Amateurkunst & publiek
2011
inhoudsopgave Inleiding Bezoeken Formele podia Informele podia Vergelijking formele en informele podia Amateurs en professionals Colofon
05 06 07 10 15 17 18
Inleiding
Inleiding Heel veel mensen zijn in hun vrije tijd actief met dans, toneel en muziek maar wie bezoeken hun uitvoeringen en hoeveel uitvoeringen worden er gegeven? De beeldvorming over aantallen voorstellingen en bezoekers wordt sterk bepaald door de jaarlijkse publicatie Podia, cijfers en kengetallen van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Deze publicatie bevat kengetallen van de Vereniging van Schouwburg– en Concertgebouwdirecties (VSCD). Deze getallen hebben betrekking op voorstellingen die te zien zijn in de zalen van de VSCD-leden. Die zalen maken echter slechts een bescheiden deel van het totaal uit. Ook de metingen van andere partijen, zoals de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) en Muziekcentrum Nederland, geven geen volledig beeld van de sector. Hoewel duidelijk is dat veel kunst- en cultuurbezoek buiten de reguliere podia plaatsvindt, zijn de aantallen nooit goed in kaart gebracht. Om hoeveel podia, optredens en bezoeken gaat het? Hoe is de verdeling over de verschillende genres, zoals muziek, toneel en dans? Om een antwoord op deze vragen te krijgen, hebben Kunstfactor en het Fonds voor Cultuurparticipatie de handen ineen geslagen. Wij hebben Adviesbureau Cultuurtoerisme gevraagd een onderzoek te doen naar podiumoptredens van amateurs en naar het bezoek aan deze voorstellingen. Dirk Noordman van het Adviesbureau Cultuurtoerisme heeft in het voorjaar van 2011 samen met zijn collega-onderzoekers het onderzoek voltooid. Het resultaat is te vinden in het rapport Amateurpodiumkunst & publiek, waarop deze samenvatting is gebaseerd. Dit onderzoek levert een compleet beeld op van de omvang en de vitaliteit van de amateurpodiumkunst. Het geeft een indruk van het aantal bezoekers (per type podium en per genre), aantallen podia (van sporthallen tot concertzalen) en aantallen optredens (van toneelvoorstellingen tot popconcerten). U kunt het volledige rapport downloaden via de sites van Kunstfactor en het Fonds voor Cultuurparticipatie: www.kunstfactor.nl bij publicaties en op www.cultuurparticipatie.nl bij verslagen en plannen. Wij hopen dat deze publicatie bijdraagt aan de kennis over amateurkunst. Dat één op de drie Nederlanders wekelijks actief is binnen de kunsten wisten we al. Maar dat er zo veel bezoeken plaatsvinden aan zo veel voorstellingen is ook voor ons een aangename verrassing. Tom de Rooij, Kunstfactor Jan Jaap Knol, Fonds voor Cultuurparticipatie
De amateurpodiumkunst in Nederland bloeit, zeker als het gaat om bezoekersaantallen. Dat is de uitkomst van het onderzoek Amateurpodiumkunst & publiek. Podiumoptredens van amateurkunstenaars trekken 20 miljoen bezoeken per jaar. Dat is bijna evenveel als het jaarlijkse bezoekersaantal aan musea.
Formele podia
AANTAL BEZOEKEN
In Nederland zijn ongeveer 870 formele podia te vinden. Op deze podia zijn jaarlijks meer dan 14.000 amateuroptredens te zien. Dat betekent dat er elke dag gemiddeld 39 amateurvoorstellingen te zien zijn in een schouwburg, theater of concertpodium. Bijna de helft van deze optredens vindt plaats op de poppodia. Schouwburgen en concertzalen zijn samen goed voor 25% van de optredens, gevolgd door culturele centra met 17%.
25.000.000
5.000.000
Bezoeken aan professionals op de formele podia (2009) 15,8 mln.
01 Aantal bezoeken
Bezoeken aan musea (2007) 20,8 mln.
10.000.000
Bezoeken aan optredens van amateurkunstenaars (2010) 20.1 mln.
20.000.000
15.000.000
aantallen gaat, is deze laatste categorie in dit onderzoek niet meegenomen. In dit rapport is onderzoek gedaan naar verschillende aspecten van amateurpodiumkunst: aantallen en soorten podia, aantallen en soorten optredens en bezoeken. Eerst gaan we in op de formele podia, daarna komen de informele podia aan bod.
Amateurs verzorgen optredens op zowel formele als informele podia. Formele podia zijn onder meer schouwburgen, theaters, concertaccommodaties en poppodia. Informele podia zijn te vinden in cafés, scholen, zorginstellingen en sporthallen. Daarnaast treden amateurs ook op straat en tijdens festivals op: hoewel het ook hierbij om grote
De formele podia moeten de amateurs delen met de professionele kunstenaars. Gemiddeld bevat het programma van een formeel podium 16 amateuroptredens per jaar. Het aandeel van de amateurvoorstellingen in de programmering van de kleine muziekpodia is het laagst, in die van de poppodia het hoogst.
Bezoeken formele podia De formele podia ontvangen ieder jaar 3,8 miljoen bezoeken aan een optreden van amateurkunstenaars. Poppodia lopen daarbij met 52% voorop, gevolgd door de podia van de VSCD (Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties) met 28%. Kleine muziekpodia, openluchttheaters en culturele centra ontvangen aanzienlijk minder bezoeken bij optredens van amateurs.
Formele podia
Bezoeken
Samenvatting Amateurkunst & publiek
AMATEURVOORSTELLINGEN BIJ FORMELE PODIA
BEZOEKEN (X 1000)
Toneel
Poppodia
1.997
Culturele centra VSCD Podia
Formele podia
Formele podia
PUBLIEK BIJ FORMELE PODIA
261 1.079
Kleine muziekpodia
38
Openlucht theaters
489
2.345
Klassieke muziek
1.496
Populaire muziek
7.196
Musical, operette, etc.
1.104
Cabaret, kleinkunst Overig
3.864
478
Dans, beweging
466 1.127 14.212
6,7%
51,7%
50,6%
10,5% 3,3% 7,8%
27,9%
02 Publiek bij formele podia
12,7%
1%
Waar gaan al die bezoekers naar kijken en luisteren? In meer dan de helft van die 14.000 optredens gaat het om populaire muziek. Dat varieert van gouwe ouwe tot heavy metal. Op de tweede plaats komen de toneelvoorstellingen met bijna 2.500 per jaar. Dans en musical op de formele podia zijn elk goed voor meer dan 1000 voorstellingen.
3,4% 7,9%
16,5%
Kijken we naar de bezoeken per genre, dan staat ook hier de populaire muziek op de eerste plaats met 53%. Toneelvoorstellingen zijn goed voor 16% van de bezoeken, de andere genres blijven daarbij achter.
03 Amateurvoorstellingen bij formele podia
Amateurpodiumkunstenaars treden niet alleen op in schouwburgen en concertzalen, maar ook in ruimtes waar je niet direct podiumkunst zou verwachten, zoals sporthallen, cafés, verzorgingstehuizen en scholen. Daarbij gaat het om aanzienlijke aantallen: tegenover de 870 formele podia staan ruim 15.000 informele podia waar amateurs optreden. Dat betekent dat er 17,5 maal zo veel informele als formele podia zijn. De helft van deze podia is in scholen te vinden. Ook de schoolmusicals in het primair onderwijs vallen hieronder. De horeca neemt met bijna 4.000 podia ongeveer een kwart voor zijn rekening, gevolgd door sociaal-culturele centra (1.700) en zorgcentra (1.400). INFORMELE PODIA MET AMATEURKUNST
04 Informele podia amateurkunst
Zorgcentra Sociaal culturele centra Primair onderwijs Overig onderwijs Sporthallen Horeca Totaal
ABSOLUUT 1.441 1.732 6.103 1.550 389 3.979 15.194
In de zorgcentra speelt men bijna altijd het Nederlands repertoire, op de andere informele podia vaak ook popmuziek. Musical en operette zijn goed voor 18%, vooral dankzij het grote aantal schoolmusicals dat jaarlijks wordt opgevoerd.
AANTAL AMATEURVOORSTELLINGEN BIJ INFORMELE PODIA PER GENRE Toneel
6.676
Klassieke muziek
10.011
Populaire muziek
68.806
Musical, operette, etc.
21.490
Cabaret, kleinkunst % 9,5 11.4 40,2 10,2 2,6 26,1 100
Op deze informele podia zijn jaarlijks 120.000 optredens van amateurs te zien. Daarbij valt op dat de aantallen optredens per categorie niet parallel lopen met de aantallen podia per categorie. Hoewel de horeca slechts een kwart van het aantal podia vertegenwoordigt, speelt bijna de helft van die optredens (46%) zich in cafés en feestzalen af (blz. 12). Met 21% van de optredens komen de zorgcentra op de tweede plaats. De helft van de podia is op scholen te vinden, maar het aantal optredens op scholen is maar 16%. Dit komt doordat veel scholen maar één of twee keer per jaar een voorstelling laten opvoeren (zoals de jaarlijkse schoolmusical). Populaire muziek staat ook bij de optredens op de informele podia op de eerste plaats met 57%.
8.799
Dans, beweging
Anders
Informele podia
Informele podia
Informele podia
3.334 800 119.916
57,4%
2,8%
05 Amateurvoorstellingen bij informele podia
17,9% 8,3% 7,3%
5,6%
0,7%
Horeca
54.905
Zorgcentra
25.035
Sociaal culturele centra
18.815
Primair onderwijs
14.706
Overig onderwijs Sporthallen
BEZOEKEN PER GENRE
4.963
BEZOEKEN (X 1000)
1.492
Toneel
119.916
20,9%
45,8%
916
Klassieke muziek
799
Dans, beweging
1.530
Populaire muziek
9.485
Musical, operette, etc.
3.058
Cabaret, kleinkunst Anders
Informele podia
Informele podia
bezoekersaantallen zijn dat de sociaal-culturele centra met 2,5 miljoen (16%). Onder aan de lijst trekken de sporthallen met 1% van de optredens toch nog 5% van het publiek. Dit komt doordat in de sporthallen vaak grotere producties te zien zijn.
AANTAL AMATEURVOORSTELLINGEN BIJ INFORMELE PODIA PER PODIUMSOORT
355 114 16.257
58,4% 06 Amateurvoorstellingen bij informele podia
18,8%
15,7% 1,2% 4,1%
12,3%
Bezoekersaantallen informele podia Met 16,3 miljoen bezoeken per jaar trekken de amateurkunstenaars op de informele podia ruim vier keer zo veel bezoeken als de formele podia. Optredens in de horeca zijn met 8,5 miljoen bezoeken per jaar goed voor ruim de helft van de bezoekersaantallen. Staan bij de aantallen optredens de zorgcentra op de tweede plaats, bij de
2,2% 0,7% 5,6% 9,4%
4,9%
07 Publiek bij informele podia
In totaal zijn er jaarlijks 134.000 optredens van amateurpodiumkunstenaars te zien op 16.000 podia. Dat betekent dat de Nederlander elke avond de keus heeft uit 367 voorstellingen van amateurs. Een paar cijfers over de verdeling tussen de formele en informele podia:
BEZOEKEN (X 1000)
Horeca
8.413
Zorgcentra
1.806
Sociaal culturele centra
2.588
Primair onderwijs
1.903
Overig onderwijs Sporthallen
PUBLIEK BIJ AMATEURVOORSTELLINGEN BEZOEKEN (X 1000)
702 845 16.257
11,1%
51,8%
15,9%
08 Publiek bij informele podia
11,7% 5,2% 4,3% Kijken we naar het aantal bezoekers per genre, dan zien we dat ook bij de informele podia de meeste bezoekers naar popconcerten door amateurbands gaan: hun aandeel is met 9,5 miljoen bezoeken 58% van het totaal. Musical en operette trekken 3 miljoen bezoeken (19%), dans 1,5 miljoen (9%). De andere kunstvormen zijn bij het publiek van de informele podia minder in trek.
FORMELE PODIA Toneel Klassieke muziek Dans, beweging Populaire muziek Musical, operette, etc Cabaret, kleinkunst Overig Totaal
BEZOEKEN 624 303 105 2.033 337 96 366 3.864
% 16,2 7,8 2,7 52,6 8,7 2,5 9,5 100
INFORMELE PODIA Toneel Klassieke muziek Dans, beweging Populaire muziek Musical, operette, etc Cabaret, kleinkunst Overig Totaal
BEZOEKEN 916 799 1.530 9.485 3.058 355 114 16.257
% 5,6 4,9 9,4 58,4 18,8 2,2 0,7 100
TOTAAL BEZOEKEN Toneel Klassieke muziek Dans, beweging Populaire muziek Musical, operette, etc Cabaret, kleinkunst Overig Totaal
BEZOEKEN 1.540 1.102 1.635 11.518 3.395 451 480 20.121
% 7,7 5,5 8,1 57,2 16,9 2,2 2,4 100
Vergelijking formele en informele podia
Informele podia
Vergelijking formele en informele podia
PUBLIEK PER INFORMELE PODIUMCATEGORIE
09 Publiek bij amateur voorstellingen
De informele podia nemen bijna 90% van alle amateuroptredens voor hun rekening. Het publiek voor amateurpodiumkunstenaars bezoekt vooral informele podia. Liefst 80% van de bezoeken betreft de informele podia (16 miljoen bezoeken, tegenover 4 miljoen op de formele podia). Bijna tweederde van de bezoeken betreft muziekoptredens. Veruit het meest bezochte genre bij de optredens van amateurpodiumkunstenaars is de populaire muziek. Populaire muziek op de informele podia is goed voor meer dan 50% van het totale aanbod aan amateuroptredens. Het aandeel van amateurtoneel op de formele podia is met 16% 2,5 maal zo hoog als op de informele podia (6%).
Buiten de podia Amateurpodiumkunstenaars zijn niet alleen te zien op de formele en informele podia. Zij treden bijvoorbeeld ook op in het kerkkoor, op straat en op festivals. Het gaat hier om grote aantallen amateurpodiumkunstenaars die bovendien grote aantallen luisteraars en kijkers weten te trekken. Deze aantallen zijn niet meegeteld in het genoemde totaal van 20,1 miljoen bezoeken aan optredens van amateurs.
Amateurs en professionals Hoe staat het nu met de relatie tussen het publiek aan amateurvoorstellingen en het publiek bij optredens van professionele musici, toneelspelers en dergelijke? In sommige gevallen is sprake van een publieksoverlap, maar niet altijd. Er zijn aanwijzingen dat bezoek aan amateuroptredens leidt tot bezoek aan voorstellingen van professionele kunstenaars. Zo heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau aangetoond dat er in de loop van de jaren meer beoefenaren voor populaire muziek naar de schouwburg zijn gegaan. Maar dat betekent nog geen causaal verband tussen het beoefenen van populaire muziek en schouwburgbezoek. Nader onderzoek is nodig om stevige uitspraken te kunnen doen over de publieksoverlap bij optredens van amateurs en professionals en over de causale relatie tussen de beide categorieën.
Wat het onderzoek wel laat zien, is de omvang en het belang van de amateurpodiumkunst. Zowel gemeten naar aantallen podia (16.000), naar optredens (134.000) als naar aantallen bezoeken (20,1 miljoen) is de amateurpodiumkunst een sector van formaat. De cijfers tonen bovendien aan dat het een vitale sector is, die zich een vaste plaats heeft veroverd in het culturele hart van Nederland.
Amateurs & professionals
Vergelijking formele en informele podia
• • • •
Colofon Verantwoording
Dit is een gezamenlijke uitgave van Kunstfactor en het Fonds voor Cultuurparticipatie.
Samenvatting rapport
Samenvatting van het rapport Amateurkunst & publiek, april 2011 door Adviesbureau Cultuurtoerisme. Dit rapport is te vinden op www.kunstfactor.nl bij publicaties en op www.cultuurparticipatie.nl bij verslagen en plannen.
Onderzoekers
Dirk Noordman Merel van Dijk Amanda Kool Anna Elffers (adviseur)
Begeleidingscommissie
Bewerking onderzoeksrapport
Andries van den Broek (SCP) Eline Kleingeld (VSCD) Hans Heimans (Kunstfactor) Lotte Volz (Kunstfactor) Toon Kets (FCP) Hans Heimans Toon Kets
Erik van der Spek
Tekstredactie
Neeltje, www.neeltje.nu
Ontwerp
Drukkerij Snep
Druk
Kunstfactor Sectorinstituut amateurkunst Kromme Nieuwegracht 66 Postbus 452 3500 AL Utrecht +31 (0)30 711 51 00
Fonds voor Cultuurparticipatie Kromme Nieuwegracht 70 Postbus 465 3500 AL Utrecht +31 (0)30 233 60 30
Citeren uit deze publicatie is toegestaan mits met bronvermelding. Kunstfactor en Fonds voor Cultuurparticipatie. Samenvatting Amateurkunst & publiek. Utrecht, april 2011.
Samenvatting Amateurkunst & publiek. Utrecht, april 2011.