Bijlage 1: Deelverordening subsidies amateurkunst na aanpassing
Deelverordening subsidies amateurkunst gemeente Tiel Beleidsterrein Subsidieterrein Doel subsidies:
Subsidievorm:
Kunst en Cultuur Amateurkunst 1. ondersteuning en waardering van amateurkunst-verenigingen vanwege ° het sociaal-maatschappelijke belang van de act iviteiten van amateurkunst-verenigingen ° de bijdrage aan het sociaal-culturele klimaat i n wijk of stad. 2. stimuleren van een divers aanbod van amateur-producties en openbaar toegankelijke presentaties vanwege hun bijdrage aan de bedrijvigheid en het culturele klimaat van Tiel. A. Waarderingssubsidie B. Eenmalige activiteitensubsidie
Hoofdstuk I: Waarderingssubsidie amateurkunst Artikel 1 Begripsbepaling Voor de toepassing van deze verordening wordt onder waarderingssubsidie verstaan: een subsidie die van jaar tot jaar wordt verleend voor de activiteiten van een organisatie zonder dat de hoogte afhankelijk wordt gesteld van de kosten van de activiteiten. De hoogte van de waarderingssubsidie wordt bepaald met behulp van een normbedrag en objectieve kwantitatieve gegevens.
Subsidievoorwaarden Artikel 2.1 Leden woonachtig in Tiel De aanvrager is een amateurkunstvereniging waarvan minimaal 50% van de leden woonachtig zijn in Tiel. Artikel 2.2 Bijdrage aan sociaal cultureel klimaat De aanvrager organiseert minimaal één keer per jaar een openbaar toegankelijke sociaalculturele activiteit die aansluit bij de reguliere culturele activiteiten van de aanvrager. Uit het activiteitenplan of jaarprogramma van de aanvrager voor het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd dient te blijken waaruit deze sociaal culturele activiteit (activiteiten) bestaat (bestaan).
Subsidieaanvraag Artikel 3.1 Aanvraagdatum Een aanvraag voor een waarderingssubsidie dient voor 1 april voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, schriftelijk te worden ingediend bij het college. Artikel 3.2 Aanvraagformulier Aanvragen voor een waarderingssubsidie amateurkunst kunnen worden ingediend door gebruik te maken van een hiervoor bestemd aanvraagformulier voorzien van de daarbij in artikel 3.3 genoemde gegevens. Artikel 3.3 Gegevens bij een aanvraag 1. Een aanvraag voor een waarderingssubsidie moet in ieder geval vergezeld gaan van de volgende gegevens: a. een korte beschrijving van de activiteiten die gepland zijn voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. b. een begroting van baten en lasten van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. 1
c. een opgave van het aantal leden op 1 januari voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. In deze opgave moet tevens het aantal leden worden vermeld dat woonachtig is in Tiel.
Subsidieverlening en subsidievaststelling Artikel 4.1 beslistermijn Het college van burgemeester en wethouders beslist op aanvragen uiterlijk binnen 8 weken nadat de gemeentebegroting is vastgesteld en uiterlijk 31 december voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor subsidie is aangevraagd. Artikel 4.2 Verdeelregels voor subsidieverlening a. Harmonie, fanfares, brass- of drumband, symfonieorkest, opera- / operette- of musicalgezelschap met in totaal minimaal 25 leden / deelnemers die voldoen aan de bovenstaande voorwaarden komen in aanmerking voor de volgende waarderingssubsidie per jaar: • 25 tot 50 leden: € 1.250,-• vanaf 50 leden: € 2.500,-b. Alle overige muziekensembles (andere gezelschappen dan bij a vermeld), koren of zangverenigingen of een vereniging of stichting op het gebied van theater, dans, beeldende kunst, fotografie of film/video met minimaal 12 leden / deelnemers die voldoen aan de bovenstaande criteria komen in aanmerking voor een waarderingssubsidie van € 500,-- per jaar. Artikel 4.3 Indexering waarderingsubsidies Het subsidiebedrag wordt jaarlijks door het college geïndexeerd in overeenstemming met de gemeentelijke begrotingsrichtlijnen. Artikel 4.4 Directe subsidievaststelling Iedere beschikking tot subsidieverlening van een waarderingsubsidie op basis van deze deelverordening is tevens de subsidievaststelling.
Hoofdstuk II: Eenmalige activiteitensubsidies amateurkunst Artikel 5 Begripsbepaling Voor de toepassing van deze verordening wordt onder eenmalige activiteitensubsidie verstaan: een subsidie voor een eenmalige activiteit of voor een project met een eenmalig en/of experimenteel karakter. Artikel 6. Subsidiecriteria a. De subsidie bedoeld in artikel 5 betreffende activiteitensubsidies amateurkunst wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die betrekking hebben op de productie en uitvoering van voorstellingen, concerten of tentoonstellingen waarbij voornamelijk amateur-kunstenaars betrokken zijn. b. De activiteit dient te worden uitgevoerd in Tiel en bij voorkeur in Tiel te worden ontwikkeld. c. De activiteit dient plaats te vinden in het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd tenzij het een productie van enige omvang betreft waarvoor substantiële verplichtingen worden aangegaan in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de productie wordt uitgevoerd. d. Eisen t.a.v. publieksbereik en publiciteit • De activiteit dient voor een breed publiek toegankelijk te zijn tenzij de activiteit specifiek gericht is op het bereiken van de doelgroep jongeren (tot 23 jaar) of ouderen (65+);
2
•
Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager redelijkerwijs voldoende zorg draagt voor de publiciteit en promotie teneinde zoveel mogelijk inwoners uit Tiel en de regio te informeren / bereiken.
Artikel 7 Uitsluitingen Aanvragen voor een eenmalige activiteitensubsidie voor culturele festivals, evenementen of concoursen waarbij de rol van een amateurvereniging of -gezelschap zich voornamelijk beperkt tot die van initiator of organisator komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van deze deelverordening voor het subsidieterrein amateurkunst. Artikel 8 Beperkende voorwaarden a. De raad stelt door middel van de vaststelling van de gemeentebegroting jaarlijks de hoogte van de storting vast in een voorziening voor subsidies voor amateurkunst. Deze storting en de eventueel nog beschikbare middelen in de voorziening bepalen voor het betreffende subsidiejaar het maximumbudget van de in dat jaar te verlenen subsidies voor de amateurkunst. b. De voorziening heeft een ingebouwd plafond bij €70.000,-c. Een aanvrager kan maximaal één maal per jaar in aanmerking komen voor een activiteitensubsidie indien deze subsidie – bij toekenning op basis van de in artikel 9 omschreven verdeelregels - € 2.500,-- bedraagt of meer. Artikel 9 Subsidieaanvraag Artikel 9.1 Aanvrager De aanvrager is een amateur-gezelschap of een samenwerkingsverband tussen amateurs en professionele kunstenaars. Artikel 9.2 Aanvraagdatum Een aanvraag voor een eenmalige activiteitensubsidie voor uitingen van amateurkunst wordt uiterlijk ingediend op: a. 1 februari voor de eerste verdeelronde b. 1 juni voor de tweede verdeelronde c. 1 oktober voor de derde verdeelronde. Artikel 9.3 Aanvraagformulier Aanvragen voor een eenmalige activiteitensubsidie voor uitingen van amateurkunst kunnen worden ingediend door gebruik te maken van een hiervoor bestemd aanvraagformulier voorzien van de in artikel 9.4 genoemde gegevens. Artikel 9.4 Gegevens bij een aanvraag Een aanvraag voor een eenmalige activiteitensubsidie moet vergezeld gaan van een gespecificeerde begroting met toelichting en beschrijving van de geplande activiteit. Artikel 10 Subsidieverlening Artikel 10.1 beslistermijn In afwijking van artikel 4.1 van de Algemene Subsidieverordening Tiel beslist het college van burgemeester en wethouders binnen acht weken na de sluitingsdatum van de verdeelronde waarvoor de aanvraag is ingediend. Artikel 10.2 Verdeelregels voor subsidieverlening die van toepassing zijn mits de voorziening het toelaat De verdeelregels bestaan uit de volgende componenten a. Bijdrage in de kosten voor professionele inbreng en ondersteuning; b. Bijdrage in de kosten van zaalhuur (Agnietenhof, Twentietoe, Maartenskerk of Dominicuskerk) en de technische ondersteuning; c. Bijdrage in kosten compositieopdracht, choreografieopdracht of script.
3
A. Bijdrage in de kosten voor professionele inbreng en ondersteuning o 20% van de kosten van de professionele artistieke begeleiding van de productie tot een maximum van € 2.000,-- per productie; o 10% van de honorariumkosten van een professionele solist of een begeleidingsorkest tot een maximum van € 1.000,-- per productie. B. Bijdrage in de kosten van zaalhuur en technische ondersteuning ° Subsidieregeling voor het gebruik van schouwburg Agnietenhof: 40% subsidie op de kosten van de zaalhuur incl. de technische ondersteuning tot een maximum van: • € 2.000,-- voor een productie waarbij een zaal één dag wordt gebruikt; • € 3.000,-- voor een productie waarbij een zaal twee dagen wordt gebruikt; • € 4.000,-- voor een productie waarbij een zaal minimaal drie dagen wordt gebruikt ° Subsidieregeling voor het gebruik van de grote zaal in Twentietoe: 40% subsidie op de kosten van de zaalhuur incl. de technische ondersteuning tot een maximum van: • € 250,-- voor een productie waarbij een zaal één dag wordt gebruikt; • € 500,-- voor een productie waarbij een zaal minmaal twee dagen wordt gebruikt. ° Subsidieregeling voor het gebruik van de Maartenskerk of de Dominicuskerk: 40% subsidie op de kosten van de huur van de Maartenskerk of de Dominicuskerk inclusief de kosten voor techniek en technische ondersteuning tot een maximum van € 250,-- per productie. C. Bijdrage in kosten compositieopdracht, choreografieopdracht of script 30% van de honorariumkosten van een of meerdere professionele kunstenaars tot een maximum van € 3.000,-- per productie bij: o het verstrekken van een compositieopdracht en/of o het verlenen van een choreografieopdracht en/of o het verlenen van een opdracht voor het schrijven van een script ten behoeve van de amateur-productie waarvoor de activiteitensubsidie wordt verleend. Artikel 10.3 Maximumsubsidie per aanvraag a. De subsidie voor een productie die één dag te zien en/of te beluisteren is bedraagt maximaal is € 5.000,-b. De subsidie voor een productie die meerdere aangesloten dagen te zien en of te beluisteren is bedraagt maximaal € 10.000,-Artikel 10.4 Wanneer is de voorziening toereikend De voorziening is toereikend voor het betreffende begrotingsjaar indien: a. op 1 februari van dat jaar minimaal € 30.000,-- beschikbaar is na aftrek van de benodigde middelen om de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen uit de eerste subsidieverdeelronde te betalen; b. op 1 juni van dat jaar minimaal € 20.000,-- beschikbaar is na aftrek van de benodigde middelen om de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen uit de tweede subsidieverdeelronde te betalen; c. op 1 oktober van dat jaar de voorziening toereikend is om de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen uit de derde subsidieverdeelronde te betalen. In alle andere gevallen is er sprake van een (dreigende) uitputting van de voorziening en zijn de in artikel 10.5 beschreven verdeelregels van toepassing Artikel 10.5 (Verdeel)regels voor de activiteitensubsidies in geval van (dreigende) uitputting van de voorziening. Regels: a. De waarderingsubsidies worden verleend en uitbetaald in januari van het betreffende subsidiejaar aan alle verenigingen die voldoen aan de criteria. 4
b. Het resterende bedrag in de voorziening is bestemd voor de eenmalige activiteitensubsidies. c. Een aanvrager voor een eenmalige activiteitensubsidie dient zich in het betreffende begrotingsjaar tot één aanvraag voor een activiteitensubsidie te beperken. Nieuwe aanvragen van organisaties die in het betreffende jaar al een verleningsbeschikking hebben ontvangen worden afgewezen. d. Indien het totaal van de resterende aanvragen voor activiteitensubsidies de beschikbare middelen in het betreffende begrotingsjaar vervolgens alsnog overtreft dan volgt een evenredige vermindering van alle voor dat jaar te verlenen activiteitensubsidies voor amateurkunst die zijn ingediend voor die verdeelronde(s) waarin er sprake is van (dreigende)uitputting van de voorziening. Artikel 11 Subsidievaststelling Artikel 11.1 Aanvraag tot vaststelling a. De subsidieontvanger dient binnen acht weken na afloop van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college. b. Indien de subsidieontvanger niet tijdig de vereiste gegevens voor de subsidievaststelling kan overleggen, kan de subsidieontvanger schriftelijk een gemotiveerd verzoek tot uitstel indienen. De subsidieontvanger moet in dit verzoek de datum vermelden waarop de vereiste gegevens beschikbaar zijn. c. Indien het college het verzoek om uitstel inwilligt is de uiterste termijn voor de indiening 16 weken na afloop van de activiteit waarvoor de subsidie is verleend. Artikel 11.2 Gegevens bij de aanvraag tot vaststelling Deze aanvraag moet vergezeld gaan van de financiële verantwoording en een korte inhoudelijke verantwoording van de activiteit waarvoor de subsidie is verleend. Artikel 11.3 Beschikking tot subsidievaststelling a. Het college beslist binnen 8 weken op een aanvraag tot subsidievaststelling tenzij er uitstel van het indienen van de gegevens is verleend b. Het college stelt de subsidie conform de verleningsbeschikking vast indien de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd en indien de subsidie- ontvanger aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Hoofdstuk III Aanvullende subsidie huisvesting decorbouw Artikel 12 subsidie Artikel 12.1 Voorwaarden subsidie huisvesting decorbouw Een subsidie wegens een bijdrage in de kosten voor huisvesting wordt slechts verleend indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de kosten betreffen uitsluitend huur exclusief de verbruikskosten van de nutsvoorzieningen; b. deze huur is verschuldigd vanwege een schriftelijke huurovereenkomst waarbij de verhuur door of namens de Gemeente Tiel geschiedt; c. deze huur vindt uitsluitend plaats ten behoeve van de bouw en/of opslag van decors, bedoeld voor de uitvoering van podiumkunsten door amateurgezelschappen;; d. de subsidieontvanger is een rechtspersoon, zonder winst- of commercieel oogmerk. Artikel 12.2 Informatieplicht ontvanger subsidie huisvesting decorbouw Indien na vaststelling van de subsidie op enig moment niet langer aan de in het vorige lid genoemde vereisten wordt voldaan, dient de subsidieontvanger dit binnen 30 dagen aan het college kenbaar te maken. artikel 13 Aanvraag, directe vaststelling en verrekening a. Artikel 2.1, derde lid en hoofdstuk 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Tiel 2005 zijn niet van toepassing b. De beschikking tot subsidieverlening omvat tevens het besluit tot subsidievaststelling. 5
c. De Gemeente Tiel is bevoegd om haar huurvordering op grond van de in artikel 12 genoemde huurovereenkomst geheel of gedeeltelijk te verrekenen met de verleende subsidie.
Hoofdstuk IV: Slotbepalingen Artikel 13 Algemene subsidieverordening van toepassing De Algemene Subsidieverordening gemeente Tiel is van toepassing tenzij in deze verordening van deze Algemene Subsidieverordening wordt afgeweken. Artikel 14 Inwerkingtreding Deze verordening treedt - onder intrekking van de ''Beleidsregels subsidiering amateuristische kunstbeoefening' – in werking op 1-1-2008. Artikel 15 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als 'deelverordening subsidies amateurkunst gemeente Tiel'. Artikel 16 Overgangsbepaling a. Aanvragen voor eenmalige activiteitensubsidies voor activiteiten die nog in 2007 plaatsvinden worden beoordeeld en verleend op basis van de 'beleidsregels subsidiering amateuristische kunstbeoefening'. De hoogte van deze eenmalige activiteitensubsidies worden – waar mogelijk – gerelateerd aan de activiteitensubsidies die in de jaren 2006 of 2007 voor vergelijkbare activiteiten zijn verleend. b. De aanvragen voor waarderingsubsidies voor het begrotingsjaar 2008 en aanvragen voor eenmalige activiteitensubsidies voor activiteiten die plaats vinden in 2008 worden beoordeeld en verleend op basis van de criteria en verdeelregels in deze 'deelverordening subsidies amateurkunst gemeente Tiel'. Artikel 16 Afwijken van de verordening Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening.
6