EUROPEES PARLEMENT 1999
««« « « « « « « « ««
2004
Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen
2003/2133(INI) REV1 7 januari 2004
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan de Commissie ontwikkelingssamenwerking inzake bevolking en ontwikkeling: 10 jaar na de VN-Conferentie van Cairo
Rapporteur voor advies: Geneviève Fraisse
AD\518917NL.doc
NL
PE 337.804
NL
PA_NonLeg
PE 337.804
NL
2/6
AD\518917NL.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen benoemde op haar vergadering van 2 oktober 2003 Geneviève Fraisse tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergaderingen van 27 november en 4 december 2003. Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met algemene stemmen bij 3 onthoudingen haar goedkeuring aan de hierna volgende suggesties. Bij de stemming waren aanwezig: Anna Karamanou (voorzitter), Jillian Evans (ondervoorzitter), Geneviève Fraisse (rapporteur voor advies), Konstantinos Alyssandrakis (verving Armonia Bordes overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), Regina Bastos, Lone Dybkjær, Fiorella Ghilardotti, Koldo Gorostiaga Atxalandabaso, Lissy Gröner, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Thomas Mann, Maria Martens, Ria G.H.C. Oomen-Ruijten (verving Sabine Zissener),Elena Ornella Paciotti, Christa Prets, Patsy Sörensen, María Sornosa Martínez (verving Elena Valenciano Martínez-Orozco) en Helena Torres Marques.
AD\518917NL.doc
3/6
PE 337.804
NL
SUGGESTIES De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen verzoekt de ten principale bevoegde Commissie ontwikkelingssamenwerking onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen: -
gezien het actieprogramma dat tijdens de in 1994 in Cairo gehouden Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling is aangenomen en de kernmaatregelen voor de verdere toepassing van het programma van Cairo waartoe vijf jaar later tijdens de follow-up-conferentie van Cairo in 1999 is besloten,
-
gezien de tijdens de Millenniumtop vastgestelde doelstellingen, nl. vermindering van de armoede en van de sterfte onder moeders en kinderen bij de geboorte, bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen en verschaffing van basisonderwijs aan iedereen tegen het jaar 2015; overwegende dat onderwijs aan vrouwen een eerste vereiste is voor vermindering van de armoede,
-
gezien de verklaring en het actieplatform van Peking die in 1995 zijn aangenomen tijdens de vierde wereldvrouwenconferentie,
-
gezien het Verdrag betreffende afschaffing van alle vormen van discriminatie van de vrouw (CEDAW), dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1979 heeft aangenomen en door de EU-lidstaten is geratificeerd,
-
gezien de werkzaamheden van de Conferentie van Wenen over de mensenrechten (1993), waarbij de mensenrechten van de vrouw bekrachtigd zijn en de schending ervan in naam van cultuur en traditie veroordeeld zijn,
-
onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 juli 1996 over de follow-up van de Internationale Conferentie van Cairo over bevolking en ontwikkeling,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 3 juli 2002 over seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, - gezien verordening nr. 1567/2003 van 15 juli 2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende steun voor beleid en maatregelen op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid en rechten in ontwikkelingslanden, A. overwegende dat 57% van de geen lager onderwijs volgende kinderen meisjes zijn, dat de vrouwen 70% uitmaken van de bevolking die onder de armoedegrens leeft, dat talrijke vrouwen met HIV/aids besmet zijn en dat met name meisjes tussen vijftien en twintig jaar grote risico's lopen, B. overwegende dat 350 miljoen vrouwen geen toegang hebben tot anticonceptiemiddelen, enkel en alleen vanwege een enorm tekort aan condooms elk jaar, dat 14 miljoen tieners vroegtijdig zwanger worden, dat elk jaar 500.000 vrouwen aan de gevolgen van een zwangerschap overlijden, en dat 14% van de zwangere vrouwen overlijdt ten gevolge van onder gevaarlijke omstandigheden uitgevoerde abortussen,
PE 337.804
NL
4/6
AD\518917NL.doc
C. overwegende dat de in Cairo erkende seksuele en reproductieve rechten van vrouwen nog steeds niet in alle landen worden geëerbiedigd en dat de ongelijkheid van mannen en vrouwen de ontwikkeling van landen en de uitoefening van de seksuele en reproductieve rechten nog steeds belemmert, D. overwegende dat de erkenning en het belang van de verantwoordelijkheid van de man niet te loochenen zijn, 1. erkent dat de gelijkheid van mannen en vrouwen en de seksuele en reproductieve rechten en gezondheid essentiële aspecten voor de ontwikkeling zijn en de sleutel vormen tot vermindering van de armoede; 2.
onderstreept het belang van een betere toegang van vrouwen tot onderwijs, economische onafhankelijkheid en besluitvorming, als fundamentele rechten en voor de ontwikkeling noodzakelijke voorwaarden, om zodoende de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en de armoede door "empowerment" van vrouwen te verminderen;
3. benadrukt dat geweld tegen vrouwen een schending van de meest elementaire mensenrechten betekent en een belemmering vormt voor de vrijheid en de mogelijkheid van vrouwen om een verantwoordelijk en geëngageerd leven te leiden en wenst dat de bestrijding van seksegerelateerd geweld op de lijst van prioriteiten op regeringsniveau wordt opgenomen; 4. dringt er bij de lidstaten op aan druk uit te oefenen op landen waar sprake is van genitale verminking van vrouwen om de nodige wettelijke, bestuursrechtelijke, gerechtelijke en preventieve maatregelen te nemen om aan deze praktijk een einde te maken; 5. onderstreept de noodzaak dat vrouwen, mannen en tieners toegang krijgen tot een breed scala van kwalitatief goede, veilige, toegankelijke, betaalbare en betrouwbare diensten, benodigdheden en scholings- en voorlichtingsactiviteiten op het gebied van de reproductieve en seksuele gezondheidszorg, met inbegrip van informatie over alle soorten methoden voor gezinsplanning; 6. dringt er bij de landen op aan de toegang van vrouwen tot gezondheidsinstellingen en geboorteregelinginstanties te waarborgen en dringt er bij deze organen op aan de rechten en de zelfstandigheid van vrouwen te eerbiedigen; 7. dringt aan op het verstrekken van specifieke, aan hun leeftijd, capaciteiten en omstandigheden aangepaste informatie aan tieners en jongeren; 8. onderstreept het belang van zinvolle en actieve deelname van de jeugd aan projecten, programma's en maatregelen die het leven van jonge mensen aangaan; 9. wijst erop dat abortus niet mag worden gestimuleerd als methode voor geboorteregeling en wenst, met het oog op de bescherming van de gezondheid en de reproductieve rechten van de vrouw, dat abortus legaal, veilig en toegankelijk is; 10. doet een beroep op de regeringen van de oude en nieuwe lidstaten om vrouwen die op illegale wijze abortus zouden hebben gepleegd, niet gerechtelijk te laten vervolgen;
AD\518917NL.doc
5/6
PE 337.804
NL
11. is van mening dat de internationale hulp de instandhouding van de nationale gezondheidszorgstelsels zou moeten helpen waarborgen, opdat alle bevolkingsgroepen, en met name vrouwen en jongeren, toegang hebben tot de gezondheidszorg op het gebied van de seksualiteit en de voortplanting; 12. is uiterst verontrust over de gevolgen van de Mexico City Policy voor de internationale diensten voor geboorteregeling en anticonceptiemiddelen en verzoekt de Europese Unie het verlies aan inkomsten van de VN-agentschappen en NGO's te compenseren; 13. verzoekt de Europese Unie en de lidstaten om steun voor onderzoeksinspanningen om middelen ter bescherming tegen SOA's en HIV/aids te ontwikkelen, alsook methoden ter voorkoming van ongewenste zwangerschappen waarover de vrouwen de controle hebben; 14. verzoekt de Europese Unie, de lidstaten en de toetredingslanden om, in het kader van hun samenwerkingsacties en steunmaatregelen voor de bestrijding van HIV/aids, de rechten van de vrouw te bevorderen en de kwesties in verband met gender, bevolking en seksuele en reproductieve gezondheid op geïntegreerde wijze aan te pakken; 15. verzoekt de Commissie een kaderakkoord op te stellen met het doel de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van Cairo te versnellen en vóór 2015 te realiseren, en om de financiële samenwerking van de Europese Unie, de lidstaten en andere institutionele geldschieters te coördineren, met het oog op het wegwerken van het tekort dankzij de verwezenlijking van de overeengekomen globale doelstellingen inzake de middelen voor de programma's op het gebied van bevolking en reproductieve gezondheid, met inbegrip van HIV/aids; 16. is van mening dat bewustmaking van de doelstellingen van Cairo en scholing in genderkwesties bij het personeel van de delegaties van de Commissie zouden bijdragen tot een snellere verwezenlijking van de op het gebied van gezondheid en bevolking vastgestelde doelstellingen; 17. verzoekt de Europese Unie een overzicht te publiceren van de tot nu toe genomen initiatieven en verzoekt de lidstaten hun verplichtingen na te komen om 0,7% van het BNP aan officiële ontwikkelingshulp (ODA) te besteden en hun engagement ten aanzien van de doelstellingen van Cairo tijdens de 37ste bijeenkomst van de VN-Commissie voor bevolking en ontwikkeling in maart 2004 in New York te bevestigen; 18. stelt voor om in het kader van zijn toekomstige jaarverslagen over de mensenrechten in de wereld en in de Europese Unie bijzondere aandacht te schenken aan de gelijkheid van mannen en vrouwen en de seksuele en reproductieve rechten.
PE 337.804
NL
6/6
AD\518917NL.doc