UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D VAK:
AARDRIJKSKUNDE
NIVEAU:
MAVO
EXAMEN:
2001-I D
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. www.thiememeulenhoff.nl © ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2001 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Antwoorden en uitwerkingen examen MAVO aardrijkskunde 2001-I D-niveau Voor alle juiste antwoorden op meerkeuzevragen geldt: score 2 punten. Open vragen hebben een maximumscore van 2 punten, tenzij na het antwoord anders is aangegeven. Voor het totale examen is 90 punten te halen. Je cijfer kun je bereken door bij je score 1 punten op te tellen en de uitkomst door 10 te delen. Een score van 56 wordt dan totaal 66punten, wat het cijfer 6,6 oplevert.
De Nederlanders en hun vakantiebestemmingen 1
B
Alleen uitspraak 2 is juist. Uitspraak 1 (50+ers verblijven meer op toeristische plaatsen) is onjuist. Het donkergrijze staafje bij 50+ers duidt aan dat meer dan 60% op vaste standplaatsen vakantie houdt. De mensen in deze leeftijdsklasse hebben tijd en geld voor huisjes en vaste standplaatsen. Uitspraak 2 (jongeren verblijven meer op toeristische plaatsen) is juist. Het lichtgrijze staafje dat de toeristische plaatsen aangeeft, is voor 0-18 jaar veel hoger (bijna 30%) dan het donkergrijze staafje (ongeveer 8%). Logisch, jongeren zijn vaak tijdens de vakantiepiek te vinden op drukke campings in populaire kustplaatsen en niet op de rustige vaste standplaatsen.
2
Door deze kwaliteitsbewaking zullen er meer toeristen komen / zullen er meer inkomsten zijn. De kwaliteit van de strandlocatie is erg belangrijk voor de goede naam en de aantrekkingskracht. Door het keurmerk ‘De blauwe Vlag’ weten mensen die een vakantiebestemming zoeken, dat de kwaliteit in orde is. Ze hoeven dan niet zelf te komen kijken.
3
De gemeente heeft geen invloed op de kwaliteit van het zwemwater / op punt 1 op het bord. Verklaring: door de ligging aan open water is vervuiling van elders onafwendbaar. De invloed juist 1 punt, de verklaring juist 1 punt. De kwaliteit van het zwemwater is afhankelijk van lozingen van verontreinigende stoffen door schepen, vervuiling door rivieren en lozingen via riolen in zee. Deze vervuilingsbronnen liggen buiten de invloed van de gemeente.
4
Een van onderstaande redenen: - in de zomer zijn er de meeste watersporters / is er de meeste overlast - in de zomer vinden de zeehonden hier een rustplaats op de zandbank - in de zomer zijn hier veel vogels met jongen. Watersport is een seizoensgebonden activiteit. Het beperkt zich vrijwel tot de zomer. Daarom is dan de druk op de natuur groot. Dit botst met de aanwezigheid van zeehonden en jonge vogels, waarvoor zandplaten op en om Simonszand juist een goede rustplaats bieden. Ook de dieren willen ‘droogvallen’ op het wad.
5
Een van onderstaande argumenten: - het toerisme levert ook inkomsten voor de bewoners van de waddeneilanden - dit is geen vorm van massatoerisme. Maximumscore 2 punten. Slechts 1 punt mag worden toegekend voor de volgende argumenten: - levert geen verstoring op - daling inkomsten van schippers - werkloosheid onder schippers. De Wadvaarders hebben bij het droogvallen op het wad een economisch belang dat in conflict komt met het natuurbelang. Hoewel er geen sprake is van massatoerisme, kan de verstoring groot zijn. Een klein aantal mensen kan vogels en zeehonden verjagen in dit open landschap. Die missen dan de noodzakelijke rust.
6
Twee van de onderstaande woordvoerders met bijbehorend argument. Albert Scheerlijn, voorbeelden van bijbehorende argumenten zijn: - er kunnen minder (vaste) kampeerders komen - de tarieven zullen stijgen - het echte kampeerkarakter van de camping verdwijnt. Viola Daalder, voorbeelden van bijbehorende argumenten zijn: - de vakantiehuisjes zullen langer bezet zijn, dus meer inkomsten / meer werkgelegenheid - mensen in vakantiehuisjes zullen gemiddeld in het dorp meer geld besteden - meer inkomsten (door meer klanten). Karin Kaplaars, voorbeelden van bijbehorende argumenten zijn: - aanleg van vakantiehuisjes gaat ten koste van het bos - de vakantiehuisjes zullen langer gebruikt worden / meer milieuschade. Maximumscore 2 punten. Per juiste combinatie van woordvoerder en argument 1 punt. Je moet per persoon bekijken welk belang deze vertegenwoordigt. Albert Scheerlijn is gebaad bij het behoud van de oude situatie. Hij kwam al jaren dus was tevreden. Hij vreest verdwijnen van kampeerplaatsen, een ander soort kampeerders (minder op rust en natuur uit) en hogere kosten. Viola Daalder staat voor de omzet van de winkels. De plannen zijn bedoeld om meer mensen te trekken. Dus goed voor de winkels. Karin Kaplaars wil de natuur behouden. De plannen tasten juist de natuur aan.
7
A
Klimaatgegevens van Jamaica. Jamaica ligt in het Caribisch gebied en heeft een tropisch klimaat (Savanneklimaat): het hele jaar warm, veel zon, wel veel regen maar hevige buien op een beperkt aantal dagen met een seizoenspiek. De temperatuur van de zee is hoog. La Coruña ligt aan de Spaanse noordwestkust. Het heeft een zeeklimaat met een klein verschil in zomer- en wintertemperatuur. Het heeft een droge zomer. De temperaturen van land en zee zijn lager dan de tabel aangeeft. Walcheren heeft ook een zeeklimaat, maar met neerslag in alle seizoenen. De temperaturen van land en zee zijn nog lager dan in La Coruña.
8
Grote natuurramp: lawine. Erosie mag niet worden goed gerekend. Er zijn steeds meer geoefende skiërs, omdat de meesten vanaf jonge leeftijd naar de wintersport zijn gegaan. Voor hen zijn de pistes niet meer uitdagend genoeg. Helaas is buiten de piste, zelfs voor mensen die ter plaatse goed bekend zijn, het lawinegevaar groot, mede door ontbossing van hellingen. Ieder jaar vallen er doden en wordt er grote schade aangericht. Bodemerosie is niet juist. In de diepe sneeuw raak je de ondergrond niet. Er treedt dus geen beschadiging van de vegetatie op die kan leiden tot bodemerosie.
9
Mevrouw Schlicher is blij met het plan, omdat ze dan ’s nachts rust / minder overlast heeft. Meneer Strauss is tegen het plan, omdat zijn hotelgasten vaak ’s nachts terugkeren. Per juiste reden 1 punt. Een autovrije nacht is juist goed voor mevrouw Schlicher: haar sportzaak is overdag per auto te bereiken en ’s nachts heeft zij rust. Hoteleigenaar Strauss wil geen autovrije nacht. Zijn klanten komen vaak ’s nachts met de auto terug en willen graag bij het hotel parkeren. Wordt dat onmogelijk, dan kan hem dat klanten kosten.
10
C
Uitspraak 1 en 2 zijn juist. Uitspraak 1 (St. Gotthard-basistunnel langer dan 25 km) is juist. Figuur 1 laat zien dat deze tunnel van Ertsfeld naar Biasca gaat lopen. Op kaart 3 is de lengte af te lezen met het kilometerstaafje rechtsonder. De tunnel zal iets minder dan 60 kilometer lang worden. Uitspraak 2 (minder luchtvervuiling door nieuwe tunnels) is juist. De bedoeling van de nieuwe tunnels is het personen- en vrachtautoverkeer te beperken (tekst 1).
11
Een van onderstaande redenen: - in Noord-Italië vreest men voor een terugloop van het aantal (auto)toeristen naar NoordItalië - in Noord-Italië vreest men voor een toename van de werkloosheid. Beperking van het autoverkeer in Zwitserland kan leiden tot minder toerisme in NoordItalië, omdat een groot deel van de toeristen met de auto komt. Het is moeilijk hen te overreden de trein te nemen.
12
Een van onderstaande redenen: - Zwitserland wordt (bijna) geheel omringd door landen van de Europese Unie - door de centrale ligging in Europa gaat een deel van het wegverkeer door Zwitserland. Maximumscore 2 punten. Het antwoord: EU kan maatregelen nemen tegen Zwitserland 1 punt. Zwitserland is nog geen lid van de Europese Unie, maar wenst wel aansluiting over enk ele jaren. Door haar ligging passeert veel noord-zuidverkeer tussen EU-landen Zwitserland. Dat is juist de reden om het autoverkeer te beperken. Men heeft nu veel last (geluidsoverlast, vervuiling), maar weinig voordelen. In dit geval zijn de inkomsten van het toerisme voor Noord-Italië.
13
D
Plaats X is foto 4, plaats Y is foto 5 en plaats Z is foto 3. Plaats X heeft in het jaar grote verschillen in temperatuur en niet veel neerslag; ze heeft een landklimaat, maar is niet zo heel koud. Het past bij foto 4, de tufsteenpiramides van Cappadocië. Plaats Y met hoge temperaturen en een droge zomer heeft een Middellands-Zeeklimaat, dus hoort bij foto 5. Plaats Z is de enige plaats met een echt koude winter, waar sneeuw van foto 3 kan voorkomen.
14
B
De vakantiesoorten 1 en 4 zijn juist. De kaart laat op redelijke afstand van de kust symbolen zien voor ruïnes (1) en hooggebergte voor wintersport (4). Steppe (2) ligt meer oostelijk rond Ankara. Dit valt buiten de kaart. Woestijn (4) heeft Turkije niet.
15
A
Luchthaven 1 is Ankara, luchthaven 2 Antalya en luchthaven 3 Izmir. Ankara (luchthaven 1) is geen belangrijke toeristische vakantieregio. Er zullen daar in verhouding meer lijnvluchten landen, want het is wel een grote stad en de hoofdstad van Turkije. Antalya (luchthaven 2) is de belangrijkste vakantieregio met verschillende populaire zonen strandlocaties. Ook de kustplaats Izmir (luchthaven 3) trekt veel toeristen.
16
A
Uitspraak 1 is juist. Uitspraak 1 (in 1995 evenveel toeristen naar Aruba als Cuba) is juist. De rechtse halve cirkels van deze twee landen zijn even groot. Uitspraak 2 (in 1995 de meeste toeristen naar Jamaica en de Dominicaanse Republiek) is onjuist. De rechtse halve cirkel ten oosten van de Dominicaanse Republiek is het grootst. Zo groot dat het bijbehorende eiland onzichtbaar is. Het moet Puerto Rico zijn. Uitspraak 3 (Cuba ontving veel Amerikaanse toeristen) is onjuist. Het deel van de cirkels met het lichte grijs van USA is heel klein. Dat is vooral het gevolg van een boycot van Cuba door de USA vanwege het communistische bewind. Uitspraak 4 (% Europeanen in Curaçao in 1995 kleiner dan in 1985) is onjuist. De zwarte schijf van Europeanen was in 1995 veel groter (bijna 50%) dan in 1985 (tussen 10 en 20%).
17
Een van onderstaande antwoorden: - historische band met Nederland / vroeger kolonies, nu overzeese gebiedsdelen - men spreekt (daar) naast de eigen taal ook Nederlands - de Antilliaanse bevolkingsgroep in Nederland heeft er veel familie wonen. Maximumscore 1. Aruba, Bonaire en Curaçao maken deel uit van de Antillen Beneden de Wind en zijn een rijksdeel van Nederland. Aruba heeft tegenwoordig een aparte status, maar is nog steeds met Nederland verbonden. Bonaire en Curaçao maakten deel uit van de Nederlandse Antillen.
18
D
Hij wordt gerekend tot de tertiaire sector en de informele sector. De tertiaire sector is de dienstensector waartoe ook de (fruit)handel/detailhandel hoort. De tekst geeft aan dat de man geen belasting betaalt. Daarom rek enen we hem tot de informele sector. Hierin vallen mensen die geen gewoon (legaal/formeel) werk kunnen vinden. Het is vaak ongeschoold werk, arbeidsintensief en soms vuil. Er werken relatief veel kinderen en vrouwen. Het verschaft het kansarme deel van de bevolking toch nog wat inkomsten. Daarbij is toerisme een belangrijke inkomstenbron via handeltjes als op de foto, ambachtelijke productie, verkoop van souvenirs en gidswerk.
19
A
Voorwaarde 1 en 2 hebben de voorkeur van de plaatselijke bevolking. Voorwaarde 1 levert de plaatselijke bevolking banen op. Voorwaarde 2 levert de plaatselijke winkeliers extra inkomen. Voorwaarde 3 (investering in Haïti en Cuba) is niet in het voordeel van de plaatselijke bevolking, wel in het voordeel van het Caribisch gebied. Voorwaarde 4 is niet in het voordeel van de Dominicaanse Republiek, maar van de projectontwikkelaar in Nederland. Die maakt het meeste winst.
20
Een van onderstaande argumenten voor het standpunt van Elsbeth (passief toerisme): - ze laten zich rondrijden met een bus - het is een georganiseerde reis / ze hoeven zelf niets te doen. Een van onderstaande argumenten voor het standpunt van Margreet (actief toerisme): - ze krijgen de mogelijkheid om te surfen - ze maken een excursie (naar een traditionele woning). Per juist argument 1 punt. Bij een passieve vakantie (mening Elsbeth) hoeft de toerist niets zelf te doen. Alles is georganiseerd door een touroperator of men is zelf passief zoals bij een zon- en strandvakantie. Bij een actieve vakantie onderneemt de toerist zelf allerlei activiteiten of is de reis niet georganiseerd. Bij de 3-daagse rondreis is sprake van een tussenvorm. Men onderneemt wel wat (surfen, busreis), maar dit is wel georganiseerd en begeleid.
21
A
Het is 6 uur later in Indonesië wanneer de wedstrijd in Rotterdam begint. De aarde is verdeeld in 24 tijdzones van een uur, wat afhankelijk is van de stand van de zon. Omdat de aarde van west naar oost draait, komt de zon eerder op in het oosten. Daarom is het daar later, zoals bij deze vraag in Indonesië. Nederland ligt in de tijdzone +1, Indonesië in de tijdzone +7. Dus het is in Indonesië 6 uur (7-1) later dan in Rotterdam. De zon is daar 6 uur eerder opgekomen.
22
Een van onderstaande verklaringen: - Indonesië strekt zich uit over een grote afstand van oost naar west - Indonesië is een groot land. De aarde is verdeeld in 24 tijdzones van een uur. Wanneer alle zones gelijk zouden zijn, zijn de tijdzones op de evenaar in oost-westrichting iets minder dan 1700 kilometer lang. Indonesië ligt rond de evenaar en strekt zich oost-west uit over zo’n 5000 kilometer. Het ligt in 3 tijdzones.
23
F
Foto 7 is genomen bij M, foto 8 bij L en foto 9 bij K. Foto 7 toont een strand, dus kan alleen plaats M zijn. Foto 8 toont sawa’s, geïrrigeerde akkers die bij een rivier kunnen liggen zoals plaats L. Foto 9 toont een historisch bouwwerk midden in een meer, dus plaats K. Historische bouwwerken waaronder prehistorische tempelcomplexen zijn met strand, zon en mooie natuur de grote trekpleisters van Bali.
24
C
Rijstvelden, kleine dorpjes en tropisch regenwoud hebben ze zeker gezien. Rijstvelden en kleine dorpjes zijn in de vlakkere delen van Indonesië overal te zien. Tropisch regenwoud is zeker te zien, omdat Sumatera in de klimaatzone met tropisch regenwoud ligt. De haven van Medan ligt meer dan honderd kilometer in het zuidoosten en is vanaf de spoorlijn zeker niet te zien. De kust van Maleisië ligt op minstens 300 kilometer afstand en is zeker niet te zien. Het eiland Jawa ligt onder Sumatera, minstens 1250 kilometer ten zuidoosten van de spoorlijn, en is zeker niet te zien. Het Tobameer ligt bij 1 op Sumatera. Het is zeker niet te zien door de afstand en het gebergte.
Spanje 25
A
Lijn P hoort bij de dwarsdoorsnede. Je moet hier heel rustig alle aanwijzingen gebruiken. Er zijn vier soorten aanwijzingen: - de lengte van de lijnstukken - het hoogteverschil/reliëf zoals je dat zelf kunt/moet weten - het Kastilliaans Scheidingsgebergte - water als de zee en de Taag. Lijn R en S zijn zeker niet juist, omdat die niet het Kastilliaans Scheidingsgebergte doorsnijden (zoals S) of niet op de goede plaats (tussen 1 en 2) in de doorsnede (zoals R tussen 2 en 3). Voor lijn P en Q ligt het Scheidingsgebergte goed in de doorsnede. Lijn P komt ook op de volgende punten met de doorsnede overeen: - begint en eindigt bij de kust op zeeniveau (Q begint in een gebergte en eindigt in de Middellandse Zee) - doorsnijdt vlak bij de kust een hooggebergte, de Sierra Nevada (Q heeft vlak voor het eind zee) - de lengte van de lijnstukken (bij lijn Q is het stuk voor 1 te kort en na 3 te lang).
26
Het probleem is (bodem)erosie. Bodemerosie is het wegspoelen van bodemdeeltjes door afstromend water. Het risico is groot wanneer een helling onbegroeid is. Bij akkerbouw is de bodem een deel van het jaar (na het ploegen) totaal onbegroeid. Ook kan het water tussen de gewassen door spoelen. Doordat de regen in Spanje soms in hevige buien valt, is het risico extra groot. Daarom maakt akkerbouw op hellingen maatregelen nodig die bodemerosie voorkomen zoals de aanleg van terrassen, zichtbaar op de foto.
27
C
Legendacijfer 3 geeft intensieve landbouw aan. De verschillende grijstinten op de kaart zijn moeilijk te onderscheiden. Kijk zorgvuldig. Aanwijzing voor 3 zijn onder andere: - er is veel intensieve landbouw in het noordwesten (veeteelt) - er is veel intensieve landbouw (tuinbouw, huerta’s) in een aantal kustvlakten en rivierdalen (langgerekte vormen) - grijstint 3 is veel te zien bij stedelijke gebieden. Die vormen een groot afzetgebied voor intensieve landbouw.
28
C
In La Coruña heeft Mirna de foto gemaakt. De foto toont een ondergaande zon. De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen, want de aarde draait van west naar oost om haar as. La Coruña is de enige plaats van de vier die aan een westkust ligt, het uiterste noordwesten van Spanje. Alicante ligt aan de zuidelijke oostkust. Barcelona ligt aan de noordelijke oostkust. Valencia ligt in het midden van de oostkust. Mocht je niet weten waar de zon ondergaat, denk dan terug aan een dag aan het Nederlandse strand ten zuiden van Den Helder. Je zag de zon ondergaan in de Noordzee. Ook dat is een westkust.
29
D
De hoogteligging is de aanwijzing voor de toendravegetatie. Een klimaatregel is: hoe hoger hoe kouder. Een hooggebergte valt in dezelfde klimaatgroep als een gebied dicht bij een pool. Beide zijn erg koud.
30
In het gebied van plan II liggen geen plaatsen/wegen. In de legenda zijn de symbolen voor plaatsen en wegen aangegeven. Het gebied dat in plan II wordt weggestreept uit plan I, bevat juist alle plaatsen en wegen. De bedoeling is dat in plangebied II alle menselijke activiteiten zijn buitengesloten. Daardoor zijn planten en dieren goed te beschermen. In plangebied I kon dat niet overal, omdat er dorpen lagen en wegen liepen.
31
C
Bewering 1 en 2 zijn juist. Bewering 1 (stuwmeren staan minder snel droog) is juist, omdat een nieuwe waterbron, diep grondwater, wordt gebruikt. Bovendien wordt zuiniger met het water omgesprongen door hergebruik van afvalwater uit de dorpen. Bewering 2 is ook juist. Benidorm ligt aan de Middellandse Zee. Wanneer op grote diepte veel water wordt weggehaald, kan ondergronds zout zeewater naar die plaats doorsijpelen. Dat geeft verzilting. Verzilting schaadt de landbouw.
32
B
De kaart geeft de secundaire sector van Spanje in 1995. De secundaire sector is de industrie. Enkele aanwijzingen voor het antwoord zijn: - een hoog percentage in het oude industriegebied van Baskenland - vrij veel industrie rond de grootste steden (35-40%), waar de tertiaire sector echter nog groter is - een laag percentage in Zuid- en West-Spanje waar de ontwikkeling is achtergebleven zoals in Andalusië.
33
E
Tuinbouwbedrijven (foto 12) hebben kenmerk 2 en 4; akkerbouwbedrijven (foto 13) kenmerk 1 en 3. Tuinbouw is een intensieve vorm van akkerbouw. Daarom zijn ze arbeidsintensief en klein in oppervlak (kenmerk 2). Vaak zijn twee oogsten mogelijk (kenmerk 4) door het gunstige klimaat. Dan wordt vaak wel gebruikt gemaakt van teelt onder plastic. Akkerbouw is grootschalig en sterk gemechaniseerd. Daarom vraagt het weinig arbeid, is het arbeidsextensief (kenmerk 1). Het gaat vaak om massaproducten voor de verwerkende industrie (kenmerk 4). Je kunt bijvoorbeeld denken aan meelproducten en suiker.
34
A
De juiste combinaties zijn: landarbeider - Andalusië, directeur - Baskenland, en boer Cantabrië. In Andalusië is veel graanteelt van grootgrondbezitters met landarbeiders. Dit levert echter weinig op. Subsidie voor herbebossing kan dan de voorkeur krijgen. Herbebossing kan bodemerosie tegengaan. Het wordt ook wel gebruikt om onrendabele landbouwbedrijven weg te saneren. Baskenland had veel hoogovens en metaalnijverheid. De productie was vrij traditioneel en kon niet concurreren op de wereldmarkt. Melkveehouderij is kenmerkend voor Cantabrië in het noordwesten. Binnen de Europese Unie is er een melkoverschot en wordt de productie beperkt.
35
Twee van onderstaande oorzaken: - buitenlandse bedrijven kregen toestemming zich te vestigen in Spanje - Spanjaarden konden gaan werken in het buitenland - de opkomst van het (massa)toerisme. Per juiste oorzaak 1 punt. Vóór 1960 was Spanje sterk geïsoleerd. Het had een dictatuur en daardoor slechte contacten met andere landen. Het isolement was ook een bewuste keuze van dictator Franco. Door de slechte economische omstandigheden werd het beleid rond 1960 gewijzigd. Met succes.
36
De secundaire sector is kleiner geworden (minder arbeidsplaatsen). De tertiaire sector is groter geworden (meer arbeidsplaatsen). Per juiste sector 1 punt. Foto 14 toont de sloop van een oud industriegebouw. Veel van deze gebouwen verdwenen door het verval van traditionele industrietakken als textiel en metaal. Vanzelfsprekend gingen daardoor ook arbeidsplaatsen verloren in de secundaire sector. Musea zoals het Guggenheimmuseum bieden wel veel werkgelegenheid, maar dan in de tertiaire sector. Ze trekken veel toeristen en passen goed in stedelijk gebied. Ze zijn dus veel beter voor Bilbao dan industrie.
37
C
Ceuta ligt bij Y, Gibraltar bij X en Melilla bij Z. Alledrie de plaatsen zijn buitenlandse enclaves, stukjes van een ander land dan waar het geografisch bij hoort. Ceuta en Melilla zijn Spaans bezit in Marokko. Gibraltar is Brits grondgebied in Spanje.
38
Een van onderstaande redenen: - vanwege de groeiende werkgelegenheid - om vandaar uit verder Europa in te trekken. Sinds 1990 gaat het Spanje economisch goed, zodat Marokkanen er werk hopen te vinden. Bovendien is het land lid van de Europese Unie. Wie eenmaal Spanje binnen is, kan vandaar proberen elders in de EU aan de slag te komen. Vanaf 1992 zijn de binnengrenzen in de EU open, wat verdere migratie makkelijk maakt. Daarom proberen veel Marokkanen Spanje illegaal binnen te komen.
39
B
Bedoeld wordt hoofdstuk 2 Beïnvloeding door verschillende culturen. De verovering van Spanje door de Noord-Afrikaanse Moren in 711 hebben ArabischBerberse invloeden gebracht. Dit is het sterkst merkbaar in Zuid-Spanje, waar de Moren zich hebben gehandhaafd tot 1492, toen ze definitief zijn verslagen. De meest zichtbare invloed is de Moorse bouwkunst zoals van het Alhambra in Granada.
40
De zee (in oostelijke richting). De bergen / het reliëf (in westelijke richting). Barcelona ligt ingeklemd tussen zee en bergen (tot 500 meter; zie legenda) en heeft dus groot gebrek aan ruimte. Er is daarom weinig grond voor woningbouw. Veel inwoners zijn gedwongen te verhuizen naar voorsteden die vrij ver weg liggen.
41
Het vliegveld vormt de belangrijkste belemmering. Maximumscore 1. Een inrichtingselement is iets dat door de mens in het landschap is aangelegd. Naar het zuidwesten (linksonder) is dat de luchthaven. Een luchthaven kost veel ruimte en geeft veel geluidsoverlast, zodat woningbouw in een groot gebied onmogelijk is. Andere inrichtingselementen zijn de wegen, maar die zijn daar geen belemmering voor woningbouw.
42
A
Alleen uitspraak 1 is juist. Uitspraak 1 (veel veerdiensten naar de Balearen) is juist. De Balearen met Mallorca en Ibiza liggen in de Middellandse Zee op niet al te grote afstand. Ze trekken veel toeristen. Uitspraak 2 (Spaans achterland met binnenschepen te bereiken) is onjuist. De Spaanse rivieren zijn onder andere door de richting (naar gebergten / dunbevolkt gebied) en de onbevaarbaarheid (ondiepte, soms vrijwel droog; hoogteverschillen) niet geschikt voor transport naar het achterland.
43
Twee van onderstaande redenen: - goede afzetmarkt - goede arbeidsmarkt - aanwezigheid universiteit - aanwezigheid soortgelijke bedrijven - aanwezigheid van infrastructurele voorzieningen voor goede bereikbaarheid - andere grote Zuid-Europese steden liggen op korte afstand. Gunstige ligging, zonder verdere uitleg, mag niet wordt goed gerekend. Per juiste reden 1 punt. Hightech bedrijven zitten vooral in de ICT-hoek. Ze zijn de laatste jaren sterk gegroeid en bieden hooggeschoold goedbetaald werk. Ook kunnen ze aantrekkingskracht uitoefenen op andere bedrijven. Recent zijn ook in deze sector klappen gevallen.
44
A
De gemeente wil inrichtingselement 1 vervangen. Inrichtingselement 1 is een industriecomplex dat niet past in een grote stad. Inrichtingselement 2 is een woningcomplex, dat juist wel in Bilbao thuishoort. Inrichtingselement 3 is een park dat welkom is in deze stedelijke omgeving.
45
Twee van onderstaande redenen: - natuurgebieden zullen (deels) verdwijnen - aantasting van flora en/of fauna - meer toeristen betekent nog meer afval - meer toeristen betekent nog meer vraag naar (schoon) drinkwater - hogere grondprijzen door vraag naar grond. Mallorca op de Balearen is één van de belangrijke toeristische gebieden. In het verleden is in die gebieden te snel en te chaotisch gebouwd aan appartementen en hotels. Daarbij werd het belang van eigen bewoners (buiten de toeristische sector) en natuur en milieu uit het oog verloren. In sommige gebieden was men wel gedwongen voorzichtiger te zijn, omdat het toeristen ging afstoten.
46
Twee van onderstaande redenen: - meer aandacht voor het binnenland - meer aandacht voor cultuurtoerisme - meer aandacht voor actief toerisme - meer werkgelegenheid. Per juiste reden 1 punt. De Spaanse overheid wil de toeristische sector minder afhankelijk maken van strand en zon. Zo kan het toeristenseizoen worden verlengd, meer (actieve) toeristen worden getrokken en de drukte beter worden gespreid.