Arbo in Transitie Onderzoek naar gevolgen van de Participatiewet voor arbo in SW-bedrijven
Colofon Cedris, Divosa, Locus en SBCM werken samen aan duurzaam werk voor mensen met een arbeidsbeperking. Deze publicatie is een gezamenlijk product van Cedris en SBCM. Onderdelen uit deze uitgave mogen alleen worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt met toestemming van de uitgevers. © Oktober 2015
Cedris
SBCM
Postbus 8151 3503 rd Utrecht T: 030 – 290 68 00 E:
[email protected] W: www.cedris.nl
Postbus 556 2501 cn Den Haag T: 070 – 376 58 47 E:
[email protected] W: www.sbcm.nl
De volgende personen hebben aan deze publicatie meegewerkt:
Auteur Drs. Y. Hoogeveen
Inhoudsopgave 1
2
SAMENVATTING
4
1.1 Inleiding
4
1.2 Dataverzameling en respons
4
1.3 Samenwerkingsvormen en risico’s als gevolg van Participatiewet
5
1.4 Organisatieveranderingen en risico’s als gevolg van Participatiewet
7
1.5 Nieuwe thema’s als gevolg van Participatiewet
8
1.6 Duiding van de resultaten
9
TABELLENBOEK
11
1
SAMENVATTING
Samenvatting
In deze samenvatting leest u de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek dat Cedris en SBCM hebben uitgevoerd naar de gevolgen voor het beleidsveld arbo van de huidige transities in de SWsector door de invoering van de Participatiewet. Voor een verdieping kunt u het tabellenrapport raadplegen dat onderdeel uitmaakt van deze rapportage.
1.1
Inleiding
Door de invoering van de Participatiewet zijn veel SW-bedrijven op dit moment in transitie. SBCM en Cedris ontvangen signalen dat deze veranderingen extra risico’s met zich mee kunnen brengen aangaande de kwaliteit van het arbomanagement en/of de veiligheid van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Via een enquête onder SW-bedrijven zijn de risico’s geïnventariseerd zodat nagegaan kan worden welke vraagstukken landelijk spelen. Daarnaast is geïnventariseerd welke oplossingen en instrumenten SW-bedrijven hiervoor reeds hebben en aan welke oplossingen en instrumenten behoefte is. In de enquête is veel ruimte gelaten om antwoorden toe te lichten. Op basis van de onderzoeksresultaten wensen SBCM en Cedris: - bestaande oplossingen en instrumenten verzamelen en delen met de leden; - nieuwe oplossingen en instrumenten ontwikkelen waarnaar vraag en behoefte is.
1.2
Dataverzameling en respons
De dataverzameling heeft plaatsgevonden in de periode 16 juni tot en met 7 juli 2015. De vragenlijst is gericht aan functionarissen die veilig en gezond werken in hun portefeuille hebben. De vragenlijst is door 50 personen ingevuld. De verwachting is dat met de 50 ingevulde vragenlijsten ruim de helft van de SW-bedrijven heeft gereageerd. De vragenlijst is vooral ingevuld door arbo- en KAM-coördinatoren en in mindere mate ook door HRMmanagers (tabel 14 in de bijlage). De resultaten zijn representatief voor de SW-populatie waar het organisatiegrootte betreft (tabel 16). Zo zijn de meeste respondenten werkzaam in een SW-bedrijf met een omvang van 500 tot 999 werknemers. Ook is de respons verdeeld over het hele land met de meeste respons uit Zuid-Holland aangezien daar relatief veel SW-bedrijven gevestigd zijn (tabel 15).
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 4 van 21
1.3
Samenwerkingsvormen en risico’s als gevolg van Participatiewet
De eerste enquêtevraag was welke samenwerkingsvormen nieuw zijn of vaker voorkomen sinds de invoering van de Participatiewet. Vervolgens is gevraagd of deze veranderingen leiden tot meer of andere arbo-risico’s. Figuur 1: Samenwerkingsvormen die vaker voorkomen (N=50)
Werken op externe locatie is toegenomen Zoals te zien is in figuur 1, noemen vrijwel alle respondenten werken op een externe locaties als een samenwerkingsvorm die vaker voorkomt. Met externe locaties bedoelen we locaties of objecten, zoals parkeerplaatsen en stations of werken in wijkteams, waarbij SW-medewerkers gemakkelijk aangesproken kunnen worden door derden. Ook het opleiden van bijstandsgerechtigden door SWbedrijven, een werkstage bij SW-bedrijven voor leerlingen uit het speciaal onderwijs en het verhuren van een SW-ruimte inclusief de inzet van SW-medewerkers zijn nieuw of komen meer voor dan voorheen (rond de 60 procent van de respondenten noemen deze samenwerkingsvormen). Voor meer informatie over de antwoorden en een toelichting op alle voorgelegde samenwerkingsvormen zie het tabellenrapport, tabel 1.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 5 van 21
Figuur 2: Arbeidsrisico’s bij samenwerkingsvormen (N externe locatie = 48, N verhuur SW-locatie=29, N leerwerkstraat = 8)
Meer risico’s bij beoordeling werkplek, instructie en begeleiding Zoals is af te lezen uit figuur 2 ervaren de respondenten vooral een toename van risico’s bij het werken op een externe locatie en bij het verhuren van een SW-ruimte inclusief de inzet van SWmedewerkers aan ondernemers (zie eveneens tabel 2 in de bijlage). Ook bij de leerwerkstraat ervaren de respondenten een toename van risico’s, zij het dat deze samenwerkingsvorm minder vaak voorkomt dan het werken op een externe locatie en het verhuren van een SW ruimte inclusief de inzet van SW-medewerkers. Het gaat bij deze drie samenwerkingsvormen vooral om de risicobeoordeling van werkzaamheden voorafgaand aan de uitvoering, het geven van voorlichting en instructie aan de medewerkers en het toezicht en de begeleiding op de werkplek. Tussen de 40 en 53 procent van de geënquêteerden geeft dit aan. De respondenten geven voorts aan dat bij het werken op een externe locatie meer risico is als zich een wijziging van werkzaamheden voordoet. Bij het verhuren van een SW-ruimte zien de respondenten voorts de risico’s toenemen bij de aanpassing van de werkplek. Bij het bieden van re-integratieopvang aan zieke werknemers van andere bedrijven, het opleiden van bijstandsgerechtigden en de werkstage ervaart men aanzienlijk minder risico’s. Dit is te verklaren door het feit dat deze samenwerkingsvormen zich binnen het eigen SW-bedrijf concentreren en dus de verantwoordelijkheid intern ligt. Bij de externe locatie en het verhuur van SW-ruimte is die verantwoordelijkheid soms minder helder en kan de afstand tussen het SW-bedrijf en de medewerkers groter zijn. Ook zijn werkgevers/opdrachtgevers niet altijd gewend om te werken met de doelgroep van SW-bedrijven.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 6 van 21
Protocollen aanwezig, wel behoefte aan ondersteuning Tachtig procent van de respondenten geeft aan dat het SW-bedrijf beschikt over instrumenten om arborisico’s als gevolg van de nieuwe samenwerkingsvormen te beperken (tabel 4). De bereidheid om deze instrumenten te delen is groot. Het gaat hier vooral om formats, protocollen en handreikingen. Deze instrumenten richten zich hoofdzakelijk op de meest voorkomende samenwerkingsvormen. Toch heeft 60 procent van de respondenten behoefte aan ondersteuning bij het beperken van arborisico’s als gevolg van de nieuwe samenwerkingsvormen. Vooral ondersteuning is wenselijk bij het werken op een externe locatie, het verhuren van een SW-locatie en het opleiden van bijstandsgerechtigden.
1.4
Organisatieveranderingen en risico’s als gevolg van Participatiewet
Meer druk op accountmanagers en toename detachering In het tweede deel van de enquête is gevraagd welke interne organisatieveranderingen men waarneemt als gevolg van de Participatiewet en of men daarbij een toename van arborisico’s ervaart. Ruim de helft van de bevraagden (58%) ziet een toenemende druk bij accountmanagers om opdrachten voor het SW-bedrijf binnen te halen (tabel 6a). Eveneens ruim de helft ziet een toename van detachering waardoor het vaker voorkomt dat detacheringsconsulenten een arbocheck moeten doen bij werkgevers. Voorts constateert bijna de helft dat de formatiecapaciteit wordt afgebouwd en dat arbofuncties worden ondergebracht bij andere functies. Onvoldoende kennis en onduidelijke verantwoordelijkheden Volgens ruim de helft van de bevraagden leiden de organisatieveranderingen tot het risico van onvoldoende arbo-expertise bij de betreffende medewerkers, onduidelijke verantwoordelijkheden en conflicterende belangen binnen een functie (zie figuur 3 hieronder en tabel 6bc in de bijlage). Slechts 14 procent (zes respondenten) ziet als risico dat de huidige instrumenten niet volstaan in de nieuwe situatie. Figuur 3: Toename risico als gevolg van organisatorische veranderingen (N=42)
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 7 van 21
Helft beschikt over protocollen, behoefte aan ondersteuning Ruim de helft van de respondenten geeft aan dat het SW-bedrijf beschikt over instrumenten om arborisico’s als gevolg van organisatorische veranderingen te beperken. Het gaat hier wederom vooral om formats, protocollen en handreikingen (tabel 7 en 8). En ook hier is zowel de bereidheid om instrumenten te delen groot als de behoefte aan verdere ondersteuning. Ondanks dat er een arbocatalogus is voor detachering, geeft 71 procent aan behoefte te hebben op ondersteuning voor detacheringsconsulenten (zie figuur 4 en tabel 10a en b). Figuur 4: Organisatorische verandering waarop ondersteuningsbehoefte betrekking heeft (N=31)
1.5
Nieuwe thema’s als gevolg van Participatiewet
Meer ongewenste omgangvormen tussen mensen met verschillende achtergrond Te zien in figuur 5 is, dat bijna de helft van de bevraagden een toename ziet van agressie, geweld, pesten en/of discriminatie doordat er meer personen met een andere achtergrond werkzaam zijn binnen de SW, zoals leerlingen van speciaal onderwijs, bijstandsgerechtigden, et cetera). Enkele respondenten lichten toe dat dit komt door de cultuurverschillen van de verschillende doelgroepen. Opvallend is dat men geen toename ervaart van agressie en geweld en/of pesten en discriminatie doordat medewerkers vaker moeten samenwerken met reguliere medewerkers bij reguliere werkgevers: ruim de helft antwoordt dat dit niet het geval is en zes respondenten geven aan dat dit
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 8 van 21
wel voorkomt. Wel is 46 procent van de respondenten van mening dat reguliere werkgevers onbekend zijn met risico’s die het werken met mensen met beperkingen met zich meebrengt. Figuur 5: Gevolgen participatiewet voor SW-organisaties (N=50)
1.6
Duiding van de resultaten
Uit de analyse van de open antwoorden en een bespreking van de uitkomsten in een klankbordgroep van arbocoördinatoren komt een inhoudelijke verklaring naar voren voor bovenstaande resultaten. De kennis en instrumenten gericht op arborisico’s zijn op zich voldoende en volstaan in algemeenheid qua inhoud ook in de nieuwe situaties die ontstaan als gevolg van de Participatiewet. Echter, men heeft voornamelijk moeite met een goede toepassing en handhaving van de afspraken in de huidige veranderende praktijk. Werkveld is complexer en dynamischer De rode lijn is dat het werkveld veel complexer en dynamischer is geworden als gevolg van de Participatiewet. Zo komt het vaker voor dat medewerkers met een verschillende achtergrond (SW, Participatiewet, bijzonder onderwijs et cetera) op verschillende locaties moeten werken, waarbij de aansturing en toezicht soms ook door verschillende organisaties gebeurt. Dit leidt tot een spreiding van de verantwoordelijkheid voor arborisico’s. Deze verantwoordelijkheden zijn door de toegenomen complexiteit niet direct evident en dienen per situatie uitgezocht en afgesproken te worden. Doordat ook de frequentie, doorlooptijd en snelheid van plaatsingen zijn toegenomen, ontstaat het risico dat betrokkenen onvoldoende tijd (kunnen) nemen om heldere arbo-afspraken te maken en/of het nakomen van die afspraken te bewaken.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 9 van 21
Grotere rol detacheringsconsulenten bij naleving arboafspraken Dit risico wordt versterkt door de ambitie om zoveel mogelijk medewerkers extern te plaatsen. Daardoor komt de verantwoordelijkheid om arborisico’s te checken en te bewaken steeds meer te liggen bij detacheringsconsulenten, jobcoaches en accountmanagers, terwijl die veelal geen arboachtergrond hebben. Door de focus die deze functies hebben op het realiseren van plaatsingen bij reguliere werkgevers kunnen bovendien conflicterende belangen ontstaan. In de praktijk blijkt bovendien regelmatig sprake te zijn van wisselende of nieuwe consulenten. De aandacht gaat dan eerst uit naar de overdracht van vaak grote caseloads. In dergelijk situaties is het denkbaar dat een nieuwe consulent vergeet te checken of bijvoorbeeld een inlener de afgesproken RIE heeft aangeleverd en/of die op orde is. Ook komt het voor dat gemeenteconsulenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering van detacheringen. Zij hebben veelal nog minder ervaring op het gebied van arbo en het maken van afspraken met inleners over specifieke risico’s van werken mensen met beperkingen. Nieuwe doelgroepen en druk op arbocapaciteit Daarnaast zijn er nieuwe doelgroepen bij gekomen voor welke vaak andere regelgeving geldt en de arbeidsverhoudingen kunnen verschillen (zoals leerling, werkstagiaires). Tot slot ervaart men een toenemende druk om het werk in minder tijd te doen mede als gevolg van de bezuinigingen, terwijl er door de veranderingen juist – in ieder geval tijdelijk tijdens de startfase – meer tijd nodig is. Dit staat op gespannen voet met elkaar en leidt tot een toename van de werkdruk en tot het risico dat veiligheid niet de aandacht krijgt die nodig is, aldus een deel van de respondenten.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 10 van 21
2
TABELLENBOEK
I. Nieuwe samenwerkingsvormen als gevolg van Participatiewet Toelichting op gebruikte termen voor samenwerkingsvormen Verhuur van SW-locatie/ruimte aan ondernemer, inclusief inzet van SW-medewerkers via (groeps-)detachering Het gaat hier om het verhuren van leeggekomen bedrijfsruimte in SW-bedrijven als gevolg van het afstoten of overdragen van bedrijfsprocessen. Leerwerkstraat met 2 of meer partijen op wisselende locatie In het streven naar ontschotten van doelgroepen en meer efficiency werken partijen in de uitvoering samen, bijvoorbeeld via een leerwerkstraat waarin zowel cliënten van de gemeente als van de dagbesteding samen werken en leren. De uitvoering vindt afwisselend plaats op de locaties van de samenwerkende partijen. In een soort carrousel maken ze gebruik van elkaars faciliteiten. (Leer)werkstage in SW-bedrijf voor leerlingen speciaal onderwijs In de werkstages werken leerlingen uit het speciaal onderwijs geïntegreerd met de SW-medewerkers. De leerlingen hebben een begeleider van school en een begeleider vanuit het SW-bedrijven. Re-integratie Re-integratieopvang in SW-bedrijf voor zieke werknemers van bedrijven op bedrijventerrein/in omgeving Bijstandsgerechtigden opleiden door SW-bedrijf op locatie van SW-bedrijf SW-bedrijven leiden soms in opdracht van of in samenwerking met gemeenten bijstandsgerechtigden op in het SW-bedrijf, bijvoorbeeld tot heftruckchauffeur. SW-medewerkers werken op externe objecten Het betreft hier SW-medewerkers die in het ‘vrije veld’ werken of op objecten, zoals op parkeerplaatsen en stations of in wijkteams, waarbij ze gemakkelijk aangesproken kunnen worden door derden.
Tabel 1. Samenwerkingsvormen die nieuw zijn of vaker voorkomen als gevolg van Participatiewet Percentage Aantal Verhuur SW-locatie + -medewerkers 58% 29 Leerwerkstraat 16% 8 Werkstage 60% 30 Re-integratie 36% 18 Opleiden 68% 34 Externe locatie 96% 48 Anders 20% 10 N=50
Andere nieuwe samenwerkingsvorm, namelijk… (uitspraken van individuele respondenten) Bijstandsgerechtigden werken voor bepaalde tijd in het SW-bedrijf- Consulenten uit het SW-bedrijf zijn jobcoach voor begeleid-werkers bij reguliere bedrijven. Arbeidsmatige dagbesteding vanuit gemeente. Door gemeente en UWV geselecteerde kandidaten (geen werknemers) diagnosticeren d.m.v. traject van 3 maanden op onze locatie. Inrichting van servicecenter externe partijen waaronder gemeenten. Invulling geven aan de Participatiewet. Volledig opname van de werkconsulenten van de gemeente en vorming van een nieuw werkbedrijf met assessment, werkervaringstrajecten, proefplaatsingen en met behulp van werkgeversservicepunt plaatsen van mensen bij derdenorganisaties. Werken op locatie (WOL) 5 tot 10 sw medewerkers bij externe partij.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 11 van 21
Tabel 2a. Toename van specifieke arborisico’s per samenwerkingsvorm (in percentages) Verhuur SWlocatie + medewerkers
Leerwerkstraat
Werkstage
Risicobeoordeling werkzaamheden voorafgaand aan uitvoering
52%
38%
23%
17%
21%
42%
Te verrichten werkzaamheden Wijzigingen werkzaamheden Voorlichting + instructie aan medewerker Aanpassing werkplek Toezicht/begeleiding op werkplek Verstrekking PBM Ongeval Agressie en geweld Pesten en discriminatie Klachten Anders Geen groter risico
28% 31% 48% 45% 48% 31% 24% 17% 17% 28% 21% 24%
13% 38% 25% 13% 25% 13% 13% 25%
20% 10% 23% 7% 37% 20% 10% 17% 13% 3% 57%
11% 6% 22% 17% 11% 11% 6% 6% 72%
18% 9% 21% 9% 24% 12% 9% 15% 15% 15% 6% 65%
25% 40% 42% 29% 48% 23% 21% 24% 21% 21% 6% 27%
N=29
N=8
N=30
N=18
N=34
N=48
ReOpleiden integratie
Externe locatie
ReOpleiden integratie
Externe locatie
Tabel 2b. Toename arborisico's bij samenwerkingsvormen (in aantallen) Verhuur SWlocatie + medewerkers
Leerwerkstraat
Werkstage
Risicobeoordeling werkzaamheden voorafgaand aan uitvoering
15
3
7
3
7
20
Te verrichten werkzaamheden Wijzigingen werkzaamheden Voorlichting + instructie aan medewerker Aanpassing werkplek Toezicht/begeleiding op werkplek Verstrekking PBM Ongeval Agressie en geweld Pesten en discriminatie Klachten Anders Geen groter risico
8 9 14 13 14 9 7 5 5 8 6 7
1 3 2 1 2 1 1 2
6 3 7 2 11 6 3 5 4 1 17
2 1 4 3 2 2 1 1 13
6 3 7 3 8 4 3 5 5 5 2 22
12 19 20 14 23 11 10 12 10 10 3 13
N=29
N=8
N=30
N=18
N=34
N=48
N=50
Tabel 2c. Andere risico's bij samenwerkingsvormen (uitspraken van individuele respondenten) Verhuur SW-locatie + -medewerkers De bedrijfshulpverlening. Een deel van de locatie wordt verhuurd aan een dagbesteding. Mensen zijn fysiek slecht waar rekening mee gehouden moet worden bij de interne transportbewegingen. Onveilig gedrag van derden (bv leerlingen van school die ruimte huurt). we hebben gezamenlijk restaurant, toiletten en gangen. Ze lopen in de gang van ons SW-bedrijf maar vallen onder toezicht van derde. Verantwoordelijkheden zijn over het algemeen wel duidelijk, maar er is minder zicht op de mate van naleving. Dit leidt soms tot situaties waarbij risico’s niet als zodanig (h)erkend worden. Minder mondige of vaardige medewerkers kunnen hiervan de dupe zijn. We hebben een samenwerkingsvorm op deze basis. De groenvoorzienings- en schoonmaakbedrijven waarmee we werken hebben een eigen KAM manager en ze zijn OHSAS gecertificeerd. Leerwerkstraat Wie is eindverantwoordelijk voor wie per locatie en hoe wordt dat vastgelegd? Werkstage In de meeste gevallen is er sprake van jeugdigen, waarvoor aanvullende wetgeving geldt op het gebied van werksoort, toezicht en werktijden. Tussen SW-bedrijf en school moet duidelijk zijn waar de verantwoordelijkheden liggen.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 12 van 21
Externe locatie Het inlenend bedrijf zal bij aanvang van de werkzaamheden van de medewerker zich moeten verdiepen in de mogelijkheden en risico’s van de medewerker. Een goede overdracht van informatie is hierin essentieel .
Tabel 3a. Beschikking over instrumenten om arborisico's agv nieuwe samenwerkingsvormen te beperken Percentage Aantal Nee 20% 10 Ja 80% 40 Ja, formats, protocollen, handreikingen Ja, trainingen/workshops Ja, andere instrumenten, namelijk…
70% 28% 16%
35 14 8
N=50 Anders, namelijk… (uitspraken van individuele respondenten) Alle mensen die buiten de deur werken in groepsverband (groen/schoon) hebben een (vaak reguliere) voorman die opgeleid is met VCA VOL en alle medewerkers die wij "te gast" intern hebben draaien mee met de zelfde structuur en veiligheid als onze eigen mensen. Er zijn geen aparte protocollen of handreikingen voor. Wel krijgt iedere groep die bij ons intern een training krijgt, een veiligheidsvoorlichting en veiligheid rondleiding voordat ze zelf aan het werk gaan. Deels protocollen (omdat het soms gewoon onder de Arbocatalogus detachering weg te schrijven is), verder heldere contactafspraken en inzet van deskundige waar nodig. Medewerkers worden via de instroomafdeling geïnformeerd over de algemene arborisico’s binnen het bedrijf vervolgens worden ze op de "definitieve" werkplek over de specifieke afdelingsrisico’s geïnformeerd. Middels Toolboxen, werkoverleggen en introductieprogramma’s wordt er naar gestreefd de risico's zoveel mogelijk te beperken en de veiligheid van de medewerkers zoveel mogelijk te verzekeren. SWB methodiek. Werkplekbeoordelingen. Wij hanteren spelregels van de ABU.
Tabel 3b. Samenwerkingsvormen waarop beschikbare instrumenten betrekking hebben Verhuur SW-locatie + -medewerkers Leerwerkstraat Werkstage Re-integratie Opleiden Externe locatie Anders
Percentage 43% 13% 48% 33% 53% 80% 18%
Aantal 17 5 19 13 21 32 7
N=40
Anders, namelijk …(uitspraken individuele respondenten) Detacheren van medewerkers. Detacheringsprotocollen, checklist, enzovoorts. Er is een formulier waarin arbo afspraken met samenwerkingspartners worden vastgelegd. Op de verschillende doelgroepen en rechtsposities van de medewerkers van onze organisatie. Op iedereen die werkt in onze omgevingen van beschut, en op alle vormen van detacheringen (groep, contract, individueel) zijn dezelfde instrumenten van toepassing, ongeacht de afkomst of de rechtspositie. Reclassering-medewerkers, stagiaires van regulier onderwijs.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 13 van 21
Tabel 4. Bereidheid tot delen instrumenten om arborisico's agv nieuwe samenwerkingsvormen te beperken Percentage Aantal Ja 88% 35 Nee 12% 5 Totaal
100%
40
Tabel 5a. Behoefte aan ondersteuning bij beperken arborisico's agv nieuwe samenwerkingsvormen Percentage Aantal Nee 42% 21 Ja 60% 30 Ja, formats/protocollen/handreikingen Ja, trainingen/workshops Ja, anders…
42% 34% 12%
21 17 6
N=50 Anders, namelijk… (antwoorden individuele respondenten) Arbo t.b.v. leerwerplekken/stages voor bijstandsgerechtigden op externe locaties. Dus: Arbo in tijdelijke werkrelaties (bijvoorbeeld. 2 weken tot 3 maanden). Bespreking veiligheidsbewust maken van de detacheringsconsulenten. Integratie in huidige trainingen. Niet in het bijzonder, maar in het algemeen geldt: kennis en kunde delen is kennis en kunde vermenigvuldigen. Daar wordt iedereen beter van.
Tabel 5b. Samenwerkingsvormen waarop ondersteuningsbehoefte betrekking heeft Percentage Aantal Verhuur SW-locatie + -medewerkers 47% 14 Leerwerkstraat 27% 8 Werkstage 33% 10 Re-integratie 33% 10 Opleiden 50% 15 Externe locatie 60% 18 Anders, namelijk… 17% 5 N=30
Anders, namelijk… (antwoorden individuele respondenten) Bijstandsgerechtigden in tijdelijke externe situaties in bijvoorbeeld stage en werkervaringsplaatsen. Eigen SW-bedrijf. Er is een samenwerking met de zorg wat maakt dat van hieruit een hulpvraag kan ontstaan over stijl van Instructie en Begeleiding. Reguliere detachering en begeleid-werken. In de praktijk blijken consulenten en jobcoaches over het algemeen onvoldoende kennis en gevoel voor arbeidsrisico’s te hebben. Verder verloopt de samenwerking op dit gebied met de reguliere bedrijven moeizaam, waarschijnlijk doordat er ook commercieel belang is.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 14 van 21
II. Organisatorische veranderingen als gevolg van Participatiewet Tabel 6a. Organisatorische verandering die leidt tot verandering in arborisico´s Afname
Gelijk
Toename
Verandering nvt bij ons
Totaal
Percentage (Aantal)
Percentage (Aantal)
Percentage (Aantal)
Percentage (Aantal)
Percentage (Aantal)
Samenvoeging arbofuncties SW in regio
2% (1)
21% (10)
8% (4)
69% (33)
100% (48)
Samenvoeging arbofuncties SW met gemeente of andere partner
4% (2)
29% (14)
25% (12)
42% (20)
100% (48)
Afbouw formatiecapaciteit/onderbrengen bij andere functie
2% (1)
6% (3)
46% (22)
46% (22)
100% (48)
Samenvoeging inkoopfuncties met andere SW-bedrijven, gemeente of andere partners
10% (5)
33% (16)
8% (4)
48% (23)
100% (48)
Toename van detachering waardoor het vaker voorkomt dat detacheringsconsulenten arbocheck moeten doen bij externe werkgevers
6% (3)
30% (15)
58% (29)
6% (3)
100% (50)
Toenemende druk bij accountmanager op binnenhalen opdrachten voor SW-bedrijf
0% (0)
32% (16)
58% (29)
10% (5)
100% (50)
Tabel 6b. Andere organisatorische veranderingen die leiden tot verandering in arborisico's Percentage Aantal Ja, toename bij volgende verandering.. 44% 22 Ja, afname bij volgende verandering.. 6% 3 Nee 56% 28 N=50
Ja, toename bij volgende verandering.. Allerlei vormen van werken op locatie. Als Arbo coördinator heb ik er taken bijgekregen op P&O gebied, dit gaat ten koste van de aandacht voor Arbo. Als er tengevolge van krimp en budgetreductie meer gedaan moet worden met minder leidinggevende is er het risico dat aan allerlei taakonderdelen, zoals arbo, minder tijd besteed wordt. Bemiddeling bij plaatsing, van medewerkers die in opdracht van de gemeente een training werknemersvaardigheden aangeboden krijgen, in externe bedrijven. Er is ook een toename van risico’s bij plaatsing van medewerkers in een externe organisatie (niet zijnde een detachering) voor uitvoering van schoonmaakwerkzaamheden. Soms worden deze werkzaamheden door mensen van de inlener aangestuurd. Door de financiële druk wordt er aan de ene kant bezuinigd op leidinggevende en de vraag om productie te draaien hoger. Daarnaast worden de afdelingen groter en de administratieve druk voor de leidinggevende hoger. De aandacht voor en toezicht op de arbeidsveiligheid verlaagd met alle risico’s van dien. Door de toevoeging van de WWB doelgroep in het plaatsingsproces is de kans op agressie toegenomen. Door steeds meer druk te leggen op productiviteit wordt arbeidsomstandigheden wel eens vergeten. Fusie van twee sociale diensten met SW-bedrijf. Fusie waardoor een managementverschuiving optreedt. Men begint voor een deel weer opnieuw te leren. Het is nog niet bekend in hoeverre de managers attent zijn op het voorkomen van arbeidsrisico’s. Toename van werkdruk en werkstress in de aanloopfase. Gebouw gaat over naar de gemeente. Het is onduidelijk hoe men verder omgaat met maatregelen voor het gebouw die direct en indirect de arbeidsomstandigheden raken. Het aantal bijstandsgerechtigden dag werkzaam is bij het sw-bedrijf groeit. Een andere doelgroep zorgt voor andere risico's en vraagt om bijstelling van het beleid. Over verdere toekomstige veranderingen en samenwerkingsvormen is nog geen besluit genomen. Er is ook op het gebied van arbeidsomstandigheden dus nog veel onduidelijkheid over de toekomst. In samenwerking met andere partijen wordt wel eens vergeten dat er heldere afspraken moeten worden vastgelegd welke partij waarvoor verantwoordelijk is. Meer detacheringen en vormen van samenwerken met externe bedrijven.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 15 van 21
Meerdere partijen op wisselende locaties. Samenwerking met partijen met andere referentiekaders en regelgeving. Onvoldoende vertegenwoordigd in plannen en organisatie van werkverbanden. Bonden staan voor werknemers van 50+. De huidige instroom is jonger. Overname werkgeverschap WSW medewerkers door gemeenten. Snelle doorloop van nieuw werk. Snellere wisseling van activiteiten binnen de locaties en inzet van flexteams voor kortdurende projecten bij derden. SW-bedrijf omvormen tot AOB met tegelijkertijd terug dringen van ambtelijk personeelsbestand van het SW-bedrijf. Toekomstige koers in uitvoering Participatiewet en de invulling door de diverse partijen, gemeente, SW organisatie, reintegratie aanbieders en bedrijven. Toename van werken op externe locatie voor SW en overige doelgroepen onder de Participatiewet. Zeker in geval van tijdelijke werkrelaties is het van belang om met werkgevers goede arbo afspraken te kunnen maken: wat en hoe te realiseren: daar graag ondersteuning in. Uitholling van de organisatie. Kortdurende (re-integratie) trajecten. Verandering van doelgroep. Ja, afname bij volgende verandering.. Schaalvergroting, waardoor men van elkaar kan leren. Methodes van elkaar overnemen. Vereenvoudiging van uit te voeren werkzaamheden (complexer risicovoller werk neemt af)
Tabel 6c. Toename risico als gevolg van organisatorische veranderingen Percentage Aantal Onvoldoende expertise bij medewerkers die arborol vervullen Onduidelijke verantwoordelijkheden Conflicterende belangen binnen een functie Huidige instrumenten volstaan niet in nieuwe situatie Anders, namelijk… Geen toename risico's agv organisatorische veranderingen
57%
24
55% 50%
23 21
14%
6
21%
9
14%
6
N=42
Anders, namelijk… (antwoorden van individuele respondenten) Aanpassing arbocatalogi nieuwe doelgroepen/samenwerkingsverbanden. Door snelheid bij het binnenhalen van nieuw werk is er te weinig tijd om de arborisico’s in kaart te brengen, te bespreken en aan te passen (gebeurt te vaak achteraf). Gemeenten voorzien volstrekt niet wat op hen afkomt en denken er te licht over. Huidige arbo-instrumenten volstaan niet in nieuwe situatie waarbij externe werkplekken uit het zicht zijn van de Arboorganisatie van het SW-bedrijf. Kennis en vaardigheden bij de preventie en handelen bij agressie. Onvoldoende kennis bij het uitvoeren van taken. Onvoldoende tijd om risico’s tijdig te beoordelen. Opnieuw vaststellen van werkwijze, functies, taken et cetera kan tot spanning leiden SW-medewerkers kunnen meer spanning ervaren door veranderingen in organisatie die de fusie met zich meebrengt.
Tabel 7. Beschikking over instrumenten om arborisico´s agv organisatorische veranderingen te beperken Percentage Aantal Nee, 36% 18 Ja, namelijk… 64% 32 Ja, formats/protocollen/handreikingen Ja, trainingen/workshops Ja, anders…
56% 14% 12%
28 7 6
N=50 SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 16 van 21
Anders, namelijk… (antwoorden individuele respondenten) Deskundige is inzetbaar. Gesprek met leidinggevende. Overleg en gesprekstechnieken. Vraag is of instrumenten voor tijdelijke werkrelaties voldoen/afdoende zijn. We starten net met een nieuw arbohandboek en nieuwe RI&E. Wij hebben twee veiligheidskundigen in dienst die diverse soorten trainingen kunnen verzorgen om de veiligheid te vergroten.
Tabel 8. Op welke organisatorische veranderingen hebben deze instrumenten betrekking? Percentage Aantal Samenvoeging arbofuncties SW in regio 6% 2 Samenvoeging arbofuncties SW met gemeente of andere partner
9%
3
Afbouw formatiecapaciteit/onderbrengen bij andere functie
16%
5
Samenvoeging inkoopfuncties met andere SW-bedrijven, gemeente of andere partners
13%
4
Toename van detachering waardoor het vaker voorkomt dat detacheringsconsulenten arbocheck moeten doen bij externe werkgevers
53%
17
Toenemende druk bij accountmanager op binnenhalen opdrachten voor SW-bedrijf
38%
12
Anders, namelijk…
28%
9
N=32
Tabel 9. Bereidheid tot delen instrumenten om arborisico's agv organisatorische veranderingen te beperken Percentage Aantal Ja 78% 25 Nee 22% 7 Totaal
100%
32
Toelichting (antwoorden individuele respondenten) Het is gewoon ons reguliere beleid die we met gezond verstand hebben doorgetrokken naar deze nieuwe situatie. Dus geen aparte instrumenten voor ontwikkeld of aangeschaft. Is echt nog in kinderschoenen. Aantal detacheringen en groepsdetacheringen neemt toe, dit vraagt andere aanpak/verantwoordelijkheid. Toetsingsformulier en eventueel toelichting.
Tabel 10a. Behoefte aan ondersteuning bij beperken arborisico´s agv organisatorische veranderingen Percentage Aantal Nee, 38% 19 Ja, namelijk… 62% 31 Ja, formats/protocollen/handreikingen Ja, trainingen/workshops Ja, anders…
40% 28% 12%
20 14 6
N=50
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 17 van 21
Anders, namelijk…(antwoorden individuele respondenten) Alhoewel voor alle individuele participanten dezelfde Arbowet geldt, vraagt de afstemming van onderlinge samenwerking voor duidelijkheid in elkaars verantwoordelijkheid. Een checklijst hierover betreffende de genoemde samenwerkingsvormen is een optie. Er kunnen zich concrete behoeften aandienen in de loop van het komende jaar. Info met name naar het management om het belang aan te geven van preventie en arbeidsrisico’s en dat dit nu eenmaal een investering vergt... (tijd en geld). Om te vergelijken met onze protocollen.
Tabel 10b. Organisatorische verandering waarop ondersteuningsbehoefte betrekking heeft Percentage
Aantal
Samenvoeging arbofuncties SW in regio
23%
7
Samenvoeging arbofuncties SW met gemeente of andere partner
23%
7
Afbouw formatiecapaciteit/onderbrengen bij andere functie
19%
6
Samenvoeging inkoopfuncties met andere SW-bedrijven, gemeente of andere partners
23%
7
Toename van detachering waardoor het vaker voorkomt dat detacheringsconsulenten arbocheck moeten doen bij externe werkgevers
71%
22
Toenemende druk bij accountmanager op binnenhalen opdrachten voor SW-bedrijf
45%
14
Anders, namelijk…
29%
9
N=31
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 18 van 21
III. Nieuwe thema's als gevolg van Participatiewet Tabel 11. Situaties waarmee SW-organisaties te maken hebben als gevolg van de Participatiewet Ja Nee Niet bekend Percentage Aantal Percentage Aantal Percentage Aantal Toename agressie/geweld/pesten/discriminatie door achtergrond
48%
24
32%
16
20%
10
Toename agressie/geweld/pesten/discriminatie door samenwerken medewerkers/reguliere medewerkers
12%
6
54%
27
34%
17
Onbekendheid reguliere werkgevers van risico´s werken met mensen met beperkingen
46%
23
32%
16
22%
11
N=50
Tabel 12. Andere nieuwe thema´s als gevolg van de Participatiewet Percentage Ja, namelijk… Nee Totaal
Aantal
10% 90%
5 45
100%
50
Ja, namelijk… (antwoorden individuele respondenten) De psychosociale arbeidsbelasting voor de niet-doelgroep-medewerkers is m.i. gestegen door de voortdurende onduidelijkheid m.b.t. de toekomst. Daarnaast wordt de groep kleiner (vacaturestop + afscheid van gepensioneerden) en neemt de hoeveelheid werk niet af. Geldigheid van de arbocatalogi in de (nabije) toekomst. In relatie tot de cultuurverschillen in de samenwerking van verschillende doelgroepen (Zorg / Dagbesteding) Onderschatting van cultuurveranderingen door nieuwe samenwerkingsverbanden. Reguliere bedrijfsvoering met afnemende competenties / vaardigheden van de doelgroep. Over het algemeen is het zo dat alleen beschut werk overblijft. Hierin zitten sw-medewerkers die niet geschikt zijn voor detacheringen vanwege hun fysieke/verstandelijke/psychische beperking. Deze groep is dus zwakker en heeft derhalve een andere aansturing nodig om o.a. veilig te werken. Toezicht houden wordt steeds moeilijker. Aanbod van training van jobcoaches in hoe je een werkplek beoordeelt op gebied van veiligheid en gezondheid (hoe doe je de arbocheck bij de inlener) is iets wat een zinvolle aanvulling kan zijn in het aanbod. Dit is geen vraag vanuit de organisatie maar mijn eigen mening.
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 19 van 21
VI. Achtergrondkenmerken respondenten Tabel 14. Functies HRM-manager Arbo-coördinator KAM-functionaris/-adviseur Anders, namelijk... Totaal
Percentage 22% 24% 36% 18%
Aantal 11 12 18 9
100%
50
Percentage 4% 2% 6% 10% 14% 12% 10% 26% 4% 10% 2%
Aantal 2 1 3 5 7 6 5 13 2 5 1
100%
50
Percentage 16% 36% 20% 28%
Aantal 8 18 10 14
100%
50
Anders, namelijk…. Bedrijfsleider/ KAM coördinator Beleidsadviseur Directeur projecten en diensten Facility manager en KAM-coördinator HRM medewerker en Arbo-coördinator Manager Ontwikkelen en Detacheren Preventiemedewerker Veiligheidskundige / preventiemedewerker
Tabel 15. Provincie SW-vestiging Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Tabel 16. Organisatiegrootte* Minder dan 500 Tussen 500 en 999 Tussen 1000 en 1499 Meer dan 1500 Totaal
* De respons is representatief naar organisatiegrootte (grootteverdeling gebaseerd op Kwartaalrapporage ziekteverzuim4e kwartaal 2014, EMC/SBCM & Cedris).
SBCM + Cedris; Arbo in Transitie
Pagina 20 van 21