UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK:
DUITS
NIVEAU:
HAVO
EXAMEN:
2002-I
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. www.thiememeulenhoff.nl
© ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2002 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp).Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
UITWERKING
EXAMEN 2002-I: 1 1p
1 D Ulrich Ammons standpunt t.a.v. de vraag is ‘ja’. Hij vindt dat het Engels in het hoger onderwijs gangbaar zou moeten zijn. Want, de ‘Wissenschaftler’ (regel 6), die internationaal mee wil doen, moet wel het Engels beheersen.
1p
2 C De tweede alinea begint met een oplossing om de trend (uit de regels 10-15) tegen te gaan: ‘Studiengänge in englischer Sprache’ (regel 16). Met ‘Studiengänge’, d.w.z. een ‘gang door de studie’ worden de ‘Vorlesungen’, de colleges uit antwoord C bedoeld.
1p
3 (Denn) sie ziehen Studenten aus dem Ausland an (regel 20-21) De zin in regel 23-26 bevat inhoudelijk twee aspecten: – nieuwe sprekers (van het Duits) worden naar het Duitse taalgebied geleid; – buitenlanders leren Duits, ook als extra (‘Zusatz’..) kwalificatie. Beide elementen slaan op het eerste deel van de zin uit de vraag (regel20-23), het deel waarin staat dat studenten uit het buitenland worden aangetrokken (om naar Duitsland te komen, waar colleges in het Engels gegeven worden).
1p
4 A Je moet het eerstgenoemde argument vinden. Let op de opbouw van de zinnen (regel 31-35):‘ ... auf deutsch gelehrt werden, damit (eerste argument) und (tweede argument).’ Het eerste argument geeft aan dat universiteit zich niet moet vervreemden (‘sich entfremden’) van de maatschappij.
1p
5 C Pflug begint zijn betoog met de constatering dat beroemde Duitse geleerden hun werk ook wel eens in een andere taal publiceerden (Leibniz als voorbeeld). Dat lijkt te wijzen op het antwoord ‘ja’ op de vraag uit de titel. Hij geeft echter het antwoord ‘nein’. Met de zin ‘Deshalb kann man jedoch noch lange nicht verlangen ... Vorlesungen in Englisch ...’ (regel 39-43) maakt hij de wending naar het antwoord ‘nein’. Pflugs gedachtegang anders verwoord: Leibniz publiceerde dan wel in een andere taal, maar (‘jedoch’) – en trek dus niet al te snel de conclusie dat we het Engels moeten gebruiken! – dat betekent nog niet dat wij in het Engels college moeten geven!
1p
6 B Let op de bouw van de zin. De hoofdzin is: ‘Doch lassen sich die beiden Ziele, (tussenzin waarin de beide doelen worden beschreven: "Fachwissen" en "Beherrschung des Englischen"), … nur selten in einem Arbeitsgang erreichen’ (regel 52-55). Korter: ‘die beiden Ziele ... selten ... in einem Arbeitsgang’: je kunt geen twee dingen (vakkennis en vreemde taal leren) tegelijkertijd doen.
1p
7 De kern van een goed antwoord moet zijn: Omdat men zo (behalve de taal) ook de cultuur van een land leert kennen. Direct volgend op de zin met de ‘Königsweg’ (regel 64) vind je het signaalwoord ‘doch’; hier betekent dit woordje: ‘immers’, ‘want’. In dit stukje tekst wordt de reden gegeven: ... want ‘auf diese Weise’ (zie regel 62-64: een tijdje in het buitenland studeren) maakt men kennis met het buitenland (‘geistig und sozial’), in deze tijd van globalisering niet onbelangrijk.
2
UITWERKING
EXAMEN 2002-I: 2 1p
8 A Als je nog eens de belangrijkste woorden uit de eerste alinea bekijkt (oriëntatie vooraf), dan herken je aan de woorden ‘eigentlich unbezahlbare Aspekt’ (regel 4) meteen het belangrijkste: de ‘herzliche, emotionale Integrität’ (regel 5, 6). Ook in de andere zinnen gaat het over de populariteit van de New Beetle (regel 3, 9-10).
1p
9 C In de tweede alinea komt de New Beetle er niet zo goed vanaf: ‘langer Wartezeit’, ‘negative Schlagzeilen’, ’Flop’ (regel 13-16). Wat doe je als handelaar, als je zo’n product aan de man moet brengen? Korting (Rabatt, regel 20) geven.
1p
10 D In de derde alinea worden de motieven genoemd, die destijds golden om tot de aanschaf van een ‘Käfer’ (de voorloper van de New Beetle) over te gaan. In de VS waren dat andere motieven dan in Duitsland (regel 26). Voor de Amerikanen was de ‘Käfer’ het klassieke voorbeeld van de ‘Outlaw = Aubenseiter’ (regel 30, voetnoot). De volgende zin (regel 30-33) voegt nog toe dat je daarmee (met zo’n kleine ‘Käfer’) tegenover (‘entgegen’, regel 33) je vader stelling kon nemen.
1p
11 E Bij de presentatie van de opvolger van de ‘Käfer’ (de New Beetle dus) was gekozen voor muziek van Jimmie Hendrix; andere herkenningspunten zijn ‘Woodstock, Frank Zappa’ (regel 39). Destijds zetten de kopers van zo’n ‘Käfer’ zich af tegen hun ouders met hun grote, zware, energieverslindende Amerikaanse ‘slagschepen’ (‘Strabenkreuzer’, regel 32). Inmiddels hebben de twintigers-van-toen als dertigers/veertigers-van-iets-later ook hun ‘eigenen Strabenkreuzer(s)’ (regel 40) gekocht en daarmee de idealen van hun jeugd (het hoeft niet zo groot en ernergieverslindend, het kan – met zo’n kevertje – ook veel kleiner en wezenlijker) verraden. Met de koop van een New Beetle kun je (is de suggestie van de reclamemakers/verkopers) je jeugdidealen / je ‘ziel’ weer terugkopen. Overigens: Hendrix, Woodstock en Zappa zijn begrippen uit de popwereld van de jaren zestig.
1p
12 C In de regels 25, 26 werden de motieven voor Amerikanen en Duitsers aangekondigd, die van elkaar wezenlijk zouden verschillen (‘grundverschieden’). In regel 30-43 wordt de ene kant van de Amerikanen uitgewerkt. Regel 44 begint met ‘In Deutschland’. Hier wordt dus de andere kant uitgewerkt: het woordje ‘dagegen’ past hier precies.
1p
13 D De motieven voor de Duitsers liggen in hun (leuke, positieve) herinneringen aan vroeger / hun jeugd (regel 44-49): dat zijn nostalgische gevoelens.
1p
14 op de aanschaf van een New Beetle ‘Dieser’ (regel 52) slaat terug op iets wat er vlak voor staat: herinnering aan jeugd in de vorm van (de aanschaf van) een New Beetle, de opvolger van de ‘Käfer’. ‘Retro-Gegenwart‘ (regel 52) is een combinatie van heden, tegenwoordig (‘Gegenwart’ = tegenwoordige tijd) en verleden (‘Retro’ = terug): het verleden (de ‘Käfer’) van het heden (de New Beetle).
1p
15 B Het signaalwoord ‘zumal’ betekent ‘temeer, daar’; ‘des te meer, omdat’. Dat moet wel een aanvulling op het voorafgaande aangeven.
3
UITWERKING
1p
16 C In de zesde alinea worden kennelijk de nadelen van de New Beetle besproken (‘Geräuschpegel’, ‘Rücksitzbank’, ‘Kopffreiheit’, ‘Kofferraum’). Maar deze nadelen ‘verzeiht’ (regel 64: vergeeft) men de New Beetle.
1p
17 Kein Zweifel / Das kugelrunde (regel 8) De ‘Umwelt’ is hier niet het milieu maar letterlijk ‘de wereld eromheen / om je heen’. De omgeving ‘lächelt’ en dat geeft steun (‘wird ... getragen’, regel 65), ondanks alle nadelen. Deze steunende, positieve omgeving vind je ook in regel 8 en 9: ‘ ... in der Öffentlichkeit geliebt’.
EXAMEN 2002-I: 3 1p
18 B De alinea begint met twee citaten (over de positieve invloed van de fans) van voetballers na een gewonnen thuiswedstrijd. Wie klagen er na diezelfde wedstrijd over diezelfde toeschouwers: de uitspelende en verliezende partij.
1p
19 B De eerste alinea wijst (voor zowel thuis- als uitspelende partij) op duidelijke invloed van de fans: zij zijn de 'twaalfde man’. In de tweede alinea wordt dit ontzenuwd door B. Straub: de fans hebben volgens hem geen positieve, veeleer een negatieve invloed. De zin die de tweede alinea inleidt moet dus wel B zijn.
1p
20 A De zin waarin invulling 20 moet komen is een citaat (" ... ") en wordt ingeleid door de signaalwoorden ‘wenn dagegen ...’. Het citaat (met invulling 20) staat dus tegenover een andere zin, nl: wanneer de thuisploeg won, dan waren er minder fans dan gemiddeld. Daar tegenover staat de bewering: als er meer fans dan gemiddeld zijn, dan heeft de uitspelende ploeg ..?.. kansen: hier past het woord ‘betere’.
1p
21 B In deze alinea (met de invullingen 21 en 22) gaat het over de grote(re) druk die de vele fans uitoefenen. Die grote(re) druk ontstaat bij betekenisvolle(re) opgaven.
1p
22 B En als die druk (invulling 21) dan groter is, dan: – denkt die speler meer aan zijn rol dan aan zijn taak; – ontstaat er een groter aantal fouten; – ‘überlegt’ hij op het beslissende moment ‘zu lange’ en zal ‘keinen Erfolg’ hebben: het gaat dus om het ‘Versagen’ (zie basiswoordenlijst) van de speler onder druk.
1p
23 B De aansporingen en de aandacht ‘beeinträchtigen’ (zie basiswoordenlijst). Van wie zijn die aansporingen en de aandacht? Van de ‘Zuschauer’, hij (ver)stoort.
1p
24 D In deze alinea gaat het (‘anders’ dan in de vorige alinea, waar de toeschouwer een storend element was) om sporten waarbij de toeschouwer dus niet stoort, integendeel, hij zorgt voor een ‘Leistungssteigerung’ (basiswoordenlijst).
4
UITWERKING
1p
25 B Bij de coördinatie-vragende sporten stoort de toeschouwer (zie vraag 23). Bij de uithoudingsvermogen-vragende sporten stimuleert de toeschouwer (vraag 24). Deze alinea (met vraag 25) begint met het signaalwoord ‘allerdings’: echter, evenwel: er is echter geen sport waarin uitsluitend het één of het ander nodig is. Met andere woorden: beide zijn nodig. De aanmoedigende fans werken dan positief (op het aspect van het uithoudingsvermogen) en negatief (op het aspect van het coördinerend vermogen).
1p
26 B Een voorbeeld van een ‘tweezijdige’ sport is voetbal. De voetballer, die ‘vor einer groben Kulisse’ (een groot publiek) speelt wordt dus enerzijds gestimuleerd en doet zijn best (levert een enorme loopprestatie), anderzijds maakt hij veel fouten.
1p
27 B De alinea begint met een nieuwe constatering: toeschouwers hebben helemaal geen invloed op het spel. Dan volgt een voorbeeld uit het American football: de fans reageren op een goede actie en niet andersom. Er was dus geen invloed van de toeschouwer op het spel.
1p
28 A In de vorige alinea werd aangetoond dat de toeschouwers geen invloed uitoefenen. De alinea met vraag 28 begint met een reactie (‘das’) daarop. Deze reactie wordt onderbouwd met de waarneming dat 62% van de toeschouwers gelooft dat ze het spel wel kunnen beinvloeden: ze zien het dus anders.
EXAMEN 2002-I: 4 1p
29 A In de oriëntatie vooraf hebben we al vastgesteld dat het in dit artikel gaat over schooluniformen. De eerste, inleidende alinea schetst het probleem: wie merkkleding draagt, is iemand, ‘kleren maken de man’. Maar er zijn ook mensen die zich zo’n merken-image niet kunnen ‘leisten’ (regel 8; zie basiswoordenlijst). De maatschappij is dus gespleten (gesplitst) in de wel-merkkleding-dragers (de ‘haves’) en de nietmerkkleding-dragers (de ‘havenots’).
1p
30 De kern van een goed antwoord moet zijn: dat hun kleding afgepakt wordt. Indien het element ’kleding’ ontbreekt: 0 punten Het woord ‘Abziehen’ heb je waarschijnlijk nooit geleerd. Je kunt de betekenis wel afleiden uit de regels 9-12. Eerste aanknopingspunt: kleding kun je ‘anziehen’, ‘umziehen’ en blijkbaar ook ‘abziehen’. Tweede punt: het gaat hier om mensen (kinderen) die weliswaar merkkleding bezitten, maar van wie het ook weer ‘genommen’ wordt. ‘Abziehen’ (regel 11, 15) is dus het laten uittrekken en stelen van (dure) merkkleding, in dit geval op weg naar/van school.
1p
31 Door een schooluniform in te voeren Opmerking: acceptabel: door merkkleding op school te verbieden. ‘Das’ (regel 26) slaat terug op de constatering dat de school zowel de ‘catwalk’ (waarop je met je merkkleding loopt te showen) is als de plaats van het misdrijf (waar de kleding wordt gestolen, natuurlijk omdat die kleding duur/gewild is). Als je dat wilt veranderen kan dat door de merkkleding op school te vervangen door een schooluniform.
5
UITWERKING
1p
32 B De inleidende woorden van de vierde alinea kondigen praktische redenen aan tegen het gebruik van het uniform. Maar de schrijver ontkracht al die argumenten meteen: – snel uit kleren gegroeid? Ja , maar uit alle kleren! – ouderwets, ongemakkelijk? Laten we dan hedendaagse ontwerpers (bijv. Joop) erbij betrekken.
1p
33 B Ook in de vijfde alinea wordt een argument tegen het gebruik van een uniform gegeven: iedereen heeft toch recht op individualiteit? Ook hierop heeft de schrijver een antwoord: ja zeker, maar als die individualiteit ontaardt in egoïsme moet je dat ‘entgegen(zu)wirken’ (regel 57), m.b.v. een uniform dus.
1p
34 A In de hele tekst al wordt het uniform (‘alle mensen lijken/zijn gelijk’) geplaatst tegenover individualiteit en merkkleding die de verschillen aangeeft tussen de mensen.
1p
35 De criminaliteit zal afnemen Opmerking: acceptabel: Jeugdcriminaliteit kost (de staat) veel meer geld dan schooluniformen. / In Californië is het geweld op school afgenomen. In de laatste alinea wordt gemeld dat de criminaliteit in Californië (waar uniformen zijn ingevoerd) met 50% gedaald is. Dit leidt tot lagere kosten, want ‘Jugenddelinquenz’ (regel 76; delinquentie betekent gevangenisstraf) is duurder dan de invoering van het uniform. Beide genoemde zaken zijn twee verschillende aspecten van één en dezelfde zaak.
1p
36 A In de hele tekst vinden we aanwijzingen voor de stellingname van de schrijver voor invoering van het schooluniform: – hij noemt het verschil tussen de ‘haves’ en de ‘havenots’ ‘brutal’ (regel 7; wreed); – alinea drie begint met een statement: ‘dat moet anders!’; – in alinea vier ontkracht hij het argument tegen de invoering van het uniform; – in alinea vijf laat hij duidelijk merken dat hij egoïsme erger vindt dan ‘Gleichmacherei’; – in alinea zeven pleit hij voor een experiment in Duitsland, n.a.v. de ervaringen in de VS.
EXAMEN 2002-I: 5 1p
37 B De schrijver van het artikel spreekt over de toekomst van de 21ste eeuw: communicatietijdperk, videoconferenties, lege kantoorgebouwen, helemaal volgekabelde werkplekken thuis: kortom, de zakenman hoeft (bijna) nooit meer (per vliegtuig) te reizen.
1p
38 D Als er voor de luchtvaart (in elk geval het zakenverkeer) geen toekomst meer is, dan is het toch gek om (‘Ausgerechnet jetzt’, regel 15) zo’n groot vliegtuig te ontwerpen / laten bouwen?
1p
39 C Nadat in regel 21-25 is aangekondigd dat je straks aan boord van een vliegtuig kunt bellen / internetten, sluit de schrijver af met een toekomstbeeld: nog steeds zakenreizigers, gestrest, verkreukeld (‘zerknittert’) pak, per telefoon ‘babbelen’ met thuis. – Zin 1 (regel 1-3) vormt daarmee geen tegenstelling, de enige overeenkomst is dat de toekomst ter sprake gebracht wordt; – zin 2 (regel 9-12) vormt wel een tegenstelling: in deze regels wordt betoogd dat het juist afgelopen (‘Schluss’, regel 9) is met het beeld van de opgejaagde zakenreiziger in het verkreukelde pak. 6
UITWERKING
EXAMEN 2002-I: 6 1p
40 Ze vinden het werk / werken leuk Indien: Ze zijn verslaafd aan hun werk: 0 punten ‘Den’ (regel 6) slaat terug op de ‘überdurchschnittlichem Einsatz’ (regel 5): deze inzet brengt men op: – omdat de werkgever dat wil; blijkbaar ook zo verwoord in de advertentie ‘Stellenanzeigen’ (regel 4) waarmee de werkgever personeel werft; – omdat het werk plezier oplevert: met name dit tweede argument heeft betrekking op de vraag waarom werknemers bereid zijn zich meer dan gemiddeld in te zetten.
1p
41 workaholic te worden / verslaafd te raken aan hun werk ‘Sucht’ (regel 12) is verslaving, is gevaarlijk. In de regels 14-20 wordt dat gevaar uitgewerkt: weinig tijd voor ontspanning, werken als een ‘bezetene’, zelfs op vakantie de laptop mee.
1p
42 B Iets ‘vermissen’ (regel 17) is gewoon ‘iets missen’. Als ze zo ‘bezeten’ werken, missen ze niets: ze vinden het dus heel gewoon, dat ze geen tijd voor ontspanning hebben.
1p
43 De kern van een goed antwoord moet zijn: Je moet ervoor zorgen dat je niet overbelast raakt / dat je tijdig gas terug neemt. De workaholics lopen het gevaar op een ‘Burnout-Effekt’ (regel 26, 27). Voor dat gevaar waarschuwt (regel 24, 25) Pribilla met het zinnetje: ‘Rechtzeitig auf die Bremse treten’: tijdig, voordat het te laat is, op de rem trappen, d.w.z. minder hard gaan werken.
1p
44 De kern van een goed antwoord moet zijn: Ze kunnen geen nee zeggen. / Ze trekken werk naar zich toe. Indien: Ze zijn niet verslaafd (aan hun werk): 0 punten De twee groepen ‘slachtoffers van te veel werken’ worden in alinea vier besproken: – van regel 35-39 de eerste groep: de echte workaholics; – vanaf regel 40 ( ‘... aber auch Menschen ...’) de tweede groep: deze groep bestaat uit mensen die niet verslaafd zijn aan hun werk maar gewoon geen ‘nee’ kunnen zeggen (regel 42) en die ook nog de klusjes doen waarvan anderen zeggen dat hij/zij daarin zo goed is.
1p
45 De medewerker, die geen ‘nee’ kan zeggen. / De medewerker, die (ook nog) werk van anderen overneemt. Direct na het woord ‘der Betreffende’ (regel 46) begint de volgende zin met ‘Sie übernehmen eine Aufgabe nach der anderen..’: dat zijn de werknemers die ‘überlastet’ (regel 47) raken, omdat ze maar doorgaan, de ene na de andere klus op zich nemen, ook al omdat niemand anders dan hij/zij die klus zo goed kan.
1p
46 C Het onderwerp van deze tekst is de workaholic, de oorzaken en de gevaren worden besproken. In de laatste alinea wordt een nieuw ‘Phänomen’ (regel 55) ter sprake gebracht, wel een fenomeen / verschijnsel dat binnen dit thema past. Het feit dat mensen ‘selbständig’ (regel 56) kunnen handelen, zelf de ‘Verantwortlichkeit’ hebben naar huis te gaan of door te werken, levert een grotere druk op de werknemer op. Vroeger werkte je van 8 tot 5 en daarna ‘trok je de deur achter je dicht’, d.w.z., je liet ook al de kopzorgen van het werk achter, want ‘voor vandaag heb ik m’n uren wel gewerkt’. Nu mag je dan ‘scheinbar souverän’ (regel 62) zelf je werktijden bepalen, het gevolg is wel dat je werk eigenlijk nooit af is.
7
UITWERKING
EXAMEN 2002-I: 7 1p
47 (Ja) www.notimemusic.de Je ziet meteen dat de navigator de verschillende rubrieken alfabetisch heeft gerangschikt. Bij cd’s en bij pop vind je niets; bij muziek (‘Musik’) wel: de eerste link heeft betrekking op klassieke muziek en bij de tweede staat het muziekgenre er niet bij. De naam ‘notimemusic’ doet vermoeden dat hier muziek niet aan een bepaalde tijd gebonden is: muziek-van-alle-tijden? Je hebt wellicht een kans dat je iets vindt.
EXAMEN 2002-I: 8 1p
48 Da will ... Je probeert de plek te vinden waar in de tekst iets staat over die verbeteringen in de keuken. Je weet dat de eerste zin van elke alinea meestal aardig aangeeft waarover die alinea gaat: – ‘... Fitness-Zeitgeist ...’, waarschijnlijk geen informatie over de verbeteringen in de keuken; – ‘...dieser Bereich ...’, moet wel terugslaan op die ‘fitness’ uit de vorige alinea; – ‘ ..."Spielwiese ..." ... Sport-Center ...’: nog steeds geen keuken; – ‘ ... Barkeeper ... mixte ... Höchstnote ...’; – ‘... Etagenservice ... ‘; – ‘Allerdings’: bij dit signaalwoord moet je oppassen. Al vijf alinea’s worden positieve zaken genoemd en de zesde alinea begint met ‘echter’ en vervolgt met ‘ ... gibt es auch Schwächen ...’: dit is de zin die aankondigt dat er ook zwakke punten zijn. In deze alinea worden het restaurant en de bistro bekritiseerd. Maar er wordt geen concrete maatregel genoemd; – in de zevende alinea komt de concrete maatregel van de directeur: ‘ ... Küchen-Crew aufgewertet ... vom müden Küchenchef ... gleich verabschieden.’
EXAMEN 2002-I: 9 1p
49 de aardbeving van 13 januari / een aardbeving Wanneer je ‘vluchtig’ de tekst leest kom je het volgende tegen: – ‘ ... keinen ... Zusammenhang ... Erdrutsch .. und ... Abholzungen ...’; – ‘ ... Ministerium ...’; – ‘ ... Studie ... Wissenschaftler ... allein das ... Erdbeben am 13. Januar für ... Lawine ... verantwortlich ...’: nu hoef je niet meer verder te lezen, want hier heb je gevonden dat de aardbeving verantwoordelijk was voor de aardverschuiving.
EXAMEN 2002-I: 10 1p
50 (Ja) Antarktis Eén voor één loop je ze na: staat er iets bij over leven onder water? – branden in het westen van de VS – edelstenen in Brazilië;
8
UITWERKING
– pas op: dit artikel heeft weliswaar iets met onder-water te maken, maar het betreft hier een ‘Kontakt-Linse’ voor onderwater-gebruik, ontwikkeld door een opticiën in Hamburg! – geologische sensatie in de Sahara-woestijn; – over de Alpen; – ‘ ... Unterwasser-Fotografen ... ‘ hebben onder het pakijs van Antarctica een ‘ ... Paradies mit ... Lebewesen ...’ gefotografeerd. Dit is dus wat je zocht. Voor de zekerheid de rest ook nog even ‘scannen’: – over farao Ramses II; – over methaan-gas dat van de oceaanbodem komt; – over ‘Neue Unterwasserfunde’, dat zijn ‘Funde’ (komt van ‘finden’) die onder water zijn gedaan. Ze geven een beeld van het oude Alexandrië. ‘Antarktis’ was dus de enige treffer.
9