Talent ontwikkeling
amateurkunst
Talentontwikkeling & amateurkunst
1
Talentontwikkeling & amateurkunst Auteurs Remko van Bork en Machteld Dicke
2
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorwoord Talentontwikkeling is binnen de kunstbeoefening de laatste jaren een veelgehoord aandachtspunt. Nederland heeft te weinig ‘toppers’: de zesjescultuur remt de ontwikkeling van toptalenten. Op het gebied van de urban culture zijn er voor jongeren in achterstandswijken vaak onvoldoende mogelijkheden om hun talenten te ontplooien. Dit besef laat de achtergrond van de belangstelling voor het onderwerp zien. Ook verklaart het de keuzes die aanbieders veelal maken: projecten en trajecten voor talentontwikkeling richten zich op het toeleiden naar de kunstvakopleiding (beroepspraktijk) of op het ‘spotten’ en coachen van jongeren in achterstandswijken. Daarmee ontsnapt een grote groep amateurkunstbeoefenaars aan de aandacht. Velen van hen willen hun kunsttalent verder ontwikkelen dan de reguliere educatie of beoefening mogelijk maken, maar kiezen vooralsnog voor een andere broodwinning. We willen in deze publicatie een beeld schetsen van het aanbod en de betekenis van talentontwikkeling voor deze groep. Aanbieders en deskundigen komen aan het woord over talentontwikkeling, en amateurs over hun ambitie, dromen en behoeften. Tom de Rooij, directeur-bestuurder Kunstfactor
Talentontwikkeling & amateurkunst
3
Inhoud 1
Inleiding
2
Talentontwikkeling 7
3 4 5 6 7
5
Het terrein van de amateurkunst
8
Afbakening
10
Aanbod
13
Amateurs 42
Talentontwikkeling en amateurkunst
50
Bijlagen Voetnoten 52 Lijst geïnterviewden
53
Bronnen 54 4
Talentontwikkeling & amateurkunst
Inleiding Talentontwikkeling en amateurkunstenaars Er vinden in het amateurveld tal van activiteiten plaats die we tot talentontwikkeling kunnen rekenen. Maar door de grootte en diversiteit van het terrein ontbreekt het overzicht dat nodig is om inzicht te krijgen in het karakter en de werking van de verschillende soorten activiteiten. Om vervolgens te kunnen beoordelen of het aanbod van activiteiten voldoet, moeten we luisteren naar wat de beoefenaar zegt over zijn/haar ambitie en behoefte. In kaart brengen Het begint allemaal met beschrijven, of preciezer: het in kaart brengen en analyseren van de vraag naar, en het aanbod van talentontwikkeling in de kunsteducatie en amateurkunst. Een uitputtende inventarisatie van activiteiten hebben we daarbij niet voor ogen. We willen groepen (categorieën) aanbieders, hun aanbod en doelgroepen in kaart brengen. Lezen en interviews Onze zoektocht begint bij geschreven bronnen inclusief internet. We zoeken daar eerst naar een begripsbepaling van talentontwikkeling: we hebben een definitie nodig, maar vooral ook een voor de amateurkunst bruikbare afbakening. Om meer inzicht te krijgen in de verschillende soorten talentontwikkeling interviewen we deskundigen. Met de keuze van de deskundigen streven we niet naar volledige dekking van het amateurveld, maar naar een zo groot mogelijke variëteit van invalshoeken. Zo spreken we de directeur van een centrum voor de kunsten, maar ook ’s lands grootste producent van talentenshows op televisie. Op pagina 53 is de lijst met geïnterviewden te vinden.
‘We hebben een definitie nodig, en een voor de amateurkunst bruikbare afbakening.’ Talentontwikkeling & amateurkunst
5
Om een indicatie te krijgen van de behoefte van amateurs, interviewen we 25 amateurs. Ook nu kiezen we voor variëteit, we interviewen: • leden van verenigingen, • deelnemers aan concoursen, • popmuzikanten, • deelnemers aan projectensembles en • cursisten van centra voor de kunsten. De interviews worden deels gehouden via Skype, deels per telefoon, alle aan de hand van een vaste vragenlijst. Het beperkte aantal interviews, zowel met deskundigen als met amateurs, en de beoogde variëteit sluiten representativiteit van de ondervraagden voor een grotere groep uit. Statistiek (tellingen, percentages) en uitspraken met een weging (veel, weinig, de meeste, geen) moeten gelezen worden met de toevoeging ‘van de ondervraagden’. Leeswijzer Voor u ligt het resultaat van onze zoektocht. De eerste hoofdstukken gaan over begrippen. Om op een zinvolle manier de relatie tussen talentontwikkeling en amateurkunst te kunnen beschrijven, moeten we niet alleen de grenzen van de talentontwikkeling in beeld brengen, maar ook de kunstbeoefening differentiëren. Daarna brengen we verschillende categorieën aanbod in kaart. We beschrijven de categorieën aan de hand van voorbeelden. In het laatste deel komen de beoefenaars aan het woord over hun ambitie en behoeften.
6
Talentontwikkeling & amateurkunst
Talentontwikkeling Talentontwikkeling, wat verstaan we daaronder? Een brede definitie van talentontwikkeling lezen we in het verslag van een onderzoek naar talentontwikkeling in Drenthe, uitgevoerd door Bureau ART: • activiteiten met als doel om talentvolle kunstbeoefenaars te ontdekken en te begeleiden naar een hoger niveau.1) Deze definitie sluit weinig uit en is daardoor minder richtinggevend dan: • het scouten van jong talent, het bieden van begeleidings trajecten om jong talent voor te bereiden op het kunst vakonderwijs.2) en • talentontwikkeling betreft activiteiten in georganiseerd verband op het gebied van kunst en cultuur die worden georganiseerd in de wijken en laagdrempelig zijn.3) Er zijn veel meer definities te vinden, maar deze drie zijn exemplarisch voor de hoofdstromingen in het bepalen welke activiteiten onder talentontwikkeling vallen en welke niet. We zien een ruime opvatting bij het onderzoek naar provinciale activiteiten. De adviseur voor het rijksbeleid heeft een opvatting waarbij ’jong’ en ‘toeleiden naar de beroepspraktijk’ centraal staan. De adviseur van de gemeente Rotterdam kiest voor ‘wijken’ en ‘laagdrempelig’. Wij voelen ons, voor het in kaart brengen van talentontwikkeling in de amateurkunst, het best thuis bij de brede definitie van Bureau ART. Daarmee is niet gezegd dat talentontwikkeling in de amateurkunst niet kan toeleiden naar het kunstvakonderwijs of niet laagdrempelig mag zijn. Het begeleiden van toptalent en activiteiten in achterstandswijken worden door de bredere definitie niet uitgesloten, maar ze zijn niet de eerste en zeker niet de enige focus van talentontwikkeling in de amateurkunst. Centraal in de brede definitie staan ‘talentvol’ en ‘begeleiden naar een hoger niveau’. Daar kunnen we ons in vinden.
Talentontwikkeling & amateurkunst
7
Het terrein van de amateurkunst Piramides Niet alle amateurkunstenaars zijn hetzelfde. Er is een breed scala te zien aan beweegredenen, tijdsinvestering, artistiek en technisch niveau, presentatiebehoefte en ambitie. Het aangeven van verschillende niveaus van beoefening kan helpen bij het positioneren van talentontwikkeling in de amateurkunst. De piramide (of een brede berg met een smalle top) is een veelgebruikte metafoor voor het beschrijven van de verschillende niveaus van kunstbeoefening.4) Over de basis is weinig meningsverschil. Dat zijn we met z’n allen. Met een duidelijke verhouding tot kunstbeoefening: ‘kennismaken’ en ‘gaan doen’. Ook de top is eenduidig. Dat zijn de professionele kunstenaars. Interessant is hoe het landschap tussen top en basis gesegmenteerd wordt. Het eerder geciteerde Drentse onderzoek door Bureau ART kiest voor drie categorieën: • (gewone/reguliere) beoefening, waaronder (gewone/reguliere) cursisten, • talenten zonder de ambitie om professioneel kunstenaar te worden en • talenten met de ambitie om professioneel kunstenaar te worden.5) Ook het Fonds voor Cultuurparticipatie hanteert een driedeling: • type A: mensen die het allemaal vooral leuk, sociaal en gezellig vinden, • type B: een middengroep die er net even wat meer tijd in wil steken en • type C: een groep die ambities heeft of zelfs professioneel het vak in wil.6) En wat te denken van de provincie Gelderland: • amateurs die hun hobby vooral om sociale redenen beoefenen, • amateurs die zich verder willen ontwikkelen en • talentvolle toppers.7)
8
Talentontwikkeling & amateurkunst
‘Een onontdekt talent op
het podium, dat is wat het publiek het liefst ziet.’ Alle voorbeelden verraden de ambitie om onderscheid te maken tussen reguliere beoefening en amateurkunstenaars die ‘meer willen’. ‘Ambitie hebben hoort bij talentontwikkeling.’ (Ilse Verburgh)
‘De talentontwikkelingsprojecten die wij ondersteunen richten zich op type C-amateurs.’ (Toon Kets) ‘Als men meer wil, gaat regulier educatief aanbod over in talentontwikkeling. We kijken dan naar drie dingen: niveau, ambitie en potentie.’ (Ilse Verburgh) We stellen, voor wat betreft de positie van talentontwikkeling, het volgende vast: talentontwikkeling voor zover wij die in kaart brengen richt zich niet op de basis (kennismaking) en de top van de piramide (professionele beoefening). Voorts maken we geen onderscheid tussen amateurs met of zonder de ambitie om professioneel kunstenaar te worden. In beide gevallen kan er sprake zijn van talentontwikkeling. Ten slotte zien wij activiteiten gericht op de reguliere beoefening van amateurkunst, niet als talentontwikkeling. De manier waarop het terrein gesegmenteerd wordt, is buiten het gangbare domein van de amateurkunst niet voor iedereen even relevant. Bij het maken van talentenshows op tv wordt er anders ingedeeld.
‘Wij houden ons niet bezig met amateurkunst of professionele kunst. Wij denken in termen als ‘van de straat’ en ‘in het vak’. Ik vind het het meest interessant als iemand nog nooit iets heeft gedaan met z’n talent. Een onontdekt talent op het podium, dat is wat het publiek het liefst ziet. Als daar een hele goede tussen zit, geeft dat een kick.’ (Barry Schneider)
Talentontwikkeling & amateurkunst
9
Afbakening Talentontwikkeling, wat valt daaronder? Met het definiëren van talentontwikkeling en het benoemen van het terrein hebben we een aantal keuzes gemaakt. We lopen ze langs. Leeftijd Talentontwikkeling kan op elke leeftijd plaatsvinden.
‘Talentontwikkeling houdt niet op na je 30e, daar ben ik van overtuigd.’ (Elsbeth Rozenboom)
Binnenschools Talentontwikkeling kan binnen- en buitenschools plaatsvinden. Kunst als middel Activiteiten waarbij kunstbeoefening als middel wordt ingezet, bijvoorbeeld om de sociale cohesie van een gemeenschap te vergroten, zijn niet per definitie talentontwikkeling. Wel kunnen onderdelen, gericht op het verbeteren van het niveau van beoefenaars, ertoe gerekend worden.
‘Talentontwikkeling heeft mijns inziens geen directe link met kunst in de wijken en dergelijke.’ (Toon Kets)
Groepen Talentontwikkeling richt zich op individuen. De activiteiten kunnen wel door groepen genoten worden. Niet-reguliere activiteiten om de kwaliteit van een geheel koor of een band te verhogen kunnen voor de individuele leden talentontwikkeling zijn. Scouten ‘Scouten’ alleen is geen talentontwikkeling. Het kan onderdeel van een talentontwikkelingstraject worden, op het moment dat de ‘ontdekte’ beoefenaar begeleid wordt naar een hoger niveau.
10
Talentontwikkeling & amateurkunst
‘Talentontwikkeling hoeft niet te leiden tot het volgen van een kunstvakopleiding.’
Ad-hoc- of doorlopende leerlijnen Talentontwikkeling kan een meerjarige opleiding zijn, maar ook een eenmalige masterclass. Kunstvakonderwijs Talentontwikkeling kan als doel hebben om een beoefenaar voor te bereiden op het kunstvakonderwijs, of op de beroepspraktijk. Maar dat is geen voorwaarde. Met evenveel recht richt talentontwikkeling zich op beoefenaars die niet de ambitie hebben om beroepskunstenaar te worden.
‘Talentontwikkeling hoeft niet te leiden tot het volgen van een kunstvakopleiding. Als je dat zonde vindt, dan kijk je alleen naar de financiële kant van de zaak.’ (Ilse Verburgh) ‘Vaak willen jongeren naar een kunstvakopleiding, maar dat is lang niet altijd het geval. We geven jongeren tips over het maken van een goede portfolio, over pr, over het opnemen van een cd, hoe je kunt leren netwerken, hoe je kunt professionaliseren, om zakelijk te worden, etc. Het is vervolgens niet aan ons om te bepalen waar een jongere terecht moet komen.’ (Marjolein Rietveld) ‘Het doel van talentontwikkeling is niet om alle amateurs naar een hbo-opleiding te laten gaan. Ik vind dat je gewoon goed aanbod moet bieden en niet alleen naar het einddoel moet kijken.’ (Elsbeth Rozenboom) ‘Het JON (JeugdOrkest Nederland) is talentontwikkeling, maar echt niet ieder orkestlid gaat naar het conservatorium. Sommigen wel, maar anderen worden B- of C-amateur.’ (Toon Kets)
Talentontwikkeling & amateurkunst
11
Kennismaking en participatiebevordering Activiteiten met als doel mensen met kunst te laten kennismaken of de deelname aan kunstbeoefening te vergroten, rekenen wij niet tot talentontwikkeling.
‘Er is geen sprake van talentontwikkeling als er slechts een kennismaking met de betreffende discipline plaatsvindt, er moet wel meer gebeuren. Wat mij betreft gaat het om verdieping, mensen die meer willen, een traject volgen met lessen, masterclasses, begeleiding en feedback.’ (Toon Kets) ‘De voet van de piramide (de talentontwikkelingspiramide die Bureau ART ontwikkelde, red.) laten we achterwege, die noemen we ‘kennismaking’ met kunst en cultuur, dat is nog geen talentontwikkeling. Men moet jongeren ook niet te veel wijs maken dat ze talent hebben na een enkele kennismaking met kunsteducatie. We beperken ons tot diegene die een stapje extra wil zetten of een extra duwtje nodig heeft.’ (Peter van der Zant)
Reguliere beoefening Activiteiten, gericht op de reguliere beoefening van amateurkunst zien wij niet als talentontwikkeling. Bij reguliere activiteiten moet worden gedacht aan de wekelijkse les bij het centrum voor de kunsten, de wekelijkse repetitie van de vereniging en de daarbij behorende presentatie.
‘Gewoon vioolspelen valt wat mij betreft niet onder talentontwikkeling, voor de afbakening zou ik zeggen ‘nee’. De vioolleerling die eruit springt en iets extra’s gaat doen: ‘ja’, die wel.’ (Peter van der Zant) ‘Spelen bij een hafabra-orkest zie ik niet als talentontwikkeling als zodanig; met je orkest deelnemen aan een concours, waarbij coaching, feedback en extra scholing aan de orde zijn, weer wel.’ (Peter van der Zant)
12
Talentontwikkeling & amateurkunst
Aanbod Binnen de geschetste grenzen is het aanbod van talentontwikkeling voor amateurkunstenaars in Nederland schier onuitputtelijk. Om er greep op te krijgen hebben we het aanbod onderverdeeld in 14 categorieën. Naast een korte beschrijving geven we van elke categorie drie voorbeelden. De keuze van de voorbeelden is niet gemaakt op grond van waardering of effectiviteit. Uitgangspunt is dat de voorbeelden zo veel mogelijk exemplarisch zijn bij de omschrijving. Ook hebben we bij het kiezen van voorbeelden spreiding over het land en de verschillende disciplines nagestreefd.
Talentontwikkeling & amateurkunst
13
Categorie
1
Onderwijs Veel scholen voor voortgezet onderwijs profileren zich met extra aanbod op het gebied van kunsten. Soms is het aanbod breed en gericht op kennismaking en participatie. Soms richt het aanbod zich meer op het voorbereiden van leerlingen op een kunstvakopleiding. Een aantal van deze scholen is lid van de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS). De VCPS is een vereniging die een bijdrage wil leveren aan de structurele inbedding en het waarborgen van de kwaliteit van kunst- en cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. Scholen kunnen een lidmaatschap aanvragen. Toelating tot de vereniging vindt plaats nadat een school op haar plannen en werkwijze is getoetst door een visitatiecommissie. Scholen kunnen zich in hun aanbod actief op toptalent richten. Het programma geeft dan ruimte aan de extra inspanningen van de leerling om zich te ontwikkelen. Daarvoor moet de school bij het ministerie van OCW de LOOK-licentie aanvragen. LOOK staat voor Landelijk Overleg Onderwijs en Kunsten. Kunsteducatie in het basisonderwijs richt zich op kennismaking en het bevorderen van actieve en reflectieve participatie.
Foto: Hanne Nijhuis
14
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Segbroek College Den Haag
Het MuziekPlan is een opleiding voor talentvolle muzikale leerlingen van het Segbroek College in Den Haag. Naast extra muzieklessen op het Segbroek volgen ze lessen op het Koninklijk Conservatorium, bij Koorenhuis en bij Ready To Play. Voor toelating moet auditie worden gedaan. Een soortgelijke opleiding (KunstPlan) verzorgt het Segbroek samen met de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst voor talentvolle leerlingen beeldend. Voor dans is er DansPlan, voor theater TheaterPlan.
www.segbroek.nl
Da Vinci College
Stedelijke Scholengemeenschap
Leiden
Nijmegen
Getalenteerde dansers (zowel jongens als meisjes) volgen wekelijks 12 uur dans, waarvan acht lesuren onder schooltijd en vier klokuren daaraan aansluitend, een intensieve dans-/theateropleiding op de Leidse Ballet & Theaterschool in Leiden. Om dit mogelijk te maken worden aanpassingen gemaakt in het rooster.
De Plusklassen van de SSGN zijn extra lessen voor leerlingen die een bijzondere belangstelling hebben voor één van de kunstvakken. Selectie vindt plaats op basis van een toelatingsgesprek of auditie. Het doel is tweeledig: leerlingen stimuleren een creatieve grondhouding te ontwikkelen tegenover onderzoek, improvisatie, samenwerking en zelfreflectie, en talentvolle leerlingen voor te bereiden op een vervolgopleiding in het kunstvakonderwijs. Elke leerling maakt in overleg met de docent, die zo veel mogelijk als coach optreedt, een eigen leerplan. Als onderdeel van de Plusklassen kunnen er gastdocenten worden uitgenodigd, concerten of voorstellingen worden bijgewoond, of ateliers worden bezocht.
www.davinci.insiders.nl
www.ssgn.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
15
Categorie
2
Verenigingen In de relatie tussen amateurkunst en talentontwikkeling is het onderscheid tussen de reguliere activiteiten van verenigingen en talentontwikkelingsactiviteiten lastig. De wekelijkse repetitie en het jaarlijkse concert vallen er in ieder geval niet onder. Maar de allerbeste amateurensembles vragen veel meer inzet van de leden. Sommige vocaal- en blaasensembles bereiken een bijna professioneel uitvoeringsniveau door strenge selectie (soms jaarlijks), repetitieweekenden en andere extra scholingsmomenten. Als talentontwikkeling begint bij de beoefenaar die een serieuze stap zet om zich verder te ontwikkelen, dan horen de leden van deze verenigingen er zeker bij. Ook al zien ze zelf hun, qua inzet, uit de hand gelopen hobby als reguliere beoefening. Sommige verenigingen bieden een deel van de leden de mogelijkheid aan om zich in een kleiner ensemble verder te ontwikkelen. Dit is vergelijkbaar met de talentenklassen bij de centra voor de kunsten. Van talentontwikkeling is sprake als de deelnemers niet alleen vaker spelen, maar ook aan extra activiteiten deelnemen die hen naar een hoger niveau brengen. In de wereld van de muziekverenigingen (harmonie, fanfare, etc.) noemen we nog de hogere opleidingen en de selectie en begeleiding voor solistenconcoursen. Veel verenigingen hebben zich georganiseerd in grotere verbanden. Vooral op het gebied van de podiumkunsten zijn er tal van koepelorganisaties, bonden, collectieven en federaties. De activiteiten en opleidingen die zij organiseren of initiëren vallen voor het grootste deel onder de categorieën presentatieformats (6), wedstrijden en concoursen (7) en scholing van amateurkader (12).
16
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Hogere opleidingen, selectie/ begeleiding solistenconcoursen
Roder Jongenskoor
Nederlandse Sint-Gregoriusvereniging
Vooral bij het volgen van de opleiding voor het D-examen (het hoogste van A, B, C en D) is sprake van getalenteerde en ambitieuze beoefenaars.
Het Roder Jongenskoor heeft het karakter van een doorgaande opleiding. Na het volgen van de eenjarige vooropleiding kunnen de jongens doorstromen naar het B-koor. Het B-koor vormt een zelfstandig geheel met een eigen repertoire en optredens. Er wordt tweemaal per week gerepeteerd.
De NSGV is de vereniging voor kerkmuziek in de roomskatholieke kerk. De NSGV organiseert verschillende routes naar de opleiding tot ‘kerkmusicus’. Het betreft opleidingen tot organist en dirigent. De NSGV organiseert oriëntatiecursussen, vervolgcursussen en de opleiding tot kerkmusicus III.
Getalenteerde jonge zangers kunnen een overstap maken naar het A-koor. Het A-koor bestaat uit jongens en jongemannen. De overstap bestaat uit een overbruggingsperiode van drie maanden. Uit het A-koor worden jongens geselecteerd om sololessen te volgen, waarna ze als solist kunnen optreden.
In alle gevallen is nog geen sprake van een kunstvakopleiding. Wel wordt als logisch vervolg op kerkmusicus III, de kunstvakopleiding genoemd.
www.roderjongenskoor.nl
www.nsgv.nl
Sommige verenigingen hebben een intensief traject voor leden die naar deelname aan een solistenconcours toewerken.
Talentontwikkeling & amateurkunst
17
Categorie
3
Centra voor de kunsten Het hele scala van talentontwikkeling is terug te vinden bij het aanbod van de centra voor de kunsten. Van het aanbieden van extra faciliteiten en begeleiding tot het verzorgen van de toeleiding tot het voorbereidend jaar van een kunstvakopleiding.
‘De docent bepaalt wie er in aanmerking komt voor extra begeleiding. Daar wordt met de leerling over gesproken, vervolgens wordt samen met de leerling een plan opgesteld. Het is maatwerk en relatief duur, toch doen we het. Het gaat om zes of zeven leerlingen per jaar.’ (Ilse Verburgh)
Veel centra bieden aan de ambitieuze of getalenteerde leerling naast de reguliere les extra scholingstrajecten aan. Soms is dat maatwerk, soms een talentenklas met vast programma. Vaak voorkomende onderdelen van deze trajecten zijn theoretische verdieping en presentatie.
18
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
New Arts Studio
Parnas: Talentenvoorziening beeldende kunst
Muzehof: Talentenklas
New Arts Studio is de kweekvijver in Deventer voor talent op het gebied van straatcultuur. In de studio maken talentgroepen gebruik van faciliteiten, zoals een danszaal en geluidsstudio. De talentgroepen werken zelfstandig aan hun talent. New Arts begeleidt de talenten artistiek, bij het stellen van doelen en bij verdere professionalisering, en biedt podia om op te treden.
In samenwerking met de Academie Minerva en de Kunstencentrum Groep in Groningen zijn twee programma’s tot stand gebracht voor talenten op het gebied van beeldende kunst. Op deze manier vindt Parnas aansluiting met de kunstvakopleiding voor iedereen die wil doorstromen.
De Muzehof Talentenklas is een groep leerlingen die wat betreft talent en motivatie net wat meer kunnen en willen dan de gemiddelde muziekschoolleerling. Dat kan inhouden dat ze zich ook willen voorbereiden op een eventuele vakstudie muziek, maar dat hoeft zeker niet. Veel deelnemers kiezen ook bewust voor een carrière als amateur.
www.leeuwenkuil.nl
www.parnas.nl
www.muzehof.nl
Deventer
Leeuwarden
Zutphen
Talentontwikkeling & amateurkunst
19
Categorie
4
Particuliere scholen Naast de centra voor de kunsten zijn er tal van particuliere scholen, veelal gericht op één discipline. Ook hiervoor geldt dat we de reguliere lessen niet tot talentontwikkeling rekenen. Maar er zijn veel scholen die meer aanbieden. Sommige particuliere scholen kennen een speciale klas voor talenten. Naast de reguliere lessen krijgen de kinderen in deze klas extra lessen. Ook worden deze talenten door de school voorbereid op een auditie voor een vakopleiding. Bij sommige particuliere aanbieders – vooral als ze zich school, academie of opleiding noemen – is het onduidelijk of de primaire doelgroep de toekomstige beroeps zijn en de ambitieuze amateurs bijvangst, of omgekeerd.
Foto: Hanne Nijhuis
20
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Kleiacademie Amsterdam
De Kleiacademie, opleidingscentrum voor keramiek, is een vaardigheidsopleiding voor volwassenen. De opleiding wil mensen van iedere leeftijd leren werken met klei. Individueel en ook in groepjes. Naast korte cursussen is er ook een volledige opleiding verdeeld over zes kwartalen in twee jaar ter voorbereiding op de kunstacademie of een andere vervolgopleiding. De opleiding is bedoeld voor iedereen vanaf 16 jaar.
www.kleiacademie.nl
Dans Creatie vooropleiding
Fotoschool
Dans Creatie geeft les in klassiek, jazz, modern, show, musical, tap, zumba, pilates, hiphop, breakdance, kids- en streetdance. De kleintjes kunnen al vanaf twee jaar starten met balletles.
Op de Fotoschool kunnen cursisten een basisopleiding volgen die als voortraject geldt voor de Fotoacademie (vakopleiding) en de Fotoschool Opleiding Toegepast Fotograaf (mbo).
De vooropleiding van Dans Creatie heeft tot doel de leerlingen voor te bereiden op een auditie voor een kunstvakopleiding en het geven van tips en advies aan de leerlingen en hun ouders.
De cursus, zo nodigt de Fotoschool ons uit, is met name interessant voor degene die op zoek is naar een intensieve cursus.
www.danscreatie.nl
www.fotoschool.nl
Naaldwijk, Wateringen
Eindhoven, Groningen,
Nijmegen en Rotterdam
Talentontwikkeling & amateurkunst
21
Categorie
5
Jeugdtheaterscholen en circusscholen Er zijn in Nederland bijna 150 jeugdtheaterinitiatieven. Een flink deel daarvan is klein: van vereniging tot kleine theaterafdeling van een centrum voor de kunsten. Ongeveer een derde is groter en biedt een opleiding met een meerjarig programma. Meestal is er onderscheid tussen de reguliere lesklassen en producties, waarvoor auditie moet worden gedaan. Als aansluiting op de vakopleidingen organiseert een aantal jeugdtheaterscholen een oriëntatiecursus voor leerlingen met beroepsambitie, de LOT (Landelijke Oriëntatie Toneelscholen). Het netwerk van zelfstandige jeugdcircussen is aanzienlijk kleiner, maar ook hier is er speciale aandacht voor de talentvolle leerling.
22
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Theaterschool Rabarber
Circus Elleboog
Grote Broer
Het aanbod van Theaterschool Rabarber is een goed voorbeeld van een doorgaande lijn: van beginner tot vakopleiding.
Circus Elleboog selecteert uit zijn ervaren deelnemers iedere twee jaar twee presentatiegroepen.
Ben je een ervaren speler bij Grote Broer (Kunsteducatie Nijmegen) en heb je twee circus-, theater- of musicalklassen doorlopen, dan kun je je inschrijven voor een productiegroep van Grote Broer.
Den Haag
Er zijn basisklassen voor beginnende kinderen en opleidingsklassen voor de meer gevorderden. Vanaf je 13e (na het tweede leerjaar) mag de leerling elk jaar meedoen aan de audities voor producties. Om te bepalen of een opleiding voor de leerling geschikt is, en zo ja welke, organiseert Rabarber de oriëntatiecursus LOT.
Amsterdam
Deze groepen bestaan uit 20 talentvolle jongeren van 12 tot 22 jaar, die met elkaar allerlei verschillende circustechnieken beheersen. Elke presentatiegroep maakt en speelt ieder jaar een voorstelling. Met deze voorstelling toeren de jongeren langs theaters en festivals door heel Nederland.
Nijmegen
Er zijn productiegroepen voor iedereen tussen 9 en 24 jaar. Je maakt met leeftijdsgenoten in een productiegroep een voorstelling met een professionele regisseur. Deze voorstelling speel je twee keer tijdens het Theaterfestival Grote Broer.
Voor leerlingen die na het behalen van het middelbare schooldiploma niet direct doorstromen naar een kunstvakopleiding, is er nog het Tussenjaar.
www.rabarber.net
www.elleboog.nl
www.grotebroer.com
Talentontwikkeling & amateurkunst
23
Categorie
6
Presentatieformats en showcases ‘Van één optreden leer je meer dan van 100 repetities’, zo luidt een gezegde uit de popsector. En daar zit wat in. ‘Talentontwikkeling kan ook ervaring opdoen met optreden zijn, van optreden leer je ook heel veel. KCG (provinciale kunstinstelling Kunst en Cultuur Gelderland) is dan ook, indirect, betrokken bij veel optredens en concerten.’ (Elsbeth Rozenboom) En dus worden optredens als instrument aangeboden. We doelen niet op het jaarlijks verenigingsconcert of de presentatie van de popschool. Het gaat om optredens voor een groot publiek, op een buitenfestival of ander groot evenement. Optredens, waarvoor - soms via competities - streng geselecteerd wordt en in een professionele omgeving: professioneel stagemanagement, geluid en licht. Of om optredens in een bijzondere setting: ‘Een student van ArtEZ wordt gekoppeld aan een jongere van de Kunstbende, ze gaan samen naar lessen en samen optreden. Van optreden leer je heel veel.’ (Marjolein Rietveld)
Foto: In the picture
24
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Bevrijdingsfestivals, Regiopodia
De Engelenbak, Open Bak
Noorderslag, Serious Talents
Op 5 mei vinden door het hele land de provinciale bevrijdingsfestivals plaats. Een aantal festivals heeft naast een hoofdpodium een tweede regiopodium voor regionaal talent.
Op dinsdagavond opent de Engelenbak in Amsterdam de deuren voor ambitieuze talenten, die zich voor het eerst presenteren voor een kritisch en onbevangen publiek.
Begin januari trekt popminnend Nederland naar het hoge noorden. Want in Groningen is dan Eurosonic Noorderslag. Daar is een Serious Talent-podium.
Bijna alles kan in de Open Bak: cabaret, theater, dans, muziek, stand-up, film en nog veel meer.
Maar ook op andere podia schitteren de Serious Talents. In totaal treden jaarlijks op Noorderslag rond de tien 3FM Serious Talents op. Dat zijn solisten of bands die door 3FM zijn geselecteerd.
Bands die nog onvoldoende naam of ervaring hebben om op het hoofdpodium te spelen, kunnen daar ervaring opdoen.
www.bevrijdingsfestivalzh.nl
Amsterdam
Gemiddeld vinden op een avond zes optredens plaats van niet langer dan 15 minuten.
www.engelenbak.nl
Groningen
www.3fm.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
25
Categorie
7
Wedstrijden en concoursen Er zijn heel veel wedstrijden voor amateurkunstbeoefenaars in Nederland. Er zijn wedstrijden voor groepen en wedstrijden voor individuele beoefenaars. Wedstrijden zijn niet per definitie talentontwikkeling, ook al doet iedere amateur extra zijn best als hij aan een wedstrijd meedoet. ‘Het gaat niet alleen om laten zien wat je kunt. Er moet wat ons betreft sprake zijn van leren en bewuste ontwikkeling.’ (Elsbeth Rozenboom)
Twee kenmerken kunnen ervoor zorgen dat er bij een wedstrijd van talentontwikkeling sprake is: • er moet een beoordeling plaatsvinden door deskundigen en het oordeel moet naar de deelnemer worden teruggekoppeld of • er moet sprake zijn van een aan de wedstrijd gekoppeld begeleidingstraject. ‘Met de winnaars van de Kunstbende - de nummers 1, 2 en 3 regionaal en landelijk, collectief en individueel - stellen we een leerplan op, waarin we de leerdoelen voor een jaar proberen vast te stellen.’ (Marjolein Rietveld) Een amateursector die concoursen als continue vorm van kwaliteitsbevordering inzet, is de hafabra.8) Standaard is hier sprake van een uitgebreide rapportage door speciaal voor dit doel opgeleide beoordelaars.
26
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Muziek: Prinses Christina Concours
Acht disciplines: Kunstbende
Beeldend: Talens Palet
Het Prinses Christina Concours organiseert concoursen voor scholieren in het voortgezet onderwijs en jonge studenten van het conservatorium. Alle deelnemers krijgen na afloop van hun optreden een persoonlijk gesprek met een aantal juryleden. Zij geven adviezen en nuttige tips. Het Prinses Christina Concours organiseert jaarlijks vele honderden concerten om prijswinnaars podiumervaring te laten opdoen. Tijdens de concoursweekends is er altijd een masterclass.
Kunstbende is een wedstrijd voor jongeren van 13 tot en met 18 jaar. In elke provincie van Nederland zijn voorronden. De winnaars van de voorronden gaan naar de finale en worden daarbij intensief begeleid. De winnaars van de landelijke finale krijgen een masterclass aangeboden. Per discipline kijken vakspecialisten kritisch naar de winnende act en ze organiseren daarna een masterclass op maat. Naast de wedstrijd biedt Kunstbende ook workshops aan en verzorgt ze coachingstrajecten voor jongeren.
Het Talens Palet is een prijs voor amateurschilders en -tekenaars die eens in de drie jaar plaatsvindt. Een literair fragment - gedicht of tekst is steeds het vertrekpunt. Iedereen die tekent of schildert in zijn of haar vrije tijd mag meedoen. Alle ingeleverde werken worden tentoongesteld, iedere deelnemer krijgt feedback op het werk in de vorm van een juryrapport. Het merendeel van de 45 voorronden organiseert in de ‘werkperiode’ één of meer werkbesprekingen.
www.christinaconcours.nl
www.kunstbende.nl
www.talenspalet.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
27
Categorie
8
Talentenshows op tv Een bijzondere categorie binnen de wedstrijden vormen de talentenshows op tv. Naast popmuziek zijn er inmiddels talentenshows voor onder andere dans, klassieke zang, koorzang en musical. De talentenshows vallen op door hun omvang. De laatste editie van X Factor had bijna 14.000 aanmeldingen. Bij het (voor de kijkers onzichtbare) eerste deel van het traject, de voorselectie voor de audities, valt 95% van de deelnemers af met als opgaaf van redenen: niet goed genoeg. Dat is zeker geen talentontwikkeling. Voor de meeste shows geldt dat hoe verder je komt, hoe meer je wordt begeleid en hoe meer je te weten komt over de beweegredenen van de jury. ‘De juryleden van X Factor begeleiden hun deelnemers één keer per week, soms wel vaker. Zo is Angela Groothuizen de hele week, 24 uur per dag, beschikbaar voor ‘haar’ deelnemers. Wij zijn daar bijna altijd bij. Verder is er een zangcoach en een choreograaf die met de deelnemers repeteert, dat zijn behoorlijk intensieve repetities.’ (Barry Schneider)
Door de jaren heen krijgt de begeleiding ook steeds meer aandacht. Voor de finalisten is er inmiddels in bijna alle gevallen wel sprake van een serieus ontwikkelingstraject. ‘Zodra een act door is, vragen we de deelnemers zo snel mogelijk hun ideeën op papier te zetten. Wij kijken ernaar en schaven eraan, zo komen we samen tot de uiteindelijke act. Wij geven tips voor aanpassingen. We voegen er ook veel aan toe; er kijken twee miljoen mensen naar, het moet gewoon goed zijn!’ (Barry Schneider) Veel meer dan de andere wedstrijden leiden talentenshows toe naar de beroepspraktijk. De winnaars krijgen direct een platencontract, een reeks betaalde optredens en treden veelal toe tot de gemeenschap van amusements-celebrities.
28
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
So You Think You Can Dance
X Factor
Korenslag
In So You Think You Can Dance wordt danstalent ontdekt. De dansers die na auditie overblijven, krijgen een ticket voor het ‘Bootcamp’. Daar moeten de kandidaten, onder begeleiding van professionals verschillende dansen instuderen, die ze aan de jury moeten voordragen. De groep die overblijft, mag naar het buitenland. Daar moeten ze aan de hand van gezamenlijke en individuele opdrachten laten zien wat ze in huis hebben.
Talentenjacht van RTL4 in de traditie van Idols met het grote verschil dat naast de deelnemers ook de juryleden met elkaar strijden om de winst. Bovendien is er in X Factor naast solisten ook plaats voor groepen en ouderen. Na de gebruikelijke auditieronde worden de deelnemers onderverdeeld in verschillende categorieën die ieder hun eigen jurylid als coach krijgen. De show bestaat uit verschillende rondes. In elke ronde vallen kandidaten af.
In deze talentenjacht voor koren strijden 16 koren om de titel ‘Beste koor van Nederland’.
Uiteindelijk worden voor de liveshows negen vrouwen en negen mannen in koppels ingedeeld, en de kijkers mogen stemmen welke danser of danseres zij het beste vinden. De winnaar mag een dansopleiding volgen, krijgt een geldprijs en een rol in een entertainmentproductie.
www.beeldengeluid.nl
Tijdens de uitzendingen voeren de koren liedjes uit die voor hen uitgekozen zijn en elke uitzending treedt een Nederlandse zanger(es) op met wie de koren zonder voorbereiding moeten meezingen. Per aflevering kiest de jury één koor dat doorgaat naar de kwartfinale, waarna kijkers telefonisch kunnen kiezen voor één van de drie overgebleven koren.
Uiteindelijk blijven er twee acts over die in de finale de laatste strijd aangaan met elkaar. De persoon die van de kijkers thuis de meeste stemmen krijgt, is de winnaar.
Na de eerste vier uitzendingen volgen twee kwartfinales, een halve finale en de finale.
www.beeldengeluid.nl
www.beeldengeluid.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
29
Categorie
9
Workshops en masterclasses Door het hele land worden aan amateurs losse cursussen gegeven in aanvulling op de reguliere beoefening. Vaak zijn de organisatoren stichtingen, speciaal voor dat doel opgericht. Ze richten zich op één discipline of instrument. De amateur leert daar niet de basisprincipes van de beoefening, maar verbreedt zich, of scherpt een bepaald aspect aan. Veel amateurs willen wel een keer een les van een beroemde of uitmuntende professional. In dat geval is er sprake van een masterclass. Vaak kunnen amateurs ook alleen als toehoorder aan een masterclass deelnemen. Een groeiend fenomeen is het deelnemen aan buitenlandse, actieve kunstreizen. In de Provence is er ‘s zomers geen kasteel waar niet onder leiding van een professioneel beeldend kunstenaar geschilderd wordt. Veel van die reizen zijn eerder een actieve vakantie of kennismaking. In een enkel geval is er sprake van talentontwikkeling.
30
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
IFFR: We Are Next
Free Tex: workshops, masterclasses
Popunie: MYB
Tijdens We Are Next, onderdeel van het Internationaal Film Festival Rotterdam, ontmoeten filmtalenten en filmprofessionals elkaar, om elkaar te inspireren, te motiveren en uit te dagen. Ervaren regisseurs vertellen waar zij inspiratie vandaan halen en hoe ze te werk gaan. Ze gaan in gesprek met filmtalenten over ambities en filmplannen en bekijken elkaars werk.
Onder de naam Free Tex biedt een collectief van vier textielkunstenaars workshops en masterclasses aan, waaronder een jaarlijkse masterclass (weekend) quilten.
Making Your Band is, met haar vele interactieve panels, dé plek voor jonge popmuzikanten om professionals te ontmoeten. Programmeurs, boekers, perspromotors, radiomakers en muzikanten geven inzicht in de manier waarop de muziekindustrie werkt.
Aanstormend talent wordt tijdens de masterclass We Are Next klaargestoomd voor de Nederlandse filmwereld.
Workshops gaan onder andere over het zelf verven van stoffen en het werken met voile.
Daarnaast kun je de demo van je band/act laten beoordelen door een panel, een fotoshoot krijgen en je biografie laten beoordelen. Ook kun je je laten beoordelen door op te treden voor een livepanel.
www.iffr.nl
www.freetex-artquilts.nl
www.popunie.nl
Rotterdam
De Masterclass Quilten geeft de gevorderde quiltster een extra uitdaging en verdieping in de surface design- en mixed media-technieken en zet aan tot het ontwikkelen van een eigen stijl.
Rotterdam
Talentontwikkeling & amateurkunst
31
Categorie
10
Ad-hoc- of voorbeeldensembles Veel amateurmuzikanten maken deel uit van meer dan één ensemble. Naast de reguliere, wekelijkse repetitie en de concerten van het ‘eigen’ ensemble doen ze in de weekenden of vakantieweken mee in een ad-hoc- of voorbeeldensemble. Er zijn lokale, regionale, landelijke en zelfs Europese varianten. We hebben het over podiumkunstbeoefening en daarbinnen voornamelijk over muziek. Daar waar bij muziek gesproken wordt over ad-hoc- of voorbeeldensembles noemen we de varianten bij musical, dans en theater school, academie of werkplaats. Het idee is dat je door deel te nemen aan activiteiten buiten de eigen vereniging je kunstbeoefening verbreedt. Je maakt kennis met andere amateurs, repertoire en werkwijzen. Voor veel ad-hoc-ensembles, zeker voor de landelijke voorbeeldensembles, moet je auditie doen. Daardoor kom je ook in een ensemble met een hoger niveau. Er is sprake van talentontwikkeling wanneer de deelnemers met extra activiteiten naar een hoger niveau worden gebracht. Enkele voorbeeldensembles hebben zich naar een dusdanig hoog niveau ontwikkeld, dat ze eerder gezien moeten worden als aanvulling op het kunstvakonderwijs dan als talentontwikkelingstraject binnen de amateurkunst. Zo werft het NJO alleen onder de betere conservatoriumleerlingen in binnen- en buitenland. Foto: Jean van Lingen
32
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
JeugdOrkest Nederland
Vocaal Talent Nederland
Nederlands Jeugd Accordeon Orkest
Het JON bestaat uit ongeveer 85 jongeren tussen de 14 en 20 jaar, afkomstig uit het gehele land. De orkestleden zijn voornamelijk middelbare scholieren die muzieklessen volgen aan muziekscholen, bij privédocenten en aan de vooropleidingen van de conservatoria. De repetities en concerten vinden plaats in weekenden en in de vakantie. Hierdoor kunnen de orkestleden blijven musiceren met het eigen orkest.
Onder VTN vallen vijf koren (Nationaal Kinderkoor Junior, Nationaal Jongenskoor, Nationaal Jeugdkoor Gemengd, Nationaal Kinderkoor en Nationaal Jeugdkoor Vrouwen) en een talentenklas. De stichting verzorgt wekelijkse lessen in lesplaatsen die verspreid liggen over Nederland, maandelijkse repetities op een centrale plek in Nederland en podiumervaring op grote podia, met vooraanstaande dirigenten. De verschillende koren van VTN zijn een middel tot muzikale ontplooiing.
Het NJAO bestaat uit jongeren in de leeftijd van 11 tot 25 jaar die op serieuze wijze aan muziekbeoefening willen doen. Het orkest bestaat uit ongeveer 45 leden. Acht tot tien keer per jaar komt het orkest bij elkaar om gedurende een weekend lang te repeteren. Er wordt een aantal keer per jaar opgetreden. Ook worden er ‘combi-weekenden’ georganiseerd waarin het NJAO en regionale jeugdorkesten elkaar ontmoeten.
www.jeugdorkest.nl
www.vocaaltalent.nl
www.njao.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
33
Categorie
11
Werkplaatsen en laboratoria Vooral in de disciplines theater en dans zijn er de afgelopen jaren een aantal werkplaatsen en productiehuizen voor amateurs opgezet. Er zijn grote verschillen tussen de doelgroepen die de werkplaatsen bedienen en ook het aanbod varieert. Soms ligt het accent op samenwerking, ontwikkeling en ondersteuning van het regionale veld, soms meer op het maken van een productie met, of het scholen van, individuele talenten. Onder de noemer ‘werkplaats’ schaart zich ook een aantal op productie gerichte initiatieven (theater, beeldend) voor verstandelijk of anderszins beperkten.
Foto: Jean Jacques Maouche
34
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Danscentrum Utrecht, Danslab
Theaterwerkplaats Tiuri
Buitenkunst, TheaterTalentLab
Het Danslab is een laboratorium waar amateurdansers zowel danser als maker zijn. Ze gebruiken hun reeds verworven danstechniek om hun eigen danstaal te verdiepen en nieuwe vormen te creëren.
Theaterwerkplaats Tiuri produceert theaterproducties en organiseert theateractiviteiten voor verschillende leeftijdsgroepen in de werkplaats en op locatie. In de theaterwerkplaats worden mensen met een beperking opgeleid tot theatermaker.
Buitenkunst (vooral bekend van de creatieve buitenvakanties) maakt onder de naam TheaterTalentLab producties met jong talent. Wie tussen de 16 en 25 jaar is, kan één of meer weken meedoen.
Door middel van danstechnische improvisatie- en compositieopdrachten leren de dansers zelf dans te maken en te structureren, en deze eventueel zelfstandig uit te werken tot een langere danscompositie.
www.dcu.nl
Breda, Roosendaal
De deelnemers leren acteren, dansen en bewegen, en krijgen inzicht in hoe een voorstelling wordt gemaakt. Ieder jaar worden door de spelers in zowel de vrijetijdsgroepen als de dagbesteding voorstellingen gemaakt en uitgevoerd.
www.theatertiuri.nl
Er worden workshops aangeboden in acteren voor de camera, tekst, scènestudie, stemgebruik, improvisatie en presentatie. Hiermee kan de deelnemer zich verder ontwikkelen.
www.buitenkunst.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
35
Categorie
12
Scholing van amateurkader Sommige beoefenaars laten zich scholen tot amateurkader (dirigent, dansleider, regisseur, etc.). Dat dient twee doelen. Ten eerste is er niet genoeg beroepskader om alle podiumkunstensembles te bedienen of is beroepskader voor een klein ensemble te duur. In dat geval komt het scholen van amateurkader de kwaliteit van het ensemble ten goede. Ten tweede kan het voor die beoefenaars een volgende, gewenste stap in hun amateurloopbaan zijn. In die zin is er zeker sprake van talentontwikkeling binnen de amateurkunst. ‘KCG initieert, samen met andere partijen, aanbod voor kader en middenkader, zoals een dirigentencursus. Sinds een paar jaar is er ook kaderaanbod ‘urban’. Ik zie dit als talentontwikkeling binnen de amateurkunst.’ (Elsbeth Rozenboom)
De provincie blijkt een logische schaalgrootte voor opleidingen tot amateurkader. Veel wordt provinciebreed aangeboden. Ook is er vaak betrokkenheid van provinciale instellingen. Voor de uitvoering tekenen over het algemeen (grotere) lokale centra. Bij veel opleidingen wordt gebruikgemaakt van erkende raamleerplannen. De volgende voorbeelden worden op verschillende plekken in het land aangeboden. Foto: Ton van Til
36
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
DC-Dance: Opleiding Docent Twirl
UCK: MDO
Bij DC-Dance (Katwijk en Spijkenisse) kun je een opleiding tot docent twirl volgen. De opleiding is landelijk erkend. De opleiding is voor amateurs die de ambitie hebben om les te geven, of die al lesgeven maar nog geen diploma hebben.
De Meerjarige Dirigenten Opleiding (voor koordirigenten) is een tweejarige intensieve cursus, die gebaseerd is op het Raamleerplan MDO.
Onder de noemer Frats (Fryske amateur teaterskoalle) organiseert Keunstwurk de kaderopleiding tot regisseur in het amateurtheater.
De cursisten krijgen les in vakken als: choreografie, batontechniek, verschillende dansstijlen, theorie majorette en twirlen, muziek, didactiek en psychologie.
Het koorpracticum, waarbij de cursisten voor het koor staan en al doende leren om leiding te geven aan het repetitieproces, vormt de kern van de opleiding. Bij het succesvol afronden van de cursus ontvangt de cursist het erkende Diploma Amateurkoordirigent.
De opleiding duurt in totaal drie jaar. Het eerste jaar kan ook gevolgd worden als korte regiecursus. Voor de mensen die stoppen na het tweede jaar, is er het Fratscertificaat. Degenen die de drie jaar afmaken, krijgen het landelijk certificaat.
www.dc-dance.nl
www.uck.nl
www.keunstwurk.nl
Utrecht
FRATS: Kaderopleiding ATR Leeuwarden
Talentontwikkeling & amateurkunst
37
Categorie
13
Activiteiten bij instellingen voor professionele kunst Het programma Het beste van twee werelden van het Fonds voor Cultuurparticipatie is er niet voor niets. Buiten dit programma zijn de initiatieven van de aanbieders van professionele kunst voor ambitieuze amateurs dun gezaaid. De meeste educatieve afdelingen van gezelschappen, podia en musea richten zich op het onderwijs of op de plaatselijke nogniet-beoefenaar. Het betreft bijna altijd kennismakingsprojecten met als doel de receptieve participatie te vergroten. Die hebben voor de instellingen een verklaarbaar belang. Ook bieden instellingen voor professionele kunst (podia, festivals en musea) bij tijd en wijle plaats aan amateurs om zich te presenteren. Dat zien we in dit kader niet direct als talentontwikkeling.
38
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
Toneelgroep Amsterdam
Scapino Ballet
Textielmuseum
Toneelgroep Amsterdam geeft amateurgezelschappen de mogelijkheid een eigen versie te maken van een stuk uit haar repertoire. Het stuk wordt opgevoerd in de Stadsschouwburg, in het toneelbeeld van Toneelgroep Amsterdam. Vooraf is er een coachingstraject op maat, deels voor de hele groep, deels voor individuele spelers.
Het Scapino Ballet organiseert de Scapino Academy Course: een ontmoeting tussen amateurdansscholen en professionals. Deze ontmoeting vindt plaats in de studio’s van Scapino in Rotterdam of op locatie. Op de Scapino Academy geven de topdansers van Scapino diverse workshops voor leerlingen (vanaf 14 jaar) en docenten van dansscholen uit Rotterdam en verre omstreken.
Het Audax Textielmuseum Tilburg organiseert regelmatig workshops voor volwassenen. De workshops worden begeleid door bekende ontwerpers, kunstenaars of deskundige docenten. Het experimenteren met textiele materialen en technieken staat centraal in deze workshops.
Toneelgroep Amsterdam wil zo amateurgezelschappen de kans geven zich verder te ontwikkelen.
www.toneelgroepamsterdam.nl
Rotterdam
Tevens worden de dansscholen uitgenodigd van tevoren een korte choreografie in te studeren, die zij aan het einde van de dag kunnen presenteren in het Scapino Studiotheater of op de locatie. Deze presentatie wordt daarna beoordeeld door een jury van professionals van Scapino.
www.scapinoballet.nl
Tilburg
Het TextielLab is het kloppende hart van het Textielmuseum; er staan textielmachines waarop ontwerpers, kunstenaars en studenten hun ontwerpen kunnen laten uitvoeren. Zij worden daarbij ondersteund door productontwikkelaars.
www.textielmuseum.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
39
Categorie
14
Aanmoedigingsprijzen en beurzen Aanmoedigings-, stimulerings- of talentprijzen zijn niet het resultaat van het winnen van een wedstrijd. Potentiële gegadigden kunnen zich (laten) aanmelden. Vervolgens kiest een commissie of jury de winnaar. Als tussenstap kunnen nog genomineerden aangewezen worden. Vaak wordt de winnaar op een gala-avond bekendgemaakt. Veel prijzen zijn gemeentelijk of provinciaal. Beurzen (stipendia) zijn er alleen voor professionele kunstenaars of leerlingen van een kunstvakopleiding.
40
Talentontwikkeling & amateurkunst
Voorbeelden
K&C, Drenthe
Kunstcircuit
Provincie Utrecht, ZIMIHC
De Talentprijs Drenthe is bestemd voor een talent (jong of oud) of een getalenteerde groep in Drenthe.
De Aanmoedigingsprijs wordt eens in de twee jaar door bureau Kunstcircuit uitgereikt met het doel veelbelovende (amateur)kunstenaars een extra stimulans te geven.
De Kei van Utrecht is een prijs die door de provincie Utrecht wordt uitgereikt. Het is een prijs ter bevordering en waardering van de amateurkunst in de provincie Utrecht.
Het doel van de Talentprijs is de winnaar te stimuleren zich verder te bekwamen. De prijs wordt tijdens het Kunst en Cultuur Gala Drenthe uitgereikt. Alle vormen van cultuur, op zowel professioneel als amateurniveau, komen in aanmerking: muziek, dans, toneel, theater, mime, popmuziek, beeldende kunst, architectuur, literatuur, film en nieuwe media.
www.kcdr.nl
Deventer
De prijs kan worden toegekend aan (amateur)kunstenaars die in Deventer zijn gevestigd en/of tot de culturele sfeer van Deventer behoren. Voor het kiezen van de winnaar wordt door Kunstcircuit een adviescommissie benoemd.
www.kunstcircuit.nl
De prijs wordt uitgereikt aan amateurkunstenaars in de provincie Utrecht met een bijzonder idee. De winnaars winnen een geldbedrag waarmee ze dit idee kunnen realiseren; ze worden daarbij geadviseerd en/of ondersteund door ZIMIHC huis voor amateurkunst.
www.keivanutrecht.nl
Talentontwikkeling & amateurkunst
41
Amateurs Na 25 beoefenaars te hebben geïnterviewd ontstaat een voorzichtig beeld van de Nederlandse amateur, dat onze vermoedens (en eerder onderzoek9)) bevestigt. De groep is bovengemiddeld opgeleid. Vrouwen vormen een meerderheid.10) Textiel is voor vrouwen, hiphop voor mannen. Verrast zijn we door de activiteiten. De groep blijkt zeer actief. Een aantal is lid van meerdere ensembles, een aantal beoefent meer dan één kunstdiscipline.
‘Ik zing in Toonkunstkoor, in het Campo Kwartet (vier mensen uit Toonkunst) en het Laurens Collegium.’ ‘Ik doe van alles: schilderen, tekenen, pastel; daarnaast schreef ik een kinderboek.’ ‘Ik maak abstracte beelden van steen en speel saxofoon.’
Er wordt veelvuldig opgetreden. Eén van de geïnterviewden treedt rond de 50 keer per jaar op met verschillende ensembles. Een catalogus van eigen werken, cd’s, al of niet in eigen beheer uitgebracht, krant, radio en tv: veel beoefenaars hebben gepubliceerd. Slechts vier van de 25 deden dat nog nooit. Het internet speelt daarbij een belangrijke rol. Of het nu op Facebook, YouTube, Flickr, de Talens Palet-website, de website van de weefkring of op een eigen website (!) is, van 44% van de geïnterviewden is werk op het internet te vinden. 56% heeft op dit moment ook nog les.
Aantal optredens (exposities) per jaar (n=25)
12% 28%
8%
0 1
16%
2-6 6-10 8%
28%
11-20 > 20
42
Talentontwikkeling & amateurkunst
Ook dit is een bevestiging van eerder onderzoek.11) Het beoefenen van amateurkunst bestaat niet alleen uit oefenen, spelen of scheppen, het is een conglomeraat van activiteiten waaraan de gemiddelde amateur enkele uren per week besteedt, een lifestyle. Aanleiding Gevraagd naar wat de aanleiding was om met het beoefenen van amateurkunst te beginnen, heeft ieder zijn eigen antwoord. Toeval speelt een zekere rol, maar er zijn drie hoofdlijnen te ontdekken.
Lijn 1: jong geleerd, met dank aan ouders en basisschool ‘Ik kom uit een muzikaal gezin, mijn vader speelde tuba in de fanfare. Ik speelde er trompet toen ik 11 jaar was. Het was oorlog. Ik weet nog dat we op Bevrijdingsdag gespeeld hebben.’ ‘Ik wilde sowieso graag een instrument spelen, dat hoorde erbij in ons gezin: een sport en een instrument. M’n zus speelde al accordeon toen ik begon met viool.’ ‘Ik ben met tekenen begonnen op de basisschool.’ ‘Ik had een tante met een weefgetouw.’
Lijn 2: keerpunt ‘In september ‘85 kwam ik in Rosmalen wonen. Ik wilde graag mensen leren kennen. Toen heb ik me aangemeld bij wat nu De Muzerije heet.’ ‘Toen de kinderen het huis uit waren dacht ik: ‘Nu ben ik aan de beurt.’’ ‘In 2007 ben ik begonnen. Toen mijn vader overleed besefte ik ineens: het leven kan kort zijn.’ ‘Op een gegeven moment kwam ik op een keerpunt in mijn leven, ik had huwelijksproblemen en begon mij af te vragen: “Wat wil ik nu echt met mijn leven?” Toen ben ik gaan schilderen.’ Talentontwikkeling & amateurkunst
43
Lijn 3: verwant werk ‘Ik heb een vak waarin ik veel schrijf (lerares basisschool), ik schrijf bijvoorbeeld de schoolgids, de informatieboekjes van school, de nieuwsbrieven aan de ouders; en ik schrijf ook veel met de klas.’ ‘Toen ik logopediste was, werkte ik met verstandelijk beperkte kinderen. Daarbij is het belangrijk langs zo veel mogelijk kanalen informatie te verzamelen. Je laat ze verhalen vertellen, praten, maar zich ook creatief uiten. Ik maakte altijd tekeningen bij hun verhalen.’
Zelfbeeld We interviewen vier beginners en 15 gevorderden, de rest zit er tussenin. Let wel, het zijn hun eigen woorden.12) Over wat ze doen, zijn ze, ongevraagd, behoorlijk precies. ‘Ik fotografeer architectuur.’ ‘Ik maak art quilts.’ ‘Ik maak nederhop’ ‘Ik zing klassiek 20ste-eeuws.’ ‘Mijn stijl is zwarte humor, een mix van Thijs de Boer, Maartje Wortel en Herman Brusselmans.’ Onderdeel van de identiteit is niet de discipline, maar een specialisatie binnen een subgenre van de discipline.13) Op de vraag heb je talent? antwoordt bijna iedereen: ‘ja’. Het maakt daarbij niet uit of men beginner of gevorderd is. Aan dat ‘ja’ gaat wel altijd ‘het is lastig om dat over jezelf te zeggen’ vooraf. Desgevraagd meet men het eigen talent: • door naar anderen te kijken/luisteren • uit reacties van de omgeving, liefst het artistiek kader • door aan wedstrijden mee te doen, zich te laten beoordelen door een jury.
44
Talentontwikkeling & amateurkunst
‘Ik meet dat af aan de reactie van anderen: medecursisten, familie en natuurlijk de docent.’ ‘Ik heb een landelijke wedstrijd gewonnen van het Weefnetwerk. Ik ben beoordeeld door een vakjury.’ ‘Ik heb de Grote Prijs van Zuid-Holland gewonnen. Dat is wel een bevestiging dat ik talent heb, denk ik.’
Betekenis Voor een flinke meerderheid (64% van de geïnterviewden) is het beoefenen van amateurkunst een ‘serieuze hobby’. ‘Het is een serieuze hobby, het wordt steeds belangrijker, hoe beter ik word.’ ‘Ik ben er elke dag mee bezig, ik kan niet zonder, het is de rode draad in mijn leven.’ ‘Het is meer een levensstijl dan een hobby.’ Een deel droomt ervan om er (in de toekomst) van te kunnen leven. Slechts drie beoefenaars geven aan dat het ‘gewoon een hobby’ is. Er blijkt geen relatie tussen het antwoord op deze vraag en het niveau. Beginners vinden even vaak dat er sprake is van een serieuze hobby als gevorderden.
‘Op de vraag heb je talent? antwoordt bijna iedereen: ‘ja’. Het maakt daarbij niet uit of men beginner of gevorderde is.’
Talentontwikkeling & amateurkunst
45
Ontwikkeling 92% had of heeft les. De helft bij een centrum voor de kunsten, de rest privé of bij een vereniging. Een enkele beoefenaar heeft les bij een kunstvakopleiding. Een deel heeft gedurende zijn carrière op verschillende manieren les gehad. Niet ongewoon is: beginnen bij het centrum voor de kunsten en op latere leeftijd privéles. Onze groep geïnterviewden blijkt op dit gebied niet representatief voor de modale Nederlandse beoefenaar uit de Monitor Amateurkunst. De geïnterviewden hebben vaker les (gehad) dan de modale Nederlandse amateur.14) Gevraagd naar de behoefte om zich verder te ontwikkelen en eventuele drempels daarvoor, eindigt ‘tijd’ op de eerste plaats van onze top 5 van gegeven antwoorden: Waar is behoefte aan voor een verdere ontwikkeling; meerdere antwoorden mogelijk (n=25)
Tijd
9
Feedback
7
Individuele coaching
7
6
Faciliteiten
Zakelijk advies
3
Gebrek aan tijd Amateurs en gebrek aan tijd, als we de activiteiten aan het begin van dit hoofdstuk bezien, dan was dat te voorspellen.
‘Ik probeer er veel tijd aan te besteden, maar het moet wel te combineren zijn met mijn werk. Soms neem ik vrije dagen op om te kunnen beeldhouwen.’
46
Talentontwikkeling & amateurkunst
‘Ik heb twee kleine kinderen en een baan, dus mijn tijd is beperkt.’ ‘Op een cursus krijg je veel inspiratie, maar ik heb er even geen tijd voor.’
Feedback en coaching Op een gedeelde tweede plaats staan feedback en individuele coaching. Ze worden vaak in één adem genoemd. De behoefte aan feedback is groter bij individuele beoefenaars (beeldend, schrijven). ‘Het is leuk om je werk te laten zien aan anderen.’ ‘Het is fijn als kunstenaars feedback geven op je werk, je kunt altijd meer leren, je krijgt meer inzicht in materialen, je hoort wat een ander ervan vindt; daar kun je mee verder.’ ‘Deelnemen aan wedstrijden is een stimulans. Het Talens Palet was de eerste keer dat ik zoiets deed. Het was net of ik toen ‘uit de kast’ kwam. Sindsdien doe ik overal aan mee.’ ‘Ik heb wel behoefte aan coaching: dat je feedback op je werk krijgt en tips als je vastzit.’ ‘Feedback van een docent op je werk is belangrijk. Ik heb behoefte aan tips om verder te komen en mijn talent te benutten. Ik leer ook van het commentaar op het werk van anderen.’
Feedback hoeft niet per se van een beroepskunstenaar te komen. Scheppende amateurs kunnen ook elkaars werk becommentariëren. Dat gebeurt in toenemende mate ook op het internet.
‘Ik heb behoefte aan coaching: dat je feedback op je werk krijgt en tips als je vastzit.’
Talentontwikkeling & amateurkunst
47
‘Flickr vervult voor mij een grote behoefte: je krijgt feedback, hebt contact met gelijkgestemden, krijgt tips, geeft tips, het is een vraagbaak. Het is een goed online platform voor fotografie. Ik zit in een Haags groepje van Flickeraars, sommigen ken ik ook ‘in het echt’. Er is in Den Haag wekelijks een Flickrmeet, daar ga ik af en toe heen. Met dat groepje hebben we ook onlangs in een galerie geëxposeerd.’
Faciliteiten Praktische belemmeringen zijn er ook. De meest genoemde is ‘ruimtegebrek’. ‘Binnen een paar jaar gaan de kinderen op kamers en heb ik de zolder als atelier.’ ‘Waar ik echt behoefte aan heb, is ruimte in huis om te schilderen, ik doe dat nu in de keuken, dan kun je je spullen niet laten liggen.’ ‘Wat er mist in Rotterdam, zijn goede concertlocaties voor ambitieuze koren.’ Zakelijk advies Bij de wannabe prof gaat het tijdsprobleem geleidelijk over in een zakelijk probleem: hoe kan ik er mijn brood mee verdienen? ‘Ik heb nog behoefte aan advies hoe ik de zakelijke dingen moet regelen als ik professioneler wordt.’ ‘Wat ik nog mis is ondersteuning in het ondernemerschap: het zijn van zzp’er, wat de financiële consequenties zijn van het steeds professioneler worden.’ ‘Wat nu welkom zou zijn is iemand die de cd-distributie voor z’n rekening neemt en optredens regelt.’ ‘Ik heb eigenlijk gewoon behoefte aan een manager.’
48
Talentontwikkeling & amateurkunst
Talentontwikkeling Hoe de 25 geïnterviewde amateurs tegen talentontwikkeling aan kijken, zien we in de scores op acht stellingen. Gemiddelde score op acht stellingen (n=25) Ik zet graag een stapje meer als ik daar beter van word
4,48
Sommige amateurs hebben meer talent dan beroepskunstenaars
3,78
Persoonlijke begeleiding, coaching, dat is wat ik graag zou willen
3,72
Optreden, jezelf presenteren, dat is talentontwikkeling
3,66
Gebrek aan tijd is de grootste drempel om meer met mijn talent te doen
3,48
Talentenjachten op TV, dat vind ik geen serieuze talentontwikkeling
3,43
Competitie, wedstrijden, daar word je beter van
3,08 Talentontwikkeling hoeft voor mij niet, ik doe het voor mijn plezier
2,52 1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
4,5
5
1 = helemaal niet mee eens 2 = niet mee eens 3 = neutraal 4 = mee eens 5 = zeer mee eens
Opnieuw blijkt dat er veel behoefte is aan persoonlijke begeleiding. Ook valt de ambitie op: amateurs zetten graag een stapje meer. De stelling ‘talentontwikkeling hoeft voor mij niet, ik doe het voor mijn plezier’ is de enige met een lagere score dan neutraal.
Talentontwikkeling & amateurkunst
49
Talentontwikkeling en amateurkunst Geen van de geïnterviewde deskundigen twijfelde aan het bestaan van talentontwikkeling binnen de amateurkunst. Allen benadrukten dat er tal van activiteiten tot talentontwikkeling gerekend kunnen worden die niet naar de beroepspraktijk of het kunstvakonderwijs toeleiden. Ook was men eensgezind over kennismakingsactiviteiten en reguliere beoefening: die zijn, hoe waardevol ook, geen talentontwikkeling. En dus richtten wij onze verrekijker op het deel van de kunstenpiramide waar de amateurs zich bevinden die een serieus stapje meer willen zetten om de beoefening te verdiepen. Ondertussen staat talentontwikkeling bij projecten, instellingen en beleidsmakers meer dan ooit in de belangstelling. Goed nieuws voor het rijkgeschakeerde palet van talentontwikkelingsactiviteiten dat we in het hoofdstuk aanbod beschreven, zou je zeggen. Tegelijkertijd is er echter een verschuiving waarneembaar in de positie van talentontwikkeling. In het evaluatieonderzoek15) naar talentontwikkelingsprojecten in de kunst- en cultuursector, presenteerde Bureau ART onlangs een nieuwe ‘talentontwikkelingspiramide’.16) ‘Er is een duidelijk verschil tussen de piramide van 2007 en die van 2010. De positie van amateurkunst is in de nieuwe piramide verschoven. In die van 2007 komt de amateurkunst er beter af. In de nieuwe piramide is er bij ‘verdieping’17) geen focus meer op mensen die er niet hun beroep van willen maken.’ (Peter van der Zant) Ook de opdracht aan het nog te vormen Fonds voor Podiumkunsten en Cultuurparticipatie laat die verschuiving goed zien. Een programma talentontwikkeling, gericht op de ondersteuning van jong talent in de fase voorafgaand aan het kunstvakonderwijs.18) En daarmee komt het einddoel van talentontwikkeling buiten de amateurkunst te liggen. Dat is minder goed nieuws.
50
Talentontwikkeling & amateurkunst
Bijlagen
Talentontwikkeling & amateurkunst
51
Bijlage 1
Noten 1) Niet onder de korenmaat, Bureau ART, 2007, p. 13. 2) Basisinfrastructuur 1.0, Raad voor Cultuur, 2008, p. 92. De Raad noemt daarnaast nog het bieden van presentatiemogelijkheden als vorm van talentontwikkeling. 3) Van de Straat, Talentontwikkeling in Rotterdam, Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, 2007, p. 9. 4) a) Niet onder de korenmaat, Bureau ART, 2007, p. 21. b) Zicht op … talentontwikkeling en cultuureducatie, Cultuurnetwerk Nederland, 2007, p. 15 c) Kunst van leven, Hoofdlijnen cultuurbeleid, Ministerie van OCW, 2007, p. 3 e.v. 5) Niet onder de korenmaat, Bureau ART, 2007, p. 21. 6) Het beste van twee werelden, Fonds voor Cultuurparticipatie, 2009, p. 11. 7) Meer verbindingen, Cultuurbeleid Provincie Gelderland, 2009-2012, Provinciale Staten Gelderland, 2008, p. 35. 8) Hafabra is een uitdrukking die gebruikt wordt als verzamelnaam voor de verschillende types blaasorkesten. Hafabra is een samenvoeging van harmonie, fanfare en brassband. Meestal worden drumbands ook tot de hafabra-wereld gerekend. 9) Nipo (Joep Wils) 1999, Motivaction 2001, Remko van Bork 2008, Kunstfactor 2009, 2010, 2011.
52
10) De Monitor Amateurkunst laat zien dat dit beeld overeenkomt met de actuele cijfers over de beoefening van amateurkunst. Zie Amateurkunst: Feiten en trends, Kunstfactor, 2011, p. 2-3 en 8- 9. 11) 395 minuten, amateur-popmuziek in Nederland, Remko van Bork, 2008, p. 22-24. 12) Gek is dat niet: gevorderde amateurs profileren zich eerder bij de instellingen waarvan wij de namen voor het onderzoek kregen. 13) 395 minuten, amateur-popmuziek in Nederland, Remko van Bork, 2008, p. 31-33. De onderzochte popmuzikanten in dit landelijk onderzoek lieten zich in maar liefst 115 subgenres onderverdelen. 14) Zie Amateurkunst: Feiten en trends, Kunstfactor 2011, p. 10-11. Nog niet de helft van de Nederlandse beoefenaars heeft les, of les gehad. Het verschil is te verklaren door de selectie van de geïnterviewden 15) Woekeren met talenten of woekeren met projecten, Bureau ART, 2010, p. 36. 16) Zie ter vergelijking de driedeling in hoofdstuk 3, het terrein van de amateurkunst. 17) De piramide kent vier fasen: ontkieming, verkenning, verdieping en professionalisering. 18) Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid, Halbe Zijlstra, 2011, p. 31.
Talentontwikkeling & amateurkunst
Bijlage 2
Lijst geïnterviewden Deskundigen
Amateurkunstbeoefenaars
Barry Schneider eindredacteur Blue Circle (Holland’s Got Talent en X Factor)
Geke Beenen beeldend: textiel
Gerdien Luttje-Jansen beeldend: schilderen, tekenen
Belle Bergsma muziek: viool
Robbert Meijntjes, letteren
Babette Berrocal beeldend: beeldhouwen
Saskia Oldenburg muziek: zang
Marja van Bochove beeldend: fotografie
Douwe Olthoff beeldend: tekenen
Ank Bolier beeldend: schilderen
Fieke Noordzij beeldend: tekenen
Vera Ellen van Bork letteren
Josta Onneweer muziek: zang
Ellis Buis muziek: hoorn
Riss Rissema muziek: popmuziek
Myrthe Chorfi letteren
Hilde van Schaardenburg beeldend: textiel
Joke van Dop beeldend: schilderen
Anne-Marie Schennink beeldend: beeldhouwen
Marjon Hoftijzer beeldend: textiel
Yasmin van Twist dans en theater
Monique Hulst beeldend: beeldhouwen
Bas Volkers muziek: zang
Arie van Kapel muziek: accordeon
Sigrid Waarsing beeldend: schilderen
Elsbeth Rozenboom senior beleidsmedewerker kunsteducatie, adviseur theater bij KCG Ilse Verburgh directeur Markant, Centrum voor Kunsteducatie Apeldoorn Marjolein Rietveld directeur Kunstbende Peter van der Zant directeur/eigenaar Bureau ART Toon Kets secretaris Fonds voor Cultuurparticipatie
Lucas Lenselink muziek: zang
Talentontwikkeling & amateurkunst
Talentontwikkeling & amateurkunst
53
Bijlage 3
Bronnen Bork, Remko van (2008). 395 minuten, amateurpopmuziek in Nederland. Utrecht: Kunstfactor et al.
Raad voor Cultuur (2008). Basisinfrastructuur 1.0. Den Haag: Raad voor Cultuur.
Drenth, Marjon, Zant, Peter van der (2007). Niet onder de korenmaat: Eindrapportage van een onderzoek naar talentontwikkeling op het gebied van kunst en cultuur in de provincie Drenthe. Gouda: Bureau ART.
Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (2007). Van de straat: Talentontwikkeling in Rotterdam. Rotterdam: Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur.
Fonds voor Cultuurparticipatie (2009). Beleidsplan 2009-2012. Den Haag: Fonds voor Cultuurparticipatie. Fonds voor Cultuurparticipatie (2011). Het beste van twee werelden. Utrecht: Fonds voor Cultuurparticipatie. Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (afdeling Kunst en Cultuur) (2007). Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2009-2012. Amsterdam: Gemeente Amsterdam. KCG (2011). Jaarbericht 2010. Arnhem: KCG. Laarakker, Karin (2007). Zicht op... talentontwikkeling en cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
SKVR (2007). Een leven lang kunsteducatie: Cultuurplan SKVR 2009-2012. Rotterdam: SKVR. Trienekens, Sandra (2011). Wrikken aan beeldvorming: Vier community art-projecten, Vier verhalen. Rotterdam: Kosmopolis Rotterdam. Vereniging CultuurProfielScholen (2008). Cultuurprofielplan. Utrecht: VCPS. Vereniging CultuurProfielScholen (2008). Ruim baan voor culturele toptalenten. Utrecht: VCPS. Windhorst, Margreet, Zant, Peter van der (2010). Woekeren met talenten of woekeren met projecten? Rapportage over de eerste fase van een evaluatieonderzoek naar talentontwikkelingsprojecten in de kunst- en cultuursector. Gouda: Bureau ART. Zijlstra, Halbe (2011). Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid. Den Haag: OCW.
Laarakker, Karin, Poll, Josefiene (2007). Talentontwikkeling. In: Kunstzone, Tijdschrift voor Kunst en Cultuur in het Onderwijs, jrg. 6, juli/augustus. Kunstfactor (2011). Amateurkunst: Feiten en trends, Monitor Amateurkunst in Nederland. Utrecht: Kunstfactor. OCW (2007). Kunst van leven, hoofdlijnen cultuurbeleid. Den Haag: OCW. Provinciale Staten van Gelderland (2008). Meer verbindingen: Cultuurbeleid Provincie Gelderland 2009-2012. Arnhem: Provincie Gelderland.
54 54
Talentontwikkeling & amateurkunst
Colofon Onderzoek en tekst Remko van Bork en Machteld Dicke (&Concept), Rotterdam Vormgeving BLADEN&CO, Utrecht Druk Ten Brink, Meppel Isbn/ean 978-90-8857-007-0 Met dank aan Hans Bijloo, hoofd Muziek Kunstfactor Diana Chin-a-Fat, coördinator SKVR Schrijversschool en Taaldrukwerkplaats Sylvia Hagers, hoofd SKVR Vrije Academie Nico Kervezee, projectcoördinator SKVR Francis Kilian, docent beeldend Scala Meppel Hubert Koniuszek, consulent amateurmuziek SKVR Harold Lenselink, senior beleidsmedewerker Kunstfactor Inge de Peinder, leider TalentenRoute dans SKVR Martin Scheijgrond, directeur Popunie Jan Severins, CultuurProfielSchool Gerrit van der Veen College, Amsterdam Hanny Spierenburg, adviseur textiel Kunstfactor Co Vleeshouwer, adviseur nieuwe media Kunstfactor Henk Visscher, CultuurProfielSchool Thorbecke VO, Rotterdam Irja Zeper, leider talentenklas muziek SKVR
© Kunstfactor Utrecht, februari 2012
Talentontwikkeling & amateurkunst is een uitgave van Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst, zet zich in voor een sterke amateurkunstsector. Dit doen we vanuit de overtuiging dat actieve kunstbeoefening een bijdrage levert aan de persoonlijke ontwikkeling van mensen en aan een creatieve, harmonieuze samenleving.
Talentontwikkeling & amateurkunst
kunstfactor sectorinstituut amateurkunst Kromme Nieuwegracht 66 Postbus 452, 3500 al Utrecht T +31 (0)30 711 51 00 www.kunstfactor.nl
[email protected]