UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VAK:
DUITS
NIVEAU:
HAVO
EXAMEN:
2000-I
Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van 2001 bij ThiemeMeulenhoff zal verschijnen.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. Copyright © 2001 ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
UITWERKING
C 22
EXAMEN 2000-I: 1 [Bij de toelichting op de open vragen is eerst het juiste antwoord, zoals vermeld in het cito-correctieformulier, cursief weergegeven. De toelichting op het goede antwoord is normaal afgedrukt.]
2p
1
Zin 1: algemene constatering. Zin 2: nadere toelichting. Zin 3: onderwerp van de tekst of nadere toelichting. Indien 3 antwoorden goed: 2 pnt; indien 2 antwoorden goed: 1 pnt; overig: 0 pnt. In de eerste zin gaat het over de ‘funsport’ in het algemeen: dat die erg in trek is, hij ‘boomt’. Pas in de 2e zin wordt het begrip ‘funsport’ met voorbeelden besproken. In de 2e zin komen de concrete voorbeelden van ‘funsporters’: de skaters, beachvolleyballers en de snowboarders. De 3e zin sluit aan op de toelichting / concretisering uit de 2e zin: ze zijn er wel, maar je ziet ze minder, die andere ‘funsporters’: de duikers. Daarmee is het eigenlijke onderwerp van de tekst aangekaart. Uit de titel en je (evt.) oriëntatie vooraf wist je al dat de tekst daarover gaat.
1p
1p
2 A De zin uit de 1e alinea bevat als belangrijkste elementen: ‘.... Tauchen .... vermehrt sich ..... ganzjährig ...’. Het element ‘vermehrt sich’ wordt in de 2e alinea cijfermatig onderbouwd en concreet gemaakt: ‘...verdoppeln... (12) ...... etwa vier Millionen Menschen in Deutschland.. (15)...’. 3 A In de 3e alinea gaat het over: ‘....dieser Trend .... vermarktet .... Tauchreiseveranstalter .... Zahl seiner Kunden ..... vervielfachen...: kortom, de klanten stromen toe, de toeristenbranche doet goede zaken.
1p
4
Vanwege de (daar onder water aanwezige) flora en fauna. / Bij ons valt er onder water minder (aan planten en dieren) te zien. / De flora en fauna in tropische wateren is veel rijker dan bij ons. / Bij ons is de flora en fauna onder water weinig gevarieerd. Alle overige antwoorden: 0 pnt. In 25 t/m 30 worden 3 redenen gegeven waarom het duiken in warmere streken zo populair is: ‘...heimische Gewässer ... nicht tief ... dunkel und kalt ...’. De 3e reden wordt ingeleid met : ‘vor allem jedoch weil ....’(26). Dan weet je dat de belangrijkste reden komt (en die moet je opschrijven!): “.... weil ... in unseren Breiten (bij ons, onze breedtegraden) ... der bunten Vielfalt entbehren...’: wij hebben die veelkleurige rijkdom aan variaties niet, en die hebben ze in warmere wateren wel.
1p
5
(Goedkope) Vliegreizen met een hotel zo dicht mogelijk bij de duikplek. / De toerist wil meteen voor zijn hotel kunnen duiken. Alle overige antwoorden: 0 pnt. De zin ‘.... ist ein weiterer Trend...’ eindigt met een dubbele punt (40): Dat betekent zoveel als: nu volgt de uitleg. Daarbij gaat het om het ‘Riff vor der Hoteltür’. In de daarop volgende zin wordt dat nader verklaard: de toerist is gewend aan comfort (43), zelfs verwend (44), en wenst dus niet te slepen met z’n (zware) uitrusting.
1p
6 B Ook hier is de dubble punt als leesteken van belang: de verklaring / uitleg volgt. ‘Nicht mehr .... (en hierom gaat het dus niet!) ... , vielmehr (veeleer, waarom gaat het wel!)..... streben ... nach ... immer gröberen Tiefen und Zeiten’. Ze willen dus dieper duiken en langer onder water blijven.
1p
7 D De wereldbond van apnoe-duikers registreert records (65). Dan volgt de mededeling over de Italiaan: 131 meter diep en 3 min. 32 sec. Het kan niet anders dan dat daarmee de records zijn aangegeven.
249
UITWERKING
1p
8 B Uit de inleidende zin van alinea 8 kunnen we al vermoeden dat de schaduwkant aan de orde zal komen: het gaat over ‘... die sich der Natur bedient ... ökologische Blickfeld’. De biologen vrezen een ‘... Zerstörung (verwoesting, 72) van het rif, dat ‘... gefährdet’ (73) is. Verder gaat het over ‘Krankheitserreger’(...veroorzakers, 78) en over de stress, waaraan het rif lijdt.
C 23 1p
9
1p
10
1p
EXAMEN 2000-I: 2 Slechte tafelmanieren. / Met rechts eten. / Incorrect gedrag. / Onfatsoenlijk gedrag. Alle overige antwoorden: 0 pnt. ‘Ein solches Verhalten’: dat moet terugslaan op wat direct daarvoor genoemd is: nonchalant (lässig, 2) Amerikaans met je vork (aufgabeln,3: Gabel=vork) in je rechter hand eten: zo hoort dat niet. Beheersing van goede omgangsvormen is een voorwaarde voor een geslaagde carrière./ Wie iets wil bereiken, moet zich correct gedragen./ Goede manieren zijn (weer) in./ Goede omgangsvormen staan weer hoog in aanzien./ Bedrijven vinden goede manieren belangrijk. Alle overige antwoorden: 0 pnt. De ‘Protokollschule’ (12) van Dorothea Johnson (DJ) heeft de omzet in een paar jaar verdubbeld. Deze bewering wordt voorafgegaan en gevolgd door een citaat van DJ: - wanneer je geen goede omgangsvormen hebt zou je carrière wel eens in gevaar kunnen komen (9,10) en: - ze vindt het verbazingwekkend wat firma’s wel niet uitgeven aan scholing op dit gebied (16-18). Blijkbaar vindt het zakenleven goede manieren belangrijk.
11 B De 3e alinea wordt ingeleid met de woorden: ‘Und so ...’. Dat betekent dat aansluiting gezocht wordt bij het voorafgaande. Ook inhoudelijk is dat goed te zien. De laatste zin van de 2e alinea: ’90% van de Amerikanen vindt incorrect gedrag een probleem’. De 1e zin van de 3e alinea sluit aan: ‘... dus / daarom / vandaar, dat .... in de boekhandels zoveel dikke boeken liggen met regels hoe je je moet gedragen.
1p
12
Unersetzlich sind .... Geschäfte bringt. Goed met mensen kunnen omgaan (44) en grote zaken doen (45) staan inhoudelijk op één lijn met: sociale vaardigheden (52) en succes (Erfolg) in het beroep (50). De mensen met de sociale vaardigheden, die zijn ‘unersetzlich’ (onvervangbaar).
1p
13 D Voor een belangrijk deel (85%) gaat het om de charme (een aspect van de sociale vaardigheden), waarmee je succes kunt boeken. In de eerste zin (53-55) wordt toegegeven dat goede manieren slechts beperkt (bedingt) de charme beïnvloeden. Maar omgekeerd: hoeveel charme je ook bezit, als je met volle mond praat (slechte manieren) kun je die charme (einnehmendes Wesen) maar moeilijk overbrengen (vermitteln).
1p
14 C Na de bewering (60,61) komen eerst een paar voorbeelden van slecht gedrag (6365). Daarna pas komt de reden waarom juist zoveel Amerikanen zich zo slecht weten te gedragen: de babyboomers (geboren in de jaren 50 en 60) hebben de ‘Benimm-Dich-Bücher’ verbrand (protestgeneratie) en dus hun kinderen (69) niet kunnen/willen leren, hoe je je moest gedragen.
1p
15 A De verklaring volgt in de zin: ‘Denn ...’. 99% van de Amerikanen gelooft dat hun omgangsvormen ‘geschliffen’ zijn: geslepen, rond, glad; niet meer ruw, hoekig, scherp.
250
UITWERKING
C 24
EXAMEN 2000-I: 3
1p
16 E
1p
17 B De volgende zin geeft uitsluitsel. Wanneer je er (toevallig) was, bijv. als stagiaire (Praktikant) als er iets te doen was, kon je meteen aan het werk, verder werken: dat is geluk hebben (Glücksspiel): een toeval dus.
1p
18 A Na de vraag komt een dubbele punt: de uitleg/verklaring volgt dan. Er staat dan dat zij (Die Stiftung) een opleiding tot tekenfilmontwerper aanbiedt. Dat is dus anders dan daarvoor, toen je gewoon geluk moest hebben (juiste tijd, juiste plaats) en je het zelf allemaal moest leren (autodidact).
1p
19 B In de zin die volgt op de vraag wordt vermeld dat ‘anderzijds het tekenen alleen niet voldoende is’ etc. Het kunnen tekenen is dus wel een eerste vereiste, maar niet de enige vereiste vaardigheid.
1p
20 B Bij de invulling van vraag 20 gaat het erom, dat er iets niet is: ‘keine ...’. De volgende zinnen geven aan dat mensen met een grafische opleiding net zo welkom zijn als mensen uit de filmwereld; en ook werklozen zijn welkom: kortom, er zijn geen formele toelatingscriteria.
1p
21 A Het aanbod is ook op werklozen gericht; bovendien (außerdem) is er bij het project in voorzien dat mensen die al werken dat kunnen blijven doen, (dennoch = toch, evenwel)
1p
22 A De eigen bijdrage is 4200 DM: dat betekent dat veel deelnemers naast de opleiding (30 uur per week) zullen moeten bijverdienen. Geld verdienen met een eigen tekenfilm is nl. niet zo eenvoudig.
1p
23 C De studio’s in binnen- en buitenland hebben goed contact met elkaar: zo kan een geplande tekenfilmproductie ‘sich .... schnell herumsprechen’.
1p
24 A Wanneer je voor Disney-producties ingehuurd wordt – vanuit Hamburg! – dan moet je wel erg goed zijn, en ook: erg bekend.
1p
25 B De studio’s hebben contact en zijn blij met de opleiding in Hamburg. Per slot van rekening (schließlich) zoekt iedereen naar talent.
C 25 1p
Uit titel en ondertitel weet je dat het over tekenfilms (animatiefilm/Trickfilm) gaat. In de zin volgend op vraag 16 staat dat hij zichzelf de kunst van de animatie heeft bijgebracht. Hij was de enige (er was niemand anders, geen student, geen docent) die zich voor die tekenfilms interesseerde.
EXAMEN 2000-I: 4
26 A In de oriëntatie vooraf (1e alinea) heb je al de belangrijkste informatie van de eerste 10 regels op een rijtje staan: het is weer zoals vroeger in de DDR, ook met de muziek (10-18), die volgens een door de DDR-overheid bepaalde norm (60%) vooral uit de socialistische landen (11,12) moest komen.
1p
27 B Er waren voorschriften over de herkomst van de muziek (60:40) en over de inhoud: want de muziek uit niet-socialistische landen werd gecensureerd (13).
1p
28 A De voorschriften destijds luidden: 60:40. Maar de discjockeys draaiden vaak meer dan de 40% toegestane muziek uit ‘westerse’ landen: die was populair. Toentertijd klopte de mix (60:40) dus vaak niet, nu wel.
251
UITWERKING
1p
1p
29 A Er zijn 700 gasten (begonnen met 150: zie regel 32) en ze dansen en ze zingen: dit illustreert het enthousiasme van de bezoekers en het grote succes van de party. 30 A De 3e alinea begint en eindigt met het idee (voor die 60:40-party), vanwaaruit een lucratief, goedlopend (42) zaakje is ontstaan: aan zo’n activiteit was blijkbaar behoefte, het ‘gat in de markt’ hadden zij ontdekt.
2p
31
1p
32 C De rode (= socialistische) extremisten komen er zelden:. Daarover zijn enkele tvzenders teleurgesteld (71). Die ‘wittern’ (73, ruiken, een spoor vinden) in het feest het oude socialisme, dat ze daar maar al te graag gevonden hadden (DDR-vlaggen etc.).
1p
33
C 26 1p
1p
34
Alleen 1 is juist, 2 en 3 zijn niet juist. Alleen 1: 2 pnt; 1 en 2 / 1 en 3: 1 pnt; alle overige antwoorden: 0 pnt. - zin 1: zie regel 60-63: de ouderen hebben met deze muziek mooie herinneringen aan hun verleden (hun jeugd): jeugdclubs, vakantie, eerste liefde. - zin 2: in 59, 60 staat dat sommige jongeren het feest als een satire zien; dat is iets anders dan een protest tegen westerse muziek. - zin 3: er zijn geen politieke motieven (50; 67, 68).
Zij hebben voor reclame gezorgd / Zij zijn stimulerend voor het bezoek (79,80). Overige antwoorden: 0 pnt. In regel 79,80 vind je dat letterlijk terug (Werbung=reclame)
EXAMEN 2000-I: 5 Muziek heeft veel invloed./ Allemaal weten we wat muziek kan doen./ Allemaal hebben we wel ervaren dat muziek veel invloed heeft./ Muziek is belangrijk. Alle overige antwoorden: 0 pnt. Over muziek ‘... können wir alle ein Lied singen’: dat betekent zoveel als: we kunnen allemaal erover meepraten, we hebben er ervaring mee. Uit de tekst blijkt ook wel waarom: het gaat om de achtergrondmuziek in winkels, die onze stemming als klant en daarmee ons koopgedrag kan beïnvloeden.
35 B In de 1e alinea staat een ‘kale’, korte bewering: we hebben er allemaal mee te maken, met de macht van de muziek. In de 2e alinea wordt die bewering met drie langere zinnen uitvoerig(er) geïllustreerd: elke zin werkt één element uit de 1e alinea uit (de verliefde, de kerkganger, de treurende). Zo krijg je een beter beeld van wat de schrijver in de 1e alinea bedoelt.
1p
36 E
Koeien (13-16: geven meer melk met muziek in stal) worden vergeleken met klanten in een warenhuis: die kunnen ook beter worden (leeg)gemolken met wijsjes.
1p
37
Dat je met muziek (klanten niet alleen meer kunt laten kopen, maar ook) kunt beïnvloeden wat de klanten kopen. Overige antwoorden: 0 pnt. In 20,21 is sprake van de psychologen uit Leicester. In 22 volgt dan het woordje ‘Danach’: hier betekent dat: volgens (die inzichten uit Leicester). Achter dit woordje staat dus de informatie die je nodig hebt voor de vraag: (goed gekozen) muziek beïnvloedt niet alleen de omzet (24), maar zelfs ook wat gekocht wordt (25). Daarna volgt nog het voorbeeld met Franse / Duitse muziek en de bijbehorende producten (30).
1p
38 A In de 4e alinea worden de inzichten uit de 3e alinea (koeien en warenhuisklanten) op een humoristische wijze aan elkaar gekoppeld: helaas weten we niets van de muziekkennis en - smaak van koeien en hebben ze ook niet zoveel buitenlandervaring. 252
UITWERKING
De humor wordt vervolgens een beetje wrang: als de koeien al buitenlandervaring hebben, dat is dan omdat ze in het buitenland geslacht / gegeten worden. 1p
1p
39 B De toeristische – reizende– mens wordt aangesproken. In 46,47 wordt dat nog eens uitgelegd: de vakantiestemming wordt door de muziek opgeroepen. 40 C De vergelijking tussen koeien en klanten was al gewaagd. In de 4e alinea zet de schrijver duidelijk een bepaalde toon. In de laatsts alinea vat hij dat nog eens samen: alles verkoopt, als de juiste muziek past bij het juiste product bij het juiste oor. Maar wat nu in hemelsnaam te doen bij onmuzikale klanten? Daar moeten ze in Leicester nog maar flink op studeren! Zo overdrijft hij en zo sluit hij – spottend – het artikel af.
C 27 2p
41
C 28 1p
42
C 29 1p
43
EXAMEN 2000-I: 6 Alleen Reinhard Burgdorf: 2 pnt; Reinhard Burgdorf + 1 andere naam: 1 pnt; alle overige combinaties: 0 pnt. Wie is/zijn het eens met de laatste reactie? De laatste reactie is duidelijk positief: ‘Ein großer Tag...; ich freue mich...’ Reinhard Burgdorf is ook duidelijk positief: ‘.. große Last von mir abgefallen ... 16 Jahre jünger... hofentlich ... vieles besser...’; Günther Hütwohl: tamelijk negatief : SPD / Schröder wint uit vertwijfeling; Marlene Rybka: duidelijk negatief : tranen in de ogen; toekomst in buitenland; Silvio Klemm: neutraal: geef de regering een kans; Gotthelf Trommler: tamelijk negatief: die 53% (de SPD-stemmers) zullen merken dat je met het wegsturen (abwählen) van Kohl de werkloosheid niet kunt wegsturen; Sven Thomas Karwath: zeer negatief: wanneer worden die Duitse kiezers eens verstandig (m.a.w.: nu doen ze wel erg onverstandig door Schröder te kiezen); Schröder: dat is een zeepbel (Seifenblase) volgens Karwath.
EXAMEN 2000-I: 7 Hij wilde niet naar een diner (van de Dresdner Bank) omdat zijn vrouw niet mee mocht. Indien: Hij wilde niet naar een congres.... : 0 pnt. Aan de vooravond van een congres was een diner gepland. Daarvoor was Duisenberg uigenodigd, zonder vrouw. Duisenberg trok zijn consequenties: “als mijn vrouw niet mee mag, ga ik ook niet”. Officieel (om er geen rel van te maken) werd gezegd dat zijn vrouw ziek was.... en dus kon hijzelf ook niet komen.
EXAMEN 2000-I: 8 Die Firma ..... Handelsregister eingetragen. / Die Firma ..... als Jubiläums-Anlaß. / 1987 wurde ..... Handelsregister eingetragen. / Obwohl 1886 .... Handelsregister eingetragen. Indien: Obwohl 1886 ... 100-jahriges Bestehen.: 0 pnt. Je leest de tekst globaal door, op zoek naar de verklaring voor de jaartallen: 1886 / 100-jarig bestaan / 1997: hoe zit dat? 1e alinea: gaat over de tweeledige ontdekking van J. Maggi; 2e alinea: gaat over de jaartallen 1886, 1897 en 100-jarig bestaan: hier vind je dus de gezochte informatie. De alinea bestaat uit drie zinnen, wanneer je alleen de eerste zin citeert geef je niet het juiste antwoord: in zin 1 wordt alleen maar geconstateerd dat de firma in 1886 gesticht werd, en toch pas in 1997 het 100-jarig bestaan vierde. Alle overige combinaties zijn juist: zin 1 t/m 3; zin 2 en 3; zin 2 alleen; zin 3 alleen.
253
UITWERKING
C 30 1p
44
C 31 1p
45
C 32 1p
46
EXAMEN 2000-I: 9 Dagobert. Bij de link ‘Dagobert’ gaat het over de Zwitserse banken, die voor jongeren het beleggen (Geld anlegen) aantrekkelijk (schmackhaft) willen maken. Onder zo’n link zit misschien wel informatie over de mogelijkheid voor scholieren om aan beleggingsprojecten deel te nemen: daar kun je in elk geval verder zoeken.
EXAMEN 2000-I: 10 Bilder lügen ..... zur Lüge. Je leest de tekst globaal door, totdat je denkt iets te lezen over manipulatie van taal, in deze tekst die gaat over de manipulatie van het beeld, de foto: 1e alinea: foto’s: wegknippen van een (in ongenade gevallen) persoon; 2e alinea: digitaal bewerken van foto’s; 3e alinea: ‘..Informationen zum Bild’ gaat over journalisten; over ‘Magazinbeiträge’, over de ‘begleitende Kommentierung’: deze alinea moet je dus hebben.
EXAMEN 2000-I: 11 Vertuschungsversuche. Ook hier moet je de tekst globaal doorlezen, totdat je iets tegenkomt dat te maken heeft met de manier waarop de tabaksindustrie reageert op antirookcampagnes. De tekst als geheel is een antirooktekst en gaat over een mogelijk reclameverbod. 1e alinea: schadelijke stoffen in tabaksrook/ in de lucht; 2e alinea: nicotine (de verslavende werking en teer); 3e alinea: gevolgen van het roken: ziektes, kosten; 4e alinea: schade van het roken voor anderen (passief roken; zwangerschap); 5e alinea: passief roken; 6e alinea: de reactie van de tabaksindustrie op ‘Solche Tatsachen’: de feiten die hierboven genoemd staan. De reactie van de tabaksindustrie bestaat uit ‘Vertuschungsversuche und Einflußnahmen’: de industrie probeert natuurlijk invloed uit te oefenen (opdat wellicht het reclameverbod er niet komt); ‘vertuschen’ = verdoezelen, onder het kleedje schuiven, zodat de rommel / rotzooi niet zichtbaar is. In deze alinea vind je wat je zocht: de link Vertuschungsversuche moet je dus opschrijven.
254