Besluit individuele voorzieningen Gemeente Tiel 2010
Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Hoofdstuk 2 Artikel 2 Artikel 3
Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel 5
Hoofdstuk 4 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8
Hoofdstuk 5 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20
Hoofdstuk 6 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26
Hoofdstuk 7 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29
Hoofdstuk 8 Artikel 30 Artikel 31
Hoofdstuk 9 Artikel 32 Artikel 33
Hoofdstuk 10 Artikel 34 Artikel 35 Artikel 36
Algemene bepalingen..............................................................................3 Begripsbepalingen......................................................................................................... 3
Het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming...........4 Algemene regels over het persoonsgebonden budget ................................................. 4 Algemene regels over de financiële tegemoetkoming .................................................. 4
Eigen bijdrage .........................................................................................5 Omvang van eigen bijdrage .......................................................................................... 5 Duur oplegging eigen bijdrage ...................................................................................... 5
Hulp bij het huishouden ...........................................................................6 Hulp bij het huishouden in natura.................................................................................. 6 Persoongebonden budget voor hulp bij het huishouden............................................... 6 Uitbetaling persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden ................................... 6
Woonvoorzieningen.................................................................................7 Voorziening in natura en in eigendom........................................................................... 7 Persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening........................................................................................................... 7 Persoonsgebonden budget voor een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening........................................................................................................... 7 Uitbetaling en verantwoording persoonsgebonden budget woonvoorzieningen .......... 7 Bijzondere bepalingen voor woningaanpassingen........................................................ 7 Verhuis- en herinrichtingskosten ................................................................................... 8 Financiële tegemoetkoming tijdelijke huisvesting ......................................................... 8 Financiële tegemoetkoming kosten huurderving........................................................... 8 Financiële tegemoetkoming kosten onderhoud, keuring en reparatie trapliften ........... 8 Financiële tegemoetkoming kosten verwijderen van voorzieningen uit een huurwoning ...................................................................................................................................... 8 Financiële tegemoetkoming bezoekbaar maken woning .............................................. 9 Financiële tegemoetkoming woningsanering ................................................................ 9
Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.......................................10 Norminkomen en vervoersvoorzieningen.................................................................... 10 Collectief vervoerssysteem (Regiotaxi Rivierenland).................................................. 10 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen............................................ 10 Uitbetaling en verantwoording persoonsgebonden budget vervoersvoorzieningen ... 11 Financiële tegemoetkoming voor gebruik eigen auto.................................................. 11 Financiële tegemoetkoming (rolstoel-)taxi .................................................................. 11
Rolstoelen .............................................................................................12 De vorm van de verstrekking....................................................................................... 12 Persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening ........................................... 12 Uitbetaling en verantwoording persoonsgebonden budget rolstoelvoorzieningen ..... 12
Overige voorzieningen...........................................................................13 Financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel..................................................... 13 Financiële tegemoetkoming voor sporthulpmiddelen.................................................. 13
Advisering en samenhangende afstemming ...........................................14 Verplicht advies ........................................................................................................... 14 Samenhangende afstemming ..................................................................................... 14
Slotbepalingen.......................................................................................15 Indexering.................................................................................................................... 15 Inwerkingtreding Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010.................... 15 Citeertitel ..................................................................................................................... 15
2 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: a. Verordening: de Verordening individuele voorzieningen Wmo gemeente Tiel b. Zorg in natura: in natura wil zeggen dat de gemeente de zorg of het hulpmiddel voor de aanvrager regelt. c. Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening, welke afgestemd wordt op het inkomen van de aanvrager. d. Norminkomen: de toepasselijke gebruteerde bijstandsnorm als genoemd in paragraaf 3.2 van de Wet werk en bijstand verhoogd met de in artikel 25 tweede lid van die wet bedoelde maximale toeslag. Bij personen van 65 jaar en ouder wordt uitgegaan van de normen voor deze categorie die gebaseerd zijn op de Algemene Ouderdomswet. e. Verzamelinkomen: het inkomen dat de belastingdienst vaststelt op basis van het inkomen uit werk en woning en de eventuele opbrengsten uit sparen dan wel beleggingen. De hoogte van de te betalen eigen bijdrage en het eigen aandeel Wmo wordt gebaseerd op het verzamelinkomen over het peiljaar. f. Peiljaar: het peiljaar is het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning wordt verleend. 2. Alle begrippen die in Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de voormalige Wet voorzieningen gehandicapten of de Verordening Individuele voorzieningen gemeente Tiel.
3 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming Artikel 2 Algemene regels over het persoonsgebonden budget 1. De aanvrager wordt door gemeente overeenkomstig het gestelde in artikel 6 van de wet geïnformeerd over de keuze tussen het ontvangen een voorziening in natura en of een hiermee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget. 2. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. 3. Bij verstrekking van een persoonsgebonden budget wordt géén eigen bijdrage ingehouden op het persoonsgebonden budget. Dat betekent dat de aanvrager, evenals bij zorg in natura, geld moet reserveren om de door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) opgelegde eigen bijdrage te betalen. 4. Verstrekking van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen, die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstige vermoeden bestaat, dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget 5. Voor de verantwoording van het persoonsgebonden budget hulpmiddelen en het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden gelden afzonderlijke verantwoordingsregels. 6. De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steekproefsgewijs plaats. 7. Nadere verantwoordingsregels persoonsgebonden budget hulpmiddelen op het gebied van woon, vervoer – en rolstoelvoorzieningen zijn opgenomen in de betreffende hoofdstukken.
Artikel 3
Algemene regels over de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming is een gedeeltelijke compensatie van de werkelijke kosten. Zolang de werkelijke kosten meer bedragen dan de financiële tegemoetkoming wordt geen eigen aandeel berekend.
4 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage Artikel 4 Omvang van eigen bijdrage 1. Bij de volgende voorzieningen (in natura of persoonsgebonden budget) is een eigen bijdrage verschuldigd: a. hulp bij het huishouden b. woningaanpassingen c. roerende en losse woonvoorzieningen d. scootmobielen e. ander vervoermiddel f. aanpassing eigen auto 2. De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt berekend aan de hand van het bepaalde in artikel 4.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Algemene Maatregel van Bestuur). Artikel 5 Duur oplegging eigen bijdrage 1. De duur van de oplegging van de eigen bijdrage is als volgt: a. Hulp bij het huishouden; de eigen bijdrage wordt per 4 weken voor de totale duur van de verstrekking in rekening gebracht. b. Roerende en losse woonvoorzieningen; maximaal 39 perioden van 4 weken. c. Woningaanpassingen (bouwkundige of woontechnisch); maximaal 39 perioden van 4 weken. d. Scootmobielen; maximaal 13 perioden van de 4 weken. e. Overige vervoersvoorzieningen maximaal 13 perioden van 4 weken. f. Aanpassing eigen auto; maximaal 13 perioden van 4 weken. 2. De eigen bijdrage bedraagt nooit meer dan de kostprijs van de voorziening.
5 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden Artikel 6 Hulp bij het huishouden in natura Bij hulp in het huishouden in natura wordt een onderscheid gemaakt in: HH 1: huishoudelijke werkzaamheden HH 2: huishoudelijke werkzaamheden met de nadruk op hulp bij de organisatie van het huishouden HH 3: hulp bij ontregelde huishouding. Bij hulp in het huishouden in natura kiest de aanvrager een van de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders en gaat daarmee een zorgovereenkomst aan. De gemeente betaalt de geleverde zorguren per 4 weken, tot maximaal wat is geïndiceerd, aan de zorgaanbieder tegen het contractueel vastgelegde uurtarief. Artikel 7 Persoongebonden budget voor hulp bij het huishouden 1. Bij de keuze voor een persoonsgebonden budget kiest de aanvrager voor een geldbedrag waarbij hij de hulp bij het huishouden zelf inkoopt 2. Bij de indicatiestelling door de gemeente wordt aangegeven hoeveel uren hulp bij het huishouden per week nodig zijn. 3. Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt in 2010 voor: HH1: € 14,00 per uur HH2: € 17,30 per uur HH3: € 20,40 per uur Artikel 8 Uitbetaling persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden Uitbetaling van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden vindt plaats in de eerste week van iedere periode van 4 weken waarin recht bestaat op een persoonsgebonden budget.
6 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 5 Woonvoorzieningen Artikel 9 Voorziening in natura en in eigendom 1. De volgende voorzieningen worden uitsluitend in natura en in bruikleen aangeboden: a. Mobiele tilliften b. Hulpmiddelen met een cataloguswaarde boven € 500.- en die geschikt zijn voor hergebruik . c. Trapliften. 2. Hulpmiddelen met een cataloguswaarde beneden € 500.- kunnen in eigendom worden verstrekt. Artikel 10
Persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening 1. Het persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van de indicatie van de Wmo indicatiesteller of het medisch advies.
2. Het persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het College geaccepteerde offerte. 3. Een persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening, wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woning. Artikel 11
Persoonsgebonden budget voor een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening 1. Het persoonsgebonden budget voor een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening, anders dan bedoeld in artikel 9 van dit Besluit, wordt vastgesteld op basis van de indicatie van de Wmo indicatiesteller of het medisch advies. 2. Noodzaak voor en de hoogte van de meerkosten van aanpassingen en/of opties wordt vastgesteld door en op basis van de indicatie van de Wmo indicatiesteller of het medische advies. 3. Het persoonsgebonden budget voor een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening, is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het College geaccepteerde offerte.
Artikel 12 Uitbetaling en verantwoording persoonsgebonden budget woonvoorzieningen De uitbetaling van het persoonsgebonden budget vindt plaats na het overleggen van de nota(-s) en een daarop volgende gemeentelijke inspectie van de woonvoorziening waaruit blijkt dat een (of meerdere) voorziening(en) is (zijn) gekocht c.q. aangebracht conform de gestelde indicatie in de beschikking. Rechten en plichten budgethouder zijn in de beschikking opgenomen. Artikel 13 Bijzondere bepalingen voor woningaanpassingen 1. De meerwaarde als bedoeld in artikel 21 van de verordening wordt bepaald door een beëdigde taxateur en vastgesteld door het college. Het college geeft opdracht tot het verrichten van een waardebepaling van de woning direct voorafgaand aan de verstrekking van de voorziening en direct na gereedmelding van de aanpassing. 2. De hoogte van de terugbetaling van de meerwaarde (antispeculatiebeding) bedraagt: a. voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde b. voor het tweede jaar 90% van de meerwaarde, c. voor het derde jaar 80% van de meerwaarde, d. voor het vierde jaar 70% van de meerwaarde, e. voor het vijfdejaar 60%van de meerwaarde, 7 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
f. g. h. i. j.
voor het zesde jaar 50% van de meerwaarde, voor het zevende jaar 40% van de meerwaarde, voor het achtste jaar 30% van de meerwaarde, voor het negende jaar 20% van de meerwaarde, en voor het tiende jaar 10% van de meerwaarde.
3. Een woningaanpassing dient binnen 12 maanden gerealiseerd te zijn. 4. De in het eerste lid bedoelde gereedmelding van de aanpassing dient door de woningeigenaar plaats te vinden binnen 12 maanden na het toekennen van de voorziening. Met deze gereedmelding verklaart de woningeigenaar ook dat bij het treffen van de voorziening(en) is voldaan aan de door het college gestelde eisen / voorwaarden waaronder de voorziening is verleend. Artikel 14 Verhuis- en herinrichtingskosten 1. De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 15 eerste lid onder a van de verordening bedraagt € 2.500,-. 2. Aan degene die op verzoek van het college een aangepaste (rolstoelgeschikte) woning verlaat kan een verhuiskostenvergoeding worden verstrekt van € 4.000,-. Artikel 15 Financiële tegemoetkoming tijdelijke huisvesting 1. Een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in artikel 15 onder e. van de verordening, kan verleend worden als de noodzaak voor tijdelijke huisvesting niet voorzienbaar was en de kosten gemaakt moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van: a. zijn / haar huidige woonruimtes b. de nog te betrekken woonruimtes. 2. De financiële tegemoetkoming wordt uitsluitend toegekend indien de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en als gevolg daarvan voor de aanvrager dubbele woonlasten ontstaan en deze redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen dat deze dubbele woonlasten ontstaan. 3. De hoogte van de financiële tegemoetkoming bedraagt de werkelijke kosten van de kale huur, tot een maximum van de bovengrens huurtoeslag per maand. Artikel 16 Financiële tegemoetkoming kosten huurderving In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte of mogelijk aan te passen woonruimte kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 3 maanden. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal het bedrag van de laatstgenoten kale huur. Artikel 17 Financiële tegemoetkoming kosten onderhoud, keuring en reparatie trapliften 1. De kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een in bruikleen verstrekte voorziening worden in natura verstrekt volgens de door het college gemaakte afspraken met leveranciers, installateurs en onderhoudsbedrijven 2. Indien de in het eerste lid bedoelde afspraken ontbreken, wordt de hoogte van de financiële tegemoetkoming vastgesteld op basis van algemeen gebruikelijke prijzen. Artikel 18
Financiële tegemoetkoming kosten verwijderen van voorzieningen uit een huurwoning 1. De financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 15 eerste lid onder h. van de verordening wordt verstrekt in de kosten van het verwijderen van woonvoorzieningen uit huurwoningen indien:
8 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
a. b.
de woning langer dan 3 maanden leeg staat en het is aannemelijk dat de woning niet binnen 6 maanden opnieuw verhuurd kan worden aan een persoon met een beperking of probleem die is aangewezen op een woning met de betreffende voorzieningen én de woning door aanwezigheid van de betreffende voorziening(en) niet verhuurd kan worden aan een persoon zonder beperking of probleem.
2. De hoogte van de vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van verwijdering van een voorziening bedraagt maximaal € 1000,-. Artikel 19 Financiële tegemoetkoming bezoekbaar maken woning De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning als bedoeld in artikel 15 eerste lid onder i. van de verordening bedraagt 100% van de kosten met een maximum van € 3.000,00. Artikel 20 Financiële tegemoetkoming woningsanering 1. Een financiële tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 15 eerste lid onder j. van een door het college geïndiceerde sanering van de slaapkamer van de verordening van de aanvrager wordt eenmalig verstrekt en is gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maximum van € 2.000,-. 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is afhankelijk van de afschrijvingstermijn van de te saneren artikelen: a. 100% indien het artikel nieuwer is dan twee jaar; b. 75% indien het artikel tussen de twee en vier jaar oud is; c. 50% indien het artikel tussen de vier en zes jaar oud is; d. 25% indien het artikel tussen de zes en acht jaar oud is;
9 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 6 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 21 Norminkomen en vervoersvoorzieningen 1. De in artikel 26 van de verordening bedoelde inkomensgrenzen per categorie bedragen per 2010 a. voor personen tot 65 jaar: - Gehuwden beiden tot 65 jaar € 27.080,- Alleenstaande tot 65 jaar € 20.822,- Alleenstaande ouder tot 65 jaar € 26.187,b. -
voor personen vanaf 65 jaar: Gehuwden beiden 65 jaar of ouder € 27.847,Alleenstaande 65 jaar of ouder € 19.966,Gehuwden, één partner 65 jaar of ouder € 26.833,Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder € 25.150,-
2. De inkomensgrens is gelijk aan 1.5 maal het norminkomen. Artikel 22 Collectief vervoerssysteem (Regiotaxi Rivierenland) 1. De voor het collectief vervoer geïndiceerde aanvrager kan tegen het gereduceerde Wmo tarief gebruikmaken van de Regiotaxi Rivierenland. Voor een rit betaalt de aanvrager het opstaptarief en voor iedere zone waar hij doorheen reist. Een rit moet minimaal 2 zones en kan maximaal 5 zones zijn. 2. Het tarief bedraagt € 0,50 per zone en is gerelateerd aan het blauwe strippen tarief zoals dat jaarlijks wordt vastgesteld voor het reguliere openbaar vervoer. 3. De aanvrager mag één reiziger ter begeleiding meenemen. De aanvrager betaalt dan het dubbele tarief. 4. Als speciale dienstverlening voor geïndiceerde reizigers noodzakelijk is om het gebruik van het collectief vervoer mogelijk te maken kunnen door het college speciale indicaties toegekend worden waarvan de extra kosten niet doorberekend worden aan de reiziger. 5. Bij meerdere belanghebbenden woonachtig in één leefeenheid zijn kosten van vervoer als algemeen gebruikelijk aan te merken als hun gezamenlijk inkomen in het peiljaar meer bedraagt dan 2 maal het norminkomen. 6. Het inkomen bedoeld in artikel 26 van de verordening is het inkomen in het peiljaar. Artikel 23 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen 1. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld na indicatiestelling en op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening. 2. Indien nodig wordt het persoonsgebonden budget verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en eventueel verplichte verzekeringen. 3. De noodzaak voor de aanpassingen en/of opties wordt vastgesteld op basis van de indicatie van de Wmo indicatiesteller of het medisch advies. 4. Het persoonsgebonden budget voor de vervoersvoorziening, aanpassing / opties wordt bepaald op basis van de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het College geaccepteerde offerte.
10 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Artikel 24
Uitbetaling en verantwoording persoonsgebonden budget vervoersvoorzieningen 1. Het persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor een periode van 7 jaar. Binnen deze 7 jaar wordt, zolang de beperking(en) van de aanvrager dit niet noodzakelijk maakt, voor dezelfde voorziening niet tweemaal een persoonsgebonden budget verstrekt. 2. Uitbetaling van het persoonsgebonden budget vindt plaats na het overleggen van de nota(-s) waaruit blijkt dat een voorziening is gekocht c.q. aangebracht conform de gestelde indicatie in de beschikking. Rechten en plichten budgethouder zijn in de beschikking opgenomen. 3. Het college behoudt zich het recht voor om een voorziening die aangeschaft is met het persoonsgebonden budget en niet langer door de aanvrager wordt gebruikt in te nemen en voor herverstrekkingsdoeleinden in te zetten. Een besluit over inname wordt altijd genomen als het persoonsgebonden budget meer heeft bedragen dan € 3.000,- en de voorziening binnen twee jaar niet meer gebruikt wordt. Inname betreft ook de door de aanvrager op eigen kosten aangebrachte opties.
Artikel 25 Financiële tegemoetkoming voor gebruik eigen auto 1. Een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto wordt verstrekt indien het primaat van collectief vervoer per regiotaxi Rivierenland voor de aanvrager om medische redenen niet toepasbaar is 2. De financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto bedraagt maximaal € 420,00 per jaar. Bij meerdere gebruikers binnen een leefeenheid is de maximale vergoeding 75% van dit bedrag per persoon. Artikel 26 Financiële tegemoetkoming (rolstoel-)taxi De regiotaxi Rivierenland bevat ook vervoer van rolstoelgebruikers. Incidenteel voorkomende meerkosten van de rolstoeltaxi zijn niet algemeen gebruikelijk en komen voor vergoeding in aanmerking indien vastgesteld kan worden dat reizen met de regiotaxi Rivierenland geheel niet mogelijk is. De maximale tegemoetkoming bedraagt dan € 500,- per jaar.
11 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 7 Rolstoelen Artikel 27 De vorm van de verstrekking Een rolstoelvoorziening wordt in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget aangeboden. Artikel 28 Persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening 1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt vastgesteld na indicatiestelling en op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening. 2. Indien nodig wordt het persoonsgebonden budget verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en eventueel verplichte verzekeringen. 3. De noodzaak voor de aanpassingen en/of opties wordt vastgesteld op basis van de indicatie van de Wmo indicatiestel(st)er of het medische advies. 4. Het persoonsgebonden budget voor aanpassingen / opties wordt bepaald op basis van de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het College geaccepteerde offerte. Artikel 29 Uitbetaling en verantwoording persoonsgebonden budget rolstoelvoorzieningen 1. Het persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor een periode van 7 jaar. Binnen deze 7 jaar wordt, zolang de beperking(en) van de aanvrager dit niet noodzakelijk maakt, voor dezelfde voorziening niet tweemaal een persoonsgebonden budget verstrekt. 2. Uitbetaling van het persoonsgebonden budget vindt plaats na het overleggen van de nota(-s) waaruit blijkt dat een voorziening is gekocht c.q. aangebracht conform de gestelde indicatie in de beschikking. Rechten en plichten budgethouder zijn in de beschikking opgenomen. 3. Het college behoudt zich het recht voor om een voorziening die aangeschaft is met het persoonsgebonden budget en niet langer door de aanvrager wordt gebruikt in te nemen en voor herverstrekkingsdoeleinden in te zetten. Een besluit over inname wordt altijd genomen als het persoonsgebonden budget meer heeft bedragen dan € 3.000,- en de voorziening binnen twee jaar niet meer gebruikt wordt. Inname betreft ook de door de aanvrager op eigen kosten aangebrachte opties.
12 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 8 Overige voorzieningen Artikel 30 Financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel De financiële tegemoetkoming voor de aanschaf en het onderhoud van een sportrolstoel bedraagt maximaal € 2.500,- voor een periode van drie jaar. Artikel 31 Financiële tegemoetkoming voor sporthulpmiddelen De financiële tegemoetkoming voor de aanschaf en het onderhoud van een sporthulpmiddel bedraagt de werkelijke kosten van het sporthulpmiddel tot een maximumbedrag van € 1.000,- per 3 jaar indien en voor zover er sprake is van meerkosten wegens het gebruik door mensen met beperkingen.
13 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 9 Advisering en samenhangende afstemming Artikel 32 Verplicht advies Het bedrag bedoeld in artikel 35 lid 1 onder a van de verordening bedraagt € 10.000,00. Artikel 33 Samenhangende afstemming Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 37 van de verordening indien van toepassing aandacht besteed aan: a. de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager; b. de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren, ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek; c. de woning en de woonomgeving van de aanvrager; d. het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager; e. de sociale omstandigheden van de aanvrager. Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
14 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010
Hoofdstuk 10 Artikel 34
Slotbepalingen Indexering
1. Het college kan jaarlijks per januari de in het kader van dit besluit geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de wijzigingen van het minimumloon en de daaraan gerelateerde uitkeringsnormen. 2. Indexering is niet van toepassing op door het college geaccepteerde offertes. Artikel 35 Inwerkingtreding Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010 1. Dit Besluit treedt, onder intrekking van de het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2010, in werking op de eerste dag na bekendmaking daarvan. 1. Het bepaalde in artikel 25 tweede lid treedt voor degene die een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen auto heeft, in werking op 1 januari 2011. Artikel 36 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010.
15 van 15 Besluit individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010