EUROPEES PARLEMENT 1999
2004
Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen
2004/2004(INI) 31 maart 2004
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken over de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan (COM(2003)0650 - 2004/2004(INI)) Rapporteur voor advies: Uma Aaltonen
AD\530923NL.doc
NL
PE 337.836
NL
PE 337.836
NL
2/5
AD\530923NL.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen benoemde op haar vergadering van 18 februari 2004 Uma Aaltonen tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergaderingen van 16 en 30 maart 2004. Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende amendementen. Bij de stemming waren aanwezig: Anna Karamanou (voorzitter), Marianne Eriksson (ondervoorzitter), Uma Aaltonen (rapporteur voor advies), María Antonia Avilés Perea, Fiorella Ghilardotti, Christa Prets, Joke Swiebel, Helena Torres Marques, Elena Valenciano Martínez-Orozco, Marie-Hélène Gillig (verving Lissy Gröner), Anne E.M. Van Lancker (verving Mary Honeyball) en María Luisa Bergaz Conesa (verving Armonia Bordes).
AD\530923NL.doc
3/5
PE 337.836
NL
SUGGESTIES De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen: A. overwegende dat vrouwen met een handicap vaak geconfronteerd worden met meerdere vormen van discriminatie; B. gezien de resolutie van het Europees Parlement van 9 maart 2004 over de situatie van vrouwen van minderheidsgroepen in de Europese Unie (2003/2109 (INI)); 1. betreurt het dat de mededeling van de Commissie geen geïntegreerd genderperspectief bevat, noch een afzonderlijk hoofdstuk over genderspecifiek gehandicaptenbeleid; 2. verzoekt de Commissie om in de achtereenvolgende fases van haar actieplan ook het geslachtsaspect en specifieke informatie over gehandicapte vrouwen op te nemen; 3. verzoekt respectievelijk de Raad, de Commissie en de lidstaten om gender mainstreaming in alle beleidsmaatregelen ten behoeve van personen met een handicap op te nemen; 4. verzoekt de EU en de lidstaten naar geslacht gespecificeerde statistieken op te stellen over de situatie van personen met een handicap, en meent dat onderzocht moet worden of er nationale gehandicaptenwetgeving is die discriminerend is ten aanzien van gehandicapte vrouwen en meisjes; 5. verzoekt de Commissie in het komende Groenboek over de toekomstige strategie inzake non-discriminatie en haar komende specifieke richtlijn over gehandicapten en de implementatie hiervan rekening te houden met genderaspecten; benadrukt in dit verband dat in toekomstige rapporten van de Commissie over de situatie van gehandicapten in een uitgebreid Europa informatie moet worden opgenomen over de situatie van gehandicapte vrouwen; 6. wijst erop dat gehandicapte vrouwen het slachtoffer zijn geweest van ernstige schendingen van hun grondrechten, waaronder het recht op zelfbeschikking, aangezien hen hun seksuele en reproductieve rechten werden ontzegd; 7. verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat gehandicapte ouders toegang tot persoonlijke assistentie hebben; 8. verzoekt de lidstaten krachtige maatregelen te nemen tegen alle vormen van geweld tegen gehandicapte vrouwen en meisjes, gezien het feit dat bijna 80% van gehandicapte vrouwen het slachtoffer zijn van geweld, dat het risico op confrontatie met seksueel geweld voor gehandicapte vrouwen vier maal hoger ligt dan voor andere vrouwen, en dat geweld niet alleen een veelvuldig voorkomend verschijnsel is in het leven van gehandicapte vrouwen maar in veel gevallen zelfs de oorzaak is van de handicap; 9. verzoekt de Commissie om, in het kader van het programma Daphne, speciale aandacht te schenken aan de bestrijding van geweld tegen gehandicapte vrouwen; PE 337.836
NL
4/5
AD\530923NL.doc
10. verzoekt de Commissie bij de lidstaten aan te dringen op wetgeving ter bescherming van de rechten van gehandicapte vrouwen in geval van seksueel misbruik en geweld, binnen en buiten hun huiselijke omgeving; 11. verzoekt de lidstaten om de toegang tot onderwijs, opleiding en werkgelegenheid van gehandicapte vrouwen in hun gebruikelijke omgeving te vergemakkelijken, ten einde een echte maatschappelijke integratie en het ontwikkelen van zelfstandigheid, een gevoel van eigenwaarde en zelfverdediging mogelijk te maken ter vermijding van de nadelige gevolgen van overmatige bescherming; 12. verzoekt de lidstaten speciale maatregelen te nemen om voor gehandicapte vrouwen de toegang tot justitie te vergemakkelijken, en ervoor te zorgen dat de betrokken personen (advocaten, openbare aanklagers etc) op dat vlak worden geschoold; 13. verzoekt de lidstaten om maatregelen te nemen ten behoeve van een grotere deelneming van gehandicapte vrouwen aan het politieke leven en aan besluitvormingsprocessen; 14. verzoekt de Commissie wetgeving in te voeren ter bescherming van meisjes en vrouwen tegen de invaliderende praktijk van genitale verminking; meent dat dergelijke praktijken moeten worden afgeschaft door opleidingsprogramma's voor vrouwen en mannen en strafrechtelijke wetgevingsmaatregelen; 15. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan maatregelen te nemen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking om meisjes en vrouwen te beschermen tegen genitale verminking, die beschouwd moet worden als een misdaad volgens het Actieplatform van de VN-Vrouwenconferentie; 16. verzoekt de Commissie en de lidstaten maatregelen te treffen ter ondervanging van het gebrek aan informatie in het algemeen en ter vergemakkelijking van de toegang van gehandicapte vrouwen tot de seksuele en reproductieve gezondheidszorg.
AD\530923NL.doc
5/5
PE 337.836
NL