Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel
Voor:
Opgesteld door:
Versie 2 (11-07-2012)
Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 14 bladzijden. Ons kenmerk: 22012RA-MH-LED voor: Gemeente Leeuwarderadeel Postbus 24 9050 AA Stiens Contactpersoon dhr. R. de Boer E-mail adres
[email protected] Telefoon (058) 257 66 14 Fax (058) 257 40 40
Opgesteld door: Aquario watermanagement BV Smidsstraat 7 8601 WB SNEEK Projectleider mevr. M. Hijlkema E-mail adres
[email protected] Telefoon (0515) 48 28 11 Fax (0515) 42 41 56 Versiehistorie tabel: Versie
Document
1
Uitwerking grondwaterbeleid gemeen- 12-06-2012
Datum
Omschrijving/reden van wijziging concept
2
te Leeuwarderadeel Uitwerking grondwaterbeleid gemeen- 11-07-2012
definitief
te Leeuwarderadeel
Niets uit dit rapport en/of bijlage mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Aquario watermanagement BV en de gemeente Leeuwarderadeel, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Verzending naar derden behoudens de gemeente Leeuwarderadeel is niet toegestaan. De intellectuele eigendommen van onderzoek, gegevens en rapport berusten bij
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING ........................................................................................................................................ 4
2.
INVENTARISATIE ............................................................................................................................ 5
3.
WETTELIJKE GRONDWATERZORGPLICHT GEMEENTE ........................................................... 7
4.
VISIE GRONDWATERBELEID GEMEENTE LEEUWARDERADEEL ........................................... 8
5.
UITWERKING GRONDWATERBELEID .......................................................................................... 9 5.1.
Planvorming en onderzoek .................................................................................................... 9 5.1.1.
Grondwaterbeleid: eisen en objectieve maatstaven voor functioneren grondwatersysteem ...................................................................................................9
5.1.2.
Checklist burger: controle of aan de eigen verantwoordelijkheden is voldaan ....................................................................................................................10
5.2.
Aanleg ..................................................................................................................................11 5.2.1.
Waar nodig en doelmatig worden drainage of andere ontwateringmiddelen aangebracht (conform principe ‘werk met werk maken’).........................................11
5.3.
Beheer en onderhoud...........................................................................................................12 5.3.1.
Het intreden van grondwater in kruipruimtes en kelders is niet acceptabel en dient voorkomen te worden ................................................................................12
5.4.
Monitoring .............................................................................................................................12 5.4.1.
5.5.
Grondwatermeetnet in probleemgebieden ..............................................................12
Communicatie richting burger ..............................................................................................13 5.5.1.
Inrichten waterloket t.b.v. informatieverstrekking burger (Intern proces Sector Grondgebied) ...............................................................................................13
5.5.2. 6.
Communicatie via website verbeteren ....................................................................13
CONCLUSIE ...................................................................................................................................14
BIJLAGE I
ENQUETE GRONDWATEROVERLAST
BIJLAGE II
OVERZICHTSTEKENING GRONDWATERKLACHTEN N.A.V. ENQUETE
1. INLEIDING Sinds 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken van kracht, waarin de nieuwe watertaak ‘grondwaterzorgplicht’ is verankerd. Voor de invulling van deze zorgplicht heeft de gemeente Leeuwarderadeel grondwaterbeleid opgesteld in hoofdstuk 6, grondwaterzorgplicht van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP 2010 t/m 2014). Dit hoofdstuk geeft op hoofdlijnen weer hoe de gemeente om wil gaan met grondwater en geeft aan dat de gemeente in deze planperiode het beleid verder uit gaat werken in een beleidsnotitie, waarin duidelijke eisen voor het functioneren van het grondwatersysteem worden opgesteld. Voorliggende notitie is de uitwerking van het grondwaterbeleid van de gemeente Leeuwarderadeel. De open einden uit het vGRP zijn uitgeschreven in concreet beleid of zo uitgewerkt dat ze binnen de gemeente verder kunnen worden geïmplementeerd.
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
-4-
2. INVENTARISATIE In januari – februari 2012 is de aard en de omvang van grondwateroverlast in de gemeente Leeuwarderadeel geïnventariseerd met behulp van een enquête onder bewoners (zie bijlage I). Op basis van binnen de gemeente al bekende grondwaterproblemen en een hoge grondwaterstand is de vragenlijst gericht verspreid in een aantal wijken / straten van Stiens en Britsum, waar veel grondwaterklachten worden verwacht. Het gaat om de volgende wijken/ straten: -
It Heechhof, Stiens
-
It Skil, Stiens Dr. W. Kokstrjitte e.o. Stiens
-
Grovestins – Aysmastins Stiens D’ Oriënt Stiens
-
Sillân en Finne Britsum
In alle geënquêteerde gebieden komen ernstige (grondwater)klachten voor, zoals water onder de vloer (in kruipruimte) gedurende vrijwel het gehele jaar, in combinatie met vocht/ schimmel in de woning. Aangezien in deze gebieden door het merendeel van de bewoners geconstateerd is dat er (structureel) water onder de vloer staat, wordt er van uitgegaan dat de klachten door een te hoge grondwaterstand worden veroorzaakt. Dit moet nog worden bevestigd door onderzoek. Hierbij valt te denken aan (tijdelijke) grondwaterstandsmetingen of ander onderzoek, zoals monstername voor bepaling van de herkomst van het water.
Figuur 2.1: water in kruipruimte (bron: www.joostdevree.nl) Bewoners geven in de enquête vaak (vermoedelijke) oorzaken van grondwateroverlast aan, zoals het dempen van een waterloop (zuidwestkant Sillân Britsum, Ikeleane Stiens), realisatie Kletsefeart met dichte beschoeiing (heeft volgens bewoners grondwaterklachten verergerd in d’Oriënt Stiens), een
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
-5-
ondoordringbare laag in de ondergrond (verschillende plekken in Stiens), en dergelijke. In sommige gevallen worden ook zeer lokale oorzaken aangegeven, zoals de aanleg van een geluidswal (noordkant Hege Hearewei Stiens) en het ontkoppelen van de riolering c.q. bovengronds afvoeren van hemelwater op het erf van de buurman (Dr. W. Kokstrjitte Stiens). In bepaalde straten is sprake van een grotere dichtheid van ernstige (grondwater)klachten, zoals Akasiahof, Wylde Seringhof, Elzebeamhof en Eskdoarnstrjitte in it Heechhof. Welke oorzaken hieraan ten grondslag liggen, moet nader worden onderzocht. Een overzicht van de grondwaterklachten naar aanleiding van de gehouden enquêtes is bijgevoegd in bijlage II.
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
-6-
3. WETTELIJKE GRONDWATERZORGPLICHT GEMEENTE Onderstaand artikel uit de Waterwet beschrijft wat de wettelijke grondwaterzorgplicht voor gemeenten inhoudt. Artikel 3.6 Waterwet 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
-7-
4. VISIE GRONDWATERBELEID GEMEENTE LEEUWARDERADEEL In paragraaf 6.5 van het huidige vGRP is een beschrijving gegeven van de gewenste situatie. Deze visie is leidend bij de verdere uitwerking van het grondwaterbeleid. Hieronder is de gewenste situatie nogmaals beschreven.
In de gewenste situatie bestaat er inzicht in de oorzaken van structurele grondwateroverlast en zijn er geen locaties met acute problemen. Ook bestaat er op hoofdlijnen inzicht in de grondwaterstanden en -stromingen. Geplande ingrepen in de openbare ruimte die mogelijk gevolgen hebben voor het grondwater worden getoetst aan een te ontwikkelen toetsingskader om te kunnen beoordelen óf en zo ja welke voorwaarden gesteld moeten worden. Bovendien wordt de grondwatersituatie na aanleg gemonitord. De burger is ervan op de hoogte dat de gemeente het aanspreekpunt is voor grondwateroverlast en kan met klachten of opmerkingen bij de gemeente ook terecht. Ingrepen in de waterhuishouding mogen niet leiden tot verspreiding van bestaande verontreinigingen of grondwateroverlast.
Bovenstaande visie is in hoofdstuk 5 nader uitgewerkt tot concreet beleid met bijbehorende maatregelen.
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
-8-
5. UITWERKING GRONDWATERBELEID Hieronder volgt een uitwerking van het in het GRP 2010-2014 geformuleerde beleid ten aanzien van de grondwaterzorgplicht. Dit betreft de ‘open einden’ in het grondwaterbeleid van hoofdstuk 6, zoals beschreven in het ‘Plan van aanpak opstellen grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel’: -
Planvorming en onderzoek Aanleg
-
Beheer en onderhoud Monitoring
-
Communicatie
Deze punten worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.
5.1. Planvorming en onderzoek 5.1.1.Grondwaterbeleid: eisen en objectieve maatstaven voor functioneren grondwatersysteem Eén van de belangrijkste onderdelen van grondwaterbeleid is het vaststellen van een definitie of omschrijving van wat de gemeente verstaat onder structureel nadelige gevolgen. Dit is in deze paragraaf nader uitgewerkt en geeft voor alle partijen duidelijkheid over wat er wordt bedoeld met grondwateroverlast. Daarbij worden met het definiëren van kwaliteitsniveaus voor grondwateroverlast eisen en objectieve maatstaven gegeven als indicatie voor het functioneren van het grondwatersysteem. Aan de hand van de resultaten van de inventarisatie/ enquête is de aard van de klachten onder te verdelen in: -
Vochtige kruipruimte/ water onder de vloer
-
Vocht/ schimmel in de woning (muren, meubilair en op/ in inhoud kasten) Stank, muffe lucht
-
Meer dan normaal ongedierte in de woning Schade aan de woning (rotte vloerbalken, afbladderend stucwerk, vochtplekken)
-
Natte en onbegaanbare tuin Anders (natte garage/ natte kelder/ …)
Dit kan zich uiten in de volgende nadelige gevolgen: -
Aanzienlijke belemmering van de bewoonbaarheid
-
Gezondheidsklachten Schade aan gebouwen of infrastructuur
-
Schade aan groenvoorzieningen/ aantasting functie (tuinen, parken, sportterreinen)
De gemeente Leeuwarderadeel vindt dat er is sprake van structureel nadelige gevolgen als wordt voldaan aan de volgende kenmerken: - De klachten houden langere tijd aan (tenminste 1 maand achtereen) -
De klachten zijn niet tijdelijk (komen ieder jaar en langer dan 3 jaar terug)
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
-9-
Op basis van bovenstaande omschrijving zijn drie kwaliteitsniveaus voor grondwateroverlast gedefinieerd: •
Hoog Er is niet of nauwelijks sprake van grondwateroverlast. o Maatstaven: droge kruipruimte of af en toe vochtige kruipruimte/ water onder de vloer. Geen vocht of schimmel in de woning als gevolg van hoge grondwaterstand.
•
Basis Er is in beperkte mate sprake van grondwateroverlast, maar het vormt geen belemmering voor de functie (beperking woongenot, gezondheidsklachten, schade aan gebouwen/ infrastructuur, aantasting primaire functie) of de klachten als gevolg van grondwateroverlast kunnen voldoende door de bewoner/ eigenaar met maatregelen worden verholpen. o
Maatstaven: gedurende een deel van jaar vochtige kruipruimte (zomer), water onder de vloer (winter) en natte tuin (winter). Weinig tot geen vocht of schimmel in de woning als gevolg van hoge grondwaterstand.
•
Laag Er is sprake van grondwateroverlast, wat leidt tot beperking van het woongenot, gezondheidsklachten, schade aan gebouwen/ infrastructuur of aantasting van de primaire functie en de bewoner/ eigenaar kan geen maatregelen (meer) treffen om de overlast voldoende tegen te gaan. o
Maatstaven: gedurende het hele jaar vochtige kruipruimte (zomer), water onder de vloer (winter) en natte tuin (m.u.v. zeer droge periodes), gecombineerd met vocht/ schimmel in de woning, schade aan woningen of meer dan normaal stankoverlast/ ongedierte.
Het basis niveau is het uitgangspunt voor het vervullen van de grondwaterzorgplicht van de gemeente Leeuwarderadeel. Wanneer er in een substantiële omvang door de gemeente is vastgesteld dat er sprake is van kwaliteitsniveau laag, wordt er door de gemeente een gebiedsplan opgesteld (plan van aanpak voor het verminderen of verhelpen van de grondwateroverlast/ -klachten). Omdat in het huidige GRP geen budget is opgenomen voor maatregelen tegen grondwateroverlast, wordt de uitvoering van eventueel te treffen maatregelen opgenomen in het volgende GRP (planperiode vanaf 2015). 5.1.2.Checklist burger: controle of aan de eigen verantwoordelijkheden is voldaan De verantwoordelijkheden van de gemeente en de particulier zijn reeds duidelijk verwoord in het vGRP, § 6.2 ‘Wettelijke verplichtingen’. De eigenaar is verantwoordelijk voor het grondwater op zijn eigen perceel, alsmede voor de waterdichtheid van de woning. Er wordt geen aparte checklist opgesteld voor de controle van de eigen verantwoordelijkheid. Dit wordt in het meldingsformulier wateroverlast verwerkt. De mogelijke maatregelen die de perceel eigenaar zelf kan treffen ter vermindering of voorkoming van grondwateroverlast, wordt als informatie voor de burger op de website en in de folder gezet (zie § 5.5. ‘Communicatie richting burger’).
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
- 10 -
Mogelijke maatregelen ter vermindering of voorkoming van grondwateroverlast zijn: 1. afvoer van overtollig grondwater d.m.v. drainage/ pomp 2. isolatie kruipruimte/ onderkant begane grond vloer 3. afdichten van naden/ openingen waardoor vocht (van onder de vloer) in huis kan komen 4. kelders/ souterrains/ garages/ bijkeukens waterdicht maken 5. ventilatie, verwarming 6. schimmel-/ stank-/ ongediertebestrijding
5.2. Aanleg 5.2.1.Waar nodig en doelmatig worden drainage of andere ontwateringmiddelen aangebracht (conform principe ‘werk met werk maken’) De afweging van doelmatige maatregelen is lokaal maatwerk. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van houten paalfundering of funderingstypen die gevoelig zijn voor zetting zal aanleiding zijn om zeer terughoudend met drainage of ontwatering om te gaan. Een te lage grondwaterstand kan dan namelijk funderingsschade tot gevolg hebben. Onder doelmatige maatregelen verstaat de gemeente Leeuwarderadeel: Maatregelen die zijn gericht op het oplossen van de grondwateroverlast, waarbij de kosten in verhouding staan tot het effect van de maatregel. Bovendien moeten er geen andere maatregelen voorhanden zijn die goedkoper of effectiever zijn. Voordat maatregelen worden uitgewerkt, wordt gedegen onderzoek naar de oorzaak van de betreffende grondwaterproblemen uitgevoerd, zo nodig aangevuld met bouwkundig- of funderingsonderzoek, grondwateronderzoek, etc.. Ook wordt er een kosten-batenanalyse gemaakt van de mogelijk te treffen maatregelen op zowel particulier als openbaar terrein. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek wordt besloten welke maatregelen worden genomen. Dit wordt vastgelegd in projectplannen voor probleemgebieden met structurele grondwateroverlast. Het uitgangspunt hierbij is: De gemeente Leeuwarderadeel treft alleen maatregelen in openbaar gebied, als de particulier de grondwateroverlast niet voldoende kan verhelpen met maatregelen op eigen terrein (en als de maatregelen doelmatig zijn en niet tot de verantwoordelijkheid van provincie of waterschap behoren). De kosten voor de maatregelen op openbaar terrein zijn voor rekening van de gemeente. Maatregelen op particulier terrein (zie § 5.1.2. mogelijke maatregelen) zijn voor rekening van de particulier.
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
- 11 -
5.3. Beheer en onderhoud 5.3.1.Het intreden van grondwater in kruipruimtes en kelders is niet acceptabel en dient voorkomen te worden Bovenstaande zinsnede, afkomstig uit het bestaande vGRP wordt hieronder nader uitgelegd. Intreden van grondwater in kelders: Het is niet verplicht om een kruipruimte of kelder waterdicht te maken, tenzij het om een verblijfsruimte, toilet- of badruimte gaat. De eigenaar is er zelf verantwoordelijk voor dat zijn woning of gebouw voldoet aan de waterdichtheidseisen uit het Bouwbesluit. In het geval dat er ongewenst grondwater een kelder binnentreedt, is de eigenaar verantwoordelijk deze al dan niet waterdicht te maken. Eigen verantwoordelijkheid: Bovendien is deze zin niet bedoeld als: ‘de gemeente moet het intreden van grondwater in kruipruimtes en kelders voorkomen’. De in het vGRP § 6.2. beschreven verantwoordelijkheid van de particuliere eigenaar geeft duidelijk aan dat deze zelf verantwoordelijk is voor maatregelen op het eigen perceel (bouwwerken en eigen grond). De juiste formulering is: “Het intreden van grondwater in kruipruimtes is niet acceptabel en dient voorkomen te worden door de eigenaar van het gebouw. De gemeente draagt zorg voor de afvoer van overtollig grondwater. Intredend grondwater in kelders wordt niet direct gezien als grondwateroverlast.”
5.4. Monitoring 5.4.1.Grondwatermeetnet in probleemgebieden In het vGRP is het opstellen van een grondwatermeetnet opgenomen. De metingen moeten echter wel een specifiek doel dienen. Deze doelen worden vastgelegd in het nog op te stellen ‘meetplan grondwater’. Mogelijke meetdoelen zijn: •
Onderzoek of hoge grondwaterstand oorzaak is van geconstateerde klachten/ problemen
•
Volgen van effect maatregelen in probleemgebieden
•
Monitoring van grondwaterkwaliteit (bijv. bodemverontreinigingen)
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
- 12 -
5.5. Communicatie richting burger De communicatie omtrent de grondwaterzorgplicht kan intern door de afdeling communicatie van de gemeente worden opgepakt. 5.5.1.Inrichten waterloket t.b.v. informatieverstrekking burger (Intern proces Sector Grondgebied) Op dit moment wordt het fysieke waterloket ingevuld door de watercoördinator van de gemeente Leeuwarderadeel. Hier kan de burger van de gemeente Leeuwarderadeel terecht met vragen/ opmerkingen of meldingen betreffende grondwater. In het Waterplan Middelsee Gemeenten 2010-2015 zijn afspraken gemaakt met betrekking tot het gezamenlijk inrichten van een digitaal waterloket, o.a. voor klachten met betrekking tot grondwater. Het onderwerp ‘waterloket’ is ook in breder kader opgepakt binnen het Fries Bestuursakkoord Waterketen. 5.5.2.Communicatie via website verbeteren Met betrekking tot de grondwaterzorgplicht wordt op de gemeentelijke website informatie verstrekt over mogelijke oorzaken en oplossingen voor grondwaterproblemen. Ook wordt duidelijk uitgelegd wie waar verantwoordelijk voor is en wat er aan is te doen. Ook wordt aangegeven welke grondwaterprojecten de gemeente uitvoert of gaat uitvoeren, zoals het opstellen van een grondwatermeetnet en uitvoeren van eventuele verbetermaatregelen in probleemgebieden. Daarnaast worden in ieder geval de volgende ‘items’ opgenomen op de website: •
‘Meldingsformulier wateroverlast’, incl. vragen ter controle eigen verantwoordelijkheid
•
Grondwaterverordening Leeuwarderadeel
•
Aansluitverordening Leeuwarderadeel (met link naar bouwverordening Leeuwarderadeel – onderdeel hemelwater en vuilwaterafvoer)
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
- 13 -
6. CONCLUSIE Met de uitwerking van het grondwaterbeleid uit het vGRP heeft de gemeente Leeuwarderadeel een invulling gegeven aan de wettelijke grondwaterzorgplicht. Er is een definitie voor structurele grondwateroverlast geformuleerd en de eisen en objectieve maatstaven als indicatie voor het functioneren van het grondwatersysteem zijn uitgewerkt. Het basis niveau is voor de gemeente Leeuwarderadeel het uitgangspunt voor het vervullen van de grondwaterzorgplicht. In deze planperiode wordt nog verder onderzoek gedaan naar het grondwatersysteem door het opzetten van een grondwatermeetnet. Met de gegevens die hieruit voortkomen, kan worden vastgesteld of inderdaad sprake is van structureel te hoge grondwaterstanden in de betreffende gebieden. Omdat in het huidige GRP geen budget is opgenomen voor maatregelen tegen grondwateroverlast, wordt de uitvoering van eventueel te treffen maatregelen opgenomen in het volgende GRP (planperiode vanaf 2015). De gemeente is voornemens om een grondwaterverordening vast te stellen. Hierdoor kan de gemeente gebieden aanwijzen, waarbinnen het niet is toegestaan grondwater te lozen op het openbaar gemengde of gescheiden vuilwaterriool. Dit betreft dus alleen de grondwaterprobleemgebieden waar openbare ontwateringsstelsels (drainage) worden aangelegd. Deze verordening is bedoeld als instrument om bij een gebiedsgerichte aanpak van grondwaterproblemen de mogelijkheid te hebben grondwaterlozingen verplicht af te koppelen. De verwachting is, dat in deze gebieden de meeste grondwaterlozingen worden afgekoppeld op basis van vrijwilligheid.
22012RA-MH-LED uitwerking grondwaterbeleid
- 14 -
BIJLAGE I
ENQUETE GRONDWATEROVERLAST
BIJLAGE II
OVERZICHTSTEKENING GRONDWATERKLACHTEN N.A.V. ENQUETE