UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000
VAK:
ENGELS
NIVEAU:
MAVO-D
EXAMEN:
2000-I
Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van 2001 bij ThiemeMeulenhoff zal verschijnen.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. Copyright © 2001 ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
A 21 UITWERKING examen 2000-I: 1 1.
Opbellen (naar het nummer 0990 199 525) Aan het eind van de eerste alinea kun je lezen dat de Observer in samenwerking met ‘Lucozade Sport drinks’ twee paar kaartjes voor de rugbywedstrijd Engeland tegen Zuid-Afrika uitlooft aan lezers van de Observer. In de tweede alinea wordt beschreven wat de ‘Lucozade Sport drink’ precies is en hoe die werkt. Vervolgens staat er in grote, dikgedrukte letters wat je moet doen om een kans te maken kaartjes te winnen: opbellen naar nummer 0990 199 525.
2.
‘Or (...) them.’ In alinea 1-4 wordt er feitelijke informatie gegeven over de bijzondere aanwezigheid van honderden haaien aan de kust van Cornwall. In de laatste alinea geven de schrijvers twee mogelijke verklaringen voor de komst van deze haaien. De eerste is nuchter en zakelijk: misschien door het ongewoon warme weer. De tweede verklaring is onrealistisch en bedoeld als grapje: misschien waren de haaien ‘teruggekomen om een lange neus te maken naar de vissers die het sinds maart van dit jaar bij de wet verboden is om ze te vangen of te verwonden’: ‘Or (...) them.’
3.
slechte adem / vieze adem Al aan het eind van de eerste alinea blijkt dat het hier om slechte adem gaat: de reden waarom je soms een rare smaak in je mond hebt en waarom mensen je vreemd aankijken is slechte adem, een psychologische verschrikking, waardoor ‘halitosis’ (= het last hebben van slechte adem) een winstgevende zaak is geworden. Dat het hier om het verschijnsel van slechte adem gaat, wordt nog duidelijker in de tweede alinea.
4. A Het plaatje met de woorden ‘THE WINNER’ geeft aan dat Sainsbury’s Bread & Butter Pudding de beste is. Ook het oordeel van de proevers maakt dat duidelijk: ‘Een echt verrukkelijke pudding - en onze favoriet!’ Op een goede tweede plaats (‘a very close runner-up’) komt Marks & Spencer. Tesco is ook niet zo slecht: ‘zeker een van de betere’. Dus dan moet Morrisons wel de minst lekkere zijn; deze krijgt ook inderdaad de minst enthousiaste beoordeling: ‘We hadden liever een minder ei-achtige smaak gehad, maar hij is misschien toch het proberen waard.’ 5. C De titel geeft al aan dat het om de registratie (dat wil zeggen het noteren van de persoonsgegevens) van kiezers gaat. Ook in de eerste alinea wordt duidelijk dat men gegevens over alle huishoudens wil hebben om een bijgewerkte lijst van kiezers te hebben. In de tweede alinea wordt gezegd dat iedereen wettelijk verplicht (‘required by law’) is de gevraagde gegevens te verstrekken. Het gaat dus niet om het stemmen zelf, maar om het bijwerken van de kiezerslijst in verband met de verkiezingen. 6. C Uit de eerste alinea blijkt dat het bedrijfje ‘Ripping Yarns’ rondleidingen (‘guided tours’) organiseert waarbij de gidsen waargebeurde (‘absolutely true’) griezelverhalen vertellen (‘telling tales of the macabre, the brutal and the sinister’; ‘their tales of Murder, death and executions’; ‘they tell their stories of the night’). De naam van het reisbureautje zegt al genoeg: ‘Ripping Yarns’ betekent ‘enge verhalen’.
7. D Wanneer je eerst globaal de tekst bekijkt, zie je dat onderaan bij de adresgegevens staat wat voor organisatie ‘Combat Stress’ is: ‘Ex-services mental welfare society’, wat betekent: vereniging voor het geestelijk welzijn van oudmilitairen. Het begin van de tekst wijst erop dat wij misschien wel allerlei oorlogen vergeten zijn, maar dat bijna 4000 mannen en vrouwen nog steeds lijden onder de gevolgen ervan. ‘Het zijn deze 4000, sommigen ouder, velen jong, met verschillende gradaties van psychische ziekte, die hulp vragen bij de Vereniging’ (alinea 3). De organisatie heeft maatschappelijk werkers (‘Welfare Officers’) in dienst, heeft zorgcentra voor kortdurende behandelingen (‘short stay treatment and respite care centres’) en een tehuis voor oudere veteranen (‘permanent home for elderly veterans’) die niet zelfstandig kunnen wonen. De woordspeling in de titel wordt nu ook duidelijk: ‘vrede brengen voor geesten in oorlog’, maar ook: ‘rust geven aan verwarde geesten’. 8. B ‘Tusk force’ is een organisatie die, volgens het logo rechtsonder, ‘bedreigde diersoorten actief beschermt’. Uit de titel in combinatie met het plaatje blijkt dat de Siberische tijger veel geld waard is voor een stroper (‘poacher’). De tekst legt uit waarom de Siberische tijger wordt bedreigd door stropers: ‘Stropers kunnen aan één tijger 40.000 pond verdienen door lichaamsdelen te verkopen voor gebruik in de traditionele Chinese geneeskunde. Zij hebben de populatie van de Siberische tijger al teruggebracht tot nog maar 300 exemplaren.’ ‘Tusk Force’ heeft daarom ‘Anti-Poaching Teams’ ingezet, die dus stropers moeten verhinderen jacht te maken op de tijgers. 9. C Schoenenontwerpster Jeanette Ongaro en haar personeel ‘gebruiken de badkamer/het toilet in het kantoor van een autoverhuurbedrijf boven haar winkel in Penzance. Maar South West Water (…) heeft haar gezegd dat ze, tenzij ze ‘een openbare weg moet oversteken,’ niet gratis een toilet mag lenen. Ze hebben haar een rekening van 1.036,55 pond gestuurd voor de periode van vorig jaar augustus tot het eind van dit jaar.’ Een woordvoerder van South West Water verduidelijkt de richtlijn: ‘Als je een watertoevoer gebruikt, ook al is die niet van jezelf, moet je ervoor betalen.’ 10. B Bij drie van de vier kleurspoelingen heeft de gebruikerstest wel wat kritiek, maar toch een positieve conclusie opgeleverd: Goldwell Colorance Colour Styling Mousse : ‘De kleur was zo dof dat je hem bijna niet zag, maar je kon het er tenminste makkelijk uitwassen’. Wella Shaders/Toners: ‘Het kleine zakje leek niet genoeg voor mijn lange haar, maar het schuimde goed. (…) het leek een enge kleur, maar (…) het resultaat was zo subtiel dat het alleen zichtbaar was bij daglicht. Een goede kennismaking met kleur.’ Inecto Hint of a Tint: ‘Deze vloeistof was een beetje een gesmeer. (…) het resultaat was goed – zacht, goedgeconditioneerd haar en een mooie kleurversterker. Maar het was wel een gedoe!’ Het oordeel over Alberto VO5 Colour Mousse is echter geheel negatief: ‘Deze mousse was heel plakkerig en lastig in het gebruik (…), het kleureffect was zo zwak dat ik het bijna niet zag. Mijn haar werd er ook stijf en droog van.’ Alberto zou je dus zeker niet cadeau geven. 11.
tekst 5 Tekst 5 is de enige tekst die van de overheid afkomstig is, dus ambtelijk is. De burgers worden hier erop gewezen dat zij verplicht zijn mee te werken aan de persoonsregistratie. De toon is puur zakelijk en formeel. Alle andere teksten zijn wat luchtiger van inhoud en minder formeel qua stijl.
12.
tekst 7 en tekst 8 In tekst 7 en 8 worden de lezers opgeroepen geld te geven voor een goed doel. In tekst 7 gaat het om financiële steun voor diegenen die gevochten hebben in diverse gewapende conflicten en daar zulke ernstige psychische klachten aan hebben overgehouden dat ze geen normaal zelfstandig leven kunnen leiden. In tekst 8 wordt er financiële steun gevraagd voor met uitsterving bedreigde dieren, zoals onder andere de Siberische tijger.
A 22 UITWERKING examen 2000-I: 2 13. D De subtitel (‘De gratis scholentournee is de nieuwste manier om een trouwe groep fans op te bouwen voor een nieuw popnummer.’) zegt al waar het in dit artikel over gaat. De eerste alinea beschrijft zo’n gebeuren op een school. In de tweede alinea wordt verklaard dat sinds Take That en Peter Andre schoolconcerten zijn gaan geven om een kerngroep van jonge fans op te bouwen, zulke schooltournees steeds gangbaarder geworden zijn. De soulzanger Jai legt uit dat het gewoon een manier is om reclame te maken, een manier om zoveel mogelijk mensen tegelijk te bereiken. 14. E Jai legt zelf uit in de tweede helft van alinea 3 wat hij bedoelt te zeggen: de leerlingen ‘gillen al voordat we opkomen, en de meeste van hen weten niet eens wie we zijn. Het wordt erg kinderachtig. Als je na afloop met ze praat, hebben ze eerder de neiging te zeggen ‘Ik vind de basgitarist leuk’ dan de muziek zelf.’ Uit deze woorden blijkt dat Jai zich terecht afvraagt of de leerlingen geïnteresseerd zijn in de muziek of in de bandleden omdat die er leuk uitzien. 15. B In alinea 4 is Jai nog steeds aan het woord. Hij vergelijkt de school van nu met hoe die was toen hij op school zat. ‘De ‘three Rs’ voor ‘lezen’, ‘schrijven’ en ‘rekenen’ die vroeger de belangrijkste schoolvakken waren, betekenen nu iets heel anders: Rap, Reggae en Rock ‘n Roll.’ Het onderwijs is dus erg veranderd. 16. C Mr Collinson, hoofddocent muziek van Holly Lodge School, verklaart in alinea 5 dat kinderen tegenwoordig weliswaar overal om zich heen en van alle kanten muziek horen, maar nooit in een ‘live’ optreden. De schoolconcerten zijn dus volgens hem een manier om de kinderen muziek ‘live’, in het echt, te laten horen en zien, dus op een podium. Dat het om een echt podiumoptreden gaat, blijkt ook uit wat hij verder nog zegt in alinea 6 en uit wat er beschreven wordt in alinea 7. 17. A In alinea 6 somt Mr Collinson de voordelen van een ‘live’ optreden op: de leerlingen kunnen de verlichting en de regelpanelen van dichtbij zien. Zo ervaren ze dat het gebeuren zelf veel spannender is dan dat wat ze via de radio of hun walkman te horen krijgen. En bovendien wordt op deze manier een evenwicht geschapen met de gewone muzieklessen, die vaak saai worden gevonden. 18. B In alinea 7 wordt beschreven hoe alles uit de hand liep en de meisjes het toneel bestormden. Omdat Mr Collinson een van de leraren is, is het zijn taak voor orde te zorgen. Het is dan ook logisch dat hij eerst de orde onder de meisjes had hersteld en Jai zichzelf bevrijd had voordat ze achter het toneel verdwenen. 19. C In alinea 8 maakt Steve eerst duidelijk dat de schoolconcerten een goede zaak voor de platenmaatschappijen zijn. In de laatste twee zinnen van de alinea zegt hij dat ook nog een andere partij er heel veel aan heeft. Voor die partij is het ook nog een extra bonus dat het in tegenstelling tot andere schoolactiviteiten helemaal niets kost. Hieruit is duidelijk dat het de scholen zijn die ook profiteren van de schoolconcerten.
20. B Welke kritiek June Gledhill te horen heeft gekregen, wordt duidelijk uit wat ze zelf in deze alinea zegt: de school laat wel vaker allerlei artiesten optreden, die volgens haar allemaal hopen daardoor meer fans te krijgen en meer te verkopen van wat ze te bieden hebben, of dat nu poëziebundels zijn of concert- en theaterkaartjes of andere artikelen. Alle schooloptredens hebben in feite hetzelfde doel en daarom vindt June het niet juist dit keer ervan beschuldigd te worden dat zij de leerlingen heeft laten gebruiken. 21. A Er is sprake van contrast tussen de twee zinnen: de meisjes vonden het optreden van Jai en zijn band goed, maar ze maakten wel wat ruige opmerkingen over hun uiterlijk, zoals de woorden van een 14-jarige laten zien (‘een ‘six-pack’ bierbuik’). In de tekst: ‘De meisjes van Holly Lodge waren allemaal positief, hoewel hun opmerkingen hun muziekleraar misschien wel wat geschokt hebben.’ 22. B Uit de woorden van het 16-jarige blondje dat lag te loeren bij de keyboardspeler blijkt duidelijk dat zij bijzonder enthousiast was: ‘(...) we hebben nog nooit zoiets gehad’, zei ze glimlachend. ‘Het is echt heel goed. En bovendien heb je zo ook geen les!’
A 23 UITWERKING examen 2000-I: 3 23. C Wat is het voornaamste doel van alinea 1 en 2? In alinea 1 en 2 staat beschreven hoe Gus van Dyk, opzichter van het wildpark Pilanesberg, onmiddellijk reageerde op een radio-oproep van een wildopziener die de olifant Jace had gezien met zijn slurf op de rug van een witte neushoorn, wat kan wijzen op agressief gedrag (regel 16–25). Gus van Dyk reed zo snel hij kon naar de andere kant van het grote park om Jace te observeren (regel 1-12). Dat er een speciale opzichter is (zie regel 15-16: Gus van Dyk is ’the monitoring officer’) om het gedrag van de olifanten te observeren en ook op papier vast te leggen (zie regel 13-14: ‘the incident would be entered in van Dyk’s files’ en regel 24-25: Jace had nu een ’criminal record’ = strafblad) geeft aan dat de olifanten in Pilanesberg goed in de gaten gehouden worden. Duidelijk maken dat A het nationale park Pilanesberg erg groot is. B de dierenwereld erg wreed is voor de zwakkere dieren. C het gedrag van de olifanten in Pilanesberg nauwlettend in de gaten wordt gehouden. D de baan van wildopziener erg spannend kan zijn. 24. B Wat wordt er in alinea 3 gezegd over de olifanten in het nationale park Pilanesberg? Regel 26–35: In het afgelopen jaar zijn er 20 van de in het park levende witte neushoorns – een beschermde diersoort – dood aangetroffen. De parkdirectie gelooft dat er ten minste 10 gedood zijn door olifanten die de neushoorns achternazaten en ze doodtrapten. In ten minste vijf andere gevallen werden er ook olifanten verdacht. Het is een raadsel welke olifanten dit doen en waarom. A Er zijn er nu veel te veel. B Er lijken veel agressieve exemplaren bij te zitten. C Ze zijn een bedreiging geworden voor de mensen die voor ze zorgen.
25. D Wat wordt er in alinea 4 duidelijk over de ‘directie van Pilanesberg’ (regel 36)? Regel 36–40: De directie van Pilanesberg gelooft dat ze nu de rekening gepresenteerd krijgt voor haar goedbedoelde maar op verkeerde informatie berustende eerdere pogingen om olifanten te redden door ze over te plaatsen. Deze olifanten, gered van de geweren van wildopzieners in een van de andere parken in Zuid-Afrika die te kampen hadden met een olifantenoverbevolking, werden allemaal als jong naar dit park gebracht en daar aan hun lot overgelaten zonder de complexe sociale structuur die zo karakteristiek is voor hun soort. A Ze maken zich zorgen over het geld dat met de reddingsactie voor de olifanten gemoeid is. B Ze wisten niet dat de nieuwe olifanten al eerder problemen hadden veroorzaakt. C Ze sloegen geen acht op de waarschuwingen die ze kregen over de nieuwe olifanten. D Ze hebben misschien een probleem gecreëerd door olifanten van een ander park op te nemen. 26. C Welke verklaring geeft alinea 5 voor de problemen die Pilanesberg heeft met olifanten? Regel 48–59: De olifanten in Pilanesberg hebben enige jaren geen moederfiguur gehad; ze hebben nog steeds geen vaderfiguur. Men denkt dat sommige van de jonge mannetjesolifanten – die nu als het ware teenagers zijn – jeugddelinquenten zijn geworden, omdat sociale controle ontbrak tijdens hun periodieke aanvallen van ‘musth’, een seksuele koorts waarbij ze onvoorspelbaar en agressief worden. A Agressieve jacht heeft de olifanten wild en gevaarlijk gemaakt. B Het gebrek aan jonge vrouwtjes heeft de jonge mannetjes gefrustreerd gemaakt. C Jonge mannetjes groeien op zonder de aandacht die ze nodig hebben van oudere olifanten. 27.
Dat de olifant gedood/afgeschoten moest worden. Dat de olifant weg moest. Wat Gus van Dyk bedoelt met zijn woorden: ‘Oké jongen, jij gaat eruit’ valt op te maken uit de voorgaande regels (60–67): ‘Het park heeft al het doodvonnis uitgesproken over één van deze jonge olifanten. Binnen krap twee maanden viel hij drie auto’s met toeristen aan en viel hij drie neushoorns lastig. Ik keek eens naar zijn strafblad en zei: ‘Oké jongen, jij gaat eruit’, zei van Dyk.’ Gus van Dyk had dus besloten om de jonge olifant te doden, wat ook blijkt uit de daaropvolgende zinnen: ’Maar de executie verliep geheel niet volgens plan. De dodelijk gewonde olifant (…)’(regel 68-70).
28. B Waarom noemt de schrijver de ‘askaris’ (regel 83) die oudere olifanten vergezellen? Regel 76–88: Ze proberen een andere oplossing (…) door een paar mannetjesolifanten binnen te halen om te zien of de oudere dieren de jongere in het gareel kunnen krijgen. Oudere mannetjesolifanten lopen vaak met twee ‘askaris’ – een Afrikaanse term voor jonge leerling-krijgers. Men hoopt dat de oudere mannetjes de musth in de jongere zullen kunnen onderdrukken en ze kunnen leren zich goed te gedragen. A Om te verklaren hoe jonge olifanten naar een andere kudde overgeplaatst zouden kunnen worden. B Om te verklaren waarom het idee van oudere olifanten die probleemolifanten opvoeden succes zou kunnen hebben. C Om te illustreren hoe jonge olifanten voor de oudere generatie zorgen. D Om te illustreren waarom zowel jonge als oude olifanten bewegingsvrijheid moeten hebben.
29.
Een antwoord met de volgende strekking: dat het plan (om oudere olifanten te laten optrekken met jongere) voor iedere jonge olifant succes zal hebben / dat alle jonge olifanten zullen leren zich te gedragen / dat alle jonge olifanten zich door oudere zullen laten beïnvloeden. Indien ‘alle’ of ‘iedere’ ontbreekt: 0 punt Het plan is nu om oudere mannetjesolifanten de jongere te laten ‘opvoeden’(zie alinea 7 en vraag 28). Gus van Dyk zegt hierover: ‘We kunnen onmogelijk verwachten dat het voor al onze jongens zal werken (…). Ze zijn nu al een tijdlang op zichzelf geweest. Het kan voor sommige van hen wel eens te laat zijn. Maar het is de moeite van het proberen waard’ (regel 89–94). Volgens hem is er dus weinig kans dat álle jonge olifanten door de oudere tot beter gedrag zullen worden gedwongen.
30. A Wat voor soort ‘sociale structurering’ wordt er in alinea 9 bedoeld? Regel 95–107: Het idee (dat wil zeggen om oudere mannetjes in het park te halen om de jonge olifanten op te voeden) is gebaseerd op een eerdere succesvolle poging tot sociale structurering in het park. Toen de jonge olifanten voor het eerst in Pilanesberg aankwamen, gedroegen ze zich vreemd: ze verspreidden zich over het park en zwierven op hun eentje rond. Jonge olifanten leven meestal in kuddes met oudere vrouwtjes aan het hoofd, dus het park haalde twee moederdieren binnen en binnen een paar weken hadden zij de orde hersteld en was de kudde gevormd. A Een groep creëren door dieren binnen te halen die groepsvorming stimuleren. B Het totale aantal dieren in het park goed in de hand houden. C Ervoor zorgen dat er een natuurlijk evenwicht is tussen mannetjes en vrouwtjesdieren. D Lastige dieren scheiden van de rest van de kudde. 31.
Wanneer hij weer agressief/verdacht gedrag vertoont. Gus van Dyk heeft gezegd: ‘nog eens twee van dit soort (incidenten) en hij moet misschien weg’ (regel 130–131). Jace zal niet langer in het park gehandhaafd kunnen worden als hij tekenen van agressief gedrag blijft vertonen (zoals beschreven in alinea 2). En hij heeft niet veel tijd meer om zijn gedrag te verbeteren (regel 127–129).
A 24 UITWERKING examen 2000-I: 4 32. A Waar gaat het om in de scène die in alinea 1 beschreven wordt? Regel 1-9: De man die de muziek voor ‘Les Miserables’ had gemaakt, zat in Parijs te tingelen op zijn piano, toen hij naar een tijdschrift greep. Hij was aan een rustpauze toe en terwijl hij afwezig de bladzijden doorbladerde, viel zijn blik op een foto die hem bij de keel greep. A B C D
Hier is een man die getroffen is door iets waar zijn oog op valt. plotseling overmand is door angst en ellende. een nieuw liedje in elkaar probeert te zetten. probeert te ontspannen door piano te spelen.
33. B Waarom geeft de schrijver in alinea 2 een beschrijving van de ‘foto’ (regel 10)? Regel 10-26: Het was een foto van een verdwaasde Vietnamese vrouw die op het punt stond haar huilende dochtertje op het vliegtuig naar de Verenigde Staten te zetten. Het meisje ging vertrekken om een nieuw leven te beginnen bij haar vader, een Amerikaanse veteraan uit de Vietnam-oorlog, die ze nooit had ontmoet, terwijl bij de moeder het besef doordrong dat ze waarschijnlijk haar dochter nooit weer zou zien. In alinea 3 kun je lezen dat die foto van groot belang is geweest voor Schonberg: ‘Die foto was het begin van alles,’ zei Schonberg (regel 26-27). De beschrijving van de foto dient dus om duidelijk te maken waarom de foto zo’n indruk op Schonberg maakte. A B C D
34.
Om de aandacht te vestigen op de afschuwelijke gevolgen van een oorlog. Om de dramatische indruk die de foto op Schonberg maakte te verklaren. Om Schonbergs belangstelling voor historische gebeurtenissen te illustreren. Om duidelijk te maken dat de foto van grote artistieke en technische kwaliteit was. medeleven/verdriet grote blijdschap/enthousiasme Regel 21-27: Claude-Michel Schonberg (…) was verbijsterd, zowel door de ellende die hij op de foto zag als door de vreugde die hij voelde omdat alle puzzelstukjes op hun plaats vielen.
35. C Waar verwijst ‘dit idee’ (regel 33-34) naar? Regel 28–36: Hij (= Schonberg) begon te zien hoe er een moderne musical gemaakt kon worden van ‘Madame Butterfly’, zijn lievelingsopera van Puccini, die zich afspeelt in het negentiende-eeuwse Japan, en hoe hij zijn sceptische compagnon ervan kon overtuigen dat dit idee (dat wil zeggen om rond het thema van ‘Madame Butterfly’ een moderne musical te maken), waar hij al jaren mee rond liep, hun vervolg op ‘Les Miserables’ moest zijn. A B C D
Het Het Het Het
bewerken van negentiende-eeuwse operamuziek voor een modern orkest. weer op de planken brengen van de originele opera ‘Madame Butterfly’. gebruiken van het thema van ‘Madame Butterfly’ voor een musical. schrijven van een musical die nog beter zou zijn dan ‘Les Miserables’.
36. C Welke van de volgende zinnetjes drukt uit wat Alain Boublil bedoelde toen hij ‘Ahh’ (regel 44) zei? Regel 40-46: Alain Boublil zei: ’ik was tegen het idee (dat wil zeggen Schonbergs idee om een musical te maken met eenzelfde thema als ‘Madame Butterfly’), omdat hij steeds maar niet op een idee kon komen voor een opzet tot hij die foto zag. Hij zei: ‘Kijk nou eens.’ En ik zei: ‘Ahh.’ En vanaf dat punt begonnen we een verhaal op te bouwen (…).’ Pas toen Boublil de foto zag, begreep hij welk idee Schonberg in zijn hoofd had. Zijn uitroep ‘Oh’ drukt dus uit ‘Oh ja, nu begrijp ik het.’ A B C D
‘Dat kun je wel vergeten!’ ‘Wat afschuwelijk!’ ‘Ik begrijp wat je bedoelt!’ ‘Is dat nou alles?’
37. C Waarom duurde het zo lang voor Miss Saigon naar New Orleans kon komen (alinea 6)? Regel 49-64: Vier jaar later ging ‘Miss Saigon’ in première in Londen en nu, dertien jaar nadat Schonberg die foto zag, is de musical in New Orleans. De lange tussenpoos duurde zelfs nog langer, omdat er een manier gevonden moest worden om met deze enorme productie op reis te gaan en toch de spectaculaire effecten zoals een zwevende Cadillac en een hangende helikopter te behouden, en zelfs toen de voorstelling eindelijk zo ver was dat hij kon komen, moest er nog een ander theater worden gevonden omdat de show niet op het toneel van het Saenger theater in New Orleans paste. A Men dacht aanvankelijk dat het opvoeren van Miss Saigon niet rendabel kon zijn in New Orleans. B Het duurde lang voordat het Saenger theater in New Orleans klaar was voor de voorstelling. C Het verhuizen en het opbouwen van het hele decor was een groot probleem. D Vanwege het succes bleef de musical lange tijd in Londen. 38. B Wat is de kern van alinea 8? Regel 78-93: Schonberg, die opgroeide in Frankrijk, en Boublil, die zijn jeugd in Tunesië doorbracht, waren beiden niet bekend met muziektheater, afgezien van een enkele bewerking van een Hollywoodfilm. De Fransen hebben weinig met musicals, daar zijn Schonberg en Boublil het over eens, en hoewel ze daardoor pas kennismaakten met deze vorm van theater toen ze jonge volwassenen waren, gaf het ze ook de mogelijkheid om hun eigen stijl te ontwikkelen. ‘We wisten niet dat er regels waren waar we geacht werden ons aan te houden,’ zei Schonberg. A B C D
Schonberg en Boublil begrijpen niet waarom de mensen in Frankrijk niet van musicals houden. hebben er eigenlijk profijt van gehad dat ze niet veel van muziektheater wisten. zijn erin geslaagd om de stijl van musicals in Amerika te beïnvloeden. beseffen dat ze nooit een musical zullen kunnen componeren met een echt Amerikaanse sfeer.
39. A Wat voor conclusie kan er uit alinea 9 getrokken worden over Schonberg en Boublil? Regel 94-103: Het heeft Schonberg en Boublil ongeveer vier jaar gekost om elke musical te maken en na een bijzonder uitputtende ervaring met ‘Martin Guerre’, de musical waar ze samen aan werkten na ‘Miss Saigon’, zijn ze op zoek naar iets lichters, iets wat minder tijd kost. A Ze zijn toe aan iets anders dan hun gebruikelijke soort musical. B Ze vinden het moeilijk samen te blijven werken na de problemen die ze hebben gehad. C Ze zullen het succes van hun beste musicals niet kunnen herhalen. 40.
Een antwoord met de volgende strekking: Dat men in Hollywood vaak een hoge dunk van zichzelf heeft / weinig bescheiden / arrogant is. Boublil zegt (in regel 113-124) dat het voor musicalwerk een vereiste is dat je ’je eigen ik totaal vergeet, dat je accepteert dat andere mensen gelijk kunnen hebben en jij niet, dat je alles wat je elke dag doet kritisch bekijkt (…). Het is niet als een schilderij of een film; het is nooit af.’ Op de vraag of je bij succes die bescheidenheid verliest en arrogant wordt (zie regel 125-127), antwoordt hij: ‘Dan moet je het muziektheater verlaten (…) en naar Hollywood gaan’ Uit deze woorden kun je opmaken dat Boublil de mensen in Hollywood, anders dan bij de musical, onbescheiden en arrogant vindt.
A 25 UITWERKING examen 2000-I: 5 41. B Wat bracht een ‘hele consternatie’ teweeg, volgens alinea 1? Regel 1-4: ‘Het bracht een hele consternatie teweeg toen Graham Haines voor het eerst fruit en groenten tegen gereduceerde prijzen naar de achterstandswijken van Tipton bracht. De mensen gluurden dan naar binnen in de bestelwagen, wezen naar de selderij of de broccoli en vroegen: ”Wat is dat in vredesnaam?” ’ Het feit dat A Grahams producten nog goedkoper waren dan die in de supermarkt. B de mensen in Tipton groenten zagen die hen onbekend waren. C de mensen het eten van fruit en groenten lekker begonnen te vinden. 42. A Welke ‘tijdbom’ wordt er bedoeld in alinea 2? In alinea 2 wordt eerst het probleem van de armoede genoemd. Vervolgens wordt er gezegd dat er een nog groter probleem is, een probleem dat als een tijdbom elk moment kan exploderen: ondervoeding (‘malnutrition’). Regel 7-10: ‘Maar er is een veel fundamenteler probleem, dat grotendeels verborgen blijft achter gesloten deuren. De tijdbom die ligt te tikken in Tipton - en in duizenden andere stedelijke woongebieden die verpauperd zijn na tien of meer jaren van industriële achteruitgang - is ondervoeding.’ A Op de lange termijn heeft de gezondheid van arme mensen te lijden als gevolg van ongezond eten. B De mensen schijnen niet voor gezonde voeding te willen kiezen. C Mensen die werkloos zijn, schamen zich gewoonlijk voor hun situatie. D Arme mensen geven het kleine beetje geld dat ze hebben liever uit aan hun auto dan aan goede voeding. 43. B Wat wordt er duidelijk gemaakt over ondervoeding in alinea 3? Regel 11-15: ‘Het is een woord dat we associëren met de opgezwollen buiken van mensen die verhongeren in de Derde Wereld. Maar een groep van topvoedingsdeskundigen, voedingswetenschappers en ambtenaren, bijeengebracht door de regering, is tot de conclusie gekomen dat het hier voorkomt, en dat ‘hele woongebieden’ ermee te kampen hebben. Niemand weet om hoeveel mensen het gaat, maar het aantal loopt waarschijnlijk in de miljoenen.’ A In Groot-Brittannië verspreidt dit probleem zich nog sneller dan in de Derde Wereld. B Ondervoeding komt niet alleen maar voor in ontwikkelingslanden, maar is ook een ernstig probleem in Groot-Brittannië. C Het is een term die alleen maar gebruikt wordt om duidelijk te maken hoe ernstig het armoedeprobleem is. 44.
De stad Tipton wordt in regel 17 een ‘fresh food desert’ (= vers-voedselwoestijn) genoemd. Wat maakt deze term duidelijk over Tipton? Een antwoord met de volgende strekking: Dat het een stad is waar geen vers voedsel meer te krijgen is (omdat de winkels naar buiten de stad verplaatst zijn). Regel 16-21: ‘Net als duizenden andere woongebieden in Groot-Brittannië, veranderde Tipton in wat de deskundigen een ‘vers-voedselwoestijn’ noemen, toen de grote supermarkten naar groengebieden buiten de stad verhuisden. Grote aantallen werklozen, bejaarden, alleenstaande ouders, invaliden en langdurig zieken wonen in de oude stadskernen. Zij kunnen onmogelijk naar de winkelcentra buiten de stad.’
45.
‘Het resultaat was Graham en zijn bestelwagen.’ (regel 27) Hoeveel voordelen hiervan noemt de schrijver in alinea 6? Schrijf alleen het aantal op. 2 In regel 30-31 wordt gezegd hoe meer dan 500 gezinnen met een laag inkomen profiteren van Grahams wekelijkse bezoek: ze besparen vele ponden op de kosten voor voeding en ze eten er ook beter door. Er worden dus twee voordelen genoemd.
46.
‘for millions there is no choice’ (regel 37). Welke keuze hebben veel mensen niet? om gezond te eten Regel 34-38: ‘Het is gemakkelijk om goed te eten met een bescheiden inkomen, zo wordt er beweerd. Maar hoe komt het dan dat miljoenen mensen dat niet doen? Natuurlijk verkiezen sommigen het deze boodschap te negeren, en dat komt niet alleen maar bij de armen voor. Maar voor miljoenen is er geen keus - in het kort gezegd, zij kunnen zich niet datgene veroorloven wat hand in hand gaat met gezond eten.’