391
STAD OUDENAARDE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN MAANDAG 16 DECEMBER 2013 OM 19.00 UUR Aanwezig:
Verontschuldigd:
Marnic De Meulemeester, Burgemeester, Pieter Orbie, Peter Simoens, Carine Portois, John Adam, Guy Hove, Richard Eeckhaut, Peter Dossche, Schepenen, Stefaan Vercamer, OCMW-voorzitter-schepen, Luc Vanquickenborne, Secretaris, Dirk De Bock, Lauweryns Danny, Sybille De Vos, Lieven Cnudde, Mathieu De Cock, Günther Botteldoorn, Mathieu Mas, Marleen Derveeuw, Wim Merchie, De Temmerman Katrien, Elisabeth Meuleman, Franka Bogaert, Murat Yurtay, André Vansteenbrugge, Roland Van Heddegem, Steven Bettens, Tim Vanderhaeghen, Kristof Meerschaut, Hilde De Smet, Els Bostyn, Raadsleden, Maarten Blondeel, Raadslid en Bruno Van Waeyenberghe, Raadslid OPENBAAR
SECRETARIE 1.
I.Vl.A. Goedkeuren van de agenda van de buitengewone algemene vergadering op donderdag 19 december 2013 en aanduiding van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger.
De gemeenteraad Gelet op het feit dat de stad aangesloten is bij de Intergemeentelijke Vereniging voor het beheer van afvalstoffen Vlaamse Ardennen; Gelet op de brief van 14 november 2013 van de Intergemeentelijke Vereniging voor het beheer van afvalstoffen Vlaamse Ardennen waarbij de stad wordt uitgenodigd deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering op donderdag 19 december 2013 met volgende agenda: - Ondernemingsplan I.Vl.A. 2014-2019 - Begroting I.Vl.A. 2014 - Aanstelling –gunnen mandaat bedrijfsrevisor 2013-2015 Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbeslissing moeten aanwijzen uit de leden van de gemeenteraad; Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1. Zijn goedkeuring te hechten aan de punten vermeld op de agenda met bijhorende stukken waarover een beslissing moet worden genomen en die voorgelegd worden op de buitengewone algemene vergadering van I.Vl.A. op donderdag 19 december 2013. Artikel 2. De Heer Danny Lauweryns, raadslid, wonende Monseigneur Lambrechtstraat 30 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de stad voor de buitengewone algemene vergadering van I.Vl.A. op donderdag 19 december 2013. Artikel 3. De Heer Lieven Cnudde, raadslid, wonende Heurnestraat 161 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad voor de buitengewone algemene vergadering van I.Vl.A. op donderdag 19 december 2013. Artikel 4. De vertegenwoordiger die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van I.Vl.A. op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen, genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en geeft er ook kennis van aan de Intergemeentelijke vereniging voor het beheer van afvalstoffen Vlaamse Ardennen, Meersbloem Melden 46A in 9700 Oudenaarde.
392 2.
Algemeen politiereglement van de stad Oudenaarde en van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen. Aanpassing.
De gemeenteraad, Gelet op de artikelen 41 en 162 van de grondwet; Gelet op de artikelen 119 en 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet zoals gecodificeerd bij koninklijk besluit van 24 juni 1988 en bekrachtigd bij artikel 1 van de wet van 26 mei 1989; Gelet op de artikelen 42, 43, 186, 187 en 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de artikelen 119, 119bis, 119ter en 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet zoals gecodificeerd bij koninklijk besluit van 24 juni 1988 en bekarchtigd bij artikel 1 van de wet van 26 mei 1989; Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2009 houdende vaststellen van het algemeen politiereglement van de stad Oudenaarde en van gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen zoals gewijzigd tot op heden; Overwegende dat de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in werking treedt vanaf 1 januari 2014; Overwegende dat het aangewezen is in een eerste fase de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen aan het algemeen politiereglement van de stad Oudenaarde en van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen, onder meer de bepalingen betreffende de leeftijd van de minderjarigen, het maximumbedrag van de administratieve geldboete alsook het sanctioneren van het niet naleven van het opgelegde plaatsverbod, opgelegd krachtens de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het naar voor gebracht ontwerp van algemeen politiereglement van de stad Oudenaarde en van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen; Gelet op het positief advies van de politieraad van 24 september 2013; Gelet op het advies dd.26 oktober 2013 van de stedelijke jeugdraad Oudenaarde; BESLUIT: met 23 stemmen voor en 6 onthoudingen Artikel 1.De beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2009 houdende vaststellen van het algemeen politiereglement van de stad Oudenaarde en van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen, wordt met ingang van 1 januari 2014 opgeheven. Artikel 2. Onderstaand algemeen politiereglement van de stad Oudenaarde en van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen wordt goedgekeurd en toepasselijk gemaakt op het grondgebied van de stad Oudenaarde met ingang van 1 januari 2014. ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT VAN DE GEMEENTEN VAN DE POLITIEZONE VLAAMSE ARDENNEN INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1 – DE VEILIGHEID EN HET GEMAK VAN DOORGANG OP HET OPENBAAR DOMEIN - Afdeling 1.1: Algemene bepalingen 4 - Afdeling 1.2: Manifestaties en samenscholingen op het openbaar domein 4 - Afdeling 1.3: Het privatief gebruik van het openbaar domein 5 - Afdeling 1.4: Het uitvoeren van werken op het openbaar domein 6 - Afdeling 1.5: Het uitvoeren van bouwwerken – veiligheidsmaatregelen 6 - Afdeling 1.6: Het snoeien van planten of bomen groeiend op eigendommen langs het openbaar domein 7 - Afdeling 1.7: Voorwerpen die door hun val kunnen hinderen 8 - Afdeling 1.8: Inzamelingen op het openbaar domein 8 - Afdeling 1.9: Het verkeer van dieren op het openbaar domein 8 - Afdeling 1.10: Het niet respecteren van de wetgeving op de kleine wegen 8 - Afdeling 1.11: Het plaatsen op de gevels van de gebouwen van straatnaamborden en van verkeerstekens – nummering van de huizen 8 HOOFDSTUK 2 – REINHEID VAN HET OPENBAAR DOMEIN - Afdeling 2.1: De ophaling van huishoudelijk afval en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen 10
393 - Afdeling 2.2: Hondenpoep - Afdeling 2.3: Confetti en dergelijke - Afdeling 2.4: Wildplassen - Afdeling 2.5: Reinigen van het openbaar domein - Afdeling 2.6: Onderhoud van braakliggende gronden en terreinen - Afdeling 2.7: De grachten - Afdeling 2.8: Graffiti HOOFDSTUK 3 – DE OPENBARE GEZONDHEID - Afdeling 3.1: Dieren o 3.1.1: Honden o 3.1.2: Rondzwervende katten o 3.1.3: Verwilderde duiven o 3.1.4: Rij- en trekdieren - Afdeling 3.2: Personen HOOFDSTUK 4 – OPENBARE RUST - Afdeling 4.1: Manifestaties in open lucht - Afdeling 4.2: Bouwvallige gebouwen - Afdeling 4.3: Lawaaibestrijding o 4.3.1: Veld- en kruitkanonnen o 4.3.2: Het afschieten van vuurwerk o 4.3.3: Lawaaihinder - Afdeling 4.4: Rondreizende woonwagenbewoners - Afdeling 4.5: Uitvliegen van reisduiven - Afdeling 4.6: Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn HOOFDSTUK 5 – MILIEUBESCHERMING - Afdeling 5.1: Parken en plantsoenen - Afdeling 5.2: Het aanplakken HOOFDSTUK 6 – ANDERE VORMEN VAN MAATSCHAPPELIJKE OVERLAST HOOFDSTUK 7 – STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
10 10 10 11 12 12 13
14 15 15 15 16 17 17 17 17 18 18 19 20 20 21 22 23 24
HOOFDSTUK 1 – DE VEILIGHEID EN HET GEMAK VAN DOORGANG OP HET OPENBAAR DOMEIN Afdeling 1.1 – Algemene bepalingen Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities: 1) openbaar domein: - de verkeerswegen, met inbegrip van bermen, fietspaden, voetpaden, voetwegen en grachten; - de plaatsen die ingericht zijn als aanhorigheden van de verkeerswegen en die onder meer bestemd zijn voor het stationeren van voertuigen, voor parken en plantsoenen en de plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek; - alle andere gedeelten van het gemeentelijk patrimonium die voor iedereen toegankelijk zijn binnen de bij de wetten, decreten, besluiten en reglementen bepaalde perken; 2) privaat domein: al wat niet kan worden beschouwd als openbaar domein, zoals hierboven gedefinieerd; 3) kleine wegen: buurtwegen, gemeentewegen en voetwegen volgens de Atlas der buurtwegen; 4) voertuigen: alle gemotoriseerde vervoermiddelen te water of te land, evenals elk beweegbaar gemotoriseerd landbouw- of industrieel materieel; 5) gemeentebestuur: het college van burgemeester en schepenen en bij hoogdringendheid de burgemeester; 6) dagen: kalenderdagen. Afdeling 1.2 – Manifestaties en samenscholingen op het openbaar domein Artikel 2 a) Samenscholingen, optochten en alle andere manifestaties op het openbaar domein, zijn verboden, tenzij mits voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan de burgemeester. b) Elke kennisgeving van samenscholingen en optochten moet schriftelijk geschieden, ten minste 15 dagen voor de vastgestelde datum van de betoging. Deze kennisgeving moet volgende inlichtingen bevatten : uur en plaats van concentratie, uur van vertrek, gevolgde wegwijzer, plaats en uur van ontbinding indien het een optocht betreft, raming van het aantal deelnemers, voorziene organisatiemaatregelen, naam - adres – GSMnummers van de organisatoren.
394 c) Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp, dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, evenals het dragen van helmen of schilden, is gedurende hoger vermelde manifestaties verboden. Voor de toepassing van artikel 2 dient onder manifestatie verstaan te worden, een georganiseerde samenscholing met als doel een overtuiging of een eis kenbaar te maken. Artikel 3 Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op het openbaar domein dient zich te schikken naar de bevelen van de politie. Afdeling 1.3 – Het privatief gebruik van het openbaar domein Artikel 4 Het privatief gebruik van het openbaar domein, op de begane grond alsook erboven en eronder, en waardoor een inbreuk wordt gepleegd op de veiligheid en het gemak van doorgang, is verboden, tenzij daartoe voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de bevoegde overheid werd bekomen. Artikel 5 Meer bepaald mogen geen zonnetenten, marquises, luiken of andere inrichtingen, beweegbaar of vast, aan winkels en andere gebouwen worden bevestigd, indien zij de vrije doorgang van voetgangers en andere weggebruikers (obstakelvrije loopweg van minstens 1 m en bij voetpaden breder dan 2 m: minstens 1,5 m) zouden kunnen hinderen of belemmeren. Artikel 6 Geen schoorsteenpijp, noch enige andere buis of voorziening om rook, damp, gassen of vloeistoffen te geleiden, mag op of boven het openbaar domein uitkomen. Artikel 7 Het is verboden op het openbaar domein reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te laten parkeren, tenzij daartoe vooraf schriftelijke toelating van de bevoegde overheid werd bekomen. Onder reclamevoertuigen worden verstaan voertuigen die hoofdzakelijk bestemd zijn om tijdelijke publiciteit te maken. Artikel 8 Fietsen, bromfietsen of uitstallingen moeten steeds zodanig geplaatst worden dat ze het verkeer van voetgangers, fietsers of voertuigen niet in het minst hinderen en dat op het voetpad een vrije doorgang van minstens 1 meter en, voor voetpaden breder dan 2 m, minstens 1,5 m behouden blijft. Artikel 9 Het is verboden spandoeken, draden, toestellen of andere verbindingen, uitgaande van privé-initiatief, op of over het openbaar domein aan te brengen, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het gemeentebestuur. Artikel 10 De politie en het gemeentebestuur kunnen van rechtswege alle voorwerpen doen wegnemen waarvan de plaatsing een privatief gebruik van het openbaar domein uitmaakt, of in strijd is met één der voorgaande artikelen. Bij weigering of ontstentenis van wegname kunnen de politie en het gemeentebestuur zelf deze voorwerpen wegnemen of laten wegnemen op kosten van de overtreder. Artikel 11 Behoudens voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het gemeentebestuur is het te allen tijde verboden op het openbaar domein kramen, wagens, terrassen of om het even welke inrichting te plaatsen met het oog op de verkoop van om het even welke producten, waren of eetwaren. Voorafgaande alinea is niet toepasselijk op de houders van een standplaatsvergunning op de wekelijkse markt of de vervangende markt, die geregeld is bij het desbetreffende marktreglement. De natuurlijke of rechtspersonen aan wie de toelating werd verleend, zullen op een duidelijke zichtbare plaats van de inrichting, hun naam en adres, de hierboven beoogde toelating en het bewijs van betaling van de retributie, voorzien bij het betrokken retributiereglement, uithangen. De politie en het gemeentebestuur zijn belast met de vaststelling van de overtredingen op voorgaand artikel en kunnen van rechtswege de plaatsen ontruimen of doen ontruimen die zonder toelating werden ingenomen. Artikel 12 Niemand mag, geschriften, tekeningen, prenten, aankondigingen en welke drukwerken ook in de straten en andere plaatsen verspreiden of verkopen, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het gemeentebestuur. Deze bepaling is niet van toepassing op de geschriften en drukwerken betreffende de verkiezingen noch op deze van filosofische, sociale of culturele aard. Nochtans, in geval van verstoring van de openbare
395 orde, rust of veiligheid in hoofde van de verspreider of verkoper of van de personen die hem vergezellen, zal de politie kunnen tussenkomen om een einde aan de verspreiding te stellen. Afdeling 1.4 – Het uitvoeren van werken op het openbaar domein Artikel 13 Het uitvoeren van werken op het openbaar domein is verboden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het gemeentebestuur. De aanvragen hiertoe dienen tenminste 15 dagen vooraf te worden ingediend. Artikel 14 Het is verboden buiten noodzaak of zonder toelating van het gemeentebestuur straten, pleinen of enig ander deel van het openbaar domein te belemmeren : - hetzij door er materialen, steigers of om het even welke andere voorwerpen achter te laten; - hetzij door er grondwerken te doen. Artikel 15 Het is verboden de veiligheid op het openbaar domein in het gedrang te brengen door grondwerken of door het plaatsen van materialen, steigers of om het even welke andere voorwerpen op straten, pleinen of andere delen van het openbaar domein, zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingstekens. Afdeling 1.5 – Het uitvoeren van bouwwerken - Veiligheidsmaatregelen Artikel 16 De aannemer van bouwwerken die langs het openbaar domein bouwt, verbouwt of afbreekt, moet de bouwwerf langs de straatkant van een stevige afsluiting voorzien vooraleer de werken aan te vangen. Artikel 17 Indien op het voetpad geen veilige doorgang van 1 meter breedte overblijft, moet een veilige doorgang door de aanvrager voorzien worden. In uitzonderlijke omstandigheden kan het gemeentebestuur bijzondere maatregelen voorschrijven. Artikel 18 Het is verboden, hetzij van uit de hoogte, hetzij van binnen de gebouwen steengruis, afbraakmaterialen of bouwstoffen op het openbaar domein of in voertuigen of containers op het openbaar domein te werpen. Artikel 19 Indien het verhandelen van steengruis, afbraakmaterialen of bouwstoffen stof verwekt, moeten voldoende maatregelen genomen worden zodat geen stof op het openbaar domein of op andere gebouwen of eigendommen kan terechtkomen. Artikel 20 Het steengruis, de afbraakmaterialen of bouwstoffen die niet binnen de afsluiting kunnen geplaatst worden, moeten binnen de kortst mogelijke tijd van het openbaar domein verwijderd worden en mogen in geen geval na het intreden van de duisternis op het openbaar domein achtergelaten worden, tenzij mits een voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur en mits de door het gemeentebestuur voorgeschreven voorwaarden nageleefd worden, onverminderd de inachtneming van de verplichtingen opgelegd door de wetten op de politie van het wegverkeer. Artikel 21 Tot het einde van de ruwbouw moet de aannemer van de bouwwerken, en na de ruwbouw moeten de aannemers van de andere werken op de werf steeds het openbaar domein voor en rondom de werken in staat van reinheid houden. De doorgang van de voetgangers moet steeds vrij en veilig gehouden worden. Zij moeten de bouwstoffen en de afval of ander vuil zodanig op de werf plaatsen dat deze niet op de aangelande eigendommen kunnen terecht komen. Artikel 22 Het gemeentebestuur kan in verband met de veiligheid op en rondom de bouwwerken alle maatregelen nemen of opleggen aan de eigenaars, de bouwheer of aannemers. Afdeling 1.6 – Het snoeien van planten of bomen groeiend op eigendommen langs het openbaar domein Artikel 23 De eigenaars of gebruikers van een eigendom zijn ertoe gehouden ervoor te zorgen dat de op deze eigendom groeiende planten of bomen zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak ervan : a) op minder dan 4,5 meter van de grond boven de rijweg hangt; b) op minder dan 2,5 meter van de grond boven de gelijkgrondse berm of boven het voetpad hangt.
396 Hagen, groenstroken en andere afsluitingen die de zichtbaarheid kunnen belemmeren, mogen niet hoger zijn dan 75 cm. Afdeling 1.7 – Voorwerpen die door hun val kunnen hinderen Artikel 24 Het is verboden op een venster of op enig ander deel van een gebouw voorwerpen te plaatsen, die ingevolge een onvoldoende stevigheid, op het openbaar domein kunnen vallen en aldus de veiligheid of het gemak van doorgang in gevaar kunnen brengen. Afdeling 1.8 – Inzamelingen op het openbaar domein Artikel 25 Iedere inzameling op het openbaar domein is onderworpen aan de voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het gemeentebestuur of vergunning toegestaan bij koninklijk besluit of provinciaal besluit. De toelating van het gemeentebestuur moet minstens 15 dagen voor de inzameling worden aangevraagd. Artikel 26 Het is verboden op het openbaar domein loterij- of andere kansspelen aan te leggen of te houden. Afdeling 1.9 – Het verkeer van dieren op het openbaar domein Artikel 27 Het is de eigenaars van dieren verboden deze op het openbaar domein te laten lopen zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen opdat zij geen inbreuk zouden plegen op de veiligheid en het gemak van doorgang. Artikel 28 Loslopende dieren, waarvan de eigenaar niet gekend is worden door de zorgen van het gemeentebestuur en op kosten van de eigenaar, zo deze later bekend wordt, aan een dienst van dierenbescherming of aan een dierenasiel toevertrouwd. Afdeling 1.10 – Het niet respecteren van de wetgeving op de kleine wegen. Artikel 29 Iedereen moet de wetten, besluiten of verordeningen op de kleine wegen respecteren. Afdeling 1.11 – Het plaatsen op de gevels van de gebouwen van straatnaamborden en van verkeerstekens – Nummering van de huizen Artikel 30 Eenieder is ertoe gehouden op de gevel van het gebouw waarvan hij eigenaar is, door het gemeentebestuur straatnaamborden of andere installaties van openbaar nut te laten aanbrengen evenals verkeerstekens en leidingen van openbaar nut. De eigenaar, gebruiker en/of huurder van een gebouw is verplicht er voor te zorgen dat er een huisnummer wordt aangebracht, en dat het huisnummer of de reeks van toegekende huisnummers leesbaar is van op het openbaar domein. Artikel 31 Indien de afbraak of verandering van een gebouw de verplaatsing nodig maakt van een toestel van openbaar nut, is de eigenaar gehouden er minstens 30 dagen op voorhand het gemeentebestuur hiervan te verwittigen. HOOFDSTUK 2 – REINHEID VAN HET OPENBAAR DOMEIN Afdeling 2.1 – De ophaling van huishoudelijk afval en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen. Artikel 32 Recipiënten voor de huisvuilophaling, evenals bedrijfsafvalcontainers en afvalstoffen die met het oog op de ophaling ervan worden aangeboden, mogen slechts de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling ervan zal plaatsvinden aan de rand van het openbaar domein geplaatst worden. De geledigde recipiënten dienen de dag van de ophaling van het openbaar domein te worden verwijderd. De recipiënten dienen voor de eigen woongelegenheid of voor het gebouw waar de activiteit wordt uitgevoerd, te worden aangeboden. Afdeling 2.2 – Hondenpoep Artikel 33 De begeleiders van honden of andere huisdieren die zich op het openbaar domein begeven, dienen steeds in het bezit te zijn van een recipiënt of een ander middel voor het verwijderen van de uitwerpselen van het dier. Indien de hond of een ander huisdier, behoudens op de daartoe bestemde plaatsen die door het gemeenteof stadbestuur met duidelijke signalering zijn aangeduid, de in de eerste alinea omschreven plaats bevuilt, is de begeleider ertoe gehouden het vuilnis te verwijderen en de bevuilde plaats te reinigen.
397 De visueel gehandicapten en andere mindervaliden met hun geleidehond worden vrijgesteld van deze bepalingen. Afdeling 2.3 – Confetti en dergelijke Artikel 34 Het is tijdens carnavalsoptochten en andere openbare manifestaties verboden confetti en andere materialen bestaande uit kunststof (plastiek) te werpen of te bezitten of spuitbussen met kleur- en scheerschuim, spuitbussen met kleurhaarlak, schoensmeer of enig ander middel dat kwetsuren of schade kan veroorzaken aan personen of goederen op het openbaar domein of in de voor het publiek toegankelijke inrichtingen te gebruiken of te bezitten. Afdeling 2.4 – Wildplassen Artikel 35 Het is verboden op het openbaar domein binnen de bebouwde kom of zichtbaar vanaf het openbaar domein te urineren, tenzij op plaatsen of accommodaties die hiertoe speciaal zijn ingericht. Die plaatsen en accommodaties moeten volgens de regels van goed fatsoen te worden gebruikt. Afdeling 2.5 – Reinigen van het openbaar domein Artikel 36 Alle bewoners moeten instaan voor de reinheid van de aangelande berm of het voetpad voor hun woning. Deze verplichting geldt eveneens voor alle overige inrichtingen, met inbegrip van de bedrijfszetel van landbouwbedrijven, doch met uitzondering van alle andere locaties waar landbouwactiviteiten worden uitgeoefend. In gebouwen met meerdere woongelegenheden dient de huisbewaarder hiervoor in te staan. Wanneer er geen huisbewaarder is, valt de verplichting ten laste van alle bewoners van het gebouw. Voor openbare gebouwen valt de verplichting ten laste van de beherende instantie. Ze moeten er tevens voor zorgen dat de afvoergoot schoon wordt gehouden, zowel van onkruid, als van stof en vuil, zonder dat dit in de afvoerroosters mag geveegd of geworpen worden. Het is ook verboden voornoemd vuil voor of op de eigendom van een ander te verzamelen. Onder aangelande berm wordt verstaan, elke ruimte die gelegen is tussen het privaat domein en het openbaar domein. Artikel 37 Iedereen die, op om het even welke wijze, het openbaar domein heeft bevuild of laten bevuilen, moet ervoor zorgen dat deze onverwijld opnieuw proper gemaakt wordt. Dit geldt in het bijzonder voor : - land- en tuinbouwers die, naar aanleiding van hun werkzaamheden op het veld het openbaar domein besmeuren of er vreemde stoffen nalaten; - bouwers en aannemers die, naar aanleiding van bouwwerken, het openbaar domein bevuilen. Onder bevuilen van het openbaar domein wordt eveneens verstaan: - zwerfvuil (sigarettenpeuken, kauwgom, blikjes, wikkels en andere verpakkingen en gelijkaardig afval) - sluikstorten van huishoudelijk afval in kleine hoeveelheden - het oneigenlijk gebruik van staatvuilbakjes voor huishoudelijk afval, ander dan afval afkomstig van ter plekke geconsumeerde producten - het niet naleven van het verbod om reclamedrukwerk te bedelen in leegstaande panden of in brievenbussen voorzien van een sticker om er geen reclamedrukwerk in te deponeren - het niet plaatsen van de nodige vuilbakjes voor verkooppunten voor drank en voeding voor onmiddellijke consumptie. Artikel 38 Het is aannemers of bouwers verboden mortel of andere mengsels, hetzij droog of nat, te bereiden op het openbaar domein. Indien de omstandigheden het noodzakelijk maken dit toch te verrichten op het openbaar domein, dan dient het wegdek of het voetpad beschermd te worden met een ondoordringbare beschermplaat, mits toestemming van het gemeentebestuur. Artikel 39 Bij vriesweer is het verboden water op het openbaar domein te gieten of te laten lopen. Artikel 40 Bij sneeuwval of ijzelvorming zijn de aangelanden van het openbaar domein verplicht om over een breedte van minstens 1 meter voor de woning of een andere inrichting, het voetpad schoon te vegen en te zorgen dat de nodige maatregelen worden genomen om gladheid te vermijden.
398 Bij het ruimen van sneeuw en ijs dienen de afvoergoten en –roosters te worden vrijgelaten. Ter hoogte van de opritten, oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers en de aangeduide haltes voor het openbaar vervoer, dient de rand van het voetpad te worden vrijgehouden. In gebouwen met meerdere woongelegenheden dient de huisbewaarder hiervoor in te staan. Wanneer er geen huisbewaarder is, valt de verplichting ten laste van alle bewoners van het gebouw. Voor openbare gebouwen valt de verplichting ten laste van de beherende instantie. Artikel 41 Indien diegene op wie de in deze afdeling opgelegde verplichtingen rust, nalaat de deze uit te voeren, zal het gemeentebestuur of de lokale politie, de werken ambtshalve uitvoeren op kosten van de nalatige, dit onverminderd de toepassing van de in dit politiereglement voorziene sancties. Afdeling 2.6 – Onderhoud van braakliggende gronden en terreinen Artikel 42 Elke grondeigenaar, huurder of gebruiker van een bebouwd of niet bebouwd terrein is ertoe gehouden het terrein of het gebouw zodanig te onderhouden dat de zindelijkheid, gezondheid en veiligheid niet in het gedrang komen en er geen overlast veroorzaakt wordt aan de omliggende terreinen, buren of het openbaar domein. Artikel 43 Inzonderheid is de eigenaar, huurder of gebruiker er toe gehouden de bloei of zaadvorming te beletten van alle hinderlijke onkruidsoorten wiens zaadverspreiding last veroorzaakt aan de omliggende gronden. Hiertoe dient de plantengroei minstens tweemaal per jaar te worden gemaaid of kortgehouden, met name vóór 30 juni en vóór 30 september. Afdeling 2.7 – De grachten Artikel 44 Het is verboden in grachten iets te plaatsen, te gooien of in te laten lopen waardoor de normale waterafvoer verhinderd of bezoedeld wordt. Artikel 45 Het is verboden baangrachten en andere grachten geheel of gedeeltelijk te verleggen, te dempen of te beschoeien met materialen die de infiltratie van het water naar de bodem kunnen tegenwerken. Grachten die wederrechtelijk werden opgevuld of verlegd, zullen door de overtreder onmiddellijk in hun oorspronkelijke staat dienen te worden hersteld. Het overwelven of inbuizen van baangrachten kan enkel worden toegelaten mits voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur. Artikel 46 Teneinde de goede afloop van het water te verzekeren, is de eigenaar gehouden de grachten die door zijn gronden lopen of deze scheiden van andere private eigendommen te (laten) reiten (d.i. maaien van overtollige waterplanten en verwijderen van het maaisel) en indien nodig te (laten) ruimen (d.i. verwijderen van slib). Zijn uitgezonderd : de grachten langsheen het openbare domein waarvan zij een afhankelijkheid uitmaken en als dusdanig enkel dienstig zijn voor de afwatering van het hemelwater en de waterlopen van eerste, tweede en derde categorie waarvan het onderhoud de bevoegdheid is van respectievelijk het Vlaams Gewest, de provincie of het bestuur, alsook in voorkomend geval, de grachten en/of waterlopen die onder het beheer van een polder of watering vallen. Artikel 47 Met het oog op de verdelging van ratten en ander ongedierte langs de boorden van de grachten en waterlopen, zijn de inwoners verplicht vrije doorgang te verlenen aan de personen, door de bevoegde gemeentelijke overheid met de verdelging belast. Zij dienen het plaatsen van daartoe nodig geachte tuigen te dulden. Afdeling 2.8 – Graffiti Artikel 48 Het is verboden graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen die tot het openbaar domein behoren. HOOFDSTUK 3 – DE OPENBARE GEZONDHEID Afdeling 3.1 – Dieren 3.1.1. honden Artikel 49 Het is verboden honden onbewaakt vrij te laten rondlopen op het openbaar domein en alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. De begeleider dient de hond zodanig te bewaken opdat hij hem op elk
399 ogenblik zou kunnen beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private eigendommen te betreden. Artikel 50 Het is personen die de hond niet in de hand kunnen houden, verboden honden te begeleiden. Artikel 51 Honden dienen op het openbaar en privaat domein van de stad of gemeente, altijd aan de leiband te worden gehouden. Deze verplichting geldt niet voor : - honden die gebruikt worden voor de jacht; - reddingsoperaties bij rampen of ongelukken; - honden die een kudde begeleiden; - honden van politiediensten. Artikel 52 Kwaadaardige, agressieve of gevaarlijke honden moeten gemuilkorfd worden door de eigenaar of de begeleider van zodra ze op het openbaar domein of op openbare plaatsen komen, behoudens honden van politiediensten en erkende bewakingsondernemingen. Onder agressieve, kwaadaardige of gevaarlijke hond wordt begrepen: elke hond die, wanneer hij vrij zou rondlopen, zonder enige provocatie op een duidelijk en onmiskenbare dreigende wijze naar iemand toeloopt; elke hond die iemand aanvalt, bijt of verwondt zonder provocatie of uitlokking; elke hond die reeds iemand heeft verwond of aangevallen zonder provocatie of uitlokking; elke hond die een ander huisdier verwondt of aanvalt zonder provocatie of uitlokking. Artikel 53 De toegang met honden is verboden tot openbare gebouwen, met uitzondering van: - visueel gehandicapten of ander mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden en de reddingshonden van hulporganisaties; - personen belast met het africhten van geleidehonden bestemd voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden en die daartoe een geëigend attest kunnen voorleggen. Op het eerste verzoek van de politiediensten moeten de begeleiders hun hond verwijderen van de plaatsen met grote volkstoeloop. Artikel 54 Bij de vaststelling van een verdwijning van een hond dienen de politiediensten onmiddellijk ingelicht te worden. Onbewaakt loslopende honden, die aangetroffen worden op het openbaar domein of openbare plaatsen, worden door toedoen van of in opdracht van het gemeentebestuur gevangen en overgebracht naar een dierenasiel. Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar, bezitter, bewaker of houder van het dier. Dieren die een gevaar betekenen voor het leven en de lichamelijk integriteit van personen en de veiligheid van goederen in een publiek toegankelijk plaats worden aan de eigenaar, bezitter, bewaker of houder onttrokken, die er niet langer vrij kan over beschikken, zolang zulks met het oog op de handhaving van de openbare rust en/of veiligheid en/of voor het leven en de lichamelijke integriteit van personen of dieren en/of veiligheid van goederen vereist is. Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar, bezitter, bewaker of houder van het dier. Dolle honden dienen door hun houders te worden afgemaakt. Wanneer zij nalaten dit te doen, zal het gemeentebestuur in hun plaats treden. Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar, bezitter, bewaker of houder van het dier. Artikel 55 Elke houder van een hond of enig ander dier, hetzij als eigenaar, hetzij als bezitter, hetzij als bewaker, dient passende maatregelen te nemen om te beletten dat het dier zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat erf, naar een openbare plaats of naar het openbaar domein. De houders van honden zijn verplicht hun dieren op een degelijke wijze onderdak en verzorging te verschaffen en dienen de passende maatregelen te nemen opdat de hond of honden geen abnormale hinder voor de buren zouden veroorzaken door aanhoudend geblaf of ander aanhoudend geluid. Artikel 56 Het is verboden honden te tergen of op te hitsen. 3.1.2. rondzwervende katten Artikel 57
400 Het is verboden rondzwervende katten te voederen op openbare plaatsen. 3 1.3. verwilderde duiven Artikel 58 Het is verboden verwilderde duiven te voederen op openbare plaatsen. 3.1.4. rij- en trekdieren Artikel 60 De begeleiders van rij- en trekdieren zijn verplicht op het openbaar domein, gelegen in de bebouwde kom, de uitwerpselen op te ruimen of mee te nemen in een daartoe geschikt recipiënt. Afdeling 3.2 – Personen Artikel 61 (opgeheven) HOOFDSTUK 4 – OPENBARE RUST Afdeling 4.1 – Manifestaties in open lucht Artikel 62 Onverminderd alle andere wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, behoudens voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het gemeentebestuur, in open lucht manifestaties te organiseren, ongeacht of deze op openbaar of op privaat terrein worden ingericht, en die vrij, op uitnodiging of mits betaling toegankelijk zijn voor het publiek. Het gemeentebestuur kan de draagwijdte van deze toelating bepalen. De aanvragen dienen twee maanden vóór de manifestatie te worden ingediend. Afdeling 4.2 – Bouwvallige gebouwen Artikel 63 Iedereen moet gehoor geven aan de aanmaning van het gemeentebestuur om gebouwen die bouwvallig zijn te herstellen of te slopen. Afdeling 4.3 – Lawaaibestrijding 4.3.1 Veld- en kruitkanonnen Artikel 64 Het is verboden kruitontbrandingen en veldkanonnen te gebruiken om vogels af te schrikken gedurende: - de periode van 21 maart tot en met 20 september tussen 20:30 uur en 06:00 uur. - de periode van 21 september tot en met 20 maart tussen 19:00 uur en 07:00 uur. Het is eveneens verboden kruit- of andere kanonnen, voor het afvuren van vreugdesalvo’s, te gebruiken tussen 22:00 uur en 08:00 uur. Het gebruik van kruit- of andere kanonnen is, met inachtname van bovenstaande verbodsbepalingen, slechts toegelaten mits uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van het gemeentebestuur. Artikel 65 Voor het gebruik van kruit- of andere kanonnen die dienen om vogels af te schrikken moeten volgende bepalingen worden geëerbiedigd : - de loop van de kanonnen mag in geen geval worden gericht naar de meest nabije woning of woningen; - de kanonnen moeten worden geplaatst op minstens 150 meter van een bewoond huis; waar mogelijk dient een grotere afstand te worden in acht genomen; - de nodige maatregelen en voorzorgen moeten worden genomen om te voorkomen dat de uitoefening van andere normale beroepsactiviteiten wordt onmogelijk gemaakt; - de tijd tussen twee salvo’s moet minstens 10 minuten bedragen. Het gemeentebestuur kan bijkomende voorwaarden opleggen als blijkt dat de aanvragen de draagkracht van de omgeving overschrijden, zelfs wanneer een vergunning is verleend. De vergunningen voor het gebruik van vogelschrikkanonnen worden steeds ter kennisgeving overgemaakt aan de lokale politie 4.3.2 Het afschieten van vuurwerk. Artikel 66 Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen, is het verboden, zowel op het openbaar domein als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan het openbaar domein, om het even welk vuurwerk af te steken of voetzoekers, knal- en rookbussen te laten ontploffen. Het gemeentebestuur is ertoe gemachtigd toestemming te verlenen om feestvuurwerk af te steken. De vergunningen voor het afschieten van vreugdesalvo’s worden steeds ter kennisgeving overgemaakt aan de lokale politie. 4.3.3. Lawaaihinder
401 Artikel 67 Het is verboden, zelfs gedurende de dag, radio’s, luidsprekers, geluidsversterkers en soortgelijke apparaten, muziekinstrumenten, derwijze in werking te stellen dat ze op het openbaar domein of buitenshuis uitgalmen derwijze dat de rust van de bewoners van hetzelfde huis of van de naburige woningen wordt verstoord. Het gemeentebestuur kan uitzonderingen toestaan voor openbare feestelijkheden, sportmanifestaties, en dergelijke. Het gebruik van deze apparaten, inzonderheid de draagbare radio’s, is verboden inzonderheid in de openbare parken en speelpleinen. Artikel 68 Het is verboden nachtgerucht of nachtrumoer te maken waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord. Nachtgerucht of nachtrumoer wordt als overtreding gekwalificeerd indien volgende constitutionele elementen terzelfdertijd aanwezig zijn : - een intentionele daad of schuldige nalatigheid; - de geluiden zijn van die aard dat zij de rust van de inwoners verstoren; - het lawaai vindt plaats tussen zonsondergang en zonsopgang. Voor werken van openbaar nut of werken die om technische redenen niet kunnen onderbroken worden tussen zonsondergang en zonsopgang is een voorafgaandelijke toelating van het gemeentebestuur vereist. Bij deze toelating kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor landbouw-, tuinbouw- en bosbouwwerktuigen die worden aangewend in het kader van een bedrijfsexploitatie onder normale omstandigheden. Artikel 69 Het gebruik van voertuigen met luidsprekers voor reclame - propaganda of andere doeleinden is alleen veroorloofd mits voorafgaande schriftelijke vergunning van het gemeentebestuur en naleving van de daarbij gestelde voorwaarden. Aan dezelfde voorschriften is onderworpen het aanwenden van luidsprekers met reclame - propaganda of andere doeleinden in handelshuizen en om het even welke inrichtingen voor zover het gerucht buiten hoorbaar is. Voertuigen en over het algemeen alle verkeersmiddelen mogen geen abnormaal gerucht veroorzaken door een ongewone verrichting bv. toeteren, niet afzetten van motor bij stilstand enz... afwijkingen op dit verbod kunnen door het gemeentebestuur worden toegelaten bij speciale omstandigheden, zoals kermissen, gemachtigde feestelijkheden, enz... Artikel 70 Op de openbare plaatsen is het verboden om de geluidsinstallatie in een voertuig in werking te stellen op een zodanig geluidsniveau dat het hoorbaar is voor wie niet in het voertuig heeft plaatsgenomen. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden geacht te zijn begaan door de bestuurder van het voertuig, tot bewijs van het tegendeel. Artikel 70bis Een geluid wordt niet als hinderlijk beschouwd wanneer dit het gevolg is van spelende kinderen. Afdeling 4.4 – Rondreizende woonwagenbewoners Artikel 71 Onder woonwagen wordt verstaan: elke verplaatsbare of mobiele constructie, zelfs indien de wielen ervan verwijderd zijn, ontworpen en/of gebruikt als permanente of tijdelijke verblijfplaats. Artikel 72 Het is verboden om zonder voorafgaandelijke toelating van het gemeentebestuur het openbaar domein voor beperkte tijd te gebruiken voor het plaatsen van één of meer woonwagens en tenten. Artikel 73 In afwijking van artikel 72 mogen uitbaters van kermisattracties en rondreizende circusartiesten die deelnemen aan door de stad georganiseerde of toegelaten evenementen, met hun woonwagens plaatsnemen op het openbaar domein of op een andere door het gemeentebestuur aangewezen plaats voor de duur van die evenementen en voor de periode nodig voor het op- en afbouwen van de attractie. Artikel 74 Woonwagens en tenten, kunnen slechts voor beperkte tijd standplaats innemen op een privé-eigendom mits een voorafgaande toelating van het gemeentebestuur en na voorlegging van goedkeuring van plaatsing door de eigenaar.
402 Deze toelating zal steeds kunnen worden ingetrokken. De politiediensten zullen steeds toegang hebben tot de niet-afgesloten terreinen waar deze woongelegenheden zich bevinden. Afdeling 4.5 – Uitvliegen van reisduiven Artikel 75 Het is verboden alle soorten duiven welke niet aan prijskampen deelnemen, te laten uitvliegen tussen 07:00 en 18:00 uur op zon- en feestdagen waarop duivenwedstrijden plaats hebben en dit van 1 april tot en met de laatste zondag van de maand oktober. Artikel 76 Ingeval van overmacht , slecht weer of andere oorzaken, waarbij de vluchten niet op de vermelde dagen worden gehouden, geldt dit verbod voor de daaropvolgende dag en is de medekampende liefhebber verplicht kenbaar te maken dat de duiven niet op de vermelde datum werden gelost. Artikel 77 Elke handeling die de medekampende liefhebber schade kan toebrengen is ten alle tijde verboden. Hieronder wordt o.a. verstaan: slaan op allerlei voorwerpen, zwaaien met allerlei voorwerpen, ophangen van allerlei voorwerpen in de nabijheid van de hokken, opstellen van molentjes, draaiende voorwerpen en in het algemeen elke daad die de dieren kan doen op- of afschrikken. Afdeling 4.6 – Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn Artikel 78 Het is de uitbater van een drankslijterij verboden een besluit van het gemeentebestuur, waarbij met het oog op de vrijwaring van de openbare orde, de sluiting van zijn inrichting wordt bevolen, te overtreden. De officier van bestuurlijke politie kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de voor het publiek toegankelijke gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de openbare rust verstoort. Artikel 78bis Het is ten allen tijde verboden op de openbare plaatsen en op de privéterreinen wensballonnen op te laten. Onder wensballonnen wordt verstaan een vliegende lampion, meestal vervaardigd uit papier, gevuld met hete lucht die opgewarmd wordt door een vlam. HOOFDSTUK 5 – MILIEUBESCHERMING Afdeling 5.1 – Parken en plantsoenen Artikel 79 In de openbare parken en plantsoenen is het verboden: 1. afgesloten grasvelden te betreden indien een specifiek bord dit verbiedt; 2. heestermassieven en bloemenperken te betreden of te laten betreden; 3. zand, droog hout, snoeihout of bladgrond te verzamelen of weg te halen; 4. te kamperen of er de nacht door te brengen in tenten, auto’s, kampeer- en woonwagens, tenzij op de plaatsen die voldoen aan de wetgeving inzake kamperen; 5. afsluitingen te beklimmen of te beschadigen. Artikel 80 Tenzij men een toelating bekomen heeft van het gemeentebestuur of indien het anders bepaald wordt door de door het gemeentebestuur aangebrachte verkeersborden en -tekens, is het verboden in de stedelijke openbare parken en plantsoenen met voertuigen te rijden, stil te staan of te parkeren. Artikel 81 Behalve op de daartoe door het bestuur aangeduide plaatsen en binnen de door het gemeentebestuur bepaalde voorwaarden, is het verboden in de openbare parken en plantsoenen: 1. om het even welke handelsactiviteit uit te oefenen of koopwaren uit te stallen, te verkopen of bij wijze van reclame aan te bieden; 2. op welke wijze ook publiciteit te voeren; 3. te collecteren; 4. het bevroren water te betreden; 5. op het water te varen of om het even welke watersport te beoefenen; 6. er op gelijk welke wijze te vissen of dieren te vangen of achter te laten; 7. open vuren aan te leggen; 8. ruitersport te beoefenen; 9. dieren te laten baden in het water; 10. zich te gedragen, te spelen of sport te beoefenen op een wijze die gevaarlijk of hinderlijk is voor zichzelf of voor andere personen. Artikel 82
403 Het gemeentebestuur kan het gebruik van de openbare parken en plantsoenen of een deel ervan aan het publiek onttrekken. Gedurende deze periode is het verboden dit park of plantsoen te betreden. In voorkomend geval zal de openingstijd ter plaatse bestendig kenbaar gemaakt worden aan het publiek. Artikel 83 Behoudens andersluidende bepalingen zijn de kinderspeelpleinen toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang voor kinderen. Kinderen minder dan 7 jaar moeten vergezeld zijn van een persoon die voor hen aansprakelijk is. De kinderen zullen zich behoorlijk gedragen in de kinderspeelpleinen en zijn gehouden de richtlijnen te volgen van bevoegde personen en de gebruiksaanwijzingen, aangebracht op de speeltuigen, te respecteren. Het is ten strengste verboden enige schade aan te brengen in de kinderspeelpleinen. Opzettelijk aangerichte schade zal vergoed worden door diegenen die ze aanrichten of door de persoon die voor hen verantwoordelijk is. Het is verboden om het even wat op de grond te gooien wat vervuiling veroorzaakt. Alle artikelen die betrekking hebben op de "openbare parken en plantsoenen" zijn ook in de kinderspeelpleinen van toepassing. Afdeling 5.2 – Het aanplakken Artikel 84 Het is verboden: - wettig aangeplakte aanplakbiljetten kwaadwillig af te trekken of te scheuren; - aan te plakken op andere plaatsen dan deze vastgesteld door het gemeentebestuur; - op een zelfde plaats meer dan één exemplaar van een zelfde plakbrief aan te brengen; - plakbrieven af te rukken, ze te bevuilen, ze onleesbaar te maken, er meldingen of tekeningen op aan te brengen; - de plakbrieven die een gebeurtenis aankondigen voor het verlopen van de gebeurtenis te overplakken; - plakbrieven aan te brengen meer dan 4 weken voor het plaatsvinden van de gebeurtenis; - plakbrieven aan te brengen van een formaat groter dan A1. Artikel 85 Het is verboden tijdelijke publiciteitsborden aan te brengen op of langs het openbaar domein zonder uitdrukkelijke toestemming van het gemeentebestuur. Ze mogen niet aangebracht worden op straatmeubilair, signalisatie, openbare verlichting, bomen, e.d. Artikel 86 Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen op het openbaar domein en op bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlen, palen, zuilen, bouwwerken en monumenten en andere langs het openbaar domein of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden en andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheid tot aanplakking zijn bestemd of vooraf schriftelijk werden vergund door de eigenaar of gebruiksgerechtigde voor zover de eigenaar zijn voorafgaandelijk schriftelijk akkoord heeft betuigd. HOOFDSTUK 6 – ANDERE VORMEN VAN MAATSCHAPPELIJKE OVERLAST Artikel 87 Het is verboden grafsteden, gedenktekens of grafstenen, monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht te vernielen, neer te halen, te verminken of beschadigen. Het is verboden monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst, te vernielen, neer te halen, te verminken of beschadigen. Artikel 88 Het is verboden kwaadwillig een of meer bomen om te hakken, of zodanig te snijden, te verminken of te ontschorsen dat ze vergaan, of een of meer enten te vernielen. Artikel 89 Het is verboden geheel of gedeeltelijk grachten te dempen, levende of dode hagen af te hakken of uit te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, te vernielen; grenspalen, hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of verwijderen. Artikel 90 Het is verboden afvalstoffen te verbranden. Het is eveneens verboden snoei- en tuinafval te verbranden in open lucht op minder dan 100 m afstand van woningen, hagen, bomenrijen, graanvelden e.d. Kampvuren zijn enkel toegelaten mits voorafgaandelijk kennisgeving aan het gemeentebestuur.
404 HOOFDSTUK 7 – STRAF- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 91 Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien, worden de inbreuken op de artikelen 32, 33, 35, 60, 61, 84, 85 en 86 bestraft met een administratieve geldboete van 50,00 EUR, overeenkomstig de in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voorziene procedure. Artikel 92 Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien, worden de overige inbreuken op onderhavig reglement gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximaal 175,00 EUR voor minderjarigen en van maximaal 350,00 EUR voor meerderjarigen, overeenkomstig de in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voorziene procedure. Artikel 92bis Worden eveneens gestraft met een administratieve geldboete, zoals bedoeld in artikel 92, de persoon die het opgelegde plaatsbezoek opgelegd overeenkomstig de in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voorziene procedure, negeert. Artikel 92ter De bepalingen die opgenomen zijn in dit reglement zijn van toepassing op iedereen die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het moment van de feiten. Artikel 93 In geval van herhaling van de inbreuk op artikel 5 , artikel 11 , artikel 13 van dit reglement worden deze gestraft met de administratieve schorsing of intrekking van de door de gemeente afgegeven toestemming of vergunning of de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting. Artikel 94 Alle artikelen van eerder uitgevaardigde politieverordeningen die strijdig zijn met deze politieverordening worden geacht te zijn opgeheven. Artikel 95 Dit reglement zal overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet afgekondigd en bekend gemaakt worden. Artikel 96 Overeenkomstig artikel 119 van de nieuwe gemeentewet zal een afschrift van dit reglement worden overgemaakt aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de griffie van de politierechtbank. Tevens zal een afschrift worden overgemaakt aan het parket van de procureur des konings bij de politierechtbank en aan de korpschef van de lokale politie Vlaamse Ardennen. Artikel 3. Dit reglement zal overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet afgekondigd en bekendgemaakt worden. Artikel 4. Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan: - De Bestendige Deputatie van de provincieraad - De procureur des konings - De hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg - De hoofdgriffier van de politierechtbank - De federale politie te Oudenaarde - De politie Vlaamse Ardennen - De brandweer Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en met de kennisgeving ervan. BESTUUR BURGERZAKEN. KMO-BELEID. 3.
Toekenning toelage aan de handelscomités van de stad in het kader van de eenvormige kerstverlichting.
De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet, art. 43 §2, 5° en art. 195; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 20 december 2010, waarbij het reglement inzake de eenvormige kerstverlichting goedgekeurd werd voor de dienstjaren 2010, 2011 en 2012; Overwegende dat een extra toelage van 50% in de huurkosten voor de eenvormige kerstverlichting toegestaan wordt, waarbij de deelnemende handelscomités eveneens 50% van die huurprijs betalen;
405 Overwegende dat de regels en afspraken geformaliseerd dienen te worden opdat voor het bestuur controle en toezicht mogelijk blijft; Gelet op het reglement voor deze extra toelage, goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen dd. 25 november 2013; Overwegende dat om budgettair alles rechtmatig te laten verlopen, het reglement nog dient voorgelegd te worden ter goedkeuring aan de Gemeenteraad; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn op de begroting, artikel 52010/332-02; BESLUIT: eenparig Enig artikel : De gemeenteraad keurt volgend reglement houdende verdeling extra toelage in het kader van de éénvormige kerstverlichting goed: 1. Algemeen principe Binnen de perken van op de jaarlijkse stadsbegroting goedgekeurde kredieten verleent het stadsbestuur van Oudenaarde een extra toelage voor het project “éénvormige kerstverlichting” aan de handelscomités en dit voor zover voldaan wordt aan de bepalingen die in onderhavig reglement zijn opgenomen. 2. Voorwaarden Vooraleer in aanmerking te komen voor een toelage van de stad moet aan onderstaande drie voorwaarden voldaan worden: 1. Binnen de beperkingen van het éénzelfde thema, te kiezen door de handelscomités mag het handelscomité vrij onderhandelen met een leverancier. Elk handelscomité sluit zelf een contract af met de leverancier. 2. Gebruik van LED verlichting is verplicht, kerstverlichting met gewone verlichting kan nooit genieten van enige tussenkomst vanwege het stadsbestuur. 3. In de Middenstandsraad dd. 19.11.2013 werd voor elke handelscomité het maximum aantal overspanningen of paalornamenten vastgesteld en goedgekeurd waarop het stadsbestuur een extra toelage zal berekenen. 3. Aanvraag extra toelage Om een extra toelage aan te vragen dient de verantwoordelijke van het handelscomité een copie van de voorschotfactuur, ondertekend voor goedkeuring door een afgevaardigde van het handelscomité, te sturen aan het College van Burgemeester en Schepenen Deze voorschotfactuur bevat volgende elementen: 1. Opgave van naam, adres, rekeningnummer van de verantwoordelijke van de handelsvereniging 2. Op deze factuur wordt expliciet vermeld: - Gebruik van LED verlichting - Aantal overspanningen of paalornamenten - Eenheidsprijs per overspanning of paalornament - Totale prijs (excl. BTW) 4. Toelage berekening en toekenning Het bedrag van de extra toelage van de stad wordt vastgesteld op 50% van de kostprijs van elke overspanning of paalornament. In de kosten voor BTW komt het stadsbestuur niet tussen. Deze extra toelage is beperkt tot een maximaal bedrag van 150,00 euro per overspanning of paalornament, exclusief het BTW-bedrag. Dit mits voldaan wordt aan alle voorwaarden. Indien blijkt dat de initiatiefnemer onjuiste gegevens heeft verstrekt of dat één of meer voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen om de toelage geheel of gedeeltelijk in te houden. 5. Cumul met andere stadstoelagen De toelage voor de kosten van de kerstverlichting is cumuleerbaar met de jaarlijkse stadstoelage aan de Middenstandsraad. 6. Controle De initiatiefnemer is ertoe gehouden voor 31 januari van elk dienstjaar een copie van de eindfactuur van de leverancier te bezorgen aan het College van Burgemeester en Schepenen. Deze eindfactuur bevat uiteraard de kosten voor kerstverlichting van het voorafgaand eindejaar. 7. Betaling Na het indienen van de voorschotfactuur zal het stadsbestuur binnen één maand overgaan tot betaling van de extra toelage per handelscomité.
406 8. Inwerkingtreding en duur. Dit reglement treedt in werking na goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen dd. 25.11.2013 en geldt voor alle aanvragen ingediend na deze datum. Dit reglement is geldig gedurende een periode van drie dienstjaren: 2013-2014-2015. 9. Aantal overspanningen of paalornamenten per handelscomité goedgekeurd door de Middenstandsraad dd. 19.11.2013. Handelscomité Nederstraat Hoogstraat Broodstraat Krekelput - Tussenbruggen Bergstraat Markt Stationsstraat Bevere Eine Eindries Einestraat
Omschrijving Overspanningen Overspanningen Overspanningen Overspanningen Overspanningen Paalornamenten Overspanningen Paalornamenten Overspanningen paalornamenten Overspanningen
aantal 10 7 7 7 7 20 6 25 16 30 6
BESTUUR INFRASTRUCTUUR MOBILITEIT 4.
Gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende; een parkeerzone voorbehouden voor vrachtwagens t.h.v. de inrit van het containerpark.
De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij KB van 16 maart 1968; Gelet op de gemeentewet, gecoördineerd bij KB van 24 juni 1988; Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009; Gelet op het mobiliteitsplan van de stad Oudenaarde, conform verklaard op 21/11/2012; Overwegende dat de hierna voorziene maatregelen gemeentewegen betreft; Overwegende dat de parkeerzone aan het containerpark, voorzien voor aan het containerpark gebonden vrachtverkeer, regelmatig benomen wordt door personenwagens; BESLUIT: eenparig Artikel 1: In de Leebeekstraat wordt de parkeerstrook tussen de inrit en de uitrit van het containerpark voorbehouden voor vrachtwagens. Dit wordt aangeduid met 2 E9c borden met opgaande en neergaande pijl. Artikel 2: Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid. BESTUUR SPORT. 5.
Goedkeuren reglement beleidssubsidies sport 2014-2019.
Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van gemeentelijke subsidies, inzonderheid artikel 3, artikel 7, 1° en artikel 9, eerste lid; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2012 betreffende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid;
407 Gelet het College van Burgemeester dd. 18 november 2013 akkoord ging met het voorgelegde beleidssubsidiereglement; Gelet op het advies van de gemeentelijke sportraad d.d.7 november 2013; Gelet op het feit dat de nodige kredieten zijn ingeschreven; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Onderstaand reglement beleidssubsidies 2014-2019 wordt goedgekeurd; GEMEENTELIJK BELEIDSSUBSIDIEREGLEMENT
Dit subsidiereglement is opgebouwd volgens de beleidsprioriteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Het budget van de Vlaamse Gemeenschap en de stad Oudenaarde wordt integraal naar de Oudenaardse sportclubs verdeeld volgens onderstaande objectieve criteria. I. ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Binnen de perken van de door de gemeenteraad goedgekeurde kredieten worden subsidies uitgekeerd aan sportverenigingen voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden op basis van de kwaliteitscriteria opgenomen in dit reglement. Artikel 2: De subsidiëring van het huidig werkingsjaar wordt steeds bepaald op basis van de in het aanvraagdossier opgenomen gegevens van de sportvereniging m.b.t. het voorgaande kalenderjaar. De Sportdienst heeft ten alle tijde het recht alle vormen van controle m.b.t. het ingediende aanvraagdossier uit te voeren en/of bijkomende inlichtingen op te vragen, waaraan binnen een termijn van 10 kalenderdagen gevolg dient gegeven te worden, zoniet zal de subsidieaanvraag als onontvankelijk beschouwd worden. Het verstrekken van onjuiste informatie zal aanleiding geven tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van de subsidie. Artikel 3: De sportverenigingen moeten door de gemeente erkend zijn en dus voldoen aan de in het erkenningsreglement omschreven erkenningvoorwaarden. Artikel 4 De subsidies kan men verkrijgen door te voldoen aan de hierna omschreven procedure: - De aanvraag tot subsidiëring wordt door de sportverenigingen op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij de sportdienst. Het reglement en de aanvraagformulieren zijn beschikbaar vanaf 15 april op de sportdienst en de site van de Stad Oudenaarde (www.oudenaarde.be). De subsidieaanvraag moet worden ingediend vóór 1 juni tegen ontvangstbewijs (digitale subsidieaanvragen krijgen digitaal ontvangstbewijs). - Tussen 1 september en 30 september zal de Sportraad advies geven. - De uitbetaling van de subsidie zal gebeuren vóór eind november,. Artikel 5 De sportvereniging kan geen subsidies voor hetzelfde doel ontvangen via andere gemeentelijke kanalen. Artikel 6 De sportverenigingen aanvaarden verantwoording af te leggen overeenkomstig de Wet van 14 november 1983, die stelt dat de sportvereniging de subsidie moet gebruiken voor het doel waarvoor de subsidie is toegekend. Artikel 7 Al de erkende sportverenigingen krijgen een basistoelage van 60 euro gezien ze reeds voldoen aan de basisvereisten. Zij dienen wel telkens het informatieblad in te dienen met de al dan niet gewijzigde gegevens. Artikel 8: Het resterend bedrag na aftrek basissubsidie, wordt verdeeld volgens ondervermeld reglement (verder beleidssubsidiebedrag genoemd). Dit subsidiereglement tracht bij te dragen tot de kwalitatieve verbetering van de sportverenigingen. De beleidssubsidie wordt bepaald door de beoordeling van de werking van de sportvereniging op het vlak van de beschreven doelstellingen. De beoordeling gebeurt op basis van een aantal kwaliteitscriteria per doelstelling waaraan de sportvereniging dient te voldoen. De kwaliteitscriteria worden geobjectiveerd door parameters teneinde de beoordeling om te zetten in een subsidiebedrag. De percentages kunnen jaarlijks herzien worden na evaluatie. Contactgegevens Sportvereniging Naam Sportvereniging: ……………………………………………
408 Adres maatschappelijke zetel: ……………………………………. Naam voorzitter: ………………………………………………….. Adres voorzitter:……………………………………....................... Telefoon voorzitter: ………………………………………………. Emailadres voorzitter:……………………………………………... Naam titularis sportraad…………………………………………… E-mail titularis sportraad………………………………………….. Adres titularis sportraad…………………………………………… Erkenningsnummer van de stad:….. Lid van de Sportraad:….. Aantal bestuursleden: …. Totaal Oudenaardse leden: …. Totaal aantal leden (officiële lijst bijvoegen): …. Totaal aantal leden tot en met 17 jaar: …. BTW nummer: …… Bankrekeningnummer: …… Contactgegevens verantwoordelijke subsidieaanvraag Naam: …………………………………………………………….. Functie binnen de vereniging: ……………………………………. Correspondentieadres: ……………………………………………. Emailadres: ……………………………………………………….. Telefoon: ………………………………………………………….. Beleidsprioriteit 1: Ondersteunen van de kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen (kwaliteitsvol sporttechnisch kader) 40% van de beleidssubsidies. 1.1: Actief deelnemen in het sportbeleid 6 % van het beleidssubsidiebedrag wordt verdeeld volgens het aantal punten waarop de sportvereniging kan scoren: 1 punt per aanwezigheid op de algemene vergadering van de sportraad; 1 punt per aanwezigheid op de sectievergaderingen van de sportraad; 1 punt per aanwezigheid op werkgroep i.o. van sportraad De vereniging was afgevaardigd op: algemene vergadering van de sportraad sectievergaderingen van de sportraad werkgroep van de sportraad Totaal:
Aantal
……… punten
1.2: Beschikken over één veiligheidsverantwoordelijke 4 % van het beleidssubsidiebedrag wordt verdeeld onder de sportverenigingen die één veiligheidsverantwoordelijke hebben die instaat voor de veiligheid op en naast het sportterrein en op de sportaccommodatie. Ook dient er een duidelijke functiebeschrijving doorgegeven te worden. Heeft de vereniging één actieve veiligheidsverantwoordelijke: ja/ neen Geef de functiebeschrijving van de veiligheidsverantwoordelijke + naam. ……………………………………………………………………………………………………………… 1.3: Gebruiken van communicatiekanalen en betrekken van de belanghebbenden 2 % van het beleidssubsidiebedrag wordt verdeeld onder de clubs volgens onderstaande voorwaarden: De sportvereniging heeft een clubblad dat minstens 3x/jaar aan de leden wordt bezorgd (bewijs: clubbladen van het werkingsjaar): 1 punt De sportvereniging verspreidt flyers om haar activiteiten te laten kennen (bewijs: flyer): 1 punt De sportvereniging geeft een nieuwsbrief uit (bewijs gedateerde nieuwsbrief): 1punt De sportvereniging heeft een website die up-to-date is en een duidelijk beeld geeft van de sportvereniging (vermeld website-adres): 1 punt de sportvereniging organiseerde een oudercontact (gedateerde uitnodiging/ verslag oudercontact): 1 punt )
409
de sportvereniging organiseerde een schriftelijk tevredenheidonderzoek bij de leden, of de ouders, of de sponsors en of andere belanghebbenden (bewijs: verslag tevredenheidonderzoek): 1 punt 1.4: De sportverenigingen kunnen voor hun jeugdploegen gebruik maken van kwalitatieve overdekte sportinfrastructuur, ook van deze van private aanbieders 28 % van het beleidssubsidiebedrag wordt verdeeld als volgt: De genieters van deze subsidie zijn de erkende Oudenaardse sportverenigingen (de statutaire zetel moet in Oudenaarde gevestigd zijn) voor hun jeugdwerking. Hun activiteiten gaan door in overdekte sportaccommodaties in Oudenaarde. Indien de sportclub het bewijs kan leveren dat er onmogelijk in een Oudenaardse sporthal kan getraind worden kan de factuur voor het gebruik van sporthal buiten Oudenaarde in rekening gebracht worden voor subsidiëring. De gebruikte infrastructuur dient te voldoen aan alle wettelijke vereisten m.b.t. de veiligheid van de gebruikers. Onder jeugdwerking wordt verstaan: trainingen, lessenreeksen, wedstrijden, tornooien, stages, … voor minstens 20 aangesloten jeugdleden (jonger dan 18 jaar) en die begeleid worden door één of meerdere personen die daartoe sporttechnisch en/of pedagogisch opgeleid werden. Het bedrag van de infrastructuurgebruiksubsidie wordt vastgesteld a.h.v. de facturen (met betalingsbewijs) die de sportclubs krijgen van de uitbaters van de infrastructuur voor verlopen kalenderjaar. Enkel facturen betreffende de jeugd (jonger dan 18 jaar) worden aangenomen. Het subsidiebudget wordt dan verhoudingsgewijs verdeeld onder de sportclubs die gebruik maken van de infrastructuur voor hun jeugdwerking . Bewijsstukken: facturen die uw sportclub gekregen heeft van de uitbaters van de infrastructuur voor het afgelopen kalenderjaar. Enkel de facturen betreffende de jeugd (jonger dan 18 jaar) worden aangenomen. Eveneens dient het trainingschema van de sportclub meegegeven te worden. Beleidsprioriteit 2: Stimuleren van de sportvereniging tot professionaliseren en in het bijzonder van kwalitatieve sportbegeleiding. 35% van de beleidssubsidies. 2.1: Werken met gediplomeerde trainers 25% van het beleidssubsidiebedrag Sportverenigingen worden gesubsidieerd voor het werken met gediplomeerde trainers op basis van volgend puntensysteem (gelijklopend met de recentste referentietabel voor sportkwalificaties van de Vlaamse Trainersschool zoals in bijlage 1 te vinden). Bij wijzigingen t.a.v. vorige aangifte dient een afschrift van het diploma voorgelegd te worden. Enkel het hoogste diploma telt. Sportkwalificaties Categorie 1: basismodule “algemeen gedeelte” initiator, aspirant initiator in betrokken sporttak, geslaagd 1° jaar bachelor LO, wegkapitein, jogbegeleider en bewegingsanimator Categorie 2: basismodule “algemeen gedeelte” instructeur B/trainer B, student geslaagd 2° jaar bachelor LO, VTS-initiator in betrokken sporttak en gegradueerde LO, diploma pedagogisch onderwijs Categorie 3: basismodule “algemeen gedeelte” trainer A en attest “instapmodule” jeugdsportcoördinator Categorie 4: VTS-trainer B in betrokken sporttak Categorie 5: bachelor LO of jeugdsportcoördinator VTS Categorie 6: VTS-trainer A in betrokken sporttak, bachelor LO met VTS-trainer B-diploma in betrokken sporttak, master LO Categorie 7: VTS-toptrainer in betrokken sporttak, bachelor LO met VTS-trainer A-diploma in betrokken sporttak, master LO met VTStrainer B-diploma in betrokken sporttak Categorie 8: master LO met VTS-trainer A-diploma in betrokken sporttak of met postgraduaat in betrokken sporttak 2.2: Volgen en/of organiseren trainers/scheidsrechters/juryleden
van
Te verdienen punten per gekwalificeerde trainer 1 ptn
sporttechnische
2 ptn
3 ptn 4 ptn 6 ptn 8 ptn 10 ptn
12 pt bijscholingen
aan
410 4 % van het beleidssubsidiebedrag gedeeld door het aantal uren opleiding/vorming dat de trainers/scheidsrechters of juryleden gevolgd hebben. Deze bijscholingen dienen georganiseerd te zijn i.s.m. Bloso/VTS, of de specifieke sportfederatie, of de provinciale, gemeentelijke of burensportdienst. Gevraagd wordt: het bewijs van de bijscholing (deelnemingsattest) samen met het bewijs van het aantal uren dat deze bijscholing duurde. Naam trainer
Naam opleiding
Aantal Bewijs uren
2.3: Volgen en/of organiseren van opleiding en vorming bestuursleden 3 % van het beleidssubsidiebedrag gedeeld door het aantal uren opleiding/vorming dat de bestuursleden gevolgd hebben. Deze opleidingen en vormingen dienen georganiseerd te zijn i.s.m. Bloso/VTS, of de specifieke sportfederatie, of de provinciale, gemeentelijke of buren-sportdienst. Gevraagd wordt: het bewijs van de opleiding (diploma) of vorming (deelnemingsattest) samen met het bewijs van het aantal uren dat deze opleiding of vorming duurde. Naam bestuurslid
Naam opleiding
Aantal Bewijs uren
2.4: Het beschikken over een sportgekwalificeerde jeugdsport coördinator 3 % van het beleidssubsidiebedrag Sportverenigingen worden gesubsidieerd voor het werken met sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren indien deze niet in artikel 2.1 werden opgegeven. Een jeugdsportcoördinator is een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die in een erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnisch, beleidsmatig en organisatorisch vlak. De subsidiëring gebeurt op basis van volgend puntensysteem Aanwezigheid van een sportgekwalificeerde Te verdienen punten jeugdsportcoördinator Met VTS-diploma jeugdsportcoördinator 1 ptn ‘basismodule’ MetVTS-diploma jeugdsportcoördinator 2 ptn ‘specialisatiemodule’ Beleidsprioriteit 3: Activeringsbeleid met het oog op levenslange sportparticipatie via anders georganiseerd laagdrempelig beweeg- en sportaanbod door de sportverenigingen Het budget hiervoor is 15 % van de beleidssubsidies 3.1: De sportvereniging is actief in de naschoolse sportactiviteiten en activiteiten van derden i.s.m. de sportdienst 12 % van het beleidssubsidiebedrag De sportvereniging kan punten scoren à rato van het aantal gediplomeerde trainers en medewerkers per organisatiedag. Organisaties zijn Sportsnacks, Multimove, Start-to-sportactiviteiten, Doe-aan-sportbeurs en Galm. Naam trainer/medewerker
Aantal organisatiedagen
Datum
3.2: De sportvereniging speelt actief in op de SNS sportpas 3 % van het beleidssubsidiebedrag De sportvereniging die haar werking openstelt voor de SNS sportpas kan punten scoren i.f.v. het aantal personen met een sportpas die deelnamen, zonder op dat moment lid te zijn van de sportvereniging. Hiervoor dient telkens de naam van de deelnemer met de SNS sportpas genoteerd te worden. Deze lijst moet ingediend worden om hiervoor subsidies te krijgen. Beleidsprioriteit 4: Sportbeleid voor kansengroepen De sportverenigingen helpen in het toegankelijk en divers maken van sport voor iedereen
411 Het budget hiervoor is 10 % van de beleidssubsidies 4.1: Andersvaliden gebruiken gratis kwalitatieve sportinfrastructuur (max 4% van de beleidssubsidies) De vereniging welke sport uitsluitend aanbiedt aan andersvaliden mag de factuur indienen van verlopen seizoen voor de huur van kwalitatieve sportinfrastructuur. Dit is niet combineerbaar met 1.4. 4.2: De sportvereniging organiseert activiteiten specifieke gericht op andersvaliden en/of kansarmen (max 4% van de beleidssubsidies) Facturen voor het organiseren van deze specifieke activiteiten (+ betalingsbewijs) moeten voorgelegd worden en worden in verhouding van het totaal der facturen en het beschikbare budget betoelaagd. De rest van het budget wordt gelijk verdeeld onder kwaliteitscriteria 4.3, 4.4 en 4.5 . 4.3: De sportvereniging heeft een gedifferentieerd lidgeld De sportvereniging kan punten scoren als de sportclub een gedifferentieerd lidgeld heeft voor OKpassers. De punten worden per aantal OK-passers die lid zijn van de sportclub toegekend. 4.4: De sportvereniging integreert personen met een handicap in haar werking De sportvereniging kan punten scoren volgens het aantal leden met een invalidenkaart, namelijk 1 punt per lid.. Gelieve kopij invaliditeitskaart eveneens door te geven. 4.5: De sportvereniging werkt actief mee in het project Buitenste Binnen (in de strafinrichting Oudenaarde) De sportvereniging kan punten scoren à rato van het aantal activiteiten die ze organiseert voor Buitenste binnen. Project
Aantal organisatiedagen
Data
Artikel 2: De reglementen beleids-en impulssubsidies, goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 22 december 2008, worden opgeheven; Artikel 3: Het College van Burgemeester en Schepen is bevoegd voor de uitvoering van dit reglement. Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt met het goedgekeurde reglement beleidssubsidies 2014-2019 ingediend bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Bloso, Arenberggebouw, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel. REGIE GRONDBELEID. 6.
IVA Grondbeleid. Budget 2014.
De Gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25 november 2013 waarbij de oprichting van het gemeentelijk Intern Verzelfstandigd Agentschap zonder rechtspersoonlijkheid “Grondbeleid” wordt opgericht; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 146 §1 en artikel 224, houdende bepalingen van gemeentelijke intern verzelfstandigde agentschappen; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten; Gelet op het budget van het IVA “Grondbeleid” voor 2014; Overwegende dat het meerjarenplan van het IVA “Grondbeleid” voor 2014-2019 geconsolideerd is met het meerjarenplan van de stad Oudenaarde; Besluit: eenparig Enig artikel: Het budget van het IVA “Grondbeleid”, met betrekking tot het dienstjaar 2014, wordt goedgekeurd.
412 BESTUUR PERSONEEL 7.
Toekenning eretitels gemeenteraadsleden. Reglement.
De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet dd. 15.07.2005; Gelet op artikel 17 §4 van het gemeentedecreet waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad bevoegd is om eretitels toe te kennen aan gemeenteraadsleden; Gelet op de commissies personeel dd. 25.04.2013 en 13.11.2013 waarin het voorstel van reglement werd besproken; Gelet op de nota van het college van burgemeester en schepenen dd. 25.11.2013 waarbij het voorstel van reglement gunstig geadviseerd werd; BESLUIT: eenparig Artikel 1: De gemeenteraadsleden die in aanmerking komen voor de toekenning van de eretitel van eregemeenteraadslid worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht (binnen het jaar, bij het einde van het mandaat). Artikel 2: Om in aanmerking te komen voor de eretitel van gemeenteraadslid, dient de betrokkene te voldoen aan volgende voorwaarden: ten minste 12 jaar gezeteld hebben in de gemeenteraad, deze periode hoeft niet aaneensluitend te zijn en van onberispelijk gedrag zijn, gestaafd door een uittrekstel uit het strafregister. Artikel 3: De eretitel wordt aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen door: het betrokken gewezen gemeenteraadslid; de rechtsopvolger van de mandataris, in het geval de betrokkene reeds overleden is. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt of aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan. Artikel 4.: De eretitel mag niet gevoerd worden als de betrokkene nog enig politiek ambt uitoefent in het stadsbestuur en het OCMW Oudenaarde, noch wanneer hij door het stadsbestuur of OCMW, als actief personeelslid bezoldigd wordt. Artikel 5. De eretitel kan slechts gemotiveerd ingetrokken worden als blijkt dat betrokkene niet meer voldoet aan de in huidig reglement vermelde voorwaarden. BESTUUR INFRASTRUCTUUR ADMINISTRATIE. 8.
Goedkeuren van het ontwerp van concessieovereenkomst voor de exploitatie van het ontmoetingscentrum te Nederename, Oudstrijdersstraat 89.
De gemeenteraad, Overwegende dat de bouw van het nieuw ontmoetingscentrum te Nederename gelegen Oudstrijdersstraat voltooid is ; Overwegende dat het aangewezen is dat het ontmoetingscentrum en bijhorende parking uitgebaat wordt als een gemeenschapscentrum met het oog op de bevordering en behartiging van culturele , socioculturele en sportieve activiteiten van de leden van alle verenigingen van de deelgemeente Nederename ; Overwegende dat met het oog op het realiseren van voornoemd doel de “ VZW Sint-Vaast “ in oprichting is; dat het bijgevolg aangewezen is om de concessie te verlenen aan de “VZW Sint-Vaast”; Gelet op de ontwerp- concessieovereenkomst; Overwegende dat het aangewezen is dat de concessie een aanvang neemt op 01 januari 2014 om van rechtswege te eindigen op 31 december 2014 ; dat de concessie na verloop van deze periode bij goede exploitatie stilzwijgend verder kan gegund worden aan de zittende concessionaris; Overwegende dat de concessievergoeding vastgesteld wordt op 3.600,00 EUR (exclusief BTW) per jaar ; dat de concessievergoeding jaarlijks aangepast wordt aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen; Gelet op het plan van de inrichting van het ontmoetingscentrum ; Gelet op het plan van de bijhorende parking; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, BESLUIT: eenparig Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan onderstaande ontwerp-concessieovereenkomst tussen de stad en de vzw Sint-Vaast houdende exploitatie van het nieuw opgerichte ontmoetingscentrum Nederename gelegen Oudstrijdersstraat 89 te 9700 Oudenaarde.
413 CONCESSIEOVEREENKOMST EXPLOITATIE “HET ONTMOETINGSCENTRUM (INCL. PARKING) NEDERENAME”, GELEGEN TE OUDENAARDE 9700, OUDSTRIJDERSTRAAT 89 Tussen de ondergetekenden De Stad Oudenaarde, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, met zetel te 9700 Oudenaarde, Tussenmuren 17 en waarvoor handelen de heer Marnic De Meulemeester, burgemeester, en de heer Luc Vanquickenborne, stadssecretaris, enerzijds, hierna genoemd "de concessieverlener", VZW Sint-Vaast, met maatschappelijke zetel te Oudenaarde, Oudstrijdersstraat 89, ingeschreven bij het rechtspersonenregister van Oudenaarde onder nummer BE 413.932.949, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Henri Vanderschaeve, Steven Verheuen, André Browaeys, Marc Vandaele en Stefaan Browaeys in hoedanigheid van respectievelijk voorzitter, secretaris, schatbewaarder, conservator en commissaris, anderzijds, hierna genoemd “de concessionaris”, Overwegende dat de Stad Oudenaarde een rijk verenigingsleven heeft; Overwegende dat de infrastructuur van de Stad Oudenaarde momenteel onvoldoende in een laagdrempelige ontmoetingsplaats voorziet waar mensen elkaar vrijblijvend kunnen ontmoeten, initiatieven kunnen nemen en verenigingen hun activiteiten kunnen ontplooien; Overwegende dat de stedelijke organisatie niet beschikt over een dienst buurtwerking wat een handicap is bij het opzetten van gemeenschapsvormende projecten; Overwegende dat de Stad Oudenaarde zich meer dan ooit flexibel wenst op te stellen om in staat te zijn in te spelen op de noden van het middenveld; Overwegende dat de Stad Oudenaarde een kwalitatieve ondersteuning op financiële, materiële, infrastructurele, logistieke en communicatieve wijze wenst te bieden aan het gemeenschap- en verenigingsleven; Overwegende dat de Stad Oudenaarde van mening is dat dergelijke ondersteuning tegenover het grote publiek het best geboden alsook gepromoot kan worden door een solide partner met een transparante visie op het gemeenschapsleven in de Stad Oudenaarde; is overeengekomen hetgeen volgt: Voorwerp van de overeenkomst: Uitbating en modaliteiten van uitbating van het ontmoetingscentrum (incl. parking) Nederename Artikel 1: Voorwerp De concessionaris verplicht zich het ontmoetingscentrum (incl. parking) Nederename (hierna ‘het ontmoetingscentrum’) als een gemeenschapscentrum uit te baten, onder de specifieke voorwaarden opgelegd in deze overeenkomst, en zodoende een bijdrage te leveren aan het sociale gebeuren dat zich afspeelt binnen de Stad Oudenaarde en omliggende gemeenten zodat het sociaal weefsel en de groepsvorming er versterkt worden. De basisgedachte van de exploitatie van het ontmoetingscentrum is immers het promoten van het verenigingsleven in de Stad Oudenaarde en omliggende gemeenten. De concessionaris krijgt in dat verband de verplichting om een kwalitatief en kwantitatief hoogstaand aanbod inzake sociale, culturele, vormende, recreatieve en sportieve activiteiten te realiseren. In dat verband zal als addendum bij deze overeenkomst een specifiek programma tussen ondertekende partijen worden overeengekomen. Gedurende de volledige duur van de concessie zal de concessionaris de bestemming waarvan sprake moeten handhaven. De concessionaris mag geen andere activiteiten verrichten binnen de op het plan aangeduide ruimten in en rondom het ontmoetingscentrum dan het begeleiden, het ondersteunen en het verlenen van diensten aan organisatoren (zie artikel 2) van activiteiten in het ontmoetingscentrum. De concessie moet uitgeoefend worden binnen de op het plan aangeduide ruimten in en rondom het ontmoetingscentrum, zonder dat evenwel de concessionaris voor een overeengekomen tijdsduur exclusieve rechten van genot op deze ruimten krijgt als ware hij de eigenaar ervan. De concessionaris kan de genotsrechten die de concessieverlener geniet over de op het plan aangeduide ruimten niet aantasten. Daarenboven kan de concessionaris de toegang tot en/of het gebruik van het ontmoetingscentrum ook niet ontzeggen aan eender welke andere persoon/vereniging dan de concessieverlener (met uitzondering van politieke partijen en extreme organisaties). Er wordt uitdrukkelijk gesteld dat het voorwerp van deze overeenkomst het karakter van een precaire vergunning/concessie heeft en niet valt onder de toepassing van de Wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten, of onder enige andere regels toepasselijk op onroerende huur.
414 Artikel 2: Exploitatiewijze De concessionaris verbindt zich ertoe de reservaties voor het gebruik van het ontmoetingscentrum te regelen en nauwgezet op te volgen. De tariefstructuur met betrekking tot de prijzen die in dat verband aan de derde gebruikers - exploitanten worden aangerekend, dient voorafgaandelijk aan de concessieverlener ter goedkeuring te worden voorgelegd. Elke Oudenaardse vereniging heeft minstens 20 dagen per jaar recht op het gebruik van de infrastructuur. Voor het overige staat het de concessionaris vrij om de infrastructuur ter beschikking te stellen van derden voor de organisatie van evenementen. Bij conflicten werkt de concessionaris een voorkeursregeling uit die voorafgaandelijk aan de Stad Oudenaarde ter goedkeuring dient te worden voorgelegd. De concessieverlener kan de voorlegging van het (jaar)overzicht, m.b.t. de derde partijen dewelke het ontmoetingscentrum voor de organisatie van evenementen zullen gebruiken eisen, hieromtrent advies over uitbrengen en aanpassingen opleggen waar het de concessieverlener nodig acht. De concessieverlener kan op elk ogenblik de terbeschikking gestelde lokalen betreden om toezicht uit te oefenen op de naleving van de uitbatingvoorwaarden en activiteiten die niet in de doelstellingen passen verbieden. De concessieverlener krijgt steeds de mogelijkheid om de gerealiseerde activiteiten van de concessionaris te evalueren en bij te sturen indien nodig. Artikel 3: Bijkomende verplichtingen van de concessionaris in het kader van de exploitatie 3.1 Drankverkoop De concessionaris is er toe gehouden de drank (alsook eventuele spijzen) bij een brouwer, aangeduid door de concessieverlener, te bestellen. Het assortiment dranken (en eventuele spijzen) dat door de concessionaris aan de derde gebruiker wordt aangeboden kan enkel gebaseerd zijn op een door de concessieverlener vooropgestelde lijst, die onverminderd deel uitmaakt van deze overeenkomst. De prijzen die in dat verband aan de derde gebruikers - exploitanten worden aangerekend, dienen voorafgaandelijk aan de concessieverlener ter goedkeuring te worden voorgelegd. De prijzen (incl. btw) moeten op goed zichtbare plaatsen uitgehangen worden. De concessionaris beheert de drankvoorraad. De concessionaris legt de derde gebruikers de verplichting op drank af te nemen bij de concessionaris. Op vraag van de derde gebruiker, is de concessionaris ook verplicht in te staan voor de bediening van de aangeboden dranken en spijzen. 3.2 Onberispelijke kwaliteit De concessionaris dient de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet uitgeoefend worden in een volledige en permanente staat van netheid te onderhouden. Dit houdt ook het reinigen van de ramen en de sanitaire voorzieningen in. De op het plan aangeduide sanitaire voorzieningen moeten zich te allen tijde in een onberispelijke staat van zindelijkheid en netheid bevinden. De concessieverlener behoudt zich het recht voor te allen tijde en op elk uur de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet worden uitgeoefend te betreden teneinde deze te controleren op hun staat van zindelijkheid en netheid. De concessionaris dient zelf in te staan voor de verwijdering van alle afval afkomstig van de exploitatie van de op het plan aangeduide ruimten. Hiertoe dient hij zelf de nodige regelingen te treffen met de stedelijke of private ophalingsdiensten. De concessionaris zal er bovendien over waken dat alle achtergebleven afval in en rondom het ontmoetingscentrum op eigen kosten op regelmatige tijdstippen verwijderd wordt. De uitrusting van de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet worden uitgeoefend moet steeds van een onberispelijke kwaliteit zijn. Hiertoe zal hij regelmatig en op zijn kosten de nodige onderhoud- en herstellingswerken laten uitvoeren. De concessionaris is echter enkel gehouden tot uitvoering en financiering van de onderhoud- en herstellingswerken bedoeld in artikel 3.3 van deze overeenkomst. De concessieverlener behoudt zich het recht voor de uitvoering van deze werken op te eisen of op kosten van de concessionaris te laten uitvoeren indien deze laatste dit verwaarloost. Met het oog op de kwaliteitscontrole van de geleverde producten zoals bedoeld in artikel 3.1 dient de concessionaris op vraag van de concessieverlener een staal ter beschikking te stellen dat onderworpen kan worden aan de controle van een deskundige. 3.3 Onderhoud & kleine herstellingen De concessionaris beheert en onderhoudt de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet uitgeoefend worden als een goede huisvader, hij draagt zorg voor de kleine herstellingen en onderhoudswerken die ten laste van de 'huurder' gelegd worden onder toepassing van artikel 1754 e.v. van het Burgerlijk Wetboek en/of de wetten die het wetboek aanvullen of wijzigen en van de plaatselijke gebruiken alsook degene die specifiek in dit artikel worden geregeld. Deze bepaling met verwijzing naar
415 de lasten van een huurder beoogt enkel de omvang van de onderhouds- en herstellingsverplichtingen te verduidelijken en doet geen afbreuk aan het feit dat de overeenkomst met de concessionaris geenszins een huurovereenkomst is. De concessionaris moet alle gebroken en gescheurde ruiten en spiegels vervangen door andere van dezelfde hoedanigheid en waarde, wanneer hijzelf of een derde waarvoor hij aansprakelijk is de schade heeft aangericht. De concessionaris moet de concessieverlener onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte brengen van schade of beschadiging die buiten zijn herstellingsplicht vallen. Mocht hij nalaten dergelijke schade of beschadiging te melden dan heeft de concessieverlener een mogelijke rechtsvordering tegen de concessionaris voor de schade die ontstaan is door diens nalatigheid. Indien er voor de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet worden uitgeoefend herstellingen moeten worden verricht door de concessieverlener die langer dan vijfentwintig (25) kalenderdagen duren, wordt de concessievergoeding verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van de in concessie gekregen ruimten waarvan de concessionaris het genot heeft moeten mislopen. Partijen zullen bovendien in onderling overleg een berekeningsmethode onderhandelen op grond waarvan de verschuldigde concessievergoeding tijdelijk wordt aangepast of niet-verschuldigd wordt verklaard indien ten gevolge van de uitvoering van de werken de toegankelijkheid van de op het plan aangeduide ruimten, waarin de concessie moet uitgeoefend worden, in het gedrang komt. De concessionaris moet zorg dragen voor de verwarmingsinstallatie en er het onderhoud van verzekeren, de concessionaris zal de helft van de kosten dragen. De concessionaris moet zorg dragen voor alle andere aanwezige nutsvoorzieningen en er het onderhoud van verzekeren, de concessionaris zal de helft van de kosten dragen. In voornoemde gevallen komt het de concessieverlener toe om de leveranciers of onderhoudsfirma's aan te duiden. De concessionaris moet de leidingen, meters en kranen beschermen tegen vorst. De concessionaris moet er voor zorgen dat de afvoerleidingen niet verstopt geraken. De concessionaris moet deze leidingen in voorkomend geval op zijn kosten laten ontstoppen. 3.4 Inrichting & investeringen De ruimten die door de concessieverlener ter beschikking worden gesteld voor uitbating als ontmoetingscentrum, dienen door de concessionaris op eigen kosten volledig ingericht te worden. De concessionaris onderhoudt en vernieuwt de inrichting indien nodig. Elke bijkomende investering (vereist of nuttig) voor de uitbating van het ontmoetingscentrum valt ten laste van de concessionaris. Gedurende de concessie moet de concessionaris de inboedel in de op het plan aangeduide ruimten vervangen en vernieuwen zodat meubilair en toestellen te allen tijde beantwoorden aan de reglementering terzake. Zij blijven eigendom van de concessionaris. De concessionaris staat in voor het herschilderen van het binnenschilderwerk. Dit zal ten minste eenmaal gebeuren tijdens de concessieperiode. De concessieverlener zal enkel de verwarmingsinstallatie en de verluchtingselementen voorzien alsook de gas, water- en elektriciteitsvoorzieningen. De abonnementen en leveringscontracten met de leveranciers van water, elektriciteit en gas worden afgesloten door de concessionaris die instaat voor de betaling van de globale facturen. Overige installaties van de concessionaris moeten voldoen aan de wetten en reglementen die op de inrichting van toepassing zijn. De concessionaris dient zich te houden aan alle gemeentelijke reglementen, de politiereglementen en -verordeningen van toepassing op de organisatie van jeugdactiviteiten. Alle werken van vaste aard (met uitzondering van decoratieve aard), uitgevoerd door of op vraag of initiatief van de concessionaris, zijn voor zijn rekening en mogen slechts uitgevoerd worden na een voorafgaand en schriftelijk akkoord van de concessieverlener. Indien de concessieverlener geen toelating wenst te verlenen voor voornoemde werken, zal de concessieverlener zijn weigering binnen de dertig (30) kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag van de concessionaris aan hem meedelen. Bij gebreke aan negatieve beslissing binnen voornoemde termijn van dertig (30) kalenderdagen, wordt de concessieverlener geacht zijn toelating voor voornoemde werken verleend te hebben. De concessionaris is verantwoordelijk voor het sleutelbeheer en het onderhoud van de sloten. Sloten mogen enkel worden vernieuwd na schriftelijke toestemming van de concessieverlener. 3.5 Verboden activiteiten De concessionaris verbindt zich ertoe geen enkele daad te stellen die de doelstellingen van het ontmoetingscentrum, op welke manier dan ook, zouden kunnen schaden. De concessieverlener verbiedt uitdrukkelijk de nuttiging van verboden middelen in de toegewezen
416 ruimten. Het is de concessionaris en zijn aangestelden ten strengste verboden zich in de op het plan aangeduide ruimten bezig te houden met activiteiten van politieke en/of extremistische aard, kansspelen, onrechtmatige handel, speculatie of handel vreemd aan de concessieovereenkomst. Het plaatsen van gokautomaten is steeds verboden. 3.6 Publiciteit De concessionaris verbindt zich ertoe het ontmoetingscentrum naar het brede publiek te promoten ( bvb. vermelding in de stedelijke activiteitenkalender, stedelijke nieuwsbrieven, etc.) met het oog op het gebruik van het gebouw door derden voor de organisatie van evenementen. Hij verbindt er zich toe geen reclame of om het even welke aanplakbrieven op te hangen of te laten ophangen, tenzij deze rechtstreeks betrekking hebben op het begunstigen van het ontmoetingscentrum. 3.7 Personeel De concessionaris staat in voor het personeelsbeleid in het kader van een efficiënte en een effectieve exploitatie van het ontmoetingscentrum met het oog op de verwezenlijking van de door de concessieverlener opgestelde doelstellingen in dat verband. Met het oog op het garanderen van kwalitatief werk en het optimaal benutten van de competenties van zowel het huidige als het toekomstige personeel, stelt de concessionaris een selectieprocedure op die voorafgaandelijk (aan elk evenement) aan de concessieverlener ter goedkeuring dient te worden voorgelegd. Ten dien einde zal de concessionaris telkenmale een potentiële wijziging in het personeelsbestand zich aankondigt, de desbetreffende kandidaten ter goedkeuring voorleggen aan de concessieverlener. 3.8 Vergunningen en preventie Deze concessie ontslaat de concessionaris niet van de verplichting zich eventueel bij de bevoegde overheden te voorzien van de andere vergunningen die hij zou nodig hebben. De concessionaris moet in het kader van de brandpreventie en de te voorziene evacuatiedoorgangen, te allen tijde de adviezen en verplichtingen opgelegd door de brandweer en de concessieverlener opvolgen en uitvoeren. 3.9 Energieverbruik De concessionaris dient zeer strikt te waken over een rationeel energieverbruik en elk nodeloos verbruik te vermijden. 3.10 Openingstijden Het ontmoetingscentrum moet geopend zijn op de volgende tijdstippen: - Van maandag tot vrijdag van [aan te vullen] tot [aan te vullen] - Zaterdag van [aan te vullen] tot [aan te vullen] - Zon- en feestdagen van [aan te vullen] tot [aan te vullen] Deze vaste openingsuren zijn een minimum. De concessionaris kan door de concessieverlener ook verplicht worden om activiteiten te verrichten op andere openingsuren dan hierboven vermeld. De wekelijkse sluitingsdag van het ontmoetingscentrum wordt vastgelegd op [aan te vullen]. De concessionaris dient zijn jaarlijks verlof voorafgaandelijk voor te leggen aan de concessieverlener voor goedkeuring. Artikel 4: Concessievergoeding De vaste concessievergoeding bedraagt EUR 3.600 (exclusief BTW) per jaar. De concessionaris verbindt er zich toe de vaste concessievergoeding voorafgaandelijk in maandelijkse schijven te betalen. De vaste concessievergoeding is verschuldigd van de eerste maand volgend op de maand waarin de concessie wordt toegekend. Vanaf 1 januari 2015 wordt de vaste concessievergoeding jaarlijks aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De aanpassingen van de vaste concessievergoeding zullen dan automatisch en van rechtswege op iedere verjaardag van onderhavige concessie, verhoogd of verlaagd worden door toepassing van onderstaande formule: Basis vaste concessievergoeding x nieuw indexcijfer = nieuwe vaste concessievergoeding aanvangsindexcijfer Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de maand die voorafgaat aan de maand waarop de concessie ingaat. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de maand december die de verjaardag van de concessie voorafgaat. De eerste keer is dit het indexcijfer van de maand december 2014.
417 De concessionaris verbindt er zich toe de vaste concessievergoeding binnen de maand na het ontvangen van de factuur te vereffenen door storting of overschrijving op het rekeningnummer BE80 0910 0031 5277 van de concessieverlener. Artikel 5: Gebruiksrecht van de concessieverlener De concessieverlener heeft een voorkeurrecht met betrekking tot het gebruik van het ontmoetingscentrum. In dat verband kan hij maximaal 20 maal per jaar het ontmoetingscentrum tegen een vooraf afgesproken vergoeding bij voorrang gebruiken voor eigen activiteiten. De concessieverlener zal de tijdstippen waarop hij gebruik wenst te maken van het ontmoetingscentrum tijdig en minstens één week op voorhand aan de concessionaris meedelen. Artikel 6: Herstelling in oorspronkelijke staat Indien de concessieverlener hierom verzoekt dient de op het plan aangeduide ruimten bij beëindiging van de concessie in hun oorspronkelijke staat hersteld te worden, vrij van puin en zonder enige overblijfselen van welke aard ook. Artikel 7: Verzekeringen De concessionaris is ertoe gehouden zich tegen alle mogelijke risico’s te verzekeren, en dit bij een erkende verzekeringsmaatschappij. Artikel 8: Belastingen Behoudens de concessievergoeding, zijn alle huidige en toekomstige belastingen en heffingen (met uitzondering van de onroerende voorheffing) - welke ook hun oorsprong zij - die in verband staan met de concessie, gesteld of nog te stellen door de Staat, het Gewest, de Gemeenschap, de Provincie of de concessieverlener en/of andere overheden voor rekening van de concessionaris. Artikel 9: Plaatsbeschrijving De concessionaris aanvaardt dat de op het plan aangeduide ruimten met hun aanhorigheden in de toestand waarin ze zich bevinden op het ogenblik van de aanvang van de concessie zoals vermeld in artikel 11 van deze overeenkomst, met alle voor- en nadelen en alle zichtbare en onzichtbare gebreken zonder dat de concessieverlener hiervoor aansprakelijk kan gesteld worden, hem in staat stellen het voorwerp van concessie "de exploitatie van het ontmoetingscentrum" uit te voeren. Indien gewenst, is het de concessionaris toegestaan voor zijn rekening een plaatsbeschrijving op te maken. De concessionaris zal instaan voor de schade die hij, of een derde waarvoor de concessionaris aansprakelijk is, heeft aangericht in de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet worden uitgeoefend. De concessionaris zal niet instaan voor de schade die werd aangericht door derden waarvoor de concessionaris niet aansprakelijk is noch voor de door slijtage of ouderdom ontstane schade. Artikel 10: VLAREM – regelgeving Inzake het gebruik van de op het plan aangeduide ruimten waarin de concessie moet uitgeoefend worden dient, met betrekking tot het organiseren van fuiven/dansgelegenheden, rekening te worden gehouden met de VLAREM – regelgeving en meer bepaald “rubriek 32 – ontspanningsinrichtingen waarin enkel dansactiviteiten die gekoppeld zijn aan bijzondere gelegenheden worden georganiseerd”. Onder “Bijzondere aangelegenheden” wordt hierbij verstaan: er moet een bijzondere reden zijn om deze dansactiviteit te organiseren. Voorbeelden: jaarfeesten van een vergadering, jubileumvieringen, verjaardagen, huwelijken, etc. m.a.w. lokalen waarin slechts occasioneel dansactiviteiten plaatsgrijpen. Dit houdt ook in dat steeds cumulatief aan volgende criteria dient te worden voldaan: - Maximaal 12 dansgelegenheden per jaar; - Maximaal 2 dansgelegenheden per maand; - De sommatie van deze dansgelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (in geval een dansgelegenheid avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, dienen 2 kalenderdagen geteld). Artikel 11: Duur De concessie vangt aan op de datum van ondertekening van onderliggende concessieovereenkomst om van rechtswege op 31 december 2024 te eindigen. Artikel 12: Verlenging Indien aan het einde van deze concessie blijkt dat de concessionaris tot complete voldoening de concessie geëxploiteerd heeft en al zijn verplichtingen stipt heeft nageleefd zal de concessieverlener deze concessie opnieuw toekennen voor dezelfde periode aan de zittende concessionaris. Artikel 13: Intuitu personae Deze concessie wordt intuitu personae afgesloten. Bijgevolg kan de concessionaris de uitoefening van de concessie in de op het plan aangeduide ruimten niet geheel of gedeeltelijk overdragen aan derden zonder
418 de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van de concessieverlener. Het verkopen, inbrengen in vennootschap, afstand in bruikleen, verhuren, het uitbaten in medebeheer of mede-eigendom is te aanzien als een overdracht en is dus onderworpen aan de daartoe vereiste toelating. Het overdragen van de concessie aan derden zonder de vereiste toestemming zal aanzien worden als een grove overtreding die aanleiding zal geven tot het onmiddellijke verlies van het concessierecht. Artikel 14: Rechtsvorderingen 14.1 Aan het einde van de concessie heeft de concessieverlener tegen de concessionaris een persoonlijke rechtsvordering tot vergoeding van de eventuele kosten, schade en interesten, veroorzaakt door nalatigheid en gebrekkig onderhoud van de in concessie gegeven ruimten, of voor de rechten die de concessionaris door zijn schuld mocht hebben laten verjaren. 14.2 De concessionaris kan van zijn recht vervallen verklaard worden, ter zake van merkelijk aan het goed toegebrachte schade of het grovelijk misbruiken daarvan; onverminderd de rechtsvordering tot vergoeding van de kosten, de schade en de interesten. Artikel 15: Ontbinding 15.1 Indien de concessionaris zijn concessieverplichtingen niet naleeft, zal de concessieverlener het recht hebben na twee aanmaningen de ontbinding van de concessie te vorderen en betaling kunnen eisen van alle schade die de concessieverlener opgelopen heeft of nog kan oplopen. De concessieverlener moet de vaststelling van deze nalatigheden en het niet naleven van de concessieverplichtingen een eerste keer betekenen aan de concessionaris. Wanneer de concessionaris binnen de vijftien dagen na ontvangst van deze eerste aanmaning zijn verplichtingen niet uitvoert, zal hem een tweede aanmaning betekend worden. Wanneer de concessionaris binnen de vijftien dagen na ontvangst van deze tweede aanmaning zijn verplichtingen nog steeds niet uitvoert, kan de concessieverlener de concessie eenzijdig ontbinden, zonder mogelijkheid van verhaal van de concessionaris. Deze aanmaningen worden aan de concessionaris betekend bij gerechtsdeurwaarderexploot of per aangetekend schrijven. Deze betekening geldt als definitieve ontbinding van de concessie. 15.2. Faillissement, kennelijk onvermogen, ontoerekeningsvatbaarheid, ontzetting van bepaalde politieke en burgerlijke rechten van de concessionaris heeft de ontbinding van de concessie van rechtswege tot gevolg vanaf het ogenblik dat de faling, het kennelijk onvermogen, de ontoerekeningsvatbaarheid of de ontzetting van bepaalde politieke en burgerlijke rechten gerechtelijk uitgesproken wordt. 15.3. Indien de concessie ontbonden wordt en de concessionaris de in concessie gekregen ruimten weigert te ontruimen, dan wordt de concessieverlener uitdrukkelijk het recht toegekend om de gebouwen te laten ontruimen zonder enig verhaal of mogelijkheid van verzet door de concessionaris, desnoods met behulp van de Openbare Macht. Gedaan in tweevoud te Oudenaarde op 01 januari 2014. Voor de concessionaris, Henri Vanderschaeve Steven Verheuen Voorzitter Secretaris Andre Browaeys Marc Vandaele Schatbewaarder Conservator Stefaan Browaeys Commissaris Voor de concessieverlener, Luc Vanquickenborne Marnic De Meulemeester Secretaris Burgemeester Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van het dossier. 9.
Leveren, plaatsen en indienststellen van een geautomatiseerde toegangscontrole en meetsysteem op het stedelijk containerpark. Goedkeuren lastvoorwaarden en gunningswijze.
De gemeenteraad, Overwegende dat de gemeenten door het Vlarema verplicht worden om de inzameling van bepaalde afvalfracties via het containerpark en huis-aan-huis betalend te maken; Overwegende dat op het containerpark de aanpassing aan het bestaande toegangssysteem en plaatsing van bijkomende slagbomen, aanpassing aan bestaande identificatiezuilen en de plaatsing van een automatisch meetsysteem noodzakelijk is om te voldoen aan deze regelgeving;
419 Overwegende dat in het kader van de opdracht “Levering, plaatsing en indienststelling van een geautomatiseerd toegangscontrole- en meetsysteem op het Containerpark” een bijzonder bestek met nr. L22162013 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 28.925,62 EUR excl. btw of 35.000,00 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht zullen voorzien worden in investeringsuitgaven van het budget 2014; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° f (de opdracht kan slechts door één bepaalde inschrijver worden uitgevoerd om redenen van: technische aard); Overwegende dat het aangewezen is om de installatie te laten uitvoeren door dezelfde leverancier van het reeds aanwezige identificatiesysteem; dat hierdoor wordt vermeden dat de reeds aanwezige installatie volledig zou moeten vervangen worden met een grotere meerkost tot gevolg; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. L22162013 en de raming voor de opdracht “Levering, plaatsing en indienststelling van een geautomatiseerd toegangscontrole- en meetsysteem op het Containerpark”, opgesteld door BIM. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 28.925,62 EUR excl. btw of 35.000,00 EUR incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht zal voorzien worden in investeringsuitgaven van het budget 2014. 10. Privé-verkaveling Danneels Kerkgate-'t Jolleveld. Goedkeuren van de akte gratis grondafstand. De gemeenteraad, Gelet op de verkavelingsvergunning op naam van JD Danneels, Sint-Baafskerkstraat 1 te 8200 Brugge, kadastraal gekend onder 11° afdeling Mater sectie A, nrs. 1234 F6, 1234Z3, 1234S5, 1234 Z5, 1234 Y5,1234 E2, 1234 A5 en delen van nrs. 1234 Z4,1234 L6,1234D6, 1234K4,1234L4,1234E4,1234 R6,1234B4; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd° 29/05/2006 houdende het goedkeuren van het rioleringstracé; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd° 06/11/1967 houdende verordening op aanleg door particulieren en nutsvoorzieningen binnen een verkaveling voor woningbouw; Gelet op het proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering; Overwegende dat na de definitieve oplevering de wegenis en de riolering kosteloos dienen afgestaan te worden aan de stad Oudenaarde; Overwegende dat na overname van de wegenis de stad Oudenaarde zal instaan voor onderhoud en herstel; Gelet op de akte tot kosteloze grondafstand t.h.v. de verkaveling gelegen 11° afdeling, Sectie A nr . 1234/B/8 (volgens recente kadastrale legger); opgemaakt door notaris Johan Van Caenegem uit Kruishoutem; Gelet op het as-builtplan; Gelet op het gemeentedecreet dd° 15/07/2005, inzonderheid artikels 42,43,57 en 58 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen en latere wijzigingen;
420 BESLUIT : eenparig Artikel 1: De akte gratis grondafstand met betrekking tot de verkaveling gelegen Kerkgate, kadastraal gekend onder 11° afdeling Sectie A nr . 1234/B/8 (volgens recente kadastrale legger) wordt goedgekeurd. 11. Privé-verkaveling bvba Adinda Home Invest - locatie Reytstraat. Goedkeuren van de akte gratis grondafstand. De gemeenteraad, Gelet op de verkavelingsvergunning op naam van BVBA Adinda Home Invest, Herpelstraat 4, 9688 Maarkedal-Schorisse, kadastraal gekend onder 3° afdeling sectie A nr. 288/Y; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd° 29/10/2001 houdende het goedkeuren van het rioleringstracé; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd° 06/11/1967 houdende verordening op aanleg door particulieren en nutsvoorzieningen binnen een verkaveling voor woningbouw; Gelet op het proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering; Overwegende dat na de definitieve oplevering de wegenis en de riolering kosteloos dienen afgestaan te worden aan de stad Oudenaarde; Overwegende dat na overname van de wegenis de stad Oudenaarde zal instaan voor onderhoud en herstel; Gelet op de akte tot kosteloze grondafstand t.h.v. de verkaveling gelegen 3° afdeling, Sectie A, nr. 288/Y, opgemaakt door notaris Binnemans uit Oudenaarde; Gelet op het as-builtplan; Gelet op het gemeentedecreet dd° 15/07/2005, inzonderheid artikels 42,43, 57 en 58 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen en latere wijzigingen; BESLUIT : eenparig Artikel 1: De akte gratis grondafstand met betrekking tot de verkaveling gelegen Reytstraat, kadastraal gekend onder 3° afdeling, sectie A, nr. 288/Y wordt goedgekeurd. BESTUUR INFRASTRUCTUUR MILIEU. 12. Schrapping subsidiereglementen groendaken, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen. De gemeenteraad, Gelet op het subsidiereglement groendaken dd. 24/11/2008; Gelet op het subsidiereglement hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen dd. 22/12/2008; Overwegende dat de Samenwerkingsovereenkomst ‘Milieu als opstap naar Duurzame ontwikkeling 20082013’ tussen de stad Oudenaarde en het Vlaams Gewest eind 2013 afloopt en dat het Vlaams Gewest dit instrument vanaf 2014 niet langer wil hanteren om het lokaal milieubeleid te ondersteunen; Overwegende dat door de stopzetting van de Samenwerkingsovereenkomst de stad vanaf 2014 niet langer een gedeeltelijke of volledige terugbetaling krijgt voor de uitbetaling van subsidies voor de installatie van groendaken, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen; Overwegende dat het budget voor uitbetaling van milieusubsidies zal geheroriënteerd worden in de richting van het subsidiëren van hernieuwbare energiebronnen; Gelet op de nota aan het College van Burgemeester en Schepenen dd. 05/08/2013; Gelet op het Gemeentedecreet; BESLUIT: met 25 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 1 onthouding Artikel 1: De subsidiereglementen groendaken dd. 24/11/2008 en hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen dd. 22/12/2008 worden per 01/01/2014 opgeheven. Artikel 2: De subsidieaanvragen met betrekking tot groendaken, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen die uiterlijk 31/12/2013 volledig werden geïnstalleerd en waarvan de facturen van vóór vermelde datum worden voorgelegd, komen in aanmerking voor subsidiering volgens de modaliteiten van de reglementering die tot 31/12/2013 van toepassing is. Artikel 3: Het College van Burgemeester en Schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement. 13. Subsidiereglement alternatieve energiebronnen bij bestaande particuliere woningen. De gemeenteraad, Gelet op het subsidiereglement voor de installatie van zonneboilers en/of fotovoltaïsche cellen op particuliere woongebouwen en schoolinstellingen dd. 31/01/2011;
421 Overwegende dat de prijs van fotovoltaïsche cellen sterk gedaald is met gunstig effect op de terugverdientijd, dat daarom besloten is om geen subsidie meer te geven voor fotovoltaïsche cellen; Overwegende dat in het kader van duurzame ontwikkeling er gestreefd moet worden naar het optimaal gebruik van onuitputtelijke grondstoffen; Overwegende dat hernieuwbare energiebronnen onuitputtelijk en milieuvriendelijk zijn; Overwegende dat hernieuwbare energie-installaties hogere investeringskosten vergen; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 28/09/2013 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19/11/2010 waarbij in nieuwe in te richten woongebouwen en in bestaande gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen opgelegd wordt; Gelet op het advies van de Milieuraad dd. 02/12/2013; Gelet op het Gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: In het subsidiereglement wordt verstaan onder: Bestaande woning: woning waarvoor een volledige en ontvankelijke stedenbouwkundige vergunning werd ingediend vóór 01/01/2014. Zonneboiler: systeem waarbij warm water wordt aangemaakt door zonnewarmte. De zonnestraling wordt opgevangen door een zonnecollector op het dak van de woning; Warmtepompsysteem: systemen die warmte op relatief laag temperatuurniveau onttrekken van de lucht, grond of water en door middel van een warmtepomp deze warmte op een hoger temperatuurniveau terug afgeven; COP: de winstfactor van de warmtepomp, de verhouding van de geleverde nuttige energie ten opzichte van de opgenomen elektrische energie van de compressor. CV-installatie op pellets: centraal verwarmingssysteem waarbij de warmte gecreëerd wordt door verbanding van houtpellets in een pelletketel; Micro-WKK- micro warmtekrachtkoppeling: een verwarmingsinstallatie waarbij naast warmte ook elektriciteit wordt geproduceerd met een vermogen van minder dan 50 kW. Artikel 2: Binnen de kredieten van de door de gemeente goedgekeurde begroting wordt een premie van 250 EUR verleend voor het plaatsen van een zonneboiler; een warmtepomp, CV-installatie op pellets en een warmtekrachtkoppeling op een gebouw bestemd voor particuliere bewoning en waarbij de installatie voldoet aan de ondervermelde toekenningsvoorwaarden. Er wordt slechts eenmalig een subsidie toegekend per adres. Een combinatie van subsidies voor verschillende alternatieve energiebronnen, behalve voor micro-warmtekrachtkoppeling, is niet toegestaan. Artikel 3: Toekenningsvoorwaarden. §3.1. Enkel installaties die geplaatst worden in regelmatig vergunde gebouwen met woonfunctie en die volledig op het grondgebied Oudenaarde liggen, komen in aanmerking, voor zover de installatie geplaatst werd na 31/12/2013 en voor zover er geen verplichting rust op het goed om een alternatieve energiebron te installeren.. De betreffende installatie kan slechts één maal betoelaagd worden. §3.2.De panelen aangesloten op de zonneboiler dienen een minimale oppervlakte van 2m² te hebben. De ontwikkelde warmte is bestemd voor verwarming van sanitair water en gebouwen. Installaties die bestemd zijn voor de verwarming van zwembaden komen niet in aanmerking. §3.3. Warmtepompen: warmtepompen boven de 10 kVA komen niet in aanmerking, tenzij de warmtepomp dient voor een groep van woningen of voor een meergezinswoningblok met een gemeenschappelijke warmtepomp. Warmtepompen van het type lucht/lucht worden niet gesubsidieerd. De COP’s voldoen minstens aan de criteria vermeld in de bijlage van de Beschikking van de Europese Commisie van 9 november 2007, tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de Europese milieukeur aan elektrische, gas- of gasabsorptie warmtepompen (Publicatieblad van de Europese Unie van 20/11/2007, concreet: Voor een elektrische warmtepomp: Gemeten volgens EN14511 Soort Bodem/water Water/water Lucht/water
Min. COP 4,3 5,1 3,1
Gemeten volgens CETIAT
Bron t° 0 °C 10 °C 2 °C
Afgifte t° 35 °C 35 °C 35 °C
422 Soort Min. COP Directverdamping/water 4,3 Directverdamping/luchtcondensatie 4,3
Bron t° 0 °C 0 °C
Afgifte t° 35 °C 35 °C
Voor een gaswarmtepomp: Gemeten volgens EN14511 of EN12309-2 Soort Bodem/water Water/water Lucht/water
Min. COP 1,54 1,85 1,14
Bron t° 0 °C 10 °C 2 °C
Afgifte t° 45 °C 45 °C 45 °C
Gemeten volgens CETIAT Soort Min. COP Directverdamping/water 1,54 Directverdamping/luchtcondensatie 1,54
Bron t° 0 °C 0 °C
Afgifte t° 45 °C 45 °C
§3.4. Houtpelletkachels worden niet gesubsidieerd, ook al betreft het installaties die als bijverwarming ingeschakeld zijn centrale verwarmingssystemen.. Enkel centrale verwarmingssystemen die gestookt worden met een houtpelletketel komen in aanmerking voor subsidiëring. §3.5. Micro-WKK: enkel installaties met een vermogen van minder dan 50 kW komen in aanmerking voor subsidiëring. §3.6. De subsidie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag ingediend wordt. Als gerechtigd worden beschouwd: - de eigenaar van het gebouw - de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het aanvraagformulier voor akkoord heeft ondertekend. §3.7. De gemeente is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de werken en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die eruit kan voortvloeien. §3.8. De plaatsing van de installatie moet geschieden door en erkend aannemer in overeenstemming met bestaande wetten, reglementen, verordeningen, gebruiken en regels van goed vakmanschap. §3.9. De aanvrager engageert zich om minimum 10 jaar lang de installatie in goede staat van werking te houden. Een afgevaardigde van het stadsbestuur is bevoegd dit ter plaatse te controleren. Wanneer de aanvrager in gebreke blijft, zal een terugvordering worden geëist in evenredigheid met de nog resterende periode, te rekenen vanaf de vaststelling van de feiten. Artikel 4: Procedure. § 4.1. De subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend bij de Milieudienst door middel van het voorgeschreven aanvraagformulier uiterlijk binnen de 12 maand na factuurdatum. Alle nuttige bewijsstukken (facturen, betalingsbewijzen, foto’s,…) moeten aan de aanvraag worden toegevoegd. Aanvragen die hieraan niet voldoen worden niet in behandeling genomen. Na ontvangst van de aanvraag onderzoekt de Milieudienst het dossier en controleert ter plaatse de uitgevoerde werken. Het College neemt een beslissing m.b.t. het uitbetalen van de subsidies. §4.2. Indien blijkt dat de voorwaarden niet nageleefd zijn, zal de premie niet uitgekeerd worden en wordt de aanvrager hiervan op de hoogte gebracht. De aanvrager kan op dat moment aanpassingen uitvoeren om toch aan de voorwaarden te voldoen en de uitbetaling van de subsidie te bekomen. §4.3. Indien blijkt dat de bepalingen van het reglement of eventueel de stedenbouwkundige vergunning niet werden nageleefd, wordt de subsidie teruggevorderd indien deze reeds zou zijn uitbetaald. Artikel 5: Dit reglement treedt in voege vanaf 01/01/2014. Artikel 6: Het subsidiereglement voor de installatie van zonneboilers en/of fotovoltaïsche cellen op particuliere woongebouwen en schoolinstellingen dd. 31/01/2011 wordt per 01/01/2014 opgeheven. Installaties die geplaatst werden vóór 01/01/2014 en waarvan de subsidieaanvragen met alle verantwoordingsstukken uiterlijk 31/01/2014 worden ingediend, worden nog behandeld volgens het subsidiereglement dd. 31/01/2011. Artikel 7: Het College van Burgemeester en Schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement.
423 14. Politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval. Aanpassing. De gemeenteraad, Gelet op de Politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen dd. 29/05/2006; Gelet op het Vlarema; Overwegende dat een aanpassing van het bestaande politiereglement aangewezen is met het oog op de implementatie van Vlarema op het containerpark; Gelet op het Algemeen politiereglement van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen; Overwegende dat een aantal bepalingen zowel opgenomen zijn in de Politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare afvalstoffen als in het Algemeen politiereglement van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen, dat het aangewezen is dat deze bepalingen enkel opgenomen worden in het Algemeen politiereglement; Gelet op het Gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Artikel 15.- §1 ‘De aanbieder van afvalstoffen dient bij het bezoek aan het containerpark in het bezit te zijn van zijn identiteitskaart zodat zijn woonplaats kan worden nagetrokken’ wordt vervangen door ‘De aanbieder van afvalstoffen is verplicht zich bij het bezoek aan het containerpark te identificeren. Het is verboden het containerpark te betreden met de identiteitskaart of badge van een andere persoon dan diegene die zich aandient.’ Artikel 2: Artikel 16,- wordt aangevuld met §3. Het tarief voor het gebruik van het containerpark wordt vastgelegd in een belastingreglement en is gebaseerd op een volumebepaling door middel van automatische lengte- en hoogtemeting van het transportmiddel waarmee men het afval aanvoert naar het containerpark en het soort afval dat men wenst af te leveren. Na registratie ontvangt men een toegangsticket. Het is verboden zich gratis te ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen die betalend zijn en/of wanneer het aantal gratis beurten is overschreden. De aanbieder dient hiertoe het afgeleverd ticket achter de voorruit van zijn wagen te plaatsen of, indien dit niet mogelijk is, op eenvoudig verzoek aan de toezichthouder voor te leggen. Artikel 3: volgende artikels worden in de Politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen dd. 29/05/2006 geschrapt omwille van opname in he Algemeen politiereglement van de gemeente van de politiezone Vlaamse Ardennen: - hoofdstuk II – afdeling 3: art. 9, 10, 11 en 12 met betrekking tot afval op standplaatsen - hoofdstuk IV: art. 19 met betrekking tot bedeling van reclamedrukwerk en gratis regionale pers - hoofdstuk V: art. 20 en 21 met betrekking tot het verbranden en sluikstorten van afvalstoffen. Artikel 3: Deze verordening zal bekend worden gemaakt conform de reglementaire voorschriften.. Artikel 4: Een eensluidend afschrift van deze verordening zal worden overgemaakt aan de heer gouverneur, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de griffie van de politierechtbank. Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden gezonden aan de OVAM en het Bestuur Milieuinspectie. BESTUUR FINANCIËLE ZAKEN. ONTVANGERIJ. 15. Retributie betreffende de schaderegelingen hierop.
materialen
Bestuur
Infrastructuur
Uitvoering
en
de
De gemeenteraad, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 22 december 2008 met betrekking tot de retributie betreffende de materialen Bestuur Infrastructuur Uitvoering en de schaderegelingen hierop; Overwegende dat de tarieven dateren van 2008 en het billijk is de tarieven met betrekking tot de uren aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op het voorstel aan het Schepencollege dd. 28 oktober 2013 met betrekking tot de tarieven van de materialen BIU; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 94 met betrekking tot de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: eenparig
424 Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 zijn volgende tarieven van toepassing voor de materialen Bestuur Infrastructuur en de schaderegelingen hierop : Omschrijving
Prijs BTW
excl. Prijs incl. BTW
FORFAITAIRE SCHADEREGELINGEN Verkeersborden en –palen Vlaggenmast Katafootpalen 1 m² voetpad 1 m² oprit Miniemschade zone A Miniemschade zone B
147,27 € 205,29 € 107,11 € 26,78 € 49,09 € 35,70 € 58,02 €
178,20 € 248,40 € 129,60 € 32,40 € 59,40 € 43 ,20 € 70,20 €
VERKEERSBORDEN A21 A23 A41 A7a A7b A7c B1 B15a B15c B15F B15f B17 C1 C11 C3 C5 C9 B5 type 400 D1 700 D1c D5 D7 D9 D9 400 E1 E1 o40 E17 E7 F1 F19 F19 400/400 F19 700/700 F21 F29 850/200 F3 F34a F41 omlegging dubbelzijde 850/200F43 F43 F43 900/600 F45c F45c 400/600
34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 34,87 € 29,72 € 36,92 € 45,86 € 29,72 € 29,72 € 45,86 € 29,72 € 29,72 € 25,14 € 58,01 € 26,81 € 29,72 € 29,72 € 29,72 € 29,72 € 18,13 € 29,72 € 31,93 € 31,93 € 45,86 € 29,72 € 48,23 € 22,21 € 29,72 € 32,58 € 18,13 € 39,00 € 29,72 € 71,63 € 29,72 € 39,00 €
42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 42,20 € 35,96 € 44,67 € 55,49 € 35,96 € 35,96 € 55,49 € 35,96 € 35,96 € 30,42 € 70,20 € 32,44 € 35,96 € 35,96 € 35,96 € 35,96 € 21,93 € 35,96 € 38,63 € 38,63 € 55,49 € 35,96 € 58,36 € 26,87 € 35,96 € 39,43 € 21,93 € 47,19 € 35,96 € 86,68 € 35,96 € 47,19 €
425 F47 400/600 F49 700/700 F87 M5 ANDERE BORDEN Blanco borden 400/200 - blauw Blanco borden 400/400 - blauw Blanco borden 450/200 - blauw Blanco borden 700/200 - blauw Blanco borden 1200/150 Type Xa Type Xd Uitgezonderd ceremoniewagens 450/200 Uitgezonderd donderdag 04.00 tot 13.30u 450/200 Uitgezonderd donderdag 4u tot 13.30 uur 450/200 Uitgezonderd plaatselijk verkeer 450/200 Pictogram minder-valide Straatnaambord Type III 600/400 Type VIII 700/700 T x A type I T x D type I ZE9BT – begin zone betalen 400/600 BOMEN + PLANTEN + BIJHOREND ½ m³ potgrond structural nr 2 Acer Platanoïdes 14-16 Bloemenkorf met telescopische arm Bloemschaal in Eternit 110 Boompaal 10 Carpinus betulus Fastigiata Chemerops (palmplant) 1,50 m tot 2,00 m Corylus Colurna 18/20 Tilia 12-14 Tilia Platyphyllos 14/16 Tilia Cordata “Greenspire” PALEN Anti-rampaaltje type Broodstraat Arduinen paal type Markt Beugels type 2000 + bijhorende bouten Beugels type 250 + bijhorende bouten Galvanisé 51 – lengte 2m Galvanisé 51 – lengte 2m – niet geverfd Galvanisé 51 – lengte 3m Galvanisé 76 – lengte 2m Galvanisé 76 – lengte 3,2m Galvanisé 76 – lengte 3m Galvanisé 76 – lengte 3m – niet geverfd Grijs 51 Grijs 51 Grijs 51 Grijs 76 Grijs 76 Grijze beugels 51 + bouten T250 Grijze beugels 76 T250
39,00 € 67,35 € 48,08 € 29,72 €
47,19 € 81,50 € 58,18 € 35,96 €
23,63 € 30,22 € 29,23 € 36,31 € 41,87 € 11,03 € 11,03 € 26,61 € 26,61 € 26,61 € 26,61 € 14,76 € 18,34 € 39,00 € 67,35 € 20,34 € 20,34 € 39,00 €
28,59 € 36,57 € 35,37 € 43,93 € 50,66 € 13,35 € 13,35 € 32,19 € 32,19 € 32,19 € 32,19 € 17,85 € 22,19 € 47,19 € 81,50 € 24,61 € 24,61 € 47,19 €
49,48 € 48,42 € 127,02 € 211,46 € 3,22 € 161,32 € 322,68 € 118,32 € 44,12 € 53,92 € 161,32 €
59,87 € 58,58 € 153,69 € 255,87 € 3,90 € 195,20 € 390,44 € 143,17 € 53,39 € 65,24 € 195,20 €
242,00 € 1.441,80 € 2,25 € 2,25 € 10,17 € 7,77 € 16,87 € 14,46 € 23,16 € 21,69 € 15,26 € 13,75 € 12,41 € 11,60 € 14,01 € 12,41 € 2,70 € 2,70 €
292,81 € 1.744,58 € 2,72 € 2,72 € 12,31 € 9,40 € 20,41 € 17,50 € 28,02 € 26,24 € 18,47 € 16,64 € 15,02 € 14,04 € 16,95 € 15,02 € 3,27 € 3,27 €
426 Grijze beugels 76 + bouten T250 Katafootpaaltje – houten Katafootpaaltje Azobé Katafootpaaltje beton Katafootpaaltje geel Katafootpaaltje metaal Katafootpaaltje Einestraat Oranje 51 – lengte 2m Oranje 76 – lengte 3,2m Oranje 76 – lengte 3,5m Oranje 76 – lengte 3m Oranje beugels 76 T250 Oranje beugels voor T x A 51 T250 Oranje beugels voor T x A 76 T250 Oranje panelen 76 3m Oranje panelen 76 3,2m Seinpaal (thv Parktstraat) Vlaggenmast Geel-wit plastieken paaltje BESTRATINGSMATERIAAL Aanvulzand/ton Betonblokken (Minderbroederstraat) Betongreppels 100/30/20 per lopende meter Betongreppels 100/50/20 per lopende meter Betonklinkers 22/11/10 Buitenhoek Cement per kg Dallen 30/30/5 per m² Dolomiet 0/5 per ton Kassei Laitier 0/5 per ton Putdeksel 12,5 T 60 op 60 Putdeksel voor controleput 30 op 30 Putdeksel voor controleput 60 op 60 Putdeksel voor controleput 90 op 90 Recht stuk Rijnzand 0/2 per ton Schampkant per stuk Scheldezand 0/2 per ton Stabilisé 1 m³ Steenslag 0/20 – fijn per ton Steenslag 0/32 – grof per ton Steenslag 7/14 per ton ANDERE MATERIALEN Abus hangslot gelijksluitend 55/30 KA Bandbeugels Bushokje De Lijn type A Deurkruk Deurslot Electriciteitskast Knippertoestel Mastiek ½ kg Nadarafsluiting Niet-reflecterende film zwart 4m 1m breed Reflecterende film blauw 8m type II HI 0,61 m br
2,70 € 37,84 € 48,81 € 35,34 € 54,00 € 198,99 € 218,93 € 11,24 € 24,42 € 26,72 € 22,89 € 2,70 € 2,70 € 2,70 € 21,92 € 23,37 € 512,67 € 21,60 € 24,65 €
3,27 € 45,79 € 59,05 € 42,76 € 65,34 € 240,78 € 264,90 € 13,60 € 29,55 € 32,33 € 27,69 € 3,27 € 3,27 € 3,27 € 26,53 € 28,28 € 620,32 € 26,14 € 29,82 €
7,04 € 26,46 € 7,82 € 11,89 € 9,23 € 19,81 € 0,10 € 9,18 € 17,80 € 0,59 € 14,72 € 45,30 € 25,83 € 84,03 € 120,47 € 19,81 € 9,72 € 27,00 € 7,44 € 44,04 € 11,91 € 9,96 € 12,42 €
8,52 € 32,02 € 9,46 € 14,39 € 11,17 € 23,97 € 0,12 € 11,11 € 21,54 € 0 ,72 € 17,81 € 54,81 € 31,26 € 101,68 € 145,77 € 23,97 € 11,76 € 32,67 € 9,00 € 53,29 € 14,41 € 12,05 € 15,03 €
3,20 € 1,43 € 2.819,11 € 6,81 € 4,45 € 46,03 € 102,63 € 2,14 € 149,33 € 9,98 € 51,29 €
3,87 € 1,73 € 3.411,12 € 8,24 € 5,39 € 55,70 € 124,18 € 2,59 € 180,69 € 12,08 € 62,06 €
427 Reflecterende film wit 4m type II HI 51,29 € 62,06 € Spiegels (800 x 600) 287,50 € 347,88 € Spiegels kleine maat (685 x 500) 201,25 € 243,51 € WERKUREN 1 werkman per uur Groendienst 38,27 € 46,31 € 1 werkman per uur Netheid & Hygiëne 38,27 € 46,31 € 1 werkman per uur Feestelijkheden 38,27 € 46,31 € 1 werkman per uur Signalisatie 43,74 € 52,93 € 1 werkman per uur Gebouwen/wegenis 43,74 € 52,93 € 1 werkman per uur Projectopvolging 54,67 € 66,15 € 1 werkman per uur Directie 76,54 € 92,61 € Toeslag buiten de normale werkuren (08:00 uur – 16:30 uur) (weekdagen buiten de uren + zaterdag) tot 21:00 uur 125,00 % 125,00 % (weekdagen buiten de uren + zaterdag) 21:00 uur tot 06:00 150,00 % 150,00 % uur Zondagen + feestdagen 200,00 % 200,00 % Handling kost voor materialen – containers gebruik – + 4,88 % + 4,88 % remorque gebruik 1 bestelwagen – lichte vrachtwagen per uur/zn man 20,00 € 24,20 € 1 vrachtwagen per uur/zn man 33,00 € 39,93 € Containerwagen per uur/zn container – zn man 33,00 € 39,93 € Container per uur 1,10 € 1,33 € Remorque per uur 1,60 € 1,94 € Belangrijk : Voor alle andere materialen of grondstoffen die niet voorkomen in de bovenstaande lijst, daar is de aankoopprocedure van de Stad Oudenaarde van toepassing. Indien nodig kan daar de factuur als bewijs opgevraagd worden. Gezien de fluctuatie van de prijzen, heeft de Stad Oudenaarde te allen tijde de mogelijkheid om de prijzen aan te passen en een nieuwe goedkeuring te vragen. Artikel 2: De retributie is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die uitdrukkelijk om de dienstverlening verzoekt, of in voorkomend geval van diegene die aan de oorzaak ligt van de uitvoering van de werken. Werd de aanvraag ingediend door twee of meer belanghebbenden, dan zijn deze solidair en ondeelbaar tot de betaling gehouden. Artikel 3: De retributie moet betaald worden via overschrijving binnen de 30 dagen nadat de factuur werd verzonden. Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 4: De gemeenteraadsbeslissing dd. 22 december 2008 zal worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 5: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 16. Retributie voor de voor- en naschoolse opvang in scholen. UITGESTELD. 17. Retributie voor deelname aan de activiteiten van de jeugddienst. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 november 2011 waarin de tarieven op het deelnemen aan de speelpleinwerking en andere activiteiten van de jeugddienst werd goedgekeurd; Overwegende dat de tarieven dateren van 2011 en het aangewezen is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 15 april 2013; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling, voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten;
428 Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 94 met betrekking tot de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 43, § 2 , 15° ; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 worden de tarieven voor de activiteiten van de jeugddienst als volgt : Tarief Volle dag 8,00 euro (1ste en 2de kind) Volle dag 6,00 euro (vanaf 3de kind) Halve dag 4,00 euro Niet-inwoner Oudenaarde Volle dag 16,00 euro (1ste en 2de kind) Volle dag 12,00 euro (vanaf 3de kind) Halve dag 8,00 euro OK-pas Volle dag 3,00 euro Halve dag 1,50 euro Uitstappen Tussen 2,50 euro en 50,00 euro Bijkomende drankverkoop 1,00 euro op activiteiten Chipsverkoop 0,50 euro Boete (laattijdigheidsgeld) 2,50 euro per kind, per begonnen 15’ Voor themakampen : dagtarief x aantal dagen + eventuele uitstap of meerkost bij externe begeleiding = forfait voor week (afhankelijk van inwoner/niet-inwoner – ok-pas – 3de kind) Inwoner Oudenaarde
Artikel 2: Het Schepencollege wordt gemachtigd om het exacte tarief vast te stellen voor wat betreft de uitstappen. Artikel 3: In het tarief is inbegrepen : - activiteiten volle dag : voor-en na-opvang, 3 drankjes, 4-uurtje, verzekering, spelmateriaal, begeleiding - activiteiten voormiddag : vooropvang, 2 drankjes, verzekering, spelmateriaal, spelbegeleiding - activiteiten namiddag : na-opvang, 1 drankje, 4-uurtje, verzekering, spelmateriaal, begeleiding - uitstappen : busvervoer, inkomgelden, begeleiding en verzekering. Artikel 4: De retributie dient betaald te worden bij de jeugddienst zoals voorzien in de folder en /of communicatie met betrekking tot de activiteit. Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 5: Er is voor- en na-opvang voor de kinderen tot 18h00. Wanneer de kinderen niet afgehaald worden tegen 18h00 zal laattijdigheidsgeld worden gevraagd. Artikel 6: De ontvangsten van de activiteiten zullen geboekt worden op artikel 0750-00/7010002 en de verkoop van dranken/chips op artikel 0750-00/7000100. Artikel 7: De gemeenteraadsbeslissing dd. 28 november 2011 zal worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 8: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 18. Belasting op de inzameling en verwijdering van restafval, grofvuil, snoeihout en het gebruik van het containerpark - DIFTAR. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 25 november 2013 waarbij de belasting op de inzameling en verwijdering van restafval – Diftar werd goedgekeurd;
429 Overwegende dat de lokale overheden door Vlarema decretaal verplicht werden om voor bepaalde afvalfracties kosten aan te rekenen zodat een gratis containerpark niet langer tot de mogelijkheden behoort. Minimaal gaat het om de fractie grofvuil; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 21 oktober 2013 aangaande de tarieven op het gebruik van het containerpark; Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen 2008-2015; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 23 december 1985 tot oprichting van de Intercommunale Vereniging voor de verwijdering van Huishoudelijke Afvalstoffen der Vlaamse Ardennen; Gelet op het besluit van de Gemeenteraad van 27 juni 2005 houdende goedkeuring participatie tot de uitbouw van een diftarsysteem op de huisvuilophalingen (opgezet door I.VL.A); Overwegende dat er een terugnameplicht bestaat voor huishoudelijk verpakkingsafval : papier en karton, hol glas en plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons; Overwegende dat huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval tweewekelijks huisaan-huis worden ingezameld door middel van een diftarsysteem met containers; Overwegende dat papier en karton tweewekelijks gratis huis-aan-huis ingezameld wordt; Overwegende dat het gemeentelijk inzamelcircuit van de huisvuilophalingen opengesteld wordt voor zowel de burger als de kleine KMO en de zelfstandige onderneming; Overwegende dat de door, of op vraag van, de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in opdracht van de gemeente gerecycleerd, nuttig toegepast of verwijderd worden; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën; Overwegende dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht dienen te zijn; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen verhaald worden op de aanbieders; Overwegende dat de invoering van een gedifferentieerde kohierbelasting de gemeente toelaat het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, waarbij prioriteit gegeven wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt gestimuleerd; Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de kohierbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 inzake de gemeentefiscaliteit; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting geheven op de inzameling en verwijdering van het restafval via de huis-aan-huisinzameling, op het afhalen van grof vuil en snoeihout op afroep. Vanaf 1 juli 2014 wordt eveneens een belasting geheven op het gebruik van het containerpark. Artikel 2: Huisvuilophaling : §1. Per ophaalpunt wordt maximum één container tot maximum 240 liter gratis ter beschikking gesteld. Eén 1100 liter container wordt enkel gratis ter beschikking gesteld van onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en grotere appartementsblokken, op hun verzoek. §2. Het bedrag van de belasting wordt als volgt samengesteld :
430
Per aanbieding van de container : 40 liter container 0,15 EUR 120 liter container 0,30 EUR 240 liter container 0,60 EUR 1100 liter container 2,93 EUR per kilogram aangeboden afval : 0,25 EUR Het aan te rekenen bedrag per belastingplichtige zal minstens 1,18 EUR per maand bedragen. Artikel 3: Huis-aan-huisophalingen op afroep : - grofvuil : 30,00 euro per afroep (max. 3 m³) - snoeihout : 15,00 euro per afroep (max. 3 m³) Artikel 4: Brengen van afval naar het containerpark : §1. Alle inwoners hebben toegang tot het containerpark met hun elektronische identiteitskaart of elektronisch verblijfsbewijs. §2. Andere toegangsgerechtigden welke via de dienst Milieu een toelating hebben bekomen voor toegang tot het containerpark hebben toegang via een elektronische badge. §3. Het tarief voor het gebruik van het containerpark wordt als volgt bepaald : Grofvuil Vanaf 1 beurt tot en met 16 beurten Categorie 1 (= tot 0,50 1,00 euro m³ afval = 0,5 beurt = 32 gratis bezoeken - voetgangers - fietsers - bromfietsers Categorie 2 (= tot 1 m³ 5,00 euro afval = 1 beurt = 16 gratis bezoeken) - voertuigen lager dan 1m85 Categorie 3 (= tot 2 m³ 10,00 euro afval = 2 beurten = 8 gratis bezoeken) - voertuigen hoger dan 1m85 - voertuigen lager dan 1m85 met aanhangwagen Categorie 4 (= tot 4m³ 20,00 euro afval = 4 beurten = 4 gratis bezoeken) - voertuigen hoger dan 1m85 en met aanhangwagen - voertuigen met aanhangwagen hoger dan 1m85
Vanaf 17 beurten tot en met 24 beurten incl. grofvuil 1,00 euro
Vanaf 25 tot en Vanaf met 32 beurten beurten incl. grofvuil grofvuil 1,00 euro
2,00 euro
5,00 euro
7,50 euro
10,00 euro
10,00 euro
15,00 euro
20,00 euro
20,00 euro
30,00 euro
40,00 euro
33 incl.
§4. De categorie die van toepassing is, wordt bepaald via een automatisch meetsysteem tijdens de identificatie van de containerparkbezoeker. §5. Misbreuken aangaande het gebruik van het containerpark kunnen beboet worden volgens de GAS-reglementering. §6. Voor toegangsgerechtigden welke in de loop van een belastingjaar recht gekregen hebben voor toegang tot het containerpark zullen de toegekende gratis beurten verrekend worden per trimester. §7. Voor 2014 worden de rechten gehalveerd.
431 Artikel 5: De belasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van huisvuil, huis-aan-huisophaling op afroep (grofvuil en snoeihout) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval : a) De referentiepersoon van ieder gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de stad. De andere leden van ieder gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Onder gezin wordt verstaan, hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij een vereniging van twee of meer personen die – al dan niet door familiebanden gebonden – gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. b) Als belastingplichtige wordt eveneens beschouwd : Eenieder (fysiek persoon of rechtspersoon) die zich vrijwillig kenbaar heeft gemaakt, recht heeft op een Diftar-container en/of toelating heeft verkregen bij de milieudienst voor gebruik van het containerpark (bijvoorbeeld handelaars, zelfstandigen, KMO’s, tweede verblijvers, onderwijsinstellingen, verenigingen, toekomstige inwoners die een woning kochten of huren, … ) Artikel 6: §1. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat halfjaarlijks opgemaakt en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Het kohier is samengesteld uit : - De belasting voor de geregistreerde gewichten van het restafval dat aan huis wordt opgehaald - De belasting voor de aanbieding van de container voor restafval - Maandelijkse minimumbelasting voor de ophaling aan huis van restafval - De belasting voor het ophalen aan huis van grofvuil en snoeihout - De belasting voor het afval dat op het containerpark werd aangeboden §2. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. §3. Bij niet-betaling kan het College van Burgemeester en Schepenen de toegang tot het containerpark weigeren of de afvalcontainer voor restafval blokkeren. Indien de afvalcontainer voor restafval is geblokkeerd ingevolge niet-betaling blijft de minimumfactuur welk van kracht. Artikel 7: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Artikel 8: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis(rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9: De ontvangsten zullen geboekt worden op 0/0020/0020-00/7332200. Artikel 10: De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2013 wordt opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 11: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 19. Belasting op leegstand van gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden. De gemeenteraad, Gelet op de gemeenteraadsbeslissingen dd. 29 maart 2010 en 28 juni 2010 betreffende de Belasting op leegstand van gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden; Gelet op de heffingstermijn welke verstrijkt op 31 december 2013; Overwegende dat de tarieven dateren van 2010 en het dan ook billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 12 november 2013 aangaande de tarieven van de belasting op leegstand van gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd;
432 Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd, waarin de leegstandsinventaris een verplichte gemeentelijke bevoegdheid wordt en tevens de mogelijkheid biedt om een leegstandsbelasting te innen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 21 december 2009 betreffende Ruimtelijke Ordening – Woonbeleid – Bindend Sociaal Objectief; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening welke in werking is getreden op 1 september 2009; Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de stad moet voorkomen en bestreden worden; Gelet op het feit dat vanaf 1 januari 2010 de stad verplicht is een leegstandsregister op te maken en bij te houden; Overwegende dat de stad hierop een belasting kan heffen; Overwegende dat het bijhouden van een leegstandsregister betekent dat de aangestelde ambtenaar elk pand moet onderzoeken, controleren en vaststellen en hiervan een administratieve akte moet opmaken; Gelet op het feit dat het dan ook billijk is dat de stad deze belasting zou heffen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 25 stemmen voor en 4 onthoudingen Artikel 1: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1.beveiligde zending : één van de hiernavolgende betekeningswijze : een aangetekend schrijven of een afgifte tegen ontvangstbewijs of elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgelegd. 2.Gebouw : elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 12° en niet beantwoordt aan de definitie van kamer zoals bedoeld onder punt 4° en met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. 3.Inventarisatiedatum : de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of uit het leegstandsregister is geschrapt : het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 4.Kamer : woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken : wc, bad of douche, kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. 5.Leegstaand gebouw : een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en
433 verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont, en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. 6.leegstaande woning : een woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met : hetzij de woonfunctie; hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. 7.Een nieuw gebouw of een nieuwe woning : wordt als leegstaand beschouwd als dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig §2, eerste lid, respectievelijk §3 van artikel 2.2.6 van het decreet grond-en pandenbeleid van 27 maart 2009. 8.Overige woongelegenheden : elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder woonhuis en/of gebouw en/of kamer 9.Ramp : een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. Brand, gasontploffing, blikseminslag, … 10.Renovatienota : een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen : een overzicht van de voorgenomen werken, een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 2 jaar een woning bewoonbaar wordt gemaakt, bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken, fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen, een akkoord van de mede-eigenaars (indien van toepassing) 11.sociale woonorganisatie : een organisatie, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 26°, van de Vlaamse Wooncode; een sociale huisvestingsmaatschappij, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, een sociaal verhuurkantoor of een huurderorganisatie 12.woning : een goed, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode; elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 13.woonhuis : elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woning bevindt 14.zakelijk gerechtigde : de houder van één van volgende zakelijke rechten : a) de volle eigendom; b) het recht van opstal of van erfpacht;c) het vruchtgebruik Artikel 2: §1. Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de gebouwen, woningen, woonhuizen, kamers en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister te rekenen vanaf datum eerste registratie. §2. De belasting voor een leegstaand gebouw, woning, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat het gebouw, woning, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. §3. Zolang het leegstaand gebouw, woning, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 3: §1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde betreffende het leegstaande gebouw, woning, woonhuis, kamer en/of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. §2. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. §3. Ingeval van mede-eigendom zijn alle zakelijk gerechtigden hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. §4. Ingeval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
434 De instrumenterende ambtenaar stelt de beheerder van het leegstandsregister binnen de maand na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in paragraaf 4 van dit artikel, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 4: Inventarisatie van woningen en gebouwen die beschouwd worden als leegstaand Artikel 4.1 De inventaris De administratie maakt een leegstandsregister op bestaande uit twee inventarissen, één voor leegstaande gebouwen en één voor leegstaande woningen overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 titel 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Een woning die is geïnventariseerd op de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ door Wonen Vlaanderen wordt niet opgenomen in het leegstandsregister. Artikel 4.2 De inventarisatiedatum De opname in het leegstandsregister gebeurt vanaf datum van de administratieve akte van de leegstand. Artikel 4.3 Wijze van opname in het leegstandsregister §1. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 titel 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen. §2. Het vaststellen van leegstand gebeurt op basis van een gemotiveerde administratieve akte waarin één of meerdere van onderstaande indicaties wordt opgenomen: - ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister - aanvraag tot vermindering van het kadastraal inkomen op grond van artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelasting - vermoeden van het gebruik van de woonentiteit als domiciliewoning - vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister - vermoeden dat de woning niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie - vermoeden dat het gebouw niet wordt gebruikt overeenkomstig de bestemming - vermoeden dat het gebouw voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend - onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden - verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw - dichtgemaakte of gesupprimeerde raamopeningen (dichtgeplakt, dicht geschilderd) - winddichtheid van de woning is niet gewaarborgd (belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden, …) - onafgewerkte ruwbouw - twaalf maand (of meer) aanbieden van het gebouw of de woning als ‘te huur’ of ‘te koop’ - ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk - uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus - storende omgevingsaanleg: langdurig niet of slecht onderhouden omgeving/tuin - woning is helemaal/gedeeltelijk niet gemeubeld - getuigenverklaringen: omwonende(n), postbode, wijkagent, … §3. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste ambtenaren bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. §4. De zakelijke gerechtigden worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 artikel 2.2.7 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de belasting worden vermeld. Artikel 4.4 Beroep inzake opname leegstandsregister §1. De gemeente stelt de zakelijk gerechtigde(n) per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Het schrijven geeft
435 desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsbelasting in het leegstandsregister worden vermeld. §2. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in §1, kan een zakelijk gerechtigde(n) bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding wordt naar de indiener(s) van het beroepsschrift verstuurd. §3. De houder van het zakelijk recht die de inventarisatie wenst te betwisten, dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Deze bewijsstukken dienen minimaal volgende gegevens te bevatten: - de identiteit en adres van de indiener, - de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het beroepsschrift betrekking heeft, - één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement en van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van het decreet grond- en pandenbeleid. §4. Het beroepsschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen: - het beroepsschrift is niet binnen de termijn ingediend - niet conform de bepalingen §3 - als het niet ondertekend is - bij niet beveiligde zending §5. De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. §6. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een beslissing tot opname in het leegstandsregister. §7. Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijke gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de administratieve akte van de leegstand. Artikel 4.5 Schrapping uit het leegstandsregister §1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§2, eerste lid van het decreet van grond- en pandenbeleid aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister het gebouw schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van het gebouw gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§2, eerste lid van het decreet grond- en pandenbeleid. §2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 2.2.6§3 van het decreet, grond- en pandenbeleid. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister de woning, de kamer en/of overige woongelegenheid schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van de woning, de kamer en/of overige woongelegenheid gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§2, eerste lid van het decreet grond- en pandenbeleid. §3. Het schrappen van de woning en/of het gebouw kan enkel op uitdrukkelijk en schriftelijk verzoek via beveiligde zending van één of meer zakelijk gerechtigden. §4. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. §5. De beheerder van het leegstandsregister onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De beheerder van het leegstandsregister brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Artikel 5:
436 §1. De belasting bedraagt : - voor een volledig gebouw of woonhuis voor 1ste aanslagjaar : 1.085,00 euro - voor een individuele kamer of studentenkamer voor 1ste aanslagjaar : 82,00 euro - voor elke andere woongelegenheid voor 1ste aanslagjaar : 326,00 euro §2. Na elke periode van twaalf maanden verhoogt de aanslag met 30 % (2de aanslagjaar + 30 %, 3de aanslagjaar + 60 %, …) §3. Het bedrag van de belasting wordt altijd afgerond naar de hogere euro. §4. De belasting kan maximum 5.425,00 euro bedragen. Artikel 6: Enkel de vrijstellingen voorzien in onderstaand artikel zijn van toepassing : §1. De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het leegstandsregister. §2. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld : 1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling, zolang er een verband is tussen zijn verblijf en de leegstand. De vrijstelling is geldig gedurende 4 opeenvolgende aanslagjaren; 2° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht; §3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning : 1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldig is gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 5° gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als een stedenbouwkundige vergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een gedetailleerde renovatienota voorgelegd wordt blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van het desbetreffende gebouw of woning. De vrijstelling geldt voor een termijn van één jaar en kan éénmalig verlengd worden voor één jaar na controle; 6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Artikel 7: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 8: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Een bezwaar kan niet worden ingediend op iets wat al het voorwerp heeft uitgemaakt van een beroep tegen opname in het leegstandsregister. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 10: Overgangsbepalingen : §1. Artikel 7.3.2. van het decreet grond-en pandenbeleid van 27 maart 2009 bepaalt dat de gegevens uit de gewestelijke inventarisatielijst leegstand worden overgedragen naar en opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. De leegstand voor deze panden moet dus niet opnieuw bewezen worden. De procedure beschreven in artikel 2.2.7. van het decreet grond-en pandenbeleid van 27 maart 2009 moet dan ook niet
437 meer doorlopen worden. Tegen deze opname in het leegstandsregister is geen administratief beroep mogelijk. §2 De vrijstellingen of schorsingen toegekend door het Vlaams Gewest vervallen per 1 januari 2010. Een vrijstelling of schorsing kan opnieuw aangevraagd worden indien conform het huidig reglement. §3. De woningen en gebouwen zoals vermeld in §1 worden opgenomen in het leegstandsregister met het behoud van een initiële inventarisdatum. Artikel 11: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 12: De ontvangsten zullen geboekt worden op het artikel 0/0020/0020-00/7374000. Artikel 13: Bij het van kracht worden van huidige beslissing worden de gemeenteraadsbeslissingen dd. 29 maart 2010 en 28 juni 2010 opgeheven. Artikel 14: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 20. Belasting op het weghalen van afvalstoffen. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 24 november 2008 waarbij de belasting op het weghalen van afvalstoffen werd gestemd; Gelet op de heffingstermijn die verstrijkt op 31 december 2013; Overwegende dat de tarieven dateren van 2008 en het billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Overwegende dat de inbreuken voor het buitenplaatsen van afval t.h.v. het ophaalpunt zelf kunnen geschrapt worden aangezien deze zijn opgenomen in de GAS-reglementering; Gelet op de nota aan het schepencollege dd. 2 december 2013 aangaande de tarieven voor het weghalen van afvalstoffen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting; Gelet op Artikel 410 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een belasting geheven op het weghalen van sluikgestorte afvalstoffen die gestort worden op plaatsen waar dit wettelijk of reglementair verboden is en op het zich ontdoen van afvalstoffen niet conform de voorschriften op plaatsen waar dit reglementair bepaald is (inzamelpunten, glascontainers, containerpark). Artikel 2: De belasting is verschuldigd door degene die de afvalstoffen gestort heeft, de eigenaar van de afvalstoffen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingen en dit zowel voor stortingen op het openbaar als op het privaat domein. Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op : A. voor ambtshalve opruiming van sluikstorten op anonieme plaatsen: - 0,55 EUR per km transport - 22,00 EUR per uur per arbeider - 154,00 EUR per uur per ingezet voertuig - geldende kostprijs per kg opgeruimde afvalstoffen, bedragen verschuldigd per aangevangen uur, km of kg. - Minimale belasting niet minder dan 350,00 EUR B. Inbreuken op straatvuilnisbakjes : - 125,00 EUR per inbreuk
438 C. Inbreuken op het containerpark : - 125,00 EUR per verkeerd gestorte of onvoldoende gesorteerde zak/doos intern te hanteren criteria. - Deponering ondanks uitdrukkelijk verbod toezichthouder, wanneer minimaal 30 % van het achtergelaten afval bestaat uit verontreinigingen (niet thuishorend bij deze fractie) of wanneer materialen aanwezig zijn die een ernstig risico vormen voor het personeel (KGA, gebroken glas, infectienaalden) Wanneer niet wordt voldaan aan deze criteria wordt een eenmalige schriftelijke verwittiging gestuurd naar de betrokken persoon en wordt pas overgegaan tot het opleggen van de belasting bij een volgend misbruik binnen het jaar. - Kostprijs voor transport en verwerking van de inhoud van een container wanneer deze door het sluikstorten niet meer in aanmerking komt voor zijn respectieve verwerkingsmethode. In dit geval worden de reële kosten vermeerderd met een forfaitair bedrag van 125,00 EUR als administratieve kost. Artikel 4: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 5: De belasting is betaalbaar binnen de twee maand na het verzenden van het aanslagbiljet. Artikel 6: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 7: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis(Rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 8: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van de Oost-Vlaanderen 21. Auroraziekenhuis A.V. Meerjarenplan 2014-2019. Vaststelling. De Gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de Algemene vergadering van het Auroraziekenhuis van 27 november 2013 houdende vaststelling van het meerjarenplan 2014-2019 van het Auroraziekenhuis AV; Gelet op het meerjarenplan 2014-2019 waarin de exploitatie elk jaar sluitend is; Gelet op de overeenkomst d.d. 26 april 2010 tussen het Auroraziekenhuis AV, het Algemeen Ziekenhuis Oudenaarde en het Stadsbestuur Oudenaarde aangaande de beperking van het bedrag ten laste van het stadsbestuur inzake de langdurig zieke personeelsleden van Auroraziekenhuis AV. Dit betekent een jaarlijkse tussenkomst van de stad die maximaal geraamd wordt op: 2014 € 213.913
2015 € 190.435
2016 € 166.957
2017 € 138.251
2018 € 127.826
2019 € 96.522
Gelet op de overweging in de beslissing van de Algemene vergadering van het Auroraziekenhuis van 27 november 2013 houdende vaststelling van het meerjarenplan 2014-2019 van het Auroraziekenhuis AV, waarbij verwezen wordt naar het schrijven van RSZPPO met betrekking tot de responsabiliseringsbijdrage voor Auroraziekenhuis AV voor 2013 en 2014, ter waarde van respectievelijk 1.133.372 EUR en 1.211.048 EUR. Hierop volgden contacten met PDOS en RSZPPO om de basisgegevens uit te zuiveren. Er werd een akkoord gesloten tussen Auroraziekenhuis AV en OCMW Oudenaarde op 9 september 2013 over de pensioenlasten uit het verleden en voor de toekomst, kaderend in de omzendbrief 2012/3. De laatste simulaties, waar PDOS en RSZPPO ook rekening houden met standpunten en gegevens aangereikt door OCMW Ronse, wijzen op een bedrag van ca. 800.000 EUR. Dit bedrag wordt zowel in kosten als in opbrengsten geboekt : er wordt vanuit gegaan dat AZO vzw integraal in het budget van financiële middelen dit bedrag van de responsabilisering kan ontvangen, gelet
439 op de afspraak binnen de federale Regering om de meerkost van de responsabiliseringsbijdrage van de openbare ziekenhuizen te neutraliseren, omdat dit de concurrentiepositie van de openbare ziekenhuizen niet mag benadelen; Gelet op artikels 148, 150, 218 en 254 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 houdende wijziging van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn; BESLUIT : met 22 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Het meerjarenplan 2014-2019 van het Auroraziekenhuis AV wordt goedgekeurd; Artikel 2: Het meerjarenplan van 2014-2019 is sluitend mits een jaarlijkse tussenkomst van de stad die maximaal geraamd wordt op: 2014 € 213.913
2015 € 190.435
2016 € 166.957
2017 € 138.251
2018 € 127.826
2019 € 96.522
22. Auroraziekenhuis A.V. Budget 2014. Vaststelling. De Gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de Algemene vergadering van het Auroraziekenhuis van 27 november 2013 houdende vaststelling van het budget 2014 van het Auroraziekenhuis AV; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 30 januari 2012 waarbij het meerjarenplan 2012-2014 van het Auroraziekenhuis A.V. werd goedgekeurd; Overwegende dat er in het meerjarenplan 2012-2014 een geraamd verlies van 213.913,00 EUR voor 2014 vooropgesteld werd; Gelet op de overeenkomst d.d. 26 april 2010 tussen het Auroraziekenhuis AV, het Algemeen Ziekenhuis Oudenaarde en het Stadsbestuur Oudenaarde aangaande de beperking van het bedrag ten laste van het stadsbestuur inzake de langdurig zieke personeelsleden van Auroraziekenhuis AV en dat dit een tussenkomst is voor de stad die geraamd wordt op maximum 213.913,00 EUR voor 2014; Overwegende dat het budget 2014 sluitend is mits een tussenkomst van de stad die geraamd wordt op maximum 213.913,00 EUR; Gelet op artikels 148, 150, 218 en 254 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 houdende wijziging van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn; BESLUIT: met 22 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Het budget 2014 van het Auroraziekenhuis AV wordt goedgekeurd; Artikel 2: Het budget 2014 van het Auroraziekenhuis AV is sluitend mits een tussenkomst van de stad van maximum 213.913,00 EUR; 23. Politiezone Vlaamse Ardennen. Begroting 2014. Goedkeuring. De gemeenteraad, Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid; Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone, gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 augustus 2006; Gelet op de omzendbrief BA 2013/4 d.d. 22 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken betreffende de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus, meerbepaald rubriek 4.3.2.; Gelet op de opmaak van de begroting 2014 van de Politiezone Vlaamse Ardennen, op basis van volgende wetgeving : - Het KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de comptabiliteit van de lokale politie - De artikelen 26, 34, 40 en 71 van de wetgeving op de geïntegreerde politie - De artikelen 238 tot en met 252 van de nieuwe gemeentewet - Het artikel 7 van het decreet van 23 april 1993 houdende het administratief toezicht op de gemeenten - De omzendbrief PLP 51 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2014
440 Gelet op de nota aan het Schepencollege d.d. 2 december 2013 waarbij het verslag van de begrotingscommissie van de Politiezone Vlaamse Ardennen d.d. 08 november 2013 wordt goedgekeurd; Overwegende dat de tussenkomst van de stad in het netto-tekort van het budget 2014 van de politiezone Vlaamse Ardennen berekend werd op basis van de verdeelsleutel van 65,78 % en voor 2014 geraamd wordt op 3.299.448,18 EUR; Gelet op de politieraad d.d. 10 december 2013 waarbij de politiebegroting 2014 wordt goedgekeurd; Overwegende dat in het budget 2014 van de stad onder artikel 0400-00/6494000 een krediet zal opgenomen worden van 3.299.448,18 EUR als bijdrage in de werkingskosten van de politiezone Vlaamse Ardennen; Gelet op art. 42 en art. 253 § 1, 4° van het gemeentedecreet; BESLUIT: met 22 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: De bijdrage van de stad Oudenaarde, zoals ingeschreven in het ontwerp van politiebegroting 2014, zijnde een totaal bedrag van 3.299.448,18 EUR, wordt goedgekeurd en toegekend aan de politiezone Vlaamse Ardennen. Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan : 1. De Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden p.a. Administratie Binnenlandse Aangelegenheden, Markiesstraat 1, 1000 Brussel. 2. Het Ministerie van Binnenlandse Aangelegenheden, Federale Directie, Politionele Veiligheid, Specifiek toezicht meergemeentezones, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent. 3. De zonechef van de politiezone Vlaamse Ardennen, Minderbroedersstraat 1, 9700 Oudenaarde 4. De financieel beheerder van de stad Oudenaarde 24. OCMW. Jaarrekening 2012. Vaststelling. De gemeenteraad, Gelet op de goedkeuring van het meerjarenplan 2012-2013 van het OCMW door de Gemeenteraad d.d. 30 januari 2012; Gelet op de kennisname van het budget 2012 van het OCMW door de Gemeenteraad d.d. 30 januari 2012; Overwegende dat het gemeentelijke bijdrage volgens het budget 2012 2.575.559,33 euro bedraagt; Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 20 november 2013 houdende vaststelling van de jaarrekening 2012 van het OCMW; Gelet op de jaarrekening 2012 van het OCMW die bestaat uit een beleidsnota, een financiële nota, een samenvatting algemene rekening en een toelichting; Overwegende dat de positieve autofinancieringsmarge van het boekjaar 2012 ten bedrage van 181.148,09 euro bij het resultaat van de autofinancieringsmarge van het boekjaar 2013 zal geteld worden om zo het resultaat van de planningsperiode 2012-2013 te bepalen. Een positief resultaat zal terugbetaald worden aan de stad en mee verrekend worden in de budgetwijziging van 2014 (cfr. toelichting Financieel beheerder OCMW); Gelet op artikel 16 van het decreet van 17 december 1997 houdende wijziging van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Van de beslissing van de OCMW-raad d.d. 20 november 2013 houdende vaststelling van de jaarrekening 2012 van het OCMW wordt kennisgenomen. Artikel 2: Eén exemplaar van deze beslissing zal overgemaakt worden aan de Voorzitter van het OCMW. 25. OCMW. Meerjarenplan 2014-2019. Goedkeuring. De gemeenteraad, Gelet op het schrijven van het OCMW d.d. 21 november 2013 waarbij het meerjarenplan 2014 – 2019 en het budget 2014 wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 met betrekking tot de beleids-en beheerscyclus van de gemeenten, OCMW’s en provincies; Gelet op de artikels 42, 43 en artikels 248 tot 269 van het Gemeentedecreet; Gelet op het proces-verbaal over de vergadering van de Raad van het OCMW-Oudenaarde van 20 november 2013 waarbij het meerjarenplan 2014-2019 vastgesteld werd; Gelet op het ingediende meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW dat bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting; Gelet op het feit dat de financiële nota het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget omvat ;
441 Gelet op de strategische nota, de toelichting en de bijlagen; Gelet op het positief voorafgaand advies van het Schepencollege d.d. 12 november 2013 over het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van het OCMW; Gelet op het decreet van 17 december 1997 houdende wijziging van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn; BESLUIT: met 22 stemmen voor en 7 stemmen tegen Artikel 1: Het voorgelegde meerjarenplan 2014 - 2019 wordt goedgekeurd. Artikel 2: De gemeentelijke dotatie wordt voor 2014 bepaald op 5.086.189 euro. Voor de jaren 2014-2019 dient voorzien te worden in een gemeentelijke dotatie van respectievelijk maximum : 2014 5.086.189
2015 5.240.473
2016 4.950.675
2017 4.938.209
2018 4.816.162
2019 4.748.934
Artikel 3: Eén exemplaar van deze beslissing zal overgemaakt worden aan: - de heer Voorzitter van het OCMW - mevrouw de Financieel Beheerder van de Stad 26. OCMW. Budget 2014. Vaststelling. De gemeenteraad, Gelet op het schrijven van het OCMW d.d. 21 november 2013 waarbij het meerjarenplan 2014 – 2019 en het budget 2014 wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 met betrekking tot de beleids-en beheerscyclus van de gemeenten, OCMW’s en provincies; Gelet op de artikels 42, 43 en artikels 248 tot 269 van het Gemeentedecreet; Gelet op het proces-verbaal over de vergadering van de Raad van het OCMW-Oudenaarde van 20 november 2013 waarbij het budget 2014 vastgesteld werd; Gelet op het ingediende budget 2014 van het OCMW dat bestaat uit een beleidsnota, een financiële nota en een toelichting; Gelet op het feit dat de financiële nota het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget omvat ; Gelet op het positief voorafgaand advies van het Schepencollege d.d. 12 november 2013 over het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van het OCMW; Gelet op het decreet van 17 december 1997 houdende wijziging van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn; BESLUIT: met 22 stemmen voor en 7 stemmen tegen Artikel 1: Het voorgelegde budget 2014 wordt vastgesteld. Artikel 2: De gemeentelijke dotatie wordt voor 2014 bepaald op 5.086.189 euro. Artikel 3: Eén exemplaar van deze beslissing zal overgemaakt worden aan: - de heer Voorzitter van het OCMW - mevrouw de Financieel Beheerder van de Stad 27. Meerjarenplan 2014-2019. Goedkeuring. De Gemeenteraad, Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 d.d. 22 maart 2013 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad d.d. 29 april 2013, waarbij de indeling in beleidsdomeinen, velden en -items vastgesteld werd; Overwegende dat het meerjarenplan 2014-2019 bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting; Gelet op het feit dat de financiële nota het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget omvat; Gelet op de strategische nota, de toelichting en de bijlagen; Overwegende dat dit meerjarenplan zowel betrekking heeft op de stad, maar in een geconsolideerde versie ook op IVA Grondbeleid; Overwegende dat het geconsolideerde resultaat op kasbasis jaarlijks positief is; Overwegende dat de geconsolideerde autofinancieringsmarge positief is in 2019;
442 Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meerbepaald artikel artikel 146 §1; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten; BESLUIT: met 22 stemmen voor, 6 stemmen tegen en 1 onthouding Artikel 1: Het geconsolideerd meerjarenplan 2014-2019 wordt goedgekeurd. Artikel 2: Het geconsolideerde resultaat op kasbasis is jaarlijks positief : 2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 21.677.547,44
€ 18.616.844,01
€ 16.430.269,63
€ 13.089.006,18
€ 11.193.789,76
€ 8.185.204,47
Artikel 3: De geconsolideerde autofinancieringsmarge is jaarlijks positief : 2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 2.245.009,44
€ 1.715.928,57
€ 1.640.913,62
€ 1.050.590,55
€ 1.014.307,58
€ 771.735,71
28. Budget 2014. Goedkeuring. De Gemeenteraad, Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 d.d. 22 maart 2013 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad d.d. 29 april 2013, waarbij de indeling in beleidsdomeinen, velden en -items vastgesteld werd; Overwegende dat het budget 2014 bestaat uit een beleidsnota, een financiële nota en een toelichting; Gelet op het feit dat de financiële nota het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget omvat; Overwegende dat het resultaat op kasbasis van de stad positief is en 21.730.677,44 euro bedraagt; Overwegende dat het budget 2014 binnen het meerjarenplan 2014-2019 past; Overwegende dat het onderdeel ‘Consolidatie budget 2014 – Stad-IVA Grondbeleid’ zowel betrekking heeft op de stad alsook op IVA Grondbeleid; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meerbepaald artikel artikel 146 §1; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten; BESLUIT: met 22 stemmen voor , 6 stemmen tegen en 1 onthouding Artikel 1: Het budget 2014 wordt goedgekeurd. BESTUUR SOCIALE ZAKEN 29. Principiële toetreding tot Zorginnovatiecluster. De gemeenteraad, Overwegende dat de Zorginnovatiecluster een samenwerkingsverband is tussen (lokale) overheden, ondernemingen, sociale partners en zorg- en onderwijsinstellingen, ondergebracht in een zelfstandige organisatie; Overwegende dat de Zorginnovatiecluster die zorgeconomie wenst te gebruiken om tewerkstelling en economische bedrijvigheid te creëren in alle steden en gemeenten van Zuid-Oost-Vlaanderen; Overwegende dat de financiële inbreng van de stad Oudenaarde om lid te worden van vzw Zorginnovatiecluster tot het einde van deze legislatuur 500 euro bedraagt; Gelet op de nota aan het College van 12/11/2013; Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Enig artikel: Verklaart zich principieel akkoord met de toetreding tot de vzw Zorginnovatiecluster voor de periode 2013 - 2018. 30. Subsidies aan bonden van gepensioneerden. De gemeenteraad, Gelet op de ingekomen aanvragen van de verschillende verenigingen en bonden tot het bekomen van een toelage voor het jaar 2013; Overwegend dat het past de jaarlijkse toelagen vast te stellen; Overwegend dat in de begroting 2013 krediet voorzien werd voor het verlenen van deze toelagen; Gelet op de nota aan het college dd 30/09/2013;
443 Gelet op de wet van 14/11/1983 betreffende de controle en toewending op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen; Overwegend dat volgens artikel 9 van voorvermelde wet enkel de toelagen van 1.239,47 euro onder toepassing vallen van de wet; Overwegend dat artikel 4 van de gemelde wet voorschrijft dat de aanwending van de toelagen moet bepaald worden door de verstrekker, in dit geval de Gemeenteraad; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: De jaarlijkse subsidies aan bonden van gepensioneerden worden vastgesteld, zoals in bijlage in het gemeenteraadsdossier opgenomen. Artikel 2: Deze toelagen zullen verrekend worden op de artikelnummers 84440/332-02. Artikel 3: Afschrift van deze beslissing zal aan de ontvangerij overgemaakt worden voor betaalbaarstelling. 31. Aanpassing statuten seniorenraad. De gemeenteraad, Gelet op het bestaan van de stedelijke seniorenraad; Gelet op het verslag van de algemene vergadering van de seniorenraad dd 30/05/2013, waarbij beslist werd om de statuten aan de passen aan de hedendaagse situatie; Gelet op de nota aan het College dd 28/10/2013; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: De bestaande statuten van de seniorenraad worden aangepast. Artikel 2: De onderstaande statuten worden goedgekeurd. Statuten seniorenraad Oudenaarde Artikel 1 Onder de benaming “Stedelijke Seniorenraad van Oudenaarde” wordt een raad opgericht ter bevordering van het sociaal-,welzijns- en cultureel beleid voor senioren. De doelgroep wordt omschreven als “ de 55-plussers “ Artikel 2 De Stedelijke Seniorenraad heeft volgende opdracht : - het behandelen van alle kwesties die, hetzij rechtstreeks hetzij onrechtstreeks, de senioren aanbelangen; - het verstrekken van adviezen hetzij op eigen initiatief hetzij op vraag van de gemeenteraad, het College van Burgemeester en Schepenen of de OCMW-Raad; - het bevorderen van de samenwerking in het seniorenbeleid. Artikel 3 De Stedelijke Seniorenraad staat boven en buiten alle politieke en ideologische opvattingen. Hij is samengesteld uit : a) maximum twee vertegenwoordigers van elke erkende seniorenvereniging; b) een aantal senioren die individueel en ten persoonlijke titel worden aanvaard door de Algemene Vergadering. Hun aantal mag niet meer bedragen dan 1/4 van het totaal aantal vertegenwoordigers van de erkende seniorenverenigingen; c) één vertegenwoordiger van het Lokaal Dienstencentrum; d) de Schepen voor seniorenbeleid alsmede één ambtenaar vanuit het stadsbestuur en één ambtenaar vanuit het OCMW; e) één vertegenwoordiger van elk van de plaatselijke woonzorgcentra; f) één vertegenwoordiger van de politie; g) één lid van elke stedelijke adviesraad. Artikel 4 Het mandaat van de leden loopt over een termijn van 6 jaar die begint op 1 januari van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen gehouden worden. Artikel 5 De seniorenverenigingen duiden zelf hun afgevaardigden aan. Zij moeten voldoen aan volgende voorwaarden : a) lid zijn van de vereniging die hen voordraagt;
444 b) geen politiek mandaat uitoefenen; c) woonachtig zijn in Oudenaarde; d) minstens 55 jaar zijn; e) zich ertoe verbinden de statuten van de Stedelijke Seniorenraad na te leven. Het Dagelijks Bestuur gaat na of aan de voorwaarden wordt voldaan. Artikel 6 Diegenen die zich, uit hoofde van hun vertrouwdheid met de seniorenproblematiek, ten persoonlijke titel willen inzetten voor de senioren moeten voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 5 b) tot e). Zij worden op basis van een individuele en gemotiveerde kandidatuurstelling verkozen op de eerste Algemene Vergadering van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen gehouden worden. Het Dagelijks Bestuur legt de verkiezingsmodaliteiten vast. Artikel 7 Het mandaat van de stemgerechtigde leden van de Stedelijke Seniorenraad neemt een einde : a) bij het verstrijken van de termijn voorzien in artikel 4; b) ingevolge het persoonlijk ontslag uit de Stedelijke Seniorenraad; c) door 3 opeenvolgende, al dan niet verontschuldigde, afwezigheden op de vergaderingen van de stedelijke Seniorenraad; na de tweede afwezigheid wordt een verwittiging gestuurd. Het mandaat van de afgevaardigden van de seniorenverenigingen neemt ook een einde ingevolge het intrekken van het mandaat door de vereniging die hen heeft voorgedragen. Artikel 8 Raadsbeslissingen worden genomen bij tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Minstens de helft van de stemgerechtigde leden moeten aanwezig zijn. Enkel de leden vermeld in artikel 3 a), 3 b) en 3 c) zijn stemgerechtigd. Stemmingen over personen zijn steeds geheim. Artikel 9 De Stedelijke Seniorenraad duidt bij stemming onder zijn stemgerechtigde leden, minimum 5 en maximum 11 leden aan voor het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur zal minstens voor de helft bestaan uit afgevaardigden van de seniorenverengingen. De uittredende leden zijn herverkiesbaar. De leden vermeld in artikel 3 c) en 3 d) maken eveneens deel uit van het Dagelijks Bestuur. Artikel 10 Zowel in de Raad als in het Dagelijks Bestuur moet bij de stemgerechtigde leden minstens 1/3 van elk geslacht vertegenwoordigd zijn. Om deze verhouding in de Raad te realiseren zal een organisatie, die tot vervangende aanduiding overgaat, gebonden zijn door deze regel. Indien nodig kan het Dagelijks Bestuur door coöptatie het naleven van de evenredigheidsregel verzekeren. Artikel 11 Ingevolge beslissing van de Algemene Vergadering kunnen permanente of tijdelijke werkgroepen worden opgericht. Een oproep voor deelname aan een werkgroep wordt gericht tot alle leden van de Stedelijke Seniorenraad. De voorstellen van een werkgroep worden overgemaakt aan het Dagelijks Bestuur. Artikel 12 De Stedelijke Seniorenraad kan een beroep doen op de tijdelijke bijstand van deskundigen. De deskundigen hebben geen stemrecht. Artikel 13 De Stedelijke Seniorenraad vergadert tenminste om de 4 maanden of op dringend verzoek hetzij van het Dagelijks Bestuur hetzij van 3 seniorenverenigingen, die met motivatie een dringend punt op de agenda willen plaatsen. Artikel 14 Het Dagelijks Bestuur vergadert tenminste om de 4 maanden of op dringend verzoek, hetzij van de voorzitter, hetzij van 2 leden ervan. Artikel 15 De vergaderingen zijn niet openbaar. De uitnodiging zal steeds de agenda van de vergadering vermelden en tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden toegezonden worden. Van elke vergadering wordt een verslag gemaakt. Artikel 16
445 De adviezen worden overgemaakt hetzij aan de gemeenteraad, hetzij aan het College van Burgemeester en Schepenen, hetzij aan de OCMW-Raad. Conform de vigerende afsprakennota zal de bevoegde overheid in een gemotiveerd antwoord de Stedelijke Seniorenraad in kennis stellen van het gevolg dat aan een uitgebracht advies wordt gegeven. De beslissing over de publieke verspreiding van de uitgebrachte adviezen en het gevolg dat eraan wordt gegeven, wordt genomen door het Dagelijks Bestuur. Artikel 17 De administratieve kosten, die verbonden zijn aan de werking van de Stedelijke Seniorenraad, worden gedragen door het stadsbestuur. Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar, die daartoe door het stadsbestuur wordt aangeduid. Goedgekeurd op de plenaire vergadering van 26/9/2013 SECRETARIE 32. Notulen van de gemeenteraadszitting van 25 november 2013. Goedkeuring. Aangezien er tijdens de zitting geen opmerkingen worden geformuleerd, worden de notulen van de gemeenteraad van 25 november 2013 goedgekeurd.
De vergadering wordt geheven om 23u35. Goedgekeurd in zitting van 27 januari 2014. De Secretaris,
De Burgemeester-Voorzitter,
L. VANQUICKENBORNE
M. DE MEULEMEESTER