EUROPEES PARLEMENT 1999
« «« « « « « « « « ««
2004
Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen
VOORLOPIGE VERSIE 10 mei 2001
ONTWERPADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken inzake pesten op het werk (2001/2339 (INI)) Rapporteur voor advies: Miet Smet
PA\439227NL.doc
NL
PE 298.124
NL
PE 298.124
NL
2/7
PA\439227NL.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen benoemde op haar vergadering van 27 februari 2001 Miet Smet tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van .... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met ... stemmen voor en ... tegen bij ... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende conclusies. Bij de stemming waren aanwezig: ... (voorzitter/waarnemend voorzitter), ... (ondervoorzitter), ... (rapporteur), ... (verving ...), ... (verving ... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), ... en ....
PA\439227NL.doc
3/7
PE 298.124
NL
BEKNOPTE MOTIVERING Pesten op het werk, ook wel "mobbing" genoemd, is geen nieuw verschijnsel. Bijzonder zorgwekkend is wel dat pestgedrag op het werk zowel in de openbare als in de particuliere sector steeds vaker voorkomt. In de landen die qua wetgeving ter bescherming van de werknemers het verst staan, zijn voor het eerst studies op dit gebied verricht. In landen waar de werknemers onvoldoende beschermd zijn ontbreken gegevens over deze risicofactor, met name ten aanzien van de methoden en middelen om het verschijnsel te voorkomen en indien nodig het probleem aan te pakken . Het begrip pesten kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. Als voorbeeld citeren wij de definitie van Dr. Hirigoyen, psychiater, psychoanalytica en gezinstherapeute1. Zij omschrijft pesten op het werk als elke herhaalde of systematische handelwijze (gebaren, woorden, gedrag, houding ....) die afbreuk doet aan de waardigheid of de psychische of fysieke integriteit van een persoon, waardoor de baan van de betrokkene in het gedrang komt of het arbeidsklimaat verslechtert. Het verschijnsel kan ook anders worden benaderd. Bij mobbing gaat het om de pressie die door een groep van werknemers wordt uitgeoefend op een van hen. Bullying daarentegen is een managementpraktijk die erin bestaat de werknemers van een bepaalde dienst constant onder druk te zetten. Dit gaat van spot en marginalisering tot seksuele intimidatie of fysieke agressie. Bij het pesten wordt gebruik gemaakt van vijandige gedragingen die erop gericht zijn het slachtoffer te isoleren, zijn arbeidsomstandigheden te verslechteren (het slachtoffer wordt elke autonomie ontnomen, krijgt te veel of niet genoeg werk, wordt tot fouten aangezet of van promotie uitgesloten) of afbreuk te doen aan zijn waardigheid (kritiek, beledigingen, laster). Het kan ook gaan om verbaal of fysiek geweld jegens het slachtoffer. Bij de pesters kan het gaan om een persoon of een groep van personen. Vaak is de pester iemand uit de hiërarchie van het bedrijf of de overheidsdienst, maar een chef kan ook door zijn ondergeschikten worden gepest. Volgens een enquête die de Europese Stichting tot verbetering van levens- en arbeidsomstandigheden in 1996 heeft verricht2, geven 12 miljoen werknemers in Europa aan dat zij het slachtoffer zijn van pestgedrag. Uit de resultaten van verschillende enquêtes blijkt dat vooral vrouwen het slachtoffer zijn. Volgens het advies van het Franse Economisch en Sociaal Comité (CES) van 21 april 2001 kan op grond van nationale en internationale enquêtes een profiel van het slachtoffer van pestgedrag worden geschetst. Meestal gaat het om een vrouw van meer dan 40 jaar, hetgeen het probleem van de eindfase van de carrière stelt. Het advies vestigt tevens de aandacht op het lot van jonge werknemers. Volgens een studie die Dr. Hirigoyen in Frankrijk heeft verricht (zie hierboven) gaat het bij de slachtoffers voor 70% om vrouwen, tegenover 30% mannen. Het meest getroffen zijn vrouwen van etnische minderheden, gehandicapte vrouwen, vrouwen met een andere seksuele voorkeur en zwangere vrouwen. Dr. Hirigoyen meent dat vrouwen niet alleen vaker het slachtoffer zijn, maar dat zij 1
2
Marie-France Hirigoyen, "Le harcèlement moral, la violence perverse au quotidien", uitgeverij Syros, 1998. Van dezelfde auteur, "Maladie dans le travail, harcèlement moral: démêler le vrai du faux", uitgeverij Syros, 2001. Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, tweede Europese enquête over de arbeidsomstandigheden, 1997, Bureau voor Officiële Publicaties der Europese Gemeenschappen.
PE 298.124
NL
4/7
PA\439227NL.doc
ook anders worden gepest dan mannen: zij worden vaak geconfronteerd met machisme en seksisme. Dr. Hirigoyen maakt een theoretisch onderscheid tussen pestgedrag en ongewenste intimiteiten, ook al wijst zij erop dat het ene vaak uitmondt in het andere. Ongewenste intimiteiten betekenen een stap verder in het pestgedrag. In beide gevallen gaat het erom de ander te vernederen en te behandelen als een voorwerp waarover men vrij kan beschikken. Bij specifiek pestgedrag jegens vrouwen bestaan volgens Dr. Hirigoyen verschillende varianten. In de eerste plaats zijn er de vrouwen die weigeren in te gaan op de avances van een meerdere of collega en die daarom op een zijspoor worden gezet, worden vernederd of grof worden bejegend. In de tweede plaats is er de discriminatie ten aanzien van vrouwen, waarbij vrouwen worden geïsoleerd of gepest en waarbij hen het werken wordt belet, alleen omdat zij vrouw zijn. Volgens het CES zijn er grote gelijkenissen tussen de situatie bij ongewenste intimiteiten en bij pestgedrag, zoals bijvoorbeeld de moeilijkheid voor het slachtoffer om zich te uiten, zich te verdedigen en klacht in te dienen, en de moeilijkheid om het gebeurde te bewijzen en getuigen te vinden. De pesterijen hebben verwoestende gevolgen voor de gezondheid. Het slachtoffer lijdt onder stress, nervositeit, migraine, depressie en psychosomatische ziekten (maagzweren, colitis, schildklierproblemen, slapeloosheid, hoge bloeddruk, huidziekten, enz.). In de meeste gevallen nemen de slachtoffers van pestgedrag langdurig ziekteverlof of worden zij ontslagen. Pestgedrag heeft ook aanzienlijke gevolgen voor de productie en de economische efficiëntie van de onderneming of de overheidsdienst, als gevolg van het absenteïsme en de kosten en vergoedingen die moeten worden betaald wegens ziekte of ontslag. Pestgedrag op het werk veroorzaakt dus hoge kosten voor de ondernemingen en voor de maatschappij. Hierbij dient te worden opgemerkt dat volgens de bovengenoemde enquête van de Stichting van Dublin grote verschillen tussen de lidstaten bestaan wat geweld en pesterijen op het werk betreft. Voor pesterijen variëren de cijfers van 4 tot 15%, hetgeen waarschijnlijk het verschil in aandacht voor het probleem weerspiegelt en het feit of hierover al dan niet een openbaar debat wordt gevoerd. In bepaalde landen is de situatie waarschijnlijk erger dan de cijfers doen vermoeden. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de voorlichting van het leidinggevend personeel van ondernemingen en overheidsdiensten. Volgens de Internetsite "Bullybusters" (www.bullybusters.org) is uit de Amerikaanse enquête "US hostile workplace survey 2000" gebleken dat de pestkoppen in 42% van de gevallen rechtstreeks en in 40% van de gevallen stilzwijgend door de hiërarchie worden gesteund. De "bullies" worden slechts in 7% van de gevallen overgeplaatst en zij blijven meestal ongestraft. In 36% van de gevallen zou de hiërarchie zich zelfs tegen het slachtoffer hebben gekeerd. Op de site wordt voorts aangegeven dat talrijke slachtoffers betreuren dat zij zich hebben beklaagd, omdat zij als gevolg daarvan werden ontslagen. Alle op de Bullybusters-site geciteerde auteurs onderstrepen dat de slachtoffers evenzeer, of zelfs meer te lijden hebben van de passieve houding van hun meerderen als van de pesterijen zelf. Zij zijn dus twee keer het slachtoffer. Gezien de omvang van het probleem meent de rapporteur voor advies dat nu moet worden vastgesteld welke methoden en middelen kunnen worden aangewend om pestgedrag te voorkomen, slachtoffers te steunen en deze plaag op middellange of lange termijn zowel in de openbare als particuliere sector volledig uit te bannen. De ondernemingen en overheden moeten worden aangemoedigd om doeltreffende preventieve maatregelen en specifieke procedures vast te stellen om dit probleem op te lossen en te voorkomen dat het zich herhaalt. PA\439227NL.doc
5/7
PE 298.124
NL
Aangezien de voorgenomen actie ertoe kan bijdragen de gezondheid en veiligheid van werknemers op de werkplek in de Gemeenschap te verzekeren, wordt de Commissie verzocht het probleem te onderzoeken en een aanbeveling betreffende pestgedrag op het werk voor te stellen, naar het voorbeeld van haar aanbeveling van 27 november 1991 betreffende de bescherming van de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk en de gedragscode ter bestrijding van seksuele intimidatie1. CONCLUSIES De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande suggesties in de goed te keuren ontwerpresolutie op te nemen: 1.
meent dat pestgedrag op het werk, hetzij door meerderen, ondergeschikten of collega's, een ernstig probleem is en acht dergelijk gedrag onaanvaardbaar, omdat het afbreuk doet aan de waardigheid van de slachtoffers en een vernederende en intimiderende werksfeer schept; acht het zorgwekkend dat dit verschijnsel zich de laatste jaren zowel in de openbare als in de particuliere sector steeds vaker voordoet;
2.
vestigt de aandacht op de verwoestende gevolgen van pesterijen voor de fysieke en psychische gezondheid van de slachtoffers, die vaak medische en psychotherapeutische zorg nodig hebben en die als gevolg van de pesterijen vaak langdurig afwezig zijn wegens ziekte of ontslag nemen;
3.
herinnert eraan dat pestgedrag ook nefaste gevolgen heeft voor de werkgevers, met name wat de rentabiliteit en de economische efficiëntie van de onderneming betreft, als gevolg van het absenteïsme, de verminderde productiviteit van de werknemers door mentale confusie en concentratiestoornissen, en als gevolg van de betaling van vergoedingen aan ontslagen werknemers;
4.
vestigt de aandacht op het feit dat vrouwen volgens nagenoeg alle enquêtes vaker dan mannen het slachtoffer zijn van pestgedrag, hetzij verticaal (van meerdere jegens ondergeschikte of omgekeerd), horizontaal (tussen collega's van hetzelfde niveau) of een combinatie van beide;
5.
verzoekt de Europese Commissie een studie op te stellen die een definitie bevat van de verschillende vormen van pestgedrag en de spreiding ervan naar geslacht en leeftijd, en waarin de methoden en middelen worden vastgesteld die moeten worden aangewend om pestgedrag te voorkomen en de slachtoffers te steunen, en om deze plaag op middellange of lange termijn zowel in de openbare als in de particuliere sector uit te bannen; wenst dat deze studie een analyse bevat van de specifieke situatie van vrouwen die het slachtoffer zijn van pestgedrag;
1
PB L 49 van 24.2.1992, blz. 1.
PE 298.124
NL
6/7
PA\439227NL.doc
6.
pleit ervoor dat de lidstaten de ondernemingen en overheidsdiensten aanmoedigen om doeltreffende preventieve maatregelen en specifieke procedures vast te stellen om het probleem voor vrouwelijke slachtoffers op te lossen en te voorkomen dat het zich herhaalt; dringt in dit verband aan op een betere voorlichting en opleiding van werknemers, leidinggevend personeel, sociale partners en bedrijfsartsen, zowel in de particuliere als in de openbare sector;
7.
wenst dat de Europese instellingen een onderzoek instellen naar pestgedrag binnen hun eigen diensten, met name pestgedrag jegens vrouwen, dat zij pestgedrag strenger aanpakken en zich beraden op een oplossing voor dit ernstige probleem;
8.
constateert dat personen die het slachtoffer zijn van pestgedrag in de Europese instellingen momenteel te weinig steun krijgen en feliciteert zijn administratieve diensten omdat zij sinds lang een speciale cursus ("vrouwelijk management") voor vrouwelijke administrateurs aanbieden en onlangs een Adviescomité pesten op het werk (mobbing) hebben opgericht;
9.
vestigt de aandacht op het feit dat valse beschuldigingen van pestgedrag op hun beurt een geduchte vorm van pesten kunnen worden;
10.
constateert dat een lidstaat reeds een regelgeving heeft vastgesteld om pestgedrag op het werk te bestrijden en dat andere bezig zijn een dergelijke wetgeving op te stellen, vaak naar het model van de wetgeving ter bestrijding van seksuele intimidatie;
11.
verzoekt de Europese Commissie het probleem te onderzoeken en een aanbeveling betreffende pestgedrag op het werk voor te stellen.
PA\439227NL.doc
7/7
PE 298.124
NL