2014 - 2019
EUROPEES PARLEMENT Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid
2014/0091(COD) 6.5.2015
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid aan de Commissie economische en monetaire zaken inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (COM(2014)0167 – C7-0112014 – 2014/0091(COD)) Rapporteur voor advies: Sirpa Pietikäinen
AD\1060373NL.doc
NL
PE549.448v02-00 In verscheidenheid verenigd
NL
PA_Legam
PE549.448v02-00
NL
2/20
AD\1060373NL.doc
BEKNOPTE MOTIVERING Hoewel de lidstaten verschillende pensioenstelsels hebben, staan zij bij het waarborgen van financieel houdbare en passende pensioeninkomens voor soortgelijke uitdagingen. Momenteel neemt de levensverwachting in de Europese Unie ieder jaar met zo'n tweeënhalve maand toe, en is het zaak om armoede onder ouderen laag te houden en een passend pensioen voor iedereen te waarborgen. De crisis heeft ernstige gevolgen gehad voor de oudedagsvoorziening van huishoudens en particuliere pensioenen blijven onder druk staan, onder meer vanwege de aanhoudend lage rentetarieven. Dit legt ook druk op het rendement van bedrijfspensioenfondsen en dientengevolge op hun rol als een van de grootste institutionele investeerders in Europa. Bedrijfspensioenfondsen reageren hierop door hun bedrijfsmodellen aan te passen en soms zelfs door meer risico's te nemen bij hun investeringsstrategieën, wat uiteindelijk negatieve gevolgen kan hebben voor de pensioenuitkering van de leden van de regeling. In deze context komt de herziening van de IORP-richtlijn op een gelegen moment. Het mag niet worden vergeten dat vrouwen in het licht van deze uitdagingen het kwetsbaarst zijn. Vrouwen hebben te kampen met een pensioenkloof. Dit verschil in pensioeninkomens is in de eerste plaats te wijten aan de bestaande genderloonkloof: vrouwen verdienen per uur gemiddeld zo'n 16 % minder dan mannen (EU-28, 2013). Hoewel deze kloof langzaam kleiner wordt, zijn er geen concrete aanwijzingen dat de pensioenkloof van gemiddeld 39% deze dalende lijn volgt. De door vrouwen getroffen flexibele arbeidsregelingen, waaronder deeltijdwerk of carrièreonderbrekingen, houden vaak verband met hun aandeel in de huiselijke en gezinstaken en kunnen deels een kwestie van persoonlijke voorkeur zijn. Deze regelingen hebben vaak een negatief effect op de opbouw van pensioenrechten. Voorts wordt de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen beïnvloed door de segregatie van mannen en vrouwen in verschillende sectoren van de arbeidsmarkt met andere beloningen of een verschillend gebruik van pensioenfondsen, en door de segregatie in verschillende niveaus binnen de hiërarchie van organisaties, waar ook weer andere beloningen gelden. Als gevolg van de pensioenkloof en de langere levensduur van vrouwen krijgen meer vrouwen dan mannen op hogere leeftijd met armoede te maken. Voorts bevinden oudere vrouwen zich vaak in een bijzonder moeilijke positie wanneer hun recht op een pensioeninkomen wordt toegekend op grond van hun gehuwde staat (pensioen voor echtgenote of weduwe). Stimuleringsmaatregelen voor vervroegd pensioen leiden, aangezien de vraag naar oudere werknemers laag blijft, ook tot lagere inkomens. In 2012 werd 22 % van de vrouwen vanaf 65 jaar met armoede bedreigd, ten opzichte van 16 % van de mannen. Hoewel het Europees Hof in een arrest van 2011 verplicht heeft gesteld dat in alle nieuwe stelsels dezelfde actuariële factoren worden toegepast voor mannen en vrouwen om de langere verwachte levensduur na het pensioen voor vrouwen in aanmerking te nemen, is moeilijk te zien hoe pensioenfondsen omgaan met de uitdaging van een langere levensverwachting voor vrouwen.
AD\1060373NL.doc
3/20
PE549.448v02-00
NL
Om de armoede onder gepensioneerde vrouwen te overbruggen en gelijke pensioenniveaus te waarborgen, moeten in heel Europa openbare pensioenregelingen onder de eerste pijler worden ontwikkeld, en moeten deze door voldoende bedrijfspensioenen worden aangevuld. De Commissie zou de gevolgen van verschillende pijlers en pensioenstelsels en de structuren daarvan voor mannen en vrouwen nauwkeurig moeten bestuderen. Op basis van de resultaten moet de Commissie de nodige maatregelen en mogelijke wijzigingen van structuren voorstellen om in verschillende lidstaten gelijke pensioenniveaus voor mannen en vrouwen te kunnen waarborgen. Betere openbare pensioenregelingen vormen een randvoorwaarde voor de uitbanning van armoede onder oudere vrouwen, terwijl meer gendergevoelige regelingen onder de tweede pijler noodzakelijk zijn om voor voldoende inkomen te zorgen. Tegelijkertijd dient rekening te worden gehouden met het feit dat momenteel minder vrouwen dan mannen deelnemen aan bedrijfspensioenregelingen. Dit kan hun pensioenkloof vergroten, aangezien de nadruk in de lidstaten meestal naar de tweede pijler verschuift. Op dezelfde wijze zal het nauwer koppelen van pensioenbijdragen en pensioenuitkeringen – waardoor perioden dat men minder verdient of niet actief is op de arbeidsmarkt worden bestraft – bijdragen aan de genderverschillen op het gebied van pensioentoegang en -dekking. In sommige lidstaten, waar in particuliere pensioenen een verschuiving van vaste toezeggingen ('defined benefit') naar vaste bijdragen ('defined contribution') zichtbaar is, heeft onderzoek uitgewezen dat de dekkingskloof tussen mannen en vrouwen in deze tweede pensioenpijler aanzienlijk hoger is dan in de eerste, openbare, pensioenpijler. Ieder Europees voorstel dat direct of indirect verband houdt met de oudedagvoorzieningen van burgers moet erop gericht zijn deze ongelijkheid te verhelpen. Transparantie moet ook betrekking hebben op verduidelijkingen omtrent de manier waarop technische bepalingen worden aangescherpt om de hogere levensverwachting van vrouwen te dekken en waarop niet-discriminerende toekomstige betalingen kunnen worden gegarandeerd. Het begrip gendermainstreaming moet ook deel uitmaken van de beginselen van goed bestuur. Dit geldt ook voor het op maat presenteren van informatie door financiële instellingen. Hoewel dit controversieel is en onlosmakelijk verband houdt met genderstereotypen, wordt van vrouwen verondersteld dat zij minder financiële kennis hebben en dat formele financiële producten minder toegankelijk voor hen zijn dan voor mannen. Uit onderzoek van de OESO bleek bijvoorbeeld dat slechts 49 % van de vrouwen weet hoe samengestelde interest werkt, ten opzichte van 75 % van de mannen. In sommige landen weet bijna 60 % van de vrouwen niet dat hoge investeringsopbrengsten gepaard gaan met hoge risico's, ten opzichte van 45 % van de mannen. Financiële kennis kan een uitdaging zijn voor zowel mannen als vrouwen en daarom zijn alle gebruikers gebaat bij een duidelijkere omschrijving van de risico's en kenmerken van de producten. Duidelijke en relevante communicatie op het gebied van pensioenfondsen omvat daarom ook het bewustzijn van gebrekkige kennis op het gebied van pensioeninkomens. Persoonlijke uitkeringsoverzichten zouden gepensioneerde leden van pensioenregelingen de mogelijkheid bieden om uitdrukkelijk te wijzen op kloven (ten opzichte van andere leden van de regeling) en om voorstellen te doen om deze kloven te dichten. Ten slotte zou dit vrouwen – die in zekere mate vaak "harder moeten werken" om hetzelfde pensioen als mannen te krijgen – kunnen aansporen om zich aan te sluiten bij pensioenregelingen of om hun aanvullende spaargeld vrijwillig onder te brengen bij bedrijfspensioenvoorzieningen. PE549.448v02-00
NL
4/20
AD\1060373NL.doc
AMENDEMENTEN De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen: Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(2) De interne markt moet instellingen in staat stellen in andere lidstaten te opereren en deelnemers aan en pensioengerechtigden van regelingen voor bedrijfspensioenvoorziening een hoog beschermingsniveau bieden .
(2) De interne markt moet instellingen in staat stellen in andere lidstaten te opereren en deelnemers aan en pensioengerechtigden van regelingen voor bedrijfspensioenvoorziening een hoog beschermingsniveau bieden, waarbij het EU-acquis inzake gendergelijkheid en het beginsel van non-discriminatie onverkort wordt nageleefd en rekening wordt gehouden met de genderpensioenkloof en de specifieke behoeften van, onder anderen, vrouwen.
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (3 bis) In het licht van de demografische ontwikkeling van Europa en de situatie waarin de nationale begrotingen verkeren, zijn bedrijfspensioenen een nagenoeg onmisbaar onderdeel van een adequate, veilige en duurzame pensioenvoorziening.
AD\1060373NL.doc
5/20
PE549.448v02-00
NL
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(4) Actie is geboden om aanvullende particuliere pensioenspaarregelingen, zoals bedrijfspensioenen, verder uit te bouwen. Dat is belangrijk omdat socialezekerheidsstelsels onder toenemende druk komen te staan, wat inhoudt dat burgers in de toekomst steeds meer op bedrijfspensioenen zullen gaan vertrouwen om als aanvulling te fungeren. Bedrijfspensioenvoorzieningen dienen verder te worden ontwikkeld, zonder evenwel te tornen aan het belang van socialezekerheidspensioenregelingen als een veilige, duurzame en doeltreffende sociale bescherming, die op hogere leeftijd een acceptabele levensstandaard dient te waarborgen en derhalve centraal dient te staan bij de doelstelling van de versterking van het Europese sociale model.
(4) Hoewel de openbare sector verantwoordelijk is voor het waarborgen van een passend inkomen en diensten voor ouderen, is voortdurend actie geboden in de lidstaten om bestaande bedrijfspensioenstelsels (tweede pijler) en, als aanvullende maatregel, particuliere pensioenspaarregelingen (derde pijler), zoals bedrijfspensioenen, verder uit te bouwen, zodat gepensioneerden gemakkelijker over aanvullende, op maat gemaakte diensten kunnen beschikken. Dat is belangrijk omdat socialezekerheidsstelsels onder toenemende druk komen te staan, wat inhoudt dat burgers in de toekomst steeds meer op bedrijfspensioenen zullen gaan vertrouwen om als aanvulling te fungeren. Bedrijfspensioenvoorzieningen dienen verder te worden ontwikkeld, zonder evenwel te tornen aan het belang van socialezekerheidspensioenregelingen als een veilige, duurzame en doeltreffende sociale bescherming, die op hogere leeftijd een acceptabele levensstandaard dient te waarborgen en derhalve centraal dient te staan bij de doelstelling van de versterking van het Europese sociale model. Hierbij zij opgemerkt dat de reeds bestaande ongelijkheid op de arbeidsmarkt, zoals de huidige genderloonkloof, weerspiegeld wordt in het geheel van nadelen in de eerste en tweede pensioenpijler, hetgeen leidt tot lagere pensioenen en een risico op armoede op latere leeftijd.
PE549.448v02-00
NL
6/20
AD\1060373NL.doc
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (4 bis) Actie is geboden om behoorlijke pensioenregelingen in gelijke mate toegankelijk te maken voor vrouwen, waarbij de onevenwichtigheden als gevolg van hardnekkige ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt worden gecorrigeerd.
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(5) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder het recht op bescherming van persoonsgegevens, de vrijheid van ondernemerschap en het recht op een hoog niveau van consumentenbescherming, met name door het waarborgen van een transparantere pensioenvoorziening, een geïnformeerde persoonlijke financiële en pensioenplanning en het faciliteren van grensoverschrijdende activiteiten van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening en ondernemingen. Deze richtlijn moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.
(5) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder het recht op bescherming van persoonsgegevens, het recht op gelijkheid en non-discriminatie op grond van geslacht, seksuele geaardheid en samenstelling van het huishouden, de vrijheid van ondernemerschap en het recht op een hoog niveau van consumentenbescherming, met name door het waarborgen van een transparantere pensioenvoorziening, een geïnformeerde persoonlijke financiële en pensioenplanning waarbij rekening wordt gehouden met de financiële kennis van ieder afzonderlijk lid van een bedrijfspensioenregeling en het faciliteren van grensoverschrijdende activiteiten van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening en ondernemingen. Deze richtlijn moet
AD\1060373NL.doc
7/20
PE549.448v02-00
NL
worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(6) Ondanks de inwerkingtreding van Richtlijn 2003/41/EG blijven er belangrijke prudentiële belemmeringen bestaan die het duurder maken voor instellingen om over de grenzen heen pensioenregelingen uit te voeren. Bovendien moet het huidige minimumniveau van bescherming van deelnemers en pensioengerechtigden worden opgetrokken. Dit is des te belangrijker omdat het aantal Europeanen dat vertrouwt op regelingen die het hogeleeftijdsrisico en het marktrisico doorschuiven van de instelling of onderneming die de bedrijfspensioenregeling aanbiedt ("bijdragende onderneming") naar de betrokken persoon, sterk is gestegen. Bovendien moet het huidige minimumniveau van informatieverstrekking aan deelnemers en pensioengerechtigden worden verhoogd. Al deze ontwikkelingen rechtvaardigen een wijziging van de richtlijn.
(6) Ondanks de inwerkingtreding van Richtlijn 2003/41/EG blijven er belangrijke prudentiële belemmeringen bestaan die het duurder maken voor instellingen om over de grenzen heen pensioenregelingen uit te voeren. Bovendien moet het huidige minimumniveau van bescherming van deelnemers en pensioengerechtigden worden opgetrokken en vastgesteld met inachtneming van de EU-beginselen van non-discriminatie en gendergelijkheid. Dit is des te belangrijker omdat het aantal Europeanen dat vertrouwt op regelingen die het hogeleeftijdsrisico en het marktrisico doorschuiven van de instelling of onderneming die de bedrijfspensioenregeling aanbiedt ("bijdragende onderneming") naar de betrokken persoon, sterk is gestegen en dergelijke regelingen kunnen leiden tot een toename van de armoede onder ouderen, en met name vrouwen, in de lidstaten. Bovendien moet het huidige minimumniveau van informatieverstrekking aan deelnemers en pensioengerechtigden worden verhoogd en aangepast om informatie gemakkelijker toegankelijk te maken en om tegemoet te komen aan de behoeften van afzonderlijke leden, met name vrouwen. Al deze ontwikkelingen rechtvaardigen een wijziging van de richtlijn.
PE549.448v02-00
NL
8/20
AD\1060373NL.doc
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (9 bis) Aangezien het belangrijk is passende pensioenniveaus te waarborgen en de genderkloof te dichten, moet de Commissie de gevolgen van verschillende pijlers, pensioenregelingen en structuren voor zowel mannen als vrouwen nauwkeurig bestuderen. Op basis van de resultaten moet de Commissie maatregelen en mogelijke structuuraanpassingen voorstellen om in verschillende lidstaten gelijke pensioenniveaus voor mannen en vrouwen te verzekeren.
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement (9 bis) De pensioenkloof tussen mannen en vrouwen in de Unie bedraagt gemiddeld 39 % en daarom moet de Commissie niet uitsluitend vertrouwen op prudentiële regels, maar de lidstaten tevens stimuleren om aanvullende regelingen op te stellen die controlemechanismen bevatten waarmee de effecten kritisch gevolgd kunnen worden, en zo bij te dragen aan de tweede pensioenpijler als een manier om de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te dichten en een behoorlijk pensioen bereikbaar te maken voor vrouwen.
AD\1060373NL.doc
9/20
PE549.448v02-00
NL
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(13) Bij het streven naar het verschaffen van financiële zekerheid na pensionering dient ervoor gezorgd te worden dat de uitkeringen van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening in de regel in uitbetaling van een levenslang pensioen voorzien. Tevens dient een qua tijdsduur beperkte uitkering of de uitkering van een bedrag ineens mogelijk te zijn.
(13) Bij het streven naar het verschaffen van financiële zekerheid na pensionering dient ervoor gezorgd te worden dat de uitkeringen van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening in de regel in uitbetaling van een levenslang pensioen voorzien. Tevens dient een qua tijdsduur beperkte uitkering of de uitkering van een bedrag ineens mogelijk te zijn. Voorts moet de Commissie eenvoudige en gebruiksvriendelijke manieren vinden om de kwaliteit van tweedepijlerpensioenproducten voor mannen en vrouwen leesbaar te maken en normen voor consumentenvoorlichting en consumentenbescherming vast te stellen door middel van vrijwillige gedragscodes, en eventueel een compact en gebruiksvriendelijk EUcertificeringssysteem ("Europäisches Rentensiegel") voor deze producten.
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 14 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(14) Het is van belang ervoor te zorgen dat ouderen en gehandicapten niet het gevaar lopen in armoede te geraken en dat zij van een behoorlijke levensstandaard kunnen genieten. Een passende dekking van biometrische risico's in bedrijfspensioenregelingen is een belangrijk aspect van de bestrijding van armoede en onzekerheid bij ouderen. Bij de opzet van een pensioenregeling moeten werknemers en werkgevers of hun
(14) (14) Het is van belang ervoor te zorgen dat landbouwers, thuisblijfmoeders, ouderen en gehandicapten niet het gevaar lopen in armoede te geraken en dat zij van een behoorlijke levensstandaard kunnen genieten, waarbij aandacht moet worden besteed aan de bijzonder moeilijke situatie van oudere vrouwen. Een passende dekking van biometrische risico's in bedrijfspensioenregelingen is een
PE549.448v02-00
NL
10/20
AD\1060373NL.doc
respectieve vertegenwoordigers overwegen of het mogelijk is in de pensioenregeling voorzieningen op te nemen ter dekking van het hoge leeftijdsrisico en arbeidsongeschiktheid, alsmede uitkeringen aan nabestaanden die van de verzekeringnemer afhankelijk zijn.
belangrijk aspect van de bestrijding van armoede en onzekerheid bij ouderen. Bij de opzet van een pensioenregeling moeten werknemers en werkgevers of hun respectieve vertegenwoordigers overwegen of het mogelijk is in de pensioenregeling voorzieningen op te nemen ter dekking van het hoge leeftijdsrisico en arbeidsongeschiktheid, opgenomen ouderschapsverlof, alsmede uitkeringen aan nabestaanden die van de verzekeringnemer afhankelijk zijn, waardoor ouderen naar een bejaardentehuis kunnen verhuizen als zij niet meer zelfstandig kunnen wonen.
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 17 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(17) Ter bescherming van deelnemers en pensioengerechtigden is vereist dat instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening hun activiteiten beperken tot de activiteiten, en de daarmee verband houdende werkzaamheden, die in deze richtlijn worden genoemd.
(17) Ter bescherming van deelnemers en pensioengerechtigden is vereist dat instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening hun activiteiten beperken tot de activiteiten, en de daarmee verband houdende werkzaamheden, die in deze richtlijn worden genoemd, en de deelnemers en pensioengerechtigden duidelijke en steekhoudende informatie verstrekken over het garanderen van een goed (risico)beheer.
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 20 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(20) Instellingen voor AD\1060373NL.doc
(20) Instellingen voor 11/20
PE549.448v02-00
NL
bedrijfspensioenvoorziening verrichten financiële diensten en dragen een grote verantwoordelijkheid voor de verschaffing van bedrijfspensioenuitkeringen en moeten uit dien hoofde aan een aantal minimale prudentiële normen voldoen met betrekking tot hun werkzaamheden en de voorwaarden voor de uitvoering daarvan.
bedrijfspensioenvoorziening zijn pensioeninstellingen die – in de eerste plaats – een sociaal doel dienen en een grote verantwoordelijkheid voor de verschaffing van bedrijfspensioenuitkeringen dragen, en moeten uit dien hoofde aan een aantal minimale prudentiële normen voldoen met betrekking tot hun werkzaamheden en de voorwaarden voor de uitvoering daarvan. De sociale functie van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening en de driehoeksverhouding tussen de werknemer en de werkgever en de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) moeten onverkort worden erkend en ondersteund als leidend beginsel van deze richtlijn. Op collectieve overeenkomsten gebaseerde bedrijfspensioenregelingen met een genderperspectief moeten worden gestimuleerd omdat zij in hoge mate kunnen bijdragen aan de bevordering van gendergelijkheid en het terugdringen van ongelijke pensioenen van mannen en vrouwen.
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 36
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(36) Sommige risico's kunnen niet worden gereduceerd met behulp van kwantitatieve vereisten die in de technische voorzieningen en financieringsvereisten tot uiting komen, maar kunnen alleen met behulp van governancevereisten naar behoren worden aangepakt. Voor een adequaat risicobeheer is een doeltreffend governancesysteem derhalve van essentieel belang. Dergelijke systemen dienen in verhouding te staan tot de aard, omvang en
(36) Sommige risico's kunnen niet worden gereduceerd met behulp van kwantitatieve vereisten die in de technische voorzieningen en financieringsvereisten tot uiting komen, maar kunnen alleen met behulp van governancevereisten naar behoren worden aangepakt. Voor een adequaat risicobeheer en voor de waarborging van een gelijke bescherming van alle leden van de regeling is een doeltreffend governancesysteem derhalve van essentieel belang. Dergelijke systemen
PE549.448v02-00
NL
12/20
AD\1060373NL.doc
complexiteit van de werkzaamheden.
dienen in verhouding te staan tot de aard, omvang en complexiteit van de werkzaamheden.
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 39
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(39) Alle personen die sleutelfuncties vervullen, moeten deskundig en betrouwbaar zijn. Alleen degenen die (eind)verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van sleutelfuncties, zijn echter tot verplichte kennisgeving aan de bevoegde autoriteit gehouden.
(39) Alle personen die sleutelfuncties vervullen, moeten deskundig en betrouwbaar zijn en een hoge mate van integriteit en genderbewustzijn aan de dag leggen. Alleen degenen die (eind)verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van sleutelfuncties, zijn echter tot verplichte kennisgeving aan de bevoegde autoriteit gehouden.
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 41
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(41) Het is van essentieel belang dat instellingen hun risicobeheer zodanig verbeteren dat mogelijke kwetsbare punten wat de houdbaarheid van de pensioenregeling betreft, naar behoren kunnen worden onderkend en met de bevoegde autoriteiten kunnen worden besproken. In het kader van hun risicobeheerssysteem dienen de instellingen een risicobeoordeling voor hun met pensioenen verband houdende activiteiten op te stellen. Deze risicobeoordeling moet ook beschikbaar worden gesteld voor de bevoegde autoriteiten. In die beoordeling dienen de instellingen onder meer een kwalitatieve
(41) Het is van essentieel belang dat instellingen hun risicobeheer zodanig verbeteren dat mogelijke kwetsbare punten wat de houdbaarheid van de pensioenregeling betreft, naar behoren kunnen worden onderkend en met de klant en de bevoegde autoriteiten kunnen worden besproken. In het kader van hun risicobeheerssysteem dienen de instellingen een risicobeoordeling voor hun met pensioenen verband houdende activiteiten op te stellen. Deze risicobeoordeling moet ook beschikbaar worden gesteld voor de klant en de bevoegde autoriteiten. In die beoordeling dienen de instellingen onder meer een
AD\1060373NL.doc
13/20
PE549.448v02-00
NL
beschrijving te geven van de essentiële elementen die hun financieringspositie overeenkomstig de nationale wetgeving bepalen, de doeltreffendheid van hun risicobeheersysteem en hun vermogen om aan de vereisten inzake de technische voorzieningen te voldoen. In deze risicobeoordeling moeten ook nieuwe of zich aandienende risico's zijn opgenomen, zoals risico's die met klimaatverandering, het gebruik van hulpbronnen of het milieu verband houden.
kwalitatieve beschrijving te geven van de essentiële elementen die hun financieringspositie overeenkomstig de nationale wetgeving bepalen, van de doeltreffendheid van hun risicobeheersysteem en van hun vermogen om aan de vereisten inzake de technische voorzieningen te voldoen, met inbegrip van het vermogen om onderscheid te maken tussen technische bepalingen voor mannen en vrouwen. In deze risicobeoordeling moeten ook nieuwe of zich aandienende risico's zijn opgenomen, zoals risico's die met klimaatverandering, het gebruik van hulpbronnen of het milieu verband houden.
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Overweging 46
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(46) Instellingen moeten duidelijke en adequate inlichtingen aan toekomstige deelnemers, deelnemers en pensioengerechtigden verstrekken ter ondersteuning van hun besluitvorming betreffende hun pensionering en ter verzekering van een grote transparantie in alle verschillende fasen van een regeling, namelijk vóór de deelneming, tijdens de deelneming (met inbegrip van vóór de pensionering) en na de pensionering. Er dient meer bepaald informatie te worden verstrekt over opgebouwde pensioenrechten, verwachte omvang van de pensioenuitkeringen, risico's, garanties en kosten. Ingeval deelnemers een beleggingsrisico dragen, is ook aanvullende informatie over het beleggingsprofiel, eventuele beschikbare opties en in het verleden behaalde resultaten van cruciaal belang.
(46) Instellingen moeten duidelijke en adequate inlichtingen aan toekomstige deelnemers, deelnemers en pensioengerechtigden verstrekken ter ondersteuning van hun besluitvorming betreffende hun pensionering en ter verzekering van een grote transparantie in alle verschillende fasen van een regeling, namelijk vóór de deelneming, tijdens de deelneming (met inbegrip van vóór de pensionering en van perioden waarin niet werd gewerkt of waarin minder uren werden gewerkt) en na de pensionering. Er dient meer bepaald informatie te worden verstrekt over opgebouwde pensioenrechten of verwachte omvang van de pensioenuitkeringen, in vergelijking met andere leden en begunstigden van de regeling, risico's, garanties en kosten. Ingeval deelnemers een beleggingsrisico dragen, moet ook aanvullende informatie over het beleggingsprofiel, eventuele
PE549.448v02-00
NL
14/20
AD\1060373NL.doc
beschikbare opties, in het verleden behaalde en verwachte resultaten, risicoprofielen en kostenstructuren verplicht zijn en in een gemakkelijk te begrijpen vorm worden verstrekt, rekening houdende met de verschillende niveaus van financiële kennis van de leden van de regeling. Duidelijke en adequate inlichtingen verstrekken betekent niet alleen zoveel mogelijk inlichtingen verstrekken, maar ook ervoor zorgen dat deze inlichtingen aan de behoeften van de deelnemer beantwoorden, in overeenstemming zijn met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, in het bijzonder wat betreft toegankelijkheid en toegang tot informatie, en rekening houden met de financiële kennis van elke persoon. Consumentenvoorlichting en consumentenbescherming zouden door middel van vrijwillige gedragscodes en eventueel een compact en gebruiksvriendelijk EUcertificeringssysteem ("Europäisches Rentensiegel") kort kunnen worden samengevat en leesbaar kunnen worden gemaakt.
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Overweging 47
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(47) Voordat toekomstige deelnemers zich bij een regeling aansluiten, moeten hun alle nodige inlichtingen worden verstrekt opdat zij met kennis van zaken een keuze kunnen maken; het betreft onder meer informatie over uitstapmogelijkheden, bijdragen, kosten en beleggingsmogelijkheden, indien van toepassing.
(47) Voordat toekomstige deelnemers zich bij een regeling aansluiten, moeten hun alle nodige inlichtingen worden verstrekt opdat zij met kennis van zaken een keuze kunnen maken; het betreft onder meer informatie over uitstapmogelijkheden, de gevolgen van carrièreonderbrekingen of deeltijdcontracten, bijdragen, kosten en beleggingsmogelijkheden, indien van
AD\1060373NL.doc
15/20
PE549.448v02-00
NL
toepassing.
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Overweging 49
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(49) Instellingen moeten deelnemers ver genoeg vóór hun pensionering informeren over hun uitbetalingsmogelijkheden. Ingeval de pensioenuitkering niet in de vorm van een levenslange lijfrente wordt uitbetaald, dienen deelnemers van wie de pensionering nadert, informatie over de beschikbare uitkeringsproducten te ontvangen ter vergemakkelijking van de financiële planning voor de pensionering.
(49) Instellingen moeten deelnemers ver genoeg vóór hun pensionering informeren over hun uitbetalingsmogelijkheden. Ingeval de pensioenuitkering niet in de vorm van een levenslange lijfrente wordt uitbetaald, dienen deelnemers van wie de pensionering nadert, duidelijke, op maat gemaakte en genderspecifieke informatie over de beschikbare uitkeringsproducten te ontvangen ter vergemakkelijking van de financiële planning voor de pensionering.
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 - lid 2 Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en met inachtneming van de omvang van de pensioenvoorzieningen die de socialezekerheidsstelsels bieden kunnen de lidstaten bepalen dat de facultatieve kwestie van de dekking van het hogeleeftijdsrisico en van arbeidsongeschiktheid, de voorzieningen voor nabestaanden en de garantie van terugbetaling van bijdragen als bijkomende voorzieningen worden aangeboden aan de deelnemers als de werkgevers en werknemers, dan wel hun respectieve vertegenwoordigers, zulks overeenkomen.
2. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en met inachtneming van de omvang van de pensioenvoorzieningen die de socialezekerheidsstelsels bieden kunnen de lidstaten bepalen dat een nationaal minimumpensioen wordt ingevoerd dat boven de armoedegrens dient te liggen, dat de facultatieve kwestie van de dekking van het hogeleeftijdsrisico en van arbeidsongeschiktheid, de voorzieningen voor nabestaanden en de garantie van terugbetaling van bijdragen als bijkomende voorzieningen worden aangeboden aan de deelnemers als de werkgevers en werknemers, dan wel hun respectieve
PE549.448v02-00
NL
16/20
AD\1060373NL.doc
vertegenwoordigers, zulks overeenkomen.
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Artikel 23 - lid 1 - inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
De lidstaten schrijven voor dat de instellingen erop toezien dat alle personen die de instelling daadwerkelijk besturen of andere sleutelfuncties vervullen, bij de uitvoering van hun taken aan de volgende vereisten voldoen:
De lidstaten schrijven voor dat de instellingen erop toezien dat zij een genderevenwichtig bestuur voeren en dat alle personen die de instelling daadwerkelijk besturen of andere sleutelfuncties vervullen, bij de uitvoering van hun taken aan de volgende vereisten voldoen:
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Artikel 23 - lid 1 - letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(e) ze hebben een goede reputatie en zijn integer (betrouwbaarheidsvereiste).
(b) ze hebben een goede reputatie en zijn integer, en hebben onder meer blijk gegeven van genderbewustzijn (betrouwbaarheidsvereiste).
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 24 - lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
2. De instellingen maken periodiek dienstige informatie over het beloningsbeleid openbaar, tenzij anders is bepaald in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen tot AD\1060373NL.doc
2. De instellingen maken periodiek dienstige informatie over het beloningsbeleid openbaar (waarbij zij gebruikmaken van specifieke indicatoren om beloning beter af te stemmen op 17/20
PE549.448v02-00
NL
omzetting van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad .
deskundig en betrouwbaar bestuur, integriteit en gendergelijkheid), tenzij anders is bepaald in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad.
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 24 – lid 3 – letter a – streepje 8
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
- er is sprake van een duidelijke, transparante en doeltreffende governance ten aanzien van het beloningsbeleid en het toezicht daarop.
er is sprake van een duidelijke, transparante, genderbewuste en doeltreffende governance ten aanzien van het beloningsbeleid en het toezicht daarop.
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 25 - lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
1. De lidstaten schrijven voor dat instellingen moeten beschikken over een risicobeheerfunctie, een interneauditfunctie en, in voorkomend geval, een actuariële functie. De met elke sleutelfunctie verband houdende rapportagelijnen garanderen dat de sleutelfunctie haar taken op een objectieve, eerlijke en onafhankelijke manier kan vervullen.
1. De lidstaten schrijven voor dat instellingen moeten beschikken over een risicobeheerfunctie, een interne- en externe-auditfunctie en, in voorkomend geval, een actuariële functie. De met elke sleutelfunctie verband houdende rapportagelijnen garanderen dat de sleutelfunctie haar taken op een objectieve, eerlijke, genderneutrale en onafhankelijke manier kan vervullen.
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 28 - lid 1 - letter c
PE549.448v02-00
NL
18/20
AD\1060373NL.doc
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(r) zij beoordeelt of er genoeg gegevens worden gebruikt bij de berekening van technische voorzieningen, en zij beoordeelt de kwaliteit van die gegevens;
(c) zij beoordeelt of er genoeg gegevens worden gebruikt bij de berekening van technische voorzieningen, en zij beoordeelt de kwaliteit en gendergevoeligheid van die gegevens;
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 29 - lid 2 - letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(z) de mogelijkheid om aan de in artikel 14 neergelegde vereisten betreffende de technische voorzieningen te voldoen;
(c) de mogelijkheid om aan de in artikel 14 neergelegde vereisten betreffende de technische voorzieningen te voldoen, zonder indirecte discriminatie van vrouwen in de hand te werken;
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 38 - lid 2 - letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
(tt) zij worden regelmatig bijgewerkt;
AD\1060373NL.doc
(a) zij worden regelmatig bijgewerkt en aangepast aan de behoeften van afzonderlijke leden, om rekening te houden met sekse- en leeftijdgerelateerde verschillen in begrip;
19/20
PE549.448v02-00
NL
PROCEDURE Titel
Werkzaamheden van en toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (herschikking)
Document- en procedurenummers
COM(2014)0167 – C7-0112/2014 – 2014/0091(COD)
Commissie ten principale Datum bekendmaking
ECON 14.4.2014
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking
FEMM 14.4.2014
Rapporteur voor advies Datum benoeming
Sirpa Pietikäinen 17.10.2014
Behandeling in de commissie
30.3.2015
Datum goedkeuring
6.5.2015
Uitslag eindstemming
+: –: 0:
Bij de eindstemming aanwezige leden
Daniela Aiuto, Maria Arena, Catherine Bearder, Beatriz Becerra Basterrechea, Vilija Blinkevičiūt÷, Anna Maria Corazza Bildt, Viorica Dăncilă, Iratxe García Pérez, Anna Hedh, Mary Honeyball, Elisabeth Köstinger, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Angelika Mlinar, Angelika Niebler, Maria Noichl, Marijana Petir, Terry Reintke, Liliana Rodrigues, Jordi Sebastià, Ángela Vallina, Beatrix von Storch, Anna Záborská, Jana Žitňanská, Inês Cristina Zuber
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers
Stefan Eck, Constance Le Grip, Georg Mayer, Sirpa Pietikäinen, Monika Vana, Julie Ward
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)
Isabella Adinolfi
PE549.448v02-00
NL
25 6 0
20/20
AD\1060373NL.doc