Arbo en de rechten van de OR
Waterschappen
Arbo en de rechten van de OR In de Arbowet zijn verplichtingen voor de werkgever en plichten en rechten voor de werknemer vastgelegd. De achtergrondfilosofie van de Arbowet is eenvoudig: de werkgever moet een zo goed mogelijk arbobeleid voeren. Een belangrijk uitgangspunt in de Arbowet is dat het arbobeleid in overleg en samenwerking met OR tot stand komt. De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) biedt ondersteuning. In de WOR staan rechten die de OR een duidelijke meedenk- en meebeslisrol geven. Veel arbo-informatie vindt u binnen uw eigen Waterschap Wegwijs worden in de Arboregelgeving is mooi, maar minstens zo belangrijk is de arboinformatie binnen uw eigen Waterschap. Zorg dat u het rapport van de RisicoInventarisatie en Evaluatie (RI&E) en het bijbehorende plan van aanpak goed kent en ook benut. En bekijk bijvoorbeeld ook wat er op schrift staat over de vertrouwenspersoon, het ziekteverzuimbeleid en de arbodienstverlening. En ga in gesprek met uw KAM-coördinator / preventiemedewerker en de bedrijfsarts. Verder is er voor u veel branche-informatie beschikbaar, waaronder de Arbocatalogi Waterschappen.
De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) De WOR geeft de OR rechten om mee te beslissen en mee te denken over bijvoorbeeld een nieuwe werkplekinrichting, de overstap naar een andere arbodienst en de aanpak van intimidatie, agressie en geweld. Ook kan de OR zelf met voorstellen komen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden. Advies- en instemmingsrecht zijn sterke rechten De advies- en instemmingsrechten zijn de sterkste rechten. Er zitten duidelijke procedures en beroepsmogelijkheden aan vast, waardoor de OR de invloed van ‘meedenken en meebeslissen’ krijgt. De andere rechten (initiatiefrecht, informatierecht en recht op faciliteiten) staan in feite in dienst van het advies- en instemmingsrecht. Zij zorgen ervoor dat de OR zijn advies- en instemmingsrecht naar behoren kan gebruiken.
Instemmingsrecht (WOR, art.27) en arbo Het instemmingsrecht is een sterk middel met duidelijke procedures en beroepsmogelijkheden. Het instemmingsrecht heeft betrekking op alle regelingen op het gebied van het sociaal beleid / personeelsbeleid van de organisatie. Hieronder vallen ook regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en re-integratie. Belangrijke voorbeelden van arbo-regelingen, waarover de OR instemmingsrecht heeft, zijn: de uitvoering van de RI&E; het opstellen van het plan van aanpak; de invoering van een (aangepaste) ziekteverzuimprocedure; de organisatie van de interne arbozorg; de inschakeling van deskundige bijstand, bijvoorbeeld de keuze voor een arbodienstverlener of het contract met de arbodienst of een arbodeskundige; de organisatie van de bedrijfshulpverlening; het opstellen of aanpassen van een beleid ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting; het uitvoering geven aan een werkdrukbeleid.
Arbo en de rechten van de OR
Waterschappen
Procedure bij instemming In de WOR is aangegeven dat de werkgever een arboregeling alleen kan invoeren, intrekken of wijzigen als de OR daarvoor groen licht heeft gegeven. De werkgever moet het instemmingsvoorstel schriftelijk aan de OR voorleggen. Het voorstel moet degelijk onderbouwd zijn. Ook moet in het voorstel staan welke gevolgen het besluit naar verwachting zal hebben voor de medewerkers. De OR beslist niet voor dat tenminste één keer in de overlegvergadering met de werkgever over het voorstel is gesproken. Dat kan de OR benutten om vragen te stellen en eventuele verbetersuggesties te doen. Als er veel op het spel staat doet een OR er verstandig aan om de achterban te raadplegen. De OR hoeft ook niet alles zelf te doen. Hij kan gebruik maken van deskundigen. Invloed op het besluit Na het overleg deelt de OR zijn beslissing zo snel mogelijk, schriftelijk, aan de werkgever mee. De OR kan het voorgenomen besluit ongewijzigd goedkeuren, in zijn geheel afkeuren of suggesties doen om het inhoudelijk aan te passen. Daarna deelt de werkgever zo snel mogelijk schriftelijk aan de OR mee welk besluit hij heeft genomen en met ingang van welke datum hij het besluit zal uitvoeren. Zijn de werkgever en de OR het met elkaar eens, dan kan het besluit zonder veel problemen worden uitgevoerd. Als de werkgever besluit tegen de zin van de OR in zijn besluit toch uit te voeren, dan kan de OR binnen een maand de nietigheid van dat besluit bij inroepen. De OR moet dan schriftelijk laten weten een beroep te doen op de nietigheid. Naar de kantonrechter Als de werkgever het besluit zonder toestemming van de OR toch wil uitvoeren, kan de OR naar de kantonrechter stappen. Ook de werkgever kan naar de kantonrechter stappen om toestemming te vragen om het besluit zonder de instemming van de OR toch uit te mogen voeren. De kantonrechter zal daar alleen mee instemmen als het besluit van de OR onredelijk is of als zwaarwegende bedrijfsbelangen dat vergen.
Adviesrecht (WOR, art. 25 en 30) en arbo Het adviesrecht gaat over besluiten van financiële en organisatorische aard, zoals een verhuizing, veranderingen in de organisatie, een aanpassing van werkzaamheden en het doen van een belangrijke investering. Het adviesrecht is een sterk middel met duidelijke procedures en beroepsmogelijkheden. Bij een verhuizing en bij veranderingen in de organisatie, is aandacht voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van medewerkers van belang. Zo is het bij een ver- of nieuwbouwproject interessant om te kijken hoe bijvoorbeeld het klimaat en een gezonde en prettige inrichting van de werkplekken meegenomen kunnen worden. Bij de aanschaf van een automatiseringssysteem kunnen gebruiksvriendelijkheid, leeskwaliteit en KANS-bestendigheid kunnen meegenomen. Is er een organisatieverandering? Denk dan aan vragen als: worden taken niet te belastend of te eenzijdig? Is er aandacht voor werkdruk? Door bij deze keuzen vooraf na te denken kunnen de arbeidsomstandigheden preventief beïnvloed worden. Veranderingen en vernieuwingen zijn dus aanleiding (en kans) om werk te maken van bronaanpak. Procedure bij advies Voordat de werkgever een besluit neemt dat adviesplichtig is, moet het besluitvoornemen schriftelijk aan de OR worden voorgelegd. De werkgever moet dat tijdig doen. Tijdig wil zeggen dat de OR nog een 'wezenlijke invloed' kan hebben op het uiteindelijke besluit. Het moet dus niet zo zijn dat de offertes al getekend. Als dat wel het geval is, kan de OR een beroepsprocedure beginnen.
Blz. 4
Arbo en de rechten van de OR
Waterschappen
Inhoud van een adviesaanvraag In het voorstel is onderbouwd welke gevolgen het besluit naar verwachting zal hebben voor het personeel en welke maatregelen de werkgever van plan is daarvoor te treffen. De WOR schrijft voor dat tenminste één keer in de overlegvergadering met de werkgever over het voorstel gesproken moet worden. Dat kan de OR benutten om vragen te stellen en eventuele verbetersuggesties te doen. Als er veel op het spel staat doet een OR er verstandig aan om de achterban te raadplegen. De OR hoeft ook niet alles zelf te doen, maar kan ook gebruik maken van deskundigen. Reactie van de OR Als de OR de kwestie goed heeft bestudeerd, alle informatie heeft verwerkt en zijn standpunten en argumenten op een rijtje heeft, kan hij advies uitbrengen. Het liefst schriftelijk. Na het advies van de OR moet de werkgever zo snel mogelijk zijn besluit mededelen. Dat moet schriftelijk en 'met argumenten omkleed'. Als de werkgever en OR het met elkaar eens zijn, dan kan het besluit worden uitgevoerd. Als de OR en werkgever het niet met elkaar eens zijn, kan de OR de werkgever verplichten de uitvoering van het besluit een maand op te schorten. In die tijd kan de OR besluiten om een beroepsprocedure beginnen. Voor het adviesrecht loopt dit via de Ondernemingskamer.
Initiatiefrecht (WOR, art. 23) en arbo De OR kan over onderwerpen over arbeidsomstandigheden die binnen het Waterschap spelen een voorstel bij de directie op tafel leggen. Het kan gaan om de aanpak van pestgedrag, het bekend maken van het arbeidsomstandighedenspreekuur of de invulling van de taak van de KAM–coördinator of preventiemedewerker. De werkgever is verplicht om (schriftelijk) op het voorstel te reageren en het voorstel met u te bespreken in de overlegvergadering. Dat maakt dat u samen met de werkgever gaat kijken naar de mogelijkheden voor een goede en kansrijke aanpak.
Informatierecht (WOR, art. 31 en 24.1, 25.3, 27.2 en 30.3) en arbo Zonder voldoende en juiste informatie kan de OR zijn werk niet doen. De werkgever is verplicht de OR van alle informatie te voorzien die hij nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Met het informatierecht kan de OR een aantal keer per jaar arbozaken opvragen en evalueren. Voorbeelden van arbo-informatie die u kunt opvragen, zijn: de voorlichting en onderricht op het gebied van arbeidsomstandigheden; een cijfermatig overzicht van ongevallen en ziekteverzuim (met een analyse); het overzicht van maatregelen naar aanleiding van ongevallen, gemelde gevaren en beroepsziekten; eventuele rapportages van de Inspectie SZW; de rol van de preventiemedewerker; het functioneren van de arbodienstverlening; de organisatie van de bedrijfshulpverlening.
Recht op faciliteiten (WOR, art. 17, 18 en 22) Bij het recht op faciliteiten gaat het vooral om voorzieningen en tijd om het OR-werk goed te kunnen doen. Denk aan tijd voor vergaderingen, overleg en voorbereiding en aan vergader- en kastruimte, gebruik van telefoon, computer en internet en administratieve ondersteuning. Daarnaast heeft de OR recht op scholing en het recht om deskundigheid in te schakelen. Ook heeft de OR de mogelijkheid om eigen commissies in te stellen. Als het gaat om arbo, is een VGWM-commissie een gebruikelijke commissie.
Blz. 5 / 10/2/2013
Arbo en de rechten van de OR
Waterschappen
Een VGWM-commissie Voor een OR kan het zinvol zijn om een VGW(M)-commissie op te richten, een commissie die zich bezighoudt met veiligheid, gezondheid, welzijn (en eventueel milieu). Het instellen van een VGW(M)-commissie helpt de OR zijn tijd en deskundigheid te organiseren. Door het inschakelen van zogeheten ‘buitenleden’ (commissieleden die zelf niet in de OR zitten), kan de werklast verdeeld worden en ook een bredere expertise en ervaring benut worden. De commissie is bij uitstek de gesprekspartner van de KAM-coördinator / preventiemedewerker. Volgens de WOR moet minstens de helft van de leden van de VGW(M)-commissie uit OR-leden bestaan. De VGW(M)-commissie heeft net als de OR recht op voorzieningen, vergadertijd en scholing om goed te kunnen functioneren. Overeenstemmingsrecht De Arbowet geeft de OR het overeenstemmingsrecht over de keuze voor de maatwerkregeling van arbodienstverlening bij ondernemingen met meer dan 25 werknemers. De maatwerkregeling houdt in dat de werkgever afstapt van een contract met een arbodienst en kiest voor één of meerdere contracten met gecertificeerde arbodeskundigen. Als de OR en de werkgever hierover niet tot overeenstemming komen, dan gaat de maatwerkregeling niet door en blijft aansluiting bij een gecertificeerde arbodienst of het invoeren (of in stand houden) van een interne arbodienst verplicht. Het overeenstemmingsrecht weegt formeel zwaarder dan het instemmingsrecht. Aan het instemmingsrecht is een hele geschillenprocedure gekoppeld. Als de OR of de werkgever nee zegt, dan blijft het een nee! Dit overeenstemmingsrecht geldt niet als afspraken over een maatwerkregeling al sluitend in de CAO geregeld zijn.
Meer weten? Mail:
[email protected]
Blz. 6