -begeleiding. Het educatieve luik richt zich op kansarme jongeren en biedt hen de mogelijkheid zich professioneel te ontwikkelen. Door het begeleiden van kansarmen van kleuter tot jongvolwassene, hoopt men de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken. Het tweede luik van het project bestaat uit het verwerven van fondsen voor sociale leningen. Dit fonds is voor alle volwassenen uit de buurt toegankelijk. Kansarmen kunnen hier een bedrag (startkapitaal) lenen dat nodig is om hen op weg te helpen in hun beroepskeuze. Artikel 13 Een toelage van 500 euro voor 2013 wordt toegekend aan vervoersproject In Congo/Dilolo van Jef Augustijnen. De geleden worden besteed voor de aankoop van een vrachtwagen. Deze wagen kan het vervoer van de landbouwproducten vereenvoudigen van de dorpelingen naar de centra‘s. Artikel 14 Een toelage van 4.000 euro voor 2013 wordt toegekend aan educatieprojecten in Boechout (max 15 % van het budget): •
•
•
•
• •
Sociaal & technisch bouwkamp naar Taroudant (Marokka) georganiseerd door Bouworde vzw, ingediend door Thomas Frateur, Pietingbaan 24, Vremde. Een toelage van 250 euro Duurzame rijstketenontwikkeling in Benin, een fietstocht georganiseerd door Vredeseilanden, ingediend door Sofie Waegemans, Oude Steenweg 67, Boechout Een toelage van 250 euro Kebene childeren Home in Kenia, georganiseerd door vzw Kebene België, ingediend door Roel De Wever en Ilja Antonneau uit Boechout Een toelage van 500 euro Kebene childeren Home in Ghana, georganiseerd door WEB Belguim, ingediend door Bas Mariens, Broechemsesteenweg 39, Vremde Een toelage van 500 euro Vrijwilligerswerk in Chili ingediend door Astrid Abbeloos, Fruithoflaan 54, Boechout Een toelage van 400 euro Educatieve toelage Wereldwinkel, zie aanvraag in bijlage Een toelage van 2100 euro
16 december 2013
verslag GR
blz. 150 van 156
51. Onderwijs - Opzegging van het huidige beleidscontract met het CLB Goedkeuring - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Luc Van Ouytsel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming Eenparig
De gemeenteraad in openbare vergadering Feiten en context Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn scholen die behoren tot het gewoon of het buitengewoon basisonderwijs een beleidscontract of beleidsplan moet afsluiten met een Centrum voor leerlingbegeleiding; Overwegende dat het huidige beleidscontract ten einde loopt op 31 augustus 2014; Juridische grond Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid hoofdstuk V, afdeling 2; artikel 38; Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, in het bijzonder artikel art. 19, 3°; Gelet op artikel 3 van het huidige beleidscontract; Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, Gelet op de ministeriële omzendbrief van 17 november 2000 betreffende de toepassing van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden en OCMW’s – gecoördineerde onderrichtingen, Gelet op de gemeentewet; Argumentatie Overwegende dat de schoolraad ten volle betrokken kan zijn bij de keuze van het CLB; Overwegende dat een opzeg maximale kansen tot onderhandeling biedt met meerdere aanbieders;
Besluit Artikel 1 Het huidige beleidscontract vanaf 1 september 2014 te beëindigen. Artikel 2 De opzegging van het beleidscontract uiterlijk op 31 december 2013 per aangetekend schrijven mee te delen aan het CLB GO! Lier, Berlaarsestraat 29, 2500 Lier. Artikel 3 Het college te belasten met de concrete uitvoering van deze beslissing. 16 december 2013
verslag GR
blz. 151 van 156
De wnd. voorzitter Kathleen Sebreghts bedankt ontslagnemend raadslid Leen Van den Eeden voor haar inzet en goede samenwerking en heet het nieuwe raadslid Kris Swaegers welkom.
16 december 2013
verslag GR
blz. 152 van 156
Einde openbare vergadering omstreeks 22.00 uur. De besloten vergadering vangt onmiddellijk aan.
16 december 2013
verslag GR
blz. 153 van 156
52. Prijs van de gemeente - 2013 - Toekenning - Stemming aanwezig
Kathleen Sebreghts, voorzitter wnd. Koen T'Sijen, burgemeester Fred Entbrouxk, Albert Mariën, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Ria Van Den Heuvel, Nancy Vanhees, Els Augustinus, Sven Snyders, Annelies Veron, Christel Naenen, Philip Verstappen, Peter Vlemincx, Erik Philibert, Johan Van Hoof, Mik Renders, Sarah Verrees, Bruno Doms, Kris Swaegers, gemeenteraadsleden Frank Coenen, gemeentesecretaris Stine Bertels, adviserend
verontschuldigd
Luc Van Ouytsel, gemeenteraadslid Jeroen Truyens, voorzitter Floor Meulepas, gemeenteraadslid
Stemming De prijs van de gemeente werd eenparig toegekend aan Luis Colson en Jan Blondé
De gemeenteraad in besloten vergadering Feiten en context Gelet dat er drie kandidaturen werden ingediend: 1) Christ’l Van Gael, voorgedragen door Hellen Senden. Zij is mede-oprichtster van de hobbyclub “Dansende Draden”. Zij zet zich elke keer belangeloos in voor alles rond Dansende Draden. De voorbereiding, de ideeën, de administratieve kant en op de avond zelf de gratis naailes. De hobbygroep is toegankelijk voor alle leeftijden. Werken samen aan verschillende grotere projecten: - Wildbreiactie “’t Waait in’t park” waarbij het George Van Raemdonckpark werd opgefleurd i.s.m. de Broeders Alexianen en het Atelier - Samen met OKRA mutsjes maken voor mensen in armoede (Welzijnszorg) onder de naam “de goedgemutste breicampagne” - Project “Poekie” – knuffels maken voor kinderkankerpatiëntjes - Zonnebloemen haken voor ALS patiënten. 2) Accordeonvereniging De Notengalm Boechout vzw. - Organiseren regelmatig activiteiten die elk jaar succes hebben bij een groot publiek, en aldus bijdragen tot de uitstraling van de gemeente Boechout: - deelname aan het succesvolle evenement “Boechout zingt” - jaarlijkse concerten in de gemeente waarbij individueel talent, ook van buiten Boechout, aan bod kwam - stage in Frankrijk, samen met het koor van de gemeente Brassy (Morvan, Bourgogne). Deze stage werd bekroond met een gezamenlijk concert waarbij in naam van de gemeente Boechout een aandenken (tinnen schotel) met het wapen van de gemeente Boechout aan het koor van Brassy geschonken werd. - deelname aan een wedstrijd voor orkesten in Hoogstraten op 13 oktober 2013, georganiseerd door VLAMO, waarbij zij de eerste prijs met onderscheiding wegkaapten in eerste afdeling - als Boechoutse vereniging worden zij ook uitgenodigd door andere verenigingen om concerten op te luisteren - volgend jaar staat er een concert op het programma waarbij ook verenigingen van buiten Boechout worden uitgenodigd. Ook hier verwachten zij een grote toeloop met een nieuw publiek die aldus kennis zullen maken met de gemeente 3) Luis Colson en Jan Blondé, leerlingen van onze Jan Frans Willemsschool bij meester Vekemans. 16 december 2013
verslag GR
blz. 154 van 156
- beiden behaalden respectievelijk goud en brons op de Technologie Olympiade van de Lage Landen - beiden werden geselecteerd uit ruim 13.000 jongens en meisjes verspreid over meer dan 500 scholen in Vlaanderen en Nederland Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 1971 houdende goedkeuring van het reglement voor de toekenning van de prijs van de gemeente; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2008 houdende goedkeuring van de nieuwe werkwijze in verband met de toekenning van de prijs van de gemeente; Gelet op het collegebesluit van 18 februari 2008 waarbij beslist werd dat enkel de prijs van de gemeente nog op de gemeenteraad wordt gestemd; Financiële gevolgen Gelet op het begrotingskrediet 2012 art. 76205/331/01 van 500,00 euro; Gelet op de uitslag van de geheime stemming waartoe in besloten zitting werd overgegaan: Mevrouw Christ’l Van Gael Accordeonvereniging De Notengalm Boechout vzw Luis Colson en Jan Blondé
aantal stemmen: 0 aantal stemmen: 0 aantal stemmen: 20
Besluit Enig artikel De “Prijs van de gemeente” 2013 wordt toegekend aan Luis Colson en Jan Blondé.
16 december 2013
verslag GR
blz. 155 van 156
Einde besloten vergadering omstreeks 22.05 uur. De vergadering sluit om 22.05 uur Namens de gemeenteraad de gemeentesecretaris getekend Frank Coenen
de voorzitter wnd. getekend Kathleen Sebreghts
GOEDGEKEURD IN ZITTING VAN 27 JANUARI 2014 de gemeentesecretaris
de voorzitter
getekend Frank Coenen
16 december 2013
getekend Jeroen Truyens
verslag GR
blz. 156 van 156