"Veiligheid bij (meet)werkzaamheden"
Ministerie van Verkeer en Waterstaat 3irectoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Meetkundige Dienst
Instructie "Veiligheid bij (meet)werkzaamheden "
Hoe riskeer ik zo veiiig mogelijk mijn leven
I n form at iccciTtrum Rijkswaterstaat Meetkundige Dierrst December 1998
Meetkundige Dienst RWS
1 7 APR 2001 U bent pas werkelijk in gevaar op het moment dat u zich veiiig waant
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
1
Colofon Uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst Opmaak Meetkundige Dienst, Afdeling Grafische Technieken Delft, december 1998
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
2
Wat vindt u waar
1.
Voorwoord
5
2.
Inleiding
9
3.
Voorschriften en procedures
13
4.
Zorgplicht (ARAR)
19
5.
Veiligheids- en bebakeningsmateriaal
25
6.
Werken op wegen
29
7.
Werken op of langs het water
37
8.
Bouwputten/depots/ bodemsaneringsterrein
45
9.
Nederlandse Spoorwegen
49
10. Terreinen en leidingen van derden
55
11. Vliegvelden
59
12. Werken op hoogte
65
13. Afhandeling ongevallen
69
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
3
1. Voorwoord
Doel Het zodanig uitvoeren van de opgedragen taken, dat de gezondheid van uzelf en/of anderen niet in gevaar komt, materiele schade wordt voorkomen en schade aan het milieu zoveel mogelijk beperkt blijft. De vermindering van het risico kan gerealiseerd worden door toepassing van de ontwikkelde veiligheidsmethoden en via instructie, voorlichting en scholing daarover. Voorts moeten de diverse materialen ook daadwerkelijk beschikbaar zijn. Zijn deze randvoorwaarden vervuld, dan mag een veiliger werkmethode worden verwacht. Het is daarom van groot belang dat de medewerker: • op de hoogte is (gebracht) van de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften; • de voorschriften opvolgt; • de instructie "Veiligheid bij (meet)werkzaamheden" kent (en dat deze regelmatig wordt opgefrist door herhalingsinstructie/-training); • onduidelijkheden met de chef bespreekt.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
5
Status Deze veiligheidsinstructie (verder: de intructie) is geen vervanging van de wet of andere instructies. Bij de opstelling is ernaar gestreefd een hulpmiddel te verschaffen voor het verantwoord kunnen uitvoeren van taken. Van deze instructie mag slechts gemotiveerd worden afgeweken, dit geldt uiteraard niet indien in de instructie wettelijke bepalingen zijn opgenomen: hier mag nooit van afgeweken worden. De instructie geeft aan welke maatregelen minimaal noodzakelijk zijn voor de veiligheid. Goed omgaan met de instructie betekent dus ook: "je gezond verstand gebruiken!"
Onvolledig Deze instructie kan gezien de wisselende omstandigheden waaronder gewerkt moet worden niet volledig zijn. Bij onduidelijkheden, uitzonderingen of onzekerheden moet er altijd eerst met de chef worden overlegd. Deze treedt zo nodig in overleg met de beheerder van de weg of het terrein waarop gewerkt wordt. Het schriftelijk onderbouwen van het besluit om bepaalde werkzaamheden onder bepaalde arbeidsomstandigheden uit te voeren is noodzakelijk!
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
6
Onderbreken werkzaamheden (ARBO-wet, art. 38) Indien een medewerker vindt dat qua veiligheid zijn grenzen worden overschreden, dan kan hij bij dreigend gevaar het werk stil leggen! Wel dient hij de werkgever (en Arbeidsinspectie) dan te informeren. O p basis van argumenten zal men zich dan moeten verantwoorden bij de chef.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
7
2. Inleiding
Aanleiding Het komt steeds vaker voor dat gemeenten en andere overheidsinstellingen, zoals Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen, door derden aansprakelijk worden gesteld voor opgetreden schade. Vanuit dit oogpunt krijgt het werken langs de w e g steeds meer de aandacht die het verdient. O o k de ARBO-wetverplichting en de Richtlijnen voor Maatregelen bij Werken in uitvoering op Autosnelwegen ( R L - M W A '95) zijn aanleiding voor de totstandkoming van deze instructie. De belangrijkste reden komt echter van de werknemer, die duidelijkheid wil aangaande zijn wettelijke aansprakelijkheid. Een vrijwaring van de Meetkundige Dienst zult u nooit krijgen, maar indien u zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt zal u geen roekeloosheid of grove schuld verweten kunnen worden. Het bewust overtreden heeft mogelijk als consequentie dat u uitgesloten bent van elke vorm van verzekering en zult u alle financiele en andere gevolgen zelf moeten dragen. O o k kunt u door andere partijen juridisch aansprakelijk worden gesteld.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
9
Wetten Volgens de Wegenverkeerswet dient u zich te houden aan de regels opgesteld ten behoeve van: het voertuig, het rijbewijs, het kenteken, het verkeersgedrag ( R W 1990) en het wegbeheer. Daarbij komt dat in het Burgerlijk Wetboek en A R A R zijn vastgelegd dat u een goed werknemer dient te zijn, uw bedongen arbeid persoonlijk en naar beste vermogen dient te verrichten, redelijke instructies dient op te volgen en u een zorgplicht heeft aangaande: apparatuur, voertuigen en materiaal. Art. 13 van de A R B O - w e t regelt de verplichte samenwerking tussen wergever en werknemer. U dient voorzichtigheid en zorgvuldigheid te betrachten, beveiligingen en persoonlijke beschermingsmiddelen (oordoppen, veiligheidsjassen of -vesten) te gebruiken, gevaarlijke situaties te melden en voorlichting en onderricht te volgen.
Aansprakelijkheid Volgens artikel 6, lid 170 van het Burgerlijk Wetboek is de werkgever (in eerste instantie) aansprakelijk voor een door de ambtenaar gepleegde onrechtmatige daad ten aanzien van derden. Echter indien de werknemer, de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan hij disciplinair worden gestraft en/of aansprakelijk gesteld worden. Plichtsverzuim omvat zowel het overtre-
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
10
den van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, hetgeen een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen. De werknemer kan aansprakelijk gesteld worden als er sprake is van bewuste roekeloosheid, grove schuld of opzet. Dit is mogelijk, indien door de werkgever bewezen kan worden dat: • • • •
de nodige instructies zijn gegeven; de nodige middelen zijn verstrekt; de nodige maatregelen zijn getroffen; het redelijkerwijs te vorderen toezicht is gehouden (bijstand van een deskundige dienst.)
Strafrecht Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen de burgers en de Staat. Het strafrecht is een deel hiervan, waarin bepaald wordt wat strafbaar is en welke straffen daarop staan. Het kan dus tevens ook nog mogelijk zijn dat er een strafbaar feit is gepleegd.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
11
3. Voorschriften en Procedures
Voorschriften/maatregelen Bij de uitvoering van uw werkzaamheden krijgt u te maken met procedures en voorschriften, niet alleen van Rijkswaterstaat, Meetkundige Dienst of Regionale Directie maar ook van derden en particulieren. Verantwoordelijk voor de veiligheid is de eigenaar, pachter, huurder of beheerder. Deze zal de te nemen maatregelen meedelen en aangeven wat wel en wat niet is toegestaan.
Naleven Het is uw verantwoordelijkheid bovengenoemde maatregelen na te leven. Bij het werken in ploegen dienen de aanwijzingen van de medewerker die als eerste verantwoordelijk is voor de coordinatie en kwaliteitsbewaking strikt te worden opgevolgd. Het is de taak en verantwoordelijkheid van de chef toe te zien op de naleving van deze instructies.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
13
Afwijken
van
richtlijnen
Richtlijnen zijn niet vrijblijvend. Wanneer er van de richtlijnen wordt afgeweken, dan moet dit schriftelijk worden vastgelegd.
Werkplek Alleen bij de uitoefening van uw taak kunt u gebruik maken van de Specifieke Voorschriften en Ontheffingen voor personeel. M e t inachtneming van (veiligheids) voorschriften uit (andere) regelgeving.
Ontheffing Eenieder die langs rijkswegen of provinc i a l wegen werkt met een dienstvoertuig, dient in het bezit te zijn van een kopie van een vanwege (lagere) overheid verstrekte "Verklaring" (op naam van het bedrijf, als rechtspersoon: zowel voor de persoon als voor het voertuig) betreffende de ontheffing van een aantal bepalingen van het Wegenverkeersreglement en het R W 1990. De persoon dient te beschikken over een bewijs dat hij/zij werknemer is van dat bedrijf. Houd u aan de voorschriften zoals die vermeld staan op uw ontheffing.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
14
Veiligheidsmateriaal Het verstrekte veiligheidsmateriaal (jassen, vesten), bebakeningsmateriaal (verkeerskegels, bord J37 en zwaailicht), persoonlijke beschermingsmiddelen (gehoorbescherming) en communicatiemateriaal (DMS + Semafoon) dient gebruikt te worden om: • u te beschermen tegen de aanwezige risico's; • uw zichtbaarheid voor het verkeer te vergroten.
Veiligheidskleding Draag altijd uw veiligheidskleding, zodat u goed zichtbaar bent. Bij nacht en slechte weersomstandigheden dient u een veiligheidsjas of veligheidspak te dragen. Zorg dat de kleding schoon, niet kapot en helder is. Laat deze tijdig vernieuwen.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
15
Planning Veiligheid gaat boven de beschikbaarheid van de infrastructuur en de efficientie van de uit te voeren werken. Veiligheid bij werkzaamheden begint voorafgaande aan de daadwerkelijke uitvoering. Uitgangspunt is, dat zodra het verkeer belemmerd, gehinderd of afgeleid wordt, u verplicht bent het verkeer te waarschuwen over werkzaamheden en het verkeer zo nodig om te leiden door informatieborden en verkeersmaatregelen. Het plannen van de te nemen maatregelen, de werktijden en de middelen is niet alleen bepalend voor de veiligheid van u, maar ook van die van het verkeer. Eventuele verkeersmaatregelen zijn door de beheerder aan te geven. Alleen deze is bevoegd!
Activiteiten Voordat beslist kan worden over de te nemen maatregelen en welke instructies u in acht zult moeten nemen, dienen gegevens te worden verzameld. Gegevens betreffende de aard van de werkzaamheden, het tijdstip waarop de werkzaamheden plaats vinden en de lokatie van de werkzaamheden.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
16
De mogelijkheid tot het combineren van diverse soorten werkzaamheden of het clusteren van werkzaamheden dient zeker bij de planning betrokken te worden.
Onderscheid M e d e afhankelijk van het gebied waarin gewerkt moet worden zullen instructies afwijken. Zo kan er onderscheid gemaakt worden in eigenaar/pachter/ huurder of beheerder van: 1.
2.
Openbare gebieden, zoals wegen, vaarwegen en het kustgebied: • Rijkswaterstaat; • Lagere overheden (Provincie, Gemeente, Hoogheemraadschap/ Waterschap en Havenschap). Niet openbare gebieden: • Nederlandse Spoorwegen; • Vliegveld eigenaren; • Depothouders/-eigenaren; • Terrein van derden en particulieren.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
17
Informatie Voor het betreden van terreinen die niet openbaar zijn, c q . die niet openstaan voor het openbaar verkeer, heeft u toestemming van de beheerder nodig. Voorafgaande aan de werkzaamheden dient informatie (productfolder, brief HID + Waterstaatswet) aan de eigenaar/pachter/huurder of beheerder verstrekt te worden.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
18
4. Zorgplicht (ARAR)
Bewaren Bewaarneming is de overeenkomst waarbij de ene partij, de bewaarnemer, zich tegenover de andere partij, de bewaargever, verbindt, een zaak die de bewaargever hem toevertrouwt of zal toevertrouwen, te bewaren en terug te geven.
Zorg De bewaarnemer moet bij de bewaring de zorg van een goed bewaarder in acht nemen. Hoever die zorg moet gaan, hangt af van onder andere de aard van de zaak. In Artikel 602 Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gesproken over een algemene norm: een zorgplicht als voor eigen zaken. In het algemeen moeten de nodige maatregelen ter voorkoming van brand en diefstal worden getroffen.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
19
Plicht De ambtenaar is gehouden de plichten voortvloeiende uit zijn functie nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen, zoals een goed ambtenaar betaamt.
Straf De ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan om deze reden disciplinair worden gestraft. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, hetgeen een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.
Zorgplicht t.a.v.
apparatuur
Onder een apparaat wordt verstaan: elk apparaat dat tijdens het uitvoeren van werkzaamheden wordt gebruikt (bijv. portofoon, tachymeter, e.d.).
Voor gebruik Controleer of de gebruiksvoorschriften aanwezig zijn. G a na of de onderhoudstermijn van het apparaat nog niet verstreken is. Inspecteer het apparaat op de algehele staat.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
20
Tijdens gebruik Gebruik geen apparaat waarmee u niet kunt of mag omgaan. Volg de gebruikersvoorschriften en instructies op. Zorg ervoor dat gebruik van het apparaat geen gevaar oplevert voor uzelf, collega's en omstanders.
Na gebruik Maak de apparaten schoon. Berg ze in de daarvoor bestemde koffers of kisten op. M e l d gebreken bij uw chef en zorg in onderling overleg voor reparatie.
Veiligheid bij {meet)werkzaamheden
21
Zorgplicht t.a.v.
voertuigen
Onder een voertuig wordt verstaan: elk transportmiddel dat voor werkzaamheden gebruikt wordt om personen of goederen te vervoeren.
Papieren In ieder voertuig moet een gebruikershandboek, onderhoudsboek en kentekenbewijs aanwezig zijn.
ARBO-wet O m hulp te kunnen verlenen is elk voer tuig voorzien van een brandblusser en EHBO-trommel. Tevens dient u te zijn opgeleid/getraind voor hulpverlening aan collega's en medeburgers in het kader van de bedrijfshulpverlening.
Kennis Raadpleeg altijd eerst het gebruikersboek voordat u een onbekend voertuig gaat besturen.
Voor gebruik Inspecteer het voertuig op de algehele staat (lekkages, beschadigingen, verlich ting, banden, aanwezigheid gevarendriehoek, etc.). Plaats geen losse voorwerpen in het personengedeelte van het voertuig, maar in de laadruimte.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
22
Tijdens
gebruik Rijd niet zonder de benodigde geldige papieren, zeker niet in het buitenland.
Pasagiers Neem alleen legitieme passagiers mee (zie diverse aanschrijvingen).
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
23
Veiligheid bij (meet) werkzaamheden
24
5. Veiligheids- en bebakeningsmateriaal
Algemeen Het gebruik van de veiligheidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen is geen vrijblijvendheid. Het niet gebruiken ervan is een overtreding in het kader van de A R B O - w e t (art. 12) en het Burgerlijk Wetboek (art. 1639b).
Controle Controleer vooraf van het in de juiste staat (schoon en niet kapot) verkeren van: • Veiligheidskleding (jas en vest); • Gehoorbescherming; • Zwaailicht; • Bebakeningsmateriaal (5 verkeerskegels + 1 bord J37 met tekst: M E T I N GEN.
Kleding Sinds 1 juli 1995 is de Europese Norm (NEN471) van kracht inzake veiligheidskleding. De te gebruiken veiligheidskleding moet voldoen aan de RWS-voorschriften. Deze eisen zijn beschreven in de 'Richtlijnen en Specificaties voor veiligheidskleding bij Wegwerkzaamheden'.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
25
Zwaai licht Gebruik zwaailichten alleen bij gevaarlijke situaties. Zoals bij het plaatsen en afbreken van afzettingen of bij het invoegen en uitrijden van het werkvak. Het gebruik van zwaailichten achter de afzetting is niet toegestaan, behalve bij een rijdende afzetting.
Instandhouden
van de afzetting
Houdt de afzetting gedurende de werkzaamheden in stand (controleer de afzetting regelmatig). Als bijvoorbeeld verkeerskegels verplaatst worden om voertuigen te laten passeren, zet ze dan ook meteen weer terug op hun oorspronkelijke plaats.
Gedrag Wees duidelijk in uw optreden tegenover de weggebruikers en probeer zo correct mogelijk te handelen.
Veiligheid bij (meetjwerkzaamheden
26
Creatief Wees creatief en kom zelf met suggesties voor het bevorderen van uw veiligheid en die van het verkeer. Bespreek dit in het werkoverleg.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
27
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
28
6. Werken op wegen
ARBO-wet In artikel 24 van de A R B O - w e t staan regels om o.a. de veiligheid zeker te stellen. Deze regels gelden ook als u als "zelfstandig werkende" moet worden aangemerkt ( A R B O - w e t , art. 27). Daarom is het voor u van belang te weten wat de verantwoordelijkheden en taken zijn van de wegbeheerder.
Zelfstandig
werkende
Dit is diegene die niet als werkgever of werknemer in de zin van de A R B O - w e t kan worden aangemerkt. Medewerkers van de Meetkundige Dienst of van diens aannemer zijn in de zin van de A R B O - w e t "werknemer" ook al werken zij alleen (solitair; zelfstandig).
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
29
Aansprakelijkheid
wegbeheerder
De wegbeheerder beslist over de wijzigingen in de verkeerssituatie. Bij werkzaamheden moeten door de wegbeheerder (tijdelijke) voorzieningen getroffen worden, immers in het Burgelijk Burgerlijk Wetboek (artikel 6:174) is de zogenaamde risico-aansprakelijkheid voor de wegbeheerder vastgelegd. Deze risico-aansprakelijkheid betekent in de praktijk dat de wegbeheerder, in geval van een ongeval of schade door de weggebruiker, moet kunnen aantonen dat hij alles heeft gedaan wat redelijk is om dat ongeval of die schade te voorkomen.
Aansprakelijkheid
aannemer
In artikel 6:162 B W (onrechtmatige daad) is bepaald dat de aannemer aansprakelijk is voor het veroorzaken van gevaar, dat schade tot gevolg heeft. De betrokkene dient onrechtmatig handelen en schuld van de aannemer te bewijzen. Deze schuldaansprakelijkheid wordt minder snel bewezen geacht dan de risico-aansprakelijkheid van de wegbeheerder. In de praktijk zal de betrokkene daarom eerder de wegbeheerder aansprakelijk stellen.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
30
Veiligheid van u en bezoeker U client vooraf een bezoeker duidelijk te instrueren en te voorzien van veiligheidskleding. U en de bezoeker dienen de aanwijzingen van de ter plaatse aanwezige medewerker van de beheerder c q . de veiligheidsverantwoordelijke, op te volgen. Ondanks alles bent u zelfverantwoordelijk voor uw eigen veiligheid en die van de bezoeker. Let daarom altijd goed op het verkeer en de bezoeker.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
31
Afzetting De beheerder bepaalt welke maatregelen op zijn wegvak voor de werkzaamheden noodzakelijk zijn. Zodra uw werkzaamheden het verkeer belemmeren, hinderen of afleiden moet het verkeer voor uw werkzaamheden worden gewaarschuwd. Indien u op of langs de wegen werkt heeft u, evenals de wegbeheerder, de verplichting u te houden aan de richtlijnen zoals vastgelegd in de onderstaande regelingen: 1. Richtlijn voor "Maatregelen bij Werken in Uitvoering op Autosnelwegen" (CROW-publicatie 96a). M.u.v. de publicaties/aanvullingen daarop: a) tijdelijke afschermingsvoorzieningen bij werk in uitvoering op autosnelwegen; b) richtlijnen voor maatregelen bij werk in uitvoering op autosnelwegen (achtergronden); c) richtlijn beveiliging van kleine activiteiten op de vluchtstrook van autosnelwegen. 2. (Voorlopige) Richtlijnen voor "Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen in de bebouwde k o m " (CROW-publicatie 96b).
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
32
Eisen In geval u zelf maatregelen treft, moet u beseffen: 1) dat u geen verkeersmaatregelen kunt treffen (m.u.v. verkeerskegels); 2) dat u zich dient te houden aan artikel 24 van de A R B O - w e t (Regels ter verzekering van de veiligheid, ter bescherming van de gezondheid, en ter bevordering van het welzijn i.v.m. de arbeid). Tevens dienen voorschriften zoals die in de eerder genoemde handboeken staan, te worden nageleefd. Neem daarom minimale veiligheidseisen in acht: • veiligheidskleding altijd aan; • auto, bij voorkeur, in de berm; • bord " M e t i n g e n " duidelijk zichtbaar achter de auto; • voorgeschreven verkeerskegels gebruiken.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
33
Oversteken Steek autosnelwegen (twee rijstroken of meer) of tweebaans niet-autosnelwegen niet over. Indien werkzaamheden in de middenberm moeten worden verricht, laat dan een van de volgende maatregelen treffen, waarna u met uw voertuig het betreffende werkvak binnen rijdt: • linker rijstrook afzetting middels een rijdende afzetting; • linker rijstrook afzetting middels een stationaire afzetting; • linker rijstrook afzetting middels rijstrooksignalering (bij drie of meer rijstroken is dit verplicht).
Parkeren Parkeer de auto altijd op een zo veiiig mogelijke plaats (bij voorkeur niet op de rijbaan, vluchtstrook of fietspad, maar in de berm). Indien toch noodzakelijk, tref dan maatregelen.
Handleiding Recentelijk is de handleiding "Veiiig werken aan w e g e n " uitgebracht (CROW-publicatie 129). Deze handleiding (normerend, d.w.z. dient te worden opgevolgd als het management dit heeft bepaald) beschrijft het proces dat de veiligheid van de wegwerker op de werkplek moet optimaliseren, waarborgen en bewaken. De handleiding is van toepassing op alle werkzaamheden die worden uitgevoerd op, langs en boven autosnelwegen, niet autosnelwegen buiten de
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
34
bebouwde kom en wegen binnen de bebouwde kom. Deze werkzaamheden varieren van grootschalige weg(re)constructies tot eenvoudige onderhoudswerkzaamheden op en langs de weg. De handleiding bevat tevens een instructie die speciaal is bedoeld voor werknemers voorafgaande aan de werkzaamheden. Daarbij is een checklist gevoegd, waarmee de wegwerker kan beoordelen of de instructie volledig en juist is geweest.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
35
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
36
7. Werken op of langs het water
vervoer O m de in of onder het water gelegen objecten te kunnen meten zal in het algemeen vervoer per schip nodig zijn om die werkplek te kunnen bereiken.
Aanbeveling Huur varend materieel met bemanning in, omdat u niet op de hoogte bent van diverse vaarreglementen en ook niet bent getraind in het spreken via de marifoon ten behoeve van het scheepvaartverkeer. Laat uzelf dus vervoeren. De medewerker moet kunnen z w e m men en bij voorkeur de opleiding hebben gevolgd van " z w e m m e n d redden". Voor zee en grote wateren is de opleiding Save O u r Lifetime At See (SOLAS) verplicht.
Eisen Het te gebruiken schip dient te voldoen aan de scheepvaarteisen. Er dienen voldoende reddingsmiddelen (reddingsvest, reddingslijn) aanwezig te zijn aan boord. Voor ieder schip geldt een maximaal aantal opstappers en voor iedere opstapper dient een reddingsvest aanwezig te zijn. EHBO-middelen moeten aan boord zijn, evenals een brancard of ladder.
Veiligheid bij {meet)werkzaamheden
37
Aan boord De schipper is verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord. Alle opstappers zijn gebonden aan de geldende voorschriften en dienen de aanwijzingen van de schipper op te volgen.
Communicatie Een zeer belangrijk onderdeel van de veiligheid is een goede en betrouwbare communicatie. Altijd dient verbinding gemaakt te kunnen worden met het schip en/of wal. In elk geval zal de schipper verbinding met de wal moeten kunnen maken. Maak een goede verbindingsprocedure en kom deze ook na. Vooraf wordt gecontroleerd of de portofoons op de juiste frequentie zijn afgestemd en of er voldoende reserve batterijen aanwezig zijn.
Schoeisel Het dragen van slippers of klompschoenen aan boord is verboden. Goed schoeisel of goede laarzen zijn dan ook verplicht.
Reddingsvest en Zwemvest Bij werkzaamheden op of langs het water is het dragen van een zelf opblazend en zelf kerend reddingsvest aan te raden. Er bestaat de mogelijkheid dat u bewusteloos te water raakt. U bent dan niet in staat om uzelf in het water op de rug te draaien en meestal zal het hoofd onder water terecht komen.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
38
Daarom is het raadzaam een dergelijk reddingsvest te dragen.
Reddingsklos Een reddingsklos is een eenvoudig en doeltreffend reddingsmiddel en is te gebruiken bij het redden van een zichtbare en bij bewustzijn verkerende drenkeling. De reddingsklos bevat ca. 15 meter lijn en het gebruik vereist enige ervaring door regelmatige oefening.
Begeven op een zandplaat C a nooit alleen een zandplaat op, draag per persoon een goed kompas en een reddingsvest. Meestal is de meetleider de verantwoordelijke persoon die advies inwint en overlegt met de schipper.
Op de hoogte
brengen
Bij werkzaamheden langs de kust moet iemand aan de wal op de hoogte zijn van de tijd van terugkomst.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
39
Communicatie Een zeer belangrijk onderdeel van de veiligheid is een goede en betrouwbare communicatie. Realiseer u goed dat alles wat u naar een zandplaat meeneemt, de gehele dag moet worden gedragen (bijvoorbeeld zware verbindingsapparatuur).
Invloed Zowel de vorm, als de hoogte van een zandplaat kan van invloed zijn op het gebruik van de portofoons en het onderlinge zicht tussen de mensen. Het verdient aanbeveling dat het schip in de buurt van de zandplaat "stand by" blijft liggen. Soms is dit niet mogelijk en dan is een goede verbinding met het schip van wezenlijk belang. De schipper kan vaak met behulp van radar de mensen op de zandplaat volgen en in bijzondere omstandigheden kan hij de mensen naar het schip loodsen.
Terugroepen Bij verandering van de omstandigheden (het weer en het tij) moet de schipper de mensen op de zandplaat kunnen terugroepen. Andersom moeten de mensen op de zandplaat de schipper kunnen bereiken in geval van moeilijkheden. Hiervoor zijn geen regels vastgelegd in een of ander voorschrift, er zal afhankelijk van de omstandigheden gehandeld dienen te worden. Veelal zal dit in overleg met de schipper gebeuren.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
40
Gegevens Vaak kunnen gegevens verkregen worden over het weer en de waterstand bij plaatselijke meteo-centra. Vooraf, of in overleg met de schipper, dient men zich te vergewissen van verwachtingen betreffende: • het weer (zon, regen, sneeuw of mist); • wind (kracht en richting); • het getij (eb en vloed) met behulp van bijvoorbeeld de getijtafel.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
41
Direct
overstappen Hierbij wordt gebruik gemaakt van een waadpak of lieslaarzen. Risico hierbij is dat zowel het waadpak als de lieslaarzen, door bijvoorbeeld golfslag kunnen vollopen. Het vollopen van een waadpak is op zich zonder gevaar, mits men de kalmte bewaart.
Indirect
overstappen Er kan ook overgestapt worden met behulp van een volgboot. O p deze manier kan men tot dicht bij de zandplaatrand komen. De problemen en gevaren worden op deze manier tot een minimum gereduceerd in vergelijking tot de voorgaande methode.
Meten op of langs kanalen en rivieren Bij werkzaamheden op of langs het water dient er voor gezorgd te worden dat er maatregelen worden genomen tegen verdrinking (reddingsvest en reddingsklos). Beheerder geeft aan welke maatregelen verder noodzakelijk zijn. Deze kunnen zelf worden geplaatst.
Bebakeningsmateriaal Langs de kant dient met een rode vlag de scheepvaart tijdig te worden gewaarschuwd. Bij slecht zicht moet hier een bebakeningslamp in de vorm van een elektronenflitser voor worden gebruikt.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
42
Uitkijk O p druk bevaren water moet een medewerker op de uitkijk staan om te kunnen signaleren en communiceren, betreffende een onveilig (wordende) situatie. Dit neemt niet weg dat u voortdurend de veiligheid van uzelf in het o o g dient te houden.
Bruggen Wanneer vlak voor of binnen de afsluitbomen van een beweegbare brug wordt gewerkt, dient vooraf overleg te worden gepleegd met de (vaar)wegbeheerder. Maak duidelijke afspraken en check of de maatregelen zijn uitgevoerd.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
43
Veiligheid bij (meet) werkzaamheden
44
8. Bouwputten/depots/ bodemsaneringsterrein
Bouwputten
en depots
Bij het meten in en rondom bouwputten dient men zich te houden aan de algemene veiligheidsvoorschriften (Veiligheids- & Gezondheidsplan), die men kan verkrijgen bij de ter plekke aangestelde veiligheidsverantwoordelijke.
Planning Voor de aanvang van het werk stelt de projectleider of meetleider zich op de hoogte wie de veiligheidsverantwoordelijke is en informeert naar de voorwaarden waaronder de werkzaamheden uitgevoerd mogen worden.
Veiligheid In het algemeen zullen er voorschriften zijn voor het zich bevinden in en rondom een bouwput, het dragen van veiligheidskleding, schoeisel en helm.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
45
Voorlichting Tevens moet u worden voorgelicht over de mogelijke gevaren die zich voordoen op de werkplek en de bereikbaarheid van de werkplek per auto.
Onuitvoerbare
metingen
Indien de gestelde veiligheidseisen het werk onuitvoerbaar maken dient in overleg met de verantwoordelijke naar een verantwoorde oplossing gezocht te worden en dient zo nodig ontheffing van de veiligheidseisen verkregen te worden.
Bodemsaneringsterrein Meld u bij de aannemer alvorens het terrein te betreden en stel hem op de hoogte van de te verrichten werkzaamheden.
Draaiboek Neem kennis van het draaiboek (V&G plan), dat de aannemer ter beschikking moet stellen. Bespreek onduidelijkheden met de aannemer.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
46
Voorlichting/keuring Eenieder die regelmatig, dan wel eenmalig gedurende acht uren of langer binnen de verontreinigde zone van een bodemsaneringsterrein verblijft, moet worden voorgelicht over: • de aard van de werkzaamheden en de daaraan verbonden gevaren; • de maatregelen en middelen (helm, volgelaatmasker, e.d.) ter voorkoming of beperking van deze gevaren; Voer de werkzaamheden zo veel mogelijk boven de wind uit. Eventueel keuring door ARBO-dienst vooraf en na afloop van de werkzaamheden.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
47
Veiligheid bij (meet)werkzaarnheden
48
9. Nederlandse Spoorwegen
Organisatie De kerntaak van NS Railinfrabeheer bestaat uit de zorg voor instandhouding en aanleg van de Nederlandse railinfrastructuur. Namens het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt NS Railinfrabeheer de beschikbaarheid zeker van de railinfrastructuur; op korte, middellange en lange termijn.
Voorbereiding Voordat de werkzaamheden op het terrein van NS Railinfrabeheer worden uitgevoerd dient men na te gaan of het betreden van het terrein en de profiel vrije ruimte (PVR) wel strikt noodzakelijk is. (De globale grens ligt bij een spoorbaan ca. 4 tot 7 meter uit het hart van het nabij gelegen spoor). Indien het betreden toch onvermijdelijk is, is men verplicht kennis te nemen van de risico's en te handelen volgens de voor u van toepassing zijnde regelgeving.
Risico's Het werken aan, of in de nabijheid van, de railinfrastructuur is bijzonder omdat het bouwprocesbesluit niet voorziet in de specifieke risico's daarvan. Daarom heeft NS Railinfrabeheer een aanvulling op het bouwprocesbesluit gemaakt.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
49
Het betreft het 'Reglement Veiiig Werken' (RVW) en het 'Veiligheidsvoorschrift voor werkzaamheden en inspecties aan of in de onmiddellijke nabijheid van een onder spanning staande bovenleiding'(VWSp).
Contact
zoeken Welke risico's u loopt kunt u opvragen bij de diverse Bureau's Beheer Zaken. Iedere betreder dient in het bezit te zijn van een Bewijs van Toegang (Locatie-, Persoons- en Tijdgebonden), en mogelijkerwijs een veiligheidspaspoort, waarin wordt vastgelegd welke (veiligheids)functie u mag uitvoeren. U bent, op verzoek van een (NS) functionaris van NS Railinfrabeheer, verplicht u te legitimeren. Altijd contact opnemen met NS Railinfrabeheer (voor een overzicht van de grenzen van de beheergebieden, zie de betreffende bijlage in de NS-uitgave "Huisregels Toegang en Veiligheid"). • Beheergebied M i d d e n (030) 235 41 81 • Beheergebied Noord West (020) 557 89 48 • Beheergebied West (010) 282 48 17 • Beheergebied Zuid West (076) 528 65 22 • Beheergebied Zuid Oost (040) 232 96 65
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
50
• Beheergebied Oost (0575) 59 05 10 • Beheergebied Noord (0592) 33 57 71
Profiel Vrije
Ruimte
NS Railinfrabeheer maakt onderscheid in werkzaamheden buiten de PVR en werkzaamheden binnen de PVR. Zonder voorafgaande toestemming van NS Railinfrabeheer is het o.a. verboden persoonlijk of met een voorwerp de dichtstbijzijnde spoorstaaf dichter te naderen dan 5 meter of de draden van de bovenleiding dichter te naderen dan 1.5 meter.
Binnen
PVR/Proces-Aannemer Binnen een beheergebied zijn een aantal operationele beheertaken per deelgebied uitbesteed aan zogenoemde 'proces-aannemers'. Het Bureau Beheer Zaken van de NS kan de Meetkundige Dienst verplichten een veiligheidsman B A A N in te huren (minimaal 3 weken van te voren aanvragen), en zal u verwijzen naar de betreffende procesaannemer voor het inhuren van die veiligheidsman B A A N .
Veiligheidsman De procesaannemer levert een contactman (meestal een uitvoerder van een aannemer), die de daadwerkelijke afspraak met de veiligheidsman B A A N regelt. Zijn taak is de veiligheid op het baanvak te waarborgen. Hij zal u via een
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
51
blaasinstrument dan ook waarschuwen voor naderend gevaar.
Trein nadert Let voortdurend goed op. Als er een trein nadert, sta dan stil op minstens 1.5 meter van de rails en kijk in de richting van de treinbestuurder.
Dienstregeling G a nooit alleen af op de dienstregeling; er is buiten die regeling ook nog treinverkeer en er kunnen vertragingen optreden.
Meetband niet op de rails Bij werkzaamheden met een stalen band dient contact met de rails te worden voorkomen i.v.m. ontregeling van het beveiligingssysteem.
Piketpalen Indien gebruik moet worden gemaakt van piketpaaltjes, mag dat niet eerder dan dat men schriftelijke toestemming heeft gekregen van het NS Regio Kabelbureau.
Oversteken Let goed op bij het oversteken of er een trein aankomt. Wees vooral ook bedacht dat per spoor van beide kanten een trein kan komen. Maak zo veel mogelijk gebruik van oversteekpaden, tunnels of voetgangersbruggen. Steek niet over als er een trein nadert. Loop niet op de
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
52
spoorstaven, bielzen en wissels; deze kunnen glad zijn door vet of olie, ook in de wintermaanden kunnen spoorstaven zeer glad zijn.
Kabelkokers Loop niet op betonnen gas- en kabelkokers. Ze zien er uit als looppaden, maar bevinden zich dikwijls binnen het PVR.
Bovenleiding De bovenleiding staat onder een spanning van 1500 volt. M e n dient voor de veiligheid een afstand in acht te nemen tot de bovenleiding van 1.5 meter. Zelfs de portaalmasten zijn bij bepaalde weersomstandigheden niet geheel betrouwbaar. Zorg dat er geen voorwerpen tegenaan geplaatst worden.
Spoorwego ver gang Wanneer wordt gewerkt bij een spoorwegovergang dan dient altijd contact te worden opgenomen met de NS voor overleg en advies. Volg de veiligheidsvoorschriften van de NS nauwkeurig op.
Spoorwegpolitie Bel bij onraad of calamiteiten het landelijk alarmnummer of de Centrale Meldkamer van de Spoorwegpolitie: 030-235.44.44
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
53
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
54
10. Terreinen en leidingen van derden
Informatie De opdrachtgever dient voorafgaand aan de werkzaamheden de eigenaar/beheerder/pachter/huurder of beheerder in te lichten. Bij voorbeeld via huis aan huis verspreiding van brieven binnen het betreffende gebied.
Toestemming M e l d u bij de eigenaar of beheerder en vertel wat u komt doen. Verstrek, indien mogelijk, een klantvriendelijke productfolder. Vraag toestemming (wettelijk verplicht) en houd u aan de beperkingen en wensen opgelegd door de eigenaar/pachter/huurder of beheerder.
Schade Besteed bijzondere aandacht aan het voorkomen van schade aan gewassen en eigendommen van derden. Laat daarom geen hekken of poorten open staan (tenzij deze niet waren afgesloten).
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
55
Gewassen Vraag aan de beheerder van een akkerbouwperceel of het perceel recentelijk bespoten is met (chemische) bestrijdingsmiddelen. Het betreden van of het werken op deze behandelde percelen is gedurende een periode van 2 weken na de behandeling niet toegestaan.
Hoogspanningsleidingen Bij het werken met apparatuur onder of dichtbij bovengrondse hoogspanningsleidingen geldt: voor aanvang van de werkzaamheden contact opnemen met de beheerder van de hoogspanningsleidingen.
Ondergrondse
leidingen
Bedenk bij werkzaamheden in de grond dat er ondergrondse leidingen kunnen liggen. Stel u vooraf op de hoogte van de exacte locatie van de leidingen. U kunt dit doen door de beheerder te raadplegen of Het Kabel en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) te bellen. Het KLIC is een stichting waarin nutsbedrijven, (semi-)overheid en particuliere bedrijven met ondergrondse belangen deelnemen. Het is er deze bedrijven veel aan gelegen dat hun kabels en leidingen intact blijven. In Nederland bestaan momenteel vier regionale KLIC's, zij zijn voorbereiders en gravers graag behulpzaam bij het leggen
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
56
van contacten met kabel- en leidingenbeheerders: 1. Groningen, Friesland en Drente: (0512) 51 58 58; 2. Overijssel, Gelderland, Flevoland: (038) 332 70 90; 3. Noord-Holland, Zuid-holland en Utrecht: (0800) 0080; 4. Zeeland, Noord-Brabant en Limburg: (073) 549 54 95.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
57
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
58
11. Vliegvelden
Melden in het algemeen M e n dient zich altijd te melden bij de luchthaven autoriteiten.
Havenmeester De hoogst verantwoordelijke voor de veiligheid en ordelijke gang van zaken op een vliegveld is de Havenmeester. Dit geldt voor grote luchthavens als Schiphol maar ook voor kleine vliegvelden.
Security O p luchtvaartterreinen en vliegvelden gelden vaak bijzondere regels die door de desbetreffende autoriteiten worden vastgesteld.
Gebruik pas Houd u aan de betreffende plichten van uw tijdelijke pas afgegeven door Security. De pas mag alleen gebruikt worden tijdens het werk en ten behoeve van de uitoefening van uw functie.
Pakjes/Bagage Accepteer geen pakjes/bagage in/bij uw kantoor/werkplek zonder te vragen naar de reden en afkomst.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
59
Koerier Neem geen pakketten etc. voor een ander mee in de beschermde gebieden.
Speciale eisen Voor grote luchthavens, zoals Schiphol gelden speciale eisen voor wat betreft de toegankelijkheid.
Duty Manager
Airside
O p Schiphol wordt namens de Havenmeester toezicht gehouden door de Duty Manager Airside. Andere instanties die zich bezighouden met veiligheid zijn o.a. de Rijkspolitie, dienst Luchtvaart, de brandweer en de Luchtverkeersbeveiliging
Schipholpas Voor de luchthaven Schiphol dient iedere werknemer die toegang wenst tot het binnengebied, in het bezit te zijn van een speciale Schipholpas.
Apron
Safetytest Deze zogenaamde Airside-bevoegdheid wordt eerst dan verstrekt wanneer de betrokkene een Apron safetytest heeft afgelegd. Hiermee geeft betrokkene aan dat hij op de hoogte is van al de geldende voorschriften die voor het gebied van kracht zijn, waarvoor hij de pas heeft aangevraagd.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
60
Kennis De kennis voor deze test is voor de randwegen van de luchthaven opgenomen in het 'Gele Boekje' en voor de platformen in de 'Regeling Platformgebruik'.
Veiligheid op vliegvelden:
IJzeren wet
De zogenaamde 'IJzeren Wetten' uit het "Gele Boekje" worden hieronder in het kort weergegeven, waarbij vooropgesteld wordt dat deze gelden voor de luchthaven Schiphol. M e n zal zich op kleinere vliegvelden daar ook aan dienen te houden, voor zover ze van toepassing zijn.
Brandpreventie Het is verboden te roken op platformen en binnen 15 meter van stilstaande vliegtuigen en opslagplaatsen van vliegtuigbrandstoffen.
Brandgevaarlijk Het is verboden brandgevaarlijke werkzaamheden in de open lucht te verrichten binnen een afstand van 40 meter van vliegtuig of opslagplaats.
Verkeerswet O p platformen en randwegen gelden dezelfde basisverkeersregels als op de openbare weg.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
61
Snelheid 30 km per uur is de maximum snelheid.
Wegen Maak gebruik van de rand- en dienstwegen.
Vliegtuigen Vliegtuigen hebben altijd voorrang.
Hulpverlening Auto's met zwaailicht en sirene hebben onder alle omstandigheden voorrang in de volgende volgorde (afwijkend ten opzichte van de openbare weg): Brandweer, Ambulance, Reddingsvoertuigen, Politie en de Duty Manager Airside.
Passagiers Passagiers lopend op weg naar het vliegtuig of het stationsgebouw, hebben altijd voorrang.
Voorrang Verkeer op de randwegen heeft voorrang op verkeer op de platformen.
Markering Voertuigen dienen aan de 'Airside' (de zijde waar het vliegverkeer plaats vindt) te zijn gemarkeerd door middel van een roodwit geblokte vlag. Door de havenmeester kunnen aanvullende eisen met betrekking tot obstakelverlichting worden vastgesteld.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
62
Tankvoertuig Tankvoertuigen mogen nooit geblokkeerd worden zodat deze in geval van nood onbelemmerd w e g kunnen rijden.
Passagiersbrug Passagiersbruggen mogen niet in hun beweging worden belemmerd.
Afhandelingsgebied Bij aankomst of vertrek van een vliegtuig dient het afhandelingsgebied vrij van materieel en personen te zijn.
Afstand Kom niet met voertuigen binnen een afstand van 2 meter van een vliegtuig.
Rode lijn Respecteer opstelplaatsen voor vliegtuigen (rode lijnen) en laat daar nooit materiaal achter.
Ravage Laat niets slingeren op een platform. Zelfs een heel klein deeltje dat wordt opgezogen, kan een ravage veroorzaken in een straalmotor.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
63
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
64
12. Werken op hoogte
Wettelijke
regelingen
De uit de wet voortvloeiende regelingen bepalen o.a. dat wanneer het werk op een hoogte boven de 2.50 meter moet worden uitgevoerd er een veilige steiger, veiiig bordes of veilige werkvloer moet zijn aangebracht, of het gevaar moet anderzins zijn tegengegaan bijvoorbeeld door het aanbrengen van doelmatige hekken of leuningen. Hierdoor wordt voorkomen dat mensen en voorwerpen van deze hoogte kunnen vallen. M e n moet tevens voorzieningen treffen om te voorkomen dat vallende voorwerpen schade aan mensen, omgeving en installaties kunnen veroorzaken.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
65
Materiaal Al het klimmateriaal (ladders, steigers, hoogwerkers, in een hijskraan hangende werkbakken, e.d.) die voor dit werk gebruikt kunnen worden, moeten voldoen aan de wettelijke eisen. Zo moet dit zijn voorzien van een type-aanduiding, plus naam en adres van de leverancier. Tevens moet er een gebruiksaanwijzing worden bijgesloten, c q . aanwezig zijn
Al-blad De interpretatie van de wet- en regelgeving roept nog wel eens vragen op. Goede voorlichting is daarom onontbeerlijk. SDU Uitgevers heeft onder auspicien van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Arbo-informatiebladen (Al-bladen) ontwikkeld als opvolgers van de P-bladen. De arbeidsinspectie zal, net zoals bij de P-bladen, naar deze uitgaven verwijzen bij de naleving van de A R B O - w e t en regelgeving. Een Al-blad betreffende deze materie is er nog niet. Wel bestaat er een document "gevel-onderhoud", bevattende de richtlijnen voor de glazenwasserbranche.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
66
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
68
13. Afhandeling ongevallen
Afspraken omtrent
procedures
Het gaat om goede afspraken maken over wie wat mag of wat precies moet doen, wanneer en w a a r , als het misgaat: • procedure: hulpverlening bij een (verkeers)ongeval; • procedure: ongeval met gevaarlijke stoffen; • procedure: schade-afwikkeling door betrokkene; • procedure: schade-afwikkeling door chef en afdeling Personeel (PX).
ARBO-wet Artikel 9 verplicht melding te maken bij de Arbeidsinspectie van: • dodelijke ongevallen; • ongevallen die tot verzuim leiden; • ongevallen met grote schade; ( > / 100.000,-) • (vermoede) beroepsziekten. Daarbij legt de A R B O - w e t de werkgever bij een arbeidsongeval een drietal verplichtingen op, namelijk: 1) Rapportage: De Meetkundige Dienst moet een arbeidsongeval binnen 14 dagen rapporteren aan de Arbeidsinspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het ministerie van SZW heeft voor het melden van arbeids-
Veilrgheid bij (meet)werkzaamheden
69
2)
3)
ongevallen een modelformulier vastgesteld; Melding: De Meetkundige Dienst moet de ongevallen en beroepsziekten (telefonisch en schriftelijk) melden bij het districtshoofd van de Arbeidsinspectie (l-SZW); Registratie: Verplichting tot het registreren van het ongeval door PX van de Meetkundige Dienst. Door dit protocol worden ongevallen en bijna-ongevallen systematisch ge'i'nventariseerd, geanalyseerd, gecommuniceerd en gereduceerd.
Hulpverlening 1.
2.
bij een ongeval.
Zorg voor uw eigen veiligheid; let op de veiligheid van anderen; neem geen onnodig risico en tref zo mogelijk maatregelen ter voorkoming van nieuwe gevaren. Alarmeer, of laat alarmeren (gratis telefoonnummer 112 of via een praatpaal), de professionele hulpverlening en geef zo mogelijk de volgende informatie door (laat de persoon bevestigen of ook daadwerkelijk is gemeld): • uw eigen naam; • aantal slachtoffers en de aard van het letsel; • beknopte beschrijving van het ongeval;
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
70
3.
4. 5.
• welke hulpverlener (brandweer, arts, ziekenwagen) ingeschakeld moet worden; • plaats van het ongeval: • wegnummer en hectometrering; • welke rijbaan of rijbanen eventueel is/zijn gestremd (richting aan de hand van plaatsnaam); Blijf, indien mogelijk, bij het slachtoffer en stel hem/haar gerust. Wacht deskundige hulp af, tenzij er sprake is van (dreigende) verstikking, verbranding of een slagaderlijke bloeding. Verleen alleen EHBO indien en voorzover u daar vaardig in bent. Stel eventueel een verbandtrommel of brandblusser beschikbaar aan de (eerste) helpers. Bebaken de ongevalplaats zo nodig (noodbebakening). Niet eerder beginnen met bergingswerkzaamheden dan na toestemming van de politie.
Ongeval met gevaarlijke
stoffen.
Bij een ongeval met gevaarlijke stoffen dient u te beseffen dat u niets van gevaarlijke stoffen weet en dus ook niet weet wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn. Beoordeel zelf de situatie en beslis of u levensreddende handelingen gaat verrichten.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
71
Mogelijk kunnen de volgende veiligheids-maatregelen getroffen worden: 1. Motoren (laten) afzetten, niet roken. 2. Nader ongeval met de wind in de rug, blijf op een afstand van minimaal 15 meter. 3. Baken de ongevalplaats zo nodig af, op een afstand van minstens 100 meter. Houd rekening met windrichting, remweg voertuigen, verkeer tegenovergestelde richting, enz.. 4. Alarmeer (of laat alarmeren) de: politie, brandweer, door middel van het landelijk alarmnummer 112. Geef zo mogelijk de volgende inlichtingen door:
5.
6.
• wegnummer en hectometeraanduiding; • welke rijrichting en of rijbanen eventueel is/zijn gestremd; • zijn er slachtoffers; • identificatie-nummer of naam van de gevaarlijke stof; • kenteken voertuig, firmanaam en telefoonnummer; • of er bebakening is geplaatst en in welke richting; verzoek zo nodig om assistentie. Bij (kans op) schade aan het milieu moet het provinciale alarmnummer gebeld worden en in grondwaterbeschermingsgebieden tevens de waterleiding maatschappij. Publiek op afstand houden.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
72
7.
Beperk zo mogelijk de schade die door uitstromende vloeistoffen kan ontstaan (bijv. afdammen van sloot e.d.). Doe dit alleen op last van de brandweer, politie of andere deskundige instanties.
Schade-afwikkeling
door
betrokkene.
Als een ongeval heeft plaats gevonden waar uzelf (of het materiaal) bij bent betrokken moet als volgt worden gehandeld: 1. Schakel altijd de politie in. Echter de politie wil of kan niet altijd komen. Maak dan een korte beschrijving van de toedracht van het ongeval. Laat die toedracht mede onder-tekenen door getuigen en tegen partij; 2.
Gebruik bij voorkeur een (Europees) schadeformulier: Noteer voor zover bekend de gegevens van degene die de schade heeft veroorzaakt: naam, adres, woonplaats, bestuurder, kenteken, merk en type motorrijtuig. Noteer ook de naam van de verzekeringsmaatschappij en het polisnummer;
3.
Gegevens getuigen noteren: Noteer namen en adressen van getuigen; Ongeval melden aan de directe chef; Indien mogelijk moet het politierapport ook worden meegezonden.
4. 5.
Veiligheid bij {meeOwerkzaamheden
73
Schade-afwikkeling chef en afdeling Personeel. 1.
2.
De chef van betrokkene dient direct of zo spoedig mogelijk het ongeval telefonisch te melden bij de stafafdeling Personeelszaken (PX). Kan de medewerker zijn werk niet meer hervatten, dan wordt hij door de afdeling PX bij de bedrijfsgezondheidsdienst ziek gemeld.
3.
PX stuurt de betrokken chef direct na melding van het ongeval een ongevalsmeldingsformulier 'Verzoek om toepassing van art. 44 van het A R A R ' . Aan de hand van dit ingevulde formulier wordt door de afdeling PX beoordeeld of het ongeval een dienstongeval is.
4.
Tevens dient van betrokkene op dit formulier de persoonlijke en materiele schade van de betrokkene (kapotte bril, horloge, kleding) opgegeven te worden.
5.
Wil benadeelde deze schade vergoed hebben dan dient hij een afzonderlijk verzoek bij de afdeling PX in te dienen. Schadeloosstelling door de dienst kan alleen, als aantoonbaar is dat schade aan priveeigendommen (kleding, bril e.d.) is ontstaan ten gevolge van fouten van de werkgever. Dus argumentatie. Voor schadeloosstelling is bij de Meetkundige Dienst geen budget beschikbaar.
6.
Nadat de chef deze formulieren heeft
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
74
7.
8.
ingevuld dienen deze retour te worden gezonden aan de afdeling PX. Het is mogelijk dat de schade verhaalbaar is op een derde; PX zal bekijken of de Verhaalswet O n g e vallen Ambtenaren ( V A O ) van toepassing is. De V A O wordt afgedaan door BSA Schaderegeling B.V. (per 1-12-1997 dochteronderneming van ABP). PX draagt zorg voor de rapportage en melding naar de betreffende instanties. Voor de ongevallen die dienen te worden geregistreerd houdt PX een dossier bij.
Veiligheid bij (meet)werkzaamheden
75