GEMEENTE SCHILDE VERSLAG Vergadering van de gemeenteraad d.d. 25/08/2014 Aanwezig: S. Rubberecht voorzitter D. Bauwens, burgemeester S. Dietvorst, P. Mendonck, L. Struyf, K. Krekels, A. Fierens, L. Scholiers, schepenen D. Mariën, Y. Avontroodt, M. Dillen, O. Verhulst, M. Van Alphen, W. Van Kets, J. Verschueren, K. Droessaert, A. Van Oekelen, P. Gielen, H. Bellens, G. Van Acker, V. Van Genechten, L. Cuppens, S. Callens, A. Laforce-Vergote, S. Van den Heuvel, P. Lievens, raadsleden T. Vervisch, secretaris Verontschuldigd: O. Verhulst, W. Van Kets,
raadsleden
Afwezig: M. Van Alphen,
raadslid
Vanaf punt 3. vervoegt Y. Avontroodt, raadslid de vergadering. Vanaf punt 3. vervoegt K. Droessaert, raadslid de vergadering. Vanaf punt 19. verlaat V. Van Genechten, raadslid de vergadering. Vanaf punt 20. vervoegt V. Van Genechten, raadslid de vergadering.
OPENBARE VERGADERING 1.
Secretariaat - Verslag vorige vergadering. Goedkeuring Dhr. S. Rubberecht (CD&V) meldt dat volgende technische aanpassingen aan het verslag noodzakelijk zijn: - Agendapunt 7: het resultaat van de gesplitste stemming is 10 stemmen voor (mevr. M. Van Alphen moet geschrapt worden) en 13 stemmen tegen (mevr. A. Laforce-Vergote moet geschrapt worden) Agendapunt 7: het eigenlijke besluit: 13 stemmen voor bij 10 onthoudingen. BESLUIT Eenparig. Enig artikel. Het verslag van de gemeenteraad van 16 juni 2014 wordt goedgekeurd.
2.
Secretariaat - Deelname mandatarissen aan studiedagen. Kennisgeving De gemeenteraad neemt kennis van volgende collegebeslissing inzake deelname van mandatarissen aan studiedagen: - Beslissing d.d. 23 juni 2014 houdende deelname van burgemeester Dirk Bauwens en schepenen Steven Dietvorst en Anke Fierens aan de VVSG-Trefdag 2014.
3.
Secretariaat - Jaarrekening 2013 OCMW-Schilde. Kennisgeving Gelet op artikel 174 §2 van het OCMW decreet; Gelet op de toelichting door mevr. L. Scholiers (N-VA), voorzitter van de OCMW-raad; De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekening 2013 van het OCMW-Schilde.
4.
Secretariaat - Ontslag OCMW raadslid de heer Bart Van Eeckhoven. Kennisgeving Gelet op het schrijven van de heer Bart Van Eeckhoven d.d. 11 juli 2014; De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van de heer Bart Van Eeckhoven als OCMWraadslid. De heer Hans Hanssen heeft als eerste opvolger de eed als OCMW-raadslid afgelegd. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
5.
Secretariaat - Budget 2015 kerkfabriek O.L.V. ten Hemel Opgenomen. Aktename Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten, artikel 48; Overwegende dat het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan; De gemeenteraad neemt akte van het budget 2015 van de kerkfabriek O.L.V. ten Hemel Opgenomen.
6.
Secretariaat - Operationele prezone Rand - Overeenkomst betreffende de snelste adequate hulp. Goedkeuring Dhr. D. Bauwens (N-VA) licht het agendapunt toe. Deze overeenkomst is de eerste stap voor de invoering van de brandweerzone Rand. Het doel is te komen tot afspraken aangaande het optreden van de verschillende brandweerposten welke op het terrein van de brandweerzone Rand actief zijn. De implementatie omvat drie fasen: - Fase 1: de snelste post rukt uit volgens de in de overeenkomst opgenomen afspraken; het snelste voertuig wordt aangestuurd; - Fase 2: de snelste en bevoegde post rukken uit volgens een zonale standaard; - Fase 3: een zonale uitruk volgens een netwerk van posten. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) informeert of reeds andere gemeenten de overeenkomst hebben goedgekeurd. Ze wenst tevens te weten of er door andere gemeenten bezwaren werden geformuleerd, waarop dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat hij geen kennis heeft van bezwaren. Bovendien is Schilde één van de eerste gemeenteraden die de overeenkomst zal goedkeuren. In de prezoneraad is een bespreking gaande over de interventietijden. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) informeert naar het scenario als niet alle gemeenteraden de overeenkomst goedkeuren. Dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat in de prezoneraad alle gemeenten de overeenkomst hebben goedgekeurd Gelet op artikel 221 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisat ie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 1 februari 2008 ter aanvulling van de omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp; Overwegende dat de omzendbrief van 9 augustus 2007 stelt dat het aangewezen is om, wanneer de snelste brandweerdienst niet diegene is die territoriaal bevoegd is, toepassing te maken van het dubbel vertrek van de territoriaal bevoegde brandweerdienst en de snelste brandweerdienst; Overwegende dat de omzendbrief van 1 februari 2008 hieraan toevoegt dat niet systematisch gebruik dient te worden gemaakt van een dubbele uitruk, en dat een uitdrukkelijke overeenkomst tussen de betrokken gemeenten voorrang heeft op de dubbele uitruk, op voorwaarde dat deze overeenkomst een efficiënte en afdoende hulpverlening waarborgt en deze in overeenstemming is met het principe van de snelste adequate hulp; BESLUIT Eenparig. Enig artikel. De gemeenteraad keurt onderstaand reglement betreffende de snelste adequate hulp goed: REGLEMENT BETREFFENDE DE SNELSTE ADEQUATE HULP Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst Deze overeenkomst heeft als doel de afspraken in het kader van de snelste adequate hulp tussen de gemeente met de snelste brandweerdienst en de gemeente met de territoriaal bevoegde brandweerdienst vast te leggen. Art. 2. Definities en toepassingsgebied De snelste dienst is de brandweerdienst die voor een specifieke geografische entiteit, op basis van de software van de 100-centrale van de provincie waar de territoriaal bevoegde brandweerdienst deel van uitmaakt, aangeduid werd als brandweerdienst die het snelst op de plaats van interventie kan zijn. De territoriaal bevoegde dienst is de brandweerdienst die GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
voor een geografische entiteit als verantwoordelijke brandweerdienst aangeduid werd overeenkomstig de wet van 31 december 1963. Voor wat betreft deze overeenkomst, wordt de geografische entiteit waarop zij betrekking heeft, bepaald door het berekeningsmodel van het HC100 en aldus toepasbaar gemaakt op het terrein. Art. 3. Deze overeenkomst is van toepassing op alle interventies waarop het principe van d e snelste adequate hulp dient toegepast te worden, met uitzondering van de interventies in het kader van de dringende medische hulpverlening, en waarbij de snelste brandweerdienst niet dezelfde is als diegene die de territoriaal bevoegde brandweerdienst is. Art. 4. De interventies waarop het principe van de snelste adequate hulp van toepassing is worden vastgelegd in bijlage 1 van deze overeenkomst en zijn conform aan de nationale alarmeringscriteria van de hulpcentra. Art. 5. Informatie-uitwisseling De partijen verbinden zich ertoe de informatie-uitwisseling tussen de snelste brandweerdienst en de territoriaal bevoegde brandweerdienst, zoals bepaald in de omzendbrief van 1 februari 2008, te bewerkstelligen en op regelmatige basis te actualiseren. Art. 6. De partijen verbinden er zich eveneens toe een kopie van deze overeenkomst over te maken aan de betrokken 100-centrale. Art. 7. De snelste brandweerdienst neemt bij het vertrekken naar een interventie meteen contact op met de territoriaal bevoegde brandweerdienst om zijn daadwerkelijk optreden te bevestigen. Dit contact verloopt via de radiogroep aangeduid door de territoriaal bevoegde brandweerdienst. De snelste brandweerdienst geeft radiofonisch de meest essentiële informatie door aan de territoriaal bevoegde brandweerdienst (o.a. aankomst ter plaatse en situatierapport). Art. 8. Complementaire uitruk De partijen verbinden zich ertoe voor de interventies waarop deze overeenkomst van toepassing is, toe te werken naar een complementaire uitruk vanuit de respectievelijke brandweerkorpsen. Het stappenplan om te komen tot deze uitrukmethode is vastgelegd in de nota interventies/SAH, goedgekeurd door de Prezoneraad in de vergadering van 27 juni 2014. Art 9. Kwaliteitsborging De partijen verbinden zich ertoe een adequate hulpverlening te bieden conform de afspraken zoals vastgelegd in de nota interventies/SAH, goedgekeurd door de Prezoneraad in de vergadering van 27 juni 2014. Art. 10. Inwerkingtreding, duur en opzegmogelijkheden van de overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van ondertekening door beide partijen en wordt afgesloten tot de inwerkingtreding van artikel 220 van de wet van 15 mei 2007. Elke partij kan deze overeenkomst opzeggen via aangetekende brief met ontvangstmelding gericht aan de andere partij en mits het respecteren van een opzegtermijn van 3 maanden. De opzegtermijn vangt aan de eerste dag van de maand volgend op de datum van ont vangst van de aangetekende brief. 7.
Personeel & Organisatie – Generiek examen functie beleidscoördinator (A4). Beslissing Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2010 houdende vaststelling van de formatie voor het administratief en technisch personeel van de gemeente Schilde; Overwegende dat in de huidige personeelsformatie nog niet alle functies van beleidscoördinator A4 ingevuld zijn; Overwegende het voorstel om in een eerste fase een generiek examen beleidscoördinator A4 in te richten via bevordering; Overwegende dat de gemeenteraad als aanstellende overheid beslist over de keuze en de weging van de selectietechnieken; Overwegende dat de aanstellende overheid beslist om op basis van dit examen een reserve aan te leggen en de geldigheidsduur ervan bepaalt; Overwegende het voorstel om in een tweede fase de vacante functies open te verklaren en in te vullen via de bestaande reserve; BESLUIT Eenparig. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Artikel 1. De gemeenteraad beslist om in eerste fase een generiek examen beleidscoördinator A4 (statutair) in te richten via bevordering en op basis hiervan een bevorderingsreserve voor één jaar aan te leggen. De kandidaten moeten voldoen aan de bevorderingsvoorwaarden zoals die werden vastgesteld in de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel. In een tweede fase kunnen de vacante functies open verklaard en ingevuld worden via de bestaande bevorderingsreserve. Art. 2. De gemeenteraad beslist om volgende procedure voor te stellen voor het generiek examen A4: 1) Selectietechnieken: Competentieproef (25 punten); Managements- en leiderschapscapaciteiten (25 punten); Mondelinge proef (50 punten). 2) Aan de hand van een vooraf geformuleerde opdracht, krijgen de kandidaten 10 dagen tijd om deze opdracht voor te bereiden en uit te werken, welke achteraf gepresenteerd dient te worden tijdens de mondelinge proef. Om als geslaagd te worden beschouwd, dienen de kandidaten voor elke selectietechniek ten minste vijftig procent van de punten te behalen en zestig procent op het geheel van het examen. Voor de nieuwe aanwerving van leden van het managementteam wordt elke selectie aangevuld met een psychotechnisch onderzoek (artikel 18 rechtspositieregeling). Art. 3. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het examen. 8.
Financieel beheerder - Goedkeuring jaarrekening 2013. Kennisgeving. De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de waarnemend Gouverneur der Provincie Antwerpen van 4 augustus 2014, houdende goedkeuring van de begrotingsrekening 2013, de balans op 31 december 2013 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2013.
9.
Grondgebiedzaken - Openbare werken - Aanstelling studiebureau aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den Aard (deel), Baron Delbekelaan tussen Schildedreef en Den Aard - Lastvoorwaarden en gunningswijze. Goedkeuring Dhr. K. Droessaert (Open VLD) informeert of tijdens de vorige legislatuur opgemaakte tekeningen voor de heraanleg van het gevaarlijke kruispunt van de Baron Delbekelaan met de Schildedreef zullen uitgevoerd worden naar aanleiding van deze geplande werken. Dhr. P. Mendonck (N-VA) bevestigt dat in functie van het verhogen van de verkeersveiligheid inderdaad de nodige maatregelen worden genomen. De glascontainers zullen verplaatst worden. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 euro excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 mei 2014 m.b.t. het schrijven van VMM i.v.m. de projecten die definitief zijn opgenomen in het eerste kwartaalprogramma van 2015; GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 augustus 2014; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aanstelling studiebureau aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den Aard (deel), Baron Delbekelaan tussen Schildedreef en Den Aard” een bijzonder bestek met nr. 2014-063 (A215256) werd opgesteld door Grondgebiedzaken Openbare Werken; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 50.000,00 euro excl. btw of 58.677,69 euro incl. btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/21400007/0310 (actie 1419/005/001/013/001) en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; BESLUIT Eenparig. Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014-063 (A215256) en de raming voor de opdracht “Aanstelling studiebureau aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den Aard (deel), Baron Delbekelaan tussen Schildedreef en Den Aard”, opgesteld door Grondgebiedzaken Openbare Werken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 50.000,00 euro excl. btw of 58.677,69 euro incl. btw. Art. 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/21400007/0310 (actie 1419/005/001/013/001). 10.
Grondgebiedzaken - Openbare werken - Opheffing recht van opstal Administratief centrum – Ontwerpakte. Beslissing Gelet op artikel 43 §2, 12° van het gemeentedecreet; Gelet op de beslissing aangaande het recht van opstal voor de bouw van een administratief centrum door de gemeenteraad d.d. 19 november 1992; Gelet op het schrijven van het Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 26 mei 2014; Gelet op het schrijven van Belfius Bank en Verzekeringen d.d. 22 juli 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 11 augustus 2014; Overwegende het belang om een fietspad aan te leggen tussen de dorpskernen van Schilde en ’s-Gravenwezel; BESLUIT Eenparig. Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven van Belfius Bank en Verzekeringen van 22 juli 2014 en van de ontwerp-akte “verzaking recht van opstal” en beslist om deze akte goed te keuren. Art. 2. De gemeenteraad mandateert de burgemeester en gemeentesecretaris tot het afhandelen van het dossier en de ondertekening van de akte. Art. 3. De kosten in verband met de akte zijn ten laste van de gemeente.
11.
Ruimte - Patrimonium - aankoop Zilverreiger 7 - 2013/01. Goedkeuring Gelet op artikel 43 §2 van het gemeentedecreet; Gelet op de overeengekomen aankoopprijs; Gelet op het akkoord van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de collegebeslissing d.d. 4 augustus 2014 om dit dossier over te maken aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen over een eventuele aankoop; BESLUIT Eenparig. Enig artikel. De gemeenteraad beslist om over te gaan tot de aankoop van dit eigendom aan de prijs van 14.000 euro.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
12.
Milieu - Toetreding tot Hidriba van Pidpa voor de concessie van openbare dienst inzake het beheer van de rioolwaterinfrastructuur (IBA´s) in Schilde. Goedkeuring Dhr. K. Droessaert (Open VLD) vat samen dat het om de collectieve aanpak gaat van zones die niet kunnen aangesloten worden op het rioleringsnetwerk. In deze zogenaamde rode zones geldt een individuele saneringsplicht, waarbij de aanleg van een IBA (Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater) voor de zuivering van het afvalwater noodzakelijk is. Hij vraagt zich af of deze zones verspreid liggen over het grondgebied of geclusterd zijn. Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat de rode zones verspreid liggen over het grondgebied. De afbakening ervan gebeurde vorige legislatuur. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) informeert of ook de alternatieven voor Hidriba via Pidpa werden onderzocht, wat bevestigd wordt door mevr. A. Fierens (CD&V). Hidriba bleek de meest interessante optie voor de inwoners. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking (DIS); Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid en daaraan gekoppelde wijzigingen en uitvoeringsbesluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichtingen en de vaststelling van de zoneringsplannen; Gelet op het ministerieel besluit van 19 september 2008 betreffende de vaststelling van het zoneringsplan van de gemeente Schilde; Gelet op de gemeenteraadbeslissing van 16 december 2013 betreffende de vaststelling van het tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage; Gelet op het projectvoorstel van Pidpa voor de concessie van openbare dienst inzake het beheer rioolwaterinfrastructuur (IBA´s) te Schilde van 20 mei 2014; Gelet op de aanpassingen van het projectvoorstel van Pidpa voor de concessie van openbare dienst inzake het beheer rioolwaterinfrastructuur (IBA´s) te Schilde van 25 juni 2014; Gelet op de vastlegging van de lijst met rode clusters voor de plaatsing van IBA´s in het collectief beheer door het college van burgemeester en schepenen op 16 juni 2014; Gelet op het feit dat de gemeente reeds deelnemer is van de opdrachthoudende vereniging Pidpa; Gelet op de statuten van Pidpa, en in het bijzonder op art. 2 betreffende het doel te zorgen voor de integraliteit van de watervoorziening en -behandeling, evenals de ontwikkeling en bevordering van hiermee verbonden activiteiten; Gelet op de goedkeuring op 19 oktober 2009 door de Buitengewone Algemene Vergadering van Pidpa van de voorgelegde statutenwijziging betreffende o.m. het Pidpa-project ‘HidrIBA’ inzake gemeentelijke individuele watersanering; Gelet op de Richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid; Gelet op de Richtlijn 91/271/EG van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater; Gelet op het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; Gelet op hoofdstuk XIII “Reorganisatie Watersector” van het decreet van 24 december 2004 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005; Gelet op het feit dat het decreet van 24 december 2004 o.m. inhoudt dat het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending wordt aangepast in die zin dat Pidpa als exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk wordt belast met de sanering van het door aan haar abonnees geleverde water met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water; Gelet op het feit dat de Vlaamse overheid de drinkwaterbedrijven heeft belast met de zorgplicht tot sanering van het door hen aan hun abonnees geleverde water en dat de drinkwaterbedrijven werden aangewezen als het financiële knooppunt van het integrale waterbeleid, gezien zij ook de zuiveringskost (gemeentelijk en bovengemeentelijk) op de drinkwaterfactuur dienen op te nemen; Gelet in het bijzonder op volgende bepalingen van het decreet van 24 mei 2002 ‘betreffende water bestemd voor menselijke aanwending’: GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
- Art. 2, 20° gemeentelijke saneringsverplichting: elke verplichting inzake collectieve sanering die op de gemeenten rust. Indien de gemeente, (...) of intergemeentelijk samenwerkingsverband, exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk (...) eveneens instaat voor de bouw of exploitatie van individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater zoals bedoeld in artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne maakt ook deze individuele sanering een integraal onderdeel uit van de gemeentelijke saneringsverplichting; - Art. 2, 25° individuele sanering: alle installaties, met inbegrip van de leidingen die hiermee rechtstreeks in verbinding staan en die de verbinding maken tussen de installatie en het eigendom van de abonnee of gebruiker van een private waterwinning, waar uitsluitend huishoudelijk afvalwater afkomstig van een of meerdere woongelegenheden gezuiverd wordt en die de gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband, exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk of een door de gemeente na publieke marktbevraging aangestelde entiteit heeft gebouwd of exploiteert; Gelet op het besluit van 9 mei 2008 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties; Gelet op het feit dat het Besluit van 9 mei 2008 van de Vlaamse Regering o.m. impliceert dat enkel gewestelijke subsidies voor IBA’s kunnen worden bekomen in gemeenten waarvan de gemeenteraad heeft beslist de kwestie van de individuele waterzuiveringsinstallaties collectief aan te pakken; Gelet op de technische, administratieve en financiële inspanningen die zullen worden gevraagd van de gemeente voor aankoop, plaatsing, exploitatie, onderhoud en controle van IBA’s met het oog op de individuele watersanering; Gelet op het feit dat de HidrIBA-overeenkomst onder meer stipuleert dat er rekening dient gehouden te worden met de eventueel door de gemeente aangegane verplichtingen; Gelet op het feit dat het geven van de opdracht inzake gemeentelijke individuele watersanering aan Pidpa (en al de daarmee samenhangende stappen, zoals de collectivisering van de individuele sanering, de uitbreiding van de opdracht aan Pidpa voor wat betreft de gemeentelijke individuele watersanering, het aangaan van de HidrIBA-overeenkomst en het intekenen op het HidrIBA-aandeel (E-aandeel met nominale waarde van € 2,5)) aangewezen en opportuun wordt geacht, omwille van het decretaal kader, omwille van de door Pidpa toegelichte voordelen in hoofde van de deelnemende gemeenten en omwille van het belang van een integraal waterbeheer; Overwegende dat het voor de gemeente voordelen oplevert wanneer de opdracht inzake IBA’s in intergemeentelijk verband zou worden uitgevoerd en dat op deze wijze knowhow kan worden gebundeld en dat een dergelijke samenwerking tot schaalvoordelen zal leiden; Overwegende dat deze schaalvoordelen zich o.m. zullen uiten in besparingen zowel bij aankoop van IBA’s als bij aanleg, exploitatie en controle ervan; Overwegende dat Pidpa reeds voor bijna 30 gemeenten van de provincie Antwerpen de opdracht wat betreft de individuele sanering heeft gekregen en invult; Overwegende dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband Pidpa niet alleen decretaal is aangewezen als instantie die verantwoordelijk is voor de watersanering, maar tevens als waterbedrijf de aangewezen partner is om deze saneringstaken van de gemeente over te nemen, gezien, althans reeds voor wat de IBA’s betreft, dan het beheer van zowel drinkwater als afvalwater in één hand zit en zodoende effectief gestalte kan worden gegeven aan het integraal waterketenbeheer; Overwegende dat binnen Pidpa de grootste synergetische effecten kunnen worden gerealiseerd, gezien zij als drinkwaterbedrijf reeds activiteiten ontwikkelt, ervaring heeft opgebouwd en een organisatie heeft uitgebouwd die ook in het IBA-beheer kunnen worden aangewend en toegepast (klantenbeheer, opvolging van ondernemingsdossiers, onderzoek en ontwikkeling i.v.m. zuiveringstechnieken, automatisering (facturatie en GIS), permanentie); Overwegende dat een gemeentelijke HidrIBA-opdrachtverlening aan Pidpa inzake de gemeentelijke individuele watersanering gepaard dient te gaan met de regeling van de GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
wederzijdse rechten en verplichtingen bij de toetreding inzake individuele watersanering tot Pidpa; Overwegende dat het (onder meer) in de bedoelde HidrIBA-overeenkomst gereflecteerde HidrIBA-voorstel van Pidpa inhoudt dat wordt gewerkt met een individuele rekening per gemeente en dat de door de inwoners ten laste genomen bijdragen en vergoedingen enkel zullen worden aangewend voor saneringsopdrachten binnen de gemeente zelf; Overwegende dat Pidpa ook de algemeen geldende IBA-basisvoorwaarden (die o.m. de technische randvoorwaarden inzake IBA's omvatten, alsook in algemene zin de verhouding tot de betrokken eigenaar en aangelande verder operationaliseren) heeft voorbereid, welke teksten enerzijds op het terrein een efficiënte operationele werking moeten faciliteren en verankeren en anderzijds een gelijke behandeling van de aangelanden moeten garanderen; Overwegende dat Pidpa tevens een model van overeenkomst heeft uitgewerkt om de specifieke praktische afspraken met de burger (eigenaar) eenvormig te kunnen verduidelijken en vastleggen; Overwegende dat de aangehaalde bepalingen inzake IBA’s o.m. inhouden dat de gewestelijke subsidies voor IBA’s enkel nog kunnen worden bekomen in gemeenten waarvan de gemeenteraad heeft beslist de bouw en exploitatie van individuele waterzuiveringsinstallaties collectief te beheren onder de gemeentelijke saneringsverplichting; Gelet op het visum van de financieel beheerder nr. 2014/059 van 13 augustus 2014; BESLUIT Eenparig. Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van het projectvoorstel van Pidpa betreffende de concessie van openbare dienst inzake het beheer van de rioolwaterinfrastructuur, meer bepaald het collectieve beheer van de individuele saneringsplicht van huishoudelijk afvalwater door middel van IBA´s in Schilde en beslist om het voorstel goed te keuren. Art. 2. De gemeenteraad beslist om, met het oog op de uitbreiding van de bestaande aansluiting van de gemeente tot de activiteit “gemeentelijke individuele watersanering”, aan Pidpa de opdracht te verlenen inzake de gemeentelijke individuele watersanering (HidrIBA), wat inhoudt: het ondernemen van acties nodig voor de organisatie en de uitvoering van het opvangen en zuiveren van huishoudelijk afvalwater in individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA's), in die zin dat de gemeente zich het recht ontzegt zelfstandig of samen met iedere andere derde dezelfde opdracht uit te voeren. De individuele saneringsplicht wordt dus gemeentelijk ('collectief') gemaakt. Art. 3. De gemeenteraad verzoekt de bestuursorganen van Pidpa om, in zover als nodig, formeel de onder artikel 2 aangeduide uitbreiding van bestaande aansluiting van de gemeente bij Pidpa te aanvaarden. Art. 4. De gemeenteraad beslist om, met het oog op de kosten van de inwoner/eigenaar, het individuele aansluitrecht vast te leggen op 2.870,00 euro. Art. 5. De gemeenteraad beslist om voor zuiveringsheffing op de drinkwaterfactuur de Vergoeding Individuele Sanering (VIS) bij de zuivering door middel van een IBA, gelijk te stellen aan de som van de bovengemeentelijke en gemeentelijke saneringsbijdrage bij lozing op riool, om zo een gelijke behandeling van de inwoners te garanderen. Art. 6. De gemeenteraad keurt de door de Raad van Bestuur van Pidpa aan de gemeente overgemaakte ontwerp van de Hidriba-overeenkomst goed en beslist om de overeenkomst aan te gaan. Art. 7. De gemeenteraad onderschrijft de toezegging tot 1 aandeel E bij Pidpa aan de nominale waarde van 2,5 euro voor de uitvoering van het Hidriba project en geeft haar toestemming voor de volstorting van het verschuldigde bedrag voor het aandeel E. Art. 8. De gemeenteraad beslist om bij de inwerkingtreding van een wettelijke verplichting op de individuele saneringsplicht minimaal de controle van alle IBA aansluitingen in de rode clusters over te dragen aan Pidpa. Art. 9. De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan Pidpa, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
13.
Dienst der Werken - Bestek 2014-051/TDU - Aankoop vrachtwagen met laadkraan en kipbak. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze Dhr. K. Droessaert (Open VLD) informeert of het om de aankoop van de vrachtwagen gaat waarvoor budget werd verschoven, wat door dhr. P. Mendonck (N-VA) wordt bevestigd. Bovendien stelt hij dat de EUR6-normen worden toegepast. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) vult aan dat hierdoor een besparing op het verbruik wordt gerealiseerd. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 25; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aankoop vrachtwagen met laadkraan en kipbak” een bijzonder bestek met nr. 2014-051/TDU werd opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 175.685,95 euro excl. btw of 213.000,00 euro incl. btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de open offerteaanvraag; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/24800000/0119 (actie 1419/005/001/015/001) en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; BESLUIT Eenparig. Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014-051/TDU en de raming voor de opdracht “Aankoop vrachtwagen met laadkraan en kipbak”, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 175.685,95 euro excl. btw of 213.000,00 euro incl. btw. Art. 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open offerteaanvraag. Art. 3. Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. Art. 4. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/24800000/0119 (actie 1419/005/001/015/001).
14.
Dienst der Werken - Bestek 2014-059/TDU - Ontruimen terreinen Schildestrand. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) wenst een overzichtskaart met de aangekochte terreinen op Schildestrand. Dhr. P. Mendonck (N-VA) antwoordt dat de kaart beschikbaar wordt gesteld. Dhr. S. Rubberecht (CD&V) vult aan dat deze op het GRIP (extranet voor gemeenteraadsleden) wordt geplaatst. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) prefereert om de kaart via mail te ontvangen. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 euro excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Ontruimen terreinen Schildestrand” een bijzonder bestek met nr. 2014-059/TDU werd opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 82.400,00 euro excl. btw of 99.704,00 euro incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/22000007/0621 (actie 1419/005/001/011/004) en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; BESLUIT Eenparig. Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014-059/TDU en de raming voor de opdracht “Ontruimen terreinen Schildestrand”, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 82.400,00 euro excl. btw of 99.704,00 euro incl. 21% btw. Art. 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/22000007/0621 (actie 1419/005/001/011/004). Art. 4. Op de factuur wordt noch het btw-tarief noch het bedrag van de verschuldigde btw vermeld, maar komt volgende melding voor: “Btw te voldoen door de medecontractant – KB nr. 1 artikel 20”. Bij elke factuur dient ons BTW-nummer te worden vermeld : BE 0207.501.707. 15.
Dienst der Werken - Bestek 2014-064/TDU - Aanleg buitenomgeving Dorpshuis. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) stelt vast dat er 60.000 euro voorzien is voor de buitenaanleg van het dorpshuis, wat ze een hoog bedrag vindt. Ze vraagt wat er voor dit bedrag voorzien wordt. Wat is de aanleiding hiervoor? Gaat het hier niet om een luxeinvestering? Werden de plannen besproken met het beheersorgaan? Dhr. P. Mendonck (N-VA) bevestigt dat het om een hoog bedrag gaat. De volledige heraanleg gebeurt op vraag van de gebruikers en conform de groene huisstijl. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) vult aan dat de heraanleg een uitvloeisel is van de renovatie van het dorpshuis. Omwille van budgettaire redenen is de heraanleg echter in tijd afgesplitst van de renovatie van het gebouw. Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) vraagt om de plannen voor de buitenruimte op het GRIP (extranet voor gemeenteraadsleden) te plaatsen. Ze herhaalt haar vraag of er een bespreking met het beheersorgaan is doorgegaan. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) antwoordt dat de plannen drie à vier jaar geleden naar aanleiding van de renovatie zijn besproken. De tekening van de buitenruimte maakte toen deel uit van de plannen.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) bevestigt dat het toen om een totaalconcept ging, maar stelt vast dat het niet de tekening is van het studiebureau die wordt uitgevoerd. Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat de milieudienst aanpassingen heeft gedaan. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat tenminste de plannen moeten meegegeven worden aan de raadsleden en informeert of de gebruikers bevraagd zijn. Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat de input van de gebruikers is meegenomen. Mevr. L. Struyf (CD&V) vult aan dat de plannen in de marge van de seniorenraad aan bod zijn gekomen. De bezorgdheden van de senioren betreffen vooral de buitenverlichting en de stoepjes die leiden tot een onveiligheidsgevoel. De tussentijds bedachte oplossingen voldeden echter niet, maar dit plan doet dat wel. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) suggereert om de aanleg van een petanquebaan te onderzoeken. Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat deze suggestie wordt meegenomen. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 euro excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aanleg buitenomgeving Dorpshuis” een bijzonder bestek met nr. 2014-064/TDU werd opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 49.586,78 euro excl. btw of 60.000,00 euro incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/22000000/0680 (actie 1419/005/001/013/004) en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; BESLUIT Met 15 stemmen, bij 7 onthoudingen van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens en dhr. S. Callens. Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014-064/TDU en de raming voor de opdracht “Aanleg buitenomgeving Dorpshuis”, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 49.586,78 euro excl. btw of 60.000,00 euro incl. 21% btw. Art. 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode GEM/22000000/0680 (actie 1419/005/001/013/004). 16.
Vrije tijd & Welzijnszaken - Streekpact RESOC 2013-2018. Goedkeuring Dhr. K. Droessaert (Open VLD) stelt dat het om een omvattend dossier gaat. Hij informeert of er een jaarlijkse effectmeting van de werking voorzien is. Mevr. L. Scholiers (N-VA) antwoordt dat ze hierop, als afgevaardigde vanuit het college van burgemeester en schepenen, zal hameren. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat er al een grote vergadering heeft plaatsgevonden waarop Schilde niet vertegenwoordigd was. Dhr. P. Mendonck (N-VA) bevestigt dat naar aanleiding van de tussenkomst van dhr. K. Droessaert (Open VLD) tijdens één van de vorige gemeenteraden, de nodige acties werden ondernomen en de opvolging verzekerd is. Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden (ERSV), de regionale sociaaleconomische overlegcomités (RESOC) en de sociaaleconomische raden van de regio (SERR); Gelet op het feit dat RESOC Antwerpen op het niveau van het arrondissement Antwerpen georganiseerd is; Gelet op het feit dat het college van burgemeester en schepenen op 28 april 2014 kennis heeft genomen van het ontwerp Streekpact RESOC Antwerpen voor de bestuursperiode 2013-2018; Gelet op het feit dat lokale besturen tot 31 mei 2014 tijd hadden om amendementen op het huidig ontwerp in te dienen; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 26 mei 2014 om akkoord te gaan met de ontwerpbrief met opmerkingen op het voorstel Streekpact RESOC 2013-2018; Gelet op het feit dat de amendementen werden opgenomen in het definitief voorstel Streekpact RESOC Antwerpen 2013-2018; Gelet op artikel 22, §2 van het betreffende decreet, dat stelt dat het streekpact na te zijn vastgesteld door het Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité, bekrachtigd moet worden door de gemeenteraad van de gemeenten van de regio om het draagvlak van het streekpact zo groot mogelijk te maken; Gelet op het feit dat het RESOC Antwerpen op 5 juni 2014 het streekpact van het RESOC Antwerpen goedkeurde; Overwegende dat RESOC Antwerpen op 20 juni 2014 een brief verstuurde aan de gemeenten van het arrondissement Antwerpen met de vraag het streekpact uiterlijk tegen 30 september 2014 ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 juni 2014 om het streekpact RESOC Antwerpen 2013-2018 te agenderen op de gemeenteraad van 25 augustus 2014; Overwegende dat het streekpact RESOC Antwerpen 2013-2018 het kader is voor een sterke samenwerking tussen werkgevers, werknemers, lokale besturen, het provinciebestuur Antwerpen, VDAB en andere partners; Overwegende dat het streekpact RESOC Antwerpen 2013-2018 voor de partners de leidraad vormt voor advisering binnen RESOC Antwerpen, een lobby-instrument naar hogere overheden toe is en een hefboom wil zijn om meer financiële middelen voor de regio te genereren; Overwegende dat de fractie van de gemeenten en de provincie binnen RESOC Antwerpen de voorbije maanden sterk heeft meegewerkt aan de opmaak van het streekpact; Gelet op de visie en engagementen van de verschillende partners in de door RESOC Antwerpen vastgestelde tekst; BESLUIT Eenparig. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande streekpact RESOC Antwerpen 20132018 goed: STREEKPACT RESOC ANTWERPEN I. Een efficiënte arbeidsmarkt Voor RESOC Antwerpen moet de werkende bevolking een afspiegeling worden van de hele actieve bevolking van de regio. Om dit mee te kunnen realiseren wil RESOC Antwerpen zoveel mogelijk streven naar synergiën, versterkt overleg en kennisdeling. RESOC Antwerpen ziet een heel aantal waardevolle initiatieven en projecten maar deze kunnen vaak nog worden versterkt. In die zin zijn de Antwerpse regionale partners vragende partij voor een grotere continuïteit op vlak van financiering, begeleiding en knowhow. De regionale Antwerpse arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door een aanzienlijk aantal vacatures die niet ingevuld raken, en een belangrijke groep niet-werkende werkzoekenden. Sinds de GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
economische crisis is de werkloosheid, maar vooral de jeugdwerkloosheid nog gevoelig gestegen. RESOC Antwerpen wil zich bijgevolg helemaal inschakelen in het Europese, federale, Vlaamse en Antwerpse beleid en van de strijd tegen jeugdwerkloosheid de hoofdprioriteit maken. Op vlak van jeugdwerkloosheid en kansen voor jongeren wil RESOC Antwerpen het onderscheid beklemtonen tussen remediërende en preventieve acties. Preventief gezien dringt RESOC Antwerpen aan op meer en een betere afstemming tussen het onderwijs en de gevraagde competenties op de werkvloer. Daarnaast worden er inspanningen gevraagd voor de beeldvorming van bepaalde beroepen en sectoren zodat er een grotere instroom is. Wat betreft remediërende maatregelen doet RESOC Antwerpen volgende concrete aanbevelingen met het oog op een optimale matching tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt: - RESOC Antwerpen wenst de bestendiging van de werking, de verdere uitbouw en concretisering van de verschillende sectorale netwerken en de operationalisering ervan onder de vorm van Talentenhuizen (Talentenwerf, Talentenfabriek, Onderwijstalent en Talentenstroom) extra te onderschrijven en te signaleren als excellent partnerschap. Een structurele verankering van deze werking van servicepunten in het regionale arbeidsmarktbeleid is voor RESOC Antwerpen essentieel om beter te kunnen inspelen op de lokale noden. Zowel op vlak van activeren van werkzoekenden, als op vlak van dienstverlening aan bedrijven als op vlak van opleidingsbeleid biedt deze aanpak immers veel mogelijkheden. - Met de ambitie om de Talentenhuizen nog verder uit te bouwen engageren RESOC Antwerpen en de Antwerpse sociale partners in het bijzonder zich om de sectoren en de sectorfondsen die tot op heden niet betrokken waren, te overtuigen deze aanpak ook te ondersteunen. Op die manier wil RESOC Antwerpen er mee voor zorgen dat eventuele blinde vlekken worden weggewerkt en dat de aanpak, waar mogelijk, wordt uitgebreid naar nieuwe sectoren (o.a. de zorgsector). - RESOC Antwerpen is ervan overtuigd dat de regionale economische en arbeidsmarktgrenzen moeilijk af te lijnen zijn. Enerzijds is er een grote regionale diversiteit binnen het RESOCgebied, anderzijds reikt het hinterland van de Antwerpse haven tot ver buiten de grenzen van het arrondissement. RESOC Antwerpen heeft daarom de ambitie om maximaal faciliterend op te treden bij het versterkt regionaal inbedden van lokale initiatieven (bv. Talentenhuizen). De individuele partners engageren zich daarbij dat er intern zoveel als mogelijk wordt gezocht naar bovenlokale synergiën. - RESOC Antwerpen stimuleert het werkplekleren als volwaardige opleidingsvorm. Het feit dat er vanuit een echte arbeidssituatie met concrete problemen wordt gewerkt ziet RESOC Antwerpen als een grote meerwaarde. De capaciteit en mogelijkheden voor de begeleiding zijn uiteraard essentieel voor deze opleidingsvorm. RESOC Antwerpen vraagt daarom meer aandacht en middelen voor begeleiding van cursisten op de werkvloer. - RESOC Antwerpen stelt vast dat de vele werkzoekende jongeren in de regio vaak niet over de competenties en kwalificaties beschikken om meteen de beschikbare vacatures te kunnen invullen. RESOC Antwerpen ziet daarom de Individuele BeroepsOpleiding (IBO) als een belangrijk instrument om deze mismatch op te vangen. In dat opzicht onderschrijven de regionale partners het belang van dit opleidingsinstrument en engageren ze zich voor een kwalitatieve uitbouw ervan. Volgens RESOC Antwerpen dient IBO nog actiever te worden aangewend wil het een maximaal activerend karakter hebben voor de kansengroepen. - Specifiek voor de grote doelgroep ongekwalificeerde uitstromers vraagt RESOC Antwerpen meer mogelijkheden, beleidsruimte, middelen en afstemming op vlak van oriëntatie en vooropleiding. - Om de lokale noden diepgaander in te schatten en te analyseren en om gerichter het beleid te kunnen sturen engageert RESOC Antwerpen zich om een ‘arbeidsmarktobservatorium’ voor de regio op te starten. Dit observatorium zien we als een instrument dat structureel en anticiperend prognoses ontwikkelt over zowel de vraag- als de aanbodzijde op de arbeidsmarkt. Tegen de achtergrond van de specifieke Antwerpse grootstedelijke context wil RESOC Antwerpen met dit instrument ook de zogenaamde NEET-groep in kaart brengen. Dit zijn de 'Not in Employment, Education or Training' jongeren. Rekening houdend met de bestaande paradox waarbij er enerzijds veel openstaande vacatures zijn maar waar de werkloosheid anderzijds piekt, moet het arbeidsmarktobservatorium de gegevens opleveren waarmee regionaal een visionair en GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
anticiperend beleid kan ontwikkeld worden. Op die manier fungeert het arbeidsmarktobservatorium als een gericht arbeidsmarktkompas. - RESOC Antwerpen pleit voor een hoogstaand onderwijs- en opleidingsaanbod in de regio. In functie van een optimale matching tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt wil RESOC de Antwerpse regionale actoren ondersteunen bij het streven naar meer vraaggerichtheid van de opleidingen. Naast afstemming over het opleidingsaanbod moet ook de verfijning van de opleidingsinfrastructuur (simuleren leeromgevingen, opleiden met de meest actuele technieken, methodes en apparatuur, enz.) hiervan deel uitmaken. RESOC Antwerpen wijst hierbij naar de belangrijke rol van het Regionaal Technologisch Centrum (RTC) Antwerpen. - RESOC Antwerpen wijst op het belang van een maximale aansluiting met bovenlokale programma’s en fondsen (o.a. het nieuwe Europese Regionale Beleid, ESF). RESOC Antwerpen engageert zich daarom om de regionale actoren daarom zoveel mogelijk te informeren en faciliteren. Specifiek voor de ESF-projecten is RESOC Antwerpen vragende partij om versnippering zoveel mogelijk tegen te gaan en maximaal te streven naar projecten met een structurele meerwaarde, aanzienlijke spill-over effecten, een hoog innovatief karakter, meer resultaatsverbintenissen, enzovoort1. - Gezien het aandeel van de Antwerpse jongeren in het Vlaamse stelsel ‘Leren & Werken’ dringt RESOC Antwerpen aan op 1 goed tewerkstellingsstatuut dat wordt gekoppeld aan het sokkelstatuut. Meer ondersteuningsmogelijkheden en een betere beeldvorming voor deze opleidingsvorm zijn eveneens belangrijke elementen om van Leren & Werken een succes te maken voor de regio. - Regio Antwerpen heeft een groot aantal werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Voor deze doelgroep vormt de sociale economie een belangrijke kans. RESOC Antwerpen wil zich met dit streekpact daarom voluit inschakelen in het Vlaamse maatwerkdecreet. Daarbij wordt er wel gevraagd om voldoende capaciteit te voorzien, rekening houdend met de aanwezige doelgroep. - Het wegnemen van specifieke drempels naar werk voor werkzoekenden is cruciaal voor een efficiënte matching tussen vraag en aanbod. Zonder volledig te zijn wil RESOC Antwerpen aandacht en middelen vragen voor het wegwerken van hinderpalen op vlak van taal, mobiliteit, kinderopvang, huisvesting, (digitale) ongeletterdheid en welzijn. - RESOC Antwerpen roept de bevoegde beleidsinstanties op om maximaal acties te ondernemen om de 12 bovenstaande punten mee te realiseren. II. Een betere mobiliteit In een drukbevolkte regio waar logistiek een belangrijk economisch speerpunt is, dient er voor RESOC Antwerpen gestreefd te worden naar een geïntegreerd mobiliteitsbeleid. Via multimodale knooppunten waarbij er voldoende aandacht is voor voor- en natransport, moeten mensen eenvoudig tot het aanbod geraken om zo de doorstroming te optimaliseren. Daarnaast dringt RESOC Antwerpen aan op de snelle uitvoering van een aantal grote infrastructuurwerken die van cruciaal belang zijn voor de economie in onze regio. - Communicatie en afstemming Een essentiële voorwaarde voor een geïntegreerd mobiliteitsbeleid, is goede communicatie en structurele afstemming. Daarbij wijst RESOC Antwerpen zowel op het belang van overleg tussen de verschillende vervoersentiteiten en –actoren, als op het overleg tussen de vervoersentiteiten en de maatschappelijke stakeholders. De Antwerpse RESOC-partners stellen vast dat deze terugkoppeling en dit overleg in het recente verleden vaak ondermaats was. RESOC Antwerpen eist daarom een betere afstemming en betrokkenheid bij grote infrastructuurwerken in functie van onder meer een betere doorstroming. Daarnaast vraagt RESOC Antwerpen een duidelijkere communicatie van de verschillende vervoersentiteiten omtrent hun toekomstplannen. Hierbij wordt gevraagd om een helder onderscheid te maken tussen zekere, concrete plannen en mogelijke vervoersopportuniteiten in de toekomst. Gezien het belang van het dossier voor de regio eist RESOC Antwerpen prioritair een transparante kennisgeving over het Masterplan 2020. Wat betreft vrachtwagenroutes en routes voor personenvervoer is een structurele afstemming tussen verschillende gemeentes onontbeerlijk om te komen tot een betere mobiliteit. Momenteel stellen de Antwerpse partners vast dat een gebrek aan overleg leidt tot onnodige omwegen en 1
SERR Antwerpen (2013, juni), beleidsaanbeveling m.b.t. ESF-Agentschap Vlaanderen, brief aan de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
vooral ook onveilige verkeerssituaties. RESOC Antwerpen roept de Vlaamse Overheid op om hierin het voortouw te nemen in functie van een betere afstemming. In de Antwerpse regio werken we aan een verkeers- en vervoerssysteem dat gebaseerd is op een oordeelkundige uitwerking van het STOP-principe, zodanig dat vanuit economisch, sociaal, ecologisch en logistiek oogpunt de meest optimale modus wordt ingezet. - Openbaar vervoer Specifiek op vlak van openbaar vervoer is RESOC Antwerpen ervan overtuigd dat er naast enkele grootschalige investeringen ook heel wat mogelijkheden zijn om met kleinere ingrepen de werking drastisch te verbeteren. RESOC Antwerpen moedigt de indienstneming van de reeds aangelegde metrotunnels, de vertramming en een capaciteitsuitbreiding van de park & rides en randparkings rond Antwerpen aan. Hierbij wordt opgemerkt dat de parkings voornamelijk moeten openstaan voor gebruikers van het openbaar vervoer en carpoolers. Om het comfort van de reizigers te verhogen, moet de infrastructuur van het openbaar vervoer worden verbeterd op vlak van bereikbaarheid, verlichting, veiligheid en gebruiksgemak. Ook vraagt RESOC Antwerpen de uitbreiding van de treinverbinding Brussel – Nederland met het oog op een betere bereikbaarheid van de Antwerpse regio en als stimulans naar het openbaar vervoer toe. RESOC Antwerpen stelt nog een aantal andere belangrijke ingrepen voor die een stimulans kunnen betekenen voor het openbaar vervoer. Eén geïntegreerd ticket voor alle openbare vervoermiddelen is volgens RESOC een belangrijke voorwaarde om het comfort te verhogen. Met betrekking tot De Lijn wenst RESOC Antwerpen de vervanging en vergroening van het rollend materieel mee te geven als belangrijk aandachtspunt. Bovendien blijft RESOC ijveren voor een betere doorstroming via een intelligente sturing van de verkeerslichten voor het verkeer in het algemeen en het openbaar vervoer in het bijzonder. Wat betreft het personenvervoer vraagt RESOC Antwerpen aan de NMBS en De Lijn een betere en geïntegreerde verbinding van de voorstedelijke gebieden met de stad Antwerpen en dit in het bijzonder voor de volgende drie grote assen: naar het noorden, naar het noordoosten en naar het zuiden. Dit kan door op die 3 assen de dienstverlening uit te breiden, op spitsmomenten de frequentie te verhogen, de overstaptijden van die lijnen op elkaar af te stemmen en waar nodig te zorgen voor voldoende vroege en late treinen, bussen en trams. Daarnaast vraagt RESOC Antwerpen ook aandacht voor feestbussen met oudjaar en het behoud van nachtbussen op vrijdag en zaterdag. - Woon-werkverplaatsingen Gelet op het grote aandeel van woon-werkverplaatsingen in de verkeersstromen, pleit RESOC Antwerpen er voor om zoveel mogelijk openbaar vervoer of gemeenschappelijk vervoer te voorzien tussen de woonplaats en de werkplaats. Dit vergt een meer proactieve houding van De Lijn om bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen een voldoende ontsluiting door het openbaar vervoer te voorzien. De Antwerpse sociale partners suggereren bovendien de mogelijkheid om, in navolging van de I-BUS, alle andere vormen van collectief personeelsvervoer te laten gebruik maken van de snelbusstroken en vrije busbanen. Naast de focus op openbaar vervoer voor woon- werkverplaatsingen beklemtoont RESOC Antwerpen het belang van de fiets en een performant uitgebouwd netwerk van fietsnetwerken. Mits een veiligere verkeerssituatie en betere infrastructuur zien de sociale partners de fiets als belangrijk alternatief vervoersmiddel voor de haven en verschillende bedrijventerreinen. Ook andere vormen van personenvervoer, zoals de watertaxi, dienen onderzocht te worden als volwaardig alternatief vervoersmiddel. Tenslotte wenst RESOC Antwerpen vervoersarmoede te signaleren als een belangrijke drempel naar werk. Rekening houdend met de grote tewerkstelling in de Antwerpse Haven maar evenzeer met de mogelijkheden in de kleinere gemeenten van de regio, dient er zeer omzichtig te worden omgesprongen met aanpassingen van dienstregelingen. - Infrastructuurwerken RESOC Antwerpen dringt aan op een snelle oplossing voor het mobiliteitsprobleem in en rond Antwerpen met de snelle uitvoering van de Oosterweelverbinding, opdat onze regio zich verder zou kunnen ontwikkelen als logistieke hotspot. De haalbaarheid van een overkapping van de Ring dient snel bestudeerd te worden. Daarnaast vragen we een versnelde uitvoering van de GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
verbinding tussen de Liefkenshoektunnel en de E17, van de A102 en R11bis en de realisatie van de verbindingsweg RV tussen N10 (Liersesteenweg) en R11 (Krijgsbaan). Bij de uitvoering van de werken moet er de nodige aandacht zijn voor minderhindermaatregelen. Andere missing links die dringend om een oplossing vragen zijn: de verbinding van de bedrijventerreinen in de Rupelstreek met de E19 en de A12, en de ontlasting van de betrokken dorpskernen. Daarnaast zijn bijvoorbeeld de uitvoering van de ring rond Zoersel en de aansluiting daarvan met het bedrijventerrein in Westmalle van groot belang voor de regio. Gezien het enorme belang van de Antwerpse haven voor de tewerkstelling in de brede regio, dringt RESOC Antwerpen nogmaals aan op de realisatie van de tweede spoortoegang voor de Antwerpse haven en de heractivering van de Ijzeren Rijnverbinding. Ook wordt uitgekeken naar de resultaten van het aangekondigde onderzoek naar de haalbaarheid van Goederenspoorlijn 11. III. Ruimte voor economische ontwikkeling Als economisch zwaartepunt in Vlaanderen, kiest RESOC Antwerpen ervoor om de economie voldoende ruimte te geven om verder te groeien. In de regio willen we de nodige fysieke ruimte voor duurzame economische ontwikkeling en een beleid dat ruimte geeft om te ondernemen, werken, winkelen, wonen, ontspannen en bezoeken. Daarmee wil RESOC Antwerpen zich helemaal inschakelen in het Europese, federale, Vlaamse en provinciale beleid. In het algemeen wil RESOC Antwerpen benadrukken dat er heel wat kansen liggen voor ondernemen in de brede zin in een versterkt overleg en intensieve kennisdeling. Zonder volledig te zijn wordt er hier onder meer gedacht aan meer afstemming op vlak van infrastructuur en inrichting (cfr. A12, ENA, Haven, bedrijventerreinen, enz.) maar evengoed aan het inspireren en faciliteren van lokale besturen bij de uitbouw van een slagkrachtige lokale economie. Ruimte om te ondernemen is meer dan het creëren van bedrijfsruimte. Een regio die ruimte wil creëren om te ondernemen zet in op een breed palet met acties. RESOC Antwerpen wil daarom volgende prioriteiten voorop stellen: - Economische speerpuntsectoren RESOC Antwerpen wil in het economisch beleid bijzondere aandacht voor enkele cruciale sectoren in de regio die zwaar doorwegen in de regionale economie. RESOC Antwerpen verbindt zich ertoe om in de komende periode onderstaande aandachtspunten op te volgen, zonder daarbij andere belangrijke sectoren te vergeten: regio Antwerpen verder laten groeien als wereldspeler op vlak van logistiek; van Antwerpen en omgeving een preferentiële vestigingsplaats maken voor de (petro)chemische sector. De transitie naar een duurzame chemie verdient wat dit betreft alle steun; Antwerpen handhaven als centrum voor diamant; faciliteren van de verdere groei en ontwikkeling van de tertiaire en quartaire sector, onder meer door een gericht kantorenbeleid; stad Antwerpen én de regio verder laten groeien als trekpleister voor toerisme en vrijetijdseconomie; het behartigen van een kernversterkend detailhandelbeleid; inspelen op de opportuniteiten van e-trade. RESOC Antwerpen wil dat de aanwezige creatieve sectoren, binnen en buiten het bedrijfsleven, maximaal van een bedrijfsvriendelijk klimaat gebruik kunnen maken om innovatieve processen op gang te brengen en zal het beleid ondersteunen dat het mogelijk maakt om deze sociaaleconomisch te verzilveren. Wil regio Antwerpen zijn economisch belang in Vlaanderen behouden, dan moet er voldoende aandacht zijn voor het aantrekken van innovatieve bedrijven en hoogtechnologische bedrijven naar deze regio. Daarnaast is het zeer belangrijk dat de aanwezige bedrijven worden gestimuleerd en gefaciliteerd in het zoeken naar duurzame en efficiënte innovatie. RESOC Antwerpen ziet op dat vlak een essentiële rol voor het Innovatiecentrum. Naast het belang van technologische innovatie hecht RESOC Antwerpen veel belang aan sociale innovatie.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
RESOC Antwerpen moedigt een intense(re) samenwerking en overleg tussen de bedrijven, de overheid en de kennisinstellingen aan. RESOC Antwerpen wenst de Laagdrempelige Expertise en Dienstverleningscentra te signaleren als good practice wat dit betreft. - Kansen voor de regio en de lokale besturen door overleg en kennisdeling RESOC Antwerpen pleit voor een versterkt overleg en meer kennisdeling. De regionale afstemming wil een hefboom zijn om binnen de bestaande bevoegdheidsverdeling efficiënter te kunnen inspelen op bestaande lokale en regionale noden. In die zin is RESOC Antwerpen ervan overtuigd dat structureel overleg faciliterend kan zijn met het oog op: het creëren van maatschappelijk draagvlak; een slagkrachtige lokale economie in stad Antwerpen én de 29 gemeenten in de regio door onder meer een intensievere kennisdeling; maximale synergiën tussen gemeenten onderling en met de naburige RESOC’s, waaronder ook met RESOC Waas en Dender voor havengebonden onderwerpen; het detecteren van en inspelen op maatschappelijke trends; de visievorming over en versterking van de commerciële kernen ten dienste van de detailhandel. Om proactief te kunnen inspelen op al deze uitdagingen pleit RESOC Antwerpen voor het oprichten van een regionaal informatieplatform. Door een netwerk van ambtenaren van de provincie, de steden en gemeenten uit te bouwen wil RESOC Antwerpen op een laagdrempelige manier maximaal inspirerend zijn voor de regionale gemeentebesturen bij de uitwerking van een duurzaam vestigingsbeleid, ondernemersbeleid, sociale economie enz. - Haven van Antwerpen, wereldpoort voor de regio Het economisch belang van de haven voor regio Antwerpen kan niet genoeg onderstreept worden. De totale directe werkgelegenheid van de haven, zowel werknemers uit de havenindustrie als werknemers bij de havendiensten (inclusief logistieke diensten en handel) bedraagt meer dan 60.000 personen. RESOC Antwerpen is ervan overtuigd dat voor de verdere duurzame ontwikkeling van havengebonden activiteiten de relatie tussen de haven en de hele regio moet worden versterkt. RESOC Antwerpen steunt daarom gerichte initiatieven die de economische verwevenheid tussen bedrijven in de regio en de haven(industrie) versterken. Daarnaast wijst RESOC Antwerpen op het belang van het grensoverschrijdende hinterland voor de haven. Wil de Haven van Antwerpen zijn economische positie handhaven, dan zijn een betere infrastructurele ontsluiting en een betere bereikbaarheid van het grootste belang. Zonder zaken uit te sluiten vraagt RESOC Antwerpen op dit vlak prioritair aandacht voor de realisatie van de 2de spoortoegang. Daarnaast hecht RESOC Antwerpen zeer veel belang aan het verruimen van het maatschappelijk draagvlak en een grotere bewustmaking van het belang van de haven voor de inwoners van de hele regio. Specifiek naar jongeren toe wijst RESOC Antwerpen erop dat een bezoek aan een haven door de Franstalige Gemeenschap is opgenomen in de eindtermen van het onderwijs. De regionale partners engageren zich om soortgelijke maatregelen te bepleiten bij het Vlaams onderwijs. - Ondernemerschap stimuleren De regio RESOC Antwerpen kent, reeds decennia lang, een sterke ondernemingsdynamiek. Deze dynamiek staat vandaag onder druk2. Het (her)dynamiseren van ondernemersinitiatief start bij jongeren. RESOC Antwerpen zal initiatieven rond ondernemerseducatie bij scholieren en studenten ondersteunen. Ook voor starters en pré-starters is een overzichtelijk en toegankelijk aanbod aan informatie en opleiding noodzakelijk. Netwerkvorming peterschapsprojecten waarin jonge bedrijven en gevestigde bedrijven elkaar vinden, worden door RESOC Antwerpen aangemoedigd. Om het ondernemerschap te stimuleren ijvert RESOC Antwerpen voor een ondernemingsvriendelijk klimaat. Een transparante fiscaliteit is hiervan een essentieel onderdeel. Evenementen en initiatieven die het ondernemerschap promoten worden verwelkomd door RESOC Antwerpen. RESOC Antwerpen hecht veel belang aan maatschappelijk verantwoord 2
Verduyn Fabienne (2013, juni), Demografie van ondernemingen, Economisch Tijdschrift Nationale Bank van België
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
ondernemen (MVO) en wil initiatieven, ook voor pré-starters en starters, in de regio actief ondersteunen, en MVO als concept verder promoten. - Ruimte voor (bedrijfs)ruimte Een belangrijke factor voor de economische ontwikkeling van regio RESOC Antwerpen is de behoefte aan bijkomende betaalbare ruimte waar ondernemingen zich kunnen vestigen. Te weinig beschikbare bedrijfskavels beperkt de economische ontwikkeling van de regio. Er is nood aan bedrijfsruimte voor zowel nieuwe bedrijven als voor bestaande bedrijven die willen uitbreiden in regio Antwerpen. RESOC Antwerpen wenst dat de ontwikkeling van bedrijventerreinen evenwichtig gespreid worden over de hele regio. Met de beperkt beschikbare ruimte wensen we rationeel en duurzaam om te springen. RESOC Antwerpen ondersteunt daarom volgende acties: voorzien in ruimte om verdere (duurzame) economische ontwikkeling mogelijk te maken; werk maken van betaalbare vestigingsplaatsen voor ondernemingen; verlichten van de administratieve procedures verbonden aan de vestiging; rationeel omspringen met beschikbare ruimte, dit houdt o.m. in dat bij de vestiging van bedrijven en bedrijventerreinen aandacht is voor inbreiding en voor het juiste bedrijf op de juiste plaats; actief werk maken van de bestrijding van leegstaande bedrijfsruimten en deze, waar mogelijk, opnieuw een economische invulling geven; prioritair inzetten op de herontwikkeling en sanering van brownfields; maximaal inzetten op duurzaamheid bij ontwikkeling van greenfields; creëren van maatschappelijk draagvlak; maximale verweefbaarheid van activiteiten; aandacht voor duurzame en innovatieve logistiek. Rekening houdend met de wisselende regelgeving hieromtrent wenst RESOC Antwerpen de problematiek van zonevreemdheid van bedrijven te signaleren. Specifiek voor de herbestemming van leegstaande landbouwbedrijven pleit RESOC Antwerpen voor het principe ‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’ zodat het landelijk karakter maximaal gerespecteerd wordt. Starters, jonge bedrijven en spin-offs hebben nood aan fysieke ruimte en aan een omkadering om te kunnen groeien. Er is nood aan transparante informatie en voldoende bedrijvencentra en (sectorspecifieke) incubatoren voor deze jonge bedrijven. Ook binnen de stads-, gemeente- en dorpskernen is ruimte voor ondernemerschap noodzakelijk. Ook hier is de ruimte schaars. Voor detailhandel onderschrijft RESOC Antwerpen de visie uit de Winkelnota(‘s) van de Vlaamse regering en de interprovinciale samenwerking, voor een kernversterkend detailhandelsbeleid. Het verminderen van de leegstand van handelspanden, is een beleidsaandachtspunt waar alle steden en gemeenten mee worstelen. - Sociale economie De sociale economie vormt een integraal, complementair en volwaardig onderdeel van de economie. De klemtoon bij dit onderdeel van de economie ligt op de competentieversterking en maximale doorstroming naar het Normaal Economisch Circuit. RESOC Antwerpen zal ten volle de regionale actoren ondersteunen om de sociale economie kwantitatief en kwalitatief verder uit te bouwen. RESOC Antwerpen vraagt dat lokale besturen, al dan niet via intergemeentelijke samenwerking, een rol spelen in aangepaste tewerkstelling van kansengroepen. Binnen het kader van het nieuwe maatwerkdecreet en de Europese programma’s voor 20142020, zal RESOC Antwerpen mee op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden en opportuniteiten voor de sociale economie en de sociale innovatie. RESOC Antwerpen wil op die manier mee sociale organisaties steunen die zich omschakelen naar sociale ondernemingen. Daarmee kan een nieuwe invulling gegeven worden aan de behoefte aan specifieke dienstverlening bij de bevolking en de mogelijkheden tot doorstromen van werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. 17.
Vrije tijd & Welzijnszaken - Subsidiereglement voor erkende seniorenverenigingen. Goedkeuring Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) wenst een algemene beschouwing te formuleren naar aanleiding van de talrijke subsidiereglementen die ter goedkeuring voorliggen. Ze stelt vast dat het om moeilijke teksten gaat voor de raadsleden en bedenkt dat dit voor de verenigingen zeker GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
niet eenvoudig zal zijn. Er kan bezwaarlijk gesproken worden van goede communicatie naar de inwoners. Gezien de moeilijkheidsgraad van de teksten was de organisatie van een raadscommissie raadzaam geweest. Ze verzoekt om de verdaging van de goedkeuring van de subsidiereglementen door de gemeenteraad. Mevr. K. Krekels (N-VA) antwoordt dat de organisatie van een raadscommissie inderdaad is overwogen, maar dat omwille van de vakantieperiode enkel 11 augustus een haalbare datum bleek. Gezien het traject dat met de adviesraden werd doorlopen voor de opmaak van de subsidiereglementen, leek het nuttiger om tijdens de gemeenteraad te antwoorden op vragen of bedenkingen vanwege de raadsleden. Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) stelt dat het nog altijd de gemeenteraad is die de reglementen goedkeurt. Nu worden ze voor een voldongen feit gesteld, wat door mevr. K. Krekels (N-VA) ontkend wordt. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) is van oordeel dat de reglementen sneller hadden kunnen voorbereid worden. Een raadscommissie samenroepen in augustus had perfect gekund. Dit is het bewijs van last minute werk. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) wijst op de mail die de raadsleden enkele minuten voor aanvang van de gemeenteraad mochten ontvangen. De mail gaat over twee geformuleerde klachten aangaande onbehoorlijk bestuur. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) vindt dit een signaal om op de rem te gaan staan. Ze stelt voor een hoorzitting te organiseren. Bovendien werd door mevr. K. Krekels (N-VA) een evaluatie van het erkenningsreglement beloofd. Mevr. K. Krekels (N-VA) antwoordt dat ze geen deadline heeft gesteld voor de opmaak van de nota. Bovendien vindt op 17 september 2014 een informatievergadering plaats voor de verenigingen, waarop mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) concludeert dat er dus nog geen evaluatie gebeurd is. Mevr. K. Krekels (N-VA) behoudt haar engagement voor de opmaak van een objectieve nota. Niemand beschikt immers over de cijfers waarmee een persoon goochelt. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) is van oordeel dat de twee officiële klachten een nieuw feit toevoegen. De subsidiereglementen gaan over centen en over de financiële implicaties voor de verschillende verenigingen. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) heeft nog steeds geen ernstige argumenten gehoord om de reglementen toch te stemmen. Mevr. K. Krekels (N-VA) stelt dat de subsidies nu moeten uitgedeeld worden. Er is veel werk gestoken in de opmaak van de reglementen en de adviesraden hebben telkens zes weken gekregen om een advies te schrijven. De subsidiereglementen zijn dus grondig opgemaakt. Bovendien bevatten ze geen wereldschokkende wijzigingen. Ze werden aangepast aan de decreten en ten gunste van de verenigingen samengesteld. Dhr. D. Bauwens (N-VA) stelt voor de reglementen ten gronde te bespreken. Hij wijst erop dat één klacht over de ganse lijn door de gouverneur werd verworpen. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) is van oordeel dat de reglementen door de strot van de gemeenteraadsleden worden geduwd terwijl de adviesraden zeeën van tijd krijgen om een advies te formuleren. Er wordt gestemd over de verdaging van de subsidiereglementen. De verdaging wordt verworpen met 8 stemmen voor van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, mevr. M. Dillen, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens en dhr. S. Callens en 14 stemmen tegen van dhr. S. Rubberecht, dhr. D. Bauwens, dhr. S. Dietvorst, dhr. P. Mendonck, mevr. L. Struyf, mevr. K. Krekels, mevr. A. Fierens, dhr. A. Van Oekelen, mevr. P. Gielen, dhr. H. Bellens, dhr. G. Van Acker, mevr. A. Laforce-Vergote, dhr. S. Van den Heuvel, dhr. P. Lievens. Wat volgt is de bespreking van het subsidiereglement voor erkende seniorenverenigingen. Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) leest in de verklarende nota dat de seniorenraad geen advies formuleerde omwille van interne onenigheid. Ze had contact met de seniorenraad waaruit bleek dat het om één afwijkende mening gaat. Afgelopen week is de seniorenraad terug samengekomen en werden bedenkingen bij het subsidiereglement geformuleerd. Mevr. L. Struyf (CD&V) bevestigt dat het om een ongelukkige formulering in de verklarende nota gaat. Er is inderdaad geen unaniem advies van de seniorenraad ondanks het feit dat ze daar reeds twee maanden geleden heeft op aangedrongen. De adviestermijn is nu echter al GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
verstreken. Het bestuur van de seniorenraad kwam afgelopen week samen voor de formulering van een ander advies. Mevr. L. Struyf (CD&V) was hierop als bevoegde schepen, op vraag van een persoon, niet aanwezig. Op een later tijdstip heeft ze wel een uitnodiging ontvangen van de voorzitter van de seniorenraad. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) stelt dat mevr. L. Struyf (CD&V) niet had moeten ingaan op de vraag van die persoon. Mevr. L. Struyf (CD&V) antwoordt dat een klein beperkt bestuur, als ze dat wensen, in alle onafhankelijkheid een advies moet kunnen geven. Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) concludeert hieruit dat mevr. L. Struyf (CD&V) dus niet bemiddeld heeft. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt vast dat de subsidieaanvragen door de seniorenverenigingen moeten ingediend worden voor 1 oktober. Het subsidiereglement goedkeuren tijdens de gemeenteraad van 15 september 2014 kan dus geen probleem zijn. Ze is van oordeel dat het belangrijk is om de tijd te nemen om de consensus te laten groeien. Dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat vijftien dagen meer tijd, geen verschil zal maken op het vlak van consensus. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) verwijst naar de bestuursintenties van de coalitiepartners aangaande transparantie en participatie. Ze herhaalt haar vraag voor de organisatie van een hoorzitting. Gelet op het subsidiereglement erkende lokale verenigingen, goedgekeurd door de gemeenteraad van 8 januari 1981, dat wordt gehanteerd voor de berekening van de subsidies van de erkende seniorenverenigingen; Overwegende het feit dat dit reglement gedateerd en zeer complex is; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2014 om het ontwerp van het vernieuwde subsidiereglement seniorenverenigingen goed te keuren en voor te leggen ter advies aan de seniorenraad; Gelet op de participatie van het dagelijks bestuur van de seniorenraad bij het tot stand komen van het subsidiereglement voor erkende seniorenverenigingen; Overwegende dat de seniorenraad geen advies wenst te geven over het subsidiereglement erkende seniorenverenigingen wegens onenigheid binnen de seniorenraad; Gelet op het advies van de werkgroep om het subsidiereglement erkende seniorenverenigingen in oorspronkelijke vorm te behouden; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 18 juli 2014; Gelet op het reglement zalen en lokalen en reglement evenementenmateriaal zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 december 2013; Gelet op het erkenningsreglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 juni 2014; Gelet op het visum nr. 2014/049 d.d. 30/07/2014 van de financieel beheerder; BESLUIT Met 14 stemmen, bij 8 onthoudingen van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens, dhr. S. Callens en mevr. M. Dillen. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande subsidiereglement erkende seniorenverenigingen goed: SUBSIDIEREGLEMENT ERKENDE SENIORENVERENIGINGEN Binnen het in het budget voorziene en goedgekeurde bedrag ( 1419/4/3/7/4 “Stimuleren van vrijwilligerswerking en ouderenzorg”; registratiesleutel 64930000-0959 “Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen” ) en goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014 worden door het college van burgemeester en schepenen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgelegd. Subsidies worden verstrekt op basis van een werkingsjaar dat loopt van 1 september tot en met 31 augustus. I. Algemene bepalingen Artikel 1. Wie komt in aanmerking? Enkel de erkende plaatselijke seniorenverenigingen die een werking ontwikkelen ten bate van de inwoners van de gemeente kunnen genieten van de basissubsidie en werkingssubsidie. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Een vereniging wordt erkend door het college van burgemeester en schepenen na controle van de ingediende stukken door de dienst gezin en welzijn en het advies van de seniorenraad. Om erkend te worden, moet een seniorenvereniging een doel nastreven dat gericht is op het organiseren van groepsgerichte vrijetijdsactiviteiten voor en/of door personen vanaf 55 jaar (cfr. de voorwaarden voor erkenning, bepaald in het ‘Erkenningsreglement verenigingen’ dat te verkrijgen is op het evenementenloket of op de dienst gezin en welzijn) Deze activiteiten kunnen onder andere zijn: - Ontmoetingsactiviteiten - Informatieve activiteiten - Bewustmakende activiteiten - Educatieve activiteiten - Levensbeschouwelijke activiteiten - Creatieve en culturele activiteiten - Sport- en bewegingsactiviteiten Erkende verenigingen kunnen zich aansluiten bij slechts één adviesraad en kunnen bijgevolg slechts subsidies ontvangen via één gemeentelijk kanaal. Voor een bepaalde activiteit kan slechts één maal per jaar een ondersteuning worden bekomen. Deelname aan een activiteit, georganiseerd door een adviesraad, een andere vereniging of door de gemeente, komt niet in aanmerking voor subsidie. Een subsidie wordt enkel definitief toegekend na voorlegging van ingediende bewijsstukken. Een vereniging die gebruik maakt van subsidies stemt in met de mogelijkheid tot controle; de mogelijkheid dat de gemeente gebruik maakt van de infrastructuur van de verenigingen voor de organisatie van activiteiten voor de doelgroep van de verenigingen (occasioneel en in onderling overleg). Verhaal is mogelijk via een daartoe bestemde procedure (zie artikel 7). II. Vormen van subsidiëring Art. 2. Vormen van subsidiëring Er zijn twee vormen van subsidie die onder dit reglement van toepassing zijn: basissubsidie, en werkingssubsidie. De basis- en werkingssubsidies worden berekend aan de hand van de door de erkende verenigingen ingediende dossiers. 2.1 Basissubsidie De basissubsidie is een erkenning door het gemeentebestuur voor elke erkende seniorenvereniging die actief is binnen de gemeente. De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag per werkingsjaar, verhoogd met een variabel bedrag dat wordt berekend op basis van het ledenaantal van dit werkingsjaar. Om hierop aanspraak te maken dient de vereniging elk jaar een ledenlijst voor te leggen. 2.2 Werkingssubsidie De werkingssubsidie is een subsidie voor de grondslag van elke erkende seniorenvereniging, namelijk het organiseren van vrijetijdsactiviteiten. Er zijn 4 soorten werkingssubsidies: 1. Subsidies voor de ledenactiviteiten - gewone werking Deze subsidie is bedoeld als ondersteuning van de activiteiten die een vereniging inricht voor zijn leden. Deze activiteiten beogen de doelstellingen van de vereniging te verwezenlijken via de interne werking. De activiteiten zijn regelmatig wederkerend, met name minimaal 1 maal per maand. Ledenactiviteiten vragen weinig tot geen extra voorbereiding. Voorbeelden: petanque, kaarten, dansen, fietsen, wandelen, bestuursvergaderingen 2. Subsidies voor de ledenactiviteiten - buitengewone werking Een subsidie voor een buitengewone werking kan worden verstrekt voor de uitwerking van een initiatief dat niet tot de geregelde werking van een vereniging behoort. Om in aanmerking te komen voor deze subsidie, moet de activiteit aan volgende voorwaarden voldoen: - Activiteit overschrijdt de dagdagelijkse werking - Activiteit vergt voorbereiding en organisatie GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
- Het initiatief geeft een extra impuls aan het stimuleren van deelname aan het gemeenschapsleven en het versterken van de sociale cohesie Meerdaagse reizen komen niet in aanmerking voor subsidie. Voorbeelden: dagreis, feest, culturele uitstap, cursussen en lessenreeksen. 3. Subsidies voor de open activiteiten Deze subsidie heeft tot doel de verenigingen aan te zetten om zoveel mogelijk inwoners van de gemeente te betrekken bij hun werking. Het gaat om deze activiteiten waarbij de vereniging naar buiten treedt in de gemeente Schilde en waarvoor niet-leden vrijblijvend worden uitgenodigd. Wanneer een activiteit niet plaats heeft in de gemeente Schilde moet duidelijk gemaakt worden dat de deelnemers aan de activiteit hoofdzakelijk tot de gemeente Schilde behoren. De activiteit dient te worden bekend gemaakt via de gemeentelijke informatiekanalen of mits voorlegging van evidentie van een gelijkwaardig informatiekanaal. Deze activiteit is geen regelmatig wederkerende activiteit. Voorbeelden: organisatie van een barbecue waaraan leden en niet-leden kunnen deelnemen 4. Subsidies voor samenwerkingsactiviteiten Het doel van deze subsidie is het stimuleren van de samenwerking tussen verschillende verenigingen of tussen de gemeente en de verenigingen. Twee of meer erkende verenigingen uit de gemeente Schilde maken deel uit van de organisatie van de activiteit. Hierbij zijn zowel het uitwerken van de doelstellingen van de verenigingen als het sociaal contact belangrijk. De activiteit dient te worden bekend gemaakt via de gemeentelijke informatiekanalen of mits voorlegging van evidentie van een gelijkwaardig informatiekanaal. Deze activiteit is geen regelmatig wederkerende activiteit. III. Berekening van de subsidieverdeling Art. 3. Berekening van de subsidies Het totale subsidiebudget X, zoals voorzien in het budget, bestaat uit een basissubsidie X1 en een werkingssubsidie X2. Basissubsidie: Elke erkende seniorenvereniging heeft recht op een basisbedrag van 50 euro, waar aan de hand van het aantal leden dat de vereniging telt de volgende schijven worden bij gerekend: 30 – 100: 25 euro 100 - 200: 50 euro +200: 75 euro Bijvoorbeeld 50 euro (basisbedrag) + 25 euro (voor vereniging met 30 tot 100 leden) = 75 euro basissubsidie (X1) Van het totale subsidiebudget X wordt 50 euro per vereniging afgetrokken plus de schijven ledentoelage waar iedere vereniging recht op heeft. Hetgeen overblijft, wordt bedrag X2 dat bestemd is voor de werkingssubsidie. X (bedrag gemeentebegroting) – som van de basissubsidies X1 van alle verenigingen = X2 Werkingssubsidie: Het bedrag X2 wordt gedeeld door het aantal punten dat door alle verenigingen in totaal is gehaald in het voorbije werkingsjaar. Het resultaat is het bedrag per punt dat gebruikt wordt voor de berekening van de werkingssubsidie voor een bepaalde vereniging. Punten per activiteit: - één punt per ledenactiviteit - gewone werking - drie punten per ledenactiviteit – buitengewone werking - vijf punten voor open activiteiten - vijf punten voor samenwerkingsactiviteiten X2 / totaal aantal punten van alle verenigingen = bedrag per punt (in euro) De punten die een vereniging heeft gehaald voor het organiseren van activiteiten (voorbije werkingsjaar) worden vermenigvuldigd met het bedrag per punt. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Het resultaat hiervan is het bedrag van de werkingssubsidie. Bijvoorbeeld Bedrag per punt = 2 euro Vereniging A 30 punten in werkingsjaar 2013-2014 2 euro x 30 punten = 60 euro werkingssubsidie
Vereniging B 35 punten in werkingsjaar 2013-2014 2 euro x 35 punten = 70 euro werkingssubsidie
IV. Procedure Art. 4. Procedure van aanvraag De verenigingen die wensen aanspraak te maken op subsidies hierboven beschreven, zijn verplicht volgende formulieren in te dienen: 1. Formulier Basissubsidie seniorenvereniging Dit formulier dient ingevuld te worden voor het bekomen van de basissubsidie. Enkel erkende seniorenverenigingen komen hiervoor in aanmerking. De schriftelijke aanvraag dient toe te komen voor 1 oktober van het jaar waarvoor subsidies worden aangevraagd. Elke erkende seniorenvereniging wordt geacht dit formulier jaarlijks in te dienen om zijn erkenning te behouden. 2. Formulier Werkingssubsidie seniorenvereniging De formulieren ledenactiviteiten-gewone werking, ledenactiviteiten-buitengewone werking, open activiteiten en samenwerkingsactiviteiten dienen ingevuld te worden voor het bekomen van subsidies. Enkel erkende seniorenverenigingen komen hiervoor in aanmerking. De schriftelijke aanvraag dient toe te komen voor 1 oktober van het jaar waarvoor subsidies worden aangevraagd. Alle formulieren en bewijsstukken moeten worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen, toezending kan gebeuren op volgend adres: Gemeentebestuur Schilde dienst Gezin en Welzijn Eugeen Dierckxlaan 24 2970 Schilde
[email protected] Het college van burgemeester en schepenen verbindt zich ertoe de seniorenverenigingen voor 15 december (van het jaar waarvoor subsidies worden aangevraagd) op de hoogte te stellen van de toegekende subsidiebedragen. Art. 5. Privacy Bij navraag bij CBPL ( Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer) werd bevestigd dat: 1- De subsidiërende overheid het recht heeft inzage te vragen van de ledenlijst van de verenigingen als de te ontvangen subsidies onder andere afhangen van het aantal leden of inwoners. 2- Mochten deze subsidies jaarlijks hernieuwbaar zijn, het logisch is dat de gemeente elk jaar een nieuwe lijst opvraagt ter controle. 3- Deze gegevens niet mogen bijgehouden worden, tenzij tijdelijk indien de verantwoording van de toekenning van deze subsidies in vraag wordt gesteld. Art. 6. Betwistingen en verhaal Alle betwistingen worden onderzocht door de seniorenraad. Het advies hierover wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. V. Slotbepalingen Art. 7. Slotbepalingen In geval van ontbinding van de vereniging vòòr uitbetaling van de subsidie zal deze subsidie niet meer worden uitgekeerd. Dit reglement is goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014 en treedt in werking vanaf het werkingsjaar 2014-2015. Dit reglement vervangt alle voorgaande subsidiereglementen seniorenverenigingen. Dit reglement blijft gelden totdat een vervangend reglement wordt goedgekeurd door de gemeenteraad. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
18.
Vrije tijd & Welzijnszaken - Gebruiksovereenkomst zolder Oranjerie gemeentebestuur Atelier Schilde(rs)hof. Goedkeuring Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 31 maart 2014 om een aantal aanpassingen uit te voeren aan het zolderlokaal van de Oranjerie zodat dit lokaal voldoet aan de veiligheidsvoorschriften en dat er een einde komt aan het gratis gebruik van het zolderlokaal door Atelier Schilde(rs)hof; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 april 2014 om een gebruiksovereenkomst op te maken om het gebruik van het zolderlokaal vanaf werkingsjaar 2014-2015 te regelen; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 juni 2014 om de jaarlijkse billijke vergoeding voor het gebruik van het zolderlokaal door Atelier Schildershof vast te stellen op 200 euro per jaar en dit op te nemen in de gebruiksovereenkomst; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 juni 2014 om de gebruiksovereenkomst goed te keuren en deze ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 25 augustus 2014; Overwegende het overleg met Atelier Schilde(rs)hof; BESLUIT Met 21 stemmen, bij 1 onthouding van mevr. Y. Avontroodt. Enig artikel. De gemeenteraad keurt onderstaande gebruiksovereenkomst voor het zolderlokaal van de Oranjerie tussen het gemeentebestuur en Atelier Schilde(rs)hof, die ingaat vanaf 1 september 2014, goed: GEBRUIKSOVEREENKOMST ZOLDERLOKAAL ORANJERIE Tussen de gemeente Schilde, Brasschaatsebaan 30, Schilde, vertegenwoordigd door de heer Dirk Bauwens, burgemeester en mevrouw Tine Vervisch, gemeentesecretaris, handelend overeenkomstig de beslissing van de gemeenteraad van 25 augustus 2014, hierna ‘het gemeentebestuur’ genoemd, en Atelier Schilde(rs)hof vertegenwoordigd door de heer Kees Van Haaster, voorzitter en mevrouw Frie Raeymaekers, secretaris, hierna ‘Schilde(rs)hof genoemd. Beide partijen zijn overeengekomen wat volgt: VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST Artikel 1. Het zolderlokaal van de Oranjerie, De Pont 45, 2970 Schilde dat voor gebruik wordt toegewezen aan Schilde(rs)hof in functie van de lessen beeldhouwen. De Oranjerie in zijn totaliteit is eigendom van en wordt beheerd door het gemeentebestuur. STAAT VAN DE GOEDEREN Art. 2. Schilde(rs)hof verklaart het in gebruik gegeven lokaal bezichtigd te hebben, het goed te kennen om akkoord te gaan met de staat waarin het zich bevindt en het als zodanig te aanvaarden. Schilde(rs)hof verbindt er zich toe deze goederen bij het einde van de overeenkomst in dezelfde staat of beter achter te laten met uitzondering van de normale slijtage waarvoor Schilde(rs)hof niet aansprakelijk is. Bij de inwerkingtreding en bij het einde van deze overeenkomst zullen daarom in aanwezigheid van beide partijen en op tegensprekelijke wijze een staat van bevinding en een inventaris opgemaakt worden. Beide documenten zullen een integraal bestanddeel uitmaken van deze overeenkomst. BESTEMMING Art. 3. Het gebruik van het lokaal wordt toegestaan in functie van het geven van lessen beeldhouwen. Schilde(rs)hof mag bijgevolg alle activiteiten in dit lokaal organiseren in het kader van deze werking. Art. 4. Schilde(rs)hof verbindt zich ertoe de aldus bepaalde bestemming te eerbiedigen. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeenteraad mag geen wijziging aan de bestemming van de beschreven ruimte gebeuren. Art. 5. Schilde(rs)hof moet zich ten opzichte van bezoekers van de infrastructuur onthouden van enigerlei vorm van discriminatie, uitsluiting, beperking of voorkeur om ideologische en filosofische redenen. DUUR Art. 6. Deze overeenkomst wordt afgesloten voor een periode van onbepaalde duur. Beide partijen kunnen te allen tijde opzeggen mits het in acht nemen van een opzegperiode van zes maanden. De opzegging moet gebeuren met een aangetekend schrijven gericht aan de tegenpartij. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
VERGOEDING Art. 7. De vergoeding voor het gebruik van water en elektriciteit werd vastgesteld op 200 euro per jaar. Dit bedrag werd bepaald op basis van de totale oppervlakte (15%) die het zolderlokaal in de Oranjerie inneemt en de berekening van het verbruik en de huidige energieprijzen. De vergoeding moet jaarlijks door Schilde(rs)hof voor 1 oktober gestort worden op het rekeningnummer BE30 09 10 00 11 46 11 van het gemeentebestuur Schilde, met vermelding van ‘vergoeding zolderlokaal Oranjerie Atelier Schilde(rs)hof’. Art. 8. Bij niet-tijdige betaling van de jaarlijkse vergoeding brengt het achterstallige bedrag van rechtswege intresten op tegen de wettelijke intrestvoet, te rekenen vanaf de vervaldag van de termijn tot aan de dag van de betaling en dit zonder ingebrekestelling en onverminderd het recht van het gemeentebestuur om de gerechtelijke ontbinding van de overeenkomst te vorderen. REGLEMENT INZAKE BEHEER EN ONDERHOUD Art. 9. Schilde(rs)hof verbindt zich ertoe zich als een goede huisvader te gedragen tegenover de ter beschikking gestelde infrastructuur, goederen en uitrusting binnen het lokaal en erop toe te kijken dat bezoekers verantwoord omgaan met de infrastructuur. Art. 10. Schilde(rs)hof is verantwoordelijk om het lokaal in een behoorlijke staat, opgeruimd en gepoetst achter te laten en elke beschadiging, aangebracht door Schilde(rs)hof of door bezoekers, onmiddellijk te melden. Art. 11. De uitgangen, nooduitgangen en de doorgangen die er naartoe leiden mogen in geen geval versperd zijn tijdens de bezetting van het lokaal. Art. 12. Het is niet toegestaan te roken in de lokalen van de Oranjerie. Alle boetes ten gevolge van de niet-naleving van het rookverbod in het ter beschikking gestelde lokaal liggen ten laste van Schilde(rs)hof. Art. 13. Schilde(rs)hof verbindt zich ertoe om bij het verlaten van het lokaal alle lichten te doven en alle deuren en ramen te sluiten. Aangezien er een continue minimum verwarming nodig is voor de kunstwerken en materiaal, moet de verwarming bij het verlaten van het lokaal niet volledig uitgezet worden. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal en beschadiging van materiaal, dat toebehoort aan de gebruiker. Art. 14. Het is in geen geval toegestaan het lokaal door te verhuren. Art. 15. Het is verboden wijzigingen aan te brengen aan de installatie zoals beschreven in het as-build dossier: de elektrische installatie, de verwarmingsinstallatie, de sanitaire installatie enz. Indien het gemeentebestuur wijzigingen aan de installatie zoals beschreven in het as-build dossier wil brengen die betrekking hebben op het beschreven lokaal, zal het gemeentebestuur daarover altijd een gesprek hebben met Schilde(rs)hof. Art. 16. Schilde(rs)hof verbindt zich ertoe voor verantwoordelijken te zorgen, belast met de controle op de in dit reglement omschreven regels en goede gang van zaken binnen het lokaal. Het gemeentebestuur neemt geen bewakingsplicht op zich. Art. 17. Bij niet naleving van dit reglement kan de gemeente Schilde(rs)hof het recht op toekomstig gebruik ontzeggen. Art. 18. Bij vandalisme veroorzaakt door Schilde(rs)hof kan Schilde(rs)hof tijdelijk uitgesloten worden voor het gebruik van alle gemeentelijke culturele infrastructuur. De beslissing tot tijdelijke uitsluiting wordt genomen door het college van burgemeester en schepenen na onderzoek. Art. 19. Het gemeentebestuur heeft te allen tijde het recht toezicht uit te oefenen in haar infrastructuur en heeft eveneens het recht uit het gebouw te verwijderen of te doen verwijderen, eventueel door tussenkomst van politie; de personen die zich onbetamelijk of onzedig gedragen of de bevelen niet opvolgen. De gemeente kan tevens voor deze personen toegangsverbod voor een bepaalde periode opleggen of, in geval van herhaaldelijke overtredingen, een definitief toegangsverbod. VERZEKERING Art. 20. Het gemeentebestuur sluit een verzekeringscontract voor het gebouw af en dit voor schade tengevolge van brand, ontploffingen, waterschade, glasbraak, diefstal, vallen van vliegtuigen, overstromingen, natuurrampen. Dit contract zal een afstand van verhaal voorzien ten voordele van Schilde(rs)hof. De vrijstelling echter, gekoppeld aan de schadevergoeding, zal ten laste blijven van Schilde(rs)hof, indien deze aansprakelijk is voor de schade. Ten GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
informatieve titel bedraagt de huidige vrijstelling 243,17 euro (referentie: februari 2014). Deze vrijstelling wordt door de verzekeringssector op regelmatige basis geïndexeerd. Art. 21. Schilde(rs)hof sluit een verzekering af die de burgerlijke aansprakelijkheid van de werking van Schilde(rs)hof dekt. De inboedel toebehorend aan Schilde(rs)hof, wordt door deze zelf verzekerd in het kader van een brandverzekering. VERDERE BEPALINGEN Art. 22. Het gemeentebestuur behoudt het recht de Oranjerie te allen tijde te sluiten om reden van overmacht, zonder dat om het even wie hiervoor enige schadevergoeding kan vorderen van het gemeentebestuur. Art. 23. Het gemeentebestuur en Schilde(rs)hof zullen, als één van beiden daartoe verzoekt, een evaluatiegesprek voeren over de bepalingen van deze overeenkomst. Art. 24. Het gemeentebestuur en Schilde(rs)hof zijn gerechtigd deze overeenkomst zonder opzegtermijn te verbreken indien zij grote tekortkomingen of zware overtredingen vaststellen tegen de bepalingen van deze overeenkomst, of wanneer het algemeen belang dit vereist. De vastgestelde tekortkomingen of overtredingen zullen per aangetekend schrijven aan de tegenpartij betekend worden. 19.
Cultuur & Bibliotheek - Aanvraag toelage voor Wezel Culinair. Goedkeuring Mevr. V. Van Genechten (Open VLD) neemt plaats bij het publiek. Ze neemt niet deel aan de debatten of de stemming. Mevr. L. Cuppens (Open VLD) betreurt het tijdsverloop. Op 5 maart 2014 dienden de initiatiefnemers een aanvraag in. Tot vandaag moeten ze wachten op een antwoord over hun subsidieaanvraag. Bovendien is de ter goedkeuring voorgelegde overeenkomst niet besproken met de vzw zelf. In artikel 3 van de overeenkomst is een afstand van verantwoordelijkheid vanwege het gemeentebestuur opgenomen, terwijl er geen veiligheidsoverleg is georganiseerd. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) herinnert aan de goedkeuring van de overeenkomst door de gemeenteraad vorig jaar en de discussie die hieromtrent ontstond. Er was toen een duidelijke vraag voor een transparante boekhouding. De belofte werd gedaan om eerst tekst en uitleg te geven hieromtrent. Mevr. K. Krekels (N-VA) antwoordt dat dezelfde overeenkomst als vorig jaar ter goedkeuring voorligt. De vzw is hiervan op de hoogte. Bovendien werd naar aanleiding van de organisatie van Wezel Culinair 2013 een transparante boekhouding overgemaakt waarop de uitkering is gestort. Ze kan zich het aangegane engagement waarnaar mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) verwijst niet herinneren en moet nagaan of de privacy niet geschonden wordt. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) stelt dat de boekhouding van een vzw een openbaar document is. Ze vraagt zich bovendien af waaraan de voorziene 5.000 euro wordt besteed. Het betreft hier een leuk, maar weliswaar commercieel evenement. Is het de taak van een gemeente om in tijden van besparingen dergelijke evenementen te ondersteunen? Ze wenst hierover volgend jaar grondig te discussiëren. Dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat het evenement bijdraagt aan de uitstraling van de gemeente. Het bestuur wenst dit dan ook te waarderen. Bovendien is dit, in tegenstelling tot andere berichten in de pers, wel degelijk een ondersteuning van de lokale economie. Er wordt telkens een veiligheidsoverleg georganiseerd. Artikel 3 in de overeenkomst is hetzelfde als voorzien is voor andere evenementen, zoals bijvoorbeeld Schilde Feest. Mevr. L. Cuppens (Open VLD) vraagt wanneer het veiligheidsoverleg doorgaat, gezien het eerste deel van het evenement dit weekend al plaatsvindt, waarop dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat het deze week gepland wordt. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) wijst erop dat de opstelling goedkeuring moet krijgen en er vaak na een veiligheidsoverleg extra maatregelen worden opgelegd. Dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat de veiligheidsdiensten al op de hoogte zijn en dat ook de organisatoren verantwoordelijk zijn om een vraag tot overleg te stellen. Mevr. L. Cuppens (Open VLD) antwoordt dat de vraag door de organisatoren werd gesteld, maar noch dhr. D. Bauwens (N-VA) noch mevr. K. Krekels (N-VA) hebben hier weet van. Mevr. L. Cuppens (Open VLD) vraagt zich bovendien af waarom zolang gewacht is om de overeenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad als het om dezelfde overeenkomst als vorig jaar gaat. Mevr. K. Krekels (N-VA) moet het antwoord hierop schuldig blijven. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op het cultuurpact van 16 juli 1973; Gelet op het decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012; Gelet op het aanvraagformulier van Wezel Culinair 2014; Overwegende dat op zondag 7 september 2014 ook de Verenigingendag plaatsvindt en dat een groot deel van het gevraagde materiaal voor Wezel Culinair hierdoor niet beschikbaar zal zijn; Gelet op het feit dat het college van burgemeester en schepenen d.d. 16 juni 2014 akkoord gaat met de organisatie van Wezel Culinair door vzw Parelfeesten volgens de gekende formule; Gelet op het feit dat het college van burgemeester en schepenen d.d. 16 juni 2014 goedkeuring heeft gegeven aan de overeenkomst Wezel Culinair 2014 en beslist heeft Wezel Culinair 2014 te ondersteunen met maximum 5000 euro, mits voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals voorzien in de overeenkomst; BESLUIT Met 20 stemmen, bij 1 onthouding van mevr. M. Dillen. Enig artikel. De gemeenteraad geeft de goedkeuring aan de overeenkomst Wezel Culinair en beslist Wezel Culinair 2014 te ondersteunen met maximum 5.000 euro, mits voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals voorzien in de overeenkomst. 20.
Cultuur & Bibliotheek - Bib aan huis - Afsprakennota vrijwilligers. Goedkeuring Dhr. J. Verschueren (Open VLD) stelt dat de actie bib aan huis kadert in een globale aanpak voor een laagdrempelige bibliotheek. De uitbreiding van de bibliotheek op de bovenverdieping van het gemeentehuis kan echter niet doorgaan omwille van de beslissing om het museum in het gemeentehuis te blijven huisvesten. Legt deze toestand geen hypotheek op de uitgewerkte acties? Wat is de langetermijnvisie op de bibliotheek in ’s-Gravenwezel? Mevr. K. Krekels (N-VA) antwoordt dat het om doelgroepgerichte acties gaat die niet gericht zijn op de uitbreiding van de bibliotheek. De afsprakennota heeft enkel tot doel om rechtszekerheid te geven aan de vrijwilligers. Gelet op BBC-actie 4.3.2.6 bib aan huis; Gelet op de Vlaamse beleidsprioriteit voor de bibliotheek LCBVBP02; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen m.b.t. bib aan huis d.d. 16 juni 2014; Overwegende dat het aangewezen is voor deze actie met vrijwilligers te werken, dat deze verzekerd moeten zijn en het wenselijk is een forfaitaire kilometervergoeding te geven voor verplaatsingen met de auto in het kader van deze actie; Overwegende dat verzekering en kilometervergoeding, samen met andere afspraken, bij voorkeur in een specifieke afsprakennota “Bib aan huis” worden gegoten, waardoor het gemeentebestuur met elke vrijwilliger een overeenkomst afsluit; Gelet op het ontwerp van deze afsprakennota, opgesteld door de dienst cultuur en bibliotheek, die hier ter goedkeuring door de gemeenteraad voorligt; BESLUIT Eenparig. Enig artikel. De gemeenteraad keurt de afsprakennota voor de vrijwilligers van bib aan huis goed.
21.
Cultuur & Bibliotheek - Aanpassing subsidiereglement socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten. Goedkeuring Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) formuleert twee knelpunten: - het subsidiereglement is niet eenvoudig; werd het reglement voorgelegd aan een representatieve klankbordgroep? - er is een tool ontwikkeld om de verenigingen te helpen; wordt deze ook gebruikt? Mevr. K. Krekels (N-VA) erkent dat de subsidieaanvraag voor de verenigingen veel werk met zich meebrengt. Ze kunnen steeds bij de cultuurdienst terecht voor de ondersteuning. Het reglement zelf ligt ter goedkeuring voor, niet de manier waarop de subsidieaanvraag moet ingediend worden. Mevr. K. Krekels (N-VA) legt de nadruk op de opbouw van de verklarende nota. De door de gemeenteraad gestelde vragen zijn allemaal opgenomen en worden beantwoord. Er is een volledig overzicht beschikbaar van de situatie van het vorige reglement ten opzichte van het nieuwe reglement. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat alle registers zullen opengetrokken worden, wat jammer is voor de financiële implicaties voor de gemeente. Dhr. J. Verschueren (Open VLD) is van oordeel dat de lezer over een serieus IQ moet beschikken om de teksten te kunnen lezen. Het reglement is veel te ingewikkeld. Gelet op de BBC 2014-2019; Gelet op het reglement erkenning verenigingen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 juni 2014; Gelet op het reglement zalen en lokalen en reglement evenementenmateriaal zoals goedgekeurd op 16 juni 2014; Gelet op het decreet lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012; Gelet op het participatief proces bij het tot stand komen van het subsidiereglement voor socioculturele verenigingen en socio-culturele projecten; Gelet op het advies van de raad voor cultuurbeleid op het subsidiereglement voor socioculturele verenigingen en socio-culturele projecten (versie 1) d.d. 26 juni 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 18 juli 2014; Gelet op het visum nr. 2014/053 d.d. 04/08/2014 van de financieel beheerder; BESLUIT Met 14 stemmen, bij 8 onthoudingen van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens, dhr. S. Callens en mevr. M. Dillen. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten goed: SUBSIDIEREGLEMENT VOOR CULTURELE PROJECTEN
SOCIO-CULTURELE
VERENIGINGEN
EN
SOCIO-
Binnen het in het budget voorziene en goedgekeurde bedrag (1419/4/3/7/9 “steun voor erkende socio-culturele verenigingen” en 1419/4/3/6/4 “Ondersteuning bieden aan initiatieven van inwoners”) worden door het college van burgemeester en schepenen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgelegd. Subsidies worden verstrekt op basis van een werkingsjaar dat loopt van 1 september tot en met 31 augustus, projectsubsidies vallen onder speciale voorwaarden, die verder in het reglement worden toegelicht. Beslissingen waarbij het gemeentebestuur afwijkt van het advies van de raad voor cultuurbeleid, moeten worden gemotiveerd. I. Algemene bepalingen Artikel 1. Algemene bepalingen Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. Gelet op het nieuwe decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid dat in het kader van het planlastendecreet van 15 juli 2011, het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid en het besluit van 11 januari 2002 ter uitvoering van dit decreet, vervangt. Gelet op het feit dat het nieuwe decreet vertrekt van de krachtlijnen van de huidige regelgeving, maar meer autonomie geeft aan de gemeenten om een cultuurbeleid op maat te voeren. Gelet op artikel 7, 3° van het vernieuwd decreet dat bepaalt dat een gemeente, alleen of in een samenwerkingsverband van een of meer andere gemeenten nog steeds minstens 0,8 euro per inwoner moet besteden aan ondersteuning van particuliere verenigingen en instellingen. Gelet op het strategisch meerjarenplan, actie “Steun voor erkende socio-culturele verenigingen” en “Ondersteuning bieden aan initiatieven van inwoners”. Art. 2. Wie komt er in aanmerking? Alleen de erkende plaatselijke socio-culturele verenigingen die een werking ontwikkelen ten bate van de inwoners van de gemeente kunnen aanspraak maken op basissubsidies en werkingssubsidies. Een vereniging wordt erkend door het college van burgemeester en schepenen na controle van de ingediende stukken door de dienst cultuur & bibliotheek en het advies van de raad voor cultuurbeleid. Om erkend te worden, moet een plaatselijke socio-culturele vereniging een doel nastreven dat gericht is op het sociaal en cultureel werk, de verhoging van de participatie aan GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
cultuur, de bevordering van educatie van personen en groepen, het stimuleren van gemeenschapsvorming en de ontspanning van inwoners (cfr. de voorwaarden voor erkenning, die bepaald zijn in het ‘Erkenningsreglement verenigingen’, te verkrijgen op de dienst cultuur & bibliotheek en het evenementenloket). Daarnaast kunnen alle verenigingen en projectgroepen uit Schilde die tot doel hebben het culturele leven van de gemeente te verrijken, eventueel een projectsubsidie bekomen. Ook inwoners die niet lid zijn van een (erkende) vereniging, maar die toch een cultureel project ondernemen, kunnen aanspraak maken op een projectsubsidie volgens dit reglement. Een vereniging of individu kan enkel ondersteuning ontvangen via één gemeentelijk kanaal. Een vereniging of individu die gebruik maakt van subsidies stemt in met de mogelijkheid tot controle. Verhaal is mogelijk via een daartoe bestemde procedure (zie artikel 8). II. Vormen van subsidiëring Art. 3. Subsidies Er zijn vijf soorten subsidies die onder dit reglement van toepassing zijn. - Basissubsidies (3.1) - Werkingssubsidies, waaronder: Een subsidie voor ledenactiviteiten (3.2.1) Een subsidie voor open activiteiten (3.2.2) Een subsidie voor samenwerkingsactiviteiten (3.2.3) - Projectsubsidies (3.3) De subsidies worden berekend aan de hand van de door de erkende vereniging ingediende dossiers. 3.1 Basissubsidie Iedere erkende socio-culturele vereniging heeft recht op een basissubsidie. De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag per werkingsjaar, verhoogd met een variabel bedrag dat berekend wordt op basis van het aantal leden van dat werkingsjaar. Om hierop aanspraak te maken, dient de vereniging elk jaar een ledenlijst voor te leggen. 3.2 Werkingssubsidies Werkingssubsidies kunnen verstrekt worden voor de organisatie van ledenactiviteiten, open activiteiten en samenwerkingsactiviteiten. De typering van een activiteit gebeurt op basis van de effectieve betrokkenheid van de vereniging bij de organisatie van deze activiteit. Een activiteit waarbij een beperkte groep van personen (al of niet lid van de vereniging) besluiten om samen iets te doen of te ondernemen (bv zwemmen met een aantal personen, beleggen, koken, wandelen, enz.) dat niet tot de basisdoelstelling van de vereniging behoort, is geen subsidieerbare activiteit en telt ook niet mee als activiteit voor het verkrijgen of het behoud van de erkenning van de vereniging. 3.2.1 Subsidie voor ledenactiviteiten Deze subsidie is bedoeld als ondersteuning van de activiteiten die een vereniging inricht voor zijn leden. Deze (regelmatig wederkerende) activiteiten beogen de doelstellingen van de vereniging te verwezenlijken via de interne werking. Deze activiteiten moeten bijdragen tot het bevorderen van de gemeenschapszin. Activiteiten die niet open staan voor alle leden zoals bv. bestuursvergaderingen, projectvergaderingen, enz. zijn uitgesloten. Ledenactiviteiten worden gesubsidieerd met een maximum van 50 subsidieerbare activiteiten per werkingsjaar. De toegang tot de activiteit kan al of niet betalend zijn. 3.2.2 Subsidie voor open activiteiten Deze subsidie heeft tot doel de verenigingen aan te zetten inwoners van de gemeente te betrekken bij hun werking. Het gaat om activiteiten waarvoor niet-leden vrijblijvend worden uitgenodigd. Wanneer een activiteit niet plaats heeft in de gemeente Schilde moet duidelijk gemaakt worden dat de deelnemers aan de activiteit hoofdzakelijk tot de gemeente Schilde behoren. Indien vereniging A deelneemt aan een open activiteit die georganiseerd wordt door een vereniging B, maar de vereniging A is niet effectief betrokken bij de organisatie van die activiteit, dan is dit geen subsidieerbare open activiteit. De activiteit dient te worden bekend gemaakt via de gemeentelijke informatiekanalen of mits voorlegging van evidentie van een gelijkwaardig informatiekanaal. 3.2.3 Subsidie voor samenwerkingsactiviteiten Het doel van deze subsidie is het stimuleren van de samenwerking tussen verschillende verenigingen en tussen de gemeente en de verenigingen. Hierbij zijn zowel het uitwerken van GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
de doelstellingen van de verenigingen, als het sociaal contact belangrijk. Twee of meer erkende verenigingen uit de gemeente Schilde of minstens één vereniging in samenwerking met de gemeente Schilde maken deel uit van de organisatie van de activiteit. De activiteit dient te worden bekend gemaakt via de gemeentelijke informatiekanalen of mits voorlegging van evidentie van een gelijkwaardig informatiekanaal. 3.3 Projectsubsidie Een projectsubsidie kan worden verstrekt voor de realisatie van een initiatief dat al dan niet in samenwerking met andere verenigingen wordt uitgevoerd. Dit initiatief of project behoort niet tot de geregelde werking van een vereniging. Om in aanmerking te komen voor een projectsubsidie moet het project aan de volgende voorwaarden voldoen: 1. het project ondersteunt de uitstraling van Schilde als cultuur stimulerende gemeente; 2. het project streeft geen commercieel doel na; 3. de noodzaak voor financiële ondersteuning bij de realisatie van het project is aantoonbaar en opvolgbaar; 4. voor een project dat ingericht wordt op initiatief van één persoon (of een groep van personen die niet als vereniging erkend zijn), kan volgens dezelfde procedure een projectsubsidie bekomen worden, mits het openen van een bankrekening op naam van het project. Elke aanvraag voor een projectsubsidie wordt na ontvangst bij het evenementenloket, voorgelegd aan de dienst cultuur & bibliotheek die het dossier onderzoekt en die het vervolgens ter advies aan de raad voor cultuurbeleid voorlegt. De aanvraag omvat een duidelijke omschrijving van het project, de planning, een begroting van de te verwachten uitgaven en inkomsten en het beoogde subsidiebedrag. Na de formele goedkeuring van de aangevraagde projectsubsidie door het college van burgemeester en schepenen zal het gemeentebestuur de projectsubsidie uitbetalen om het project te kunnen starten. Eén zelfde project kan slecht één maal per jaar een projectsubsidie bekomen. Dubbele subsidiëring voor de organisatie van een project via een projectsubsidie en werkingssubsidies is niet mogelijk. Een project telt wel mee voor het aantal georganiseerde activiteiten die nodig zijn voor het verkrijgen of het behoud van de erkenning van de vereniging. Na afloop van het project wordt uiterlijk drie maanden later een verslag met een overzicht van uitgaven en inkomsten voorgelegd aan de dienst cultuur & bibliotheek. Elk bewijsstuk dient te worden voorzien van een nummer corresponderend met de omschrijving in het overzicht. De aanvrager stemt in met een controle van de ingediende informatie. III. Berekeningsregels Art. 4. Berekening van de subsidies De begroting voor cultuur omvat jaarlijks een bedrag (=X) voor toewijzing aan de subsidies. Het bedrag X bestaat uit de basissubsidie (= X1) en werkingssubsidie = X2). Bedragen voor projectsubsidies (bedrag Y) worden afzonderlijk begroot. 4.1 Basissubsidie Het basisbedrag bedraagt 50 euro, verhoogd met een bedrag berekend aan de hand van het aantal leden dat de vereniging telt in het werkingsjaar. 50 € basissubsidie + 1 €/lid met een maximum van 150 € per werkingsjaar. Van het totale subsidiebudget X wordt het totaal bedrag van de basissubsidies afgetrokken. Hetgeen overblijft wordt de pot X2 die bestemd is voor de werkingssubsidies. 4.2 Werkingssubsidie Voor de berekening van de werkingssubsidie, wordt per activiteit een score bepaald als volgt: 1. één punt per ledenactiviteit (max. 50 per jaar) 2. plus 5 punten per open activiteit 3. plus 3 extra punten per samenwerkingsactiviteit Het bedrag X2 wordt gedeeld door de som van het aantal punten dat door alle verenigingen is behaald. Dit levert een bedrag per punt dat gebruikt wordt voor de berekening van de werkingssubsidie voor een bepaalde vereniging. 4.3 Projectsubsidie Elke aanvraag voor een projectsubsidie wordt na ontvangst bij het evenementenloket, voorgelegd aan de dienst cultuur & bibliotheek die het dossier onderzoekt en die het vervolgens ter advies aan de raad voor cultuurbeleid voorlegt. Het college van burgemeester en schepenen GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
beslist op basis van dit advies welke projecten zullen worden ondersteund en hoe budget Y verdeeld zal worden. IV. Procedures Art. 5. Procedure van aanvraag Verenigingen, projectgroepen en/of individuen die aanspraak wensen te maken op de subsidies hierboven beschreven, zijn verplicht volgende formulieren (eventueel in elektronische vorm) in te dienen: 5.1 Formulier voor het bekomen van basissubsidies (indienen dienst cultuur & bibliotheek) Dit formulier moet ingediend worden voor het bekomen van de basissubsidie. Enkel erkende socio-culturele verenigingen komen hiervoor in aanmerking. De schriftelijke aanvraag dient toe te komen (of vervolledigd indien elektronisch) vóór 1 oktober van het werkingsjaar waarvoor een subsidie wordt aangevraagd. Elke erkende socio-culturele vereniging wordt geacht dit formulier jaarlijks in te dienen of bij te werken om zijn erkenning te behouden. 5.2 Formulieren voor het bekomen van werkingssubsidies: ledenactiviteiten, open activiteiten en samenwerkingsactiviteiten (indienen dienst cultuur & bibliotheek) Voor het bekomen van werkingssubsidies dienen socio-culturele verenigingen de formulieren voor ledenactiviteiten, open activiteiten en samenwerkingsactiviteiten in te dienen. Enkel erkende socio-culturele verenigingen komen hiervoor in aanmerking. De formulieren dienen toe te komen vóór 1 oktober van het werkingsjaar waarvoor de vereniging subsidies wenst te ontvangen. 5.3 Formulier voor het bekomen van projectsubsidies (indienen evenementenloket) Dit formulier dient (zodra het initiatief vorm heeft gekregen) te worden ingediend bij het evenementenloket. Op het indienen van een aanvraag voor het bekomen van een projectsubsidie staat geen datum. Al deze formulieren en bewijsstukken moeten worden gericht aan het gemeentebestuur. Toezending voor het bekomen van basissubsidies en werkingssubsidies kan gebeuren op volgend adres: Gemeentebestuur Schilde Dienst cultuur & bibliotheek Brasschaatsebaan 30 2970 Schilde Toezending voor het bekomen van projectsubsidies kan gebeuren op volgend adres: Gemeentebestuur Schilde Evenementenloket Turnhoutsebaan 200 2970 Schilde Art. 6. Privacy Navraag bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL) heeft bevestigd dat: 1- De subsidiërende overheid het recht heeft inzage te vragen in de ledenlijst van de verenigingen indien de te ontvangen subsidies onder andere afhangen van het aantal leden of inwoners, 2- Indien deze subsidies jaarlijks hernieuwbaar zijn, de gemeente elk jaar een nieuwe lijst kan opvragen ter controle, 3- Deze gegevens niet mogen bijgehouden worden, tenzij tijdelijk indien de verantwoording van de toekenning van deze subsidies in vraag wordt gesteld. Art. 7. Elektronische handtekening Indien men gebruik maakt van een elektronisch systeem, dan wordt de toegangscontrole via de combinatie van gebruikersnaam (toegekend door de personen die het systeem beheren) met een individueel beveiligd paswoord als bijkomende identificatie, erkend als equivalent van een geschreven handtekening. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Art. 8. Betwistingen en verhaal Alle betwistingen worden onderzocht door de raad voor cultuurbeleid. Het advies hierover wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. V. Slotbepalingen In geval van ontbinding van een vereniging vóór de uitbetaling van een subsidie zal deze subsidie niet meer worden uitgekeerd. Dit reglement zal voor kennisgeving worden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid. Dit reglement is goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014 en treedt in werking vanaf het werkingsjaar 2014-2015. Dit reglement vervangt het voorgaande subsidiereglement socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten. Dit reglement blijft gelden totdat een vervangend reglement wordt goedgekeurd door de gemeenteraad. 22.
Sport & Gezondheid - Reglement subsidie erkende sportverenigingen. Goedkeuring Dhr. S. Callens (Open VLD) informeert naar de accentverschuivingen die voorgesteld worden. Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat de gemeenteraad reeds administratieve aanpassingen aan het reglement goedkeurde. Hierna ging een subsidiewerkgroep van de sportraad aan de slag. Het nieuwe reglement is gelijklopend met het vorige met uitzondering van artikel 3. Sportverenigingen met 10 leden kunnen reeds een basissubsidie bekomen. Voor een werkingssubsidie moeten ze 25 leden hebben. Gelet op het decreet lokaal sportbeleid; Gelet op de BBC 2014-2019; Gelet op het reglement erkenning verenigingen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 juni 2014; Gelet op het reglement houdende zalen en lokalen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d.16 december 2013; Gelet op het reglement uitleendienst evenementenmateriaal zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 december 2013; Overwegende de afstemming van het reglement subsidie erkende sportverenigingen met subsidiereglement voor erkende seniorenverenigingen, het subsidiereglement socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten, het subsidiereglement voor gehandicaptenverenigingen en het subsidiereglement voor jeugdverenigingen en jongeren; Gelet op het participatief proces bij het tot stand komen van het reglement subsidie erkende sportverenigingen; Gelet op de kennisname van het college van burgemeester en schepenen van de opstart en de leden van de werkgroep ‘subsidie erkende sportverenigingen d.d. 10 maart 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 2 juni 2014 betreffende het ontwerp van het reglement subsidie erkende sportverenigingen dat werd ontwikkeld door de werkgroep; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 16 juni 2014 betreffende het ontwerp van het reglement subsidie erkende sportverenigingen dat werd ontwikkeld door de werkgroep en beslist dit ontwerp ter advies voor te leggen aan de sportraad; Gelet op het advies van de sportraad d.d. 2 juli 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 14 juli 2014; Gelet op het visum nr. 2014/055 d.d. 13 augustus 2014 van de financieel beheerder; BESLUIT Met 14 stemmen, bij 8 onthoudingen van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens, dhr. S. Callens en mevr. M. Dillen. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande reglement subsidie erkende sportverenigingen goed. REGLEMENT SUBSIDIE ERKENDE SPORTVERENIGINGEN Het subsidiereglement tracht bij te dragen tot de kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen van Schilde via een doelgericht subsidiebeleid. Het subsidiebedrag wordt bepaald door de GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
beoordeling van de kwaliteitsvolle, permanente en inhoudelijke sportwerking, en van de structuur en omkadering van de sportvereniging op het vlak van de verschillende doelstellingen. De beoordeling gebeurt op basis van een aantal criteria per doelstelling waaraan de sportvereniging moet voldoen. Artikel 1. Subsidiëring Subsidies voor erkende sportverenigingen zijn toelagen die enkel kunnen worden toegekend aan verenigingen, die door het gemeentebestuur van Schilde werden erkend als sportvereniging. Daarentegen is een erkende sportvereniging niet automatisch een gesubsidieerde sportvereniging. Bedragen ter subsidiëring van sportverenigingen worden jaarlijks goedgekeurd binnen het gemeentelijke budget. Deze subsidies kunnen bijgevolg nooit hoger zijn dan de daarvoor goedgekeurde bedragen. Art. 2. Toekennen subsidies De subsidies voor erkende sportverenigingen worden toegekend door het college van burgemeester en schepenen van Schilde, volgens de regelingen, voorwaarden en bepalingen die in dit reglement staan vermeld. Art. 3. Voorwaarden voor het ontvangen van basissubsidies Volgende sportverenigingen kunnen basissubsidie ontvangen Een erkende sportvereniging DIE een dossier indient voor behoud van erkenning EN BOVENDIEN o een sport beoefent die op de sporttakkenlijst staat of o aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie of o aangesloten is bij een erkende Vlaamse organisatie voor sportieve vrijetijdsbesteding Art. 4. Voorwaarden voor het ontvangen van werkingssubsidies Volgende sportverenigingen kunnen werkingssubsidie ontvangen Een erkende sportvereniging DIE een dossier indient voor behoud van erkenning EN BOVENDIEN o een sport beoefent die op de sporttakkenlijst staat of o aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie of o aangesloten is bij een erkende Vlaamse organisatie voor sportieve vrijetijdsbesteding EN BOVENDIEN minimaal 25 aangesloten én actieve leden heeft EN ‘scoort’ op minimum 2 criteria binnen de werkingssubsidie Art. 5. Voorwaarden voor het ontvangen van doelgroepensubsidies Volgende sportverenigingen kunnen doelgroepensubsidie ontvangen Een erkende sportvereniging DIE een dossier indient voor behoud van erkenning EN BOVENDIEN aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie EN BOVENDIEN minimaal 25 actieve én aangesloten leden heeft EN ‘scoort’ op de verschillende criteria binnen de doelgroepensubsidie Art. 6. Puntensysteem Het bedrag dat op het gemeentelijk budget ter beschikking wordt gesteld ter verhoging van kwaliteitssport in de sportverenigingen wordt evenredig verdeeld, naar gelang het puntenaantal dat de sportvereniging behaalt. Hoewel dit bedrag wordt vastgesteld, ligt de waarde van één punt niet vast. De waarde van een punt hangt af van het totale aantal punten dat alle sportverenigingen samen verdienen binnen dit reglement en binnen elk thema. De thema’s vertalen wat de gemeente Schilde belangrijk vindt in het kader van subsidiëring ter verhoging van kwaliteitssport in de sportvereniging. Art. 7. Uitbetalingssysteem GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
De subsidies voor sportverenigingen worden uitbetaald in overeenstemming met de wetgeving op de overheidsfinanciering. Subsidies kunnen enkel worden gestort op een bankrekening, op naam van de sportvereniging voor wie de subsidies zijn bedoeld. Enkel subsidiedossiers die binnen de gestelde termijn worden ingediend, komen in aanmerking voor uitbetaling. Art. 8. Juistheid van de gegevens Als onjuiste gegevens worden verstrekt in het subsidiedossier, kan dit een reden zijn voor uitsluiting van subsidiëring voor het werkingsjaar waarvoor de subsidies werden ingediend. Reeds uitbetaalde subsidies kunnen worden teruggevorderd. Bovendien kan een sportvereniging worden uitgesloten van verdere subsidiëring. Het opleggen van sancties is een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen. Art. 9. Bedrag van de te verdelen subsidies Het subsidiereglement is gebaseerd op het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid waarin verschillende beleidsprioriteiten worden bepaald. Voor de basissubsidie en de werkingssubsidie wordt het bedrag voor beleidsprioriteit 1 besteed én verhoogd met de vrij te verdelen bijdrage van 15% én verhoogd met de gemeentelijke bijdrage. Voor de doelgroepensubsidie wordt voor het ‘thema’ verhoging jeugdsportbegeleiders’ het bedrag voor beleidsprioriteit 2 besteed én verhoogd met de gemeentelijke bijdrage. Art. 10. Basissubsidie De basissubsidie is een vast bedrag per sportvereniging per werkingsjaar en bedraagt €100. Art. 11. Criteria werkingssubsidie De beoordeling van de aanvragen gebeurt aan de hand van volgende criteria 1. Kwantiteit 2. Kwalitatieve structuur 3. Kwaliteit van de sportbegeleiders 4. Een breed en kwalitatief beweeg- en sportaanbod 5. Aantal trainingsmomenten Art. 12. Criteria doelgroepensubsidie De beoordeling van de aanvragen gebeurt aan de hand van volgende criteria 1. Verhoging kwaliteit jeugdsportbegeleiders Art. 13. Bewijsstukken Bewijsstukken maken integraal deel uit van het subsidiedossier. Dossiers waarvan de correcte bewijsstukken ontbreken, worden als onvolledig beschouwd. Voor het onderdeel waarvan geen bewijzen kunnen worden voorgelegd, wordt geen subsidie verleend. Art. 14. Termijn en berekeningen De erkende sportvereniging bezorgt het subsidiedossier met alle gevraagde bewijsstukken voor 15 oktober van het betrokken jaar aan de dienst sport & gezondheid. Het berekenen van de subsidies gebeurt door de dienst sport & gezondheid. Vragen over de filosofie en de structuur van dit reglement kunnen door de dienst sport en gezondheid worden beantwoord. Art. 15. Administratieve controle (wet van 14/11/1983 – BS 6/12/1983) De wet van 14 november 1983 verplicht een controle op bepaalde toelagen die het gemeentebestuur van Schilde uitbetaalt aan de erkende sportverenigingen. Door het indienen van een subsidiedossier verklaren de sportverenigingen dat ze de subsidies, die de gemeente Schilde uitbetaalt, zullen aanwenden ter financiering van de werking van de sportvereniging. De gemeente Schilde kan te allen tijde inzage vragen in de werking van de erkende sportvereniging. De sportvereniging moet deze gegevens ter beschikking stellen van de gemeente. Art. 16. Bezwaarprocedure De dienst sport en gezondheid is het aanspreekpunt bij vragen of opmerkingen over de toepassing van dit reglement en de berekening van de subsidies. Schriftelijke bezwaren moeten altijd worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen, Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde. Bezwaren moeten binnen de maand na de betaling van de subsidies worden ingediend. Alle betwistingen worden onderzocht door de sportraad. Het advies hierover wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. Art. 17. Geldigheid van dit reglement Dit reglement werd gunstig geadviseerd door de sportraad op 2 juli 2014. Dit reglement werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 28 augustus 2014. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2014. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Dit reglement blijft gelden tot een vervangend reglement wordt goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit reglement vervangt het voorgaande ‘subsidiereglement voor sportclubs’. BIJLAGE 1: SUBSIDIES
1. Basissubsidie 1.
€100
Basissubsidie Indienen van de verplichte bewijsstukken
2. Werkingssubsidie 2.1. 2.1.1.
Scoren op minimum 2 criteria binnen de werkingssubsidie Kwantiteit (30%) Totaal aantal leden (15%)
aantal leden
Totaal aangesloten actieve en verzekerde leden tijdens vorig werkingsjaar
x1 x1
Totaal aangesloten actieve en verzekerde leden woonachtig in Schilde tijdens vorig werkingsjaar
2.1.2.
aantal leden
Aantal jeugdleden (10%) Totaal aangesloten actieve en verzekerde leden > 3 jaar en <19 jaar tijdens vorig werkingsjaar Totaal aangesloten actieve en verzekerde leden > 3 jaar en <19 jaar woonachtig in Schilde tijdens vorig werkingsjaar
2.1.3.
Totaal aangesloten werkingsjaar
2.2. 2.2.1.
actieve
en
verzekerde
G-sporters
tijdens
x1
vorig
Kwalitatieve structuur (20%) Financieel beleid en management (3%) 2.2.1.1. Beschikken over een meerjarig beleidsplan en jaarevaluatie (1%) Financieel plan bij het beleidsplan en jaarevaluatie (1%)
punten
Jeugdbeleid (1%)
Structuur bestuur (10%) 2.2.2.1. Geschoold bestuur (2%)
punten
Opleiding bestuur – nascholing laatste 5 jaar (2%)
aantal
Duidelijke structuur (2%)
Aansluiting bij koepels/raden (4%)
punten
score
punten
1 1 scor e 1
Aansluiting bij een erkende Vlaamse sportfederatie of erkende organisatie voor sportieve vrijetijdsbesteding (3%) Aansluiting bij de sportraad (1%)
2.2.3.
Samenwerking (3%) 2.2.3.1. Structureel met andere sportverenigingen (1%)
1 aantal
Zoals structureel uitwisselen van trainers omwille van deskundigheid van de sportbegeleider, structureel organiseren van gezamenlijke trainingen tussen meerdere verenigingen, …… 2.2.3.2.
Met de gemeente Schilde/sportraad (1%) Met scholen (1%) Zoals geven van initiaties na de lesuren in de scholen, meewerken aan schoolsportdagen, organiseren van scholentornooien,…. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
score
1 aantal
Zoals meewerken aan lokale organisaties en bovenlokale initiatieven,…. 2.2.3.3.
score
x1
Organogram met verschillende functies (1%) EHBO-verantwoordelijke met up-to-date materiaal (1%) 2.2.2.4.
score
x1 aantal
Aantal relevante nascholingen bestuursleden tijdens de afgelopen 5 jaar 2.2.2.3.
score
1
Aantal functie gerelateerde diploma’s 2.2.2.2.
score
1
Planmatig werken met een uitgeschreven visie over het jeugdbeleid
2.2.2.
score
1 punten
Financieel verslag van afgelopen werkingsjaar gekoppeld aan het beleidsplan en evaluatie hiervan 2.2.1.3.
score
x1
Planmatig werken met een beleidsvisie 2.2.1.2.
score
x1
G-leden
Totaal aantal G-sporters (5%)
score
score
x1 aantal
score
1
2.2.4.
Communicatie en promotie sportvereniging (4%) 2.2.4.1. Werving leden (1%)
punten
Het organiseren van eigen activiteiten ter bevordering van de instap van nieuwe leden 2.2.4.2.
1 punten
Communicatie voeren naar jongeren (1%) Gerichte communicatie naar jongeren > 3 jaar en <19 jaar
2.2.4.3.
2.2.4.4.
infobrochures,
punten
flyers, punten
Gerichte communicatie (1%)
Kwaliteit van de sportbegeleiders (SB) (20%) Gespecialiseerde SB (16%)
aantal
x2
x3 x3
Aantal thema-gerelateerde bijscholingen door SB
2.3.3.
Gediplomeerde scheidsrechters/juryleden (2%) 2.3.3.1. Aantal gediplomeerde scheidsrechters markeerders, ….
/tafelzitters
/
aantal
aantal
Een breed en kwalitatief beweeg- en sportaanbod (10%) Aanbieden van een wekelijks recreatief aanbod (4%) Aanbieden van wekelijkse trainingen voor competitiesporters (3%)
punten
Wekelijks aanbieden van andere bewegingsvormen dan de hoofdsport (2%)
punten
Integratie van kansengroepen (1%)
punten
Aantal trainingsmomenten (20%) Aantal trainingsmomenten van de sportvereniging (16%)
punten
Aantal officiële wedstrijden van de sportvereniging (4%) 2.5.2.1. 2.5.2.2.
Aantal wedstrijden/ploeg in de reguliere competitie die worden begeleid door de coach Aantal wedstrijden waaraan de club deelneemt voor individuele sporters in aanwezigheid van de coach GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
score
1
aantal
ploeg/weekdagen/sessies/accommodatie/SB
2.5.2.
score
1
Het aanbieden van gespreide betalingsplannen voor het lidgeld én duidelijke en permanente communicatie over aanspreekpunt/doorverwijzing OCMW
2.5. 2.5.1.
score
1
Organiseren van wekelijkse trainingen van een andere sport dan de ‘hoofdsport’ onder begeleiding van een gekwalificeerde SB
2.4.4.
score
1
Organiseren van wekelijkse trainingen voor de competitiesporter onder begeleiding van een gekwalificeerde SB
2.4.3.
score
x1
Organiseren van wekelijkse trainingen voor de recreatieve sporter onder begeleiding van een gekwalificeerde SB
2.4.2.
score
x1
Aantal gediplomeerde juryleden/officiëlen Individuele sporten
2.4. 2.4.1.
score
x1
Ploegsporten 2.3.3.2.
score
x1
aantal
Bijscholing up-to-date laatste 5 jaar (2%)
score
1
Enkel SB die een volledig werkingsjaar training geven. Attest: basismodule initiator, aspirant initiator, multimove voor kinderen, ste geslaagd 1 jaar bachelor LO Diploma: wegkapitein, jogbegeleider, bewegingsanimator de Attest: basismodule trainer B/trainer A, geslaagd 2 jaar bachelor LO Diploma: VTS-initiator, kandidaat LO, gegradueerde LO Gehandicaptensport: kandidaat kinesitherapie Jeugdsportcoördinator: attest instapmodule jeugdsportcoördinator Diploma: VTS-trainer B, bachelor LO Gehandicaptensport: gegradueerde kinesitherapie Jeugdsportcoördinator: diploma bachelor LO + jeugdsportcoördinator Diploma: VTS-trainer A/top trainer, bachelor LO met VTS trainer B/trainer A, master LO, master LO met VTS trainer B/trainer /sporttechnisch postgraduaat Gehandicaptensport: gegradueerde kinesitherapie met VTS trainer B/trainer A, master kinesitherapie, master kinesitherapie met trainer B/trainer A Jeugdsportcoördinator: master LO
2.3.2.
score
1
Organogram, trainingsuren, wedstrijden, activiteiten, …. worden duidelijk gecommuniceerd naar de leden
2.3. 2.3.1.
score
1
Gebruik maken van minstens 2, up to date, communicatie kanalen (1%) Zoals website, nieuwsbrief/clubblad, onthaalbrochure nieuwe leden…
score
score
x1 aantal
score
x1 x1
3. Doelgroepensubsidie Verhoging kwaliteit jeugdsportbegeleiders 3.1. 3.1.1.
Kwaliteit jeugdsportbegeleider (JSB) (60%) Sportgekwalificeerde JSB (40%)
aantal
Enkel JSB die een volledig werkingsjaar training geven. 3.1.1.1. Attest: basismodule initiator, aspirant initiator, multimove voor ste kinderen, geslaagd 1 jaar bachelor LO Diploma: jogbegeleider bewegingsanimator de 3.1.1.2. Attest: basismodule trainer B/trainer A, geslaagd 2 jaar bachelor LO Diploma: VTS-initiator, kandidaat LO, gegradueerde LO 3.1.1.3. Diploma: VTS-trainer B, bachelor LO 3.1.1.4. Diploma: VTS-trainer A/toptrainer, bachelor LO met VTS trainer B/trainer A, master LO, master LO met VTS trainer B/trainer A/sporttechnisch postgraduaat
3.1.2.
Engagement JSB (20%)
x1 x2 x3 x3 aantal
Aantal trainingssessies onder begeleiding van sportgekwalificeerde JSB 3.1.2.1. Aantal sessies training met JSB 3.1.1.1. 3.1.2.2. Aantal sessies training met JSB 3.1.1.2. 3.1.2.3. Aantal sessies training met JSB 3.1.1.3. 3.1.2.4. Aantal sessies training met JSB 3.1.1.4.
3.2. 3.2.1.
Kwaliteit jeugdsportcoördinator (JSC) (10%) Jeugdsport coördinator (8%)
Ethiek in de Jeugdsport (2 %) De JSC ondertekent de krachtlijnen van de Panathlonverklaring over de ethiek in de jeugdsport.
3.3. 3.3.1.
3.2.2.
score
x1 x2 x3 x3 aantal
De sportvereniging telt minstens 25 leden >3 jaar én <19 jaar De JSC coördineert het jeugdsportbeleid op sporttechnisch, beleidsmatig en organisatorisch vlak De JSC moet expliciet vermeld worden in informatiebrochure/website van sportvereniging De JSC is de eerste contactpersoon voor ouders, jeugdtrainers, spelers,… 3.2.1.1. JSC met als sportkwalificatie met minimaal het diploma initiator in de betrokken sporttak op de referentietabel voor sportkwalificaties van de Vlaamse trainersschool (VTS) 3.2.1.2. Met VTS-diploma JSC basismodule 3.2.1.3. Met VTS-diploma JSC specialisatiemodule
3.2.2.
score
score
x1
aantal
x2 x3 score x1
Permanente vorming jeugdsportbegeleider (JSB) en jeugdsportcoördinator (JSC) (30%) Deelname aan een VTS-opleiding en opleiding federatie (20%) aantal score 3.3.1.1. Attest multimove begeleider (VTS) x1 3.3.1.2. Diploma bewegingsanimator of gelijkwaardig (VTS) x1 3.3.1.3. Attest aspirant initiator (VTS) x2 3.3.1.4. Diploma jeugdscheidsrechter (federatie) x2 3.3.1.5. Attest basismodule initiator (VTS) x2 3.3.1.6. Diploma initiator (VTS) x3 3.3.1.7. Basismodule trainer A (VTS) x3 3.3.1.8. Attest instapmodule JSC (VTS) x3 3.3.1.9. Diploma scheidsrechter (federatie) x3 3.3.1.10. Diploma trainer B (VTS) x4 3.3.1.11. Diploma specialisatiemodule JSC (VTS) x4 3.3.1.12. Diploma trainer A (VTS) x5 Bijscholing up-to-date (laatste 5 jaar) (10%) aantal score Aantal thema-gerelateerde bijscholingen door JSB en JSC x1
BIJLAGE 2: BEWIJSSTUKKEN
1. Basissubsidie 1.
Basissubsidie Organogram bestuur (1.4 reglement erkenning verenigingen). Bankrekening in België op naam van de vereniging (1.1 reglement erkenning verenigingen). Overzicht van de georganiseerde activiteiten vorig werkingsjaar. Indien de sportvereniging aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie of bij een erkende Vlaamse GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
organisatie voor sportieve vrijetijdsbesteding, wordt de aansluitingslijst doorgegeven van het vorige werkingsjaar van deze federatie/organisatie van de ingeschreven leden bij de sportvereniging. Per lid moeten volgende gegevens vermeld staan: naam, geboortedatum, adres, statuut binnen de sportvereniging (sporter, vrijwilliger, bestuur, sportbegeleider), en het lidnummer bij de federatie. of Indien de sportvereniging een sport beoefent die op de sporttakkenlijst staat moet de ledenlijst van de verzekeringsmaatschappij worden doorgegeven. Per lid moeten volgende gegevens vermeld staan: naam, geboortedatum, adres, statuut binnen de sportvereniging (sporter, vrijwilliger, bestuur, sportbegeleider). Indien er geen nominatieve lijst bestaat moet het lidmaatschap bewezen worden via overschrijvingsbewijzen. Hoe ledenlijsten indienen – verzekeringen BA en LO Ledenlijsten kunnen het bewijs leveren voor meerdere thema’s. De ledenlijsten moeten op een overzichtelijke manier van een aantal codes worden voorzien. Ledenlijsten moeten minstens bevatten: Aansluiting sportfederatie (naam sportfederatie, aansluitingsnummer) Naam van het lid (naam, voornaam) Adres van het lid (straat, huisnummer, postcode, woonplaats) Geboortedatum van het lid Aansluitingsnummer van het lid bij de federatie Codes volgens het schema hieronder, voor leden die voor subsidiëring binnen meerdere thema’s in aanmerking kunnen worden genomen. BES = bestuurslid JON = lid >3 jaar en < 19 jaar SCH = lid wonend in de gemeente Schilde SB = gekwalificeerde sportbegeleider JSB = gekwalificeerde jeugdsportbegeleider JSC = jeugdsport coördinator G = G-sporter Voorbeeld Sportfederatie: BEWOP, de Lustige Lopers 2549 aansluitings nr vooren straat postcode geboortedatum Code federatie familienaam lid huisnummer woonplaats 458 Jef Peeters Kerkstraat 1 JSB 2110 Wijnegem 4/04/1984 754 Flor Jansens Dorpstraat 3 2970 Schilde 3/03/1999 JON/SCH 12 Fien Vanberge Steenweg 4 2970 Schilde 7/03/1940 BES/SCH
2. Werkingssubsidie 2.1.
Kwantiteit
2.1.1. Ledenlijst (zie basissubsidie) met aanduiding van de leden die in Schilde wonen. Een actief en verzekerd lid uit Schilde is een lid dat in het bevolkingsregister van de gemeente Schilde is ingeschreven. 2.1.2. Een actief jeugdlid was tijdens het afgelopen werkingsjaar ouder dan 3 jaar én jonger dan 19 jaar. Een actief en verzekerd jeugdlid uit Schilde is een jeugdlid dat in het bevolkingsregister van de gemeente Schilde is ingeschreven. 2.1.3. Ledenlijst (zie basissubsidie) met aanduiding van de leden die in Schilde wonen en de G-sporters. Attest van de beperking van het aangesloten clublid, afgeleverd door het ministerie van Sociale Voorzorg of het ziekenfonds.
2.2.
Kwalitatieve structuur van sportverenigingen
2.2.1. Een meerjarig beleidsplan is een document waaruit blijkt dat de sportvereniging vooruit denkt. Het is een document dat de weg van de sportvereniging uitstippelt voor minstens twee werkingsjaren verder dan het werkingsjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Een financieel plan geeft de financiële weerslag weer van het meerjarig beleidsplan. Een jaarevaluatie is een jaarlijkse kritische evaluatie van het meerjarig beleidsplan en/of het financieel plan. Stukken waaruit blijkt dat de sportvereniging een visie heeft uitgewerkt over het jeugdbeleid in de vereniging en dit evalueert op regelmatige wijze. 2.2.2. Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s of deelnameattesten. Elke scholing of bijscholing moet zijn gegeven door VTS of andere erkende onderwijsinstelling zoals Dynamo, sportfederatie, APB sport,….. Een diploma behaald door het bestuurslid moet relevant zijn voor de beoefende functie in het bestuur van de sportvereniging. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Een diploma hoger onderwijs moet relevant zijn voor de beoefende functie in het bestuur van de sportvereniging. Per bestuurslid komt niet meer dan één diploma in aanmerking. Relevante bijscholingen van de bestuursleden tijdens de afgelopen 5 werkingsjaren komen in aanmerking. Bijscholingen worden gevolgd om de deskundigheid te verbeteren en zijn gericht op het verbeteren van de competenties en vernieuwingen. Een organogram bewijst het hebben van de verschillende niet cumuleerbare functies. Een EHBO verantwoordelijke moet de beschikking hebben over up-to-date EHBO-materiaal waarvan een inventaris moet worden voorgelegd (functie cumuleerbaar). Aansluiting bij de sportfederatie bewijzen met aansluitingsnummer van de sportvereniging en een betalingsbewijs. 2.2.3. De communicatie die de verschillende sportverenigingen met de leden voeren waaruit blijkt dat er structureel wordt samengewerkt met deze sportverenigingen. Een afsprakennota tussen de verschillende sportverenigingen over de samenwerking is een verplicht document. Stukken waaruit blijkt dat de sportvereniging heeft meegewerkt aan lokale organisaties en bovenlokale initiatieven van Schilde en de gemeentelijke sportraad. Stukken (draaiboeken, overzicht medewerkers,…) waaruit de samenwerking blijkt tussen de vereniging en de school. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,….. 2.2.4. Folders, flyers, huur zaal, foto’s bewijzen het hebben van een activiteit ter promotie van de sportvereniging. Communicatiedragers waaruit blijkt dat er gerichte communicatie wordt gevoerd naar de beoogde doelgroep. Communicatiedragers waaruit blijkt dat er gerichte en up-to-date communicatie wordt gevoerd. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,…..
2.3.
Kwaliteit van de sportbegeleiders (SB)
2.3.1. Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s. Per SB komt niet meer dan één diploma in aanmerking. Elke scholing moet zijn gegeven door VTS of een daarmee gelijkgestelde onderwijsinstelling en gerelateerd aan de in de sportvereniging beoefende sport(en). Een pedagogisch gekwalificeerde SB is in het bezit van een diploma van pedagogische bekwaamheid (diploma leraar, aggregaat of specifieke lerarenopleiding, kinesist). Een diploma hoger onderwijs van bachelor LO en/of master LO. 2.3.2. Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s of deelnameattesten. Bijscholingen worden gevolgd om de deskundigheid te verbeteren en zijn gericht op het verbeteren van de competenties en vernieuwingen. Elke scholing of bijscholing moet zijn gegeven door VTS of andere erkende onderwijsinstelling zoals Dynamo, sportfederatie, APB sport,….. Een diploma behaald door de SB moet relevant zijn voor de sportvereniging. Relevante bijscholingen van de SB tijdens de afgelopen 5 werkingsjaren komen in aanmerking. 2.3.3. Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s/deelnameattesten. Elke scholing/bijscholing moet zijn gegeven door VTS of andere erkende onderwijsinstelling zoals Dynamo, sportfederatie, APB sport,….. De scholing/bijscholingen moet taak gerelateerd zijn.
2.4.
Een breed en kwalitatief beweeg- en sportaanbod
2.4.1. Stukken die aantonen dat wekelijks een recreatief aanbod onder begeleiding van een SB wordt aangeboden aan de leden. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,….. 2.4.2. Stukken die aantonen dat wekelijkse trainingen en wedstrijden onder begeleiding van een SB worden aangeboden aan de leden. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,….. 2.4.3. Stukken die aantonen dat de sportvereniging wekelijks andere bewegingsvormen dan de hoofdsport aanbiedt aan de leden onder begeleiding van een gekwalificeerde SB. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,….. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
2.4.4. Duidelijke en permanente communicatie over het aanspreekpunt voor kansengroepen. Duidelijke en permanente communicatie over het aanbieden van gespreide betalingsplannen. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,…..
2.5.
Aantal trainingsmomenten
2.5.1. Overzicht met de wekelijkse trainingen (ploeg/weekdagen/sessie/accommodatie/SB). Communicatie die hierover door de sportvereniging werd gevoerd naar de leden. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,….. 2.5.2. Overzicht van alle wedstrijden/ploeg in de reguliere competitie met de rangschikking op het einde van het sportseizoen (sportfederatie). Overzicht van alle wedstrijden/individuele sporter in officiële wedstrijden van de sportfederatie met de rangschikking.
3. Doelgroepensubsidie Verhoging kwaliteit Jeugdsportbegeleiders 3.1.
Kwaliteit JSB
3.1.1. Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s. Per JSB komt niet meer dan één diploma in aanmerking. Elke scholing moet zijn gegeven door VTS of een daarmee gelijkgestelde onderwijsinstelling en gerelateerd aan de in de sportvereniging beoefende sport(en). Een pedagogisch gekwalificeerde JSB is in het bezit van een diploma van pedagogische bekwaamheid (diploma leraar, aggregaat of specifieke lerarenopleiding, kinesist).
Een diploma hoger onderwijs van bachelor LO en/of master LO. 3.1.2. Overzicht met de wekelijkse trainingen (ploeg/weekdagen/sessie/accommodatie/JSB). Communicatie die hierover door de sportvereniging werd gevoerd naar de leden. Communicatiedragers zijn bv. een activiteitenboekje, folder, facebook, website,…..
3.2.
Kwaliteit JSC
3.2.1. Ledenlijst waaruit blijkt dat de sportvereniging minstens 25 leden in de beoogde doelgroep telt. Stukken (verslagen, jeugdbeleidsplan,…) die bewijzen dat de JSC het jeugdsportbeleid coördineert op sporttechnisch, beleidsmatig en organisatorisch vlak. De JSC moet expliciet vermeld worden in informatiebrochure/website van sportvereniging. De JSC is de eerste contactpersoon voor ouders, jeugdtrainers, spelers,… Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s. Bewijs waaruit blijkt dat de JSC minimaal het diploma initiator in de betrokken sporttak op de referentietabel voor sportkwalificaties van de Vlaamse trainersschool (VTS) bezit. VTS-diploma van de JSC basismodule. VTS-diploma van JSC specialisatiemodule. 3.2.2. Kopie van de door de JSC ondertekende panathlon verklaring over de ethiek in de jeugdsport.
3.3.
Permanente vorming JSB en JSC
3.3.1. Bewijs van inschrijving aan een VTS-cursus van de JSB en JSC. Bewijs van betaling van het inschrijvingsgeld. 3.3.2. Bewijsstukken zijn kopieën van diploma’s of deelnameattesten. Bijscholingen worden gevolgd om de deskundigheid te verbeteren en zijn gericht op het verbeteren van de competenties en vernieuwingen. Elke scholing of bijscholing moet zijn gegeven door VTS of andere erkende onderwijsinstelling zoals Dynamo, sportfederatie, APB sport,….. Een diploma behaald door de JSB/JSC moet relevant zijn voor de sportvereniging. Relevante bijscholingen van de JSB/JSC tijdens de afgelopen 5 werkingsjaren komen in aanmerking.
BIJLAGE 3 : REFERENTIELIJST 1. Lijst erkende Vlaamse sportfederatie, http://www.bloso.be/Subsidiering/sportfeds_VSF_OSV/Statistieken/VlaamseSportfederaties/Pa ges/Erkenning.aspx 2. Lijst erkende Vlaamse organisatie voor sportieve vrijetijdsbesteding GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
http://www.bloso.be/Subsidiering/sportfeds_VSF_OSV/Begeleidingeninformatie/OrganisatiesSp ortieveVrijetijdsbesteding/Pages/OSV.aspx 3. Sporttakkenlijst http://www.bloso.be/Subsidiering/Documents/Sportfederaties/Sporttakkenlijst_AUB_5dec2008.P DF Referentielijst sportkwalificaties VTS http://www.bloso.be/VlaamseTrainersschool/AanbodOpleidingen/Documents/130607_Assimilati etabel%20VTS.pdf 23.
Sport & Gezondheid - Overeenkomst sporthal Vennebos en mediatheek. Goedkeuring Dhr. S. Callens (Open VLD) stelt dat in de vorige overeenkomst een huurprijs van 53.000 euro per jaar was opgenomen. In de nieuwe overeenkomst wordt dit opgetrokken naar 66.000 euro per jaar, inclusief het onderhoud. Werd van de kosten voor het onderhoud een raming gemaakt? Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat de kosten voor het onderhoud mee in rekening zijn gebracht. Het exacte bedrag zal nog overgemaakt worden. Dhr. D. Bauwens (N-VA) vult aan dat de huurprijs voor de mediatheek mee is opgenomen in het totaalbedrag. Gelet op SD 04 Het gemeentebestuur streeft samen met het personeel en de verenigingen naar een kwaliteitsvolle dienstverlening waarbij voldaan wordt aan de behoefte van de inwoners gedurende de ganse levensloop; Gelet op 004.001.001 Het gemeentebestuur optimaliseert de infrastructuur; Gelet op 004.004.002 Het gemeentebestuur optimaliseert de sportinfrastructuur; Gelet op 005.001.020.003 Aanbieden van binnensportinfrastructuur; Gelet op het aangetekend schrijven d.d. 22 januari 2014 van de scholengroep 3 Agora betreffende het opzeggen van de huurovereenkomst van de sporthal op de campus Vennebos in Schilde; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 3 februari 2014 waarin opdracht wordt gegeven aan de dienst sport en gezondheid om, samen met andere diensten, verschillende opties uit te werken zodat de gesprekken kunnen worden opgestart met de scholengroep; Overwegende de overlegvergaderingen met de scholengroep 3 Agora d.d. 13 februari 2014, 24 april 2014 en 24 juni 2014; Gelet op het positieve advies van de sportraad d.d. 2 juli 2014; Gelet op het visum van de financieel beheerder 2014/56 van 13 augustus 2014; BESLUIT Met 21 stemmen, bij 1 onthouding van dhr. D. Mariën. Enig artikel. De gemeenteraad keurt onderstaande overeenkomst sporthal en mediatheek Vennebos goed: OVEREENKOMST SPORTHAL EN MEDIATHEEK VENNEBOS Tussen scholengroep 3 AGORA, E. Blangeoisstraat 2 te Schoten, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, dhr. W. Oddery, hierna EIGENAAR genoemd EN De gemeente Schilde, Brasschaatsebaan 30, vertegenwoordigd door de burgemeester, dhr. D. Bauwens, en de gemeentesecretaris, mevr. T. Vervisch, gemandateerd tot ondertekening van de overeenkomst door gemeenteraad van 25 augustus 2014, hierna GEBRUIKER genoemd Wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1. De eigenaar stelt onder vernoemde voorwaarden ter beschikking: - de sporthal gelegen aan de Hoevedreef te Schilde. De sporthal omvat de boven- en benedenzaal met bijhorende kleedkamers, wc’s en douches, de cafetaria; - de mediatheek (inclusief aanpalend lokaal) gelegen aan de Kasteeldreef te Schilde. Art. 2. De gebruikte ruimten van de sporthal zijn uitsluitend bestemd voor het organiseren van sportactiviteiten tijdens de naschoolse periode. De mediatheek is bestemd voor het beoefenen van tafeltennis tijdens de naschoolse periode. Het aanpalende lokaal mag ingericht worden als cafetaria. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
De gebruiker mag dit gebruik niet wijzigen zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de eigenaar. De gebruiker kan de accommodatie niet ter beschikking stellen van andere scholen of inrichtende machten. Art. 3. Met naschoolse periode wordt bedoeld: §1. Voor de sporthal: - schooldagen vanaf 16u00; - woensdagen vanaf 13u00; - iedere zaterdag en zondag vanaf 8u00; - iedere vakantieperiode: volledige dagen, uitgezonderd van 1 juli tot 31 juli. §2. Voor de mediatheek: - schooldagen vanaf 18u00; - zaterdag van 9u00 tot 13u00. Art. 4. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 september 2014 voor de duur van maximaal vijf jaar. De overeenkomst is jaarlijks opzegbaar mits aangetekend schrijven 1 jaar vooraf. De gebruiker krijgt na opzeg van de overeenkomst de mogelijkheid om 1 nieuw sportseizoen gebruik te maken van de accommodatie. De overeenkomst eindigt automatisch op het ogenblik van ingebruikname van nieuw te bouwen binnensportinfrastructuur. Kan de bouw van de nieuwe binnensportinfrastructuur – buiten de wil van partijen om – niet tot stand komen dan zullen partijen elkaar niets verschuldigd zijn. Wijzigingen aan het contract zijn mogelijk na overleg in het beheerscomité en na bekrachtiging door het gemeentebestuur en 3 AGORA. Art. 5. Voor 1 juni voorafgaande aan het sportseizoen, deelt de gebruiker aan de eigenaar mee wanneer zij gebruik willen maken van de accommodatie tijdens de naschoolse periode voor schoolse activiteiten. De accommodatie wordt bij prioriteit voorbehouden aan de eigenaar. Wanneer in de loop van het jaar onvoorziene schoolse activiteiten plaatsvinden, zal de accommodatie, na overleg met het gemeentebestuur, ter beschikking gesteld worden van de eigenaar, behalve op tijdstippen dat officiële competitiewedstrijden van de clubs gepland zijn. Art. 6. De gebruiker betaalt een vaste gebruiksvergoeding van 66.770 euro op jaarbasis. In deze gebruikersvergoeding zit de huur en het verbruik van gas, water en elektriciteit vervat. De gebruiker betaalt maandelijks 5.564.17 euro. De gebruiksvergoeding wordt jaarlijks aangepast aan de index der consumptieprijzen. Art. 7. De gebruiker zorgt voor het reinigen van de sporthal, i.c. de boven- en benedenzaal met bijhorende kleedkamers en doucheruimte. De eigenaar zorgt voor het reinigen van de cafetaria, de wc’s gelegen aan de cafetaria en de mediatheek. De cafetaria wordt, na onderlinge overeenkomst, zowel door eigenaar als gebruiker één maal per week schoongemaakt. Art. 8. §1. Herstellings- of aanpassingswerken noodzakelijk omwille van veiligheidsredenen (evacuatie, brandveiligheid en keuring elektriciteit) en in functie van de nutsvoorzieningen (elektriciteit en verwarming) zijn ten laste van de eigenaar. De eigenaar laat jaarlijks een preventieverslag opmaken. §2. Herstellings- of aanpassingswerken noodzakelijk voor de sportbeoefening door de sportclubs (inclusief kleedkamers en douches) zijn ten laste van de gebruiker. §3. Herstellings- of aanpassingswerken ingevolge misbruik tijdens de gebruikersperiode van de gebruiker zijn ten laste van de gebruiker. Herstellings- of aanpassingswerken ingevolge misbruik tijdens gebruik door de school zijn ten laste van de eigenaar. De respectievelijke verantwoordelijken van de eigenaar en gebruiker houden hiervoor een logboek bij. Art. 9. §1. De gebruiker staat borg voor toezicht in de sporthal tijdens de naschoolse periode. De gebruiker zorgt ervoor dat de verantwoordelijke een half uur voor de eerste verhuring en een half uur na de laatste sportactiviteit aanwezig is. De verantwoordelijke verlaat de sporthal, na controle, als laatste persoon. §2. De gebruiker zorgt ervoor dat een verantwoordelijke van de tafeltennisclub aanwezig is bij het gebruik van de mediatheek/lokaal. Deze verantwoordelijke verlaat het gebouw, na controle, als laatste persoon. Art. 10. De gebruiker verbindt zich ertoe bij de start van elk sportseizoen en op het ogenblik dat een vereniging voor de eerste keer gebruik maakt van de accommodatie de gegevens van de club (naam en adres van de voorzitter en secretaris) door te geven aan de eigenaar. De GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
gebruiker bezorgt de eigenaar bij de start van elk sportseizoen een overzicht van het gebruik van het desbetreffende sportseizoen. Art. 11. Het geldende huishoudelijk reglement aangaande de toegang en het gebruik van de sporthal blijft van kracht. De gebruiker is verplicht dit reglement aan de door haar aangeduide verenigingen en gebruikers op te leggen en te doen naleven. Niet-naleving van het huishoudelijk reglement staat gelijk met contractbreuk voor de sportvereniging, niet voor de gebruiker. Art. 12. De gebruiker verbindt zich ertoe de eigenaar te bewijzen, via overleggen van de polis teksten, voldoende te zijn verzekerd voor brand alsook burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid. Indien gebruiker niet verzekerd is, dient de gebruiker de premies voorzien in de Ethias-polis 38.027.292 (brand) alsook 45.057.703 (burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid) te storten aan Ethias voor de ingebruikname. Art. 13. Er wordt een paritaire beheerscommissie opgericht die de naleving van deze overeenkomst begeleid. Een afschrift van het verslag van de beheerscommissie wordt overgemaakt aan de contracterende partijen. De beheerscommissie wordt voorgezeten door de eigenaar. De taak van secretaris wordt waargenomen door de gebruiker. Art. 14. Voor bepalingen die niet in de overeenkomst voorkomen, verwijzen beide partijen naar de bestaande wettelijke schikkingen. Art. 15. Deze overeenkomst heft het contract sporthal KA Vennebos van 15 december 2008 en het contract mediatheek en hal Vennebos van 15 december 2008 op. 24.
Sport & Gezondheid - Retributie elektronisch scorebord. Aanslagjaren 2014 tot en met 2018. Goedkeuring Dhr. S. Callens (Open VLD) informeert wat de opbrengst van de retributie is, waarop mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat dit bezorgd zal worden. Gelet op artikel 173 van de grondwet; Gelet op artikel 42, §3 en 94 van het gemeentedecreet; Gelet op de BBC; Gelet op de reglementering van de Vlaamse Basketbal Liga; Gelet op het bestaande reglement retributie elektronisch scorebord zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 26 augustus 2013; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 2 juni 2014 om advies te vragen aan de sportraad over de verlenging van het reglement retributie elektronisch scorebord; Gelet op het positieve advies van de sportraad d.d. 2 juli 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 11 augustus 2014; Overwegende dat de gebruikers van de sportaccommodatie in zeker mate kunnen bijdragen in de betaling van de exploitatie- en de werkingskosten; Overwegende dat het billijk is een vergoeding te vragen voor een door de gemeente geleverde overheidsdienst; Gelet op het visum van de financieel beheerder 2014/054 van 13 augustus 2014; BESLUIT Met 15 stemmen, bij 7 onthoudingen van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens en dhr. S. Callens. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande reglement retributie elektronisch scorebord goed: REGLEMENT RETRIBUTIE ELEKTRONISCH SCOREBORD Artikel 1. Wat Het verrolbaar elektronisch scorebord met shotklokken 24/14” regel voor binnensportaccommodatie staat in voor de weergave van de score en de chrono voor wedstrijden van basketbal, volleybal, zaalvoetbal en handbal, hierna ‘elektronisch scorebord’ genoemd. Art. 2. Doel Het retributiereglement ‘elektronisch scorebord KA Vennebos’ heeft tot doel de retributies vast te leggen die zijn verschuldigd voor het gebruik van dit mobiel elektronisch scorebord door de GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
gebruikers van de sporthal KA Vennebos. Voor alle verhuringen geldt dat het elektronisch scorebord enkel in de sporthal mag gebruikt worden en doorverhuren verboden is. Art. 3. Geldigheid Looptijd Dit retributiereglement loopt van 1 september 2014 tot 31 december 2018. Gebruikers sporthal KA Vennebos De ‘gebruikers van de sporthal’ werden vastgelegd in het gebruiksreglement KA Vennebos. Het gebruiksreglement van KA Vennebos maakt onlosmakelijk deel uit van het retributiereglement KA Vennebos. Het ‘retributiereglement elektronisch scorebord KA Vennebos’ is aanvullend op het bestaande retributiereglement KA Vennebos. Art. 4. Tarieven Tarieven De onderstaande tarieven gelden per wedstrijd, ongeacht de duur van de wedstrijd. €4/wedstrijd Het elektronisch scorebord €6/wedstrijd Het elektronisch scorebord én shotklokken Korting op tarieven Er wordt geen korting gegeven op de tarieven. Tarieven bepaling ondeelbaarheid Vanaf het moment dat het elektronisch scorebord wordt opgesteld, wordt het tarief/wedstrijd aangerekend. Enkel bij laattijdig forfait is er geen huur van het elektronisch scorebord verschuldigd. Art. 5. Aanvraag Voor het gebruik van het elektronisch scorebord dient voorafgaandelijk een schriftelijke aanvraag gedaan te worden aan de dienst sport en gezondheid en dit gebruik wordt samen met de wedstrijdkalender vastgelegd. Art. 6. Waarborg Er is geen waarborg verschuldigd voor het gebruik van het elektronisch scorebord. Art. 7. Betaling retributie De verschuldigde retributie moet worden betaald na gebruik van het elektronisch scorebord en na het ontvangen van een verzoek tot betaling. De retributie moet gestort worden op een bankrekeningnummer op naam en voor rekening van het gemeentebestuur van Schilde. Het rekeningnummer zal op het betalingsformulier vermeld staan. De retributie ‘elektronisch scorebord’ wordt op de factuur van de huur van de sporthal vermeld. Art. 8. Annulering reservatie De annulering van de reservatie door de gebruiker moet minstens één uur voor de start van de wedstrijd worden doorgegeven per mail aan
[email protected] Art. 9. Schade Bij het vaststellen van schade worden de herstellingskosten van het defect integraal doorgerekend aan de laatste gebruiker of de veroorzaker van deze schade. Art. 10. Onderzoek Indien geen bezwaren worden ingediend gedurende het openbaar onderzoek zal deze verordening als definitief worden aanzien en aan de hogere overheid worden toegezonden voor toepassing van het algemeen toezicht. 25.
Gezin & Welzijn - GLS De Wingerd - Wijzigingen schoolreglement schooljaar 2014-2015. Goedkeuring Gelet op het decreet rechtspositie van de leerling en het onderwijsdecreet XXIV zoals gewijzigd door het Vlaams Parlement in april 2014; Gelet op de voorgestelde wijzigingen door OVSG; Gelet op de schoolraad d.d. 5 juni 2014; Overwegende het belang van duidelijke communicatie naar ouders toe; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 18 juli 2014; BESLUIT Eenparig. Artikel 1. De gemeenteraad keurt de wijzigingen in het schoolreglement van GLS De Wingerd goed. Art. 2. De gemeenteraad keurt de nieuwe opmaak van het schoolreglement van GLS De Wingerd goed. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
26.
Gezin & Welzijn - Subsidiereglement voor jeugdverenigingen en jongeren. Goedkeuring Mevr. L. Cuppens (Open VLD) vraagt welke accentverschuivingen voorgesteld worden. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) antwoordt dat die er niet zijn. Het gaat enkel om aanpassingen omwille van decreetswijzigingen. De grote aspecten werden behouden. De jeugdverenigingen zijn er dan ook tevreden over. Het subsidiereglement werd bovendien gestroomlijnd met het algemeen erkenningsreglement en er is aan de leesbaarheid gewerkt. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) bevestigt dat dit reglement gemakkelijker leest en eenvoudiger is. Is subsidiëring van initiatieven voor drugs- en alcoholvrij fuiven mogelijk? Dhr. S. Dietvorst (CD&V) antwoordt dat ook inwoners initiatieven kunnen ontwikkelen die aansluiten bij jeugdcultuur. Het initiatief waarnaar mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) verwijst, werd voor haar eerste editie ondersteund. De tweede editie week echter te sterk af van het oorspronkelijke concept waardoor het college van burgemeester en schepenen besliste het niet meer te ondersteunen. Vanaf 24u wilden de organisatoren immers ook 16-plussers toelaten en vanaf dan alcohol schenken. De twee doelstellingen verzoenen in één evenement is volgens het college van burgemeester en schepenen echter niet mogelijk. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) leidt hieruit af dat het artikel uit het reglement waarnaar verwezen wordt, dus voor interpretatie door het college van burgemeester en schepenen vatbaar is. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) stelt dat het college van burgemeester en schepenen een beslissing neemt op basis van het advies van de jeugdraad. Gelet op het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het provinciaal, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het provinciaal, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid; Gelet op de wijzigingen van 22 december 2005 bij het decreet van 14 februari 2003 "Houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het provinciaal, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid”; Gelet op de uitvoeringsbesluiten bij de wijziging bij decreet van 16 juni 2006; Gelet op de wijzigingen van 6 december 2006 bij het decreet van 14 februari 2003 "Houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het provinciaal, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid”; Gelet op de uitvoeringsbesluiten bij de wijziging van decreet van 26 januari 2007; Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad op 17 november 2008 van de "subsidiereglementen voor jeugdwerkinitiatieven”; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2014 om het ontwerp van het vernieuwde subsidiereglement voor jeugdverenigingen en jongeren goed te keuren en voor te leggen ter advies aan de jeugdraad; Gelet op het advies van de jeugdraad d.d. 10 juli 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 18 juli 2014; Gelet op het erkenningsreglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 juni 2014; Overwegende de participatie van de jeugdraad bij het tot stand komen van het subsidiereglement voor jeugdverenigingen en jongeren; Gelet op het visum nr. 2014/58 d.d. 13 augustus 2014 van de financieel beheerder; BESLUIT Met 20 stemmen, bij 2 onthoudingen van dhr. S. Callens en mevr. M. Dillen. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande subsidiereglement voor jeugdverenigingen en jongeren goed: SUBSIDIEREGLEMENT VOOR JEUGDVERENIGINGEN EN JONGEREN Binnen het in het budget voorziene en goedgekeurde bedrag (1419/4/3/7/8 “het particuliere jeugdwerk financieel ondersteunen”) worden door het college van burgemeester en schepenen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgelegd.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Subsidies worden verstrekt op basis van een werkingsjaar, lopende van 1 september tot en met 31 augustus. Projectsubsidies vallen onder specifieke voorwaarden, die verder in dit reglement worden toegelicht. Beslissingen waarbij het gemeentebestuur afwijkt van het advies van de jeugdraad, moeten worden gemotiveerd. 1.1. Algemene bepalingen Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid. Gelet op de uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 en van 9 november 2012 houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid. 1.2. Wie komt er in aanmerking? Alleen erkende jeugdverenigingen die een werking ontwikkelen ten bate van de inwoners van de gemeente Schilde kunnen aanspraak maken op jeugdsubsidies. Een vereniging wordt erkend door het college van burgemeester en schepenen na controle van de ingediende stukken en een advies van de jeugdraad. Om erkend te worden moet een plaatselijke socio-culturele vereniging een doel nastreven dat gericht is op jeugd, jongerencultuur, vrijetijdsbesteding, ontwikkelen van sociale vaardigheden en/of ontspanning. De voorwaarden voor erkenning, die bepaald zijn in het ‘Erkenningsreglement verenigingen’, kan verkregen worden op de dienst gezin en welzijn en het evenementenloket. Ook inwoners die geen lid zijn van een (erkende) vereniging, maar die toch een project ondernemen dat inspeelt op jongerencultuur, kunnen aanspraak maken op financiële ondersteuning via een projectsubsidie. Een vereniging of individu kan enkel ondersteuning ontvangen via één gemeentelijk kanaal. Een vereniging of individu die gebruik maakt van subsidies stemt in met de mogelijkheid tot controle. Verhaal is mogelijk via een daartoe bestemde procedure. 1.3. Vormen van subsidiëring Er zijn zeven deelreglementen die binnen dit reglement van toepassing zijn: a. Deelreglement 1 werkingssubsidies, waaronder: subsidie voor jeugdbewegingen subsidie voor jeugdhuizen subsidie voor jongerenverenigingen b. Deelreglement 2 vormingssubsidie, waaronder: subsidie voor interne vorming subsidie voor kadervorming c. Deelreglement 3 subsidie voor jeugdvakantie d. Deelreglement 4 subsidie voor milieu-acties e. Deelreglement 5 subsidie voor infrastructuur f. Deelreglement 6 projectsubsidies g. Deelreglement 7 subsidie voor uitleendienst Deelreglement 1 : WERKINGSSUBSIDIE Artikel 1. Wie komt in aanmerking Erkende jeugdverenigingen (waaronder jeugdbewegingen, jeugdhuizen en jongerenverenigingen) komen in aanmerking om gesubsidieerd te worden voor werkingssubsidie. Art. 2. Hoe een werkingssubsidie aanvragen De jeugdverenigingen dienen voor 15 oktober van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde subsidieformulieren voor te leggen. Deze formulieren worden ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. Art. 3. Berekening van de werkingssubsidie Van de beschikbare middelen van de werkingssubsidie gaat: GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
50% naar de categorie “jeugdbeweging”; 30% naar de categorie “jeugdhuis”; 20% naar de categorie “jongerenvereniging”. AFDELING 1. CATEGORIE JEUGDBEWEGINGEN Art. 4. Wie komt in aanmerking Enkel erkende jeugdverenigingen van Schilde komen in aanmerking om gesubsidieerd te worden in de categorie jeugdbewegingen. Jeugdverenigingen die voldoen aan onderstaande omschrijving behoren tot deze categorie: “Jeugdbewegingen omvatten meer dan de helft van alle plaatselijke jeugdwerkinitiatieven. Ze richten zich naar kinderen en jongeren en bestaan vaak uit leeftijdsgebonden subgroepen die elk een eigen aanpak krijgen. De belangrijkste eigenschappen zijn groepsvorming, vrijwilligerswerk, lidmaatschap en een sterke lokale inbedding. Meestal houden de jeugdbewegingen hun werkingen in het weekend en wordt het werkjaar afgerond met een jaarlijks zomerkamp.” Art. 5. Voorwaarden waaraan de werking moet voldoen Jeugdbewegingen die regelmatig bijeenkomen met als doelstelling kinderen en jongeren via spel een nuttige vrijetijdsbesteding en vormingsmomenten aan te bieden. Het spelkarakter omvat kinderen en jongeren, individueel en/of in groepsverband, door middel van een spel te vormen en zichzelf te ontplooien in relatie met anderen. De werkingen ontplooien een geregelde en doorlopende werking, gespreid over tenminste 8 maanden van het jaar met minstens 1 samenkomst om de 14 dagen. Art. 6. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot berekening, vaststelling en toekenning van subsidies in de categorie jeugdbewegingen. Het subsidiebedrag dat voor de categorie jeugdbewegingen is voorzien, wordt gedeeld door het totaal van de punten van alle jeugdverenigingen samen, wat de geldwaarde van één punt geeft. De geldwaarde van één punt wordt vermenigvuldigd met het aantal punten dat elke afzonderlijke vereniging heeft behaald, wat de subsidie van een jeugdbeweging weergeeft. Schematische voorstelling puntensysteem: Onderdeel Voor het tijdig en volledig indienen van het aanvraagdossier Per deelname van de afgevaardigde (of plaatsvervanger) van de jeugdvereniging aan de algemene vergadering van de gemeentelijke jeugdraad (zie aanwezigheidslijst) Punten op basis van het aantal leden (begeleiders inbegrepen) binnen het werkjaar: Tot en met 75 leden Vanaf 76 leden tot en met 125 leden Vanaf 126 leden Per aangetoonde ‘specifieke’ actie waarbij men extra inspanningen levert betreffende de toegankelijkheid van de werking voor jongeren met een handicap, anderstaligen of gezinnen met minder financiële mogelijkheden (acties moeten specifiek gericht zijn op de doelstelling en los van elkaar bekeken kunnen worden) Per ledenweekend/begeleiders weekend met minimum 20 deelnemers en minimum 2 overnachtingen Per kopie van een attest van de afdeling Jeugd van de Vlaamse Gemeenschap ‘Animator in het jeugdwerk’ ‘Hoofdanimator in het jeugdwerk’ ‘Instructeur in het jeugdwerk’
Punten 5 5
10 20 30 20
10
5 10 15
Art. 7. Hoe de subsidie aanvragen Jeugdverenigingen dienen voor 15 oktober van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde subsidieformulieren voor GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
te leggen. Deze formulieren worden ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. Art. 8. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van een werkjaar wordt de subsidie berekend en wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van de vereniging. Art. 9. Indien er geen jeugdverenigingen voldoen aan de bepalingen van deze afdeling, wordt het voorziene bedrag gelijkmatig verdeeld onder de andere categorieën. AFDELING 2: CATEGORIE JEUGDHUIZEN Art. 10. Wie komt in aanmerking Enkel erkende jeugdverenigingen van Schilde komen in aanmerking om gesubsidieerd te worden in de categorie jeugdhuizen. Jeugdverenigingen die voldoen aan onderstaande omschrijving behoren tot deze categorie: “Jongeren een eigen vrijetijdsruimte bieden waarin ontmoeting, recreatie, vorming en informatie wordt geïntegreerd. Jeugdhuizen kunnen variëren van erg kleine, bijna informele groepjes tot sterk gestructureerde en grootschalige jeugdcentra met of zonder beroepskracht. Jeugdhuizen kunnen heel diverse werkingsmomenten hebben, maar het weekend speelt een cruciale rol.” Art. 11. Voorwaarden waaraan de werking moet voldoen De werking moet een open structuur hebben, dat wil zeggen dat jongeren kunnen komen en gaan wanneer zij willen. De werking heeft geen verplichte tijdstippen waarop de leden aanwezig moeten zijn. De deelname van de jongeren aan de geprogrammeerde activiteiten is volledig vrij. Er is geen consumptieplicht in deze ontmoetingsruimten. De openingsmomenten dienen minstens twee uur te duren. De ontmoetingswerkingen ontplooien een geregelde en doorlopende werking, gespreid over ten minste 8 maanden van het jaar met minstens 1 samenkomst om de 14 dagen. Art. 12. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot berekening, vaststelling en toekenning van subsidies in de categorie jeugdhuizen. Het subsidiebedrag dat voor de categorie jeugdhuizen is voorzien, wordt gedeeld door het totaal van de punten van alle jeugdverenigingen samen, wat de geldwaarde van één punt geeft. De geldwaarde van één punt wordt vermenigvuldigd met het aantal punten dat elke afzonderlijke vereniging heeft behaald, wat de subsidie van een jeugdhuis weergeeft. Schematische voorstelling puntensysteem: Onderdeel Voor het tijdig en volledig indienen van het aanvraagdossier Per deelname van de afgevaardigde (of plaatsvervanger) van de jeugdvereniging aan de algemene vergadering van de gemeentelijke jeugdraad (zie aanwezigheidslijst) Punten op basis van het aantal leden (begeleiders inbegrepen) binnen het werkjaar: Tot en met 75 leden Vanaf 76 leden tot en met 125 leden Vanaf 126 leden Per aangetoonde ‘specifieke’ actie waarbij men extra inspanningen levert betreffende de toegankelijkheid van de werking voor jongeren met een handicap, anderstaligen of gezinnen met minder financiële mogelijkheden (acties moeten specifiek gericht zijn op de doelstelling en los van elkaar bekeken kunnen worden) Per ledenweekend/begeleiders weekend met minimum 10 deelnemers en minimum 2 overnachtingen Per kopie van een attest deelname aan relevante vorming (formaat, audiovisuele opleidingen,…) Per openingsmoment van het jeugdhuis Per open activiteit, thema avond of fuif GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Punten 5 5
10 20 30 20
10 20 1 5
Art. 13. Hoe de subsidies aanvragen De jeugdverenigingen dienen voor 15 oktober van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde subsidieformulieren voor te leggen. Deze formulieren worden ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. Art. 14. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van een werkjaar wordt de subsidie berekend en wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van de vereniging of organisatie. Art. 15. Indien er geen verenigingen voldoen aan de bepalingen van deze afdeling, wordt het voorziene bedrag gelijk verdeeld onder de andere categorieën. AFDELING 3: CATEGORIE JONGERENVERENIGINGEN Art. 16. Wie komt in aanmerking Enkel erkende jeugdverenigingen van Schilde komen in aanmerking om gesubsidieerd te worden in de categorie jongerenvereniging. Jeugdverenigingen die voldoen aan onderstaande omschrijving behoren tot deze categorie: “Het doelpubliek van een jongerenvereniging bestaat uit het aanbieden van een activiteitenprogramma rond een bepaald thema voor jongeren boven de veertien jaar. De werkingsmomenten vinden meestal plaats in het weekend en ’s avonds”. Art. 17. Voorwaarden waaraan de werking moet voldoen Activiteiten organiseren die gericht zijn op de ontwikkeling en sociale vaardigheden bij jongeren. De werkingen ontplooien een geregelde en doorlopende werking, gespreid over tenminste 8 maanden van het jaar met minstens 1 samenkomst om de 14 dagen. Art. 18. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot berekening, vaststelling en toekenning van subsidies in de categorie jongerenvereniging. Het subsidiebedrag dat voor jongerenverenigingen is voorzien, wordt gedeeld door het totaal van de punten van alle jeugdverenigingen samen, wat de geldwaarde van één punt geeft. De geldwaarde van één punt wordt vermenigvuldigd met het aantal punten dat elke afzonderlijke vereniging heeft behaald, wat de subsidie van een jongerenvereniging van elke jeugdvereniging geeft. Schematische voorstelling puntensysteem: Onderdeel Voor het tijdig en volledig indienen van het aanvraagdossier
Punten 5
Per deelname van de afgevaardigde (of plaatsvervanger) van de 5 jeugdvereniging aan de algemene vergadering van de gemeentelijke jeugdraad (zie aanwezigheidslijst) Punten op basis van het aantal leden (begeleiders inbegrepen) binnen het werkjaar: Tot en met 15 leden Vanaf 16 leden tot en met 30 leden Vanaf 31 leden Per aangetoonde ‘specifieke’ actie waarbij men extra inspanningen levert betreffende de toegankelijkheid van de werking voor jongeren met een handicap, anderstaligen of gezinnen met minder financiële mogelijkheden (acties moeten specifiek gericht zijn op de doelstelling en los van elkaar bekeken kunnen worden) Per ledenweekend/begeleiders weekend met minimum 10 deelnemers en minimum 2 overnachtingen Per open activiteit of thema-avond
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
10 15 20 20
10 10
Art. 19. Hoe de subsidies aanvragen De jeugdverenigingen dienen 15 oktober van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde subsidieformulieren voor te leggen. Deze formulieren worden ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. Art. 20. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van een werkjaar wordt de subsidie berekend en wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van de vereniging of organisatie. Art. 21. Indien er geen verenigingen voldoen aan de bepalingen van deze afdeling, wordt het voorziene bedrag gelijk verdeeld onder de andere categorieën. Deelreglement 2 : VORMINGSSUBSIDIE AFDELING 1: ONDERSTEUNING VAN INTERNE VORMING Artikel 1. Doelstelling van deze afdeling Ondersteunen en bevorderen van interne vorming binnen een jeugdvereniging. Art. 2. Wie komt in aanmerking? Enkel erkende jeugdverenigingen van Schilde komen in aanmerking om gesubsidieerd te worden voor interne vorming. Art. 3. Voorwaarden waaraan de initiatiefnemers moeten voldoen Elke jeugdvereniging mag autonoom de inhoud, de werkwijze en de begeleiding van de interne vorming bepalen. De verenigingen dienen de vorming kwalitatief zo goed mogelijk uit te bouwen. Art. 4. Voorwaarden waaraan het vormingsinitiatief moet voldoen De vorming moet aan de volgende vier voorwaarden voldoen: de deelname aan het initiatief is gratis; het is noodzakelijk dat er een deskundig persoon en/of gehuurd gespecialiseerd materiaal aanwezig is; de vorming is gericht naar de eigen leden en/of staat open voor alle geïnteresseerden; de inhoud van de vorming, de gemaakte onkosten, de namen van de ingehuurde deskundige personen of de aard van het gehuurd gespecialiseerd materiaal moet vermeld worden op het aanvraagformulier, evenals een motivatie voor de vorming en de relevantie ervan. Art. 5. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot berekening, vaststelling en toekenning van de subsidies voor interne vorming. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de dienst gezin en welzijn of de motivatie en relevantie van de vorming geldig zijn om de subsidie toe te kennen. Indien de subsidie wordt toegekend, worden volgende bedragen uitbetaald: de kosten voor de deskundige persoon en/of de huur van het gespecialiseerd materiaal volledig terugbetaald met een maximum van 500,00 euro per vereniging per jaar; een forfaitaire subsidie van 50,00 euro per vormingsmoment. Interne vorming wordt per jeugdvereniging maximaal 3 keer per jaar gesubsidieerd. Er worden subsidies gegeven zolang de daarvoor bestemde kredieten niet op zijn. Maximum een kwart van het beschikbare subsidiebedrag wordt per jaar uitbetaald aan een erkende jeugdvereniging voor interne vorming. Art. 6. Hoe subsidies aanvragen Aan de hand van een formulier dat te verkrijgen is op de dienst gezin en welzijn en daar voor de gestelde datum wordt binnengeleverd. Dit formulier wordt ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. Art. 7. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van de activiteit wordt de subsidie berekend. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van de vereniging. Art. 8. Voorbestemming van eventuele overschotten op het voorziene bedrag Het resterend bedrag van de subsidies voor interne vorming wordt toegevoegd aan de subsidies voor kadervorming. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
AFDELING 2: ONDERSTEUNING VAN KADERVORMING Art. 9. Doelstelling van deze afdeling Jongeren aanmoedigen en ondersteunen om kadervorming te volgen door de kostprijs van de cursus geheel of gedeeltelijk terug te betalen. Dit geldt zowel voor kadervorming die leidt tot een jeugdwerkbrevet erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als voor "andere" kadervorming. Art. 10. Voorwaarden waaraan deelnemers aan kadervorming moeten voldoen: inwoners zijn van Schilde en jonger zijn dan 26 jaar; deelnemen aan een cursus tot het bekomen van een jeugdwerkbrevet erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; deelnemen aan kadervormingscursus waarvan de relevantie voor het eigen jeugdwerkinitiatief kan worden aangetoond. Art. 11. Voorwaarden waaraan de kadervorming moet voldoen §1. Kadervorming die leidt tot een jeugdwerkbrevet uitgereikt door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Deze vorming voldoet altijd aan de volgende voorwaarden: de vorming overstijgt het plaatselijk niveau en dient onder toezicht te staan van bevoegde leiding; het aantal deelnemers per vormingscursus kan maximum 25 per leidinggevende persoon bedragen; de vorming moet georganiseerd worden in cycli die tenminste 12 uren bedragen. Elke cyclus mag uit sessies van tenminste 3 uren opgebouwd zijn; om de opleiding te mogen volgen, moeten de kandidaten in de loop van het cursusjaar 16 jaar worden; de cursusorganisatie moet de deelnemer een attest geven waarmee die deelnemer een toelage kan aanvragen bij de gemeente. Dit attest vermeldt naast de gegevens van de cursusorganisatie, het aantal cursusuren, de inhoud van de cursus, de plaats waar de cursus plaats had, de prijs van de cursus en de namen van de cursusbegeleiders. §2. Verdere vorming als jeugdverantwoordelijke, die geen aanleiding geeft tot een brevet uitgereikt door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als die aan de volgende voorwaarden voldoet: de vorming overstijgt het plaatselijk niveau en dient onder toezicht te staan van bevoegde leiding; het aantal deelnemers per vormingscursus kan maximum 25 per leidinggevende persoon bedragen; de vorming moet georganiseerd worden in cycli die tenminste 12 uren bedragen. Elke cyclus mag uit sessies van tenminste 3 uren opgebouwd zijn; om de opleiding te mogen volgen, moeten de kandidaten in de loop van het cursusjaar 16 jaar worden; de cursusorganisatie moet de deelnemer een attest geven waarmee die deelnemer een toelage kan aanvragen bij de gemeente. Dit attest vermeldt naast de gegevens van de cursusorganisatie, het aantal cursusuren, de inhoud van de cursus, de plaats waar de cursus plaats had, de prijs van de cursus en de namen van de cursusbegeleiders; de aanvrager motiveert de cursus en motiveert daarbij de relevantie voor haar/zijn jeugdwerkinitiatief; het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de dienst gezin en welzijn of de cursus geldig is of niet om gesubsidieerd te worden. Art. 12. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot de berekening, de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor kadervorming. De kadervormingscursussen die aanleiding geven tot een brevet erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden gesubsidieerd voor de reële prijs met een maximum van 150,00 euro. De kadervormingscursussen die worden erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, maar geen aanleiding geven tot een brevet worden gesubsidieerd voor de helft van het inschrijvingsgeld met een maximum van 75,00 euro.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Art. 13. Hoe de subsidies aanvragen Aan de hand van een formulier dat te verkrijgen is op de dienst gezin en welzijn. De inhoud van de vorming, waarom de vorming gegeven wordt en hoe de vorming kadert in de werking moet worden gemotiveerd op het aanvraagformulier. Elke deelnemer die een cursus volgt krijgt een attest van deelname. Een betalingsbewijs en het attest van deelname moeten ook worden voorgelegd. Dit formulier wordt ondertekend door de aanvrager die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigt. Art. 14. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na de cursus wordt het cursusbewijs, het bewijs van betaling en de motivatie aan de dienst gezin en welzijn voorgelegd. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt het cursusgeld op de opgegeven rekening gestort. Art. 15. Voorbestemming van eventuele overschotten op het voorziene bedrag Het resterend bedrag van de subsidies voor kadervorming wordt toegevoegd aan de “subsidie voor ondersteuning in het kader van communicatie”. Deelreglement 3 : ONDERSTEUNING VAN JEUGDVAKANTIE Artikel 1. Doelstelling van het deelreglement Jeugdbewegingskampen en jeugdvakanties ondersteunen. Art. 2. Wie komt in aanmerking Plaatselijke verenigingen voor jeugdvakanties zijn verenigingen die een werking opzetten tijdens de vakantie door middel van een meerdaags verblijf in een aangepaste omgeving in het binnen- of buitenland onder gekwalificeerde begeleiding. De jeugdvakantie moet gericht zijn op de gehele en harmonische ontplooiing van de kinderen en jongeren die deelnemen. Enkel erkende jeugdverenigingen komen in aanmerking om gesubsidieerd te worden voor de jeugdvakanties. Ze moeten in het kader van de permanente vorming op onbaatzuchtige wijze de vorming en ontspanning van de jeugd nastreven, hierbij rekening houdend met de sociale, economische en culturele situatie van de deelnemers. Art. 3. Voorwaarden waaraan het initiatief moet voldoen: de duur van de jeugdvakanties omvat één of meerdere verblijven van telkens ten minste vier overnachtingen. De vakanties die hiervoor in aanmerking komen zijn: de kerstvakantie, de paasvakantie, de zomervakantie, de herfstvakantie en de krokusvakantie; tijdens de hele duur van het vakantie-initiatief is er minimum 1 gekwalificeerde (= brevet of 3 jaar jeugdwerkervaring) begeleider aanwezig. De hoofdverantwoordelijke is ten minste 18 jaar oud; de deelnemers aan het vakantie-initiatief zijn jonger dan 26 jaar; de vereniging voor jeugdvakanties beschikt over een aangepaste verblijfsaccommodatie in tenten of gebouwen, gelegen in een gezonde en veilige omgeving; indien de vakantie georganiseerd wordt in een gebouw dienen volgende minimale voorzieningen aanwezig te zijn: - een slaapruimte met een oppervlakte die in verhouding staat tot het aantal deelnemers. Voor elke deelnemer moet er voldoende ruimte zijn om te slapen in een bed of op een luchtmatras en er moet tevens voldoende opbergruimte voorhanden zijn; - een eetruimte waarvan het aantal stoelen en tafels in verhouding staat tot het aantal deelnemers. De eetzaal mag ook als werklokaal gebruikt worden; - een behoorlijk ingerichte keuken met voldoende kook- en eetgerei in verhouding tot het aantal deelnemers; - een afzonderlijke ruimte geschikt voor het toedienen van de eerste zorgen in geval van ziekte of ongeval uitgerust met bed, wastafel en verbandkist; - sanitaire voorzieningen, waaronder wastafels, toiletten en douches, die in verhouding staan tot het aantal gebruikers; indien de jeugdvakantie plaats heeft in tenten dient het gehele tentenkamp, rekening houdend met het aantal deelnemers, voldoende mogelijkheden te verschaffen tot behoorlijk overnachten, wassen, koken en eten. Daarenboven is er ter beschikking van de kampeerders: drinkbaar water op het terrein zelf of op een redelijke afstand, hygiënische toiletten en EHBO-voorzieningen; de gegevens in verband met het vakantie-initiatief: leden, programma, vorming van verantwoordelijken en financieel beheer ter inzage leggen op de kampplaats. Beschikken GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
over een document met interne afspraken wat betreft hygiëne, veiligheid, gezondheid, maaltijden, dagindeling, programma en rustpauze; ervoor zorgen dat de terreinen, lokalen en installaties zich uit het oogpunt van de veiligheid en de hygiëne gedurende het ganse kamp in een goede staat bevinden en geregeld onderhouden worden; de wettelijke aansprakelijkheid van de vereniging ten opzichte van derden alsmede de lichamelijke letsels van deelnemers en medewerkers dekken door een verzekering; de deelnameprijs die de vereniging aan de deelnemers van haar vakantie-initiatief vraagt mag niet meer bedragen dan 18,00 euro per dag wanneer in gebouwen overnacht wordt en 12,00 euro per dag wanneer het om een tentenkamp gaat. Art. 4. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot de berekening, de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor jeugdvakanties. Aan de verenigingen voor jeugdvakanties wordt een vaste toelage per vakantie-initiatief toegekend afhankelijk van het aantal deelnemers, de duur van het vakantie-initiatief en het aantal gekwalificeerde begeleiding. De verdeling gebeurt als volgt: het totaal van de kampdagen wordt berekend. De kampdagen zijn gelijk aan de som van het aantal deelnemers (per vakantie-initiatief) maal de duur van het kamp. De duur van het vakantie-initiatief is het aantal dagen dat het vakantie-initiatief voor de deelnemers duurde. Gaan verschillende afdelingen van een groep op hetzelfde terrein op kamp dan wordt de subsidie voor elke afdeling apart berekend; het beschikbare subsidiebedrag wordt gedeeld door het totaal van de kampdagen. Dat quotiënt wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen dat het vakantie-initiatief duurde en het aantal deelnemers. Dit geeft het bedrag van de subsidie voor een bepaald vakantie-initiatief; kwalificatie van de begeleiding: - is meer dan 74 % van de begeleiding gekwalificeerd dan krijgt het vakantie-initiatief de maximumsubsidie; - is tussen de 50 en 74% van de begeleiding gekwalificeerd dan krijgt het initiatief 90% van de maximumsubsidie; - is tussen de 25 en 49% van de begeleiding gekwalificeerd dan krijgt het initiatief 80% van de maximumsubsidie; - is minder dan 25% van de begeleiding gekwalificeerd dan krijgt het initiatief 70% van de maximumsubsidie; - is er geen gekwalificeerde begeleiding aanwezig dan komt het initiatief niet in aanmerking voor subsidie. Art. 5. Hoe de subsidie aanvragen De jeugdverenigingen zijn verplicht om voor 15 oktober van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde subsidieformulieren voor te leggen. Deze formulieren worden ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. Art. 6. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van de jeugdvakantie wordt de subsidie berekend en wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van de vereniging of organisatie. Art. 7. Voorbestemming van eventuele overschotten op het voorziene bedrag Het resterend bedrag van de subsidies voor jeugdvakanties wordt toegevoegd aan de “subsidie voor ondersteuning in het kader van milieu-acties.”
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
AFDELING 1: KAMPVERVOER Art. 8. Elke erkende jeugdvereniging die een jeugdvakantie inricht en die hiervoor een subsidie ontvangt, kan tevens een subsidie krijgen voor kampvervoer. De subsidie kan slechts eenmalig aangevraagd worden per werkjaar. Art. 9. De aanvraag verloopt samen met de aanvraag voor subsidies voor jeugdverenigingen en jongeren. Art. 10. Het gemeentebestuur verleent een subsidie van 25,00 euro per deelnemend lid en leid(st)ers, met een maximum van 7.200,00 euro per erkende jeugdvereniging. Art. 11. Jeugdbewegingen die een buitenlands kamp organiseren komen niet in aanmerking voor een subsidie kampvervoer. Deelreglement 4 : ONDERSTEUNING VAN MILIEU-ACTIES Artikel 1. Doelstelling van het deelreglement Jeugdverenigingen aanmoedigen en ondersteunen om bewust om te gaan met milieuvriendelijkheid, afvalbeperking en energiebesparing. Art. 2. Voorwaarden waaraan de initiatiefnemers moeten voldoen Enkel erkende jeugdverenigingen binnen de gemeente Schilde kunnen aanspraak maken op deze subsidie. Art. 3. Voorwaarden tot subsidie De volgende activiteiten komen in aanmerking voor subsidiëring: activiteiten die zeer duidelijk en met een bijzondere inspanning gebruik van milieuvriendelijk vervoer (openbaar vervoer, fiets, te voet,…) stimuleren; opruimacties die leiden tot een hygiënische en opgeruimde jeugdinfrastructuur (lokaal en terrein); aanpassingswerken die duidelijk gericht zijn op het duurzaam verlagen van de afvalkost; aanpassingswerken die duidelijk gericht zijn op het duurzaam verlagen van de energiefactuur. Art. 4. Berekening van de subsidie Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot de berekening, vaststelling en toekenning van deze subsidie. Er kan maar één aanvraag per activiteit ingediend worden. Alle erkende verenigingen kunnen aanspraak maken op deze subsidies zolang het daarvoor bestemde krediet niet op is. Maximum een kwart van het beschikbare subsidiebedrag wordt per jaar uitbetaald aan eenzelfde erkende jeugdvereniging die aan bovenstaande voorwaarden voldoet. Indien een jeugdvereniging subsidiabele acties inricht, die dit bedrag overschrijden, zal de aanvraag pas behandeld worden als alle andere aanvragen behandeld zijn. Indien er dan nog geld is voor “milieu-acties”, zal de vereniging toch nog subsidie krijgen. §1. Gebruik van milieuvriendelijk vervoer stimuleren: kosten door gebruik van openbaar vervoer naar of van een activiteit worden voor de helft terugbetaald; motorvrije verplaatsingen (te voet, met de fiets,…) van minstens 10 kilometer enkel naar of van een activiteit krijgen 0,05 euro per persoon per afgelegde kilometer. Om aanspraak te maken op deze toelage is het gebruik van veiligheidskledij tijdens de verplaatsing verplicht (bv. fluorescerende armbanden, hesjes,…); kosten door het opzetten van projecten/acties die duidelijk en met een bijzondere inspanning gebruik van milieuvriendelijk vervoer (fiets, te voet,…) stimuleren worden volledig terugbetaald.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
§2. Kosten voor opruimacties worden voor de helft terugbetaald indien de actie leidt tot een hygiënische en opgeruimde infrastructuur. Dit geldt zowel voor acties binnen, als buitenshuis (onderhoud terrein). Bovendien levert elke opruimactie, indien weerhouden, 50 euro op. §3. Kosten voor aanpassingswerken gericht op het verlagen van de afvalkost worden voor de helft terugbetaald indien de actie leidt tot het duurzaam en structureel verlagen van de afvalfactuur, bijvoorbeeld sorteren. §4. Kosten voor aanpassingswerken gericht op het verlagen van de energiekost worden voor de helft terugbetaald met een maximum van 400 euro indien de actie leidt tot het duurzaam en structureel verlagen van de energiefactuur. Art. 5. Hoe deze subsidies aanvragen Elke erkende jeugdvereniging van Schilde die een aanvraag wil indienen, kan het aanvraagformulier bekomen op de dienst gezin en welzijn. De aanvrager motiveert de inhoud van de activiteit op het formulier en vult alle gevraagde gegevens correct in. Twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging ondertekenen het aanvraagformulier om de juistheid van de gegevens te bevestigen. De aanvrager brengt ten laatste één maand voor de geplande activiteit het aanvraagformulier binnen bij de dienst gezin en welzijn. De aanvrager stelt de activiteit kort voor aan de jeugdraad. Art. 6. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van de actie wordt de subsidie berekend aan de hand van de nodige bewijsstukken (facturen, onkostennota’s,…). - Bij inlevering van bewijsstukken betreffende milieuvriendelijk vervoer voegt de aanvrager minstens 10 digitale foto’s van de activiteit, de deelnemerslijst en een beschrijving van de route die werd afgelegd toe. - Bij inlevering van bewijsstukken betreffende opruimacties van lokaal en/of terrein voegt de aanvrager minstens 10 foto’s toe waarop de toestand voor en het resultaat na de activiteit duidelijk te zien is. - Bij inlevering van bewijsstukken betreffende het verlagen van de afvalkost of energiefactuur voegt de aanvrager minstens 10 foto’s van de aanpassingswerken toe waarop de toestand voor en het resultaat na de aanpassingswerken duidelijk te zien is. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt het bedrag binnen de maand op het gegeven rekeningnummer van de vereniging gestort. Art. 7. Voorbestemming van eventuele overschotten op het voorziene bedrag Eventuele overschotten van deze subsidie worden toegevoegd aan de “subsidie ter ondersteuning van infrastructuur”. Deelreglement 5 : ONDERSTEUNING VAN INFRASTRUCTUUR Artikel 1. Doelstelling van het deelreglement Dit deelreglement regelt de ondersteuning van jeugdwerkinitiatieven voor hun energie- en waterverbruik en de kleine onderhoudswerken en herstellingen die ze aan hun lokalen moeten uitvoeren. De subsidie kan aangewend worden voor het energie- en waterverbruik, voor de goede werking van de verwarmings-, elektriciteits-, gas- en waterinstallatie, voor het bevorderen van de veiligheid van jeugdlokalen, voor aanpassingen noodzakelijk voor de goede werking van de jeugdvereniging en voor herstellingen noodzakelijk om infrastructuur of installaties in een goede staat te houden. Het gaat over het soort kosten die in een standaard huurovereenkomst ten laste van de huurder zijn. Art. 2. Wie komt in aanmerking Elk door de gemeente Schilde erkend jeugdwerkinitiatief, dat infrastructuur in eigendom heeft, permanent huurt of permanent ter beschikking krijgt van een derde vreemd aan de gemeente Schilde. Elk door de gemeente Schilde erkend jeugdwerkinitiatief, dat infrastructuur permanent ter beschikking krijgt van de gemeente Schilde en dat beschikt over een gebruiksovereenkomst waarin specifiek is opgenomen dat dit reglement van toepassing is. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Art. 3. Voorwaarden waaraan de werking moet voldoen: de vereniging moet voldoen aan één van de hiernavolgende voorwaarden: - infrastructuur in eigendom hebben. De jeugdvereniging is op haar naam eigenaar van de infrastructuur (lokalen) waarin zij haar werking heeft; - infrastructuur huren. De jeugdvereniging heeft een huurovereenkomst voor de lokalen die zij gebruiken. Deze huurovereenkomst moet op het moment van de subsidieaanvraag het volledige werkjaar waarvoor een aanvraag wordt ingediend beslaan; - infrastructuur ter beschikking krijgen. De jeugdvereniging heeft geen huurcontract voor de infrastructuur die ze ter beschikking heeft. Er wordt ook geen huur betaald; - infrastructuur gebruiken die eigendom is van de gemeente Schilde en beschikken over een gebruiksovereenkomst met de gemeente waarin specifiek is opgenomen dat dit deelreglement van toepassing is; het gebruik van de infrastructuur moet op het moment van de subsidieaanvraag het volledige werkjaar waarvoor een aanvraag wordt ingediend beslaan. de vereniging beheert de infrastructuur als een goede huisvader en springt zuinig om met energie en water. Art. 4. Kosten die worden gesubsidieerd §1. Terugbetaling van het verbruik voor energie- en waterverbruik De rechthebbende jeugdvereniging legt haar facturen voor energie- en waterverbruik van het voorbije werkjaar voor. Enkel facturen op naam van de jeugdvereniging komen in aanmerking. Enkel kosten voor de werkingsmomenten van de vereniging worden gesubsidieerd. De kosten worden voor maximum 70% terugbetaald. §2. Terugbetaling van kleine onderhoudswerken De rechthebbende jeugdvereniging legt haar facturen voor de gedane onderhoudswerken van het voorbije werkjaar voor. In alle gevallen beslist het college van burgemeester en schepenen, op advies van de dienst gezin en welzijn of een herstelling ontvankelijk is. Komen in aanmerking voor terugbetaling: kleine onderhoudswerken en herstellingen aan de infrastructuur. Dat zijn werken zoals: schilderen, schoorsteen vegen, brandblussers installeren, noodverlichting herstellen, verwarminginstallatie nakijken en herstellen, werken aan de sanitaire installatie, deurklinken vervangen, een raam herstellen, … enz. Deze lijst is niet limitatief. Deze werken moeten worden bewezen door facturen op naam van de jeugdvereniging; enkel onderhoudswerken aan een gebouw die nuttig zijn voor de werking van de vereniging komen in aanmerking voor subsidiëring; iedere vereniging mag slechts éénmaal dezelfde kosten inbrengen; huurgelden worden niet terugbetaald. Art. 5. Berekening van de subsidie Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot de berekening, de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor energieverbruik, waterverbruik en kleine onderhoudswerken aan de infrastructuur. Het beschikbare bedrag “P” wordt in deze volgorde verdeeld: - Sforf : een bedrag van 1.000 euro als forfaitaire subsidie voor kleine beperkte kosten; - Senerg : de helft van “het beschikbare bedrag min 1.000 euro” voor de subsidie voor energie- en waterverbruik; - Slok : de helft van “het beschikbare bedrag min 1.000 euro” plus het resterend bedrag van de subsidie voor energie- en waterverbruik voor de subsidie voor kosten voor kleine herstellings- en onderhoudswerken aan de lokalen. De kosten (forfaitair, energie, herstelling) die in aanmerking komen voor subsidiëring worden berekend volgens de verhouding tussen de totale oppervlakte van de infrastructuur (gebouwen) naar de oppervlakte permanent in gebruik door de vereniging. Verenigingen kunnen nooit meer subsidie krijgen dan de subsidieerbare kosten. Het beschikbare bedrag wordt op de volgende wijze berekend: - forfaitaire subsidie voor kleine, beperkte onkosten: dit deel van de subsidie dekt zeer kleine reparaties die snel moeten uitgevoerd worden (bv. het vervangen van een zekering). Van het beschikbaar bedrag wordt 1.000 euro onder de rechthebbende jeugdwerkinitiatieven verdeeld op basis van de oppervlakte permanent in gebruik door de vereniging; GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
- energie en waterverbruik: de subsidie wordt verhoudingsgewijs berekend en verdeeld naar de effectieve kosten voor huur, gas, elektriciteit en waterverbruik die de jeugdvereniging voor een werkjaar kan bewijzen; - kosten voor kleine herstellings- en onderhoudswerken aan de lokalen: maximum 80% van de subsidieerbare kosten kan worden terugbetaald. De subsidie wordt verhoudingsgewijs berekend en verdeeld naar de effectieve kosten kleine herstellings- en onderhoudswerken aan de lokalen die de jeugdvereniging voor een werkjaar kan bewijzen. Art. 6. Hoe de subsidie aanvragen Aan de hand van een formulier dat te verkrijgen is op de dienst gezin en welzijn. Dit formulier wordt ondertekend door twee verantwoordelijken van de jeugdvereniging die daarmee de juistheid van de gegevens bevestigen. De gemeente vraagt via dit subsidieformulier minimum naar de volgende gegevens: de algemene gegevens van de vereniging: naam, adres van de lokalen, samenstelling van het bestuur, ledenaantal, aantal werkingsmomenten, rekeningnummer, contactpersoon, …; de akte van eigendom, de huurovereenkomst of een verklaring van gebruiksrecht voor de infrastructuur; een plan van de infrastructuur waarop de afmetingen, oppervlakte en functie van de lokalen die in permanent gebruik zijn door de vereniging zijn aangeduid; een omschrijving van de uitgevoerde werken met de reden van de herstelling of het onderhoudswerk; facturen, op naam van de vereniging, die de waterkosten, energiekosten en de kosten voor kleine herstellings- en onderhoudswerken aan de lokalen staven. Art. 7. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van een werkjaar wordt de subsidie berekend en wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van het jeugdwerkinitiatief. Art. 8. Voorbestemming van eventuele overschotten op het voorziene bedrag Het resterend bedrag van de “subsidie ter ondersteuning van infrastructuur” wordt toegevoegd aan de “subsidie projecten”. Deelreglement 6 : ONDERSTEUNING VAN PROJECTEN Artikel 1. Doelstelling van het deelreglement Dit deelreglement regelt de ondersteuning van projecten, opgezet ten bate van kinderen en/of jongeren van Schilde, die worden gerealiseerd door jeugdwerkinitiatieven. Via een overeenkomst tussen de gemeente en het jeugdwerkinitiatief wordt een toelage beschikbaar. In deze overeenkomst staan naast de verschillende nagestreefde doelstellingen, de middelen die de gemeente ter beschikking stelt. Art. 2. Wie komt in aanmerking? Elk jeugdwerkinitiatief, reeds lang bestaand of pas opgericht (dit wil zeggen dat ook jongeren die geen lid zijn van een bestaande jeugdvereniging een jeugdwerkinitiatief kunnen vormen), van binnen de gemeente Schilde, kan een projectvoorstel indienen ten bate van kinderen en/of jongeren van Schilde. Met dien verstande dat het initiatief voldoet aan de bijzondere voorwaarden zoals ze hierna worden gestipuleerd. Art. 3. Voorwaarden waaraan de initiatiefnemers moeten voldoen §1. Algemene voorwaarden De vorming, het sociaal-cultureel werk en de ontspanning van kinderen en jongeren nastreven en dit binnen het kader van een jeugdwerkinitiatief zoals is bepaald in artikel 4 van het decreet van 9 juni 1993, houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid. §2. Bijzondere voorwaarden opgericht zijn door privé-initiatief, zonder beroepsdoeleinden, noch winst- of handelsoogmerken; haar zetel en activiteiten hebben op het grondgebied van de gemeente Schilde; haar activiteiten uitoefenen in de taal van de streek, in overeenstemming met de geldende taalwetten; via de gemeentelijke dienst gezin en welzijn de vereiste gegevens voor de opmaak van een erkenningsdossier en een overeenkomst verstrekken; GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
een overeenkomst afsluiten met de gemeente, waarin gestipuleerd wordt welke werking, voor welke doelgroep op welke manier wordt betoelaagd. De overeenkomst dient ondertekend te worden door twee verantwoordelijken van het initiatief; aanvaarden dat de gemeente controle uitoefent op de onderlinge overeenkomst, de realisatie van het project en verantwoording vraagt aangaande die overeenkomst. Art. 4. Voorwaarden waaraan het project moet voldoen §1. Algemene voorwaarden Onder project wordt verstaan, elke welomschreven jeugdwerkactiviteit: een openbaar karakter; beperkt in tijd en ruimte (dit wil o.a. zeggen dat eenzelfde project niet meer dan één maal per jaar georganiseerd kan worden); een experimenteel of vernieuwend aspect omvattend; voor erkende verenigingen moet de activiteit de specifieke werking van de jeugdorganisatie overschrijden; goed omlijnde doelstellingen en gericht naar een bepaalde doelgroep. §2. Specifieke voorwaarden Specifieke voorwaarden voor een project worden uitgewerkt in een onderlinge overeenkomst tussen de initiatiefnemers en de gemeente. De overeenkomst wordt door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd. specifieke voorwaarden internationale projecten: - deelname aan vormingsmomenten buiten Vlaanderen met oog op internationalisering en integratie; - internationale uitwisselingprojecten met oog op internationalisering en integratie; - buitenlandse vrijwilligers opnemen in de eigen organisatie. specifieke voorwaarden kunstzinnige projecten: - theater en tentoonstelling, thuis en/of op verplaatsing; - programmatie van concerten en films. specifieke voorwaarden projecten rond jongerencultuur: projecten die inspelen op de hedendaagse interesses van kinderen en jongeren. Art. 5. Berekening van de subsidie Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de dienst gezin en welzijn, over tot de berekening, de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor projecten. De subsidie wordt via de overeenkomst geregeld. Dit zet naast de verwachte prestatie de tegemoetkoming die de gemeente toekent. De betrokken initiatieven krijgen evaluatiedocumenten van de gemeente en dit ten minste één maand voor de evaluatiedatum. De volledige procedure vormt een deel van de overeenkomst. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt het subsidiebedrag na advies van de gemeentelijke dienst gezin en welzijn en na advies te vragen aan de gemeentelijke jeugdraad. §1. Voor internationale projecten: Deelnamekost voor vormingsmomenten buiten Vlaanderen met oog op internationalisering en integratie worden volledig terugbetaald. Kosten voor internationale uitwisselingprojecten met het oog op internationalisering en integraties worden voor de helft volledig terugbetaald. Wanneer een erkende vereniging één of meer buitenlandse vrijwilligers opneemt in de eigen organisatie, krijgt zij een bonustoelage van 150 euro per vrijwilliger. Elk jeugdwerkinitiatief kan maximaal 2 keer per jaar een aanvraag indienen voor deze subsidie. Bovendien kan er maar één aanvraag per activiteit/project ingediend worden. §2. Voor kunstzinnige projecten: Kosten voor kunstzinnige projecten worden volledig terugbetaald indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan. - De programmering plaatsvindt onder begeleiding van een gids verbonden aan het initiatief. - Bij actieve deelname aan een museumatelier of werkwinkel. Wanneer niet aan deze voorwaarde voldaan is, is slechts de helft van de kosten recupereerbaar. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de dienst gezin en welzijn of de motivatie en relevantie van de kunstprogrammering geldig zijn om de subsidie toe te kennen. Kunstprogrammering wordt per jeugdwerkinitiatief maximaal 5 keer per jaar gesubsidieerd. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Art. 6. Hoe de subsidie aanvragen Het initiatief aan de dienst gezin en welzijn kenbaar maken. De gemeente vraagt minimum naar de volgende gegevens over het initiatief: de hoger beschreven gegevens van de aanvragende vereniging; de doelstellingen van het project; de doelgroep waarnaar het project zich richt; het vernieuwende aspect van het project omschrijven; de manier waarop het project wordt uitgewerkt; een financiële raming met vermelding van uitgaven en inkomsten met betrekking tot het project; een motivatie tot het bekomen van een voorschot op de toegekende subsidie. Het college van burgemeester en schepenen verbindt zich er toe om elke aanvrager, gemotiveerd en schriftelijk op de hoogte te brengen van het al of niet goedkeuren van het ingediende project. Art. 7. Hoe en wanneer worden de subsidies uitbetaald Na afloop van de actie wordt de subsidie berekend aan de hand van de nodige bewijsstukken (facturen, onkostennota’s, foto’s,…). Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt het bedrag gestort op het opgegeven rekeningnummer van de vereniging. Maximum de helft van het in het gemeentelijke budget ingeschreven bedrag voor projectsubsidie is per half jaar beschikbaar. Indien het voorziene bedrag voor 1 juli van het jaar niet volledig werd opgebruikt, komt de overschot bij het bedrag dat gereserveerd is voor de tweede helft van het jaar. De overeenkomst stipuleert de wijze van uitbetaling. Dit kan zowel het toekennen van werkingsvoorschotten inhouden als de uitbetaling na evaluatie van de werking. De afrekening dient te gebeuren voor het einde van een kalenderjaar. Art. 8. Voorbestemming van eventuele overschotten op het voorziene bedrag Het resterende bedrag van de subsidies voor jeugdvakantie wordt toegevoegd aan de “subsidies voor de uitleendienst van de gemeentelijke jeugdraad”. Deelreglement 7 : ONDERSTEUNING VAN UITLEENDIENST Artikel 1. Doelstelling van het deelreglement Het oprichten en beheren van een uitleendienst met pedagogisch, socio-cultureel verantwoord materiaal. Deze materialen met de nodige informatie uitlenen aan alle jeugdverenigingen, individuele jongeren of andere verenigingen. Art. 2. Wie komt in aanmerking De gemeentelijke jeugdraad mits deze raad aan de verder gestelde minimumvoorwaarden voldoet. Art. 3. Voorwaarden waaraan de initiatiefnemer moet voldoen De jeugdraad moet om subsidies voor de uitbouw van een uitleendienst te ontvangen: een verzekering “alle risico’s” en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid afsluiten voor het te ontlenen materiaal; een boekhouding bijhouden die ten allen tijde moet kunnen voorgelegd worden aan de gemeente; op het einde van het werkjaar een evaluatie van het vorige werkjaar, na advies van de jeugdraad, aan het college van burgemeester en schepenen voorleggen. Art. 4. Voorwaarden waaraan de werking moet voldoen Alle in Schilde erkende jeugd-, sport- en culturele verenigingen moeten van de uitleendienst gebruik kunnen maken evenals alle inwoners jonger dan 26 jaar. Evenwel moet ofwel de werking ofwel de woonplaats in Schilde zijn. Minimum aanvraagtermijnen: - erkende jeugdverenigingen: geen termijn; - inwoners jonger dan 26 jaar of andere verenigingen: maximum 4 weken op voorhand. Beschikken over een ontleenreglement en dat, na advies van de jeugdraad, aan het college van burgemeester en schepenen voorleggen. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Een ontleenformulier opmaken waardoor de gebruiker erkent het ontleenreglement te kennen en met de ontleenvoorwaarden akkoord gaat. Het ontleenreglement en het ontleenformulier moeten door de open jeugdraad worden goedgekeurd en ter kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen worden voorgelegd. De uitleendienst moet tenminste twee avonden per week open zijn voor aanvragen om ontlening en voor informatie. Enkel niet-commerciële werkingen, zonder winst- of handelsoogmerken kunnen gebruik maken van de uitleendienst. Het materiaal is dus niet beschikbaar voor bedrijven. Art. 5. Berekening van de subsidies Het college van burgemeester en schepenen gaat, op advies van de gemeentelijke dienst gezin en welzijn, over tot de berekening, de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor de uitleendienst. Het subsidiebedrag voor de uitleendienst wordt opgenomen in het gemeentelijke budget. Indien de uitleendienst overschotten van andere begrotingsposten krijgt, worden deze aan het eind van het kalenderjaar overgemaakt. Art. 6. Hoe subsidies aanvragen? Door het voorleggen van het door de jeugdraad goedgekeurde evaluatieverslag. SLOTBEPALINGEN Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de subsidieberekening, uitgevoerd zoals beschreven is in dit reglement, aan de plaatselijke jeugdverenigingen meedelen voor 31 december van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend. De uitbetaling van de financiële toelage gebeurt op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de post- of bankrekening van de jeugdvereniging. Overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit en de wet van 14 november 1983 “betreffende de controle op de toekenning en de aanbesteding van sommige toelagen”. Indien blijkt dat door de plaatselijke jeugdvereniging onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd, kan het college van burgemeester en schepenen - de op grond van dit reglement toegekende subsidie - geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken vereniging, na advies van de gemeentelijke jeugdraad en na advies van de gemeentelijke dienst gezin en welzijn. Laattijdig ingediende subsidieaanvragen worden niet aanvaard tenzij overmacht kan worden bewezen. Op eenvoudig verzoek van de gemeente zullen alle bewijsstukken ter rechtvaardiging van het gebruik van de toelagen onmiddellijk worden overgemaakt. In alle niet-voorziene gevallen beslist de gemeenteraad, na advies van de gemeentelijke jeugdraad en na advies van de dienst gezin en welzijn. Dit reglement treedt in werking met ingang van het werkjaar 2014 - 2015 en heft alle voorgaande reglementen op. 27.
Gezin & Welzijn - Subsidiereglement voor gehandicaptenverenigingen. Goedkeuring Mevr. L. Struyf (CD&V) stelt volgende aanpassingen aan het reglement voor: - de bepaling in artikel 1 (Om erkend te worden, moet een gehandicaptenvereniging een doel nastreven dat gericht is op het organiseren van groepsgerichte vrijetijdsactiviteiten voor en/of door personen vanaf 55 jaar) te wijzigen in: Om erkend te worden, moet een gehandicaptenvereniging een doel nastreven dat gericht is op het organiseren van groepsgerichte vrijetijdsactiviteiten voor en/of door personen met een fysieke of mentale handicap. - de bepaling in artikel 1 (Verhaal is mogelijk via een daartoe bestemde procedure – zie artikel 7) te wijzigingen in: Verhaal is mogelijk via een daartoe bestemde procedure – zie artikel 4. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) vraagt waarom het subsidiereglement zich beperkt tot vrijetijdsactiviteiten. Ze stelt voor het uit te breiden tot alle activiteiten. Mevr. L. Struyf (CD&V) ziet persoonlijk geen probleem in deze uitbreiding. Dhr. D. Bauwens (N-VA) wijst erop dat het om een Vlaamse beleidsprioriteit gaat die gepaard gaat met subsidies. Een uitbreiding is niet mogelijk. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) vraagt zich af waarom de Vlaamse administratie deze uitbreiding zou weigeren, waarop dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat hij het zal navragen. Overwegende het feit dat er tot op heden geen subsidiereglement voor gehandicaptenverenigingen werd opgemaakt; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2014 om het ontwerp van het subsidiereglement voor gehandicaptenverenigingen goed te keuren en voor te leggen ter advies aan de gehandicaptenraad; Gelet op de participatie van de gehandicaptenraad bij het tot stand komen van het subsidiereglement voor gehandicaptenverenigingen; Gelet op het advies van de gehandicaptenraad d.d. 10 juli 2014; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 18 juli 2014; Gelet op het erkenningsreglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16 juni 2014; Gelet op het visum van de financieel beheerder 2014/57 van 13 augustus 2014; BESLUIT Met 14 stemmen, bij 8 onthoudingen van dhr. D. Mariën, mevr. Y. Avontroodt, dhr. J. Verschueren, dhr. K. Droessaert, mevr. V. Van Genechten, mevr. L. Cuppens, dhr. S. Callens en mevr. M. Dillen. Enig artikel. De gemeenteraad keurt het onderstaande subsidiereglement voor gehandicaptenverenigingen goed: SUBSIDIEREGLEMENT VOOR GEHANDICAPTENVERENIGINGEN Binnen het in het budget voorziene en goedgekeurde bedrag ( 1419/5/1/18/3 “Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen” ) en goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014 worden door het college van burgemeester en schepenen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgelegd. Subsidies worden verstrekt op basis van een werkingsjaar dat loopt van 1 september tot en met 31 augustus. I. Algemene bepalingen Artikel 1. Wie komt in aanmerking? Enkel de erkende plaatselijke gehandicaptenverenigingen die een werking ontwikkelen ten bate van de inwoners van de gemeente en die uitsluitend werken met vrijwilligers en zich openstellen voor alle inwoners in de betrokken doelgroep kunnen genieten van subsidie. Een vereniging wordt erkend door het college van burgemeester en schepenen na controle van de ingediende stukken door de dienst gezin en welzijn en het advies van de gehandicaptenraad. Om erkend te worden, moet een gehandicaptenvereniging een doel nastreven dat gericht is op het organiseren van groepsgerichte vrijetijdsactiviteiten voor en/of door personen met een fysieke of mentale handicap (cfr. de voorwaarden voor erkenning, bepaald in het ‘Erkenningsreglement verenigingen’ dat te verkrijgen is op het evenementenloket of op de dienst gezin en welzijn). Deze activiteiten kunnen onder andere zijn: - Ontmoetingsactiviteiten - Informatieve activiteiten - Bewustmakende activiteiten - Educatieve activiteiten - Levensbeschouwelijke activiteiten - Creatieve en culturele activiteiten - Sport- en bewegingsactiviteiten Erkende verenigingen kunnen zich aansluiten bij slechts één adviesraad (in dit geval de gehandicaptenraad) en kunnen bijgevolg slechts subsidies ontvangen via één gemeentelijk kanaal. Een subsidie is enkel definitief toegekend na voorlegging van ingediende bewijsstukken. Een vereniging die gebruik maakt van subsidies stemt in met - de mogelijkheid tot controle; - de mogelijkheid dat de gemeente gebruik maakt van de infrastructuur van de verenigingen voor de organisatie van activiteiten voor de doelgroep van de verenigingen (occasioneel en in onderling overleg). GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Verhaal is mogelijk via een daartoe bestemde procedure (zie artikel 4). II. Procedure subsidieverdeling Art. 2. Procedure van aanvraag §1. Het subsidiebudget voorzien voor de gehandicaptenverenigingen wordt jaarlijks evenredig verdeeld onder de erkende verenigingen die uitsluitend werken met vrijwilligers en dus geen betaald personeel in dienst hebben die het subsidieformulier tijdig hebben ingediend. §2. Subsidieformulier gehandicaptenvereniging Dit formulier dient ingevuld te worden voor het bekomen van de subsidie. Enkel erkende gehandicaptenverenigingen komen hiervoor in aanmerking. De schriftelijke aanvraag dient toe te komen voor 1 oktober van het jaar waarvoor subsidies worden aangevraagd. Elke erkende gehandicaptenvereniging wordt geacht dit formulier jaarlijks in te dienen om zijn erkenning te behouden. Alle formulieren en bewijsstukken moeten worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen, toezending kan gebeuren op volgend adres: Gemeentebestuur Schilde dienst Gezin en Welzijn Eugeen Dierckxlaan 24 2970 Schilde
[email protected] Het college van burgemeester en schepenen verbindt zich ertoe de gehandicaptenverenigingen voor 15 december (van het jaar waarvoor subsidies worden aangevraagd) op de hoogte te stellen van de toegekende subsidiebedragen. Art. 3. Privacy Bij navraag bij CBPL ( Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer) werd bevestigd dat: - De subsidiërende overheid het recht heeft inzage te vragen van de ledenlijst van de verenigingen als de te ontvangen subsidies onder andere afhangen van het aantal leden of inwoners. - Mochten deze subsidies jaarlijks hernieuwbaar zijn, het logisch is dat de gemeente elk jaar een nieuwe lijst opvraagt ter controle. - Deze gegevens niet mogen bijgehouden worden, tenzij tijdelijk indien de verantwoording van de toekenning van deze subsidies in vraag wordt gesteld. Art. 4. Betwistingen en verhaal Alle betwistingen worden onderzocht door de gehandicaptenraad. Het advies hierover wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. III. Slotbepalingen Art. 5. Slotbepalingen Alle betwistingen worden onderzocht door de gehandicaptenraad. Het advies hierover wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. In geval van ontbinding van de vereniging vòòr uitbetaling van de subsidie zal deze subsidie niet meer worden uitgekeerd. Dit reglement is goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014 en treedt in werking vanaf het werkingsjaar 2014-2015. Dit reglement vervangt alle voorgaande subsidiereglementen gehandicaptenverenigingen. Dit reglement blijft gelden totdat een vervangend reglement wordt goedgekeurd door de gemeenteraad. 28.
Secretaris - Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Kennisgeving Dhr. H. Bellens (N-VA) verwijst naar de terechte vraag vanwege de fractie van Open VLD om conform het decreet intergemeentelijke samenwerking toelichting te geven over de uitoefening van hun mandaat en bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden hebben op basis van de decreetswijzigingen hun statuten aangepast waardoor er onder andere minder vertegenwoordigers zijn in de raden van de besturen. Het gemeentebestuur van Schilde maakt deel uit van zes dienstverlenende of opdrachtverenigingen. In vier ervan zetelt een vertegenwoordiger in de raad van bestuur, namelijk Integan, Pidpa, IGEAN en IKA. Indien gewenst kan een iemand van de directieraad van CIPAL of IVEKA uitgenodigd worden om het beleid van die verenigingen toe te lichten. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Dhr. H. Bellens (N-VA) meldt dat het tevens mogelijk is om de samenvattingen van de jaarverslagen digitaal te bezorgen aan de raadsleden. Dhr. J. Verschueren (Open VLD) stelt dat niet alle raadsleden aanwezig zijn om de toelichting te horen. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) vraagt om de vertegenwoordigers in de energiesectoren, gezien het nakende stroomtekort, zeker aan het woord te laten. Dhr. H. Bellens (N-VA) antwoordt dat hij in het regionaal comité van IVEKA zetelt. Er werd begin september een nota aangekondigd aangaande het stroomtekort die ter beschikking kan gesteld worden via het GRIP (extranet gemeenteraadsleden). Dhr. H. Bellens (N-VA) geeft toelichting bij het beleid van Integan. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat de toelichting beantwoordt aan de door de Vlaamse regering en de fractieleider gestelde doelstellingen. Ze bedankt dhr. H. Bellens (N-VA) en uit haar waardering. Dhr. G. Van Acker (N-VA) geeft toelichting bij het beleid van IGEAN Dienstverlening en IGEAN Milieu en Veiligheid. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) feliciteert hem voor deze toelichting. Ze informeert naar de besparingsplannen van IGEAN en het aantal kg restafval per inwoner in Schilde. Dhr. G. Van Acker (N-VA) antwoordt dat het gemiddelde van de bij IGEAN aangesloten gemeenten 120 kg/inwoner is. Voor Schilde is dat ongeveer 200 kg/inwoner. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat als er een belasting per kg restafval wordt ingevoerd, er de inwoners een serieuze retributie boven het hoofd hangt. Ze vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om flankerende maatregelen te nemen. Dhr. A. Van Oekelen (CD&V) stelt dat de invoering van een diftarsysteem leidt tot beter sorteergedrag door de inwoners. Dhr. G. Van Acker (N-VA) stelt dat het college van burgemeester en schepenen in oktober een onderzoek start naar het opstarten van een diftarsysteem. Een mogelijke overstap naar het beheer van het containerpark door IGEAN wordt eveneens onderzocht. Dhr. A. Van Oekelen (CD&V) geeft toelichting bij het beleid van IKA. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) dankt ook hem voor zijn bijdrage. Ze vraagt bijzondere aandacht voor de opvolging van het schaliegasdossier. Dhr. G. Van Acker (N-VA) geeft toelichting bij het beleid van PIDPA. Dhr. S. Rubberecht (CD&V) herhaalt dat op vraag van de raadsleden vertegenwoordigers van CIPAL en IVEKA kunnen uitgenodigd worden. Gelet op artikel 53 van het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de toelichting door dhr. H. Bellens aangaande Integan; Gelet op de toelichting door dhr. G. Van Acker aangaande IGEAN en Pidpa; Gelet op de toelichting door dhr. A. Van Oekelen aangaande IKA; De gemeenteraad neemt kennis van de toelichting door de gemeentelijke afgevaardigden in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. 29.
Stand van zaken Golf en Hockey op Torfheide. (Wim Van Kets - Groen) Ondanks de afwezigheid van dhr. W. Van Kets (Groen) wenst dhr. S. Rubberecht (CD&V) dit agendapunt omwille van de actualiteitswaarde toch te behandelen. Dhr. W. Van Kets (Groen) zal schriftelijk op de hoogte gebracht worden van het antwoord. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) antwoordt dat het initiatief tot opmaak van het Gewestelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan door het Vlaams Gewest is genomen. De eigenaars zijn uiteraard nauw betrokken bij het initiatief. Het college van burgemeester en schepenen is het project in principe gunstig gezind en stelde een aantal voorwaarden, namelijk dat alle wettelijke procedures moeten doorlopen worden en het project haalbaar moet blijken. In het kader van de opmaak van een Plan-MER (Milieueffectrapportage) is een kennisgevingsnota opgesteld die bepaalt hoe de milieueffecten onderzocht zullen worden. Het is de taak van het bestuur om deze nota ter kennis te brengen aan de inwoners. Iedereen heeft de kans gekregen om opmerkingen te formuleren. De aan het gemeentebestuur overgemaakte opmerkingen hebben vooral te maken met de aspecten geluid en mobiliteit. In het advies van het college van burgemeester en schepenen is dan ook de vraag opgenomen om meer aandacht te besteden aan deze aspecten. Tijdens een overlegvergadering met de MER-cel kreeg het bestuur reeds de bevestiging dat dit effectief zal gebeuren. Het MER-onderzoek zal ongeveer een jaar in beslag nemen. Daarna wordt een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt dat onderworpen is aan een openbaar onderzoek. Als alle onderzoeken gebeurd zijn, zullen het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad een standpunt moeten innemen. Het is belangrijk dat het college van burgemeester en schepenen in het kader van de lopende GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
procedures een zuivere en objectieve rol opneemt rekening houdend met de verschillende standpunten van de inwoners. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) is van oordeel dat met dit antwoord een politieke paraplu wordt opengetrokken. Voor de verkiezingen hebben alle politieke partijen zich geëngageerd om het project te realiseren. Geldt dit engagement nu nog? Hij verwijst tevens naar de berichtgeving van april 2014 in het N-VA blad. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) herhaalt dat het college van burgemeester en schepenen het project gunstig gezind is, maar dat de procedure moet doorlopen worden. Het college van burgemeester en schepenen wenst de rol van objectieve katalysator voor dit project op te nemen. Dhr. D. Bauwens (N-VA) bevestigt de berichtgeving in het N-VA blad, maar stelt dat de regelgeving moet gevolgd worden. Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) vraagt of het college zicht heeft op de verhouding tussen de positieve en negatieve opmerkingen. Zij heeft immers weet van positieve commentaren. Dhr. S. Dietvorst (CD&V) antwoordt dat het gemeentebestuur enkel bekommernissen heeft ontvangen. Het bestuur fungeerde in deze fase van het project als doorgeefluik naar het Vlaams Gewest. Er is nog geen inzage geweest in de opmerkingen die rechtstreeks aan het Vlaams Gewest zijn overgemaakt. Dhr. H. Bellens (N-VA) stelt dat N-VA achter het project staat, maar dat het gemeentebestuur geen onwettigheden mag doen. 30.
Secretaris - Verzoekschrift afsprakennota/samenwerking tussen adviesorganen en gemeentelijke overheid respectievelijk administratie - Jos Vanderhoven Dhr. D. Bauwens (N-VA) stelt dat, ondanks de in het huishoudelijk reglement voorziene termijn, er toch voor geopteerd werd om het verzoekschrift reeds te agenderen voor de gemeenteraad. Hij verwoordt zijn waardering en respect voor het werk dat dhr. Jos Vanderhoven doet. Het is echter belangrijk om het democratisch proces aangaande de adviesprocedure voor de afsprakennota te doorlopen. Als de adviesraden op 10 september 2014 hun adviezen hebben overgemaakt, zal de afsprakennota beoordeeld worden. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) wenst toch reeds een aantal bezorgdheden mee te geven. Hij roept op tot respect voor de geëngageerde burger en vrijwilligers. De eerdere problemen van de milieuraad en de communicatieraad zijn opgelost. Het gezond verstand moet primeren. Dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat er al een overlegtraject doorlopen is. Hij engageert zich om de bezorgdheden mee te nemen. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat het werk van de ambtenaren moet gewaardeerd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de politiek om een verzoening tot stand te brengen tussen de vrijwilligers en de ambtenaren. Mevr. K. Krekels (N-VA) onderschrijft de bezorgdheden, maar vindt dat ook de waarde van de adviezen moet meegenomen worden in de discussie. Er wordt vastgesteld dat verschillende adviesraden gelijkaardige adviezen formuleren. Dhr. D. Bauwens (N-VA) stelt dat het college van burgemeester en schepenen weet naar welke haven het vaart. Hij stelt voor dat de gemeenteraad het verzoekschrift voor een ontwerpantwoord verwijst naar het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteraad neemt kennis van het verzoekschrift van Jos Vanderhoven betreffende de afsprakennota/samenwerking tussen adviesorganen en gemeentelijke overheid respectievelijk administratie: Waarde Heer Burgemeester, Geachte Schepencollege, Geachte Gemeenteraadsleden, Per dit schrijven wens ik U allen een behouden terugkeer toe na de vakantieperiode en zie ik U ook weer graag verschijnen op de nakende gemeenteraad dd.25.08. alwaar ik met veel interesse het politieke reilen en zeilen zal gade slaan vanuit de tribune, zoals vanouds. In de afsprakennota dewelke de gemeentelijke Overheid momenteel aan alle Voorzitters van de adviesorganen voorlegt ter advisering spreekt men in één bepaald punt o.a. over de cumul maw men zou in de toekomst niet meer toelaten dat er gezeteld wordt in meer dan twee adviesorganen. Het spreekt voor zich dat iemand als ik die aan de wieg stond van de voorbesprekingen van deze nota zich uiteraard de wenkbrauwen fronste bij het aanschouwen van zulke nonsens. Tijdens de voorbesprekingen werd door mij meermaals erop gewezen alsdat het zeer moeilijk is voor adviesorganen om ueberhaupt nog vrijwillige medewerkers te vinden die zich willen inzetten en in die zin kan het idd.voorkomen dat er dezelfde personen in meer dan één, twee, drie raden zetelt. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Bovendien zetelen bepaalde personen precies in diverse raden als afgevaardigde uit een andere raad, vb.een afvaardiging uit de M/R zetelt ook in de cultuurraad en vice versa, een afvaardiging uit de sportraad zetelt in de cultuurraad enz. Voor GECORO maakt men over het algemeen wel die uitzonderingen. Uit hoofde van volgende argumentatie zou ik de Heer Burgemeester, het voltallig Schepencollege en de complete gemeenteraad willen verzoeken om het punt van de ‘cumul’ over de gehele lijn te schrappen uit de afsprakennota: - het is en blijft zeer moeilijk om vrijwilligers te vinden in diverse raden - het is en blijft een onbezoldigd mandaat te zetelen als bestuurslid cfr.raadslid binnen de diverse adviesorganen - tal vanuit politieke fractie gestuurde raadsleden komen/kwamen zelfs niet opdagen tijdens diverse raden – waartoe dan de kritiek op vrijwilligers die wél hun taak ter harte nemen ? - er blijft de regel van afvaardiging van de ene raad in de andere – hoe strookt dit met Uw afsprakennota? - de beoogde diversiteit die men nastreeft door het toepassen van de verbodsregel op een eventuele cumul wordt niet bewezen - zie artikel hierbijgaand : tal van politici bekleden een niet zo klein aantal mandaten, al dan niet bezoldigd. Dhr.De Wever, U allen welbekend bekleedt zomaar liefst 14 mandaten met 4 bezoldigd. Hij blijft ook de partijvoorzitter met de meeste mandaten, zo stelt een gekend dagblad. Hoe rijmt men dit aan elkaar als het diezelfde partij/besturende macht is die adviesorganen wil verplichten om NIET te cumuleren in onbezoldigde functies binnen adviesorganen ? Verzoek: U gelieve allen Uw uiterste best te willen doen opdat de ‘cumul’ regel uit de afsprakennota zou verdwijnen. Zie Uw antwoord graag tegemoet, met genegen groeten, Beleefde hoogachting, Officieel verzoek gesteld aan Burgemeester, College van Schepenen en Gemeenteraad op 18.08.2014.// te Schilde J. Vanderhoven Schilde Voorzitter M/R Raadslid beheerorgaan bibliotheek Schilde (ex Voorzitter) Raadslid cultuurraad (vanuit beheerorgaan bibliotheek) Raadslid PWA raad Raadslid Gemeenschapscentrum (vanuit M/R) Ignoranti quem portum petat, nullus suus ventus est.
Gelet op artikel 61 en 62 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; BESLUIT Met 21 stemmen, bij 1 onthouding van mevr. Y. Avontroodt. Enig artikel. De gemeenteraad verwijst het verzoekschrift naar het college van burgemeester en schepenen en verzoekt het college van burgemeester en schepenen een ontwerpantwoord voor te bereiden. 31.
Beslissing betreffende Dreef De Haar. (Marijke Dillen - Vlaams Belang) Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) licht het agendapunt toe: bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg d.d. 19 juni 2014 werd er in graad van hoger beroep een beslissing genomen inzake het dossier ‘Dreef De Haar’, waarbij het eerste vonnis wordt bevestigd. Dreef De Haar is wel degelijk privaat eigendom en behoort niet tot het openbaar domein, aldus beide gerechtelijke uitspraken. Wat is het standpunt van de gemeente? Zullen er nog verdere stappen worden onderzocht? Heeft de gemeente inmiddels de nodige initiatieven genomen om uitvoering te geven aan deze beslissing in graad van beroep? Wat is de totale kostprijs van dit dossier voor de gemeente? Dhr. P. Mendonck (N-VA) verwijst naar het belang dat het bestuur hecht aan het behoud van de trage wegen. Langs de andere kant wordt men nu geconfronteerd met een juridisch sterk onderbouwd vonnis. Het vonnis is gebaseerd op een deskundigenverslag. Op een druilerige dinsdagochtend heeft de deskundige vastgesteld dat er geen publiek gebruik maakt van de dreef De Haar. Het college van burgemeester en schepenen besliste beroep aan te tekenen tegen het vonnis van de vrederechter bij de rechtbank van eerste aanleg. Deze laatste bevestigde het vonnis echter. Een volgende stap kan beroep bij het hof van cassatie zijn, maar daarvoor is het advies van een cassatie-advocaat nodig. De kansen om het cassatieberoep te halen worden echter zeer laag ingeschat. De advocaatkosten bedragen 35.000 euro. Dhr. A. Van Oekelen (CD&V) informeert naar de mogelijkheden om het Antitankkanaal te sluiten, waarop dhr. P. Mendonck (N-VA) antwoordt dat dit niet kan. GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
Mevr. M. Dillen (Vlaams Belang) stelt dat het eigendomsrecht moet gerespecteerd worden. Gezien de vrederechter van Schilde een goed vonnis velde, werd dit ook bevestigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg. Ze informeert naar de dwangsommen die de gemeente heeft moeten betalen. Dhr. P. Mendonck (N-VA) antwoordt dat, inclusief dwangsommen, deze procedure 55.000 euro heeft gekost. Mevr. Y. Avontroodt (Open VLD) stelt dat het vorige bestuur besliste om, ondanks de geformuleerde vraagtekens, alle middelen in te zetten om de afsluiting van de Hoge Haar te verhelpen. Het bestuur is tot het uiterste gegaan, met het gekende resultaat. 32.
Dreigend stroomtekort. (Lynn Cuppens - Open VLD) Mevr. L. Cuppens (Open VLD) licht het agendapunt toe: Heel wat gemeenten blijken niet te weten of ze de komende winter van het stroomnet zullen worden gekoppeld als er effectief zulk een elektriciteitstekort dreigt. Het is nochtans hoogdringend dat de burger weet of er een blackout komt, en waar de pijnpunten zullen liggen. Weet het bestuur of onze gemeente in een afkoppelingsgebied ligt? Is er kans op effectieve stroomonderbreking? Is er een noodplan? Beschikken wij over noodgenerator? Dhr. D. Bauwens (N-VA) antwoordt dat hij enkel kan voortgaan op hetgeen in de pers verschijnt. Op 9 september 2014 vindt een overleg met de gouverneur plaats. In 2012 is een noodplan bij stroomtekort opgesteld. In de afkoppelingsplannen die toen zijn opgemaakt, is Schilde opgenomen. Het is op dit moment niet duidelijk of dezelfde afkoppelingsplannen zullen gehanteerd worden. Er is wel sprake van een gefaseerde aanpak: bij stroomtekort worden de inwoners eerst gesensibiliseerd, pas als het effect hiervan onvoldoende is, zal een afkoppeling uitgevoerd worden. Er zijn offertes voor de aankoop van een noodgenerator opgevraagd. Een UPS-voorziening is er al wel. In 2970Info zal informatie aan de inwoners opgenomen worden. Dhr. D. Bauwens (N-VA) engageert zich om de gemeenteraad te informeren over het overleg met de gouverneur. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) dringt aan op overleg met de veiligheidsdiensten, want in geval van afkoppeling zullen ook de alarmsystemen van privéwoningen niet meer werken. Dhr. D. Bauwens (N-VA) bevestigt dat de afkoppeling een horrorscenario is dat absoluut voorkomen moet worden.
33.
Bladkorven. (Joos Verschueren - Open VLD) Dhr. J. Verschueren (Open VLD) licht het agendapunt toe: De zuigwagen ingezet bij de vorige bladval is geen succes gebleken noch qua efficiëntie noch qua voorziene besparingen. De beloofde evaluatie met een overzicht van de kosten/besparingen is er nooit gekomen. Wil de bevoegde schepen dat toelichten? In het vooruitzicht van de komende herfst verzoeken wij dat een duidelijke planning en de plaatsing van de bladkorven tijdig wordt aangepakt. Mevr. A. Fierens (CD&V) bevestigt dat er, omwille van het hoge aantal werkuren, geen besparing is gerealiseerd. Het college van burgemeester en schepenen besliste om: - de gratis bladafvoer naar het gemeentelijk containerpark vanaf oktober tem december te behouden; - de mogelijkheid van wijkinzameling te behouden en extra te promoten; - in vooraf bepaalde straten met laanbomen, inwoners – onder eigen verantwoordelijkheid - zelf één eigen bladkorf (volgens vooraf bepaald volume) te laten plaatsen waarin ze het blad van de laanbomen deponeren per perceel; - de oude bladkorven ter beschikking te stellen van de bevolking zolang de voorraad strekt; - de ophaling van het blad van laanbomen te laten gebeuren d.m.v. een vooraf vastgestelde planning. Dhr. J. Verschueren (Open VLD) stelt dat als inwoners de bladkorven zelf moeten ophalen, dit opnieuw een besparing op de dienstverlening inhoudt. Mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat inwoners ook eigen bladkorven mogen plaatsen. Dhr. K. Droessaert (Open VLD) informeert naar de effectieve meerkost van het vorig jaar ingevoerde systeem, waarop mevr. A. Fierens (CD&V) antwoordt dat het om een meerkost van 1.000 euro gaat. De effectieve berekening zal op het GRIP (extranet gemeenteraadsleden) geplaatst worden.
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD
BESLOTEN VERGADERING I.
Ruimte - Aanwijzing waarnemend stedenbouwkundige ambtenaar. Beslissing Gelet op artikel 1.4.6.§2 van de VCRO waarbij aan de gemeenteraad de mogelijkheid wordt geboden om een waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar aan te wijzen; Gelet op de vereisten die worden gesteld aan de waarnemend gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar zoals geregeld in artikel 21 van het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld; Overwegende dat mevrouw Liesbeth Michiel onder meer omwille van vakantie verhinderd kan zijn haar taken als gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar uit te oefenen, waardoor de continuïteit van de gemeentelijke diensten en het halen van de termijnen in het kader van de stedenbouwkundige vergunningverlening in het gevaar kan komen waardoor het nodig is een waarnemend stedenbouwkundige ambtenaar aan te wijzen; BESLUIT Met 20 stemmen, bij 1 onthouding en 1 ongeldige stem. Artikel 1. De gemeenteraad beslist de heer Filip De Clercq aan te wijzen als waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar. Art. 2. Bij voorziene afwezigheid geeft de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar schriftelijk aan dat zij verhinderd is en de tijdsduur van de machtiging. Deze machtiging wordt kenbaar gemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en de gemeentesecretaris. Art. 3. Bij onvoorziene afwezigheid geeft de gemeentesecretaris aan dat de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar verhinderd is en de tijdsduur van verhindering. Deze verhindering wordt kenbaar gemaakt aan het college van burgemeester en schepenen. Art. 4. Dit besluit blijft van toepassing totdat de stedenbouwkundig ambtenaar wordt vervangen.
De secretaris,
De voorzitter,
T. Vervisch
S. Rubberecht
GEMEENTE SCHILDE – NOTULEN GEMEENTERAAD