OVERZICHT De Ronde 01-07-2014 Aanvang: 19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
19:00 De Ronde Beleidevaluatie wijkontwikkeling (deel I) vrz: Keskin pfh: Imming secr: Pen
20:30
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
De Ronde
De Ronde
GroenLinks: Vergroening bouwleges vrz: De la Combé pfh: Van den Berg secr: Van Kan
Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord vrz: Kennedy-Doornbos pfh: Buijtelaar secr: Bongers
Werkwijze De Raad vrz: Dijksterhuis secr: Pen
Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte
22:00
1
vrz: Prins pfh: Buijtelaar secr: Van Kan
De Nieuwe Stad (Oude Prodentfabriek)
Raadsacademie Nieuwe Stad pfh: Van den Berg
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 1 juli 2014 19:00
De Ronde Beleidevaluatie wijkontwikkeling (deel I) Rondetafelgesprek
Beleidevaluatie wijkontwikkeling (deel I) Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I) (pdf) Bijlage - Begroting 2012-2015 deelprogramma Wijkontwikkeling (pdf) Bijlage - Bestuurlijke stukken inzake wijkontwikkeling (pdf) Bijlage - De samenwerking met de WBT-s (pdf) Bijlage - *Bestuurlijke stukken inzake Amersfoort Vernieuwt (stadsbreed) (pdf) *Presentatie De Ronde 1-7-2014 - Beleidsevaluatie Wijkontwikkeling (deel 1) (pdf) Bijlage - *Beantwoording feitelijke vragen CDA t.b.v. De Ronde 1 juli 2014 Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I)CDA (pdf) Besluitenlijst Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I) (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Reg.nr. 4700481 Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I) 1 juli 2014 Ambtelijk contact College van B&W Promes (033-469 4506) Imming Dit is de eerste van twee bijeenkomsten waarin het beleid Wijkontwikkeling wordt geëvalueerd. In de eerste bijeenkomst wordt samen met ‘stakeholders’ in een open gesprek teruggeblikt op de doelstellingen, uitvoering en resultaten van het beleid in de afgelopen vier jaar. In de tweede bijeenkomst wordt vooruitgeblikt op de toekomst van het beleid. De eerste bijeenkomst op 1 juli begint met een korte presentatie over de doelen van het beleid, de uitvoering, resultaten en kosten. Daarna wordt de groep in tweeën gesplitst en kunnen raadsleden (in twee rondes) zelf in gesprek met genodigden uit de stad. De genodigden zetten zich in de afgelopen periode op verschillende manieren (via buurtbudget, stichting bewonersinitiatieven of wijknetwerk) in voor de leefbaarheid, participatie en onderlinge betrokkenheid in buurt of wijk. Daarna wordt plenair afgesloten en worden afspraken gemaakt voor de tweede bijeenkomst.
Bij de beleidsevaluatie Wijkontwikkeling gaat de aandacht uit naar: - Wat is met de wijkgerichte werkwijze beoogd en op welke wijze wordt/werd hieraan uitvoering gegeven? En wat zijn de lessen? Onderdelen zijn: o integrale en vraaggerichte aanpak o analyseren en agenderen van wat er in de wijk speelt o zorgdragen voor samenhang en afstemming tussen gemeentelijk beleid/uitvoering en kennis/inzet bewoners, ondernemers en instellingen o stimuleren en ondersteunen van (bewoners)initiatieven - Hoe waren de kosten (in euro’s) van wijkgericht werken in de afgelopen jaren? - Zijn de resultaten zichtbaar (kwalitiatief en kwantitatief) en kunnen deze worden toegeschreven aan de wijkgerichte aanpak? - Welke veranderingen heeft het wijkgericht werken en de wijze van samenwerken met de stad de laatste jaren doorgemaakt? - Welke lessen kunnen we leren voor de toekomst?
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Achterliggende documenten
Amersfoort Vernieuwt zou onderdeel zijn van deze beleidsevaluatie, maar voor AV is er in de tweede helft van 2014 een apart besluitvormingstraject om te komen tot een aanpak van AV vanaf 2015. Omdat AV onderdeel is van de wijkgerichte aanpak zijn de bestuurlijke stukken hierover voor de volledigheid wel toegevoegd, maar de evaluatie gaat hier niet op in vanwege het eigen traject. Soort document N.v.t. Informatie, rondetafelgesprek De raad heeft met het raadsbesluit van 25 februari 2014 besloten om in het tweede kwartaal het beleid Wijkontwikkeling te evalueren. De evaluatie vormt een moment van verantwoording. Daarnaast kan de evaluatie gebruikt worden om bestaand beleid aan te scherpen of nieuw beleid vorm te geven. In gesprek te gaan met elkaar, genodigden en de wethouder Tweede bijeenkomst waarin wordt vooruitgeblikt op de toekomst wordt naar verwachting geagendeerd in september Besluitenlijst X BIS Raadsstukken Presentatie De Ronde 1 juli 2014 X BIS Raadsstukken Begroting 2012-2015 deelprogramma Wijkontwikkeling X BIS Raadsstukken Bestuurlijke stukken inzake wijkontwikkeling X BIS Raadsstukken De samenwerking met de WBT’s X BIS Raadsstukken Bestuurlijke stukken Amersfoort Vernieuwt stadsbreed
#4700481 v2 - AGENDAPUNT DR 1-7-2014 BELEIDSEVALUATIE WIJKONTWIKKELING
Fractie Fractie Fractie Fractie Fractie
Begroting 2012-2015
WIJKONTWIKKELING Missie ‘We werken, samen met bewoners, ondernemers, andere overheden en maatschappelijke organisaties, aan een vitale stad. Aantrekkelijk om in te wonen, werken en recreëren.’
Context en achtergronden We zijn in Amersfoort met elkaar en met de stad verbonden. Vanuit die onderlinge verbondenheid is onze samenleving tot veel in staat. Bewoners, ondernemers en organisaties gaan in Amersfoort met elkaar in gesprek, leggen verbindingen en nemen initiatieven. Bij het werken aan leefbaarheid, doen we – waar mogelijk – een beroep op die kracht van de stad. We stimuleren dat bewoners en ondernemers, al dan niet in georganiseerd verband, het initiatief nemen om problemen op te lossen of nieuwe zaken tot stand te brengen. We ondersteunen dit waar nodig en gepast, bijvoorbeeld door initiatiefnemers bij elkaar te brengen of te wijzen op financieringsmogelijkheden. In dit kader stellen we ook het buurtbudget beschikbaar. Vanaf 2012 is er minder budget beschikbaar, ook omdat we van het Rijk geen extra geld meer ontvangen. We zijn op dit moment in gesprek met de werkgroepen buurtbudget om hen meer verantwoordelijkheid te geven in de uitvoering van de regeling buurtbudget. Besluitvorming vindt eind 2011 plaats. Als gemeente willen we burgers meer ruimte geven op het niveau dat hen het meest nabij is: de dagelijkse leefomgeving. Het wijkgerichte werken krijgt daarom een sterker accent. We pakken de problemen aan op de schaal waarop ze spelen. Dat kan betekenen gebiedsgerichte (wijk of buurt, zoals in de Amersfoort Vernieuwt (AV)-wijken en –gebieden), thematisch (veiligheid en jeugd) en projectgericht. Wijkgericht werken betekent ook een wijkgerichte invulling van stedelijke beleidskaders. Waar nodig spitsen we de uitvoering van stedelijk beleid toe op specifieke vragen en kansen in een wijk. Voorbeeld is de uitwerking van het WMO-beleidskader, met in het bijzonder het onderdeel ‘Welzijn in Amersfoort’. Behalve maatwerk leveren, betekent wijkgericht werken ook dat we problemen integraal aanpakken (sociaal, fysiek en economisch). De AV-wijken- en AV-gebiedenaanpak is hiervan een goed voorbeeld. Het gemeentebestuur wil goed weten wat er leeft in de wijken. Om zichtbaar en aanspreekbaar te zijn geven we een stevige invulling aan het wijkwethouderschap. De wijkwethouder bewaakt de integraliteit van het gemeentelijk beleid op wijkniveau en heeft een belangrijke rol in het stimuleren van de eigen kracht in de stad. Per wijk kijken we hoe we onze laagdrempeligheid het beste vorm geven, want alle wijken zijn verschillend.
Kaderstellende beleidsnota’s -
-
-
Wijk in beweging: ontwikkelingsplan Liendert/Rustenburg 2007-2020 (www.amersfoortvernieuwt.nl/media/1688/Concept%20ontwikkelingsplan%20Liendert%20Rusten burg.pdf) 3816 - Boter bij de vis: ontwikkelingsplan Randenbroek/Schuilenburg 2007-2020 (www.amersfoortvernieuwt.nl/media/1819/Concept%20ontwikkelingsplan%20RS.pdf) Wijkactieplan Kruiskamp 2007-2015 (www.amersfoortvernieuwt.nl/media/32971/kruiskamp_projectenboek_geheel.pdf) Beleidskader WMO: Amersfoort Ondersteunt 2008-2011 (www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2008/Raadsstukken/april/2506011%20beleidskader%20Wmo %20Amersfoort%20Ondersteunt.pdf) Buurtbudget nieuwe stijl (2009) (www.amersfoort.nl/docs/bis/college/besluiten/2009/week%206/2990565%20%20Buurtbudget%20nieuwe%20stijl.pdf)
#3812616 v1 - begroting 2012-2015: pr04 wijkontwikkeling
1
Begroting 2012-2015
Wat willen we bereiken: Een aantrekkelijk leefklimaat op buurt- en straatniveau Een grotere betrokkenheid van bewoners bij elkaar en bij hun buurt. Een grotere eigen verantwoordelijkheid van bewoners voor hun leefomgeving. Samenhang en afstemming tussen de inzet en inspanningen van gemeente, bewoners, bedrijven en partnerorganisaties. Duurzame verbetering participatie en inspraak. Wat gaan we er voor doen: Uitvoeren sociaal programma Amersfoort Vernieuwt 2011-2014. Signaleren en agenderen van wat er in de wijk speelt. In 2012 wordt per wijk een wijkagenda opgesteld. Stimuleren en ondersteunen van bewonersparticipatie.
Stimuleren en ondersteunen van vraaggerichte en gebiedsgerichte aanpak bij andere programma’s. Samenwerken met professionele partners in de wijk.
Samenwerken met (netwerken van) bewoners en ondernemers.
Stimuleren bewonersinitiatieven. Wijkgerichte communicatie.
Toelichting: In 2011 is het programma Amersfoort Vernieuwt aangepast en voorzien van een uitvoeringsprogramma voor de komende jaren (zie ook paragraaf Amersfoort Vernieuwt). Voor iedere wijk wordt op basis van cijfers en wijkgesprekken een analyse (vergelijkbaar met wijkatlas voorheen) en agenda opgesteld. Voor de AV-wijken is dit de tweede meting Amersfoort Vernieuwt. Vanuit het wijkgerichte werken wordt op de volgende manieren bijgedragen aan participatie: Adviseren over participatiemogelijkheden; Inbrengen kennis van bewonersnetwerken en sleutelfiguren in de wijk; Procesbegeleiding bij coproductie. Voorbeeld is de vertaling van de welzijnsvisie door het per wijk opstellen van een sociale agenda. Deze sociale agenda maakt deel uit van de wijkagenda. Kenmerkend voor de samenwerking zijn: gebiedsgerichte (maatwerk) aanpak; thematische waar nodig. Voorbeelden zijn de al genoemde vertaling van de welzijnsvisie naar een uitwerking per wijk, het Jeugdgroepenoverleg, de aanpak en invulling van woonservicegebieden en ‘AV werkt’. Voorbeelden van bewonersgroepen waarmee in de wijk wordt samengewerkt zijn: Wijkbeheerteams/ wijkbewonersteams, werkgroepen buurtbudget, Wijktafel Veiligheid Kruiskamp, Wijkplatform Liendert, themawerkgroepen in de wijken (werkgroepen groen, verkeer, e.d.), verenigingen van eigenaren, beheergroepen bij jongerenvoorzieningen en bij opvangvoorzieningen, etc. Voorbeeld van samenwerking met vooral ondernemers is het programma Stadshart (zie paragraaf Stadshart). Uitvoering van de regeling Buurtbudget (573 uitgevoerde buurtbudgetaanvragen in 2010). Wijkgerichte communicatie vanuit de gemeente is geïntegreerd in de stadsberichten en de digitale nieuwsbrieven. Op de website van de gemeente is informatie en nieuws ook wijkgericht te vinden op de wijkpagina’s. In veel wijken geven bewoners een eigen wijkkrant uit en bestaan websites van buurt- en wijkorganisaties. Deze zijn onafhankelijk van de gemeente en ontvangen soms een bijdrage uit het buurtbudget.
#3812616 v1 - begroting 2012-2015: pr04 wijkontwikkeling
2
Begroting 2012-2015 Kengetallen Omschrijving Effectindicatoren Rapportcijfer over de buurt/woonomgeving1 Kengetal overlast2
Bron
Realisatie
2012
Streefwaarden 2013 2014
2015
Stadspeiling
7,3 2009
7,0
7,0
Stadspeiling
1,7 2009
1,7
1,7
% inwoners dat vindt dat de Stadspeiling 31% 2009 30% 30% gemeente te weinig aandacht heeft voor problemen in de buurt % inwoners dat wel eens van het Stadspeiling 72% 2009 75% 75% buurtbudget heeft gehoord % inwoners dat zich Stadspeiling 74% 2009 80% 80% verantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid in de buurt 1 De komende jaren zijn minder middelen beschikbaar voor beheer en onderhoud en nieuwe investeringen in de wijken. We spannen ons, samen met bewoners, ondernemers en andere wijkpartners, er voor in dat de bewoners hun buurt/woonomgeving nog steeds een ruime voldoende geven. 2 GSB-kengetal om de mate van overlast in de buurt aan te duiden. Deze varieert van 0 (-geen overlast) tot 10 (=veel overlast). Het kengetal is gebaseerd op de mate waarin bewoners vinden dat ‘overlast van (groepen) jongeren’, ‘overlast van buren of omwonenden’, ‘geluidoverlast, niet vanwege verkeer’, ‘drugsoverlast’, ‘dronken mensen op straat’, en ‘mensen die op straat worden lastig gevallen’ niet, soms of vaak voorkomen in de buurt.
#3812616 v1 - begroting 2012-2015: pr04 wijkontwikkeling
3
Vastgesteld beleid mbt programma-onderdeel Wijkontwikkeling Amersfoort Vernieuwt In het kader van Amersfoort Vernieuwt zijn de volgende plannen door het Gemeenteraad vastgesteld: Wijk in beweging: ontwikkelingsplan Liendert/Rustenburg 2007-2020 3816 - Boter bij de vis: ontwikkelingsplan Randenbroek/Schuilenburg 2007-2020 Wijkactieplan Kruiskamp 2007-2015 Stimuleren bewonersinitiatieven Sinds 2002 kennen we in Amersfoort Buurtbudget om bewonersinitiatieven te stimuleren. In de periode 2009-2011 is dit budget door een bijdrage in het Rijk tijdelijk veel hoger geweest door een bijdrage voor bewonersinitiatieven. We hebben in die periode gewerkt volgens de regeling Buurtbudget Nieuwe Stijl waarin het beste van twee werelden – de Amersfoortste werkwijze tot dan toe en de voucherregeling van het Rijk – gecombineerd werd. Deze Regeling is vanaf 2012 vervangen door een subsidieregeling waarbij de werkgroepen buurtbudget meer verantwoordelijkheden kregen. Dit was een uitwerking van een bezuinigingsopgave. Deze nieuwe werkwijze is in 2013 geëvalueerd, hetgeen geleid heeft tot een aanpassing: Subsidieregeling Buurtbudget 2014 (Deze link omvat het raadsbesluit over de verdeelsleutel van het buurtbudget.) De uitkomsten van de evaluatie zijn beschreven in de peilnota die vooraf ging aan het besluit van de raad over de verdeelsleutel.
Overige bestuurlijke documenten: De samenwerking met de wijkbewonersteams Omdat het college grote waarde hecht aan de samenwerking met bewoners(groepen) in alle wijken, heeft het college op 6 juli 2010 nader vormgegeven aan hoe het college wil samenwerken met bewonersorganisaties in alle wijken. Uitgangspunt hierbij is dat de wijkbewonersgroepen zelf een keuze maken in het soort rol dat zij willen vervullen binnen de wijk en dat de gemeente op basis daarvan faciliteert. Vanuit de subsidieregeling buurtbudget 2012 is daarom, naast subsidie voor activiteiten ten behoeve van de leefbaarheid en sociale cohesie, ook subsidie mogelijk gemaakt voor organisatiekosten voor een wijkbewonersteam (WBT). De wijkagenda’s en wijkatlassen In 2012 zijn in wijkagenda’s per wijk samen met bewoners en wijkpartners de belangrijkste vraagstukken per wijk zijn benoemd. Vraagstukken hieruit zijn enerzijds vertaald naar prestatieafspraken met verschillende instellingen en anderzijds door bewonersgroepen of andere partners in de wijk ter hand genomen. (RIB 2012-93 en de wijkagenda’s per wijk)
De wijkatlassen per wijk: Een wijkatlas geeft voor een wijk statistische informatie over onder meer bevolking, wonen, werken, leefbaarheid en veiligheid. De cijfers zijn overzichtelijk gepresenteerd per buurt in tabellen, figuren en kaarten, waarbij de ontwikkelingen is weergegeven van 2007 tot 2012. Special Buurtbudget februari 2014. Publicatie in Stadsberichten 12 februari 2014.
Versie 20 mei 2014
Gemeente Amersfoort
Collegebesluit
Opsteller:
WSO/WOW P.M. Promes
User-id:
PROP
Org. onderdeel:
Tel:
4506
Onderwerp:
DE SAMENWERKING MET DE WBT'S Toelichting:
Sinds 2003 is de invulling van de activiteiten van de WBT's maatwerk per wijk. De samenwerking tussen gemeente en WBT's is prettig en stimulerend. De vrijheid van invulling leidt echter tot onduidelijkheden en verschil in verwachtingen en daarmee tot teleurstellingen. Samen met de WBT's is een keuzemodel ontwikkeld om de samenwerking nader vorm te geven. Afhankelijk van de keuzes die een WBT maakt horen daar andere faciliteiten en een andere inzet van de gemeente bij. Omgekeerd verwacht de gemeente ook bepaalde dingen van een WBT, afhankelijk van de rol(len) dit het WBT kiest. Nadat het college heeft ingestemd met het werken met het keuzemodel worden per wijk afspraken met het WBT gemaakt aan de hand van het keuzemodel.
Reg.nr. Datum
3489052 07-07-2010
verantwoordelijken
datum
paraaf
……….. sectorcontroller directeur sector directeur sector …… juridisch advies gemeentecontroller
Het college besluit:
1. Maatwerk in de samenwerking met de WBT's nader vorm te geven door een keuzemodel te hanteren; 2. per wijk (twee)jaarlijks afspraken met het WBT te maken over de samenwerking.
staf SVWOW
d.d. 7-6-2010
Collegebehandeling agendastuk hamerstuk geheim embargo datum: vergadering
tijd: datum
agd.pnt paraaf
secretaris
Hamerstuk
akkoord
secretaris locoburgemeester weth. Barendregt weth. Boeve weth. Buijtelaar weth. Van 't Erve weth. Stoelinga weth. Van ’t Erve Advies De Raad De Ronde Het Besluit Raadsinformatiebrief geen
Collegebesluit d.d.:
conform aangehouden vervallen
Peiling Voorbereiding besluit
Gemeente Amersfoort
Collegevoorstel
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
WSO P.M. Promes (033) 469 45 06 PROP
Reg.nr. :
3487505
Datum
28 juni 2010
:
Onderwerp
De samenwerking met de WBT's Voorstel:
Voorgesteld wordt - het maatwerk in de samenwerking met de WBT’s nader vorm te geven door een keuzemodel te hanteren - per wijk (twee)jaarlijks afspraken met het WBT te maken over de samenwerking
AANLEIDING Sinds de vaststelling van de nota ‘Werk in uitvoering, hoofdlijnen wijkgericht werken’ (februari 2003), is de invulling van de activiteiten van een WBT1 maatwerk per wijk. De samenwerking tussen gemeente en WBT’s is inspirerend en prettig. De vrijheid van invulling per wijk betekent in de praktijk onduidelijkheid en verschil in verwachtingen tussen WBT’s en gemeente en leidt daarmee tot teleurstellingen. Het afgelopen jaar is de gemeente in gesprek geweest met de WBT’s om te komen tot meer duidelijkheid ten aanzien van de rol van een WBT. Het college wil het wijkgerichte werken meer accent te geven en bewoners betrekken bij hun directe woonomgeving. Daarbinnen past het om te komen tot nieuwe samenwerkingsafspraken met de WBT’s.
TOELICHTING Voorgeschiedenis WBT’s Bij de start van het wijkgericht werken in Amersfoort in 1991/1992 zijn ook de eerste wijkbeheerteams van start gegaan. Hierin zaten bewoners én professionals. Het wijkbeheerteam had als taak ‘te zorgen dat er gewerkt werd aan verbetering van de kwaliteit van het woon-, werk- en leefmilieu in de wijk’. Bij de evaluatie van 10 jaar wijkgericht werken in 2002 werd geconcludeerd dat het voor bewoners binnen een wijkbeheerteam onmogelijk was om namens de hele wijk op te treden. Dit leidde ertoe dat participatie vanaf dat moment georganiseerd werd op project- of buurtniveau of op thema met de meest direct betrokkenen. Ook werd in 2002 geconstateerd dat het beter was onderscheid te maken tussen verantwoordelijkheden van bewoners en professionals. Daarbij was maatwerk per wijk voorwaarde. Vanaf 2003 is het WBT primair een bewonersaangelegenheid geworden. Bewoners bepalen de agenda, professionals nemen alleen deel op uitnodiging naar aanleiding van een agendapunt. De gemeente heeft het initiatief bij ieder WBT afzonderlijk gelegd, de bewoners bepalen zelf over wat voor soort zaken ze met de gemeente van gedachten willen wisselen en wat voor activiteiten ze ondernemen.
1
WBT staat voor Wijkbeheerteam of Wijkbewonersteam, hiermee wordt ook bedoeld het Binnenstad Bewonersnetwerk, Belangenvereniging Hooglanderveen en Wijkplatform Liendert/Rustenburg.
-1-
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 3487505 Datum :
Gemeente Amersfoort
28 juni 2010
Wat is een WBT anno 2010? Een WBT is een bewonersorganisatie (zelforganisatie): het is van, voor en door de wijkbewoners. Een WBT komt op voor de belangen van de wijk en zijn/haar wijkbewoners. Een WBT houdt zich bezig met de woon- en leefomstandigheden in de wijk en beperkt zich niet tot één thema of buurt/straat, maar beziet de leefbaarheid in de wijk in de volle breedte. Hiermee onderscheidt het WBT zich van andere bewoners(werk)groepen die actief zijn voor hun buurt of voor een bepaald thema, zoals bijvoorbeeld een groengroep. Het WBT bepaalt zelf wanneer, waar en waarover het vergadert en of daarbij ‘derden’ worden uitgenodigd. De naam wijkbeheerteam dekt eigenlijk niet meer de lading, wijkbewonersteam is wellicht beter. Niet alle WBT’s doen dezelfde dingen, dit ligt aan de grootte van de groep en de interesses van de leden. In sommige wijken zijn er naast/samen met het WBT themawerkgroepen actief. Afhankelijk van de rol die het WBT vervult kan het WBT voor de gemeente een belangrijk oog en oor in de wijk zijn. Alle WBT’s geven uitvoering aan de regeling “Buurtbudget nieuwe stijl”, of hebben hiervoor een aparte werkgroep buurtbudget en vervullen daarmee een belangrijke rol bij het stimuleren van bewonersinitiatieven. Het keuzemodel In een brainstormbijeenkomst is door de WBT’s aangedragen welke rollen zijn willen vervullen en/of welke activiteiten zij op zich nemen. Ook hebben zij zich die avond uitgesproken over wat zij van de gemeente verwachten. De input van deze avond is door de gemeente verwerkt in een keuzemodel (zie bijlage), waarbij alle verschillende activiteiten zijn gegroepeerd binnen 5 rollen/activiteiten: Activeren: het WBT draagt als werkgroep buurtbudget zorg voor werving en selectie van buurtbudgetaanvragen of heeft hiervoor een aparte werkgroep; Informeren: het WBT draagt zorg voor de wijkbewonerskrant of een wijkbewonerswebsite; Verbinden: het WBT organiseeert zelf activiteiten die de sociale samenhang in de wijk vergroten; Netwerken op inhoud: het WBT denkt over de volle breedte mee over het wel en wee in de wijk en is hierin pro-actief; Netwerken op proces: het WBT denkt mee over participatie van bewoners bij plannen van de gemeente. Per rol is aangegeven welke faciliteiten en inzet de gemeente daar tegenover zet, maar ook welke inzet de gemeente van het WBT verwacht. De samenwerking is niet vrijblijvend. Ieder WBT heeft de keuze welke rol of rollen het wil vervullen. Gemeente en WBT kunnen elkaar vervolgens aanspreken op de inzet die daarbij hoort volgens het keuzemodel. Bij de afspraken die (twee)jaarlijks tussen WBT en gemeente worden gemaakt, kan het schema nader worden geconcretiseerd.
BEOOGD EFFECT -
Heldere afspraken – op maat – tussen WBT en gemeente, waarop men elkaar kan aanspreken Ieder WBT kan zich duidelijk profileren naar de andere wijkbewoners
ARGUMENTEN 1.1 Het keuzemodel schept duidelijkheid. In het verleden waren er over en weer teleurstellingen bij gemeente of WBT’s omdat niet duidelijk was wat men van elkaar verwachtte. In het keuzemodel is beschreven wat de gemeente van een WBT verwacht als het een bepaalde rol wil vervullen en/of bepaalde activiteiten op zich wil nemen. Eveneens is daarbij aangegeven wat het WBT in dat geval van de gemeente mag verwachten. Tegelijkertijd moet aan iedereen duidelijk zijn dat ‘het’ WBT niet bestaat, maar dat de speerpunten en activiteiten van een WBT per wijk kunnen verschillen.
1.2 Het keuzemodel doet recht aan de verschillen tussen de WBT’s Ieder WBT maakt (twee)jaarlijks met de gemeente afspraken over welke activiteiten/rollen men kiest. Dat betekent dat daarmee de samenwerking maatwerk wordt. Het ene WBT concentreert zich bijvoorbeeld op het activeren van andere bewoners, terwijl een ander WBT juist het hebben van een goede wijkkrant of wijkwebsite als speerpunt heeft. In het ene geval kan een WBT rekenen op ondersteuning bij de werving en selectie van buurtbudgetaanvragen. In het andere geval mag het WBT uit het buurtbudget geld reserveren
-2-
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 3487505 Datum :
Gemeente Amersfoort
28 juni 2010
voor de communicatiedoelen en de wijkcoördinator benaderen voor informatie die de gemeente heeft over de wijk.
1.3 Het initiatief blijft bij de bewoners liggen Het WBT is vanaf 2003 primair een bewonersaangelegenheid geworden. Bewoners bepalen de agenda, professionals nemen alleen deel op uitnodiging. De gemeente heeft het initiatief bij ieder WBT afzonderlijk gelegd. Ook bij het werken met het keuzemodel blijft het initiatief bij de bewoners liggen, zij bepalen welke rol(len) uit het schema ze op zich nemen.
2
De afspraken blijven actueel
In iedere wijk zit een zekere dynamiek en ook de samenstelling en daarmee de interesses en kwaliteiten van ieder WBT zijn aan verandering onderhevig. Het ligt daarom voor de hand om de afspraken tussen gemeente en WBT periodiek te herzien. Per wijk kan worden gekozen om dit jaarlijks of tweejaarlijks te doen.
KANTTEKENINGEN 1.1 Een WBT is geen afspiegeling van de wijk Al bij de evaluatie van 10 jaar wijkgericht werken werd geconstateerd dat het voor bewoners in een WBT een onmogelijke opgave is om namens een hele wijk op te treden. Gemeente en WBT’s vinden dat nog steeds en willen de WBT’s ook niet die functie geven. Binnen het participatiebeleid van de gemeente wordt per project een keuze gemaakt voor een bepaalde graad en vorm van participatie (raadplegen, adviseren of coproduceren). We kijken daarbij ook naar het schaalniveau van projecten en spitsen toe op thema’s en doelgroepen. Het WBT kan hier een rol in spelen, maar komt nooit in de plaats van een ander participatieinstrument.
FINANCIËN Een WBT krijgt, afhankelijk van de rollen die het WBT op zich neemt, organisatiebudget. Dit budget is bedoeld om hun eigen organisatie te betalen, zoals bijvoorbeeld het huren van een vergaderzaal, het bekostigen van consumpties, postzegels, bedankjes, het eventueel inhuren van een notulist (vrijwilligersbijdrage). In 2010 bedraagt het organisatiebudget €1000 en wordt gedekt uit de ‘programmakosten’ van de afdeling Wijkontwikkeling. De hoogte van het organisatiebudget wordt jaarlijks vastgesteld.
VERVOLG In de tweede helft van 2010 is er per wijk een gesprek tussen WBT, wijkcoördinator, wijkmanager en wijkwethouder om te komen tot samenwerkingsafspraken op maat. Het keuzemodel is daarbij leidend en basis voor de samenwerkingsafspraken. Vastgelegd wordt welke activiteiten het WBT het komende jaar (desgewenst twee jaren) op zich wil nemen en wat daarbij de inzet van de gemeente zal zijn. De afspraken worden ondertekend door WBT en wijkwethouder.
COMMUNICATIE De WBT’s hebben eind 2008 in een gezamenlijke bijeenkomst benoemd welke rollen zij voor zich zelf zien weggelegd, welke activiteiten zij ondernemen en wat daarbij van de gemeente wordt verwacht. Deze inbreng is vertaald naar het keuzemodel, dat begin 2010 opnieuw aan alle WBT’s is voorgelegd. De reacties hierop zijn verwerkt in het schema en zijn input geweest voor deze B&W-nota.
Bijlage :
Schema Keuzemodel Rollen/Activiteiten WBT’s
-3-
Bijlagen Collegevoorstel 3487505 Reg.nr. :
Inzet WBT
Faciliteiten
Activiteiten Rol WBT
Datum :
Gemeente Amersfoort
28 juni 2010
Activeren
Informeren
Verbinden
Netwerken op inhoud
Netwerken op proces
Functioneren als de wijkwerkgroep buurtbudget.
Het informeren van bewoners over wijkaangelegenheden.
Het organiseren van activiteiten die de sociale samenhang in de wijk bevorderen.
Meedenken over het wel en wee van de wijk in de volle breedte: • aanspreekpunt voor zowel bewoners als gemeente; • organiseert activiteiten om de mening van bewoners te peilen; • brengt gevraagd/ongevraagd adviezen uit aan gemeente ea organisaties in de wijk.
Meedenken over participatie van bewoners bij plannen van de gemeente ea organisaties.
Zie regeling Buurtbudget Nieuwe stijl • organisatiebudget • communicatiebudget • ondersteuning opbouwwerk
Benodigd communicatiebudget uit buurtbudget buiten de prioritering om.
Net als andere bewoners(organisaties): • buurtbudgetaanvraag • vergaderfaciliteiten in wijkcentrum • ondersteuning opbouwwerk • ondersteuning wijkcoördinator als gemeentelijke rol vereist is
• •
organisatiebudget ondersteuning opbouwwerk
•
organisatiebudget
Zie regeling Buurtbudget Nieuwe stijl • communicatie over het buurtbudget • werving van initiatieven • voorbereiden jaarlijkse wijkraadpleging • aanvragers informeren en volgen van de uitvoering
• • •
WBT neemt zelf initiatief tot een activiteit, de inzet is hetzelfde als van iedere andere initiatiefnemer wordt verwacht (dus indien nodig ook zelf buurtbudgetaanvraag indienen)
•
netwerken onderhouden in de wijk / meningen van andere bewoners peilen minimaal 4 vergaderingen per jaar ook andere wijkbewoners (niet-WBTleden) kunnen kennisnemen van de zaken waarover het WBT vergadert of agendapunten inbrengen WBT agendeert/adviseert minimaal 1x/jaar
•
netwerken onderhouden in de wijk
wijkcoördinator neemt 1x/kwartaal deel aan vergadering wijkmanager en/of de wijkwethouder neemt 1x/jaar deel aan vergadering wanneer het gaat over visie /strategie wijk voor de toekomst actieve brengplicht van informatie mbt gemeentelijke plannen die van invloed zijn op de wijk (niet plannen voor buurt/straat) gemeente reageert schriftelijk of mondeling binnen 6 weken op een advies van het WBT
• •
haalplicht om advies in te winnen wijkmanager/projectleider neemt deel aan vergadering
minimaal 1x/jaar zichtbaar product budget in verhouding tot product in principe toegankelijk voor alle wijkbewoners
• •
•
Inzet Gemeente
•
• •
wijkcoordinator draagt zorg voor betalingen en financiële verantwoording van alle uitgaven toetsing aanvragen aan gemeentelijk beleid bij realisatie van fysieke aanvragen door de gemeente, informeert de gemeente vooraf het WBT over de termijn van realisatie
•
•
gemeente stelt informatie beschikbaar via algemene nieuwsbrief amersfoortmail WBT kan actief (nadere) informatie halen bij wijkcoördinator
•
ondersteuning wijkcoördinator als gemeentelijke rol vereist is, bijvoorbeeld wanneer gemeentelijke vergunningen nodig zijn
• •
•
•
-4-
Vastgesteld beleid mbt Amersfoort Vernieuwt In het kader van Amersfoort Vernieuwt zijn de volgende plannen door het Gemeenteraad vastgesteld: Wijk in beweging: ontwikkelingsplan Liendert/Rustenburg 2007-2020 3816 - Boter bij de vis: ontwikkelingsplan Randenbroek/Schuilenburg 2007-2020 Wijkactieplan Kruiskamp 2007-2015 Naar aanleiding van het coalitieakkoord 2010-2014 en de bezuinigingsvoorstellen is in 2010/2011 het programma Amersfoort Vernieuwt tegen het licht gehouden en bijgesteld. Op basis daarvan is op 28 juni 2011 door de Raad het uitvoeringsprogramma Amersfoort Vernieuwt 2011-2014 vastgesteld. Door de gemeenteraad is vastgesteld op welke wijze monitoring plaats vindt van de effecten van Amersfoort Vernieuwt. Als uitvloeisel hiervan zijn de volgende Raadsinformatiebrieven door het collegevastgesteld: Eerste meting Amersfoort Vernieuwt (RIB 2009-153) Tweede meting Amersfoort Vernieuwt (RIB 2012-96) Outcome-monitor Wijkenaanpak CBS: Kruiskamp Derde meting Amersfoort Vernieuwt (RIB 2014-049)
Bestuurlijke stukken Amersfoort Vernieuwt stadsbreed
Beleidsevaluatie Wijkontwikkeling Eerste bijeenkomst: terugkijken
Programma • Opening door wethouder Fleur Imming • Presentatie
• Twee gesprekrondes met stakeholders (in twee groepen)
• Plenaire afsluiting / afspraken voor de tweede bijeenkomst
Wat is Wijkontwikkeling? Het deelprogramma Wijkontwikkeling is geen zelfstandig beleidsveld, maar een hulpstructuur voor andere programma’s. Centraal staat de leefbaarheid in een wijk of buurt. Veiligheid en bewonersinitiatieven zijn belangrijke onderdelen daarvan. Wijkontwikkeling is een werkwijze: vraagstukken oppakken op de schaal waarop ze spelen, via een integrale, vraaggerichte werkwijze in samenwerking met collega’s, bewoners(groepen), ondernemers en partners in de wijk.
Wat is Wijkontwikkeling? Wijkontwikkeling stuurt niet via financiële middelen, maar stuurt op verbindingen en benut de volgende ‘instrumenten’: de wijkwethouder, de wijkmanager, medewerkers beleid en projecten, wijk- en buurtontwikkelingsplannen, wijkatlassen en wijkagenda’s, de subsidieregeling buurtbudget, en veel samenwerkingspartners in de stad. De doelstellingen van Wijkontwikkeling delen we met de andere programma’s: de effecten die we meten, zijn daarmee ook de resultante van veel meer inspanningen dan die van Wijkontwikkeling alleen.
Wat wilden we bereiken? De doelen zijn vastgelegd in de begroting: 1) Een aantrekkelijk leefklimaat op buurt- en straatniveau
2) Een grotere betrokkenheid van bewoners bij elkaar en bij hun buurt 3) Een grotere eigen verantwoordelijkheid van bewoners voor hun leefomgeving 4) Samenhang en afstemming tussen de inzet en inspanningen van gemeente, bewoners, bedrijven en partnerorganisaties 5) Duurzame verbetering van participatie en inspraak (bij plannen van de gemeente)
Wat hebben we er voor gedaan? 1. Gecoördineerde aanpak in de AV-wijken en AV-gebieden
Doelenboom Amersfoort Vernieuwt: Verbeteren beheer- en onderhoud Verbeteren verkeersstructuur
SD 8: een goed verlopend proces (waarin mensen zich oa betrokken/gehoord/goed geïnformeerd voelen)
Verbeteren milieukwaliteit Verbeteren kwaliteit groene / ecologische structuur Verminderen onderwijsachterstanden Verbeteren werkgelegenheid en inkomen
SD 1: verbeteren fysieke leefomgeving
Verbeteren gezondheid zelfredzaamheid
SD 3: verbeteren positie huidige bevolking
Minimaal stilstand van geregistreerde criminaliteit
SD 2: méér veiligheid
Toename gevoel van veiligheid Vermindering overlast
Hoofddoel:
Méér toezicht en elkaar aanspreken
Méér leefbaarheid SD 4: hogere kwaliteit van woningen SD 6: Gemêleerde bevolkingsopbouw
Minder doorstroming uit de wijk
Verbeteren voorzieningen voor sport en spel
Verbeteren winkelvoorzieningen
SD 7: bevorderen sociale samenhang
Méér differentiatie in aanbod: meer koop, meer grondgebonden, meer voor senioren, jongeren
Sociale activering in eigen wijk
Betere onderlinge verhoudingen tussen burgers
SD 5: verbeteren niveau van voorzieningen (fysiek + dienstenaanbod)
Verbeteren onderwijsvoorzieningen Verbeteren sociaal-cult voorzieningen Verbeteren zorg- en welzijnsvoorzieningen
Renoveren bestaande woningen
Slopen bestaande woningen, daarna nieuwbouw
Verkopen bestaande woningen
Méér ontmoeting
Wat hebben we er voor gedaan?
Schuilenburg
130 Romeostraat
131 Ariaweg
132 Verdiweg
Randenbroek
140 Willem III
141 Randenbroekerweg
142 Bachweg Zuid
143 Weberstraat
137.008 39.570
4.073
1.464
1.587
1.022
7.131
1.750
1.941
1.241
2.199
21
56
58
73
60
43
49
81
60
50
33
% jeugd (0-17 jaar)
25%
21%
20%
21%
28%
7%
21%
24%
20%
15%
24%
% 65+
12%
15%
25%
29%
6%
49%
17%
14%
15%
37%
9%
% alleenstaand
37%
43%
46%
42%
47%
51%
50%
44%
49%
64%
48%
% niet westers
13%
25%
34%
26%
62%
3%
23%
15%
12%
26%
38%
% koopwoningen
53%
34%
28%
26%
11%
46%
36%
33%
61%
13%
31%
% flats
33%
48%
64%
25%
94%
74%
64%
47%
57%
84%
70%
gemiddelde WOZ-waarde (x 1000)
216
164
162
164
130
190
168
174
200
149
145
gemiddeld rapportcijfer van de woning
7,6
7,1
7,3
7,7
6,5
8,1
7,1
7,7
7,4
6,6
6,7
mutatiegraad in 2005
106
119
128
115
191
74
116
86
115
136
157
Wijkatlas
Amersfoort
totaal prioriteitswijken
2. Signaleren en agenderen van wat er in de wijk speelt
Bevolking aantal inwoners 1-1-2006 inwoners per hectare
Wonen
Werk en inkomen gemiddeld netto huishoudensinkomen % huishoudens in bijstand
31.900 27.076
28.900 28.800 23.600 32.900
25.900 30.200 28.300 20.300 24.100
14,5%
0,8%
11,4%
9,0%
5,7
9,3
11,3
6,2
18,2
2,1
8,6
7,4
6,3
16,7
12,7
7,2
6,6
6,5
6,7
5,9
7,3
6,7
7,2
7,0
6,3
6,2
kengetal sociale kwaliteit (0=slecht, 10=goed)
5,9
5,5
5,1
5,2
4,8
5,4
5,5
6,1
6,1
5,1
4,7
kengetal verloedering (0=goed, 10=slecht)
4,2
5,0
4,2
4,4
4,8
3,3
4,0
4,5
3,6
3,8
4,1
kengetal overlast
1,8
2,3
1,8
1,6
2,6
1,0
2,0
1,9
1,9
1,9
2,3
% niet werkende werkzoekenden
6,5% 11,9%
7,7% 23,5%
4,4% 18,4% 15,8%
Leefbaarheid en veiligheid rapportcijfer buurt/woonomgeving ontwikkeling van de buurt
waarde is (veel) slechter (lager) dan Amersfoort gemiddeld waarde is (veel) beter (hoger) dan Amersfoort gemiddeld bron:
diversen (Onderzoek & Statistiek)
De wijkagenda Doelen: • Meetinstrument: de staat van de wijk • Agenderend: o.a. benodigde inzet van het welzijnswerk • Activerend: samen werken aan geprioriteerde vraagstukken Pluspunten: • Gedeeld beeld van wat er speelt in de wijk/buurten • Vertaling naar prestatieafspraken • Oplossingsgerichte aanpak: nieuwe verbindingen, initiatieven die elkaar hebben gevonden Leerpunten: • Nog onvoldoende gevoeld als gezamenlijke agenda van de wijk zelf • Onvoldoende representatieve vertegenwoordiging van bewoners • Niet altijd trekkers bij de vraagstukken benoemd • Onvoldoende zichtbaar voor betrokkenen wat er mee gebeurt • In het proces geen onderscheid tussen: o Samen agenderen en keuzes maken o Samen aan de slag met vraagstukken uit de wijkagenda
Wat hebben we er voor gedaan? 3. Vraagstukken integraal/in samenwerking met de stad oppakken
Wat hebben we er voor gedaan? 4. Gemeentelijk beleid een wijkgerichte uitvoering geven
Wat hebben we er voor gedaan? 5. Stimuleren en ondersteunen van participatie en inspraak (bij plannen van de gemeente)
Wat hebben we er voor gedaan? 6. Stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven
Subsidieregeling Buurtbudget Subsidieregeling buurtbudget Doelen: • Het ondersteunen van initiatieven van bewoners die de leefbaarheid en sociale cohesie in de wijk vergroten • Het versterken van betrokkenheid en participatie van bewoners Pluspunten: • In iedere wijk is een stichting/werkgroep actief die zorgt dat buurtbudget beschikbaar is in de wijk • Het aantal initiatieven dat wordt gerealiseerd is naar verhouding met het budget niet afgenomen • De diversiteit van de initiatieven is hoog Leerpunten: • Gemeente moet voorwaarden waaraan activiteiten voldoen meer loslaten • Gemeente moet sturen op transparantie naar de wijkbewoners
Wat kostte het? 2010
2011
2012
2013
Buurtbudget
€ 936.000
€ 697.000
€ 305.000
€ 296.000
Programmakosten
€ 141.000
€ 147.000
€ 152.000
€ 122.000
Realisatie
Beschikbare (gemeentelijke) middelen Buurtbudget
€ 405.000
€ 359.000
€ 305.000
€ 305.000
Programmakosten
€ 209.800
€ 195.000
€ 140.000
€ 140.000
V&W totaal
V&W totaal
3,67 fte 0 fte 5,22 fte
3,67 fte 0 fte 5,22 fte
3,78 fte 3,26 fte 0,89 fte 16,82 fte
3,78 fte 3,26 fte 0,89 fte 16,82 fte
Formatie * Wijkmanager Wijkcoördinator Medewerker beleid en projecten (Sr.) Beleidsadviseur Overige functies veiligheid Afdelingshoofd Totaal
Wijkontwikkeling Wijkontwikkeling 4,61 fte 5,22 fte 0 fte
4,61 fte 5,22 fte 0 fte
Wijkendeel V&W 3,67 fte 0 fte 4,33 fte
0,78 fte
0,78 fte
0,61 fte
0,89 fte 11,50 fte
0,89 fte 11,50 fte
0,44 fte 9,05 fte
* Per 1-1-2012 zijn afd. OOV en afd. Wijkontwikkeling samengevoegd tot afd. Veiligheid en Wijken (V&W)
Wat hebben we bereikt? Tekst • Tekst Tekst • Tekst
Wat hebben we bereikt? Dit zijn de kengetallen uit begroting/jaarverslag: Omschrijving Effectindicatoren Rapportcijfer over de buurt/woonomgeving1
Streefwaarde 2009
Realisatie 2009
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
7,3
7,3
7,3
7,3
7,0
7,4
1,7 33%
1,7 31%
1,7 30%
1,8 29%
1,7 30%
1,7 26%
% inwoners dat wel eens van het buurtbudget heeft gehoord
67%
72%
75%
75%
75%
67%
% inwoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid in de buurt
80%
74%
80%
77%
80%
76%
Schaalscore overlast2 % inwoners dat vindt dat de gemeente weinig aandacht heeft voor problemen in de buurt
Rapportcijfer voor de buurt/woonomgeving 2000
2009
2013
rapportcijfer < 6,5 6,5 < 7,0 7,0 < 7,5 7,5 < 8,0 >= 8,0
Gemiddelde: 7,2 Laagste: 6,2 Hoogste: 8,3
Gemiddelde: 7,3 Laagste: 6,3 Hoogste: 8,2
Gemiddelde: 7,4 Laagste: 6,4 Hoogste: 8,2
Rapportcijfer voor de buurt/woonomgeving 2013 op wijkniveau
Gemiddelde: 7,4 Laagste: 6,4 Hoogste: 8,2
op buurtniveau
rapportcijfer < 6,5 6,5 < 7,0 7,0 < 7,5 7,5 < 8,0 >= 8,0
Gemiddelde: 7,4 Laagste: 5,9 Hoogste: 8,4
Kengetal sociale samenhang De mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om Dit is een gezellige buurt met veel saamhorigheid Ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen 2000
2009
2013
Kengetal < 5,5 5,5 < 6,0 6,0 < 6,5 6,5 < 7,0 >= 7,0
Wat bepaalt wat en hoe we het doen? • We leven steeds meer in een netwerksamenleving: bewonersgroepen ontstaan en verdwijnen • Een bewonersgroep spreekt niet namens een achterban (niet democratisch gelegitimeerd) • Bewoners vinden elkaar als ze ergens tegen in opstand komen • Bewoners vinden elkaar vanuit een gedeeld ideaal • Denkers/praters zijn i.h.a. geen doeners en omgekeerd • Het is lastig om de gegroeide verhouding tussen de gemeente en de stad om te buigen • Het aantal vragen uit de stad, waarvoor een integrale benadering vanuit de gemeente nodig is, neemt toe • Soms lukken dingen niet
Wat willen we vasthouden voor de toekomst ? 1. Goede relaties met wijkpartners en werken vanuit vertrouwen op elkaars expertise 2. Zichtbaar/bereikbaar/betrokken 3. Eén contactpersoon binnen de gemeente, die integrale blik vanuit de gemeente regelt 4. Snelheid van handelen 5. Kennis in de wijk benutten, er op af, in gesprek blijven 6. Meebewegen met wat er in de wijk/stad speelt 7. Uitgaan van de integrale vraag van de wijken en niet vanuit beleidsdoelen 8. Lange adem
Wat vraagt aandacht als we terugkijken? 1. Voldoende tijd steken in (wijk)netwerk bij vormgeving en implementatie van gemeentelijk beleid 2. Verschillende partijen hebben verschillende belangen en spreken verschillende talen 3. Effecten van inspanningen op het gebied van leefbaarheid zijn moeilijk in kwantitatieve cijfers te vatten 4. Een heldere vraag stellen aan bewoners (denkers<->doeners) 5. Vermenging van eigen beleidsdoelen en burgerinitatieven 6. Nog te veel sturen/oppakken, soms lukken dingen niet
Gesprek met stakeholders • Splitsing in 2 groepen:
- Instrument buurtbudget (kmr. weth. Imming) - Wijknetwerken (raadszaal)
(wisselen na 20 minuten) • 20.15 uur Terug in de raadszaal voor
Plenair: afspraken voor de 2e bijeenkomst
Feitelijke vragen CDA t.b.v. De Ronde 1 juli 2014 Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I)
Onderwerp
: Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I)
Beh. afdeling
: MO.VW
Nr.
Reg.nr.: 4725491
Vragensteller (partij)
Vraag
Antwoord
1.
CDA
Verbinding maken tussen politie, ondernemers en belangrijker nog, het onderwijsveld, lees ik niet expliciet in de stukken. Klopt dit?
2.
CDA
Wat is de ervaring van de bewoners met wijkgericht werken? De eigen rol en functioneren moet je ook met enig zelfinzicht kunnen analyseren. Wat zijn de lessen die de ambtenaren zelf tot nu toe kunnen trekken?
3.
CDA
Wijkgericht werken vergt een behoorlijk integrale kijk op zaken en ontschotting qua afdelingen. Hoe gaat het daarmee?
Wijkontwikkeling is een werkwijze waarbij vraagstukken worden opgepakt op de schaal waarop ze spelen, via een integrale werkwijze in samenwerking met collega’s, bewoners(groepen), ondernemers en partners in de wijk. Bij partners in de wijk moet u denken aan: corporaties, politie, scholen (BO en VO), verenigingen, kerken en instellingen zoals bijvoorbeeld Welzin en Sovee. In de presentatie die is gegeven en bij de agendastukken is gevoegd, zijn de lessen op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren opgenomen in de volgende sheets: Wat willen we vasthouden voor de toekomst? Wat vraagt aandacht als we terugkijken? Dit is één van de aandachtspunten binnen het organisatieontwikkelingstraject.
4.
CDA
Nadenken over het stimuleren van de wijkeconomie zou een essentieel onderdeel moeten zijn van wijkgericht werken. Hoe wordt dat extra gestimuleerd?
Binnen Amersfoort Vernieuwt is dit een project, waarbij ook wordt gekeken in hoeverre dit navolging in de rest van Amersfoort verdient.
5.
CDA
Een van de succesfactoren is naast inspraak ook verantwoordelijkheid geven aan bewoners, eigenaarschap voor de uitvoering. De taak van de ambtenaar zou dan moeten zijn het wegnemen van belemmeringen om dat doel te bereiken. Deze wezenlijk andere manier van kijken naar de wijk haal ik niet uit de stukken. Het lijkt alsof men blij is met inspraak en participatie op een basaal niveau. Klopt deze aanname?
6.
CDA
In hoeverre worden bij de wijkaanpak en de thema's die per wijk spelen ook senioren als doelgroep actief betrokken, zowel in de uitwerking van de wijkaanpak als in het bereik ervan (bijv. projecten voor en met senioren e.d.)?
De presentatie en doelstellingen hebben betrekking op de periode 2010-2013 en de doelstellingen zijn met name wat betreft ‘participatie’ gedateerd. Binnen wijkontwikkeling ligt de laatste 2 jaar juist het accent op het mogelijk maken van initiatieven uit de stad door belemmeringen weg te nemen. Het wijkgerichte werken is er juist op gericht om verder te gaan dan uitsluitend inspraak. De taak van de ambtenaar is inderdaad om dan belemmeringen weg te nemen, maar ook om de verschillende belangen te behartigen. Dit is een speerpunt binnen het organisatie-ontwikkelingstraject. Overigens is niet uitsluitend de ambtenaar hiermee bezig. Ook onze uitvoerende partners dragen deze werkwijze uit (Welzin, Ravelijn etc). Wijkontwikkeling betekent het oppakken van vraagstukken op de schaal waarop ze spelen, dit kan zijn gebiedsgericht, themagericht of projectgericht. Afstemmen op de juiste schaal betekent ook het betrekken van die bewoners/partners die het meest betrokken zijn bij een onderwerp/gebied. Dit kunnen ook senioren zijn. Ervaring leert dat juiste de senioren zich actief inzetten voor hun buurt of
7.
CDA
8.
CDA
(hoe) komen ook meer Ruimtelijke Ordeningsvraagstukken langs in de Wijkaanpak (denk aan inrichting winkelplein/voorzieningen) ook met het oog op het voor alle generaties toegankelijk houden van de wijk, buurt en straat? Hoe en vooral in welke fase worden bewonersideeën in dit proces meegenomen? Dan nog organisatorisch: Is er een beeld hoe Amersfoortse wijken het doen in vergelijking met wijken in andere gelijksoortige steden? (benchmark).
wijk. Lastiger is het om jonge ouders te bereiken of mensen met een niet Nederlandse afkomst als het gaat om zaken in de buurt/wijk. Zij zijn veelal actief en betrokken binnen gezin/school/sportclub of eigen netwerk. Ruimtelijke ordeningsvraagstukken worden als project uitgevoerd. Bij elke project wordt afgewogen op welke wijze de participatie moet en kan plaatsvinden. Dit is afhankelijk van het type project en de omgevings- en buurtfactoren. Alleen voor de wijk Kruiskamp is in het kader van de Krachtwijkenaanpak een benchmark uitgevoerd (Outcome-monitor Wijkenaanpak CBS: Kruiskamp). Op basis van de positieve resultaten voor Kruiskamp is naar aanleiding van dit rapport aan de minister gevraagd Kruiskamp van de lijst krachtwijken af te voeren. Landelijk is een site beschikbaar waar wijken/buurten met elkaar worden vergeleken: www.leefbarometer.nl. De ‘kleur’ die een wijk/buurt daarin krijgt is gebaseerd op een weging van 49 indicatoren, waardoor het geen inzicht geeft in de indicatoren die geleid hebben tot een verbetering of verslechtering. We stellen zelf tweejaarlijks wijkatlassen op waarin de wijken worden vergeleken met het gemiddelde van Amersfoort. Deze geven meer inzicht in welke kengetallen of indicatoren veranderd zijn. De wijkatlassen zijn te vinden op de wijkpagina’s van de gemeentelijke website. Amersfoort als geheel wordt vergeleken met andere steden in de Atlas voor gemeenten. Een samenvatting hiervan wordt altijd op de gemeentelijke website geplaatst onder het kopje ‘cijfers en feiten’.
9.
CDA
Hoe wordt in de wijkaanpak balans behouden tussen goed in kaart krijgen en betrekken kwetsbare groepen En mensen keuzes laten in hun eigen netwerk dingen te organiseren en regelen?
Dit is en blijft een uitdaging en een vraagstuk waarin ook de Raad keuzes moet maken.
10.
CDA
hoe functioneert de rol van de wijkmanager in dit geheel: is het een regisseur, makelaar, facilitator, veiligheidscoördinator e.d. (of allemaal tegelijk)? Zijn er grote verschillen over de wijken/dorpen in de hele gemeente hierin?
De wijkmanager vervult deze verschillende rollen al naar gelang de situatie e/o het vraagstuk en heeft soms meer rollen tegelijk. Er zijn wat dit betreft geen verschillen tussen de wijken/dorpen. De afgelopen jaren heeft de wijkmanager in de AV-buurten wel een meer nadrukkelijke rol gespeeld, dan elders in de stad.
.
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 juli 2014
van
vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur 23
Reg.nr. 4725531 Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I) Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek De raad heeft met het raadsbesluit van 25 februari 2014 besloten om in het tweede kwartaal het beleid Wijkontwikkeling te evalueren. De evaluatie vormt een moment van verantwoording. Daarnaast kan de evaluatie gebruikt worden om bestaand beleid aan te scherpen of nieuw beleid vorm te geven. Portefeuillehouder Imming Keskin Opsteller Pen Promes -
Beltman (SP), Van den Berg (CDA), Bijlholt Portefeuillehouder Imming (D66), Van Bruggen (PvdA), Van Koningsveld Ambtenaren Promes, Brink, (CDA), Kuiper (PvdA), Land (GL), Sondorp Van Loon (D66), Vijzelman (OPA), Voogt (VVD), Wijmenga (CU) De wethouder heeft een presentatie gegeven over wijkontwikkeling. Vervolgens is in twee groepen gesproken met vertegenwoordigers van respectievelijk Buurtbudgetprojecten en wijknetwerken. Uit de gesprekken bleek dat het wijkgericht werken positief heeft gewerkt in de afgelopen jaren, maar dat er ook ruimte is voor verbeteringen in de wijkgerichte aanpak (o.a. behoefte aan meer duidelijkheid over de rol van de gemeente t.a.v. wijkinitatieven, duidelijk uitspreken van wederzijdse verwachtingen tussen gemeente en initiatiefnemers). Enkele woordvoerders hebben de behoefte om nog met andere vertegenwoordigers van wijknetwerken en buurtinitiatieven in gesprek te gaan. Dat gesprek vindt niet in het stadhuis plaats, maar in de wijk(en). Na de zomer wordt in De Ronde deel 2 van de beleidsevaluatie behandeld. In die bijeenkomst wordt gesproken over de toekomst van het wijkgericht werken. Advies aan presidium: Terug in De Ronde: na de zomer deel 2 van de beleidsevaluatie
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
De wethouder reageert op enkele vragen van de CDA-fractie (voorzover die nog niet beantwoord zijn via de presentatie Deelnemers aan het rondetafelgesprek waren: J. van Middelaar (werkgroep buurtbudget, Hoogland) D. van Oord (Kultlab, Gluren bij de Buren/Struinen in de Tuinen) F. Brökelmann (initiatieven Soesterkwartier) T. van Beers (Dorpsfeest Hoogland) J. de Boer (Clowntjeshof) van Garderen (werkgroep buurtbudget Vathorst) J. Gordijn (werkgroep buurtbudget Vathorst) M. Guiver-Freeman (werkgroep buurtbudget Zielhorst, St. Het Nieuwe Middelpunt) H. Fentener van Vlissingen (Nieuwe Erven, Randenbroek) N. van Zwetselaar (BBN/werkgroep buurtbudget Binnenstad) J. van der Laan (werkgroep wijkagenda Vathorst) J. Fikkers (Kruiskamp Onderneemt)
#4725531 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 BELEIDEVALUATIE WIJKONTWIKKELING (DEEL I)
Besluitenlijst Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I)
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 1 juli 2014 19:00
De Ronde GroenLinks: Vergroening bouwleges Rondetafelgesprek Werkwijze De Raad Peiling
Besluitenlijst Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I)
GroenLinks: Vergroening bouwleges Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Vergroening bouwleges (pdf) Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit (25-2-2014) Toekomstagenda Milieu 2014-2020 (pdf) Bijlage - Titel 2 Tarieventabel Verordening Leges 2014 (pdf) Presentatie College B&W De Ronde 1-7-2014 - Bouwleges (pdf) Presentatie Milieudefensie De Ronde 1-7-2014 - Vergroening Bouwleges (pdf) Presentatie Duurzaamheidsambasadeurs De Ronde 1-7-2014 - Vergroening Bouwleges (pdf) Presentatie Vastgoedsector De Ronde 1-7-2014 - Vergroening Bouwleges (pdf) Besluitenlijst GroenLinks - Vergroening bouwleges (pdf) Audioverslag
Besluitenlijst Beleidevaluatie Wijkontwikkeling (deel I)
Werkwijze De Raad Peiling Inhoud agendapunt Werkwijze van De Raad (pdf) Peiling Werkwijze van De Raad (incl. bijlagen) (pdf) Bijlage - Overdrachtdocument Het Nieuwe Samenwerken (pdf) Besluitenlijst Werkwijze van De Raad (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Reg.nr. 4710474 Vergroening bouwleges 1 juli 2014 Ambtelijk contact GroenLinks, Swijnenburg (033-469 A. Janssen 5217) Van den Berg/Buijtelaar In de Structuurvisie 2030 staat dat Amersfoort in 2030 klimaatneutraal en klimaatbestendig zal zijn. Volgens de Duurzaamheidsagenda is Amersfoort afvalloos in 2030. De gemeente heeft echter nog niet zoveel instrumenten voor de verduurzaming van bestaande gebouwen.
Een mogelijk instrument zijn de leges. Leges zijn kosten die de gemeente in rekening brengt voor een product, in dit geval het afgeven van een bouwvergunning. In dit rondetafelgesprek wordt aan de hand van presentaties van vertegenwoordigers van de duurzaamheidsambassadeurs, Milieudefensie, de vastgoedsector en vakambtenaar inzicht gegeven in de mogelijkheden om door middel van het instrument bouwleges de inwoners, ondernemers en woningcorporaties van Amersfoort te verleiden tot het verduurzamen van hun gebouwen. Het idee erachter is om de tariefstructuur zo te maken dat de bouwvergunningen bij duurzaam (ver)bouwen goedkoper worden dan wanneer dit niet het geval is. De vragen die aan bod komen: - hoe zit de huidige tariefstructuur van bouwleges in elkaar en om hoeveel vergunningen gaat het? - wat kunnen we onder duurzaam verstaan: energieprestatie, voorkomen hittestress en wateroverlast, afvalreductie? - uitvoerbaarheid: hoe maak je duurzaamheid aantoonbaar/meetbaar voor een vergunningaanvraag? Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek Inzicht geven in mogelijkheden om de tariefstructuur voor bouwleges te koppelen aan duurzaamheid in plaats van alleen aan de bouwsom. - Kennis te nemen van de informatie - Vragen te stellen - Gesprek te voeren met genodigden Afhankelijk van bespreking in De Ronde
Opm. presidium Soort verslag Achterliggende documenten
Besluitenlijst Raadsvoorstel en -besluit Toekomstagenda milieu Titel 2 Tarieventabel Verordening Leges 2014
x BIS
Raadsstukken
x BIS
Raadsstukken
#4710474 v1 - AGENDAPUNT DR 1-7-2014 GROENLINKS: VERGROENING BOUWLEGES
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder C.J.M. van Eijk
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum
: 4565257 : 13 december 2013
14-01-2014 28-01-2014 25-02-2014 25-02-2014
TITEL Toekomstagenda Milieu 2014-2020
BESLISPUNTEN 1. De volgende uitgangspunten van de Toekomstagenda Milieu, inclusief de uitwerking in de bijlage, vast te stellen: 1. Gezonde, veilige leefomgeving: een goed leefmilieu voor jong en oud 2. Klimaatbestendig: we kunnen een stootje hebben 3. Afvalloze stad: afval is grondstof 4. CO2-neutrale stad: energievoorziening in eigen hand 5. Groene stad: groen midden in de samenleving 2. Voor het onderdeel “Gezonde en veilige stad” eenmalig 100.000 euro beschikbaar te stellen voor een of twee nader te bepalen knelpuntlocaties uit het Geluidactieplan.
AANLEIDING We willen droge voeten als het regent, schoon water, vruchtbare grond en een stabiel klimaat. En we willen betaalbare en duurzame energie om al die dingen te doen die we willen en nodig hebben. Dat willen we voor onszelf en voor generaties na ons. Dat kan, als we wereldwijd krachten bundelen en deze opgaven gezamenlijk aanpakken. In Nederland hebben we doelen gesteld en afspraken gemaakt om deze doelen te halen. Gemeenten spelen daarbij een hele belangrijke rol. Ook in Amersfoort krijgen we te maken met de gevolgen van klimaatverandering en met een afname van biodiversiteit. Inwoners en bedrijven nemen zelf het initiatief groen te ontwikkelen en te beheren en om te voorzien in eigen energie uit duurzame bronnen als wind, zon en aardwarmte. Als gemeente hebben we een (deels wettelijke) taak om Amersfoort gezond en veilig te houden en om voorbereid te zijn op het veranderende klimaat. Ook willen we voldoende zijn toegerust om samen met organisaties en inwoners te werken aan een betere leefomgeving en om initiatieven uit de stad te kunnen faciliteren. Deze Toekomstagenda Milieu bouwt voort op de ambities voor 2030 uit het Amersfoortse Milieubeleidsplan 2008-2011 (verlengd tot en met 2013). De Toekomstagenda Milieu bevat vijf thema’s: 1. Gezonde, veilige leefomgeving: een goed leefmilieu voor jong en oud 2. Klimaatbestendig: we kunnen een stootje hebben 3. Afvalloze stad: afval is grondstof 4. CO2- neutrale stad: energievoorziening in eigen hand 5. Groene stad: groen midden in de samenleving Op 14 mei 2013 zijn in de Ronde door de woordvoerders Milieu deze vijf thema’s, in deze volgorde, als uitgangspunt voor de toekomstagenda Milieu benoemd. Het thema ‘gezond en veilig’ is daarbij bovenaan gezet. Hierin zitten ook voor een groot deel onze wettelijke basistaken. Op 11 juni 2013 hebben we uw raad hierover geïnformeerd met een Raadsinformatiebrief (nr. 2013-56). Naast de uitvoering van onze wettelijke Inlichtingen bij :
Mw. M. Kwak, SOB/MIL, (033) 469 49 08
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4565257 pagina 2
taken bereiden we ons voor op de gevolgen van het veranderende klimaat, het schaarser worden van grondstoffen, de afname van biodiversiteit en op de wens van steeds meer inwoners om met eigen energieopwekking de stijgende woonlasten in de hand te houden. We krijgen als gemeente een andere rol. Steeds meer mensen beseffen dat de tijd voor actie nu is, en niet later. Ze nemen steeds vaker het heft in eigen handen, of het nu gaat om eigen energieopwekking, het verbouwen van voedsel of het organiseren van tijdelijk groen in de wijk. Integraliteit en samenwerking met partners uit de stad zijn dan ook speerpunten in onze manier van werken. We verbinden ons met anderen en brengen anderen met elkaar in verbinding. De doelstellingen die in deze Toekomstagenda Milieu zijn benoemd omvatten meer dan enkel ‘natuur en milieu’. Een gezond en veilig, klimaatbestendig, afvalloos, CO2-neutraal en groen Amersfoort kunnen we alleen samen met andere partijen bereiken. De stad – en de toekomst daarvan – is immers van ons allemaal. Het vraagt om een gezamenlijke inspanning en gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende beleidsvelden en partners uit de stad. De natuurlijke systemen van bodem, water en groen beïnvloeden elkaar en vormen een geheel van onderling samenhangende systemen. We benaderen deze dus ook in samenhang, zodat maatregelen elkaar versterken. Een robuuste groenstructuur draagt bij aan het in stand houden van biodiversiteit, aan een gezonde leefomgeving, klimaatbestendige stad en het terugdringen van de CO2-uitstoot. We werken integraal en gebiedsgericht en werken samen met anderen, zowel intern als extern. Voor de totstandkoming van deze Toekomstagenda Milieu zijn interviews gehouden met verschillende partners uit de stad zoals Waterschap, milieuorganisaties, bewonersgroepen en ondernemers. Deze Toekomstagenda Milieu is uiteraard zelf ook zo duurzaam mogelijk en is daarom digitaal vormgegeven. Hiermee sluiten we aan op de wens om het gemeentelijk papierverbruik terug te dringen.
BEOOGD EFFECT Met deze Toekomstagenda Milieu willen we er voor zorgen dat onze stad de gevolgen van het veranderende klimaat op kan vangen. Het doel is een gezond, veilig en leefbaar Amersfoort – nu en in de toekomst.
ARGUMENTEN 1.1 De Toekomstagenda Milieu is een logisch vervolg op het Milieubeleidsplan 2008-2011 Deze Toekomstagenda Milieu bouwt voort op de ambities voor 2030 uit het Milieubeleidsplan 2008-2011 (verlengd tot en met 2013). Wij maken elke vier tot zes jaar een nieuw Milieubeleidsplan waarin de wettelijke taken en bestuurlijke doelen en ambities beschreven worden voor de komende jaren. Dit is niet wettelijk verplicht. Toch zetten we met deze Toekomstagenda Milieu die lijn door. We willen zo duidelijk aangeven wat onze resultaatsverplichtingen en inspanningsverplichtingen zijn voor de komende jaren op de vijf thema’s. Het geeft richting aan ons werken en aan de samenwerkingsrelaties met partners uit de stad. 2.1 De Toekomstagenda Milieu maakt de ambities voor de aanpak van knelpunten concreet. Tijdens de permanente beleidsevaluatie voor het beleidsonderdeel Milieu in 2013 heeft uw raad aangegeven dat er meer accent en meer ambitie moet komen op onze basistaken voor een gezond en veilig leefmilieu. Dit hebben we uitgewerkt voor geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. We hebben in 2012 geluidbelastingkaarten opgesteld waarin we aangeven hoe de geluidsituatie is als we kijken naar wegverkeer, railverkeer en industrielawaai. Op basis hiervan stelden we in 2013 het actieplan geluid op met daarin een overzicht van knelpuntlocaties. In deze Toekomstagenda is de doelstelling opgenomen twee nader te bepalen knelpuntlocaties concreet aan te pakken. Een andere doelstelling uit de Toekomstagenda Milieu op het thema gezond en veilig betreft het opstellen van een actieplan ‘stiller, schoner, veiliger’. Dit plan brengt knelpunten in beeld op zowel geluid als luchtkwaliteit en externe veiligheid. Op het moment dat ergens een ontwikkeling plaats vindt, kan hiermee een integrale oplossing worden uitgewerkt.
KANTTEKENINGEN 1.1 Voor het behalen van de doelstellingen zijn we afhankelijk van inzet van anderen. Wij hebben een aantal wettelijke taken op het gebied van milieu en leefomgeving (geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid). Hier kunnen we sturen en is onze rol relatief groot. Dat ligt anders als het gaat om een groene, klimaatbestendige stad of het terugdringen van de CO2-uitstoot. Daar zijn veel partijen bij
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4565257 pagina 3
betrokken en zijn wij afhankelijk van hun motivatie en inzet. Onze rol is daar anders, maar niet minder belangrijk. In de Toekomstagenda hebben wij op deze thema’s voor onszelf inspanningsverplichtingen geformuleerd.
2.1 en 2.2 Voor de uitvoering van de aanpak van een of twee knelpuntlocaties is extra budget nodig Uw raad heeft nadrukkelijk aangegeven ambities te hebben op onze basistaken voor een veilige en gezonde leefomgeving. Hiervoor zijn extra middelen noodzakelijk.
FINANCIËN Voor uitvoering van de Toekomstagenda Milieu is structureel € 742.000 beschikbaar (uitvoeringsbudget). -
Afvalpreventiebudget Milieuadvisering algemeen Klimaat en energie Samen Duurzaam CNME Subsidie Vosheuvel en Brinkhorst
€ 116.000 € 124.000 € 53.000 € 75.000 € 116.000 € 258.000 € 742.000
Daarnaast zijn er nog incidentele middelen voor onze wettelijke taken zoals de handhaving van de Wet Bodembescherming en de Wet milieubeheer. Tot 2015 is hiervoor incidenteel € 2,9 miljoen beschikbaar. Deze taken worden deels onder onze regie door het SBG (later RUD) uitgevoerd. Voor de aanpak van zwerfafval is met ingang van 2014 € 1.19 per inwoner beschikbaar, deze landelijke subsidie moeten we jaarlijks aanvragen. Per thema uit de Toekomstagenda reserveren we een deel van het uitvoeringsbudget voor het stimuleren en faciliteren van initiatieven uit de stad. Daarnaast zoeken we ook de komende jaren naar mogelijkheden voor externe subsidies om initiatieven uit de stad te steunen. Milieu is bij uitstek een beleidsterrein waar ontwikkelingen gestimuleerd kunnen worden via gerichte (landelijke) subsidiemogelijkheden. Amersfoort maakt daar regelmatig gebruik van. In deze coalitieperiode vonden we voor meer dan een miljoen aan externe financiering om initiatieven uit te voeren met partners uit de stad en de regio. In deze Toekomstagenda is de doelstelling opgenomen twee nader te bepalen knelpuntlocaties uit het geluidactieplan concreet aan te pakken. Het exacte aantal woningen en de exacte kosten zijn nog niet bekend, maar in budgetten van ISV, geluid, Samen Duurzaam en Milieu algemeen is hiervoor eenmalig € 100.000 beschikbaar. Naar verwachting zullen de kosten hoger zijn. Hiervoor zoeken wij cofinanciering afhankelijk van de knelpunten die aangepakt gaan worden. Ook voor de uitvoering van het actieplan Stiller, schoner, veiliger zal in de toekomst extra budget nodig zijn. Hiervoor is op dit moment nog geen financiële dekking aanwezig. Het opstellen van dit plan staat gepland voor 2016.
DUURZAAMHEID Deze Toekomstagenda Milieu geeft invulling aan alle aspecten van duurzame ontwikkeling. Met onze manier van werken samen met de inwoners, organisaties en bedrijven uit de stad (we verbinden ons met anderen en brengen anderen met elkaar in verbinding) geven we invulling aan het aspect People. Door de uitwerking van de vijf thema’s gericht op een gezond, veilig en leefbaar Amersfoort geven we invulling aan het aspect Planet. Met de zoektocht naar nieuwe financieringsmogelijkheden en de mogelijkheden van ecosysteemdiensten sluiten we aan op het aspect Profit.
VERVOLG Op basis van deze Toekomstagenda Milieu wordt begin 2014 een Milieu Uitvoeringsprogramma opgesteld. Wij geven hierin aan aan welke projecten wij de komende twee jaren werken. Halverwege de looptijd van deze agenda, in 2017, brengen we een Milieubalans uit. De Milieubalans geeft inzicht in hoever we zijn met de uitvoering van onze beleidsdoelstellingen en inzicht in de kwaliteit van de leefomgeving van
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4565257 pagina 4
bijvoorbeeld lucht, bodem, water en geluid. De eerste Milieubalans uit 2007 leverde input voor het milieubeleidsplan 2008-2011 en de tweede dateert uit 2011. Gedurende de looptijd van de Toekomstagenda wordt uw raad door middel van excursies en interactieve bijeenkomsten geïnformeerd over de voortgang, zoals verzocht tijdens de permanente beleidsevaluatie Milieu.
COMMUNICATIE Organisaties die hebben meegedacht over de Toekomstagenda en inwoners worden in twee stappen geïnformeerd over het stuk. Allereerst informeren we hen op hoofdlijnen over de Agenda zodra het college deze voorlegt aan de raad. Dit gebeurt via een persbericht en een nieuwsbericht in Stadsberichten en op de gemeentelijke website. Zodra de raad de Toekomstagenda heeft vastgesteld, informeren we inwoners via de Stadsberichten en een nieuwsbericht op de website. Ook wordt de Agenda digitaal verspreid naar de diverse betrokken organisaties en partners in de stad en de regio. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- Toekomstagenda Milieu
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4565257
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december 2013, sector SOB/MIL (nr.4565257); b e s l u i t: 1. de volgende uitgangspunten van de Toekomstagenda Milieu, inclusief de uitwerking in de bijlage, vast te stellen: 1. Gezonde, veilige leefomgeving: een goed leefmilieu voor jong en oud; 2. Klimaatbestendig: we kunnen een stootje hebben; 3. Afvalloze stad: afval is grondstof; 4. CO2-neutrale stad: energievoorziening in eigen hand; 5. Groene stad: groen midden in de samenleving; 2. voor het onderdeel “Gezonde en veilige stad” eenmalig 100.000 euro beschikbaar te stellen voor een of twee nader te bepalen knelpuntlocaties uit het Geluidactieplan.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 februari 2014. de griffier
de voorzitter
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822
Titel 1 Algemene leges Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk c.q. registratie partnerschap 1.1.1 in het stadhuis op: 1.1.1.1 maandag tussen 16.00 en 17.00 uur, conform art. 4 Wet rechten burgerlijke stand, zonder ceremonie en uitsluitend in aanwezigheid van getuigen 1.1.1.2 maandag op tijden en voorwaarden anders dan genoemd onder 1.1.1.1 1.1.1.3 dinsdag tot en met vrijdag 1.1.1.4 op zaterdag tussen 10.00 en16.00 uur 1.1.1.5 Het tarief bedraagt ter zake van een eenvoudige huwelijksplechtigheid op de daarvoor bestemde tijdstippen 1.1.1.6 Het tarief bedraagt ter zake van een huwelijk c.q. registratie partnerschap of omzetting met plechtigheid op een andere locatie dan in het stadhuis, indien die locatie ingevolge titel 4, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek en het Besluit burgerlijke stand reeds als huis der gemeente is aangewezen 1.1.1.6.1 op werkdagen van 18.00-7.00 uur en op zaterdag, zon- en feestdagen 1.1.1.6.2 op werkdagen tussen 7.00 en 18.00 uur 1.1.1.7 Het tarief bedraagt ter zake van een huwelijk c.q. registratie partnerschap of omzetting met plechtigheid op een andere locatie dan in het stadhuis, indien die locatie nog niet ingevolge titel 4, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek en het Besluit burgerlijke stand voor bepaalde tijd als huis der gemeente is aangewezen 1.1.1.7.1 op werkdagen van 18.00-7.00 uur en op zaterdag, zon- en feestdagen 1.1.1.7.2 op werkdagen tussen 7.00 en 18.00 uur 1.1.2 Het tarief bedraagt ter zake van het standaard omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk 1.1.3 Het tarief voor het gebruik maken van een gemeentelijke bode als getuige bij een huwelijk 1.1.4 Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: 1.1.4.1 een trouwboekje 1.1.4.2 een trouwboekje luxe 1.1.4.2.1 kalligraferen trouwboekje 1.1.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement van een jaar op het verstrekken van lijsten waarop zijn vermeld: 1.1.5.1 Alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, ondertrouwde en getrouwde paren, voor een periode van een jaar 1.1.6 Het tarief bedraagt ter zake van het op aanvraag doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor elk daaraan besteed kwartier Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 1.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.2.1.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort: 1.2.1.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 1.2.1.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt 1.2.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort): 1.2.1.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 1.2.1.2.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt 1.2.1.3 tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): 1.2.1.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 1.2.1.3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt 1.2.1.4 tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen 1.2.1.5 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart: 1.2.1.5.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 1.2.1.5.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt 1.2.1.6 voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van 1.2.2 Het tarief bedraagt voor het thuisbezorgen van documenten als bedoeld in 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.5 1.2.2.1 van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur en op zaterdag van 09.00 to 12.00 uur 1.2.2.2 Het tarief onder 1.2.2 wordt bij gecombineerde levering per adres maximaal twee keer geheven. Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 1.3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs 1.3.2 bij een spoedlevering wordt het tarief onder 1.3.1 verhoogd met
€ € € €
0,00 410,00 410,00 512,50
€
150,00
€ €
512,50 410,00
€ €
615,00 512,50
€ €
50,00 26,00
€ € €
18,00 28,00 12,00
€
300,00
€
26,00
€ €
66,96 51,05
€ €
66,96 51,05
€ € €
66,96 51,05 51,05
€ €
52,95 28,36
€
47,07
€
4,95
€ €
38,48 34,10
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. 1.4.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens aan de balie, per verstrekking 1.4.2.2 tot het verstrekken van gegevens via een overschijving en/of via het e-loket, per verstrekking 1.4.2.3 tot het schriftelijk verstrekken gegevens, per verstrekking 1.4.3 Vervallen 1.4.4 Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier 1.4.5 Voor de aanvraag tot het op geautomatiseerde wijze verkrijgen van een selectie, bestaat het tarief uit: 1.4.5.1 Controleren van de aanvraag 1.4.5.2 Maken van een standaardselectie (1 uur) De onder 1.4.5.1 en 1.4.5.2 genoemde tarieven worden vermeerderd met de daadwerkelijke kosten voor: 1.4.5.3 printkosten, drukwerk en/of verzendkosten, en 1.4.5.4 benadering van de geselecteerde personen door de afd. burgerzaken, per geselecteerde, en 1.4.5.5 de verwerking van het antwoord van de geselecteerde, door de afd. burgerzaken
€ € €
12,50 5,00 13,50
€
26,00
€ €
250,00 104,00
€
9,50
€ € € €
0,24 4,91 24,45 4,91
€ €
1,28 24,94
€
4,91
€ € € €
13,50 13,50 13,50 13,50
€ €
0,20 280,00
€
0,16
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 1.8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.8.1.1 een kadastraal uittreksel, per inlichting 1.8.1.2 een uittreksel kadastrale kaart, per pagina A3 of A4 formaat 1.8.1.3 een computerprint uit de basiskaart èn kadastrale kaart, per pagina A4 formaat 1.8.1.4 een kopie van het WKPB-besluit
€ € € €
6,00 6,00 7,50 6,00
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken 1.9.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.9.1.1 tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag 1.9.1.2 tot het verkrijgen van een attestatie de vita
€ €
30,05 12,50
1.9.1.3 1.9.1.3.1 1.9.1.3.2 1.9.1.3.3 1.9.1.4 1.9.1.5
€ € € € €
12,50 5,00 13,50 12,50 22,30
Hoofdstuk 5 Kiezersregister 1.5.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet Hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens 1.6.1 Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: 1.6.1.1 bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: 1.6.1.1.1 ten hoogste 100 pagina's, per pagina met een maximum per bericht van 1.6.1.1.2 meer dan 100 pagina's 1.6.1.1.3 bij verstrekking anders dan op papier 1.6.2 dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking, voor elke daaraan bestede minuut, gedeelten van een minuut voor een geheel berekend tot een maximum van 1.6.4 Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1 en 1.6.2 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. 1.6.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens Hoofdstuk 7 Bestuursstukken 1.7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.7.1.1 een afschrift van de gemeentebegroting 1.7.1.2 een afschrift van de begroting van een sector 1.7.1.3 een afschrift van de gemeenterekening 1.7.1.4 een afschrift van de rekening van een sector 1.7.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.7.2.1 tot het verstrekken van: 1.7.2.1.1 een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina 1.7.2.1.2 op de raadsbundel 1.7.3 Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.7.3.1 Een afschrift van een verordening, per pagina
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn: aan de balie, per verstrekking via een overschrijving en/of via het e-loket, per verstrekking schriftelijk, per verstrekking tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening tot het verkrijgen van een verklaring van huwelijksbevoegdheid
2
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 Hoofdstuk 10 Archief Eemland 1.10.1 Het tarief bedraagt ter zake van het op aanvraag doen van nasporingen in de in het archief Eemland berustende stukken, ongeacht het resultaat, voor ieder daaraan besteed kwartier, gedeelten van een kwartier voor een geheel berekend 1.10.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: 1.10.2.1 een (foto)kopie van een in het archief Eemland berustend stuk, op A3 of A4 formaat 1.10.2.2 een gewaarmerkt afschrift uit een in het archief Eemland berustend stuk Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 1.11.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.11.1.1 tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 1.11.1.2 tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet 1.11.1.3 tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet 1.11.1.4 tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet Hoofdstuk 12 Leegstandswet 1.12.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.12.1.1 tot het verkrijgen van een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in de Leegstandswet
€
17,15
€ €
0,10 17,15
€
25,75
€
150,00
€
150,00
€
150,00
€
75,00
€ € €
110,00 210,00 50,00
€
850,00
€ €
335,00 530,00
€
99,00
€
177,00
Hoofdstuk 13 Gereserveerd Hoofdstuk 14 Gereserveerd Hoofdstuk 15 Gereserveerd Hoofdstuk 16 Wet op de kansspelen 1.16.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor een periode van vier jaar ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen: 1.16.1.1 voor één speelautomaat 1.16.1.2 voor twee speelautomaten 1.16.1.3 voor iedere extra speelautomaat 1.16.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een speelautomatenhalvergunning 1.16.3 Voor de in 1.16.1 en 1.16.2 genoemde legesbedragen wordt in geval van het niet-gebruik maken of in geval van het tussentijds beeindigen van het gebruik van de (aanwezigheids-)vergunning geen restitutie verleend Hoofdstuk 17 Gereserveerd Hoofdstuk 18 Telecommunicatie en overige kabels en leidingen 1.18.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet, dan wel een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen van overige kabels en/of leidingen, voor tracés: 1.18.1.1 tot 20 meter 1.18.1.2 van 20 tot 100 meter 1.18.2 Voor tracés van 100 meter of meer wordt het in 1.18.1.2 genoemde tarief voor elke 100 meter verhoogd met 1.18.3 Het onder 1.18.1 genoemde tarief wordt voor elke te plaatsen handhole, kast of daarmee gelijk te stellen (ander) distributiepunt verhoogd met 1.18.4 Het onder 1.18.1 genoemde tarief wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld 1.18.4.1 indien onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt; 1.18.4.2 indien, gezien de omvang van de werkzaamheden, wijk- en/of stadsbrede communicatie plaatsvindt. 1.18.5 Indien een begroting als bedoeld in 1.18.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
3
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer 1.19.1 Het tarief bedraagt ter zake van: 1.19.1.1 Gehandicaptenparkeerkaart (GPK): 1.19.1.1.1 aanvraag GPK als bedoeld in art. 26 BABW 1.19.1.1.2 uitgifte GPK 1.19.1.1.3 uitgifte van een duplicaat GPK, als bedoeld in art. 26 BABW, ingeval van vermissing, diefstal of onleesbaar raken 1.19.1.2 Gehandicaptenparkeerplaats (GPP) als bedoeld in art. 26 RVV 1990: 1.19.1.2.1 aanvraag en aanleg GPP 1.19.1.2.2 wijzigen kenteken GPP 1.19.1.2.7 Verhuizing GPP binnen één jaar na aanleg: 1.19.1.2.7. aanvraag GPP, inclusief parkeeronderzoek 1.19.1.2.7. Overig 1.19.1.3 wijzigen kenteken op vergunning 1.19.1.4 uitgifte duplicaat parkeervergunning of flexpas ingeval van vermissing of diefstal 1.19.1.5 uitgifte ontheffing als bedoeld in RVV 1990, artikel 87 1.19.1.6 uitgifte van een hulpmiddel als bedoeld in art. 4, lid 3 van de Verordening ontheffingen kernwinkelgebied 2012 Hoofdstuk 20 Diversen 1.20.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.20.1.1 gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina 1.20.1.2 afschriften, scans, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: 1.20.1.2.1 per pagina 1.20.1.3 kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.1.1 en 1.20.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk: voor elke dm² waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 100 dm² te boven gaat: 1.20.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent de bodemkwaliteit van een locatie, voor zover het niet een aanvraag in het kader van een bouwvergunning dan wel een omgevingsvergunning betreft 1.20.3 Het tarief bedraagt voor een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
4
€ €
23,55 23,55
€
23,55
€ €
294,45 58,90
€
471,15
€ € €
8,00 20,10 56,50
€
20,25
€
4,40
€
0,25
€
5,47
€
0,05
€
75,00
€
75,00
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822
Titel 2
Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die door een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betreking heeft. 2.1.1.2 Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die door een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betreking heeft. 2.1.1.3 Onder Wabo wordt verstaan: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. 2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. Hoofdstuk 2 Voorlopig ontwerpplan (vop) 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is 0,15 % over de bouwkosten, zoals die bij een daadwerkelijke aanvraag zouden zijn vastgesteld, met een minimum van en een maximum van vermeerderd met het tarief: 2.2.2 tot beoordeling op hoofdlijnen (haalbaarheidstoets), van een bouwinitiatief, dat in strijd is met het bestemmingsplan
€ €
220,00 1.500,00
€
1.500,00
€
220,00
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. 2.3.1 2.3.1.1 2.3.1.1.1 2.3.1.1.2 2.3.1.1.3 2.3.1.1.4 2.3.1.1.5 2.3.1.1.6 2.3.2 2.3.2.1
2.3.3 2.3.3.1 2.3.3.2
Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: 2,95% over de bouwkosten tot € 25.000,00, vermeerderd met 2,85% over de bouwkosten van € 25.000 tot € 50.000,00, vermeerderd met 2,75% over de bouwkosten van € 50.000,00 tot € 200.000,00, vermeerderd met 2,70% over de bouwkosten van € 200.000,00 tot € 2.500.000,00, vermeerderd met 2,60% over de bouwkosten van € 2.500.000,00 tot € 10.000.000,00, vermeerderd met 2,30% over de bouwsom vanaf € 10.000.000,00 met een minimum van: Na start bouw of ten behoeve van legalisatie van een bouwwerk ingediende aanvraag Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. Aanlegactiviteiten of veranderen van wegen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
150%
€
220,00
€
220,00
2.3.3.3 2.3.3.3.1
Niet verder in behandeling nemen Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning niet volledig is en niet verder in behandeling wordt genomen, bedraagt het tarief
€
220,00
2.3.3.4 2.3.3.4.1
Vergunningvrij bouwen Indien na het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning of een voorlopig ontwerpplan blijkt dat deze valt binnen de categorie vergunningvrij bouwen, bedraagt het tarief
€
220,00
5
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 2.3.4
2.3.4.1 2.3.4.2 2.3.4.2.1 2.3.4.2.2 2.3.4.2.3 2.3.4.2.4 2.3.24.2.5 2.3.4.2.6 2.3.4.3
2.3.4.4 2.3.5
2.3.5.1 2.3.5.1.1 2.3.5.1.2 2.3.5.1.3 2.3.5.2. 2.3.5.2.1 2.3.5.2.2 2.3.5.2.3 2.3.5.2.4 2.3.5.2.5 2.3.5.2.6 2.3.5.2.7 2.3.5.2.8 2.3.5.2.9 2.3.5.3 2.3.5.3.1 2.3.5.3.2 2.3.5.4 2.3.5.4.1 2.3.5.4.2 2.3.5.4.3
Planologisch strijdig gebruik waarbij al dan niet sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en al dan niet sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): voor bouwen met een bouwsom van niet meer dan € 50.000 voor bouwen met een bouwsom van meer dan € 50.000, maar niet meer dan € 2.500.000 voor bouwen met een bouwsom van meer dan € 2.500.000 voor het wijzigen van gebruik (m.u.v. gebruik naar wonen) tot 250 m2 bvo voor het wijzigen van gebruik (m.u.v. gebruik naar wonen) van 250 bvo of meer, maar niet meer dan 1.500 m2 bvo voor het wijzigen van gebruik naar wonen en/of voor het wijzigen van gebruik boven 1.500 m2 bvo indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): indien de bouwkosten niet meer dan € 100.000,00 bedragen indien de bouwkosten meer dan € 100.000,00 maar niet meer dan € 1.000.000,00 bedragen indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,00 maar niet meer dan € 10.000.000,00 bedragen indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000,00 bedragen indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: Gebouwen of inrichtingen met een woonfunctie Gevangenissen Woningen niet-zelfstandige en niet-zelfredzame bewoners Bejaardenoorden Gebouwen of inrichtingen met een logiesfunctie Hotel met een oppervlakte tot en met 600 m² van meer dan 600 m² Pension/nachtverblijf met een oppervlakte tot en met 600 m² van meer dan 600 m² Dagverblijf met een oppervlakte tot en met 600 m² van meer dan 600 m² Gebouwen of inrichtingen met een onderwijsfunctie Onderwijsinstellingen (leerlingen jonger dan 12 jaar) Kinderdagverblijf en peuterspeelzaal Gezondheidszorg-gebouwen/inrichtingen Klinieken (poli-, psychiatrische.), met nachtverblijf Ziekenhuizen Verpleeghuizen
2.3.6 2.3.6.1
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening van de gemeente Amersfoort aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
2.3.6.2 2.3.6.2.1
voor het wijzigen van een monument: 0,75% van het met inachtneming van het bepaalde onder 2.1.1 vastgestelde bedrag aan bouwkosten en dergelijke, met een minimum van: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening van de gemeente Amersfoort aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:voor het slopen van een bouwwerk in een bescherm stads- of dorpsgezicht:
2.3.6.3
2.3.6.3.1 2.3.6.3.2 2.3.6.3.3
tot en met 25 m3 sloopafval van 26 m3 tot en met 100 m3 sloopafval meer dan 100 m3 sloopafval
6
€
370,00
€ € € €
710,00 1.250,00 2.500,00 710,00
€ €
1.250,00 5.040,00
€ € € € €
8.800,00 13.200,00 22.000,00 44.000,00 1.250,00
€ € €
4.030,00 1.270,00 3.920,00
€ €
3.570,00 3.670,00
€ €
2.420,00 3.670,00
€ €
1.270,00 2.420,00
€ €
1.390,00 1.270,00
€ € €
3.670,00 12.210,00 6.220,00
€
220,00
€ €
185,00 385,00
€
585,00
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 2.3.7 vervallen 2.3.8
Vervallen
2.3.9 2.3.9.1
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1988 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1988 bedraagt het tarief:
2.3.9.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitat en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief:
2.3.10
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
2.3.11
Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
2.3.11.1
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.11.2
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
2.3.11.3
2.3.11.4
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.3.12
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
2.3.12.1
2.3.12.2
2.3.13 2.3.13.1 2.3.13.2
2.3.13.3
2.3.14 2.3.14.1
Beoordeling bodemrapport Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: ter verkrijging van historische onderzoeksgegevens in het kader van een aanvrage om een omgevingsvergunning ter uitvoering van een onderzoek conform de norm NVN 5740, uitgave 1991 om beoordeling respectievelijk goedkeuring van de onderzoeksopzet conform de norm NVN 5740, uitgave 1991, in het kader van een bouwvergunning € 1,50 per m² bebouwingsoppervlak, tot een maximum van ter verkrijging van een beoordeling respectievelijk goed- of afkeuring van het bodemonderzoeksrapport conform de norm NVN 5740, uitgave 1991, in het kader van een bouwvergunning € 3,00 per m² bebouwingsoppervlak tot een maximum van Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
7
€
220,00
€
220,00
€
220,00
€
220,00
€
220,00
€
220,00
€
250,00
€
500,00
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde 2.3.14.2 werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. 2.3.15 2.3.15.1
Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet en/of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
2.3.15.2 2.3.15.3
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
2.3.15.4
indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.3.16 2.3.16.1
Ontheffing kapverbod Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing op een kapverbod
€
680,00
€
175,00
Hoofdstuk 4 Vermindering Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om voorlopig ontwerpplan als 2.4.1 bedoeld in 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het voorlopig ontwerpplan geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in 2.3. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten waarvoor leges 2.4.2 verschuldigd zijn, bestaat aanspraak op vermindering van die leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.13 en 2.3.14 5%
De vermindering bedraagt bij 5 of meer activiteiten Hoofdstuk 5 Teruggaaf 2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten 2.5.1.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.9, intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 2.5.1.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: 2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.9 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
2.5.3 2.5.3.1
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. Geen teruggaaf van leges advies of verklaring van geen bezwaar: Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.
75% €
220,00
50% €
220,00
50% €
220,00
Hoofdstuk 6 Ondergeschikte wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 2.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project (zonder toetsing welstand, constructie en bestemmingsplan):
€
220,00
Hoofdstuk 7 Overig 2.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen
€
210,00
2.5.3.2 2.5.4
8
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822 Ontheffingen Wet geluidhinder 2.7.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, los van het onder 2.3.1 verschuldigde bedrag: 2.7.2.1 voor een bouwplan verhoogd met per woning of ander geluidsgevoelig object met een maximum van 2.7.2.2 voor reconstructies van wegen verhoogd met met een maximum van Bestemmingsplannen 2.7.3 Het tarief bedraagt voor het op verzoek opstellen van een: 2.7.3.1 bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wro of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1, aanhef en onder b van de Wro, bij een investering nodig voor de uitvoering van: 2.7.3.1.1 niet meer dan € 100.000,00 2.7.3.1.2 meer dan € 100.000,00 maar niet meer dan € 1.000.000,00 2.7.3.1.3 meer dan € 1.000.000,00 maar niet meer dan € 10.000.000,00 2.7.3.1.4 meer dan € 10.000.000,00 bedragen 2.7.3.2 wijziging van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1, aanhef en onder a van de Wro bij een investering nodig voor de uitvoering van: 2.7.3.2.1 niet meer dan € 100.000,00 2.7.3.2.2 meer dan € 100.000,00 maar niet meer dan € 1.000.000,00 2.7.3.2.3 meer dan € 1.000.000,00 maar niet meer dan € 10.000.000,00 2.7.3.2.4 meer dan € 10.000.000,00 bedragen 2.7.4 indien een verzoek voor een wijziging van het bestemmingsplan wordt meegenomen in een integrale herziening van een bestemmingsplan bedraagt het tarief 50% van het bepaalde in 2.7.3 2.7.5 Het bepaalde in 2.7.3 vindt geen toepassing voor zover de betreffende vergoeding op grond van een privaatrechtelijke regeling is verschuldigd dan wel voor zover deze vergoeding op een andere wijze (grondexploitatie/gemeentelijke exploitatieverordening) wordt voldaan.
9
€ € € € € €
2.675,00 27,00 12.600,00 2.465,00 27,00 4.765,00
€ € € €
15.750,00 26.250,00 34.125,00 42.000,00
€ € € €
8.800,00 13.200,00 22.000,00 44.000,00
TARIEVENTABEL VERORDENING LEGES 2014-1 docs reg.nr. 4591667 Behoort bij verordening leges 2014-1, reg.nr. 4590822
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet 3.1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: 3.1.1.1 een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet 3.1.1.2 een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoel in artikel 35, eerste lid, van de Drank- en Horecawet 3.1.1.3 een melding als bedoeld in art. 30 van de Drank- en Horecawet welke leidt tot het verstrekken van een gewijzigde vergunning 3.1.1.4 een wijziging van de leidinggevende in de vergunning Drank- en Horecawet, per leidinggevende
€
850,00
€
210,00
€ €
210,00 210,00
€ €
425,00 850,00
€
210,00
€
150,00
€ € €
210,00 25,00 75,00
€ €
200,00 500,00
€ € €
850,00 425,00 210,00
€ €
850,00 210,00
Hoofdstuk 5 Brandveiliheid 3.5.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting die niet bedoeld is voor gebruik langer dan 30 dagen, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening
€
210,00
Hoofdstuk 6 Ontheffing stookverbod 3.6.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.34 lid 3 van de Apv
€
35,00
Hoofdstuk 7 Splitsings-, onttrekkings- en samenvoegingsvergunning woonruimte 3.7.1 tot het verkrijgen van een splitsings-, ontrekkings- of samenvoegingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet, bij een aantal van: maximaal 4 eenheden van 5 t/m 10 eenheden meer dan 10 eenheden
€ € €
210,00 300,00 450,00
Hoofdstuk 8 Overige vergunningen 3.8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
€
75,00
Hoofdstuk 9 Kinderopvang 3.9.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie van 3.9.1.1 gastouderopvang 3.9.1.2 kindcentra
€ €
383,41 515,41
Hoofdstuk 2 Horeca-exploitatievergunning 3.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een horeca-exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening: 3.2.1.1 voor inrichtingen waarvoor tevens ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet vergunning is verleend 3.2.1.2 voor inrichtingen die niet vallen onder de Drank- en Horecawet 3.2.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een horeca-exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening, al dan niet in combinatie met een aanvraag voor de uitoefening van een horecabedrijf/slijtersbedrijf als bedoeld in art. 3 van de Drank- en Horecawet, voor een bestaande inrichting, waarbij alleen de leidinggevende wijzigt 3.2.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning als bedoel in art. 2.10 D van de Apv Hoofdstuk 3 Organiseren van evenementen of markten 3.3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 5 afdeling 4 van de Algemene plaatselijke verordening, voor zover het niet gemeentegrond betreft: 3.3.1.1 indien voor onbepaalde tijd 3.3.1.2 indien incidenteel 3.3.2 Voor een administratieve wijziging van de vergunning als bedoeld onder 3.3.1, bedraagt het tarief 3.3.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de Apv voor een evenement: 3.3.3.1 met een laag risico 3.3.3.2 met een verhoogd of hoog risico Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven en coffeeshops 3.4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: 3.4.1.1 het exploiteren van een seksinrichting (art. 3.4 Apv) 3.4.1.2 het exploiteren van een escortbedrijf (art. 3.4 Apv) 3.4.1.3 het wijzigen van de leidinggevende van de seksinrichting of het escortbedrijf (art. 3.15 Apv) 3.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: 3.4.2.1 een gedoogverklaring op grond van het gemeentelijk Coffeeshopbeleid 3.4.2.2 het wijzigen van de leidinggevende van de Coffeeshop, per leidinggevende
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 februari 2014. de griffier,
de voorzitter,
PUBLICATIEDATUM
10
RONDE: BOUWLEGES 1 juli 2014
Amersfoort Omgevingsvergunning Bouw Omgevingsvergunning (Bouw)leges 7 6 5 4 3 2 1 0
leges
2008
2009
2010
Aantallen: 2013 Begroot 582 stuks Realisatie: 629 stuks Waarvan duurzaam: 3
2011
2012
2013
2014
Tarieven opbouw
• Degressieve tariefstructuur • Volledige kostendekkendheid • Kruissubsidiëring • Met behulp van uurnormering
Degressieve tariefstructuur Tarieven Bouw Minimum van € 220,00 2,95% over de bouwkosten tot € 25.000,-, vermeerderd met
2,85% over de bouwkosten van € 25.000,- tot € 50.000,-, vermeerderd met 2,75% over de bouwkosten van € 50.000,- tot € 200.000,-, vermeerderd met 2,70% over de bouwkosten van € 200.000,- tot € 2.500.000,-, vermeerderd met 2,60% over de bouwkosten van € 2.500.000,- tot € 10.000.000,-, vermeerd. met 2,30% over de bouwsom vanaf € 10.000.000,00
Kostendekkendheid • Wettelijke verplichting • De gemeenteraad heeft zich bij de begroting 2014-2017 tot doel gesteld te streven naar “Kostendekkende dienstverlening door de gemeente voor diensten waarvoor heffingen worden gevraagd”. • Kruissubsidiëring: grote betalen voor de kleintjes om leges voor burgers betaalbaar te houden
Duurzaamheid belonen Mogelijkheden Herschikking • In tarieven • Behandeltijd
Advisering • Op verzoek • Pro actief klant op mogelijkheden wijzen
Bijdrage Milieudefensie Amersfoort Rondetafelgesprek over vergroening van bouwleges Peter Löhnberg
Duurzaamheidspunten Zelfvoorzienend: • Bouwmaterialen • Energiebesparing • Energieopwekking en –opslag • Energietiming • Watervoorziening en –afvoer • Financiële aspecten Illustrerende plaatjes:
Herbruikbare bouwmaterialen
Zie www.duurzaamgebouwd.nl
Energiebesparende oriëntatie Passieve zonne-energie en daglicht
Zie www.passiefbouwen.nl
Efficient: stralingswarmte
Zie www.de12ambachten.nl
Maximale energieproductie Hybride Photovoltaïsche / Thermische (PVT) Zonnepanelen
Diverse leveranciers
Accu-opslag
Bijvoorbeeld www.sma.de
Warmtepomp + isolatie
Bijvoorbeeld www.nefit.nl
Warmteterugwinning Voorbeeld douchewater
Diverse leveranciers
Slim netwerk inbouwen
www.smartgridtv.nl/pilot-amersfoort
Energie-neutrale gebouwen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
http://www.rvo.nl/onderwerpen/ duurzaam-ondernemen/gebouwen/ energieneutraal-bouwen
Samenvatting Veel mogelijkheden duurzaam bouwen Aantrekkelijk wegens: • Investeringen snel terugverdiend • Hogere winst te maken • Ervaring opdoen voor komende regels • Lagere bouwleges geven extra duwtje
• Hans Kattemölle, duurzaamheidsambassadeur sinds 2008
• Hoe kan Amersfoort verduurzamen, doelstellingen 2030 (2020) halen zonder dat het de Gemeente geld kost ? • En juist geld oplevert !
• 2010 zes speerpunten, 1 daarvan regelgeving - Groene bouwvergunning - Gedifferentieerde bouwleges - Aanpassen bestemmingsplannen • Doel: aantrekken duurzame investeerders
• Doel: unieke positionering Amersfoort
• Goed voor de economie, goed voor werkgelegenheid, goed voor milieu
vergroening bouwleges
duurzaamheid
1
vergroening bouwleges
Duurzaamheidsdoelstellingen EU 1. 2020 - energieneutrale nieuwbouw 2030 - Amersfoort CO2 neutraal 2. 2050 - energieneutrale gebouwde omgeving
2
vergroening bouwleges
tussenstap woningcorporaties 1. 2020 - bestaande bouw energiebesparing 30% 2030 - Amersfoort CO2 neutraal 2. 2050 - energieneutrale gebouwde omgeving
3
vergroening bouwleges
jeruzalem / jericho
liendert
soesterkwartier
randenbroek
kruiskamp
zielhorst 4
vergroening bouwleges
scholen
kantoren
winkels
sport
stadhuis 5
vergroening bouwleges
ons energielabel
15
25
50
75
100
125
6
150
200
250
300
vergroening bouwleges
energieverbruik
7
vergroening bouwleges
8
vergroening bouwleges
9
vergroening bouwleges
10
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 juli 2014
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur 4
Reg.nr. 4725977 Vergroening bouwleges Soort verslag GroenLinks/Janssen Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek In dit rondetafelgesprek wordt aan de hand van presentaties van vertegenwoordigers van de duurzaamheidsambassadeurs, Milieudefensie, de vastgoedsector en vakambtenaar inzicht gegeven in de mogelijkheden om door middel van het instrument bouwleges de inwoners, ondernemers en woningcorporaties van Amersfoort te verleiden tot het verduurzamen van hun gebouwen. Het idee erachter is om de tariefstructuur zo te maken dat de bouwvergunningen bij duurzaam (ver)bouwen goedkoper worden dan wanneer dit niet het geval is. Portefeuillehouder Van den Berg, De la Combé Van Kan Buijtelaar Opsteller Janssen (GL)
Aghina (CDA), Dassen (D66), Dijksterhuis (CU), Flikkema (VVD), Janssen (GL), Jongerman (SP), Koet-Minis (Amersfoort2014)
Portefeuillehouder Ambtenaren
Van den Berg Van Waes Van de Beek Swijnenburg
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
Na een korte introductie door de initiatiefnemer, hebben dhr. H. Kattemölle, dhr. P. Löhnberg, dhr. J. Osendarp en mevr. M. van de Beek een korte presentatie gehouden. Vervolgens is men met elkaar in gesprek het gegaan over de mogelijkheid tot het vergroenen van bouwleges en (de realisatie van) de Amersfoortse duurzaamheidsagenda. Besproken onderwerpen: - duurzaamheid op pand- en/of wijkniveau - nieuwbouw vs. bestaande bouw - awareness creëren - rendement bij vergroening bouwleges / bouwvergunning - inzet subsidie t.b.v. vergroening bouwleges / bouwvergunning - inzet OZB om verduurzaming te stimuleren - (actieve) rol gemeente bij verduurzaming - verduurzaming door corporaties Wethouder van den Berg heeft verder aangegeven dat het vergroenen van bouwleges wettelijk gezien niet mogelijk is, omdat leges geen discriminatoire werking mogen hebben. Advies aan presidium: Voldoende besproken
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Deelnemers aan het rondetafelgesprek: dhr. H. Kattemölle (Duurzaamheidsambassadeurs), dhr. P. Löhnberg (Milieudefensie) en dhr. J. Osendarp (Vastgoedsector).
#4725977 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 VERGROENING BOUWLEGES
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Reg.nr. 4714649 Werkwijze van De Raad 1 juli 2014 Ambtelijk contact Presidium Bongers (033-469 4302) Aan het eind van de vorige raadsperiode (2010-2014) hebben presidium en fractievoorzitters nagedacht over mogelijke verbeteringen voor de werkwijze van de raad. Dat heeft geleid tot een aantal ideeën over de structuur van de raadsavond. Toen is afgesproken om geen wijzigingen van het Reglement van orde voor te stellen, maar dit over te laten aan de nieuwe raad. Soort document Peiling Peiling Het presidium stelt voor om de werkwijze van de raad en mogelijke verbeterpunten te bespreken. Hun mening te geven over de peilpunten Afhankelijk van de uitkomsten van de bespreking wordt een raadsvoorstel voor wijziging van het Reglement van orde opgesteld door de griffie. Dit wordt besproken in het presidium en vervolgens geagendeerd voor besluitvorming. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Besluitenlijst x BIS Raadsstukken Peiling, inclusief bijlagen - Achtergronden bij de werkwijze van de raad - Samenstelling presidium - Verslaglegging De Ronde - Terugblik retraite presidium - Aanbevelingen fractievoorzittersoverleg x BIS Raadsstukken Overdrachtsdocument Het Nieuwe Samenwerken
#4714649 v1 - AGENDAPUNT DR 1-7-2014 NIEUWE WERKWIJZE RAAD
PEILING Van Aan
: Presidium : Gemeenteraad
Reg.nr. Datum
: 4706225 : 4 juni 2014
TITEL Werkwijze van De Raad
PEILPUNTEN De raadsleden worden gevraagd zich uit te spreken over de volgende peilpunten: 1. De indeling van de raadsavond te wijzigen: a. Het Besluit begint om 20:30 uur in plaats van 21:30 uur. De Ronde die aan Het Besluit voorafgaat duurt van 19:00 – 20:00 uur. b. De ‘tussenliggende dinsdag’ wordt benut voor De Ronde-vergaderingen waarin ook raadsvoorstellen en peilingen worden behandeld (niet alleen meer informatiebijeenkomsten zoals nu het geval is). c. Het Plein, waar inwoners/organisaties punten bij de raad onder de aandacht kunnen brengen wordt op de avond van Het Besluit gehouden tussen 19:30 – 20:30 uur. 2. In Het Besluit meer ruimte te maken voor agendapunten met debat, mits ook wordt gewerkt met spreektijden om de totale vergadertijd te begrenzen. 3. In Het Besluit ruimte te geven aan een ‘vragenkwartier’ om het college over politieke kwesties te bevragen, zonder dat dit direct leidt tot besluitvorming. In De Ronde komt “vragen raadsleden aan het college” te vervallen. 4. In De Ronde vier soorten bijeenkomsten te blijven onderscheiden a. Rondetafelgesprekken: vrije gespreksvorm waarin de dialoog met raad, college en inwoners/organisaties wordt gevoerd over een onderwerp b. Informatie: presentatie door ambtelijke organisatie/college van onderwerpen die op agenda van de raad staan als onderdeel van besluitvormingstraject, agendering van raadsinformatiebrief door raadslid/fractie om vragen te stellen aan college c. Peiling: meningsvorming en debat aan de hand van ‘peilpunten’, primair bedoeld voor raadsleden. Inwoners/organisaties kunnen gebruik maken van spreekrecht d. Voorbereiding besluit: meningsvorming en debat aan de hand van een raadsvoorstel. Inwoners/organisaties kunnen gebruik maken van spreekrecht 5. De drempel voor agendering van onderwerpen in De Ronde door raadsleden/fracties te verhogen, bijvoorbeeld door steun van minimaal 2 andere fracties te vragen 6. Het presidium adviesrecht te geven over het verzoek tot het houden van een interpellatie 7. Videobeelden van De Ronde- bijeenkomsten uit te zenden via live stream (net als Het Besluit); investeringen in audiovisuele voorzieningen zijn hiervoor noodzakelijk 8. Inwoners/organisaties meer ruimte te geven om mee te praten in De Ronde-bijeenkomsten waarin ‘peiling’ of ‘voorbereiding besluit’ centraal staat. In de vergadering wordt onderscheid gemaakt tussen een vergaderdeel waarin inwoners kunnen meepraten, en een vergaderdeel waarin fracties/woordvoerders met elkaar in debat gaan.
AANLEIDING Aan het eind van de vorige raadsperiode (2010-2014) hebben presidium en fractievoorzitters nagedacht over mogelijke verbeteringen voor de werkwijze van de raad. Dat heeft geleid tot een aantal ideeën over de structuur van de raadsavond. Toen is afgesproken om geen wijzigingen van het Reglement van orde voor te stellen, maar dit over te laten aan de nieuwe raad. De belangrijkste aanbevelingen over de vergaderstructuur zijn samengevat in bovenstaande peilpunten.
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 2
BEOOGD EFFECT Met deze peiling beoogt het huidige presidium inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de raad over de vergaderstructuur. De uitkomsten van de bespreking worden al dan niet verwerkt in een raadsvoorstel voor de wijziging van het Reglement van orde van de raad. Enkele praktische wijzigingen, die al geïncorporeerd zijn in de werkwijze van de raad, maar volledigheidshalve nog verwerkt moeten worden in het reglement, worden dan ook meegenomen, bijvoorbeeld openbaarheid agenda’s en besluitenlijsten presidium, commissie B&V-vergaderingen als onderdeel van De Ronde, afspraken over aanlevertermijnen en wijze van publiceren Met een nieuw Reglement van Orde worden ook de Richtingwijzers afgeschaft. De teksten uit de vrij uitgebreide (en weinig gelezen) richtingwijzers worden zo nodig gebruikt in de toelichting op het Reglement van orde. Met het vaststellen van het reglement wordt ook de tekst van de toelichting vastgesteld.
ARGUMENTEN 1.1 De vergadertijd voor Het Besluit staat vaak onder druk. In drukke tijden zijn de plenaire raadsvergaderingen laat afgelopen. Dat is zowel voor raadsleden als publiek niet altijd prettig. Het Besluit zou een uur eerder kunnen beginnen. Daardoor is er minder tijd voor De Ronde. Dat geeft knelpunten omdat de afspraak is dat alleen op avonden waarop Het Besluit plaatsvindt, in De Ronde ruimte is voor peilingen en voorbereiding van besluitvorming. Dit is op te lossen door op ‘tussenliggende dinsdagen’ ook ruimte te maken voor peilingen en voorbereiding van besluitvorming.
2.1 Regelmatig hebben fracties behoefte aan meer ruimte voor debat in Het Besluit. Als de vergadering eerder begint (peilpunt 1) kan meer ruimte voor debat worden gemaakt. Om de tijdsduur van Het Besluit binnen de perken te houden, is het zinvol om met spreektijden te werken. Dit gebeurt al bij algemene beschouwingen (begrotingsbehandeling), maar kan ook bij andere raadsvergaderingen worden toegepast. Tevens kan worden geëxperimenteerd met andere debatvormen.
3.1 Versterkt de controlerende rol van de raad Binnen de huidige vergaderstructuur is er in De Ronde ruimte om het college te bevragen in het onderdeel ‘vragen raadsleden aan het college’ op avonden met Het Besluit. In de vorige periode hadden fracties behoefte om ook in de plenaire vergadering het college c.q. portefeuillehouders te kunnen bevragen over actuele politieke kwesties die niet in de raad geagendeerd staan. Met een ‘vragenkwartiertje’ in Het Besluit kan ruimte worden gemaakt om de controlerende rol van de raad te versterken. Het kan er ook toe leiden dat het aantal schriftelijke vragen wordt teruggebracht.
4.1 Werkbezoeken blijven mogelijk, maar De Ronde gaat voor Er zijn geen aanbevelingen gedaan over een andere structuur van De Ronde. De vier typen bijeenkomsten die onder peilpunt 4 staan genoemd geven een beeld van de huidige situatie. Mocht er bij fracties toch behoefte zijn aan verandering, dan kan dit peilpunt worden aangegrepen om daarover discussie te voeren.
5.1 Zorgt voor meer draagvlak van agendering Af en toe komt het voor dat een onderwerp is geagendeerd in De Ronde waarvan vooraf in het presidium, ter vergadering of na afloop van de vergadering de nut en noodzaak ter discussie werden gesteld. Vaak werden deze onderwerpen geagendeerd om inwoners/belanghebbenden aan het woord te laten, veelal los van feitelijke bevoegdheden van de raad of mogelijkheden om te sturen. Als minimaal twee fracties de agendering van een onderwerp moeten steunen, vergroot dit het draagvlak voor een bijeenkomst.
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 3
6.1 Om agendadruk in Het Besluit te bewaken Het instrument ‘interpellatie’ kan door raadsleden worden gebruikt in zwaarwegende politieke kwesties. Het instrument wordt spaarzaam toegepast, omdat er andere manieren zijn om het beleid van het college aan de orde te stellen. Als een interpellatie wordt aangevraagd (minimaal 8 dagen van tevoren, schriftelijk onderbouwd) heeft het presidium geen adviesrecht. Dit peilpunt vraagt of het zinvol is het presidium over het toepassen van een interpellatie te laten adviseren.
7.1 Hiermee wordt belang van debat in De Ronde benadrukt Met het uitzenden van De Ronde kunnen ook meer inwoners worden bereikt en krijgt mogelijk De Ronde meer ‘status’. Door indexatie van de videotulen kan makkelijk op personen worden teruggeluisterd.Op termijn kan gekozen worden om de videotulen de papieren notulen te laten vervangen.
8.1 Zo kan meer recht worden gedaan aan (inwoner)gevoelige onderwerpen In het burgerinitiatief Het Nieuwe Samenwerken is gesproken over de werkwijze van de raad. Er zijn diverse ideeën geopperd voor de werkwijze van de raad en één van de aandachtspunten was de beperkte mogelijkheid voor inwoners en belanghebbenden om hun mening in De Ronde te laten horen. Nu kunnen belanghebbenden alleen meepraten in een rondetafelgesprek. Bij een peiling of voorbereiding besluit-bijeenkomst kunnen zij alleen inspreken (2 minuten). Door een knip aan te brengen in de vergadering kan meer recht worden gedaan aan het gesprek met belanghebbenden.
KANTTEKENINGEN n.v.t.
FINANCIËN Uitvoering van peilpunt 7 vraagt om de nodige investeringen. Voor live-uitzending vanuit andere zalen dan de Raadzaal dient er per zaal een extra encoder aangeschaft te worden (€2500 voor een reguliere, €3100 voor een HD-encoder). Per maand kosten de uitzendingen van Het Besluit € 226. Verwerken tot geïndexeerd videoverslag kost extra geld; € 354 per maand (De Ronde) en voor de videoverwerking € 423,50 per maand (Het Besluit). De overige wijzigingen van de werkwijze van de raad hebben geen financiële gevolgen
VERVOLG Afhankelijk van de uitkomsten van de bespreking wordt een raadsvoorstel voor wijziging van het Reglement van orde opgesteld door de griffie. Dit wordt besproken in het presidium en vervolgens geagendeerd voor besluitvorming.
BETROKKEN PARTIJEN Presidium, de griffier,
Bijlage
1. Achtergronden bij de werkwijze van de raad 2. Samenstelling presidium 3. Verslaglegging De Ronde 4. Terugblik retraite presidium 5. Aanbevelingen fractievoorzittersoverleg 6. Overdrachtsdocument Het Nieuwe Samenwerken Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
de voorzitter,
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 4
BIJLAGE 1: ACHTERGRONDEN BIJ DE WERKWIJZE VAN DE RAAD Onderstaande tekst is afkomstig uit de notitie “Wijzigingsvoorstellen werkwijze raad 2014-2018”, die is opgesteld door een werkgroep met presidiumleden uit de vorige raadsperiode
Inleiding De huidige werkwijze van de gemeenteraad is in 2005 ingevoerd. De doelstellingen van de werkwijze zijn: de betrokkenheid van de Amersfoortse burgers en organisaties bij het werk van de gemeenteraad vergroten; een snellere en efficiëntere besluitvorming mogelijk maken; duidelijkheid bieden naar de stad en naar raadsleden door op één vast moment in de week bij elkaar te komen. Ook de geplande vergadertijd per onderwerp draagt hieraan bij; meer gelegenheid om (informeel) informatie met elkaar te delen. In de afgelopen jaren is de werkwijze een aantal malen geëvalueerd, wat heeft geleid tot kleine aanpassingen. Ondanks de genomen maatregelen constateert de werkgroep dat de werkwijze van de raad nog verder is te verbeteren. Verbeteringen zijn mogelijk door kleine aanpassingen in de vergaderstructuur, maar effectief en efficiënt vergaderen wordt volgens de werkgroep vooral bereikt door enkele veranderingen in de werkcultuur van de raad. Evaluatie van de huidige werkwijze In de afgelopen periode hebben we gezien dat de druk op de agenda van de raad toeneemt. Weliswaar hebben de raad (via het Reglement van orde) en het presidium (via werkafspraken) grenzen gesteld om vergaderingen zo effectief en efficiënt mogelijk te laten verlopen, maar fracties en raadsleden zoeken de grenzen ook op of interpreteren die op hun eigen wijze. Verder zien we dat er regelmatig weinig tijd is voor onderwerpen in de Ronde en Het Besluit. De druk op de agenda van de raad zal in de komende tijd niet minder groot worden. Er komen immers nieuwe complexe beleidsdomeinen bij (Participatiewet, Jeugdzorg, AWBZ). Tevens leiden veranderingen in de samenleving ertoe dat inwoners en organisaties vaker en op een andere manier met de raad in gesprek willen. Tot slot zal het aantal fracties na de verkiezingen naar alle waarschijnlijkheid niet minder groot worden. Als we inzoomen op De Ronde en Het Besluit zien we de volgende concrete (grote en kleinere) knelpunten, die aanzetten tot veranderingsvoorstellen: a. pieken en dalen in het aanbod van agendapunten voor De Ronde en Het Besluit; b. vaak te weinig vergadertijd en te weinig tijd voor debat in Het Besluit; c. wisselend woordvoerderschap bij fracties in opeenvolgende De Ronde-bijeenkomsten waardoor discussies soms overgedaan worden; d. wisselende kwaliteit van voorzitters, niet altijd doelgericht, kost soms vergadertijd; e. formele vergadersetting, daardoor geforceerd omgaan met rol insprekers en college; f. overbodige (powerpoint)presentaties die veel tijd in beslag nemen; g. tijdgebrek bij lastige dossiers en raadsleden stellen nog te vaak feitelijke vragen die vooraf gesteld hadden kunnen worden; h. regels en instrumenten van de raad zijn soms onvoldoende bekend en/of te complex waardoor het effectief vergaderen wordt belemmerd. Inwoners betrekken bij veranderingen in werkwijze Ook in de lijn gemeenteraad van Het Nieuwe Samenwerken is gesproken over de werkwijze van de raad. Er zijn diverse ideeën geopperd voor de werkwijze van de raad. Het experiment met het Stadscafé is een voorbeeld van een concrete uitwerking die al is opgepakt. De inwoners hebben aangegeven graag mee te willen denken over veranderingen in de werkwijze van de raad. Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 5
Met de aanbevelingen die hierna worden gedaan kan gestart worden bij het begin van de nieuwe raad. Gelet op het korte tijdsbestek en de relatief kleine aanpassing is dit nu nog niet met inwoners doorgesproken. Overigens sluiten de voorgestelde aanpassingen wel aan bij de lijn van de voorstellen die door hen zijn gedaan, zoals meer ruimte geven voor het gesprek met inwoners in De Ronde. Andere ideeën, zoals bijvoorbeeld het agenderen van onderwerpen door inwoners in De Ronde, zijn nu nog niet meegenomen.
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 6
BIJLAGE 2: SAMENSTELLING PRESIDIUM Achtergrond Reglement van orde Artikel 2 Presidium 1. Het presidium is een commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet. 2. Het presidium heeft tot taak: a. de vergaderingen van de raad voor te bereiden; b. de zaken te behartigen die de werkgeverspositie van de raad betreffen; 3. de zaken te behartigen die het functioneren van de raad betreffen. De raad benoemt de leden en plaatsvervangend leden van het presidium. Iedere fractie die in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, heeft recht op één fractievertegenwoordiger in het Presidium. 4. Het presidium kiest uit zijn midden een voorzitter. 5. De voorzitter van de raad en de griffier zijn bij de vergadering van het presidium aanwezig. 6. Elk lid heeft één stem in het presidium. 7. Het presidium beslist bij meerderheid van stemmen. 8. De vergaderingen zijn openbaar, tenzij er geheime of persoonlijke zaken in het geding zijn. Nu 7 leden: 4 coalitie, 3 oppositie; 5 fracties maken geen gebruik van mogelijkheid om vertegenwoordigd te zijn in presidium. Bijeenkomsten, agenda’s en besluitenlijsten zijn openbaar. Openbaarheid agenda’s en besluitenlijsten moet wel nog in RvO worden geregeld. --------------------------------------------------------------------------------------------------------Doel van advies: hoe moet presidium functioneren in tijd van nieuwe ontwikkelingen waarbij (steeds) meer burgergevoelige onderwerpen op de agenda staan. Rol - Sturen op proces: behandeling van onderwerpen in meerdere rondes, meer vooruit plannen, bijeenkomsten van ¾ uur: 1. spreekrecht voor burgers en 1 minuutronde (inclusief punten voor debat) + aankondigen amendementen en moties 2. debat/discussie + bespreken moties en amendementen 3. in raad alleen moties en amendementen die in 2e bijeenkomst al op meerderheid kunnen rekenen -
Drempel voor agendering door raadsleden/fracties verhogen: bijvoorbeeld x aantal steunbetuigingen standaard voor ondersteuning van agendering (men hoeft het inhoudelijk niet eens te zijn met voorstel).
-
Advies presidium over toestaan moties/amendementen (als ze na deadline zijn binnengekomen) niet altijd gezaghebbend. o o
Wil presidium die adviesbevoegdheid houden? Op eerder moment is besproken dat presidium ook advies wil kunnen geven over toestaan van interpellaties.
Samenstelling - Presidium bestaat uit beperkt aantal raadsleden, 5 of 6. Niet te weinig, want soms kunnen mensen niet, maar wel voldoende, want discussie altijd zinvol.
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 7
-
Fractievoorzitters hoeven niet te worden uitgesloten, want of iemand politiek bedrijft is afhankelijk van persoon. Onderscheid tussen fractievoorzittersoverleg en presidium moet wel duidelijk zijn en presidium moet dat ook bespreekbaar maken.
-
Bepaalde verdeling van personen uit coalitie en oppositie hoeft niet: alle fracties kunnen 1 persoon voordragen, als het er meer dan 5 of 6 zijn dan stemmen. Plaatsvervangende leden benoemen hoeft niet.
Andere adviezen - Duidelijker doel van De Ronde benadrukken in markering (informatie, voorbereiding besluit, peiling) -
Live -uitzenden van De Ronde zou ook al het debat in De Ronde kunnen stimuleren
-
Als wordt gekozen voor vaste voorzitters in De Ronde is het wel logisch om ze lid van het presidium te laten zijn
-
Misschien lastig om goede voorzitters te werven uit nieuwe raad: snel op schakelen, misschien tijdelijk voorzitters van buiten
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 8
BIJLAGE 3: VERSLAGLEGGING DE RONDE Aanleiding De camera’s in de raadzaal zijn aan vervanging toe, zij stammen uit 2005 en zijn aan het einde van de levensduur. De notulen van de Rondes gebeuren nu nog schriftelijk, behalve dat daar hoge kosten mee gemoeid zijn, is het niet van deze tijd. Beslispunten - Vervanging camera’s raadzaal - Papieren verslag, MKW, uitfaseren - Met ingang vanaf de nieuwe raadsperiode de ronde vanuit de raadzaal uitzenden - De Molendijkzaal gereed te maken voor video uitzenden Toelichting In de vergaderzalen van de raad zijn op verschillende fronten verbeteringen mogelijk. De griffie is momenteel in gesprek met een AV-leverancier over wat zij te bieden hebben in onze ruimtes. Zij presenteren uiterlijk 15 februari een overzicht van de mogelijkheden en wat dit zou gaan kosten. Voor de nieuwe raadsperiode is er budget voor vervanging van audiovisuele middelen. Er is dus geen extra budget nodig, boven op het vervangingsbudget. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende onderdelen waarop verbeteringen mogelijk zijn. Uitzendingen Momenteel wordt alleen de vergadering van Het Besluit live uitgezonden (232 kijkers gemiddeld in 2013, 151 in 2012). Het aantal kijkers neemt toe. Bij belangrijke vergaderingen is het aantal kijkers vele malen hoger (700 bij de laatste begrotingsbehandeling en 800 bij de installatie van het nieuwe college). Men zou er voor kunnen kiezen om voortaan (een gedeelte) van De Ronde vergaderingen ook live uit te zenden. Video-uitzending zou mogelijk zijn voor de Raadzaal en de Molendijkzaal (met de nodige technische aanpassingen). In de Vermeerzaal is dit lastiger, omdat het vanwege de kleine ruimte bijna onmogelijk is om daar een goede opname-installatie te realiseren. Het uitzenden van alleen live audio behoort hier waarschijnlijk wel tot de mogelijkheden. Een belangrijk argument om te kiezen voor het uitzenden van De Ronde, is dat hier vaak meer debat plaatsvindt dan tijdens de behandeling in Het Besluit. Tevens wordt het (op afstand) bijwonen van vergaderingen door inwoners laagdrempeliger. Verslaglegging Verslaglegging, naast de wettelijk verplichte besluitenlijsten, van Het Besluit en sommige Rondes wordt nu gerealiseerd door notulistenbureau MKW. Zij leveren voor Het Besluit een (bijna) woordelijk verslag en voor De Ronde een beknopt verslag. Voor Het Besluit kost dit €170,- per uur en voor De Ronde omdat dit beknopter is € 127,50.De kosten voor deze verslaglegging door MKW bedroegen in 2013 bijna €20.000. Naast deze kosten is er ook nog de bewerkingstijd (inhoudelijke check) door de griffie. Een alternatief is beschikbaar in de vorm van NotuScript. Dit is een dienst die NotuBiz aanbiedt voor het verwerken van de audio/videoverslagen in een woordelijk verslag. Afhankelijk van het kwaliteitsniveau kost dit €128, €153,50 of €204,75 per uur. Teksten worden vervolgens volledig geïntegreerd met de video/audioverslagen op de website. Vraag is in hoeverre deze manier van verslaglegging nog nodig is? Naast deze verslaglegging worden van alle Ronde-vergaderingen namelijk audio-opnames gemaakt en van Het Besluit natuurlijk een video-opname. Deze worden allemaal gepubliceerd op de website. Hierbij vindt ook een indexatie op spreker plaats. Bij een keuze voor video-tulen (notulen in de vorm van beeldmateriaal) kan in bijzondere gevallen altijd nog gekozen worden om een schriftelijk verslag te maken. Denk aan besloten vergaderingen, of vergaderingen met een bijzonder karakter. De audio verslaglegging is nu al standaard. Het past bij deze tijd om daar video aan toe te voegen. NotuBiz voegt hier standaard de sprekers aan toe, waardoor de doorzoekbaarheid van de vergadering toeneemt.
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 9
Stemsysteem Het elektronische stemsysteem is inmiddels goed ingeburgerd bij zowel raadsleden als de voorzitter. Bij de AV-leverancier is de vraag neergelegd of hier toch nog verbeteringen in mogelijk zijn? Camera’s Huidige SD-camera’s stammen uit 2005 en zijn aan vervanging toe. Zowel in de raadzaal als op internet is de beeldkwaliteit laag. Bovendien verkleuren alle kleuren bij de weergave. Laten vervangen voor HD-camera’s is een logische stap. Om ook op HD-kwaliteit op internet uit te kunnen zenden is er ook een nieuwe encoder nodig die dit signaal kan verwerken. (SD = Standard Definition; HD = High Definition) Camerabediening De bediening van de camera’s in de raadzaal is niet gebruiksvriendelijk. Griffiemedewerkers kennen het systeem redelijk, maar de inrichting van het systeem is zodanig dat het onontkoombaar is dat de cameravoering niet vlekkeloos is. Wat weer stress oplevert bij griffiemedewerkers. Enkele voorbeelden: - Individuele raadsleden kunnen alleen in beeld gebracht worden via het microfoonsysteem. Dit is vrij gevoelig, aangezien zij bij een enkele klik op hun microfoon al in beeld komen. Dit is niet te beïnvloeden door een griffiemedewerker. - Het huidige systeem geeft (te vaak) verkeerde, raar in- en uitgezoomde shots
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 10
BIJLAGE 4: TERUGBLIK RETRAITE PRESIDIUM 11 FEBRUARI Evaluatie presidium Over het algemeen is men tevreden over eigen functioneren. Aandachtspunten om mee te geven aan nieuw presidium: - positief dat voorzitter van de raad als adviseur bij presidium aanwezig is - vergadertijdstip en duur prettig: 1 uur voorafgaand aan De Raad op avond met Het Besluit - blijft college uitnodigingen voor afstemming (planning, kwaliteit bestuurlijke besluitvorming) - taakverdeling in portefeuilles (kwaliteit, agenda, werkgeversrol etc.) is plezierig - afhandeling van zaken via e-mail zaken werkt goed - zorg voor goede voorbespreking van het advies van het presidium aan de raad als het gaat om toelaten van moties en amendementen, koppel dat ook terug naar eigen en zo mogelijk ook de niet vertegenwoordigde fracties - zorg voor meer grip op termijnagenda en neem daar ook de tijd voor om dat te organiseren - wees bewust van het spanningsveld tussen politiek en functioneren van raad: heb aandacht om dat te bewaken - zorg voor professionalisering van presidium: zorgt voor draagvlak/gezag in de raad - laat griffie beoordelen of geheime stukken eventueel in De Ronde (besloten) besproken zouden moeten worden Samenstelling presidium Er is geen consensus over het verlagen van het aantal leden van het presidium. Overwegingen om mee te geven aan de raad: - Kies voor slagvaardig dagelijks bestuur. - Benoemd door de raad, dus wel afvaardiging uit de raad, maar geen vertegenwoordiging van de raad - Fractievoorzitters hoeven niet te worden uitgesloten, maar onderscheid tussen fractievoorzittersoverleg en presidium moet wel duidelijk zijn en presidium moet dat ook bespreekbaar maken. - Bepaalde verdeling van personen uit coalitie en oppositie kan, maar hoeft niet. - Presidium bekleedt werkgeversrol. Verslaglegging De Ronde Presidium wenst nader onderzoek naar terugvindbaarheid en doorzoekbaarheid van videotulen en inzicht in financiën en voorbeeldgemeenten. Dan peiling in De Ronde. Werkwijze raad/Reglement van orde Uitgangspunt om het stelsel te laten zoals het is en daarvoor verbetervoorstellen te doen wordt door presidium gedeeld. Het is aan de nieuwe raad om door te ontwikkelen. Akkoord met: - vervroeging van Het Besluit naar 20.30 uur om meer debat mogelijk te maken. - op de avond van Het Besluit maar 1 uur De Ronde. - op de andere dinsdagen ook mogelijk maken om onderwerpen als ‘voorbereiding besluit’ en ‘peiling’ te agenderen. Werkbezoeken blijven mogelijk, maar De Ronde gaat voor. - vaste poule van getrainde voorzitters, eventueel aan te vullen met oud-raadsleden Andere aandachtspunten: - komende jaren bespreken of vergaderen op de middag tot de mogelijkheden behoort; - raad minstens twee dagen per jaar gezamenlijk tijd besteden aan studie/verdieping; meer samendoen zorgt voor meer verbinding; - vragen raadsleden aan college in De Ronde afschaffen en ruimte in Het Besluit voor actualiteiten Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Gemeente Amersfoort Peiling 4701379 pagina 11
BIJLAGE 5: AANBEVELINGEN VOOR NIEUWE RAAD: FRACTIEVOORZITTERS 4 MAART Fractievoorzitters vinden dat de nieuwe raad besluiten moet nemen over wijzigingen in de werkwijze en het reglement van orde. Fractievoorzitters noemen een enkele punten die anders kunnen: - Geen powerpointpresentaties van ambtenaren meer. (Deze zijn alleen nuttig om publieke tribune te informeren over wat er in de stukken staat.) - Agendapunt op scherm projecteren om publiek te informeren over de inhoud van de vergadering. - Niet spreken over ’40ste raadzetel’, maar over ‘waarnemer’. - Raadsleden als voorzitters in De Ronde. Alleen externe voorzitters als het niet anders kan. - Werkbezoeken ook op dinsdagen blijven plannen. Dinsdag niet exclusief houden voor De Ronde, hoewel De Ronde soms wel voorrang zal krijgen. - Presidium behoudt rol bij toelating van onderwerpen tot De Ronde. Als presidium negatief adviseert kan toch geagendeerd worden als agendaverzoek door twee fracties wordt ondersteund.
Inlichtingen bij: M. Bongers, griffie
Overdrachtsdossier Het Nieuwe Samenwerken
Terugblik & Visie
Amersfoort, 7 maart 2014
Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
1
Burgerinitiatief H et N ieuwe S amenwerken
Terugblik en visie In 2012 is er een burgerinitiatief ontstaan met de naam ‘Het Nieuwe Samenwerken’. Vanaf het begin hebben de initiatiefnemers uitgesproken dat zij de relatie tussen het bestuur en de burgers van de stad willen verbeteren, zonder onderdeel te worden van bestaande structuren. Er was geen heldere stip aan de horizon, maar het was wel duidelijk dat de lokale verkiezing van maart 2014 een ijkpunt moest zijn. Het is nu zover en met dit document willen wij een overdracht bewerkstelligen van onze beweging aan de stad, en onze visie geven op het besturen en het wonen in Amersfoort. Aanleiding In 2011 stelden de leden van de SGLA vast dat er veel schortte aan een (h)echte vorm van samenwerking in Amersfoort, zoals trouwens in vele gemeenten in Nederland. Het lokale bestuur is moeilijk benaderbaar en acteert als een onbegrepen actor in de stad. De voorzitter kreeg de opdracht om na te denken over een betere vorm van samenwerking met de gemeente. Hij vroeg en kreeg medewerking van 4 mensen. Diverse brainstormsessies leidden tot een document. Vele gesprekken in netwerken van burgers en met gemeentelijke ambtenaren en bestuurders binnen en buiten de gemeenten volgden. Onderwerp van gesprek was steeds dat Nederland veranderd was, dat de inwoners aan het veranderen waren en dat de gemeente, om in contact te blijven, mee moest veranderen. Het Burgerinitiatief ‘Het Nieuwe Samenwerken’ was een feit. Rond die tijd verschenen ook de rapporten van de WRR: ‘vertrouwen in burgers’ en van de ROB ‘loslaten in vertrouwen’. Ook hieruit kwam het beeld dat de samenleving aan het veranderen is van een verticale structuur met heldere communicatie (zie linker plaatje) naar een netwerksamenleving (zie rechter plaatje). De (lokale) overheid past zich maar langzaam aan bij deze ontwikkelingen. De samenleving verandert en de diverse actoren in de stad zoeken elkaar steeds vaker op. Er ontstaan nieuwe vormen van netwerken, zowel digitaal als in levende lijve. Om hierbinnen te kunnen blijven functioneren moet ook het gemeentelijk bestuur een (pro)actieve rol vervullen. Door deel te nemen aan netwerken, nieuwe initiatieven, projecten en participatietrajecten, ervaren raadsleden en ambtenaren zelf hoe de vork aan de steel zit, waaraan een wijk behoefte heeft, wat voor het bedrijfsleven relevante zaken zijn, wat het culturele klimaat kan verbeteren enzovoorts. Bewoners, ondernemers, verenigingen, instellingen en belangenorganisaties hebben veel kennis van zaken en kennen de problemen. Door deze energie te gebruiken krijgt de stad prachtige ideeën die gedragen worden door de bevolking. Burgerparticipatie in optima forma. Conferentie en vervolg Genoeg aanleiding om een conferentie te organiseren op 14 september 2012. We werden blij verrast door het aantal deelnemers: 120. Met inleiders als Alex Brenninkmeijer (Nationale Ombudsman) en Annemarth Idenburg (projectleider WRR) was de inhoudelijke kant prima verzorgd. De overtuiging dat het anders en beter kon werd gedeeld door alle aanwezigen. Dank zij een twaalftal gespreksleiders kreeg iedere deelnemer de kans om aan te geven wat naar zijn/haar mening een bijdrage kon leveren aan het verbeteren van de communicatie tussen de gemeente en de stad. Aan het einde van de dag was er een lijst met actiepunten die samen met een verslag van de dag werd aangeboden aan de gemeentebestuur. Dit verslag was getiteld “Van De Hoed en de Rand” en werd goed ontvangen door het bestuur. Samen met het bestuur van de gemeente vormden de initiatiefnemers, ondertussen uitgebreid naar 7 personen, een stuurgroep voor het bewaken van de voortgang van de actiepunten. De initiatiefnemers noemden zich inmiddels ambassadeurs van Het Nieuwe Samenwerken, dat geen instituut moet zijn maar een proces in en van de stad. Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
2
De actiepunten werden belegd in een drietal werkgroepen, elk bestaand uit een aantal inwoners uit de stad, een aantal gemeenteraadsleden en een aantal ambtelijke professionals. Vanaf begin 2013 ging men gezamenlijk aan de slag met de onderwerpen werkwijze van de raad, hoe verbeteren we de participatieprocessen en hoe zorgen we dat initiatieven uit de stad ook tot resultaten kunnen komen. De opzet was om in zo kort mogelijke tijd een aantal zaken te evalueren met de betrokken mensen en te komen tot verbeterpunten. Hierbij vindt u het resultaat van ons burgerinitiatief. We hadden een punt op de horizon: goede communicatie tussen de gemeente en de stad. Al werkend is deze punt door vertaald in een aantal doelstellingen. Onderweg hebben we vele initiatieven zien ontstaan, de benaderbaarheid van veel bestuurders zien veranderen en de betrokkenheid van veel gemeenteraadsleden, helaas nog niet allemaal, zien verbeteren. Het is nu, maart 2014, tijd om de balans van de afgelopen periode op te maken en datgene wat we gezamenlijk met de drie geledingen hebben bereikt in kaart te brengen en de mensen te bedanken met wie we dit samen mochten doen. Daarnaast willen we de zittende gemeenteraad vragen om de, mede door hen, ontwikkelde zaken door te geven aan de nieuwe raad en hen te vragen om door te gaan op het ingeslagen pad. We bieden onze visie ook aan de formateur van het nieuwe college. Het is aan de politici om keuzes te maken, waarbij niemand zekerheid kan bieden wat de toekomst gaat brengen. Dat wisten wij ook niet toen we hier aan begonnen. We wisten wel dat het anders moest en we hadden het vertrouwen dat, zolang we maar met elkaar in gesprek bleven en fouten durfden te maken en daarvan bleven leren, we verder zouden komen met elkaar. En dat is gelukt. Wij weten zeker dat de positieve geest uit de fles is ontsnapt. Onze visie op lokaal bestuur en wonen in Amersfoort: De stad-‐ en de burgers van Amersfoort hebben behoefte aan ondersteuning en ingrepen op kleine schaal maar de oude – huidige – manier van werken functioneert hiervoor niet goed meer. Wat wil Het Nieuwe Samenwerken overdragen? Het gedachtegoed van het Nieuwe Samenwerken is dat: ! De gemeente de richting bepaalt voor Amersfoort, na uitgebreide dialoog met de burgers. De gemeente maakt de keuzes! ! De gemeente – in lijn met de gekozen richting – ruimte en vertrouwen geeft aan de ambtenaren (de professionals) om samen met de burgers de richting in te vullen. Zowel ambtenaren als raadsleden kunnen hierin een rol spelen als verbinder. De gemeente geeft hierbij de kaders aan; denk aan geld, veiligheid, milieu en gezondheid. ! De gemeente het zelfvertrouwen heeft om de professionals en de burgers daarna ‘los te laten’ en hen te ondersteunen en aan te moedigen in dit veranderproces. Dat vraagt veel van de zelfreflectie en de discipline van met name de Raadsleden. Zij zullen de moed moeten opbrengen om pilots te starten, die – zoals eigen aan pilots – geen garantie geven op succes! ! De burgers zich gaan gedragen als de eigenaars van de stad of buurt met de daarbij behorende initiatieven. ! De burgers zich actief gaan inzetten om samen met de gemeente verantwoordelijkheden op te pakken (co-‐ creatie). Deze visie van het Nieuwe samenwerken is ook terug te lezen in de adviesrapporten van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (ROB/WRR). Het rapport ‘Loslaten in vertrouwen’ verwoordt het zo: “Verwijten aan het adres van burgers dat zij zich niet betrokken voelen bij de publieke zaak of hun verantwoordelijkheid niet nemen, zijn misplaatst. De vitale samenleving, waarin mensen zich volop inzetten, bestaat al. Het is de overheid die moet veranderen.” Ook het WRR rapport ‘Vertrouwen in burgers” onderzoekt hoe de overheid burgers veel meer kan betrekken bij het actief vormgeven van de samenleving. Zij stellen dat actief betrokken burgers van groot belang zijn voor een levende democratie. Burgers houden volksvertegenwoordigers en overheidsinstanties bij de les, vernieuwen de samenleving met hun ideeën en initiatieven en geven het beleid draagvlak! Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
3
Amersfoort wordt vitaler omdat bewoners op tal van terreinen initiatief en verantwoordelijkheid nemen. Dat vraagt aansluiting met en samenwerking tussen de bewoners en de politici. Zowel met de bestuurders in het college als de leden van de raad. Een samenwerking waarbij een ieder de eigen rol en verantwoordelijkheid heeft, maar ook gemeenschappelijkheid en persoonlijk leiderschap om de participatieve democratie verder te laten groeien. Wij roepen de politici op in contact en in gesprek te blijven met de stad, actief te handelen in de transformatie van onze maatschappij, niet vanuit het huidige systeem van gekozen mandaten, maar in voortdurende dialoog met de burgers van de stad. Wij roepen bestuur en burgers op in contact te komen en blijven met de diversiteit van burgers uit de stad en gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor een stad waar het goed wonen, leven en werken is. Het Nieuwe Samenwerken roept de politici op om andere manieren van werken te onderzoeken en elke kans aan te grijpen om enerzijds in dialoog te gaan met de burgers en anderzijds zich te beperken tot keuzes op het gebied van de richting en de kaders van Amersfoort. De gemeente is er voor iedereen. Ook de mening van de zwijgende meerderheid zal actief opgehaald moeten worden. De gemeente moet zich laten inspireren door de 10% van burgers die voorop lopen en dezelfde gemeente moet goed zorgen voor de 10% van burgers die afhaken. Wij vragen de politiek keuzes te maken en richting te kiezen nadat in dialoog gesproken is met de burgers. Als aanjagers en wegbereiders in Amersfoort hebben wij, binnen een beweging die al langer gaande is binnen Nederland, ook Amersfoort op de kaart gezet. Gezien alle initiatieven in de stad en in het stadhuis hebben we het vertrouwen dat dit proces zich met eigen kracht verder doorzet. Amersfoort, maart 2014, De ambassadeurs Joost van Alkemade, Lia Bouma, Gerard Chel, Carla Hartog, Peter de Langen, Freek Liebrand, Theo Stubbé
De initiatiefnemers in 2012 voor het beeld De Stier van Thijs Trompert (Foto Math. Bazelmans)
Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
4
Een terugblik op de behaalde resultaten. Op 14 september 2012 hebben de initiatiefnemers van Het Nieuwe Samenwerk (HNS) een conferentie gehouden. Op 9 oktober 2012 hebben zij het verslag van de conferentie aangeboden aan Gemeenteraad en College. Dit verslag was getiteld Van De Hoed en de Rand. Het verslag bevatte één hoofdthema en vier sub thema’s, beeldend weergegeven in De Hoed:
Wat is er sinds 2012 gebeurd? Cultuuromslag De doelstelling van de conferentie was om het gesprek aan te gaan over de communicatie en de samenwerking tussen ‘de stad’ en ‘de gemeente’. De aanbevelingen die door de gezamenlijke deelnemers zijn gedaan, zijn door de ambassadeurs opgepakt als huiswerk. De opsomming is te vinden op: http://www.hetnieuwesamenwerken.net/?page_id=623 De hoed is de plaats waar de lijnen elkaar ontmoeten. Leden waren de burgemeester, 1 wethouders, 2 raadsleden, de griffier, de gemeentesecretaris, ambtelijke professionals en de ambassadeurs van Het Nieuwe Samenwerken. Vervolgens zijn er drie werkgroepen ingesteld op de onderdelen Werkwijze Raad, Participatie en Initiatieven uit de Stad. De bedoeling was om deze te bemensen met een gelijke vertegenwoordiging uit de Raad, de ambtelijke professionals en inwoners uit de stad. Dit is grotendeels gelukt. Op basis van de uitkomsten van de conferentie en bespreking in de hoed zijn de actiepunten vastgesteld voor de werkgroepen, de werkgroepen zijn aan de slag geweest. De Hoed vergaderde één keer per kwartaal. In december 2013 en januari 2014 is geëvalueerd en is gebrainstormd over nieuwe experimenten. In de werkgroepen is intensief samen gewerkt door inwoners, raadsleden en ambtenaren. Dit was een wezenlijke stap in de gewenste cultuuromslag. Wel constateren we dat de deelname van raadsleden aan de werkgroepen beperkt is geweest. De werkgroepen zullen de behaalde resultaten op 1 april aanbieden aan de nieuwe Raad. Door de gemeentesecretaris is een houtskoolschets gemaakt voor de nieuwe organisatie indeling. Ontschotting en oplossingsgericht werken zijn daarin kernwaarden. Er is een nieuw communicatiebeleid ingevoerd. Een pilot was de realisering van een inrichting-‐, en beheerplan rond de voormalige Elisabethlocatie. Gedurende 8 maanden is er vanuit de kernwaarden respect, vertrouwen, gelijkwaardigheid en persoonlijk contact en met veel Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
5
plezier samengewerkt door ambtenaren en inwoners. Het opgestelde plan is bijna unaniem door de Gemeenteraad aangenomen. Vanuit de evaluatie zijn nieuwe ideeën gekomen om in de volgende raadsperiode uit te werken. Burgerinitiatieven Burgerinitiatieven zijn zichtbaarder geworden. Denk daarbij aan voorbeelden als de Burgerborrel, Bewonersweb en Burgerbalie. Het lijkt zo te zijn dat dit soort initiatieven meer gemeengoed worden en beter hun weg weten te vinden. De Gemeenteraad heeft inmiddels diverse Rondetafelgesprekken gevoerd en zoekt naar een goede verhouding tussen faciliteren, accepteren en loslaten. Door de ambassadeurs van Het Nieuwe Samenwerken zijn workshops verzorgd voor ambtelijke professionals binnen en buiten de stad zoals deelnemers aan het landelijke LPB-‐congres met als doel het oppakken van gezamenlijke leertrajecten en het uitwisselen van inspiratie en kennis. Ook zijn inwoners en ondernemers vroeg betrokken bij het Nieuwe Perspectief (beleidsnota Gemeente) met o.a. een wereldcafé in de Observant. Er is meer overzicht in de wijkagenda’s waarbij zicht is op wijk gerelateerde onderwerpen. In begin 2014 was er een stadsexpeditie waarbij aankomende raadsleden één op één bij wijkbewoners langs zijn geweest op de verhalen ‘achter de voordeur’ te horen. Voor alle vrijwilligers in de stad is een algemene vrijwilligersverzekering afgesloten. Sinds januari 2014 zijn alle vrijwilligersorganisaties en alle vrijwilligers in Amersfoort automatisch verzekerd tegen risico’s van aansprakelijkheid en ongevallen. Registratie en aanmelding is niet meer nodig. •
•
Er moet nog gewerkt worden aan een het creëren van één centrale ideeëndeur waar inwoners en bedrijfsleven terecht kunnen met vragen over hun initiatief. Hierbij moeten dan ook heldere afspraken komen over procedures, termijn van reactie e.d. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een gemeenschappelijke website, c.q. digitaal platform, voor bewoners-‐ en burgerinitiatieven. Partners zijn de gemeente, diverse burgerorganisaties en HNS ambassadeurs. Het plan is om deze website op 1 april as. officieel te lanceren. De website biedt een overzicht van, en links naar, bewoners-‐ en burgerinitiatieven in de stad. Via de site kunnenbewoners elkaar tips geven, informatie uitwisselen en om advies en support vragen. De site krijgt diverse functionaliteiten waaronder en uitgebreide zoekfunctie waarbij je vanuit diverse invalshoeken burgerinitiatieven kunt vinden. Ook komt er een kalender waarin in één oogopslag is te zien welke publieke activiteiten er door burgerinitiatieven worden georganiseerd.
Participatie Er zijn een aantal afgeronde participatieprocessen geëvalueerd en ook de pilot rond de Elisabethlocatie is aan een analyse onderworpen. In het verslag van de werkgroep participatie zal op basis van de leerelementen een handreiking gedaan worden voor verbeteren van de participatie in Amersfoort. Vanuit het proces van het maken van een Inrichting en Beheerplan voor de Groene Elisabethlocatie zijn al conclusies te trekken: Een plan als ontstaat alleen op basis van gelijkwaardige samenwerking tussen Gemeente en Inwoners. Leermomenten van de Kerngroep van bewoners en ambtenaren zijn o.a. Duidelijke afspraken maken over besluitvorming in de Kerngroep en duidelijke afspraken maken over communicatie in en buiten de Kerngroep. Er is een enquête gehouden onder de werkgroepen en de ambtenaren die niet rechtstreeks betrokken waren. De totale evaluatie zal via het College aan de Gemeenteraad worden aangeboden. Belangrijk is dat ambtenaren die betrokken zijn in een dergelijk proces duidelijke bevoegdheden moeten hebben .De gebruikelijke hiërarchie volstaat niet meer. Het antwoord is een proces-‐gestuurde organisatie. •
•
Er moet nog gewerkt worden aan het samenstellen en publiceren van een altijd actuele participatie-‐ en inspraakkalender in de vorm van bijgehouden jaaroverzicht. Daarbij een centraal infoadres waar inwoners met vragen over de kalender terecht kunnen. Er moeten nog afspraken komen over het faciliteren van participanten voor scholing, inhuur van externe begeleiding en/of mogelijkheden voor een second opinion. Ook kan de inzet van burgers bij participatie niet onbeperkt onbetaald blijven.
Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
6
Inspraak/Werkwijze Raad Er is geëxperimenteerd met De Ronde. Er worden meer open tafelgesprekken gevoerd bijvoorbeeld over Communicatie, Het Nieuwe Samenwerken en Burgerinitiatieven. Hierbij wordt de aanwezige deskundigheid uit de stad steeds meer benut. De permanente dialoog tussen raadsleden en inwoners loopt. Voorbeeld is het stadscafé dat tot nu toe druk wordt bezocht. Er is steeds meer inbreng over noodzakelijke veranderingen, zoals bijvoorbeeld over mogelijkheden tot het instellen van een burgerpanel. Het bespreken van onderwerpen zonder dat er op voorhand politieke standpunten zijn ingenomen begint langzamerhand vorm te krijgen.. Op 11 maart staat het speed daten met lijsttrekkers op de agenda. Doel is daarbij dat lijsttrekkers vooral luisteren en aan de hand van de gesprekken met de inwoners zich durven te conformeren aan procesafspraken over participatie en samenwerken met de stad. • •
Er moet nog gewerkt worden aan een centrale kennisbank/markt voor kennisuitwisseling, een soort Wikistedia voor Amersfoort Een nog uit te werken kansrijk idee uit kennisuitwisseling met andere steden is het invoeren van een initiatievenmarkt.
Loslaten volgens Nelson Mandela: Loslaten in vertrouwen Loslaten is niet oordelen, maar de ander toe te staan mens te zijn. Loslaten is niet in het middelpunt staan en alles beheersen, Maar het anderen mogelijk maken hun eigen lot te bepalen. Loslaten is niet anderen tegen zichzelf beschermen, Het is de ander toestaan de werkelijkheid onder ogen te zien. Loslaten is niet ontkennen, maar accepteren. Loslaten is niet alles naar mijn hand zetten, maar elke dag nemen zoals die komt. En er mezelf gelukkig mee prijzen. Loslaten is niet anderen kritiseren of regulieren, Maar te worden wat ik droom te zijn. Loslaten is niet spijt hebben van het verleden, Maar groeien en leven voor de toekomst.
Loslaten is minder vrezen en meer beminnen.
Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
7
De toekomst (volgens de deelnemers van de Hoed) Na de conferentie van 2012 zijn de deelnemers van de HOED een vijftal keren bijeen geweest. Maar ook buiten die bijeenkomsten om wisten de deelnemers elkaar gemakkelijk en vaak te vinden en zijn vele initiatieven opgepakt en in vaak ‘korte klappen’ geregeld. Niet alleen zeggen dat het anders moet, maar het ook anders doen! In de twee laatste bijeenkomsten stond de behoefte centraal om de resultaten van het proces van het HNS zichtbaar te maken en te borgen in de woelige periode van de (aanloop tot de) verkiezingen en het formeren van een coalitie. De laatste bijeenkomst van 17 januari 2014 werd afgesloten met voorstellen voor toekomstige projecten en verbeterpunten. Er is in die bijeenkomst ook gesproken om dit overleg af te bouwen en daarmee ruimte te creëren voor Het Nieuwe Samenwerken als een normaal aspect van het besturen van de stad. De afronding is passend omdat er breed draagvlak is voor de manier van denken en er een duidelijke verbreding van dit burgerinitiatief gaande is. Tenslotte is er afgesproken om het overdrachtsdossier symbolisch te overhandigen aan de oude en de formateur van het nieuwe College . Op 1 april zullen de werkgroepen hun resultaten presenteren tijdens een feestelijke bijeenkomst. De Hoed zal nog eens per jaar bijeen komen om de voortgang te volgen.
Welke ideeën dragen we over aan de stad? 1) Stel bij de balie burgerzaken een vraag van de week. Zo heb je op een snelle manier een aselectieve mening van veel Amersfoorters. 2) Richt de werkwijze van de Raad na 19 maart anders in. e 3) Voer een 40 raadslid in. 4) Richt de Ronde anders in. 5) Organiseer een motiemarkt of initiatievenmarkt. 6) Vervang sturing op budget door sturing op zeggenschap / eigenaarschap in wijken en buurte. Een buurt kan bijvoorbeeld beslissen om een deel van hun wijk niet schoon te maken en de vrijkomende financiële middelen elders in de wijk in te zetten. 7) Doe een proef met een Schaduwraad, dan wel Burgerraad zoals die volgt uit de G1000; Er werden verschillende titels bedacht. Bedoeld wordt een aselecte groep burgers van Amersfoort die invloed krijgt op de agenda van de Raad en op het depolitiseren van de besluitvorming. Kenmerkend is de houding ‘permanent in gesprek met de burgers van Amersfoort’. 8) Het instellen van een Force Majeure team dat dagelijks scant welke vragen van inwoners onmiddellijk aangepakt dan wel opgelost kunnen/moeten worden. 9) Communiceer of een besluit genomen is op basis van de inhoud of vanwege politieke compromissen; 10) Een haalbaarheidstoets voor burgerinitiatieven zodat burgers direct een inschatting krijgen hoe hun idee de meeste kans van slagen heeft. 11) Laat de coalitie na 19 maart in het akkoord alleen afspraken maken over de punten die de komende vier jaar aangepakt moeten worden. Dus alleen procesafspraken maken.
Overdracht dossier Het Nieuwe Samenwerken
8
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 juli 2014
van
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
20.30 tot
aantal bezoekers:
22.00 uur 6
Reg.nr. 4725986 Werkwijze van De Raad Soort verslag Presidium Besluitenlijst Soort document Peiling Peiling Het presidium stelt voor om de werkwijze van de raad en mogelijke verbeterpunten te bespreken Portefeuillehouder Kennedy-Doornbos Opsteller Pen Bongers -
De la Combé (PvdA), Huijdts (D66), Kennedy- Portefeuillehouder Ambtenaren Doornbos (CU), Land (GL), Meijer (SP), Mulder (OPA), Paffen-Zeenni (CDA), Stoelinga (Amersfoort2014), Van Wijngaarden (VVD) De aanwezige fractieleiders hebben gereageerd op de peilpunten. De peilpunten 1 (aanvangstijd Het Besluit en benutting ‘tussenliggende’ dinsdag), 2 (meer debat en spreektijden in Het Besluit) en 4 (soorten bijeenkomsten in De Ronde) krijgen brede steun. Peilpunt 6 (adviesrecht presidium) en peilpunt 8 (meepraten van ‘de stad’ in De Ronde) krijgen ook brede steun, maar moeten nog verder uitgewerkt worden. De reacties op peilpunten 3 (vragenkwartier) en 7 (videobeelden De Ronde) lopen uiteen. Deze punten verdienen verdere uitwerking. Peilpunt 5 (drempel agendering De Ronde) krijgt nauwelijks steun. De griffie is gevraagd om een raadsvoorstel voor wijziging van het Reglement van orde van de raad uit te werken met in achtneming van de gevoerde discussie. Het presidium wordt gevraagd een bijeenkomst in De Ronde te plannen die gaat over de lessen van burgerinitiatieven als Het Nieuwe Samenwerken en de G1000. Advies aan presidium: Vervolgstap griffie: voorstel voor wijziging Reglement van orde voorbereiden
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Wethouder B. Houwing (bestuurlijke vernieuwing) en de heer P. de Langen (SGLA) hebben op verzoek van fractievoorzitters deelgenomen aan het gesprek.
#4725986 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 WERKWIJZE VAN DE RAAD
Besluitenlijst Werkwijze van De Raad
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 1 juli 2014 19:00
De Ronde Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord Voorbereiding besluit Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte Rondetafelgesprek
Besluitenlijst Werkwijze van De Raad
Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord Voorbereiding besluit Inhoud agendapunt Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Raadsvoorstel Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Notitie ’Rol van de raad in RO procedures’ 2010 (pdf) Bijlage - * Feitelijke vragen inclusief beantwoording GroenLinks (pdf) Bijlage - Tekst inspraak V. Slingerland - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Tekst inspraak R. Renkers - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Tekst inspraak M. Griebling - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Tekst inspraak P. de Bekker - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Tekst inspraak Vereniging Dorpsbelangen Hoogland - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Tekst inspraak J. van Dalen - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Bijlage - Tekst inspraak W. van Offeren, Bomenstichting - Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Besluitenlijst Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord (pdf) Audioverslag
Besluitenlijst Werkwijze van De Raad
Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte (pdf) Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit (28-1-2014) Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s (pdf) Bijlage - Stellingen rondetafelgesprek beleidsregels laadinfrastructuur (pdf) Besluitenlijst Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject Opm. presidium
Soort verslag Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Reg.nr. 4714831 Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord 1 juli 2014 Ambtelijk contact Presidium Juijn-Dorst (033-469 4492) Buijtelaar Op 18 april 2013 is een verzoek ingediend voor het realiseren van 8 vrijstaande woningen op het perceel Hamseweg 70. Dit betreft de voormalige locatie van het Wellantcollege in Hoogland. Sinds de school weg is, ligt het terrein braak. Gelijktijdig speelt op het naastgelegen perceel aan de Van Boetzelaerlaan 3 de wens om ruimere gebruiksmogelijkheden van het agrarische perceel. Het bebouwingsvlak van dit perceel wordt aangepast, in verband met de benodigde afstand (vanwege geuroverlast) tussen het agrarische bedrijf en de nieuwe woningen. Om deze ontwikkelingen planologisch-juridisch mogelijk te maken, wordt het bestemmingsplan “Groot Weede noord” opgesteld. Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat uit twee delen: het agrarische bedrijf aan de Van Boetzelaerlaan 3 en het perceel van het voormalige Wellantcollege, Hamseweg 70. Voorbereiding besluit Soort document Raadsvoorstel Op grond van de Notitie Rol van de raad in RO-procedures kan een raadslid verzoeken de startnotitie eerst in De Ronde te willen bespreken. D66 heeft dit verzoek gedaan. - Feitelijke vragen uiterlijk op 24 juni te stellen: deze worden dan volgens afspraak op 27 juni beantwoord. - Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel (en de startnotitie) en zich voor te bereiden op besluitvorming. Besluitvorming in Het Besluit Presidium was akkoord met model 2 en agendering van startnotitie rechtstreeks in Het Besluit. Op verzoek van D66 wordt dit onderwerp door presidium eerst in De Ronde geagendeerd voordat het onderwerp in Het Besluit wordt geagendeerd. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Besluitenlijst BIS Raadsstukken Raadsvoorstel BIS Raadsstukken Modelkeuzeformulier BIS Raadsstukken Startnotitie x BIS Raadsstukken Notitie Rol raad in RO-procedures
#4714831 v1 - AGENDAPUNT DR 1-7-2014 STARTNOTITIE EN MODELKEUZEFORMULIER BESTEMMINGSPLAN GROOT WEEDE NOORD
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 27-05-2014 : 01-07-2014 : 24-06-2014 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4692129 : 19 mei 2014 :
Van de agenda afgevoerd
TITEL Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord
BESLISPUNTEN 1. De startnotitie ‘bestemmingsplan Groot Weede noord’ vast te stellen; 2. de bestemmingsplanprocedure voor het bestemmingsplan ‘Groot Weede noord’ te starten, waarbij de procedure van model 2 wordt gevolgd.
AANLEIDING Op 18 april 2013 is een verzoek ingediend voor het realiseren van 8 vrijstaande woningen op het perceel Hamseweg 70. Dit betreft de voormalige locatie van het Wellantcollege in Hoogland. Sinds de school weg is, ligt het terrein braak. Gelijktijdig speelt op het naastgelegen perceel aan de Van Boetzelaerlaan 3 de wens om ruimere gebruiksmogelijkheden van het agrarische perceel. Het bebouwingsvlak van dit perceel wordt aangepast, in verband met de benodigde afstand (vanwege geuroverlast) tussen het agrarische bedrijf en de nieuwe woningen. Om deze ontwikkelingen planologisch-juridisch mogelijk te maken, wordt het bestemmingsplan “Groot Weede noord” opgesteld. Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat uit twee delen: het agrarische bedrijf aan de Van Boetzelaerlaan 3 en het perceel van het voormalige Wellantcollege, Hamseweg 70.
Ligging plangebied Inlichtingen bij:
W.L. Juijn-Dorst, SOB/RO, (033) 469 44 92
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4681567 pagina 2
BEOOGD EFFECT Door de startnotitie ‘bestemmingsplan Groot Weede noord’ vast te stellen en in te stemmen met de procedure behorende bij model 2, kan een nieuw bestemmingsplan voor de gewenste ontwikkelingen op de percelen Hamseweg 70 en Van Boetzelaerlaan 3 worden opgesteld en in procedure gebracht. Zodra het nieuwe bestemmingsplan de wettelijke procedure heeft doorlopen, beschikt de gemeente over een bestemmingsplan op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden afgegeven.
ARGUMENTEN 1.1 De startnotitie schetst de kaders voor het nieuwe bestemmingsplan ‘Groot Weede noord’ In de bijgevoegde startnotitie ‘bestemmingsplan Groot Weede noord’ worden de plannen voor beide percelen binnen het plangebied in het kort beschreven. Daarnaast worden de aandachtspunten voor het op te stellen bestemmingsplan benoemd.
2.1 Het bestemmingsplan voldoet aan de criteria voor toepassing van model 2 In de raadsvergadering van 10 februari 2009 is ingestemd met de notitie ‘Rol van de raad in ROprocedures’. Het bestemmingsplan Groot Weede noord kan op basis van deze notitie de procedure doorlopen van model 2. Model 2 wordt toegepast bij bestemmingsplannen voor grotere gebieden die geactualiseerd worden en/of urgente en belangrijke ontwikkelingen omvatten die niet passen binnen het geldende planologische regime. Voor deze gebieden is het gewenst dat de raad van te voren kaders vaststelt. Daarna kan het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Het plangebied voor het bestemmingsplan Groot Weede noord is qua oppervlakte misschien niet al te groot, maar ligt wel in een kwetsbaar gebied. Daarom wordt uw raad gevraagd om vooraf kaders vast te stellen.
2.2 De start van de bestemmingsplanprocedure leidt tot een bestemmingsplan dat voldoet aan de eisen uit de Wro Naast inhoudelijke eisen die voortkomen uit de Wro wordt het plan opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) en voldoet het aan alle eisen.
KANTTEKENING 1.1 Omwonenden maken zich zorgen over de ontwikkelingen aan de Hamseweg 70 Vanuit omwonenden zijn zorgen geuit over het verlies van het vrije uitzicht. Omwonenden gaan hierbij uit van de bestaande situatie, waarin het perceel onbebouwd is. In de planologisch-juridische situatie ligt er een groot bouwblok op het perceel, waarbinnen het mogelijk is om een school te bouwen van 1 bouwlaag met een kap. Daarnaast uiten omwonenden zorgen over de aanwezige bomen op het perceel. In het op te stellen bestemmingsplan zal hier aandacht aan worden besteed.
FINANCIËN De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht om een exploitatieplan vast te stellen voor ‘een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan’. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) kan worden gesteld dat in het voorliggende bestemmingsplan aangewezen bouwplannen mogelijk worden gemaakt. De gemeenteraad kan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen, als het verhaal van kosten anderszins verzekerd is. Met de initiatiefnemer voor het perceel Hamseweg 70 is een overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de vergoeding van de gemeentelijke kosten door de initiatiefnemer. Op het perceel Van Boetzelaerlaan 3 wordt geen aangewezen bouwplan mogelijk gemaakt. Er is met deze eigenaar een overeenkomst gesloten voor wat betreft de kosten van eventuele planschade. Het vaststellen van een exploitatieplan kan achterwege blijven.
COMMUNICATIE In het kader van het vooroverleg zal het concept ontwerpbestemmingsplan in ieder geval worden voorgelegd aan de Provincie Utrecht en het Waterschap Vallei en Veluwe. Daarnaast wordt aan de Vereniging Dorpsbelangen Hoogland gevraagd het concept plan te bekijken. De initiatiefnemer heeft het plan aan alle omwonenden toegelicht.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4681567 pagina 3
De formele bestemmingsplanprocedure start met de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. In deze periode kan iedereen een zienswijze kenbaar maken. Ingekomen zienswijzen worden door het college (samengevat) opgenomen en beoordeeld in een zienswijzennota. Deze nota wordt, samen met het bestemmingsplan, ter (gewijzigde) vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd in Het Besluit (zonder debat). Omwonden worden via een brief op de hoogte gebracht van de start van de formele bestemmingsplanprocedure.
VERVOLG Volgens model 2 ziet de procedure (na vaststelling van de startnotitie) voor het bestemmingsplan er kort samengevat als volgt uit: opstellen concept ontwerpbestemmingsplan op basis waarvan het vooroverleg wordt gestart; reacties verwerken in het ontwerpbestemmingsplan; de raad informeren met een raadsinformatiebrief over de start van de ter inzage legging. Raadsleden krijgen 2 weken de tijd om het plan te bekijken en indien gewenst te agenderen. Gebeurt dit niet, dan leggen wij het ontwerpbestemmingsplan ter inzage; het ontwerpbestemmingsplan ligt gedurende zes weken ter inzage met daarbij de mogelijkheid voor iedereen om een zienswijze in te dienen. (eventuele) zienswijzennota opstellen; besluitvorming door uw raad over de zienswijzennota en het vaststellen van het bestemmingsplan.
BETROKKEN PARTIJEN Intern zijn de verschillende vakdisciplines betrokken. Omwonden worden na het vaststellen van de startnotitie betrokken, maar zijn door de initiatiefnemer al eerder geïnformeerd. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.4681567
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 mei 2014, sector SOB/RO (nr.4681567); b e s l u i t: 1. de startnotitie ‘bestemmingsplan Groot Weede noord’ vast te stellen; 2. de bestemmingsplanprocedure voor het bestemmingsplan ‘Groot Weede noord’ te starten, waarbij de procedure van model 2 wordt gevolgd. Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Modelkeuze RO-procedure (behorend bij raadsbesluit d.d. 26 januari 2010) Aan: Van: Onderwerp: Datum
Gemeenteraad College bestemmingsplan Groot Weede noord
Korte omschrijving aanvraag wijziging bestemmingsplan Het plangebied voor het op te stellen bestemmingsplan ‘Groot Weede noord’ bestaat uit twee delen: het agrarische bedrijf aan de Van Boetzelaerlaan 3 en het perceel van het voormalige Wellantcollege, Hamseweg 70. Het plangebied ligt aan de noordzijde van het gebied ‘Groot Weede’ en grenst aan de bebouwing van Hoogland. Het agrarisch gebied in Groot Weede is ruim 18 hectare groot. Met het oog op het handhaven van de ecologische verbinding tussen het Stadspark Schothorst en het buitengebied is Groot Weede steeds gevrijwaard gebleven van stedelijke bebouwing.
Ligging plangebied
Concept verkaveling Hamseweg 70
Op 18 april 2013 is een verzoek ingediend voor het realiseren van 8 vrijstaande woningen op het perceel Hamseweg 70. Dit betreft de voormalige locatie van het Wellantcollege in Hoogland. Sinds de school weg is, ligt het terrein braak. In het geldende bestemmingsplan heeft dit perceel een maatschappelijke bestemming, met een groot bouwvlak. Hierbinnen is het niet toegestaan om woningen te bouwen. Het op te stellen bestemmingsplan ‘Groot Weede noord’ moet dit mogelijk maken. Gelijktijdig speelt op het naastgelegen perceel aan de Van Boetzelaerlaan 3 de wens om ruimere gebruiksmogelijkheden van het agrarische perceel. Het gaat hier om bijvoorbeeld een ‘bed and breakfast’ en een zorgboerderij. Het bouwvlak van dit perceel wordt aangepast, in verband met de benodigde afstand (vanwege geuroverlast) tussen het agrarische bedrijf en de nieuwe woningen op de Hamseweg 70. De oppervlakte van het bouwvlak blijft nagenoeg gelijk. In het zuidoosten wordt ongeveer 490 m² van het bouwvlak afgehaald, in het noordwesten komt er ongeveer 460 m² bij. Daarnaast wordt het noordwestelijke deel van het bouwvlak met 1 meter opgeschoven.
Advies modelkeuze: model 1,2 of 3 en motivering Advies: Model 2. Voor bestemmingsplan Groot Weede noord wordt de procedure behorende bij model 2 voorgesteld. Model 2 wordt toegepast bij bestemmingsplannen voor grotere gebieden die geactualiseerd worden
#4695212 Modelkeuzeformulier bestemmingsplan Groot Weede noord
en/of urgente en belangrijke ontwikkelingen omvatten die niet passen binnen het geldende planologische regime. Voor deze gebieden is het gewenst dat de raad van te voren instemt met de voorgestelde ontwikkelingen. Daarna kan het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Het plangebied voor het bestemmingsplan Groot Weede noord is qua oppervlakte misschien niet al te groot, maar ligt wel in een kwetsbaar gebied. Het ligt namelijk in het open gebied Groot Weede, dat de ‘doorgang’ vormt tussen park Schothorst en het agrarisch gebied Hoogland West. Voor het agrarisch bedrijf aan de Van Boetzelaerlaan 3 is dit bestemmingsplan urgent, omdat hij hiermee een verruiming van de gebruiksmogelijkheden krijgt. Daardoor is het bedrijf weer toekomstbestendig. Voor de initiatiefnemer van de Hamseweg 70 is dit bestemmingsplan urgent, omdat hij niet eerder kan beginnen met de ontwikkeling van dit braakliggende perceel, dan dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Advies omtrent agendering startdocument, inclusief motivering : -bij model 2: rechtstreeks naar Het Besluit, tenzij……..; -bij model 3 : eerst naar De Ronde of rechtstreeks naar Het Besluit
De startnotitie voor het bestemmingsplan Groot Weede noord kan rechtstreeks geagendeerd worden voor Het Besluit, omdat het bestemmingsplan een wat kleiner plangebied betreft. De 8 nieuw te bouwen woningen op het perceel Hamseweg 70 worden gebouwd binnen het huidige bouwvlak van de voormalige school. Op het perceel Van Boetzelaerlaan 3 wordt niet gebouwd. Planning procedure kaderstelling (indien van toepassing)
n.v.t. Advies Presidium (in te vullen door griffie): Modelkeuze behandelschema RO procedure: Presidium 10 juni 2014: akkoord met keuze voor model 2 Op verzoek presidium is het modelkeuzeformulier aangepast met de volgende punten: - ligging plangebied is erg grof; kaartje van huidige situatie en nieuwe situatie zou verhelderend zijn; - de motivatie waarom het een urgente en/of belangrijke ontwikkeling is, is beperkt tot: het is een kwetsbaar gebied, maar dat wordt niet gemotiveerd; - er wordt niet voldoende toegelicht wat er precies gaat veranderen in bestemmingen/functies en/of bouwblokken; - de motivatie van agendering van de startnotitie rechtstreeks in Het Besluit is ook wat vaag: wat zijn de ontwikkelingen die blijven binnen het bestaande bouwblok? Agendering startdocument: Presidium 10 juni 2014: akkoord met agendering startnotitie rechtstreeks in Het Besluit
#4695212 Modelkeuzeformulier bestemmingsplan Groot Weede noord
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord Van Boetzelaerstraat 3 en Hamseweg 70
-1-
Inhoud
Inleiding ............................................................................................................................ 2 Projectbeschrijving ............................................................................................................ 3 Aandachtspunten voor het bestemmingsplan ..................................................................... 5 Economische uitvoerbaarheid ............................................................................................ 6 Modelkeuze ...................................................................................................................... 6 Vervolg proces/Communicatie ........................................................................................... 6 Planning ........................................................................................................................... 8
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-2-
Inleiding Aanleiding Op 18 april 2013 is een verzoek ingediend voor het realiseren van 8 vrijstaande woningen op het perceel Hamseweg 70. Dit betreft de voormalige locatie van het Wellantcollege in Hoogland. Sinds de school weg is, ligt het terrein braak. Gelijktijdig speelt op het naastgelegen perceel aan de Van Boetzelaerlaan 3 de wens om ruimere gebruiksmogelijkheden van het agrarische perceel. Het bebouwingsvlak van dit perceel wordt aangepast, in verband met de benodigde afstand (vanwege geuroverlast) tussen het agrarische bedrijf en de nieuwe woningen. Plangebied Het plangebied ligt aan de noordzijde van het gebied ‘Groot Weede’ en grenst aan de bebouwing van Hoogland. Het agrarisch gebied in Groot Weede is ruim 18 hectare groot. Met het oog op het handhaven van de ecologische verbinding tussen het Stadspark Schothorst en het buitengebied is Groot Weede steeds gevrijwaard gebleven van stedelijke bebouwing.
Ligging plangebied Het plangebied bestaat uit twee delen: het agrarische bedrijf aan de Van Boetzelaerlaan 3 en het perceel van het voormalige Wellantcollege, Hamseweg 70. Doelstelling Dit bestemmingsplan maakt het planologisch-juridisch mogelijk om het nu braakliggende terrein van het voormalige Wellantcollege een nieuwe functie te geven. Het bestemmingsplan biedt ruimte voor de bouw van 8 vrijstaande woningen. Daarnaast biedt dit bestemmingsplan het agrarische bedrijf dat is gevestigd op het perceel Van Boetzelaerlaan 3 meer gebruiksmogelijkheden. Dit omdat de agrarische activiteiten minder worden en het bedrijf steeds meer (deels aan de agrarische functie gelieerde) nevenfuncties wil ontplooien.
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-3-
Projectbeschrijving
Luchtfoto bestaande situatie
Van Boetzelaerlaan 3 Bestaande situatie Tussen de Hamseweg en Maatweg bevindt zich de "Biologisch-dynamische boerderij Heerlijkheid Groot Weede". Hier worden 35 melkkoeien, 2 stieren, jongvee en kalfjes gehouden. In totaal zijn er 70 dieren te vinden op de boerderij. De boerderij is naast melkveehouderij ook een zorgboerderij, waar mensen met een verstandelijke beperking werken. De zorg is kleinschalig opgezet, er wordt niet ingewoond. Verder is op de boerderij een winkel te vinden, waar biologische producten worden verkocht. De boerderij heeft in het geldende bestemmingsplan een agrarische bestemming. Ten zuiden van het bouwvlak ligt de belangrijkste verbindingszone tussen stadspark Schothorst en het Maatweggebied. Nieuwe situatie Het bestemmingsplan wijzigt voor dit perceel op twee punten: 1. Het bouwblok verschuift Bij de vaststelling van het thans geldende bestemmingsplan ‘Park Schothorst e.o.’ is het bouwblok op verzoek van de eigenaar van het perceel aangepast ten opzichte van het daarvoor geldende bestemmingsplan. Dit in verband met een kippenschuur, die wel vergund is, maar buiten het bouwblok lag. Het bouwblok is om die reden in zijn geheel verschoven naar het oosten, richting het perceel Hamseweg 70. De afstand tussen het nieuwe bouwblok en het bouwblok op de Hamseweg 70 is daardoor echter minder dan 100 meter geworden. Dit is de minimale afstand die nodig is tussen het agrarische bedrijf en (nieuwe) geurgevoelige bestemmingen, zoals woningen. Woningbouw op de Hamseweg Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-4-
70 werd daardoor (deels) onmogelijk. Omgekeerd zouden de agrarische bedrijfsmogelijkheden binnen het bouwblok worden beperkt, als de woningbouw gerealiseerd zou worden zonder aanpassing van het agrarische bouwblok. Om de gewenste woningbouw te kunnen realiseren en de gebruiksmogelijkheden van het agrarische bedrijf niet te beperken, wordt het bouwblok weer aangepast. De vergunde kippenschuur blijft wel binnen het bouwblok. 2. De gebruiksmogelijkheden van het perceel worden vergroot. Het geldende bestemmingsplan kent een regeling voor het uitoefenen van nevenfuncties bij het agrarische bedrijf. Gezien de steeds verder oprukkende verstedelijking, worden de agrarische mogelijkheden van het bedrijf steeds verder beperkt. Daarom vraagt de eigenaar, om de regeling voor nevenfuncties te verruimen. In het nieuwe bestemmingsplan wordt om die reden de toelaatbare oppervlakte voor nevenfuncties verruimd (waarbij de bestaande bebouwing het uitgangspunt is) en worden er ook meer nevenfuncties toegestaan. Voorwaarde voor verruiming is in ieder geval dat het parkeren op eigen terrein opgelost moet worden. Hamseweg 70 Bestaande situatie Langs de Hamseweg was het Wellantcollege gevestigd, een agrarisch opleidingcentrum (AOC). Nadat het gebouw jaren leeg heeft gestaan, is het eind 2012 gesloopt. In de bestaande feitelijke situatie is er sprake van een braakliggend terrein. In de planologische situatie, ligt er een groot bouwblok met de bestemming ‘Maatschappelijk’ op het terrein. Dit bouwvlak mag voor 75% worden bebouwd, met een gebouw van 1 bouwlaag met een kap.
Uitsnede verbeelding bestemmingsplan ‘Park Schothorst e.o.’ Op de westelijke begrenzing van het perceel bevindt zich een oude houtwal met een aantal monumentale bomen. Deze houtwal is een belangrijk landschappelijk element en blijft in de nieuwe situatie gehandhaafd. Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-5 Nieuwe situatie Het thans braakliggende terrein wordt gevuld met 8 vrijstaande woningen. De initiatiefnemer is voornemens om op het perceel middels particulier opdrachtgeverschap een achttal luxe villa’s op ruime kavels te ontwikkelen.
Concept verkaveling nieuwe situatie
Aandachtspunten voor het bestemmingsplan Het project is besproken in de projectgroep haalbaarheidstoets. In deze projectgroep zijn de volgende aandachtspunten en randvoorwaarden meegegeven voor deze ontwikkeling. 100 meter geurafstand Woningen zijn een geurgevoelige bestemming. Daarom moet een afstand van minimaal 100 meter worden aangehouden tussen (nieuwe) woningen en het geur emissiepunt van het agrarische bedrijf aan de Van Boetzelaerlaan 3. Aanwezigheid houtwal Zoals eerder aangegeven is op de westelijke erfgrens van het perceel Hamseweg 70 een houtwal aanwezig. In het op te stellen bestemmingsplan wordt deze houtwal opgenomen als te handhaven en te versterken. Binnen de houtwal is het straks niet toegestaan om te bouwen. Ontsluiting Hamseweg De ontsluiting van de nieuwe woningen op de Hamseweg wordt zorgvuldig vormgegeven. Er wordt in principe gebruik gemaakt van de bestaande ontsluiting van het perceel. Maar om de verkeersveiligheid te optimaliseren, wordt voorgesteld om het fietspad te verleggen en 1 boom te kappen. Hierdoor verbetert het zicht voor de autoverkeer, waardoor de kruising van het fietspad veiliger is.
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-6-
Economische uitvoerbaarheid De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht de gemeenteraad om een exploitatieplan vast te stellen voor ‘een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan’. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) kan worden gesteld dat in het voorliggende bestemmingsplan aangewezen bouwplannen mogelijk worden gemaakt. De gemeenteraad kan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen, als het verhaal van kosten anderszins verzekerd is. Met de initiatiefnemer voor het perceel Hamseweg 70 is een overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de vergoeding van de gemeentelijke kosten door de initiatiefnemer. Op het perceel Van Boetzelaerlaan 3 wordt geen aangewezen bouwplan mogelijk gemaakt. Er is met deze eigenaar een overeenkomst gesloten voor wat betreft de kosten van eventuele planschade. Het vaststellen van een exploitatieplan kan achterwege blijven.
Modelkeuze In de gemeente Amersfoort is de procedure voor bestemmingsplannen vastgelegd in de notitie “Rol van de Raad in RO-procedures” (vastgesteld op 26 januari 2010). In deze notitie wordt een driedeling gemaakt in soorten bestemmingsplannen: model 1, 2 en 3 plannen. Model 1 volgt in feite de wettelijk voorgeschreven behandeling met een zo kort mogelijke procedure, model 2 voegt hieraan een extra moment van kaderstelling door de raad toe en model 3 voorziet in de meest uitgebreide behandeling. Voor bestemmingsplan Groot Weede noord wordt de procedure behorende bij model 2 voorgesteld. Model 2 wordt toegepast bij bestemmingsplannen voor grotere gebieden die geactualiseerd worden en/of urgente en belangrijke ontwikkelingen omvatten die niet passen binnen het geldende planologische regime. Voor deze gebieden is het gewenst dat de raad van te voren kaders vaststelt. Daarna kan het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Het plangebied voor het bestemmingsplan Groot Weede noord is qua oppervlakte misschien niet al te groot, maar ligt wel in een kwetsbaar gebied. Daarom wordt voorgesteld om de raad vooraf kaders vast te laten stellen.
Vervolg proces/Communicatie De procedure van model 2 houdt in dat direct een ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro, artikel 3.1.1.) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het kader van het vooroverleg zal het concept ontwerpbestemmingsplan in ieder geval worden voorgelegd aan de Provincie Utrecht, het Rijk, het Waterschap Vallei en Veluwe en de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort.
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-7-
Een gemeentelijke inloopavond of inspraakronde kan achterwege blijven, omdat omwonenden door de initiatiefnemer worden geïnformeerd. De formele bestemmingsplanprocedure start met de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Dit wordt volgens de wettelijke eisen gepubliceerd in de stadsberichten in Amersfoort Nu, de digitale Staatscourant en de gemeentelijke website. Het bestemmingsplan wordt niet alleen in papieren vorm gepubliceerd en ter inzage gelegd, maar ook digitaal via de gemeentelijke website www.amersfoort.nl/bestemmingsplannen en de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. In de periode dat het ontwerp bestemmingsplan ter inzage ligt, kan iedereen een zienswijze kenbaar maken. Eventuele zienswijzen worden door het college samengevat en beoordeeld in een zienswijzennota. De zienswijzennota wordt – samen met het bestemmingsplan – ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd, direct in Het Besluit (zonder debat).
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
-8-
Planning Stap Wat 1. Besluitvorming over startdocument en modelkeuze College: Het Besluit: 2. voorbereiding concept ontwerp bestemmingsplan 3. Vooroverleg 4. Besluitvorming over ontwerp bestemmingsplan College: RIB: (voordat de formele bestemmingsplanprocedure start, informeert het college de raad met een raadsinformatiebrief. Hierbij kan de raad binnen 2 weken aangeven het ontwerpbestemmingsplan te willen bespreken. Als er geen reactie komt leggen wij het ontwerpbestemmingsplan ter inzage.) 5. Ontwerp bestemmingsplan ter inzage (mogelijkheid voor een ieder tot het indienen van zienswijzen) 6. Besluitvorming over vaststelling en eventuele zienswijzen: College: Het Besluit: (uiterlijk 12 weken na einde ontwerp ter inzage) 7. Publicatie vastgesteld plan (als het plan gewijzigd is vastgesteld, dan mag de publicatie pas zes weken na het vaststellingsbesluit plaatsvinden) 8. Ter inzage voor eventueel beroep 9. Geen beroep >> plan onherroepelijk
Wanneer 27 mei 10 juni t/m juni juni/juli juli juli/augustus
augustus/september
november november december
december/januari ‘15 januari ‘15
Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord #4640931, mei 2014
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
Gemeente Amersfoort Notitie “Rol van de raad in RO procedures”
Amersfoort januari 2010 Docs.nr. 3306960
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
1
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2. Rol van de raad en rol van het college 3. Uitgangspunten 4. Structuurvisie 5. Behandelschema’s bestemmingsplanprocedures Model 1 Model 2 Model 3 6. Afspraken met betrekking tot overige instrumenten - Voorbereidingsbesluiten - Projectbesluiten - Coördinatieregeling - Beheersverordeningen - Exploitatieplannen - Uitwerkingsplannen Bijlage - Samenvatting behandelschema’s inclusief tijdsindicatie - Formulier modellenkeuze
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
2
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
3
1. Inleiding Nieuwe wetgeving maakt het noodzakelijk om de procedures voor bestemmingsplannen te herzien. De notitie “Rol van de raad in RO-procedures” beschrijft de rol van de gemeenteraad van Amersfoort bij de totstandkoming van bestemmingsplannen, projectbesluiten, beheersverordeningen en exploitatieplannen. Deze notitie vervangt de gelijknamige, in 2003 door de raad vastgestelde notitie, die de afgelopen jaren de uitgangspunten gaf voor het behandelen van met name de bestemmingsplannen en de wijzigingen daarop. Wet ruimtelijke ordening Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De nieuwe Wro beoogt de volgende doelen te bereiken: - Het eenvoudiger toepassen van ro-instrumenten en daarmee verband houdende bevoegdheden - Het centraal stellen van het bestemmingsplaninstrument - Kortere ro-procedures - Verduidelijken van bevoegdheden van Rijk, provincie en gemeente - Verbeteren van samenhang tussen ruimtelijke ordening en ontwikkelingsbeleid - Verbeteren van gemeentelijk kostenverhaalsinstrumentarium bij particuliere grondexploitatie - Het verbeteren van gemeentelijke regiefunctie met betrekking tot inhoudelijke locatie-eisen die gesteld worden aan particuliere exploitanten. Belangrijke wijziging in de Wet ruimtelijke ordening: omslag in denken Een belangrijke wijziging is dat de vrijstellingsprocedure van artikel 19 Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) is vervallen. De Wro kent geen instrumenten meer die vergelijkbaar zijn met de vrijstellingsprocedures van artikel 19 lid 1 en lid 2 WRO. In plaats daarvan moet een bestemmingsplan worden gemaakt. Dit vergt een omslag in denken. Het bestemmingsplan staat centraal en vormt het instrument waarmee ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Uiteindelijk leidt deze omslag in denken tot bestemmingsplannen die - vaker dan tot nu toe - de gewenste ontwikkelingen op een wat langere termijn (5-10 jaar) weergeven en actueler zijn. Hierdoor neemt op den duur het aantal bestemmingplanprocedures af. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening dwingt ons meer vooruit te denken en minder ad hoc ruimtelijke ordening te bedrijven. Uitgangspunt is dat de nieuwe bestemmingsplannen zo globaal en flexibel mogelijk zijn. Uiteraard met respect voor de bestaande kwaliteiten (stedenbouwkundig, landschappelijk etc.) en met oog voor de rechtszekerheid. De mate van globaliteit en flexibiliteit is afhankelijk van de aard van het plangebied. Globaal waar het globaal kan zijn en gedetailleerd waar het gedetailleerd moet zijn. In elk bestemmingsplan wordt de keuze voor de plansystematiek beargumenteerd. In samenhang met het bovenstaande wordt bezien het vaker afwijzen van verzoeken tot wijzigen van een bestemmingsplan met als motivatie dat een bestemmingsplan recent geactualiseerd is of binnenkort geactualiseerd wordt. Instrumenten Het ro-instrumentarium kan als volgt onderscheiden worden: - Beleid: Structuurvisie = ruimtelijke beleidsnota - Normstelling Bestemmingsplan, projectbesluit, beheersverordening, voorbereidingsbesluit - Uitvoering o.a. exploitatieplan Ook het toezichtsintrumentarium is aanzienlijk gewijzigd. De goedkeuring van het bestemmingsplan door de provincie is vervallen. Dit heeft tot gevolg dat er na vaststelling van het bestemmingsplan direct beroep mogelijk is op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Met betrekking tot de rol van de provincie zijn als instrumenten aanwezig: provinciale verordening, proactieve aanwijzing, reactieve aanwijzing en inpassingsplan (en de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen). #3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
4
Informatie raad De raad is in februari en april 2008 geïnformeerd over de consequenties van de nieuwe wetgeving. In de periode mei-juli 2008 is een eerste notitie met modellen geschreven en besproken met het presidium. In januari 2009 is de notitie “Rol van de raad in RO-procedures” vastgesteld na gesprekken met het presidium en discussie in De Ronde. Eind 2009 heeft evaluatie plaatsgevonden van de werkwijze sinds de vaststelling van de notitie. De resultaten van deze evaluatie zijn verwerkt in de notitie die in januari 2010 is vastgesteld.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
5
2. Rol van de Raad en rol van het College 2.1.Gemeenteraad De raad is de volksvertegenwoordiging. De raad benoemt het college en geeft het college kaders mee. De volksvertegenwoordiging heeft als taak - het stellen van regels (wetgeving) - controleren. Kaderstelling regelt de verhouding tussen raad en college. De raad benoemt het college en geeft het kaders/opdrachten mee voor zijn werk. De definitie uit de handreiking kaderstelling vernieuwingsimpuls sluit hier op aan: Kaderstelling is het normeren van het inhoudelijk, financieel en procedureel speelveld waarop het college zijn bestuursbevoegdheid uitoefent. Kaderstelling staat daarmee gelijk aan opdrachtformulering. De kaders die de raad stelt zijn op te vatten als opdrachten en randvoorwaarden waarbinnen het college een bepaald onderwerp uitwerkt en ter hand neemt. Controleren betekent het vergelijken van de uitvoering van het beleid door het college met de gestelde kaders. De kaders vormen de norm. 2.2.College van B&W Het college bereidt raadsbesluiten voor en voert ze uit en heeft bij wet een groot aantal eigen, meer uitvoerende en autonome bevoegdheden. Het college heeft ook een belangrijke rol bij het voorbereiden van de kaderstelling door de raad. 2.3. Rol van raad RO-procedures In de Wro zijn de volgende bevoegdheden bij de gemeenteraad neergelegd: - het vaststellen van een structuurvisie - het vaststellen van een bestemmingsplan - het nemen van een eventueel voorbereidingsbesluit - het beslissen over ingediende zienswijzen - het nemen van een eventueel projectbesluit - het toepassen van een coördinatieregeling - het vaststellen van een exploitatieplan - het jaarlijks achteraf controleren van het door Burgemeester en Wethouders uitgevoerde ruimtelijke beleid. Bovengenoemde punten komen in deze notitie verder aan de orde. Met betrekking tot het laatste punt merken wij op dat deze controlerende taak is ingebed in de reguliere planning & controlcyclus (kadernota, begroting, tussentijdse rapportages en jaarrekening).
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
6
3. Uitgangspunten Bij het inrichten van de RO procedures zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. 1. De betrokkenheid van de raad bij RO procedures blijft passen binnen het huidige vergadermodel. 2. Het bestemmingsplan moet niet meer zijn dan een juridische vertaling van het eerder vastgestelde beleid (structuurvisie, stedenbouwkundig plan etc.) Dat heeft de volgende consequenties: a. Bestemmingsplanprocedures kunnen korter, de procedure voor het vaststellen van beleidsmatige kaders moet het accent krijgen. b. Bij een beleidsrijke structuurvisie (start in 2010) zal deze structuurvisie regelmatig aangepast moeten worden. 3. Dubbele procedures in agendering van stukken in De Ronde wordt zoveel mogelijk voorkomen.
In de behandelschema’s (hoofdstuk 5) is opgenomen dat voorontwerpbestemmingsplannen (bij model 3) niet zonder meer voor bespreking in De Ronde geagendeerd worden, maar digitaal voor de fracties beschikbaar gesteld en in de raadskast ter inzage gelegd. Een fractie kan voorstellen dit onderwerp in De Ronde te agenderen.
In de behandelschema’s (hoofdstuk 5) is bij model 3 (zie paragraaf 5) opgenomen dat indien op ontwerpbestemmingsplannen die ter visie hebben gelegen geen zienswijze is binnengekomen een kortere behandeling kan volstaan. Een voorstel wordt in De Ronde korter geagendeerd of kan rechtstreeks naar Het Besluit. Tussen voorontwerp en ontwerp zit geen /weinig verschil en er zijn geen zienswijzen van particulieren of vooroverleginstanties (ministerie VROM, waterschap etc.) ingediend.
4. De inspraakmomenten zijn opnieuw gedefinieerd. Bij de meest uitgebreide behandeling (model 3) bestaan 4 momenten van inspraak/zienswijzen (inclusief spreekrecht): 1e : Inspraak bij beleidsmatige kaders 2e : Inspraak bij voorontwerpbestemmingsplan 3e: Zienswijze bij ontwerpbestemmingsplan 4e: Inspreken in De Ronde vóór dat de reactienota van het college op de zienswijze wordt opgesteld. Bij de voorbereiding van de besluitvorming over de reactienota toetst de raad of voldaan is aan eerdere afspraken. Bij bovenstaande inspraakmomenten zijn de volgende zaken relevant: a. Inspraak bij beleidsmatige kaders (stap 1) en het indienen van zienswijzen (stap 3, wettelijk vastgelegd) dient altijd plaats te vinden. b. Inspraak bij voorontwerp (stap 2) kan geschrapt worden in het geval de beleidsmatige kaders (stap 1) al voldoende uitgewerkt zijn (startnotitie model 3). c. Inspreken in De Ronde (stap 4) bij vaststelling reactienota is niet meer mogelijk om de volgende redenen: - de wetgever vindt het niet meer nodig om na de zienswijzentermijn nog een extra inspraakmoment te hebben, daarvoor bestaat de beroepsprocedure (onder de nieuwe Wro direct bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State).
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
7
- de juridische kwaliteit van bestemmingsplannen kan in gevaar komen indien door inspreken (stap 4) nog wijzigingen in bestemmingsplan worden doorgevoerd, mede omdat het belang van een andere partij daardoor geschaad kan worden. De afdeling Rechtspraak RvS kan vanwege onjuiste procedure het bestemmingsplan nietig verklaren. Als de raad de gelegenheid wil geven voor inspreken in De Ronde, zou dit kunnen voordat de reactienota van het college op de zienswijze opgesteld is bijv. in de vorm van een hoorzitting, met de mogelijkheid tot het geven van een reactie. - mensen die het niet eens zijn met de reactie van het college op de zienswijze kunnen altijd raadsleden of fracties benaderen (de zienswijzennota wordt voor de behandeling/besluitvorming in Ronde of Besluit toegezonden aan de indieners van zienswijzen) . Fracties kunnen dit meenemen in hun afweging op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan. 5. Doorlooptijd procedures Een van de doelstellingen van de nieuwe Wro is het verkorten van de procedures. De wetgever heeft de procedure van een bestemmingsplan ten opzichte van de procedure onder de oude WRO aanmerkelijk verkort. Zo moet een ontwerpbestemmingsplan nu binnen 12 weken na afloop van de termijn van ter inzage legging worden vastgesteld, in plaats van 16 weken. Maar de grootste winst in formele proceduretijd wordt behaald door het afschaffen van de goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Hiermee beslaat de formele procedure van een bestemmingsplan nu 26 – 30 weken. Onder de oude WRO was dit ongeveer 52 weken. Kanttekening voorbereidingstijd Bij het verkorten van de procedure moet een belangrijke kanttekening worden geplaatst. De tijd die nodig is voor de voorbereiding, het maken van een bestemmingsplan en het besluitvormingstraject is niet meegerekend bij het genoemde aantal van 26 – 30 weken. En deze aspecten zijn niet gewijzigd ten opzichte van de oude wet. De voorbereiding van een bestemmingsplan is gelijk gebleven. Er moet onderzoek gedaan worden (milieu, verkeer e.d.) en overleg worden gevoerd. Proceduretijd modellen Bij de verschillende modellen (zie paragraaf 5) is een indicatieve doorlooptijd van de procedure opgenomen. Deze doorlooptijd heeft ook betrekking op de voorbereiding en de totstandkoming van een bestemmingsplan. Het vergt een grote inspanning van de ambtelijke organisatie om deze doorlooptijd ook daadwerkelijk waar te kunnen maken. Voorwaarde is bovendien dat in een vroeg stadium afstemming plaats vindt tussen de verschillende afdelingen. Het is onmogelijk de procedure van een bestemmingsplan zo in te richten dat deze vergelijkbaar is met de voormalige vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 WRO. (Tijd)winst Een vergelijking van de interne procedures voor zowel de modellen 1, 2 en 3 met de voormalige bestemmingsplanprocedure (volgens de oude WRO en volgens de huidige notitie Rol van de raad in RO procedures) laat zien dat er toch een aanzienlijke winst is te behalen in de doorlooptijd. Deze winst is het grootst bij de modellen 1 en 2, maar ook bij model 3 is er sprake van tijdwinst. De tijdwinst is te verklaren door een meer efficiënte werkwijze, ook in het besluitvormingstraject en het voorkomen van dubbele procedures. Afgezien van deze tijdwinst is het grote pluspunt van de voorgestelde werkwijze met modellen dat er sprake is van een eenduidige en heldere werkwijze. Aan het begin van iedere ontwikkeling krijgt de raad inzicht in de kaders, de afwijkingen daarvan en de momenten van betrokkenheid van de raad in de procedure. #3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
8
In bijlage 1 wordt inzicht gegeven in de totale doorlooptijd van de verschillende modellen. 6 Zomerstop Het is aanvaardbaar om een bestemmingsplan gedeeltelijk – maximaal 2 weken – in de zomervakantie ter inzage te leggen (met zomervakantie wordt bedoeld de zomervakantie voor basisonderwijs voor de regio Midden conform de richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). In de praktijk betekent dit een zomerstop van acht weken, immers vier weken voor de start van de zomervakantie is de laatste publicatiemogelijkheid voor de ter inzage legging van een bestemmingsplan. De laatste twee weken van de zomervakantie is het dan weer mogelijk een bestemmingsplan ter inzage te leggen. Om de consequenties van het zomerreces van de raad te beperken vergadert het Presidium in de laatste week voor de zomervakantie en kan er in die laatste week ook een Raadsinformatiebrief (RIB) worden verzonden. Ook in de laatste week van de zomervakantie vergadert het Presidium en kan een RIB worden verzonden. Voor de andere vakanties (Kerstvakantie, voorjaarsvakantie) hanteren we geen speciale regeling, aangezien deze vakanties korter zijn. Argumenten De volgende argumenten liggen ten grondslag aan het uitgangspunt dat het aanvaardbaar is om een bestemmingsplan voor maximaal twee weken in de zomervakantie ter inzage te leggen: a. Onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is het verplicht om het voornemen om een bestemmingsplan in procedure te brengen bekend te maken. In deze bekendmaking moet informatie worden gegeven over de verdere procedure . In een vroeg stadium kunnen burgers hiervan al kennis nemen. b. Het publiceren en ter inzage leggen van bestemmingsplannen tijdens de zomervakantie is niet in strijd met de wet. De wetgever geeft hierover geen regels. De termijn van 6 weken is wel vastgelegd. Deze termijn wordt door de wetgever als redelijk gezien (bij een afwezigheid van 3 weken in de zomervakantie blijft er voldoende gelegenheid over voor het geven van een reactie). c. De wet voorziet niet in een verlenging van de termijn. Een buitenwettelijke termijn van ter inzage legging is gelet op het juridische risico van nietig verklaren ongewenst. Bovendien is in de wet geregeld dat vaststelling dient te gebeuren binnen 12 weken na afloop van de termijn van ter inzage legging. Deze termijn gaat lopen na de wettelijke termijn van 6 weken, op straffe van het vervallen van de voorbereidingsbescherming. d. Het is op voorhand niet uit te sluiten dat de planning van een procedure voorziet in het samenvallen van de ter inzage legging van een bestemmingsplan met de zomervakantie. e. In de proceduretijd van de verschillende modellen is geen rekening gehouden met de vakantieperiodes en een zomerstop. f. Het belang van de aanvrager is niet gediend bij het instellen van een zomerstop. Door het hanteren van een zomerstop van 8weken wordt dit belang niet onevenredig geschaad. g. Als de ter inzage legging gedeeltelijk in de zomervakantie plaatsvindt wordt extra aandacht besteed aan de communicatie van de ter inzage legging (aanschrijving grondeigenaren, omwonenden, extra publicatie e.d.). Hardheidsclausule De situatie kan zich voordoen dat zwaarwegende belangen zich verzetten tegen een zomerstop. In uitzonderlijke gevallen kunnen we afwijken van de zomerstop. Indien een dergelijk geval zich voordoet informeert het college van B&W de gemeenteraad zo spoedig mogelijk. #3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
9
7. De beschreven behandelschema’s in hoofdstuk 5 moeten niet rigide toegepast worden. In een startnotitie aan het begin van het proces (met uitzondering van model I) worden de te nemen stappen beschreven en de startnotitie wordt vastgesteld door de raad. Hierdoor is maatwerk mogelijk. Na het besluit over de te volgen procedure door college of raad (afhankelijk van het model) moet een melding (publicatie) worden gedaan òf en hoe inspraak wordt geregeld (wettelijke plicht). 8. Het college geeft per bestemmingsplan een behandeladvies. Het presidium heeft bij de keuze voor een behandelschema een adviserende rol. De raad blijft de mogelijkheid houden om afwijkend te beslissen. 9. In deze notitie worden de gevolgen van de grondexploitatiewet (onderdeel van de Wro) niet geheel behandeld. Hierover zal, mede in overleg met de commissie Begroting en Verantwoording een afzonderlijk traject worden gevolgd. De verhouding tussen de gemeente met marktpartijen kan privaatrechtelijk worden geregeld (overeenkomsten) of publiekrechtelijk (exploitatieplan). Daarnaast zal de opzet en procedure rondom financiële exploitatie-opzetten (als onderdeel van het bestemmingsplan) verder worden uitgewerkt. 10. Als nieuwe ontwikkelingen daartoe aanleiding geven wordt een voorstel tot aanpassing van de notitie gedaan.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
10
4. Structuurvisie Wettekst In artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) staat over de structuurvisie het volgende: “De gemeenteraad stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer structuurvisies vast. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. De structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt de voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken”. Rol van de raad bij totstandkoming Structuurvisie Het bepalen van de betrokkenheid van de raad bij de totstandkoming van Structuurvisies wordt niet in deze notitie bepaald, maar gebeurt in een afzonderlijk startbesluit van de raad. In deze notitie geven we antwoord op de vraag: Heeft het al dan niet beschikken over een Structuurvisie invloed op de betrokkenheid van de gemeenteraad in RO procedures. Hierbij onderscheiden we de volgende situaties. A. Structuurvisie op basis van bestaand beleid (30 juni 2009 vastgesteld) B. Integrale structuurvisie (vaststelling eind 2011). A. Situatie 1: Structuurvisie Amersfoort (2009) In deze Structuurvisie is geen nieuw beleid geformuleerd, maar wordt het bestaande beleid, voor zover dat ruimtelijk relevant is, in samenhang gepresenteerd. Het gaat in hoofdlijnen om beleidsnota’s en ruimtelijke kaders die voor projecten zijn bepaald. Als beleidsnota’s kunnen bijvoorbeeld genoemd worden de Woonvisie en de Beleidsvisie Groen-blauwe structuur. Bij de projecten gaat het om de lopende projecten, bijvoorbeeld Amersfoort Vernieuwt, de ziekenhuislocaties en het Eemplein. De betrokkenheid van de gemeenteraad bij RO-procedures is afhankelijk van de vraag of de ontwikkeling/de bouwaanvraag past binnen de bestaande beleidskaders. Aangezien het bestaande ruimtelijk beleid voor het grondgebied van de gehele gemeente is samengebracht vergemakkelijkt dit het aangeven van het beleidskader. B. Situatie 2: Integrale Structuurvisie (na 2010) Deze Structuurvisie bevat een integrale, inhoudelijke visie op de ontwikkeling van de stad op de lange termijn. In deze situatie wordt verder vooruit gekeken. Er kan daardoor beter worden ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
11
5.Behandelschema’s bestemmingsplanprocedures 5.0 Inleiding Bestemmingsplannen vormen in de nieuwe Wro het centrale normstellende besluit. Er geldt een verplichting dat voor het gehele gemeentelijke grondgebied bestemmingsplannen worden vastgesteld. Artikel 3.1.Wro bepaalt hierover het volgende: De gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vast. In deze notitie worden 3 modellen van behandeling beschreven waarbij model 1 in feite de wettelijk voorgeschreven behandeling beschrijft, met een zo kort mogelijke voorprocedure, model 2 hieraan een extra moment van kaderstelling door de raad toevoegt en model 3 voorziet in de meest uitgebreide behandeling. Rol van de raad bij: Model 1 Model 2 Model 3 1 Kaderstelling (vaststellen beleidsmatige Beperkt Ja kaders) 2 Voorontwerp bestemmingsplan Ja 3 Ontwerp bestemmingsplan Ja Ja Ja 4 Vaststelling bestemmingsplan Ja Ja Ja 5 Beroepsfase hierin heeft de raad geen rol. Wel ontvangt de raad informatie Modellenkeuze Model 1 geldt in hoofdzaak voor ontwikkelingen of verzoeken met een beperkt karakter die zich in het algemeen afspelen op perceelsniveau. Er is geen strijd met andere beleidsterreinen, zoals detailhandelsvisie, monumentenbeleid etc. Vaak gaat het ook om zaken waarvan de provincie bijvoorbeeld heeft aangegeven dat het niet nodig is vooroverleg te voeren. Model 2 wordt toegepast bij bestemmingsplannen voor grotere gebieden, die geactualiseerd worden en voor urgente en belangrijke ontwikkelingen die niet passen binnen het geldende planologische regime. Model 3 wordt toegepast bij grootschalige nieuwe ontwikkelingen en ontwikkelingen die een ingrijpende omslag in beleid vertegenwoordigen. In schema ziet dit er als volgt uit. Model
Toepassing bij:
Model 1 Ontwikkelingen met een beperkt karakter, de zgn. postzegelplannen Model 2 Bestemmingsplannen voor grotere gebieden en voor urgente, belangrijke ontwikkelingen, waarbij vooraf bespreking met de raad wenselijk is. Model 3 Bij grote ontwikkelingen en nieuw beleid op initiatief van de gemeente
Minimale doorlooptijd
Maximale doorlooptijd
41 weken
46 weken
43 weken
49 weken
76 weken
80 weken
In de notitie ter voorbereiding op de rol van de raad werd uitgegaan van 4 modellen. In deze notitie is er voor gekozen om model 3 en 4 samen te voegen. De verschillen tussen model 3 en 4 betreffen alleen het proces tijdens de kaderstelling. Een startnotitie voor elk project werkt het proces van kaderstelling verder uit. Bij herziening van bestemmingsplannen vanwege het verstrijken van de reguliere periode van 10 jaar volgt een kort proces van kaderstelling. Voor projecten met nieuw beleid en veel consequenties voor de stad zal een kaderstellend proces worden gevolgd met meerdere stappen (bijv. ontwikkelingsvisie, stedenbouwkundig ontwerp etc.).Per model wordt hieronder een verdere invulling gegeven aan de toepassingscriteria.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
12
5.1.Behandelschema Model 1 Model 1: - ontwikkelingen of verzoeken met een beperkt karakter die zich in het algemeen afspelen op perceelsniveau. - Er is geen strijd met andere beleidsbeslissingen, zoals detailhandelsvisie, monumentenbeleid etc. Vaak gaat het ook om zaken waarvan de provincie bijvoorbeeld heeft aangegeven dat het niet nodig is vooroverleg te voeren. - Er is een actueel bestemmingsplan of de kaders zijn recent bepaald.
1.formulier modellenkeuze
2.Opstellen Ontwerp Bestemmingsplan
1.
2.
3. 3.Raadsinformatiebrief inzake resultaten
Verzoek/bouwaanvraag komt binnen en wordt via het formulier modellenkeuze ter kennis gebracht van de gemeenteraad. Via het formulier modellenkeuze geeft het college een omschrijving van bouwaanvraag/verzoek, van de kaders waarbinnen medewerking kan worden verleend en van het vervolgtraject. Bij het vaststellen van het formulier door het presidium, adviseert het presidium welk vervolgtraject passend is en wordt advies op de Lis geplaatst. B&W maken een ontwerpbestemmingsplan In deze stap vinden de noodzakelijke onderzoeken en het wettelijke vooroverleg plaats en wordt duidelijk aangegeven welke kaders van belang zijn. Informatie naar gemeenteraad Voordat de formele bestemmingsplanprocedure start informeert het college de gemeenteraad. Hierbij kan een raadslid binnen 2 weken een voorstel doen om het ontwerpbestemmingsplan te willen bespreken. Als er geen reactie komt, legt het college het ontwerpbestemmingsplan ter inzage.
Start formele bestemmingsplanprocedure 4.Ontwerp bestemmingsplan ter inzage
4.
5. 5.Zienswijzennota van college
6.
6.Besluit Gemeenteraad
Ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan Het college legt het ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage. Tijdens de termijn van terinzagelegging bestaat de mogelijkheid voor een ieder tot het indienen van zienswijzen (zowel mondeling, als schriftelijk) . De provincie, de VROM-inspectie en het Waterschap krijgen een exemplaar van de kennisgeving toegezonden. Zienswijzen ingediend: B&W beoordelen zienswijzen in zienswijzennota. De ingekomen zienswijzen worden door B&W beoordeeld in de zienswijzennota. Dit geldt zowel bij mondelinge als bij schriftelijke zienswijzen. Indieners van zienswijzen krijgen een exemplaar van de zienswijzennota toegezonden. Besluit Gemeenteraad De gemeenteraad beslist binnen 12 weken na afloop van de termijn van de ter inzage legging over de vaststelling van het bestemmingsplan en de eventueel ingediende zienswijzen. De zienswijzennota wordt aan de gemeenteraad voorgelegd, direct in Het Besluit (zonder debat). De gemeenteraad stelt de zienswijzennota vast en stemt in met de eventuele (ambtshalve) wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
13
5.2. Behandelschema model 2 Model 2: - bestemmingsplannen voor grotere gebieden, die geactualiseerd worden maar conserverend van aard zijn - urgente en belangrijke ontwikkelingen die niet passen binnen het geldende planologische regime.
1.Startdocument
1.
2.Vaststellen startdocument gemeenteraad
3.B&W maken een ontwerp bestemmingsplan
2. 3.
4. 4.Raadsinformatiebrief
5.Ontwerp bestemmingsplan ter inzage
Start formele bestemmingsplanprocedure 5.
6. 6.Zienswijzennota van college
7.
7. Besluit Gemeenteraad
Opstellen van een startdocument Het startdocument geeft een korte omschrijving van bouwaanvraag/verzoek, van de kaders waarbinnen medewerking kan worden verleend en van het vervolgtraject. College geeft via het formulier modellenkeuze gemotiveerd aan of startnotitie rechtstreeks in Het Besluit kan worden geagendeerd of dat eerst een De Ronde behandeling wenselijk is. Indien de startnotitie bij de 2e optie ( urgente en belangrijke ontwikkelingen) veel inhoudelijke afwegingen bevat zal het presidium adviseren om dit eerst in De Ronde te agenderen, zodat ook insprekers gelegenheid hebben hun visie onder de aandacht van de raad te brengen . Bij het vaststellen van het formulier door het presidium, adviseert het presidium welk vervolgtraject passend is. Hiertoe gaat er tegelijkertijd een melding naar de RO-woordvoerders. Indien een startnotitie rechtstreeks in Het Besluit wordt geagendeerd kan een raadslid op grond van het Reglement van orde van de raad alsnog verzoeken om behandeling in De Ronde Vaststellen Startdocument door gemeenteraad Al of niet na behandeling in De Ronde (zie stap 1) B&W maken een ontwerpbestemmingsplan In deze stap vinden de noodzakelijke onderzoeken en het wettelijke vooroverleg plaats en wordt duidelijk aangegeven welke kaders van belang zijn. Informatie naar gemeenteraad Voordat de formele bestemmingsplanprocedure start, informeert het college de gemeenteraad. Hierbij kan een raadslid binnen 2 weken een voorstel doen het ontwerpbestemmingsplan te willen bespreken. Als er geen reactie komt legt het college het ontwerpbestemmingsplan ter inzage. Ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan door college Tijdens de termijn van terinzagelegging (6 weken) bestaat de mogelijkheid voor een ieder tot het indienen van zienswijzen (zowel mondeling, als schriftelijk). De provincie en de VROM-inspectie krijgen een exemplaar van het ontwerpbestemmingsplan toegezonden. Zienswijzen ingediend: B&W beoordelen zienswijzen in zienswijzennota. Dit geldt zowel bij mondelinge als bij schriftelijke zienswijzen. Indieners van zienswijzen krijgen een exemplaar van de zienswijzennota toegezonden. Besluit Gemeenteraad De gemeenteraad beslist binnen 12 weken na afloop van de termijn van de ter inzage legging over de vaststelling van het bestemmingsplan en de eventueel ingediende zienswijzen. De zienswijzennota wordt aan de gemeenteraad voorgelegd, direct in Het Besluit (zonder debat). De gemeenteraad stelt de zienswijzennota vast en stemt in met de eventuele (ambtshalve) wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
14
5.3. Behandelschema Model 3 Model 3: - grootschalige nieuwe ontwikkelingen - actualisatie van bestemmingsplannen die door ontwikkelingen een ingrijpende omslag in beleid vertegenwoordigen en dus niet conserverend van aard zijn. 1.Startdocument
1.
2.Vaststellen startdocument gemeenteraad
2. 3.B&W maken een voorontwerp bestemmingsplan
4.Voorontwerpbestemmingsplan doorloopt een inspraak- en vooroverleg procedure
3. 4.
5.
5. Resultaten worden ter peiling aan raad voorgelegd
Opstellen van een startdocument Het startdocument beschrijft het plangebied en geeft aan in welk kader het bestemmingsplan wordt gemaakt. Tevens geeft het startdocument inzicht in het inspraaktraject. Het startdocument wordt ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd. College geeft via het formulier modellenkeuze gemotiveerd aan of het startdocument rechtstreeks in Het Besluit kan worden geagendeerd of dat eerst behandeling in De Ronde wenselijk is. Het presidium betrekt dit advies bij de agendering. Vaststellen Startdocument door gemeenteraad Al of niet na behandeling in De Ronde (zie stap 1) B&W maken een voorontwerpbestemmingsplan In deze stap vinden de noodzakelijke onderzoeken plaats en wordt duidelijk aangegeven welke kaders van belang zijn. Voorontwerpbestemmingsplan doorloopt een inspraak- en vooroverlegprocedure De inspraak vindt plaats overeenkomstig het inspraaktraject van de startnotitie (en in overeenstemming met de inspraakverordening). Er vindt tegelijkertijd ook overleg met de diverse instanties plaats. Resultaten worden ter peiling aan raad voorgelegd Het voorontwerp wordt digitaal voor de fracties beschikbaar gesteld en in de raadskast ter inzage gelegd. Het college zal in de regel het voorontwerp ter peiling voorleggen aan de gemeenteraad in De Ronde, behalve als inspraak- en vooroverlegreacties daartoe geen aanleiding geven. Een raadslid kan in dat geval een voorstel doen om het wel in De Ronde te behandelen. De gemeenteraad toetst het voorontwerp aan de kaders, beoordeelt hoe het college de inspraak op het voorontwerp heeft verwerkt en kan zaken meegeven aan het college. Inwoners hebben spreekrecht in De Ronde.
Start formele bestemmingsplanprocedure 6.Ontwerp bestemmingsplan ter inzage
6.
7. 7. Hoorzitting in De Ronde
8.Zienswijzennota van college
8.
9. 9. Bespreking in De Ronde
Ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan Tijdens de termijn van terinzagelegging (6 weken) bestaat de mogelijkheid voor een ieder tot het indienen van zienswijzen (zowel mondeling, als schriftelijk). De provincie en de VROM-inspectie krijgen een exemplaar van het ontwerpbestemmingsplan toegezonden Hoorzitting in De Ronde Nadat de zienswijzen zijn ingediend maar voordat het college een reactienota heeft geschreven op de zienswijze is er voor de indieners van zienswijze een mogelijkheid om in te spreken bij de raad. Raadsleden kunnen gedurende de hoorzitting vragen stellen. Indien op een ontwerpbestemmingsplan die ter visie heeft gelegen geen zienswijze is binnengekomen vervalt de hoorzitting Zienswijzen ingediend: B&W beoordelen zienswijzen in zienswijzennota. Dit geldt zowel bij mondelinge als bij schriftelijke zienswijzen. De zienswijzennota wordt naar de indieners van de zienswijzen gezonden. Zienswijzennota en bestemmingsplan in De Ronde Hier is geen inspraak meer mogelijk. Indien op ontwerp-bestemmingsplannen die ter visie hebben gelegen geen zienswijze is binnengekomen kan een kortere behandeling volstaan. Behandeling in Het voorstel in De Ronde wordt korter geagendeerd of kan rechtstreeks naar Het Besluit.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
10. 10. Besluit Gemeenteraad
15
Besluit Gemeenteraad De gemeenteraad beslist binnen 12 weken na afloop van de termijn van de terinzagelegging over de vaststelling van het bestemmingsplan en de eventueel ingediende zienswijzen. De gemeenteraad stelt de zienswijzennota vast en stemt in met de eventuele (ambtshalve) wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
16
6. Afspraken met betrekking tot overige instrumenten 6.1. Voorbereidingsbesluiten Omschrijving In artikel 3.7 Wro staat: “de gemeenteraad kan verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid”. Een voorbereidingsbesluit wordt genomen ter bescherming tegen ongewenste ontwikkelingen. Dit gebeurde vaak voor het verlenen van vrijstelling op basis van artikel 19, lid 1 WRO, als het bestemmingsplan ouder was dan 10 jaar. Dit komt onder de nieuwe Wro niet meer voor. Bij het voorbereidingsbesluit wordt bepaald voor welk gebied het geldt en met ingang van welke dag het in werking treedt. Er zijn geen regels gesteld voor de totstandkoming van een voorbereidingsbesluit en er is geen bezwaar en beroep mogelijk. Een voorbereidingsbesluit heeft een geldigheidstermijn van 1 jaar. Werkwijze Amersfoort Vanwege het doel van het voorbereidingsbesluit wordt het voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit direct geagendeerd in het Besluit, zonder voorafgaande aankondiging in de agenda. Met voorbereidingsbesluiten zal terughoudend worden omgegaan. 6.2. Projectbesluiten Omschrijving In artikel 3.10 Wro staat: “de gemeenteraad kan ten behoeve van de verwezenlijking van een project van gemeentelijk belang een projectbesluit nemen”. Een projectbesluit kan worden genomen om af te wijken van het bestemmingsplan. Er wordt geen vrijstelling verleend van het bestemmingsplan, het projectbesluit komt in de plaats van een gedeelte van het bestemmingsplan. Een projectbesluit kan voorschriften bevatten en is net als een bestemmingsplan een toetsingskader voor bouwaanvragen. Een projectbesluit dient een goede ruimtelijke onderbouwing te bevatten die dient te voldoen aan dezelfde eisen als bij een bestemmingsplan. Een projectbesluit vormt in feite de eerste fase van het bestemmingsplan. Binnen een jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden moet er een ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd, waarin het projectbesluit is ingepast. Op het niet voldoen aan deze eis is de sanctie verbonden dat geen leges mogen worden geïnd. De procedure van het projectbesluit is gelijk aan de bestemmingsplanprocedure, met dit verschil dat bij een projectbesluit beroep bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State open staat (bij een bestemmingsplan is dit alleen beroep bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State). Werkwijze Amersfoort De gemeente Amersfoort gaat terughoudend om met projectbesluiten. De meerwaarde ten opzichte van een bestemmingsplan is gering, terwijl er sprake is van een dubbele procedure (zie bij omschrijving). Toch kunnen er situaties zijn waarin een projectbesluit wordt toegepast, bijvoorbeeld: Vooruitlopend op de realisatie van een nieuwe ontwikkeling moet een gebied bouwrijp gemaakt worden. Er bestaat de wens medewerking te verlenen aan een bepaalde ontwikkeling in een gebied, vooruitlopend op de integrale herziening van het bestemmingsplan. De ontwikkeling waar #3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
17
voor een projectbesluit wordt genomen wordt vervolgens meegenomen in het integrale bestemmingsplan. Bevoegdheid projectbesluit (delegatie) De raad kan de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit op grond van 3.10 Wro geheel of gedeeltelijk aan burgemeester en wethouders delegeren. De te volgen procedure kent twee beslismomenten: het besluit de openbare voorbereidingsprocedure ex afdeling 3.4 Awb te starten en het definitieve projectbesluit. In Amersfoort wordt het startmoment vastgesteld door de gemeenteraad. Voor de procedure sluiten we aan bij de modelkeuze van de bestemmingsplanprocedure. In de praktijk betekent dit veelal toepassing van model 1. Het vaststellingsmoment wordt gedelegeerd aan het college. Dit wordt vastgelegd in een afzonderlijk delegatiebesluit. 6.3. Coördinatieregeling Omschrijving In artikel 3.30 Wro staat: “Bij besluit van de gemeenteraad kunnen gevallen of categorieën van gevallen worden aangewezen waarin de verwezenlijking van het onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk beleid het wenselijk maakt dat de voorbereiding en bekendmaking van nader aan te duiden, op aanvraag of ambtshalve te nemen besluiten worden gecoördineerd, of de voorbereiding en bekendmaking van een bestemmingsplan, …worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking van besluiten als bedoeld onder a.” Met gebruik van de coördinatieregeling kan een gemeente alle voor een project benodigde vergunningen en ontheffingen combineren in één procedure. Ook het bestemmingsplan (of een projectbesluit) kan deel uitmaken van een coördinatieregeling. Als het bestemmingsplan onderdeel is van de coördinatie volgen alle besluiten die bij de coördinatie betrokken zijn de procedure van het bestemmingsplan. Bij de coördinatieregeling blijven de onderliggende vergunningenstelsels in stand. Dit in tegenstelling tot de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 januari 2010. Werkwijze Amersfoort De coördinatieregeling bestond ook onder de oude WRO maar van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Onder de nieuwe Wro is het ook mogelijk om bestemmingsplannen onder de regeling te brengen. Voor de bepaling van de rol van de gemeenteraad bij de toepassing van de coördinatieregeling wordt de modelkeuze van het bestemmingsplan gevolgd. Coördinatieverordening Het is ook mogelijk dat de gemeenteraad een coördinatieverordening vaststelt, waarin hij aangeeft in welke gevallen hij een gecoördineerde besluitvorming wenselijk acht. Als een initiatief voldoet aan de eisen van de verordening kan het college – in overleg met de aanvrager – een gecoördineerde besluitvorming voorbereiden. Zonder verordening moet de raad zich bij elk individueel geval expliciet uitspreken over de wenselijkheid van een gecoördineerde voorbereiding. Nadeel van deze procedure is dat alle stukken tegelijk ter inzage moeten worden gelegd, dus ook de complete bouwaanvraag.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
18
6.4. Beheersverordeningen Omschrijving In artikel 3.38 Wro staat: “Onverminderd de gevallen waarin bij of krachtens wettelijk voorschrift een bestemmingsplan is vereist, kan de gemeenteraad in afwijking van artikel 3.1 voor die delen van het grondgebied waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening vaststellen waarin het beheer van dat gebied overeenkomstig het bestaande gebruik wordt geregeld….” In de beheersverordening wordt het beheer van het betreffende grondgebied overeenkomstig het bestaande gebruik geregeld. Een beheersverordening treedt in de plaats van een bestemmingsplan en beschermt de bestaande situatie zonder dat daar een gedetailleerd bestemmingsplan voor hoeft te worden gemaakt. Inhoudelijk kan een beheersverordening dezelfde regelingen (ontheffingen, sloopvergunningen etc.) bevatten als een bestemmingsplan. De beheersverordening kan ingezet worden voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. De looptijd van een beheersverordening is 10 jaar. Een beheersverordening is niet vatbaar voor bezwaar en beroep Werkwijze Amersfoort Op het moment van vaststellen van de beheersverordening moet vaststaan dat in het betreffende gebied de komende 10 jaar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Op dit punt sluit de procedure aan bij de Structuurvisie. Hoewel de bevoegdheid voor de toepassing van de beheersverordening los staat van de Structuurvisie, geeft de Structuurvisie wel een indicatie voor de mate van voorzienbaarheid van ruimtelijke ontwikkelingen. Voor gebieden waar in de Structuurvisie geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien kan een afweging worden gemaakt voor de toepassing van beheersverordening. Zolang Amersfoort niet beschikt over een integrale Structuurvisie worden in principe geen beheersverordeningen opgesteld. De bepaling van de rol van de gemeenteraad bij de totstandkoming van een beheersverordening vindt plaats in een startdocument. 6.5. Exploitatieplannen Omschrijving In artikel 6.12 Wro staat: “De gemeenteraad stelt een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen.” Uitgangspunt van het opnemen van de instrumenten van grondexploitatie in de Wro is te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling. Als partijen in het privaatrechtelijke spoor geen onderlinge overeenkomst hebben bereikt is de gemeenteraad verplicht een exploitatieplan vast te stellen. Het exploitatieplan wordt tegelijk vastgesteld met het bestemmingsplan. In een exploitatieplan wordt onder meer de exploitatieopzet opgenomen (overzicht kosten en opbrengsten van een plangebied). In het exploitatieplan kunnen ook andere zaken zoals verkaveling en fasering worden opgenomen. Werkwijze Amersfoort Of de gemeente Amersfoort vaak een exploitatieplan opstelt is afhankelijk van de mate waarin de gemeente in staat is om met particuliere exploitanten een overeenkomst te sluiten waarin de kostenverhaalsafspraken zijn vastgelegd. In dat geval is geen exploitatieplan nodig.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
19
Een exploitatieplan is sterk gerelateerd aan het bijbehorende bestemmingsplan. De bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan ligt bij de raad. De bepaling van de rol van de gemeenteraad gebeurt in de modelkeuze voor het bestemmingsplan. Hierbij plaatsen we de kanttekening dat er geen inspraak mogelijk is. Aangezien een exploitatieplan pas opgesteld wordt als de gemeente er met de ontwikkelaar niet uitkomt, ligt een inspraakprocedure niet in de rede. Daarnaast kan altijd een zienswijze worden ingediend bij exploitatieplan en bestemmingsplanprocedure. 6.6. Wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen Omschrijving In artikel 3.6 Wro staat: “Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald dat burgemeester en wethouders met inachtneming van de bij het plan te geven regels a. binnen bij het plan te bepalen grenzen het plan kunnen wijzigen en b. het plan moeten uitwerken…”
Werkwijze Amersfoort Het vaststellen van een wijzigings- en een uitwerkingsplan is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders en maakt geen deel uit van deze notitie. Het betreft plannen die in het onderliggende bestemmingsplan (moederplan) al zijn aangegeven. Het onderliggende bestemmingsplan is behandeld en vastgesteld door de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft daarbij de kaders gegeven voor wijziging, dan wel uitwerking. In die zin kunnen burgemeester en wethouders hier verder uitvoering aan geven. De raad bepaalt de mogelijkheid om uitwerkingsplannen toe te passen in het bestemmingsplan (moederplan). Op dat moment heeft de raad de keuze: al dan niet in te stemmen met de mogelijkheid voor verdere uitwerking door middel van uitwerkingsplannen te bepalen dat de uitwerkingsplannen ter peiling aan de raad worden voorgelegd.
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
20
Bijlage 1 Samenvatting behandelschema’s inclusief tijdsindicatie stappen Modellen 1 2 1
2 3
Welk model?
ontwikkelingen of verzoeken met een beperkt karakter die zich in het algemeen afspelen op perceelsniveau
bestemmingsplannen voor grotere gebieden, die geactualiseerd worden maar conserverend van aard zijn en voor urgente en belangrijke ontwikkelingen die niet passen binnen het geldende planologische regime. Ja Ja
weken 3 Nieuwe, ingrijpende ontwikkeling , complex plangebied
Startdocument nee ja Besluitvorming ja ja college 4 Besluitvorming ja LIS of advies Besluit, tenzij Ronde/Besluit presidium/Besluit presidium 5 Opstellen nee Nee ja voorontwerp bestemmingsplan 6 Instemmen college n.v.t. n.v.t. ja voorontwerp 7 Instemmen raad n.v.t. n.v.t. ja voorontwerp 8 Inspraak ja of nee nee Nee ja 9 Opstellen ontwerp ja Ja ja 10 Instemmen ja Ja ja ontwerp college 11 Peilen ontwerp in Nee, informeren Nee, informeren ja De Ronde 12 Publicatie ja Ja ja 13 Ter inzage legging ja Ja ja 14 Beoordeling ja Ja ja zienswijzen 15 Collegevoorstel ja Ja ja t.b.v. vaststelling 16 Voorbereiding nee Nee ja Ronde 17 Vaststelling Raad ja Ja ja 18 Publicatie ja Ja ja vastgesteld bestemmingsplan 19 Beroepstermijn ja Ja ja Tijdsduur wettelijke procedure : 26 -30 weken (afhankelijk van het indienen van zienswijzen door VROM/provincie en van al dan niet gewijzigde vaststelling) Tijdsduur model 1: 15 weken (voortraject) + 26 tot 30 weken = 41 (45) weken Tijdsduur model 2 : 17-19 weken (voortraject) + 26 tot 30 weken=43 (47-49) weken Tijdsduur model 3:: 50 weken (voortraject) + 26 tot 30 weken = 76 (80) weken NB tijdsduur voortraject is indicatief
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
2
2-4 2-4 2-4 12
4 4 7 4-6 2-4 2 1 6
12 2-6
6
Notitie “Rol van de raad in RO procedures” 2010
21
Bijlage 2 Modelkeuze RO-procedure Aan: Van: Onderwerp: Datum:
Gemeenteraad College
Korte omschrijving aanvraag wijziging bestemmingsplan
Advies modelkeuze: model 1,2 of 3 en motivering
Advies omtrent agendering startdocument , inclusief motivering : -bij model 2: rechtstreeks naar Het Besluit, tenzij……..; -bij model 3 : eerst naar De Ronde of rechtstreeks naar Het Besluit
Planning procedure kaderstelling (indien van toepassing)
Advies Presidium( in te vullen door griffie): Modelkeuze behandelschema RO procedure )mo Agendering startdocument
: :
#3306960 v1 - NOTITIE ROL VAN DE RAAD IN RO- PROCEDURES 2010 -
:
Feitelijke vragen GroenLinks t.b.v. De Ronde 1 juli 2014 Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord Onderwerp
: Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede noord
Beh. afdeling
: SOB-RO-PJZ
Nr.
Reg.nr.: 4724505v2
Vragensteller (partij)
Vraag
Antwoord
1.
GroenLinks
Klopt het dat de bestemming van agrarisch gewijzigd is naar maatschappelijk toen al bekend was dat het Wellant-college er zou verdwijnen? Zoja, met welke reden is dat dan gebeurd?
2.
GroenLinks
3.
GroenLinks
4.
GroenLinks
Welk financieel risico loopt de gemeente wanneer dit plan niet in deze vorm doorgaat? Het raadsvoorstel maakt melding van verlies van uitzicht voor omwonenden. Hoe heeft de gemeente in de persoon van de wethouder of de ambtelijke organisatie contact gehad met omwonenden? De startnotitie heeft het over een kwetsbaar gebied. Wat is gedaan binnen het plan om dit gebied te beschermen?
Het perceel heeft in het bestemmingsplan ‘Groot Weede’, dat op 25 mei 1999 door uw raad is vastgesteld, een maatschappelijke bestemming gekregen. Op dat moment waren er inderdaad al wel plannen van de school om te verhuizen, maar dit lag nog niet concreet vast. Bovendien heeft de school toen het bestemmingsplan in voorbereiding was, gevraagd om uitbreidingsmogelijkheden ter plekke. De Raad van State heeft bevestigd dat de opgenomen bestemming een passende bestemming is. Ook staat in de uitspraak van de Raad van State, dat het allerminst zeker is dat de school gaat verhuizen. Geen. Het betreft een volledig particulier initiatief. Voor de initiatiefnemer heeft dit uiteraard wel financiële gevolgen. Op verzoek van omwonenden hebben er gesprekken plaatsgevonden tussen de wethouder en omwonenden en tussen ambtenaren en omwonenden. Het perceel Hamseweg 70 wordt omringd door een houtwal. In het nu geldende bestemmingsplan is deze houtwal niet beschermd. Er is enkel een kapvergunning nodig om de houtwal te mogen kappen. In het nieuw op te stellen bestemmingsplan krijgt de houtwal een extra bescherming. Er mag niet worden gebouwd binnen de zone (ook niet vergunningsvrij) en voor het kappen of aanplanten van bomen of voor andere werkzaamheden die invloed kan hebben op de kwaliteit van de houtwal is een vergunning nodig. Het bouwblok voor de school ligt op ongeveer 3 meter vanaf de stam van de bomen in de houtwal. De woningen zullen op 7 tot 10 meter afstand worden gebouwd. De totale oppervlakte die volgens het huidige bestemmingsplan bebouwd mag worden voor onderwijs is ongeveer 2.900 m². In het plan voor de bouw van 8 woningen, is de totale oppervlakte ongeveer 1.500 m². De hoogte van de woningen is hoger dan de toegestane hoogte voor de school. Volgens het nu geldende bestemmingsplan ‘Park Schothorst e.o.’ dat uw raad in 2013 heeft vastgesteld, mag de school een hoogte hebben van één bouwlaag
5.
GroenLinks
In de startnotitie is geen maximale bouwhoogte te vinden voor de Hamseweg 70. Wat is de voorgestelde maximale bouwhoogte?
6.
GroenLinks
Wat is op dit moment de bescherming van de houtwal bij Groot Weede?
7.
GroenLinks
Kan de huidige eigenaar alles kaalslaan behalve de vergunningplichtige bomen?
8.
GroenLinks
En wat kunnen we als gemeente nu doen om dit tegen te gaan?
met kap. In het voorgaande bestemmingsplan was een maximale hoogte van 4 meter toegestaan. Uitgaande van een gebouw van 2.900m² met een hoogte van 4 meter, is het totale volume dat gebouwd mag worden 11.600m³. Bij één bouwlaag met kap (een goothoogte van 4 meter en een nokhoogte van 8 meter) is het volume zelfs 17.400m³. Bij woningbouw zal het totale volume ongeveer 9.600m³ zijn. bouwlagen met een kap, waarbij de kap ook mag worden vervangen door een derde bouwlaag over de helft van de woning. Dit komt neer op een maximale hoogte van 10 meter. Behalve via de APV/kapvergunning is er nu geen bescherming voor de houtwal. Een kapvergunning is nodig voor houtopstand waarvan de stamomtrek, gemeten op 1.3 meter hoogte vanaf de grond, meer bedraagt dan 35 centimeter en/of als de gezamenlijk te kappen houtopstand een oppervlakte beslaat van meer dan 50 m². De oppervlakte van de totale houtwal is meer dan 50 m², en mag daarom niet zonder vergunning in zijn geheel worden verwijderd zonder vergunning. Wel kunnen delen worden weggehaald, zolang de oppervlakte blijft onder de 50 m². Dunning (= kappen ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand) is zonder vergunning toegestaan. Om de houtwal in zijn geheel via het bestemmingsplan te beschermen, moet het bestemmingsplan worden gewijzigd. Zolang de wijziging van het bestemmingsplan niet plaatsvindt op verzoek van de eigenaar/ontwikkelaar, zou de gemeente hiervoor initiatiefnemer kunnen zijn. De kosten zijn dan uiteraard ook voor de gemeente. Los van de kosten voor de procedure, kan er ook planschade ontstaan voor de eigenaar van het perceel. Ook deze kosten zouden voor rekening van de gemeente komen.
Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede De Ronde, 1 juli 2014
Ik maak me zorgen! Hamseweg 70 is nog steeds in bezit van het Wellant College, een school met als visie GROEN en DUURZAAMHEID. Een aantal weken geleden is projectontwikkelaar Van den Boogaard, directeur Newcon Vastgoed, bij ons omwonenden langs geweest voor een plan voor dit perceel: Park Klein Weede. 8 grote woningen van 10 meter hoog, en daarnaast komen nog schuurtjes. Op hetzelfde stuk grond komt ook een verbindingsweg voor auto’s. Wat overblijft zijn mini tuintjes. In de beoordeling op de zienswijze van de heer van den Boogaard op het bestemmingsplan 26 juni 2013 geeft de gemeente aan dat nieuwbouw niet ten koste mag gaan van de privacy van omwonenden, niet ten koste van het cultuurhistorische landschap en niet ten koste van flora en fauna. Er ligt nu juist onevenredig grote druk bij omwonenden, er is grote druk voor de bijzondere flora en fauna en de ambities van het coalitie akkoord (namelijk: behoud van groene ruimte en uitbreiding van het bomenaureaal) wordt geen recht gedaan. Want de cultuur historische houtwal, die niet alleen landschappelijk zeer beeldbepalend is, maar ook nog eens van groot ecologisch belang o.a. voor het behoud van de biodiversiteit in Park Schothorst, loopt gevaar. In het plan worden de bomen getopt van 26 meter naar 18 meter, van onderen flink opgesnoeid, en de struiken verwijderd. De reden: de houtwal geeft teveel schaduw op de nieuw te bouwen woningen en tuinen. Dat klopt, vanaf 2 uur begint in juni de schaduw op het perceel te komen, vanaf 5 is het er donker. In herfst, winter en voorjaar staat de zon laag, dan zijn de schaduwlijnen nog langer. Maar deze oude bomen zo drastisch snoeien is fataal, dit overleven ze niet, blijkt uit onderzoek dat de gemeente heeft laten uitvoeren. Verder lopen de wortels van de bomen door de nieuwbouw gevaar. Als er te dichtbij wordt gegraven, bestaat het risico dat de waardevolle bomen dood gaan. Dit is onomkeerbaar. Het is dat wij als omwonenden zo oplettend zijn geweest, en de snoei werkzaamheden hebben kunnen stoppen, anders was er nu geen houtwal meer geweest.
In het coalitie akkoord staat dat de coalitie extra aandacht zal hebben (en geld) voor uitbreiding van het bomenareaal en behoud van groene ruimte. Ik hoop dat u zich daar aan houdt. U kunt nu laten zien of bomen en groene ruimte u dat daadwerkelijk aan het hart gaat. Want ik gun niet alleen de kinderen van het Wellant College een groene en duurzame toekomst, maar alle kinderen van Amersfoort!
Mijn vraag is dan ook: Hoe gaat de gemeente dit gebied dat ze zelf ook “kwetsbaar” noemt beschermen? Dat geeft de Startnotitie onvoldoende aan. De kaders voor het bestemmingsplan stellen ons niet gerust.
Vivian Slingerland
Geachte raadsleden, Ruim 15 jaar geleden heb ik gevraagd om hier ook te mogen staan om mijn verhaal te vertellen. Helaas is mij dat toen onmogelijk gemaakt. Ik had u dan het volgende verteld: In 1998 heb ik tijdens een inloopspreekuur gezegd dat het onzin is om de bestemming van de dierenweide van de landbouwschool te veranderen van agrarisch naar maatschappelijk. De landbouwschool wilde op de huidige locatie niet uitbreiden, door de bebouwing van de dierenweide zou de school zelfs haar aantrekkingskracht verliezen, de verkeerssituatie maakte uitbreiding op de huidige plek onmogelijk. De school zou bovendien binnenkort verhuizen naar een andere locatie. De eigenaar van de grond heeft dus geen verzoek ingediend om de bestemming te veranderen. Toch is de bestemming veranderd, er mocht gebouwd worden tot een maximale bouwhoogte van 4 meter. Tegen wijziging van de bestemming heb ik bezwaar gemaakt bij gedeputeerde staten en raad van state. Beide raden hebben benadrukt dat de maximale bouwhoogte 4 meter mocht zijn . Er is vastgelegd dat bebouwing in de vorm van een tweede bouwlaag stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is. Kort na wijziging van het bestemmingsplan, in 1999, heeft het schoolbestuur al contact opgenomen met een projectontwikkelaar . Zij hebben mij ook verteld dat ze de maximale opbrengst willen behalen. Ze zeiden erbij dat een projectontwikkelaar rustig de grond 10 jaar braak laat liggen en wacht tot er een woonbestemming opkomt. In 2005 is de school naar een nieuw pand gegaan in Vathorst. Sindsdien ligt de grond van de dierenweide braak. O.a de gemeente heeft geprobeerd de grond te kopen, maar doordat het schoolbestuur uitgaat van de grondprijs voor woonbestemming is dit steeds mislukt. In 2007 is het bestemmingsplan opnieuw vastgesteld. De maximale bouwhoogte bleef onveranderd op 4 meter staan. In 2013 is het bestemmingplan wederom opnieuw vastgesteld met een belangrijke wijziging, er wordt rekening gehouden met het vrije uitzicht van de bestaande woningen aan de Hamseweg. Ik hoop dat u bebouwing van het terrein met een bouwhoogte van 10 meter afwijst zeker gezien het “spel” dat de afgelopen 16 jaar gespeeld is. Samengevat pleit ik er voor om de historische misser te niet te doen door de voormalige dierenweide weer zijn oorspronkelijk bestemming te geven nml . agrarisch. Richard Renkers
Chronologisch overzicht geschiedenis van de bestemming van de zgn. dierenweide van de landbouwschool. 1984 Landbouwschool koopt agrarische grond en maakt hier een dierenweide van. (ongeveer 3000 vierkante meter voor een bedrag van F 12,50 per meter) November 1995 Directeur van de school geeft een bulletin uit voor de omwonenden met de informatie dat de school naar een andere locatie gaat . De huidige locatie is ongeschikt om uit te breiden. 22-6-1998 Inloopspreekuur. Gemeente wil de agrarische bestemming van de dierenweide omzetten naar een maatschappelijke bestemming. Ambtenaren de informatie gegeven dat de school dit niet wil. Ze gaan immers naar een ander locatie. Directeur van de school heeft gezegd dat ze op de huidige locatie niet willen uitbreiden vanwege de verkeerssituatie en de toenemende leerlingendruk. Vanuit de school is er geen verzoek ingediend om de bestemming te wijzigen, het is zelfs zo dat bebouwing van de dierenweide de aantrekkingskracht van de school grotendeels teniet zal doen. Deze informatie was niet bij de ambtenaren bekend. Ze hebben helaas niets met mijn aangedragen informatie gedaan. 7-5-99 Op zaterdag een uitnodiging gekregen dat ik 3 dagen later mijn zienswijze kon toelichten bij de raad. Brief heeft mij niet op tijd bereikt omdat ik een paar dagen op vakantie was. Ik heb verzocht om op een ander moment mijn zienswijze te mogen toelichten, dit is geweigerd. Mijn mening dat er dan sprake is van onbehoorlijk bestuur werd niet gedeeld. 24-5-99 Bestemmingsplan door raad vastgesteld. Dierenweide krijgt maatschappelijk bestemming Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het bouwen in ten hoogste 1 bouwlaag aanvaardbaar. Volgens de plankaart is dit maximaal 4 meter hoog. 13-6-99 College brief gestuurd met de informatie dat het bestuur van de school al contact had gelegd met een projectontwikkelaar met als doel de maatschappelijke bestemming te wijzigen in een woonbestemming. September 1999 Plek van de nieuwe school wordt bekend gemaakt nml . in deelplan De Velden in Vathorst.
14-12-99 Gedeputeerde staten Utrecht beslist over bestemmingsplan. Zij benadrukken dat slechts bouwen in één bouwlaag is toegestaan rekening houdend met de maatschappelijke situatie. 2-7-2001 Raad van State, via mijn pleitnota, de informatie gegeven dat de gemeente de grond wil kopen. Bestuur wil het terrein aan een projectontwikkelaar verkopen die er vervolgens villa’s op laat bouwen.
1-8-2001 Uitspraak van de raad van State. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de uitbreiding van de school in de vorm van een tweede bouwlaag niet aanvaardbaar. Dit standpunt heeft de gemeente ook vastgelegd in de structuurvisie Hamseweg/Zevenhuizerstraat. Het karakter van de omgeving van de Hamseweg wordt omschreven als een open ruimte met een volwassen laanbeplanting. Beide zijn voor het ruimtelijk beeld van groot belang. De open ruimte is van bijzondere betekenis omdat Hoogland zich hierdoor manifesteert als een zelfstandige kern in Amersfoort. 14-2-2005 Bestuur van de school deelt mee dat ze de grond gaan vermarkten. Zij proberen zoveel mogelijk geld te krijgen. Bestuur zegt dat een projectontwikkelaar rustig de grond 10 jaar braak laat liggen en wacht tot er een woonbestemming opkomt 2005 School betrekt nieuw pand in Vathorst 2006 Gemeente wil de grond kopen. Bestuur stelt een zeer aantrekkelijk bod te hebben van een investeerder. Ze wil dat de gemeente meer betaalt dan alleen de bestemming onderwijsdoeleinden zou rechtvaardigen. Het bestuur wil ook voorkomen dat de gemeente grond koopt voor een laag bedrag en de grond binnen enkele jaren met grote winst aan een projectontwikkelaar verkoopt. 27-3-2007 Bestemmingsplan Groot Weede opnieuw vastgesteld. Goothoogte staat op de plankaart. Voor de dierenweide blijft dit 4 meter. 18-2-2013 Zienswijze ingediend voor bestemmingsplan park Schothorst/ Groot Weede. Voorgesteld om de bestemming terug te brengen naar de periode voor 2001. Immers de bestemming is voor mij om onbegrijpelijk reden veranderd van agrarisch naar maatschappelijk. Reeds in 1995 was bekend dat de school zou vertrekken, dit heb ik ook in 1998 aan de ambtenaren laten weten. Toch is het bestemmingsplan veranderd. De school is in 2002 vertrokken. 25-6-2013 Raad heeft opnieuw bestemmingsplan vastgesteld. Een zienswijze over Groot Weede leidt tot een aanpassing. Er wordt nu rekening gehouden met het vrije uitzicht vanaf de achterzijde van de bestaande woningen aan de Hamseweg. Het antwoord van de gemeente op de zienswijze van de projectontwikkelaar luidt als volgt: Bij een ruimtelijke onderbouwing moet o.a. worden aangegeven of woningen ter plekke stedenbouwkundig aanvaardbaar zijn (de nieuw te bouwen woningen liggen achter een bestaande rij woningen aan de Hamseweg) of woningbouw ter plekke invloed heeft op het cultuurhistorisch waardevolle landschap of woningbouw invloed heeft op de Flora en Fauna ter plekke. Eventuele nieuwe bouwmogelijkheden mogen niet leiden tot onevenredige vermindering van de privacy van omliggende woningen. 15-5-2014 Projectontwikkelaar op bezoek. Hij legt zijn plannen uit, 8 villa’s met een bouwhoogte tot 10 meter. Houtwal wil hij snoeien en/of kappen. “Eiken horen niet in een houtwal”. R.J.M. Renkers (09-06-2014)
De Ronde 1 juli 2014 onderwerp: ‘Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede’
tekst Max Ik ben Max Griebling. Ik spreek hier namens de bewonerswerkgroep Park Schothorst, die zich onder anderen bezighoudt met de ecologische verbinding tussen Park Schothorst en het buitengebied van Amersfoort. Dit doet de bewonersgroep op verzoek van en in samenwerking met de Gemeente Amersfoort. Omdat binnen de gemeente het bewustzijn van het belang van de ecologische verbinding reeds aanwezig is en in het beleid is terug te vinden, besteed ik daar op deze plek geen verdere aandacht aan. Wel wil ik de volgende 3 punten bij u onder de aandacht brengen. 1. Het gaat ons in het plangebied om de groenstrook in een L-vorm langs het terrein van Hamseweg 70. Niet alleen de westkant (zoals gesteld bij “de houtwal” in de startnotitie op pagina 4 en 5 onderaan) maar ook de zuidkant van deze groenstrook is nodig voor een doeltreffende ecologische verbinding met de overkant van de Hamseweg. 2. Belangrijk voor die ecologische verbinding is het totale groen, met daarin de bomenlaag, de struikenlaag en de kruidenlaag. Dus niet alleen de bomen zijn belangrijk. 3. Het belang van de groenstrook is extra groot door het ontbreken van een alternatief voor de betreffende ecologische verbinding. De groenstrook is ter plekke het enige groene verbindingselement tussen Park Schothorst in het oosten en het Eemgebied in het westen. In het noorden bevindt zich de dorpsbebouwing en in het zuiden het weidse grasland zonder opgaande (beschermende) begroeiing. Als u nadere vragen heeft mag u mij hierover altijd benaderen. Ook de stadsecoloog en de wijkbeheerder zijn van onze plannen op de hoogte. Max Griebling
Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede De Ronde, 1 juli 2014 In de startnotie is sprake van het realiseren van woningen met bijgebouwen (schuren/garages). Ook is sprake van een toegangsweg met parkeerplaatsen. Hierdoor wordt het verhard oppervlak van het te bebouwen terrein aanzienlijk vergroot ten opzichte van de situatie toen er nog een landbouwschool was gevestigd. Tegelijkertijd worden door anderen inspanningen gedaan om te komen tot een (natte) ecologische verbindingszone (evz) aan de rand van het perceel Hamseweg 70. De toename van verharding zorgt voor een situatie waar hemelwater niet meer kan infiltreren in de bodem, terwijl die bodem juist water nodig heeft om de evz te kunnen realiseren. Wij vrezen een onherstelbare daling van de grondwaterstand en dus verdroging in de loop van de tijd. Hoe denkt u te kunnen voldoen aan de trits hergebruik-vasthouden-bergen-afvoeren van hemelwater in de nieuwe situatie? De luchtkwaliteit is na de bouw van het ziekenhuis aan de rand van het plangebied achteruit gegaan, met name door toename van het verkeer en door het kappen van bomen. Er is tijdens de voorbereiding van de ziekenhuisbouw toegezegd dat er compensatie komt voor deze achteruitgang, onder andere door het planten van bomen op het terrein van het ziekenhuis of op omliggende terreinen. Wij kunnen ons niet voorstellen dat er toestemming zou komen voor het kappen dan wel verregaand snoeien en aftoppen van bomen in het plangebied, terwijl er een herplantingstoezegging ligt. Bent u bereid om de gedane toezegging in te vullen in het plangebied? Pieter de Bekker
Geachte leden van de Raad, Afgelopen week heb ik u een brief gestuurd met ons voorlopige standpunt inzake het verzoek om 8 vrijstaande woningen te realiseren op het perceel Hamseweg 70. Na bezoek aan het gebied is ons standpunt gewijzigd: de VDH is zonder meer tegen bebouwing op dit gebied. Het gaat daarbij om twee punten: de ecologische verbinding en het bouwplan zelf. Het gebied is, zoals u zelf stelt in uw raadsvoorstel van 19 mei kwetsbaar: Het gebied Groot Weede vormt de ecologische doorgang tussen het park Schothorst en het agrarische gebied Hoogland-west. Veel dieren maken gebruik van deze corridor. Deze corridor is al kleiner geworden met de bouw van het ziekenhuis Meander aan de Maatweg. Door opnieuw aan deze strook te sleutelen wordt de doorgang nog kleiner. Zeker als er ook houtwallen en natuurlijke bomenrijen in het landschap verdwijnen en er autoverkeer, lawaai en lichthinder zal zijn. En dat zal gebeuren: 8 woningen veroorzaken autoverkeer (gezien de doelgroep 16 auto’s?), lawaai en lichthinder. Ontsluiting naar de Hamseweg levert voor fietsers en autoverkeer een gevaarlijke situatie op. Voor het verleggen van het fietspad is nauwelijks of geen ruimte en bedenkt u eens hoe vaak koplampen bij het huis Nieuw Weede naar binnen zullen schijnen als men de Hamseweg op rijdt. Daarnaast is er de laatste jaren veel energie en geld gestoken in het optimaliseren van park Schothorst. De notitie “Beheer Vitaal Park Schothorst” (Amersfoort, 2013) stel op pagina 19: “In stand houden en versterken van deze verbinding (park Schothorst, Hamseweg, Maatweg) is voor het behoud van de ecologische waarde van het park van levensbelang; alle mogelijke maatregelen binnen het park verliezen hun waarde als deze verbinding geblokkeerd zou raken” Aan de rand van het desbetreffende kavel ligt een eeuwenoude houtwal. Deze houtwal wordt door veel dieren als vlucht- en rustroute gebruikt om van Hoogland-west of omgekeerd naar park Schothorst te gaan. Deze houtwal wordt weliswaar in het plan aangeduid als ‘te handhaven’ , maar zal alleen maar verzwakt worden: er is immers door de projectontwikkelaar al eens gepoogd de daar aanwezige eiken te snoeien. Het rigoureus snoeien van eiken van 26 meter naar 18 meter – zoals door de ontwikkelaar wordt voorgesteld - betekent feitelijk dat deze eiken het niet zullen overleven. In uw nota Kwaliteit Openbare Ruimte, deel B, pagina 109 staat dat juist eiken bij het dorpse karakter van Hoogland hoort en dat “Behoud en zo nodig vervanging zeer wenselijk is” Tenslotte het bouwplan zelf. 8 villa’s op een dergelijke oppervlak levert nauwelijks ruimte bij de huizen op. Dat maakt de term villa enigszins belachelijk. Huizen met twee woonlagen en een kap (tien meter hoog) past volgens de VDH niet in dit landschap. Daarnaast zou er een precedent geschapen kunnen worden met een ander terrein in Groot Weede dat al van een andere projectontwikkelaar is. Ik hoor het al zeggen: “Waarom daar wel en bij mij niet?” De vereniging Dorpsbelangen Hoogland neemt hierbij het standpunt in dat zij tegen het wijzigen van het bestemmingsplan is en tegen woningbouw op dit gebied
Dia 1
Geachte leden van de Raad! Ik ben Johan van Dalen, omwonende. De houtwal is een romantisch verkoop argument als je een woonplek zoekt. Maar de verkoper gebruikt een truc. Hij praat over een houtwal, maar je ziet aan alles dat hij er mee in zijn maag zit. Waarom? Dia 2
Omdat hij de grond die NAAST de houtwal ligt, zo niet kan verkopen. En dat gaat om veel geld. En wat is zijn verkooptruc? Dia 3
Om het acceptabel te maken voor het oog van de koper, wil hij de onderbegroeiing verwijderen, en de ruige bomen opsnoeien, wat bomen er tussenuit zagen en de hoogste inkorten. Het gaat er erg netjes en transparant uitzien. Geen Park Klein Weede maar …
Dia 4
Perk Klein Weede. Het rare is … Dia 5
dat de houtwal ook nog verkocht wordt, als bouwgrond. Grond voor woningbouw. Daar is maar 1 reden voor: geld. Door dit te doen verdient de verkoper nog eens ruim € 800.000 extra. Terwijl het natuur is. Dia 6
Als grasland of natuurgrond is de houtwal hoogstens € 10.000 waard. Dat is mooi verdiend! Wat gaat er vervolgens gebeuren?
Dia 7
Elk van de 8 kopers zal naast de grond waarop hij kan bouwen, ook gemiddeld een ton extra moeten neertellen voor zijn stukje houtwal. € 100.000 voor iets dat mooi is om van een afstand naar te kijken, maar waar hij enorm last van zal krijgen. Dia 8
Het is al betoogd dat de bewoners last gaan krijgen van schaduw, luchtvervuiling die op de bladeren komt en naar beneden druipt, de eikenprocessierups etc. En enorme hoeveelheden bladeren. Mijn vrouw is driekwart van het jaar bezig met het opruimen van bladeren in de tuin. Dat wordt zweten, of de hele tijd lawaaiige bladblazers. Dia 9
En heeft u wel eens gezien wat deze bomen doen bij storm, als de wind pal uit het zuidwesten over de weilanden op deze houtwal staat? U moest eens weten hoe beangstigend dat is. Je zult er maar onder wonen. Wij omwonenden hebben ook grote bomen in de tuin.
Dia 10
Het is prachtig maar vanwege het risico ben je jaar in jaar uit met de hovenier aan het snoeien, onderhouden en als het echt niet anders kan, omzagen. Dia 11
Dit ….. is vragen om moeilijkheden. Ik verwacht dat de kopers al na de eerste storm gaan zinnen op een manier om van deze bomen af te komen. Je hebt er € 100.000 voor betaald, maar het toppunt zou zijn dat je er wakker van zou moeten liggen. Dia 12
Dus dat wordt een sluipend proces. De bomen zijn van die mensen zelf, dus hou dat maar eens tegen.
Dia 13
Weg houtwal, weg zélfs Perk Klein Weede. Dia 14
Daarom heb ik een ander voorstel. 1. Bestem de houtwal in het bestemmingsplan tot natuurgrond. 2. Spreek als gemeente het Wellant College aan op hun groene hart en koop de grond onder de houtwal voor € 10.000. 3. Breng de houtwal onder in een onafhankelijke stichting. 4. Zodat de houtwal op een deskundige manier kan worden onderhouden, met respect voor de natuur. Dat zou eerlijke politiek zijn: de houtwal is belangrijk. Regel dat dan eerst goed, en ga daarna eens denken over wat er kan of niet kan qua verder grondgebruik. Maar vermeng het niet met elkaar, en laat zo’n houtwal zeker niet in handen van een grondeigenaar en een projectontwikkelaar die er alleen geld mee willen verdienen. Dia 15
Zij hebben al jaren een tunnelvisie. Dan zie je alleen de grote zak met geld aan het eind van de tunnel, maar de natuur en de omwonenden zijn allang buiten beeld.
En wel beschouwd zadelen ze ook de kopers op met problemen. Leden van de Raad! Wie gelooft nou werkelijk dat dat goed gaat, als mensen benedenwinds, pal naast zo’n houtwal gaan wonen? Dank voor uw aandacht.
Wendy van Offeren
De Ronde, dinsdagavond 1 juli 2014
(contactpersoon Bomenstichting en lid gemeentelijke werkgroep ecologische verbindingszone Park Schothorst)
Inspraak bij Startnotitie bestemmingsplan Groot Weede noord Voorbereiding besluit
Vergaderset: https://amersfoort.notudoc.nl/cgibin/agendapdf.cgi/env=help/action=a4/ap=389226/id=37337/vergaderset-VZ1.03-20140701___Startnotitie_en_modelkeuze_bestemmingsplan_Groot_Weede_noord___.pdf Geacht raadslid, De nieuwbouwplannen voor Groot Weede noord betreffen een ‘kwetsbaar gebied’, zo geeft het college aan in de Startnotitie. Daarom stelt het college voor om de raad vooraf de kaders te laten stellen voor het nieuwe bestemmingsplan. Waar die ‘kwetsbaarheid’ van het gebied precies uit bestaat, of welke bijzondere waarden het gebied heeft en welke bedreigingen er zijn, maakt het college in de Startnotitie echter niet duidelijk. Hoe kan de raad dan de belangen goed afwegen en goede kaders stellen? Daarom heb ik voor u de waarden van het gebied op een rijtje gezet die m.i. beschreven dienen te worden in de Startnotitie en opgenomen bij de Aandachtspunten in de Startnotitie. Tevens doe ik voorstellen voor kaders die de raad in de Startnotitie zou kunnen stellen. Ik heb mij geconcentreerd op het onderdeel woningbouwplannen aan de Hamseweg 70. 1. De ecologische waarden van het gebied Nog te beschrijven: De Startnotitie noemt het gebied ‘de belangrijkste verbindingszone tussen stadspark Schothorst en het Maatweggebied’. Maar wat het belang dan precies is, beschrijft de Startnotitie niet. Welke ecologische waarden vertegenwoordigt het gebied en welke rol speelt de ecologische verbindingszone gevormd door de groene zone met de houtwal daarin? Het college vergeet in de Startnotitie op te nemen dat in Beheerplan Park Schothorst staat dat als het park wordt afgesneden van omringende gebieden de biodiversiteit van het park in gevaar zal komen. En dat een gemeentelijke werkgroep van vrijwilligers en ambtenaren juist plannen aan het maken is op basis van dat Beheerplan voor een ecologische verbinding naar de groene zone/houtwal in het plangebied. Verder verbindt de groene zone/houtwal het gebied met het Maatweggebied/Eem en Coelhorst. Ook dat dient de Startnotitie nog te beschrijven. Aandachtspunt: Op welke wijze wordt gegarandeerd dat de ecologische waarden van het gebied en van de groene zone met daarin de houtwal geen schade zullen oplopen door de woningbouwplannen? Kaders: - Een Natuur Effect Rapportage is nodig: welke invloed zullen de bouwplannen hebben op de ecologie in het ‘kwetsbare gebied’ en op de ecologische verbinding die de groene omzoming van het plangebied (houtwal, maar ook de zuidelijke groenzone) biedt? Hoe kan de ecologie en de verbinding naar Park Schothorst, Maatweg en Coelhorst het best worden gediend? Aspecten: lichtvervuiling, geluid/auto’s, verharding/waterhuishouding, snoei en kap etc.. - De ‘waarde Ecologie’ opnemen in Regels en Verbeelding van het nieuwe bestemmingsplan voor de ecologisch te beschermen delen zoals de houtwal en het zuidelijke gedeelte. - Een Bomen en Groen Effect Analyse: welke gevaren leveren de bouwplannen op voor de duurzame instandhouding van de houtwal: bomen en struiken e.d.? Is het realistisch dat bewoners de groene zone in stand zullen houden (overlast door
schaduw, gevaar bij storm, bladval e.d.)? De BomenEffectRapportage van de initiatiefnemer blijkt niet te voldoen aan de normale eisen, o.a. qua deskundigheid. 2. De cultuurhistorische waarden van het landschap en van de houtwal in het landschap. Te beschrijven: De cultuurhistorische waarde van het landschap en van de houtwal is onvoldoende weergegeven in de Startnotitie. Hoe oud is het landschap, hoe oud is de houtwal, hoe oud zijn de bomen? Wat is hun waarde? Welk verhaal vertellen zij ons? In de Zienswijzennota bij het huidige bestemmingsplan stelt de gemeente dat het landschap cultuurhistorisch waardevol is en dat het van belang is in hoeverre woningbouw daar invloed op heeft. Daarbij noemt de gemeente de plannen ‘ingrijpend’ omdat de functie van het bouwvlak verandert van maatschappelijke doeleinden naar wonen en omdat de maximale bouwhoogte wijzigt. Cultuurhistorische waarde van houtwal: De cultuurhistorische houtwal vervult m.i. in het landschap een essentiële rol. De houtwal is immers een cultuurhistorisch landschapselement dat beeldbepalend is door de hoogteligging in het lagere landschap, door de structuur die de wal als lijnelement aan het landschap geeft, door de hoogte van de oude monumentale bomen en het groene aanzien. Komende vanaf Amersfoort zie je aan de houtwal direct: hier kom ik een oud dorp binnen met een agrarisch verleden: Hoogland. De notitie dient aangevuld te worden met al deze informatie. Aandachtspunt: Op welke wijze wordt gegarandeerd dat de woningbouw geen nadelige invloed heeft op het aanzicht van het cultuurhistorische landschap en op de duurzame instandhouding van het cultuurhistorische aanzien van de houtwal? Kaders: - Een Cultuurhistorische Effect Rapportage is nodig (nu is geen cultuurhistoricus betrokken geweest): hoe oud is de houtwal, hoe oud zijn de bomen, wat is de waarde? - De ‘waarde Cultuurhistorie’ opnemen in de Regels en Verbeelding van het bestemmingsplan voor de cultuurhistorisch te beschermen delen zoals de houtwal - Een Bomen en Groen Effect Analyse: welke gevaren leveren de bouwplannen op voor de duurzame instandhouding van de houtwal: bomen en struiken e.d.? 3. Landschappelijke waarde van de open ruimte en de laanbeplanting Hamseweg Te beschrijven: De raad heeft in 2001 in de Structuurvisie Hamseweg/Zevenhuizerstraat en tijdens de rechtszaak voor de RvS inzake bestemmingsplan Groot Weede aangegeven dat het open landschap beschermd dient te worden omdat deze ‘ruimtelijk van zeer groot belang is’; ‘de open ruimte is van een bijzondere betekenis omdat Hoogland zich hierdoor manifesteert als een zelfstandige dorpskern van Amersfoort.’. Daarom achtte de gemeente ‘een tweede bouwlaag stedenbouwkundig onaanvaardbaar’. Deze essentiële informatie dient te worden toegevoegd aan de Startnotitie. Waarom het college nu de woningbouwplannen opeens wel aanvaardbaar acht, maakt het college totaal niet duidelijk. Ook de invloed van de plannen op ‘de volwassen laanbeplanting’ van de Hamseweg, die het college in bovenstaande rechtszaak eveneens ‘ruimtelijk van groot belang’ noemt, ontbreekt. Aandachtspunt: Op welke wijze wordt gegarandeerd dat de woningbouw geen nadelige invloed heeft op het aanzien van de open ruimte en de laanbeplanting Hamseweg? Kaders: - Landschappelijke beoordeling nodig (nu slechts stedenbouwkundige betrokken) - Een Bomen en Groen Effect Analyse i.v.m. de mogelijke invloed van de benodigde infrastructuur (toegangsweg + verleggen fietspad) op de laanbeplanting Hamseweg (kap van waardevolle laanbomen/bedreiging boombehoud door verharding etc).
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 juli 2014
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur 20
4726114 Startnotitie en modelkeuze bestemmingsplan Groot Weede Reg.nr. noord Besluitenlijst Soort verslag Presidium Soort document Voorbereiding besluit Raadsvoorstel Beslispunten: 1. De startnotitie ‘bestemmingsplan Groot Weede noord’ vast te stellen; 2. de bestemmingsplanprocedure voor het bestemmingsplan ‘Groot Weede noord’ te starten, waarbij de procedure van model 2 wordt gevolgd. Portefeuillehouder Buijtelaar Kennedy-Doornbos (tevens woordvoerder) Opsteller Bongers Juijn-Dorst Portefeuillehouder Buijtelaar Brugge (eerste deel) (GL), Fousert (Amersfoort2014), Hessels (VVD), Kennedy- Ambtenaren Juijn-Dorst Doornbos (CU), Molenkamp (SP), NoortmanNieuwendijk (CDA), Prins (tweede deel) (GL), Sanders (D66), Smulders (PvdA) - dhr. M. van Hoogevest, namens de initiatiefnemer - mw. V. Slingerland, namens omwonenden Hamseweg 70 - dhr. J.C. van der Hooft - dhr. R. Renkers - mw. W. van Offeren, Bomenstichting - dhr. M. Griebling, werkgroep ‘Ecologische verbinding Park Schothorst en Eem’ - dhr. P. de Bekker - dhr. B. Rijnders - dhr. L.J. van Dalen - dhr. J. Bijvank, Vereniging Dorpsbelangen Hoogland De insprekers hebben het woord gevoerd (met name over bescherming houtwal, ecologische verbindingszone, communicatie door ontwikkelaar met omwonenden en privacy van omwonenden door voorgestelde bouwhoogte) en de woordvoerders hebben vragen gesteld. De woordvoerders van ChristenUnie, VVD, PvdA en D66 kunnen zich wel vinden in het voorstel voor model 2 (en dus wijziging van de bestemming) maar ze hebben net als de andere woordvoerders kanttekeningen bij de startnotitie als het gaat om de plannen voor Hamseweg 70. De woordvoerders van CDA, SP, Amersfoort2014 en GroenLinks zijn tegen het veranderen van bestemming in “wonen”. D66 benadrukt liever kleinschaliger woningbouw te willen dan de voorgestelde woningbouw. De fracties hebben geen bezwaren tegen de plannen voor de Van Boetzelaerlaan 3.
Kaders voor aanscherping startnotitie: - de bescherming van de houtwal - de ecologische verbindingszone - de voorgestelde bouwhoogte in relatie tot de nu geldende bouwhoogte - communicatie met omwonenden (met name door ontwikkelaar)
#4726114 v4 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 STARTNOTITIE EN MODELKEUZE BESTEMMINGSPLAN GROOT WEEDE NOORD
De meeste woordvoerders zijn voorstander van het laten uitvoeren van een Natuur Effect Rapportage. De voorzitter geeft aan de portefeuillehouder mee om het behandelde als een peiling te beschouwen en de raad te informeren over het vervolg. De woordvoerders van D66, VVD en PvdA laten nog aan de portefeuillehouder weten hoe zij staan tegenover de voorgestelde bestemmingswijziging en de startnotitie als een Natuur Effect Rapportage laat zien dat de voorgestelde plannen weinig tot geen schadelijke effecten zullen hebben. Advies aan presidium: Vervolgstap college Toezeggingen / Afspraken
Portefeuillehouder zegt toe: - het raadsvoorstel en de startnotitie te splitsen in deel Hamseweg 70 en deel Van Boetzelaerlaan 3; - de omwonenden van Hamseweg 70 te informeren als startnotitie Hamseweg 70 op agenda van De Ronde/Het Besluit wordt geagendeerd; - de raad te informeren over het vervolg (agendering startnotitie, uitvoering en bekostiging van Natuur Effect Rapportage)
Aantekeningen voor verslag
#4726114 v4 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 STARTNOTITIE EN MODELKEUZE BESTEMMINGSPLAN GROOT WEEDE NOORD
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder
4712065 Beleidsregels oplaadpunten in de openbare Reg.nr. ruimte 1 juli 2014 Ambtelijk contact College van B&W Peter Richters (033-469 4975 ) Buijtelaar
Samenvatting
Op 28 januari nam de raad het besluit om deel te nemen aan de regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s en hiervoor in 2014 een budget beschikbaar te stellen van € 100.000. De aanbesteding heeft inmiddels plaatsgevonden. De winnende partij zal binnen enkele maanden een digitaal loket aanbieden waar laadpunten aangevraagd kunnen worden. Het college wil graag met raadsleden en met rijders van elektrische auto’s, aan de hand van stellingen, bespreken wanneer er wel en wanneer er geen openbare laadpaal wordt geplaatst.
Doel activiteit
Soort document Rondetafelgesprek Stellingen De wens van woordvoerders in de Ronde op 14 januari om verder te willen praten over het onderwerp en de mogelijkheden tot het ontwikkelen van beleid.
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
2SZ%P01! (3)
Deel te nemen aan het rondetafelgesprek. De uitkomst van het gesprek wordt als input gebruikt voor de nog door het college vast te stellen beleidsregels. Besluitenlijst BIS Raadsstukken Fractie Raadsvoorstel en -besluit Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s. BIS Raadsstukken Fractie Stellingen
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar Wethouder C. van Eijk
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum
: 4562162 : 17 december 2013
17-12-2013 14-01-2014 28-01-2014 28-01-2014
TITEL Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s
BESLISPUNTEN - Deel te nemen aan de regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s. - Voor 2014 hiervoor een budget beschikbaar te stellen van € 100.000 (circa 40 oplaadpalen).
AANLEIDING Er komen steeds meer elektrische auto’s. De Rijksoverheid streeft naar 20.000 elektrische auto’s in 2015 en voor 2025 mikt men op één miljoen elektrische auto’s. Wekelijks komen er bij ons aanvragen binnen voor een openbaar oplaadpunt om de elektrische auto te kunnen laden of wordt de gemeente gevraagd om medewerking te verlenen aan het plaatsten van een particuliere laadpaal in de openbare ruimte. Op dit moment zijn er zo’n 40 aanvragen voor een openbaar toegankelijke laadpaal of voor toestemming om een particuliere laadpaal te mogen plaatsen. In samenwerking met de Stichting e-laad hebben wij afgelopen jaren 24 laadpalen voor elektrische auto’s geplaatst in de openbare ruimte. De kosten voor de laadpalen zijn betaald door de Stichting e-laad. De inrichting van de bijbehorende parkeerplaatsen hebben wij betaald. Stichting e-laad is in 2009 opgericht door netbeheerders om, voor een periode van 3 jaar, elektrisch rijden te stimuleren en ervaring op te doen met publieke laadpunten. Stichting e-laad plaatst geen nieuwe laadpunten meer, omdat het budget op is en de periode van 3 jaar voorbij is. De markt van elektrisch rijden en oplaadpunten voor elektrische auto’s is volop in ontwikkeling. Maar omdat er nog geen sluitende businesscase is te maken om laadpalen te exploiteren, heeft nog geen marktpartij een vervolg gegeven aan de aanzet van Stichting e-laad. Op dit moment kan zonder gemeentelijke inzet geen antwoord worden gegeven op de toenemende vraag naar openbaar toegankelijke laadinfrastructuur voor elektrische auto’s. Metropoolregio Amsterdam1 is onder de noemer MRA Elektrisch (MRA-E) een project gestart waarbij gemeenten in Noord-Holland en Flevoland worden gefaciliteerd bij een snellere uitrol van elektrisch rijden. MRA-E bereidt een aanbesteding van oplaadpunten voor met gezamenlijke financiering door het Rijk, de provincie Noord-Holland, Flevoland, gemeenten en marktpartijen. Bij dit model kunnen de gemeenten in de provincie Utrecht ook aansluiten.
1
MRA is het informele samenwerkingsverband van 36 gemeenten, de provincie Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. Inlichtingen bij:
P. Richters, SOB/VV, (033) 469 49 75
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4541632 pagina 2
BEOOGD EFFECT Door het stimuleren van elektrisch autorijden vergroten we de leefbaarheid van de stad en dragen wij bij aan de reductie van CO2-emissie.
ARGUMENTEN 1.1 Elektrisch rijden draagt bij aan een beter leefklimaat en aan de reductie van CO2-emissie Het verkeer is verantwoordelijk voor 25% van de CO2-uitstoot van de stad. Elektrisch rijden is schoner en zuiniger dan rijden op fossiele brandstoffen. Elektrisch rijden draagt bij aan de ambitie van Amersfoort om in 2030 een CO2-neutrale stad te zijn. Bovendien maakt een elektrische auto minder geluid dan een conventionele auto. Met elektrisch rijden verbetert de luchtkwaliteit en vermindert de geluidbelasting in de stad en wordt het prettiger wonen en werken in Amersfoort.
1.2 Openbaar toegankelijke laadinfrastructuur nodig om elektrisch rijden beter mogelijk te maken Niet iedereen heeft de mogelijkheid om op eigen terrein een elektrische auto te kunnen laden. Daarom zijn openbaar toegankelijke laadpalen nodig. Als er voldoende laadmogelijkheden zijn wordt het e-rijden gestimuleerd en is de drempel om een elektrische auto te kopen lager. Voor bezoekers van Amersfoort is het ook belangrijk dat er een mogelijkheid is om de elektrische auto te kunnen laden. Als er onvoldoende oplaadmogelijkheden zijn, of als deze ongunstig staan, dan worden hybride elektrische auto’s niet goed benut en wordt er meer met fossiele brandstoffen gereden.
1.3 Gemeentelijke inzet en cofinanciering is nodig voor de verdere uitrol van laadinfrastructuur Voor marktpartijen is er op dit moment geen sluitende businesscase te maken voor het leveren en exploiteren van publiek toegankelijke laadinfrastructuur. Marktpartijen willen op dit moment alleen instappen als de onrendabele top wordt weggehaald. Andere stakeholders zijn bereid om mee te betalen aan de onrendabele top als de gemeente hierin ook een bijdrage levert.
1.4 Het concept van MRA-E is het meest praktisch en betekent uniformiteit en duidelijkheid Nu al zijn er zonder toestemming particuliere laadpalen in de openbare ruimte geplaatst of worden auto’s met kabels over de weg vanuit een woonhuis geladen. Aan het plaatsen van particuliere laadpalen in de openbare ruimte wordt geen medewerking verleend. Particuliere laadpalen voldoen over het algemeen niet aan de gestelde veiligheidseisen voor toepassing in de openbare ruimte. Daarnaast het onduidelijk wie eigenaar en/of beheerder is van de laadpaal, hoe de aansprakelijkheid is geregeld en hoe de toegankelijkheid voor anderen is geregeld. Om dit goed te regelen moet er een recht van opstal en een ontheffing op grond van de APV nodig. Dit is een forse administratieve belasting. Door aan te sluiten bij MRA-E wordt voorkomen dat er een wildgroei ontstaat in de manier waarop particulieren hun e-auto laden. Er wordt uniformiteit en duidelijkheid geschapen over hoe Amersfoort omgaat met e-rijden en e-laden. In het concept van MRA dragen meerdere stake-holders bij aan het realiseren van een netwerk van publiek toegankelijke laadinfrastructuur. Daarnaast regelt MRA de Europese aanbestedingsprocedure en het beheer van de laadinfrastructuur voor een periode van 3 jaar tot 5 jaar.
2.1 Onrendabele top wordt nu weggenomen, terugverdienen komt later De gemeente blijft eigenaar van de laadpalen. In het concept van MRA-E wordt het beheer en onderhoud in een contractperiode van 3 tot 5 jaar vastgelegd. De duur van de contractperiode is afhankelijk van hoe gunstig de aanbesteding verloopt. De technische levensduur van de laadinfrastructuur is veel langer. Als na deze periode de laadinfrastructuur nog steeds voldoet aan de vraag, is de basisinvestering al gedaan. Vanaf dat moment kan de installatie worden terugverdiend. De installatie zou dan bijvoorbeeld met restwaarde in een concessie kunnen worden aanbesteed, zodat marktpartijen zorg kunnen dragen voor het verder vervolmaken van een netwerk.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4541632 pagina 3
KANTTEKENINGEN 1.1 De markt voor duurzaam rijden is nog volop in ontwikkeling Naast e-rijden worden ook andere innovaties om duurzaam en CO2-neutraal auto te kunnen rijden onderzocht. Ook e-rijden en e-laden is nog volop in ontwikkeling. Het is nu niet te zeggen hoe dit er over 5 of 10 jaar uitziet. Investeringen die nu worden gedaan kunnen in de loop van de tijd achterhaald blijken.
1.2 E-laadplaatsen kunnen leiden tot verstoren van de parkeerbalans Het is de bedoeling dat alleen op een e-laadplaats wordt geparkeerd als er ook daadwerkelijk wordt geladen. Het laden duurt maximaal 3 uur. In de praktijk zal een auto die ’s avonds bij een laadpaal wordt geparkeerd hier blijven staan tot de volgende morgen. Als de parkeerdruk in een bepaald gebied hoog is, in vergunninggebieden en als er veel E-laadplaatsen in een bepaald gebied zijn, kan de parkeerbalans worden verstoord omdat er dan minder parkeerplaatsen beschikbaar zijn voor auto’s die rijden op fossiele brandstoffen.
2.1 Investeren in publiek toegankelijke laadinfrastructuur is geen gemeentelijke taak Het is niet de taak van de overheid om te investeren in laadinfrastructuur voor voertuigen. De gemeente investeert ook niet in vulpunten voor auto’s die rijden op fossiele brandstof.
2.2 Financiële dekking MRA nog niet compleet rond De provincie Utrecht en het Rijk hebben besloten mee te doen met het concept van MRA-E. Maar nog niet alle stakeholders hebben een financiële toezegging gedaan. Als de dekking niet volledig is, kan er niet worden aanbesteed tenzij besloten wordt dat de gemeente een groter aandeel van de investering betaalt.
2.3 Aantal aanvragen voor laadpalen kan groter zijn dan het budget toelaat Op dit moment zijn er zo’n 40 aanvragen voor een laadpaal bekend. Verwacht mag worden dat het aantal aanvragen aankomend jaar toeneemt. Een deel van huidige aanvragers kan op eigen terrein of op gemeenschappelijk terrein (vereniging van eigenaren of verhuurder) een laadpaal plaatsen. Uitgangspunt is dat alleen als er geen mogelijkheid is op eigen terrein, een laadpaal in de openbare ruimte wordt geplaatst. Deze laadpaal wordt zo geplaatst dat het aannemelijk is dat meerdere e-rijders er gebruik van kunnen maken. Bij het plaatsen van laadpalen wordt een dekking van de gehele stad nagestreefd.
FINANCIËN Voorgesteld wordt om voor 2014 een budget beschikbaar te stellen van € 100.000 voor het leveren en plaatsen van e-laadpalen en de inrichting van parkeerplaatsen en het nemen van verkeersbesluiten. Voor dat bedrag kunnen circa 40 laadpalen worden geplaatst met ieder 2 laadmogelijkheden. In de gemeentelijke begroting is geen post opgenomen voor het realiseren van laadinfrastructuur in de openbare ruimte. Het voorstel is om het budget van € 100.000 als volgt te dekken: - € 55.000 RSV Bereikbaarheid onderdeel Stedelijke Distributie: Binnen het VERDER-pakket wordt Stedelijke Distributie onderzocht, vooralsnog wordt geen aanspraak gemaakt op het programma Bereikbaarheid - € 40.000 RSV VVP Voor het vormen van beleid en de uitvoering is € 250.000 gereserveerd. Deze middelen zijn nog niet toegewezen aan specifieke projecten. - € 5.000 Programma Duurzame Ontwikkeling.
DUURZAAMHEID Elektrisch vervoer is schoon, stil en zuinig. De uitstoot van CO2 en NOx en fijnstof verminderd. Het gebruik van fossiele brandstoffen neemt af.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4541632 pagina 4
VERVOLG Met het projectbureau MRA-E en de regionale partners sluiten we een overeenkomst voor het aanbesteden van oplaadpunten voor elektrische auto’s. Pas als er naast de bijdrage van de gemeente Amersfoort door de andere stakeholders voldoende cofinanciering wordt geleverd kan het leveren, plaatsen en beheren van laadpalen worden aanbesteed. Naar verwachting kunnen in het tweede kwartaal van 2014 de eerste laadpalen worden geplaatst. Op basis van een concreet verzoek van een inwoner van onze stad die een e-auto koopt of heeft gekocht en een oplaadpaal dicht bij huis nodig heeft wordt beoordeeld of en waar deze het beste kan komen. De locatie bevindt zich bij voorkeur niet verder dan 200 meter van de aanvrager, zo mogelijk op een plek die omwonenden niet bezwaarlijk vinden. Als er de mogelijkheid is tot parkeren op eigen terrein dan wordt geen laadpaal geplaatst en moet de aanvrager op eigen terrein een laadpunt realiseren (of op gemeenschappelijk terrein in geval van appartementen). Medio 2014 informeren wij u over de voortgang van het plaatsen van laadpalen in de openbare ruimte, het aantal aanvragen voor oplaadpunten, en de ontwikkelingen van de oplaadpunten voor elektrische auto’s.
COMMUNICATIE E-rijders worden via de website van de gemeente geïnformeerd over de mogelijkheden om een laadpaal te gebruiken en aan te vragen. Ook in de stad Amersfoort wordt een bericht geplaatst. Voor het aanwijzen van de parkeervakken waar uitsluitend elektrische auto’s mogen parkeren wordt een Verkeersbesluit gepubliceerd.
BETROKKEN PARTIJEN E-rijders, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, provincie Utrecht, de gemeenten in de provincie Utrecht, netbeheerders, leasemaatschappijen, ANWB.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .
4562162
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2013, sector SOB/VV (nr. 4562162); b e s l u i t: 1. deel te nemen aan de regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s; 2. voor 2014 hiervoor een budget beschikbaar te stellen van € 100.000 (circa 40 oplaadpalen).
Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 januari 2014. de griffier
de voorzitter
Rondetafelgesprek raad over beleidsregels laadinfrastructuur Voorzitter
:
In overleg met de griffie
Raadsfracties
:
Woordvoerders duurzaamheid/mobiliteit
Wethouder Mobiliteit :
Hans Buijtelaar
Adviseur parkeren
Walter Prot
:
Projectmanager MRA :
Maarten Linnenkamp
Projectleider E-laden
:
Peter Richters
Belanghebbenden
:
E-rijders (vanuit verschillende invalshoeken)
Stelling 1: Laadpaal volgt auto (aanvrager woont of werkt in Amersfoort) Stelling 2: Mogelijkheden P.O.E.T. (parkeren op eigen terrein) zijn leidend bij de beoordeling of er wel/niet een laadpaal in het openbaar gebied wordt geplaatst Stelling 3: We plaatsen alleen laadpalen in het openbaar gebied Stelling 4: We verlenen geen subsidie voor laadmogelijkheden op eigen terrein Stelling 5: We plaatsen geen laadpaal als er binnen een loopafstand van 300m al een laadpaal is Stelling 6: We plaatsen alleen 2e laadpaal als uit het verbruik blijkt dat de eerste goed wordt gebruikt Stelling 7: We streven een grid na met een maaswijdte van 250-300m Stelling 8: Het parkeerregime van het gebied waar de laadpaal staat geldt ook voor de e-plek Stelling 9: De maximum parkeerduur bij een laadpaal is 4 uur (parkeerschijf of betalen tarief) Stelling 10: Parkeren bij een laadpaal is alleen toegestaan als er daadwerkelijk wordt geladen Stelling 11: Tussen 23.00h en 8.00h is geen parkeerschijf nodig Stelling 12: Alleen bij gehandicaptenparkeerplaatsen een parkeerplek bij laadpaal op kenteken Stelling 13: Alleen een laadpaal bij bestaande parkeerplaatsen Stelling 14: We plaatsen ook in gebieden met een hoge parkeerdruk laadpalen Stelling 15: We reserveren direct 2 e-parkeerplaatsen als er een laadpaal wordt geplaatst Stelling 16: We staan niet toe dat particulieren in het openbaar gebied een laadpaal plaatsen Stelling 17: We staan toe dat particulieren over de openbare weg een kabel leggen om te laden
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 juli 2014
van
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter
20.30 tot
aantal bezoekers:
22.00 uur 2
Reg.nr. 4726131 Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek Op 28 januari nam de raad het besluit om deel te nemen aan de regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto’s en hiervoor in 2014 een budget beschikbaar te stellen van € 100.000. De aanbesteding heeft inmiddels plaatsgevonden. De winnende partij zal binnen enkele maanden een digitaal loket aanbieden waar laadpunten aangevraagd kunnen worden. Het college wil graag met raadsleden en met rijders van elektrische auto’s, aan de hand van stellingen, bespreken wanneer er wel en wanneer er geen openbare laadpaal wordt geplaatst. Portefeuillehouder Buijtelaar Prins Opsteller Van Kan Richters -
Dassen (D66), Flikkema (VVD), Hunink (CU), Portefeuillehouder Buijtelaar Ambtenaren Janssen (GL), Jongerman (SP), Koet-Minis Prot (Amersfoort2014), Van Koningsveld (CDA), Richters Smulders (PvdA) Nadat de externe deelnemers zich kort hebben geïntroduceerd, is men aan de hand van stellingen in gesprek gegaan. Het gesprek richtte zich met name op: - plaatsen palen op basis van behoefte - concessiemodel vs. marktmodel - is een oplaadplek een parkeerplek? - kiezen van slimme locaties - inzet bestemmingsplan als instrument - tijdsbeperking oplaadpunt - plaatselijke parkeerregulering (betaald- of vergunningparkeren) ook laten gelden voor de oplaadplek Portefeuillehouder geeft aan de input uit het rondetafelgesprek mee te nemen bij het opstellen van de beleidsregels. Advies aan presidium: Vervolgstap college: vaststellen beleidsregels
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Portefeuillehouder zegt toe de raad te informeren over de te zijner tijd door het college vast te stellen beleidsregels. Deelnemers aan het rondetafelgesprek: dhr. H.J. Witteveen (E-rijder), dhr. T. Hoogeveen (manager Allego), dhr. M. Linnenkamp (projectmanager MRA)
#4726131 v2 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 BELEIDSREGELS OPLAADPUNTEN IN DE OPENBARE RUIMTE
Besluitenlijst Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte
Raadsacademie Datum: Aanvang:
dinsdag 1 juli 2014 20:30
Raadsacademie Nieuwe Stad Informatie
Besluitenlijst Beleidsregels oplaadpunten in de openbare ruimte
Nieuwe Stad Informatie Inhoud agendapunt Raadsacademie: De Nieuwe Stad (pdf)
Raadsacademie De Raadsacademie wordt georganiseerd door ambtelijke organisatie en griffie en is bedoeld om feitelijke informatie te geven over beleid en uitvoering. Het is geen politieke bijeenkomst, daarom is de portefeuillehouder niet per se aanwezig. Titel Datum Ambtelijk contact Inhoud
Reg.nr. 4714577 De Nieuwe Stad 1 juli 2014 Grutters (033-469 4915 ) Het Oliemolenkwartier (werktitel: De Nieuwe Stad) ligt tussen de Nieuwe Poort, de Brabantsestraat, de Eem en de Eemlaan. De gemeente Amersfoort, belegger Schipper Bosch en stedenbouwkundig bureau ZUS werken samen met de andere eigenaren en gebruikers van het Oliemolenkwartier aan ideeën voor het gebied. Dit begon met de ontwikkeling van de voormalige Prodentfabriek, waar binnen een jaar tijd zo'n vijftig bedrijven zich hebben gevestigd. De Nieuwe Stad wordt een bruisende plek waar mensen kunnen wonen, werken en hun vrije tijd kunnen besteden. De ambitie is dat De Nieuwe Stad uitgroeit tot een plek waar betrokken ondernemers en bewoners elkaar versterken, waar gebruik boven bezit gaat, waar slimme ideeën en samenwerkingsvormen ontstaan en waar we gezamenlijk van onderop een innovatieve microstad opbouwen; het geleidelijk en organisch herontwikkelen van een nu nog onsamenhangend, maar potentieel rijk binnenstedelijk gebied. In januari 2014 is de raad tijdens een werkbezoek aan de voormalige Prodentfabriek geïnformeerd over de aanpak en de ambities. Nu willen we de raad verder meenemen in het proces en vertellen over de stappen die zijn gezet. Ook willen we antwoord geven op de vragen die tijdens de vorige bijeenkomst zijn gesteld en met de raad van gedachten wisselen over de stappen en dilemma’s die we zijn tegengekomen.
Programma 20.30-20.35 Welkom 20.35-20.55 Kristian Koreman van ZUS vertelt over de visie op het gebied en de aanpak 20.55-21.15 Jos Feijtel vertelt over ontslakken: een nieuwe manier van samenwerken/ontwikkelen waarbij buiten de ‘oude’ beleidskaders moet worden gedacht Pauze 21.30-22.00 gesprek met raadsleden over de dilemma’s bij de nieuwe wijze van ontwikkelen 22.00-22.05 Afsluiting en vervolg door Yordi Grutters Vervolgtraject
Bijbehorende documenten
In het najaar 2014 wordt besluitvorming over de ambities en het proces aan uw raad gevraagd. x BIS nvt
#4714577 v2 - AGENDAPUNT RAADSACADEMIE 1 JULI 2014 DE NIEUWE STAD