Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht
AMT – denktank voor arbo in OMT Verslag door NICOLE BEAUJEAN onder eindredactie van Monique Loo Er was een simulatie, humor en speeddaten. Maar bovenal was er inspiratie, verbondenheid en kritische samenwerking. De LCI bijeenkomst ‘Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals’ in een notendop. Dagvoorzitter Clementine Wijkmans (arts Maatschappij en Gezondheid, voorzitter LOI en zelf kernlid van het Outbreak Management Team) neemt het woord. Ze heet iedereen van harte welkom en doet de doelstelling van de dag uit de doeken: kennismaken met de algemene structuur van infectieziektebestrijding ten tijde van een (dreigende) crisis en de rol van arbo daarbij. Speciale woorden van welkom zijn er voor de vertegenwoordiger van het kwaliteitsburo van de NVAB, de voorzitter van de NVvA, de expertisegroep biologische agentia (NVvA) en het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Boaborea kon helaas niet participeren op deze dag, maar gaf aan de doelstelling te ondersteunen. Ook introduceert Wijkmans de CIb /RIVM-vertegenwoordigers. Wijkmans verwoordt dat zowel SZW als VWS willen dat arbozorg integraal onderdeel uitmaakt van de infectieziektebestrijding en maakt het podium vrij voor Martin Flier (SZW-directeur van de directie Gezond en Veilig Werken [G&VW]) en Cindy Schenk (beleidsmedewerker zoönosen en vectoroverdraagbare ziektes bij VWS). Tandem Martin Flier trapt af met een plaatje van een tandem. “Zó zouden publieke gezondheidszorg en arbozorg moeten gaan samenwerken. VWS is het leidend departement; er wordt gewerkt volgens VWS-structuren. Het AMT zorgt voor de inbreng van de arbocomponent in het OMT.” Flier toont schema’s van de besluitvorming rond infectieziektebestrijding. In chronologische volgorde brengt het OMT (onder leiding van Roel Coutinho) een wetenschappelijk advies uit naar het bestuurlijk afstemmingsoverleg (BAO), dat vervolgens een beleidsadvies formuleert. Op grond hiervan neemt de minister van VWS een besluit. “De directie G&VW wil gezond en veilig werk voor iedereen,” aldus Martin Flier. “Daarvoor moeten werkgevers en werknemers hun eigen maatregelen treffen. Werkgevers moeten voorkomen dat werknemers worden blootgesteld aan biologische agentia. Arbo is en blijft de verantwoordelijkheid van de werkgever. G&VW zorgt voor een infrastructuur om kennis op het gebied van arbeid en gezondheid te ontsluiten en verspreiden.”
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 1
Flier onderstreept het belang van inbreng van werknemersgezondheid in het OMT. “Het is noodzakelijk dat de expertise van het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) en arboprofessionals snel samenkomen.” Werk brengt immers bijzondere aspecten met zich mee, waardoor verhoogde blootstelling in werksituaties kan bestaan ten opzichte van het normale maatschappelijke verkeer. Volgorde en type beschermingsmaatregelen kan voor werkenden anders uitpakken dan voor publiek. “Een goed netwerk is onontbeerlijk. Voor een goede samenwerking tussen de publieke gezondheid en arbeidsomstandighedenzorg moeten we elkaars denken verkennen en doorvragen naar andermans redenering. Het is nodig goed te luisteren, te willen begrijpen en geduld te betrachten. En wij vragen van u dat te gaan doen in een situatie onder druk. OMT en AMT hebben één doel en vormen dus één team. ” Volksgezondheid en werknemersgezondheid Cindy Schenk van VWS geeft een aanvulling op Fliers verhaal. Zij schetst de gedeelde verantwoordelijkheid van VWS en SZW op het gebied van volksgezondheid en werknemersgezondheid. “Wat dat betreft hebben we te maken met twee werelden, die van werknemers en publiek. VWS richt zich met name op de kwetsbaren in de samenleving, SZW op mensen die risicovol werk doen.” Schenk wijst op twee belangrijke initiatieven: Inf@ct, de elektronische berichtenservice over infectieziekten en KIZA, het online kennissysteem over infectieziekten en arbeid. Vervolgens is het woord aan Aura Timen, plaatsvervangend hoofd Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI/RIVM). Helder, humorvol en met een vanzelfsprekende autoriteit schetst zij de ontwikkelingen en de structuur van de infectieziektebestrijding door de jaren heen. “Het AMT vertaalt het arboperspectief in het OMT,” vat ze de hoofdtaak van het AMT samen. Ze maakt dit inzichtelijk met een sheet waarin het AMT letterlijk vóór de vergadertafel van het OMT wordt geplaatst. Omgaan met risico’s In de voordracht van Aura Timen ook aandacht voor het paradigmaverschil (verschil in perspectief) verhoogd risico (VWS) versus gezondheidsbescherming van werknemers (SZW)1. Ze behandelt verder de thema’s rondom risico’s; hoe word je een risico gewaar – hoe analyseer je een risico, hoe waardeer of percipieer je een risico, hoe ga je met het risico om – hoe manage je het risico en wat accepteer je aan risico’s. Haar belangrijke conclusies: • Er bestaan verschillende invalshoeken voor risk assessment en risk management. Ben je daarvan bewust, wees er nieuwsgierig naar en streef naar een optimale mix in de bewerking ervan • Infectieziektebestrijders en arboprofessionals moeten deze verschillende invalshoeken integreren in de besluitvorming 1
Toevoeging redactie – lees vooral ook; De ene arts is de andere niet. Beroepsinfectieziekten: paradigma’s van GGD- en bedrijfsartsen. Dijkstra M., Beaujean D., Stinis H., Klapwijk H., ten Raa B., Natrop G. Arbo 09/2009 pg 14-17
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 2
• Het is belangrijk om valide argumenten te gebruiken om te beoordelen welke maatregelen moeten worden getroffen. Ben je dus bewust van je argumenten en hun validiteit. • Wees je ervan bewust dat (tijdens een crisis) het assesment van het risico dynamisch is; voortschrijdende inzichten en tijd kunnen leiden tot herziening van risico’s en tot aanpassing van acties. Leer accepteren dat iets dat eerst ‘geldig’ was inmiddels anders gewaardeerd kan worden. Arbo Management Team Met een korte samenvatting nodigen de acteurs Laurens Bruning en Erik Everink de eenenveertig aanwezigen uit om het netwerken voort te zetten tijdens de koffiepauze. Na deze waardevolle onderbreking presenteren Jaap Maas en Karin Heimeriks het Arbo Management Team (AMT). Maas blikt terug op de geschiedenis van infectieziektebestrijding en de rol van bedrijfsartsen daarin en beschrijft hoe de awareness groeit dat samenwerking tussen arbo en volksgezondheid belangrijk is. De samenwerking tussen hem en het LCI stamt uit de periode van de eerste berichten over Nieuwe Influenza A (H1N1), april 2009. “Eigenlijk gingen Karin en ik spontaan aan het werk. Er was een enorme vraag uit de praktijk, onder meer over de zin van mondkapjes. We zijn onze krachten gaan bundelen. Uit die periode stamt de eerste Arbo-inf@act van KIZA. Inmiddels is Arbo-inf@ct een vast onderdeel van het proces.” Arbosuccessen Karin Heimeriks (arbeidshygiënist CIb/RIVM) is sinds 5 jaar verantwoordelijke voor het project ‘Infectieziektebestrijding en werknemersgezondheid’ bij het CIb. Het AMT vormt onderdeel van dat project. Zij blikt juist vooruit. Ze beschrijft de huidige samenstelling van het AMT kernteam: • voorzitter Jaap Maas (bedrijfsarts) • secretaris Karin Heimeriks (arbeidshygiënist) • Ad de Rooij (bedrijfsarts) • Remco Houba (arbeidshygiënist) Het AMT beschikt over twee vaste adviseurs: • Harry Stinis (bedrijfsarts en verbindend met NCvB / KIZA) • Altijd per onderwerp een inhoudelijk vertegenwoordiger LCI Deze dag vormt een opstapje om dit netwerk aan te vullen met andere arboprofessionals. Heimeriks vervolgt haar bijdrage door een opsomming van een aantal behaalde successen op het gebied van speciale aandacht voor werknemersbetrokkenheid bij infectieziektebestrijding (buiten het AMT om): • arbo-inbreng in het OMT • arbobijdrage aan LCI-richtlijnen zoals onder andere bij Q-koorts, Nieuwe influenza en Lyme
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 3
• arbobijdrage aan de toolkits van het RIVM (zodat daarmee ook voor werkgevers en werknemers meer praktische informatie beschikbaar is) • Arbo-inf@ct (snelle berichtenservice voor arboprofessionals bij actuele trends of dreigingen) • indirecte spin-offs, zoals de leidraad grieppandemie van het NVAB. Dagvoorzitter Clementine Wijkmans wijst intussen op de Wall of Fame (smoelenmuur) en de deelnemersprofielen die daar hangen. Deelnemers hebben daarop hun interesses en ervaringen op het gebied van infectieziekten (verder) kenbaar gemaakt. OMT/AMT-ervaringen Vervolgens zijn alle ogen gericht op drie ervaringsdeskundigen: Ad de Rooij (bedrijfsarts Stigas), Mirjam de Groot (preventieadviseur Stigas) en Remko Houba (arbeidshygiënist Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen). Zij hebben ervaring met OMT en/of AMT. Benoemd wordt hoe “in een OMT iedereen met zijn eigen belangen zit. Als daar geen arbo-aspecten worden genoemd, komt het onderwerp simpelweg niet aan bod […] Toen ik in mei 2008 deelnam aan het OMT Q-koorts, stond arbo nog niet op de agenda. Ik bracht wel wat zaken naar voren, maar die waren volgens de voorzitter niet aan de orde. Het AMT is waanzinnig belangrijk om essentiële zaken in te brengen in het OMT. Daarbij is het uitermate belangrijk dat er een goede vraag vanuit het ministerie in het OMT voorligt en bij het AMT bekend is.” Uit de bijdrage van de ervaringsdeskundige aan recentere OMT’s blijkt dat het inmiddels steeds beter lukt om arbo in het OMT in te brengen: “Ik ben ontzettend goed geholpen door kernteamleden ter voorbereiding op het OMT. Ze gaven tips hoe ik toch steeds een brug kon maken naar arbo in het OMT dat ging over de toename van tekenbeten en Lyme. Er was veel interesse en mogelijkheid om dat ook tijdens het OMT te doen. Ik doe het allemaal voor de mens op de werkvloer. En ik zie nu tal van besproken zaken ook op de (uitwerk)agenda staan voor de komende tijd. Er gebeurt echt iets.” Clementine Wijkmans bevraagt het panel naar tips en valkuilen om aanstaande AMTcollega’s hiervan bewust te maken: “Bij een OMT spelen veel meningen. Daarom is het zo belangrijk dat het AMT goed weet welke vragen voorliggen in het OMT […] En wees to the point. De eerste keer nam ik twee A4’s met vragen mee. Daarvan zag ik uiteindelijk drie regels terug in het beleidsadvies […] Het mooie van de AMT-structuur is de inbreng en input vanuit het veld.” Op een vraag uit het publiek “Kan het AMT ook ongevraagd advies geven?” hebben de ervaringsdeskundigen unaniem de ervaring dat er ruimte is voor aanvullende input via de verslaglegging. Een andere vraag uit het publiek gaat over de facilitering en financiering van deelnemers aan het AMT en hoe dat geregeld is? Mede-organisator Monique Loo (bedrijfsarts, verantwoordelijke voor het arbointegratieproject bij het CIb) doet een duit in het zakje: “Werknemersgezondheid en arbo omvat veel meer dan alleen de AMT-activiteiten bij dreigende calamiteiten. Bij het AMT is je actie beperkt tot de calamiteit, je zit er op persoonlijke titel, maar het is wel een eretitel.
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 4
Je bent een spin in het web, je taak is informatie (door)geven. Financieel gezien ontvang je voor deelname aan een AMT een vergoeding voor aanwezigheid en voor reiskosten. Realiseer je dus dat je persoonlijk een bijdrage levert omdat jij daar het belang van inziet. Ongevraagde en overige niet dringende arbo-input wordt sinds enkele jaren vooral via Karin in haar project aangedragen aan het CIb bijvoorbeeld door de toevoeging van arbo aan de LCI-richtlijnen.” Geheimzinnig virus De verhalen van de ervaringsdeskundigen vormen een mooie brug naar het tweede, meer interactieve deel van de dag en start met de krantenkop: ‘Dodelijke infectie grijpt om zich heen’. Het gaat om een – gefingeerde – uitbraak van een geheimzinnig virus met veel onzekerheid. Zoekend naar informatie uit betrouwbaardere bron komen ze uit bij de website KIZA en projecteren de beschikbare informatie: ‘Ernstig besmettelijke infectieziekte’. Hiermee beginnen de aanwezigen aan hun netwerklunch. Tijdens de lunch gaat de interactie door, onder meer doordat er weer een bericht komt, dit keer in de vorm van een Arboinf@ct met meer informatie over de dreigende infectieziekte die inmiddels ook in andere landen geleid heeft tot slachtoffers. AMT ervaren De praktijkoefening na de pauze, onder de bezielende leiding van spelleider Pepijn van den Broek, vormt het interactieve leeuwendeel van de bijeenkomst. Want, zoals Van den Broek het zelf onder woorden brengt: “The proof of the pudding is in the eating.” Elke deelnemer is ingedeeld in een groep. Elke groep stuurt een afgevaardigde naar het fictieve AMT-overleg. Vooraf formuleren de deelnemers in hun eigen groep voor hun afgezant aandachtspunten voor het AMT-overleg; ze corrigeren elkaar en vullen elkaar aan. Eén van de deelnemers aan het gefingeerde AMT vertegenwoordigt het CIb en draagt bij, net zoals ook bij een werkelijk AMT, door het aandragen van de meest recente informatie (klinisch, epidemiologisch). Van den Broek legt het BOB-principe uit, een beslismodel uit het crisismanagement. Dit model helpt de vergadering door zijn structuur. De vergadering start met Beeldvorming, waarna Oordeelsvorming kan plaatsvinden en tot slot Besluitvorming. Het gelegenheids-AMT bestaat uit een voorzitter, bedrijfsartsen, arbeidshygiënisten en een CIb-vertegenwoordiger. De AMT-voorzitter geeft een samenvatting van de actuele stand van zaken; de CIb-vertegenwoordiger vult hem waar nodig aan. De voorzitter blijkt zelfs een exemplaar van het SARS-protocol bij zich te hebben (waarop de voorliggende nog niet geïdentificeerde verwekker het meest lijkt) en ontvangt voor zijn alertheid de complimenten. Gezamenlijk worden drie risicogroepen geformuleerd en er wordt gehamerd op de noodzaak van arbo-inbreng, straks in het OMT. Intussen komt er nieuwe informatie beschikbaar en krijgt het AMT tips en aanwijzingen van de achterban. Na ruim een half uur overleg breekt Van den Broek in: het OMT wil over vijf minuten de AMT-inbreng. Dat verhoogt de druk enigszins. Dan is de oefening ten einde: tijd voor evaluatie. Van den Broek complimenteert het gelegenheidsteam: hun vergaderstructuur blijkt aardig
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 5
vergelijkbaar met de realiteit en ging, voor een eerste keer, bovengemiddeld. Het team de BOB-structuur keurig aangehouden en de voorzitter wordt geroemd om zijn koelbloedige en gestructureerde voorzitterschap. De deelnemers memoreren dat het een hele uitdaging is de focus te houden op arbozaken wanneer er bij een dergelijke uitbraak slechts beperkte informatie voorhanden is (zoals ook in de praktijk kan gebeuren bij de uitbraak van een nieuwe infectieziekte). Samen met de observatoren trekt het team een aantal conclusies: • een sterke voorzitter die richting geeft aan het proces is van belang (hij moet uit de inhoud blijven) • deelnemers moeten rolzuiver blijven; hou je bij de arbo-inbreng die nodig gaat zijn in het OMT, daar ligt onze meerwaarde • inhoudelijke kennis (sector, branche, infectieziekte) bepaalt o.a. deelname aan AMT • als er (vooralsnog) weinig informatie is, heb je te werken met de onzekerheden die dat meebrengt en plaats je je input in dat licht (met wat we nu weten…) • voor de vergadering op papier structureren wat al bekend is en buiten discussie staat, helpt. Op zijn minst levert de vergadering zo’n lijstje op (klinische gegevens, relevantie branches / risicogroepen, relevante protocollen, communicatie-aspecten). • voorliggende vraag aan OMT moet bekend zijn • standaard deelname CIb-vertegenwoordiger essentieel • vergaderdiscipline van deelnemers is belangrijk • afspraken nodig over betrokkenheid AMT-leden na de vergadering, informatie over afwikkeling en afspraken over communicatie naar achterban (na BAO) zijn nodig. Speeddaten Vooruitlopend op het volgende netwerkmoment, speeddaten, zetten de acteurs de groep in beweging. Ze stellen een aantal vragen en delen netwerkboekjes uit; boekjes met de persoonlijke profielen van alle deelnemers. Een van de deelnemers ontvangt het toepasselijke bordspel ‘Pandemie’ uit handen van de dagvoorzitter omdat zij zich als twintigste deelnemer aanmeldde voor deze dag. Een kwartier later is het tijd voor het speeddaten. In carrouselvolgorde discussiëren de aanwezigen telkens maximaal tien minuten over arbostellingen, zoals: • Als het gaat om infectieziektebestrijding, dan werken volksgezondheid en bedrijfsgezondheid volgens een zelfde visie, of: • De arbozorg is op dit moment voldoende toegerust om een rol te spelen bij de infectieziektebestrijding. Dat levert een aantal boeiende gesprekken op, die vanzelf leiden tot nadere kennismaking. Rond vijf uur loopt het officiële gedeelte ten einde. Clementine Wijkmans spreekt een dankwoord uit aan het adres van de organisatie. Jaap Maas vat de dag als volgt samen: “Het was een inspirerende dag met een geweldig enthousiaste opkomst. Wij gaan arbo in de infectieziektebestrijding op de kaart zetten. Het OMT hoeft het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden als zij over jullie deskundigheid kunnen beschikken, en vice versa.” Wanneer enkele mensen in het zonnetje zijn gezet omdat zij deze dag mogelijk maakten, is
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 6
het tijd voor de borrel, krijgt de Wall of Fame nog wat aandacht, maar het nagesprek met elkaar nét wat meer. De deelnemers kunnen ook na deze dag verder netwerken, omdat ze elkaars gegevens digitaal ontvangen. De organisatoren kunnen terugblikken op een zeer geslaagde bijeenkomst.
Sfeerverslag ‘Veelbelovende netwerkdag op 7 oktober in Utrecht’ - 7