Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen Diabetes, Reuma, Continentie, Stoma, Longziekten(astma/COPD), Mammacare, Zorg voor kinderen met diabetes en Zorg voor kinderen met een longaandoening, Endoscopie MDL ziekten en Endoscopie Longziekten
© St. Antonius Academie, Nieuwegein. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze (hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de St. Antonius Academie te Nieuwegein.
Inhoudsopgave
1. Inleiding
4
2. Uitgangspunten
5
3. Taakgebieden, Competenties en Leerdoelen
6
4. Opzet en structuur
6
5. Leerinhoud
7
6. Literatuur en Leermiddelen
7
7. Portfolio
7
8. Toetsen en beoordelen
8
9. Aanvang en duur
9
10. Vrijstellingenbeleid
9
11. Lesrooster en lesdata
10
12. Studiebelasting
10
13. Opleidingsreglement
11
14. Gedragsregels
15
Bijlagen: 1. Korte beschrijving van de inhoud van de modulen 2. Begripsbepalingen
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
1. INLEIDING Deze studiegids is bedoeld voor de studenten van de Verpleegkundige Vervolgopleidingen: : • Diabetes mellitus. • Long (astma/COPD). • Reumatologie. • Stoma. • Mammacare. • Continentie. • Endoscopie Maag-darm-lever ziekten. • Endoscopie Longziekten • Zorg voor kinderen.met diabetes mellitus. • Zorg voor kinderen met een longaandoening. Studenten van een verpleegkundige vervolgopleiding zijn werkzaam in één van de volgende organisaties in de gezondheidszorg: • Algemeen ziekenhuis: verpleegafdelingen en/of poliklinieken. • Categoraal ziekenhuis. • Verpleeg- en verzorgingshuis. • Thuiszorgorganisatie. • Organisatie voor particuliere zorg. • Revalidatiecentrum. • Huisartsenpraktijk. • Gezondheidscentrum. • Hospice. • Uitzendorganisatie. • Herstellingsoord. • Bedrijven. In deze studiegids staan de uitgangspunten en de inhoud van het onderwijs centraal. Hierin zijn ook de voorwaarden, procedures en regelgeving rondom deze opleidingen opgenomen. De studiegids wordt gepubliceerd op de website www.antoniusacademie.nl . Mochten er na het lezen van deze studiegids nog vragen zijn, dan kan er contact opgenomen worden met het secretariaat van de Antonius Academie. Het onderwijs wordt uitgevoerd door praktijkexperts (artsen, verpleegkundigen en paramedici). Deze zijn allen werkzaam in de specifieke beroepspraktijk. Daarnaast begeleidt de opleider/adviseur van de academie ook leeractiviteiten in de academie. De student heeft gedurende de opleiding een leerarbeidsovereenkomst binnen een zorginstelling of beschikt voor de duur van de opleiding of stage over een stage- of leerwerkplek zodat zij zich in de praktijk kan bekwamen en kan voldoen aan de eisen voor het behalen van de proeve van bekwaamheid. De student werkt tenminste 24 uur per week binnen het specialisme, waarin zij wordt opgeleid. Van de student wordt verwacht dat zij computer- en internetvaardig is. Als een student niet voldoet aan de instroomeisen zal de academie een selectieprocedure toepassen. In deze studiegids wordt de student in de persoonsvorm zij of haar beschreven. Hiervoor kan ook hij of zijn gelezen worden.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
4
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
2. UITGANGSPUNTEN Bij de uitvoering van Verpleegkundige Vervolgopleidingen gelden de volgende uitgangspunten: • De opleidingen nemen de beroepspraktijk als vertrekpunt. • De beroepscompetenties 1,2 van de gespecialiseerd verpleegkundige zijn het uitgangspunt van de opleiding 3. • De leerplannen sluiten aan op de initiële opleiding tot verpleegkundige. • De leerplannen richten zich op het verwerven van generieke en specifieke beroepscompetenties, die in samenhang met elkaar worden geleerd. • Het leerplan van de opleiding is modulair van opzet. • Toetsing vindt plaats door middel van een Proeve van Bekwaamheid. • In de opleidingen krijgt de beroepsontwikkeling van de student als zelfstandig werkend gespecialiseerd verpleegkundige prominente aandacht. Naast het volgen van een volledige opleiding is het ook mogelijk enkele modulen naar keuze te volgen. Op basis van eerder verworven competenties kunnen aan studenten vrijstellingen worden verleend. Startmomenten van opleidingen en startdata van modulen staan vermeld op de website van de academie: www.antoniusacademie.nl .
1
Een beroepscompetentie is afgeleid van het beroepsdeelprofiel van de gespecialiseerde verpleegkundige (Vereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) en/of de betreffende beroepsvereniging). Een beroepscompetentie beschrijft de kennis, vaardigheden en het gedrag van de student, in relatie tot persoonskenmerken. Een beroepscompetentie is contextafhankelijk.
2
Indien er geen beroepsdeelprofiel beschikbaar is dan zullen de beroepscompetenties van de betreffende beroepsbeoefenaar worden afgeleid van beroepscompetenties van vergelijkbare beroepsbeoefenaren.
3
De opleidingen Endoscopie MDL- en Longziekten zijn ook toegankelijk voor doktersassistenten.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
5
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
3. TAAKGEBIEDEN, COMPETENTIES EN LEERDOELEN De Verpleegkundige Vervolgopleidingen hebben tot doel de student de vereiste competenties te laten verwerven, die haar in staat stelt de gespecialiseerde verpleegkundige zorg te verlenen aan patiënten met een bepaalde ziekte of aandoening. De structuur van de leerplannen is conform de indeling van de beroepsdeelprofielen (Algemene Vereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgenden 4 , AVVV, 2004) uitgewerkt in: • Taakgebieden. • Kerntaken. • Competenties. • Leerdoelen. Taakgebieden van een gespecialiseerd verpleegkundige De taakgebieden bestaan uit: 1. Zorgvragergebonden taken. 2. Professiegebonden taken. 3. Organisatiegebonden taken. Deze drie taakgebieden zijn uitgewerkt in kerntaken, competenties en leerdoelen, welke zijn ondergebracht in vijf modulen. De taakgebieden sluiten aan op het initiële onderwijs. Daar waar wenselijk is een doelgerichte overlap aangebracht. Voor het verwerven van de competenties voert de student één of meerdere modulen uit, waarbij vanuit iedere module een proeve van bekwaamheid afgelegd wordt.
4. OPZET EN STRUCTUUR Modulen Het leerplan van de opleiding is onderverdeeld in vijf modulen. Een module is een afgeronde leereenheid met een beperkte tijdsduur, die een inzichtelijk geheel van onderwijsleersituaties vormt en waarmee een onderdeel van de vereiste kwalificaties verworven kan worden. Elke module is duidelijk gerelateerd aan één taakgebied en één of meer competenties. De module is voor de student, docent en begeleider een handleiding bij het leren. Modulen hebben zoveel mogelijk een zelfstandige status. De modulaire structuur garandeert een vervolgopleiding waarbij: • maximaal aangesloten wordt op de werksituaties in de zorginstellingen; • een maximale flexibiliteit van de organisatie van het onderwijs mogelijk is; • een ruim vrijstellingsbeleid mogelijk is. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Het is van belang dat iedere student een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid toont ten aanzien van haar eigen leerproces. Bij het doorlopen van de opleiding wordt dan ook een actieve opstelling verwacht van de student. De leeractiviteiten vragen een gedegen voorbereiding en uitvoering. Met name studenten die niet bekend zijn met deze vorm van opleiden, moeten in het begin van de opleiding meer tijd besteden aan het indelen van studietijd en het bepalen van hun leergedrag. Begeleiding hierin door docenten en begeleiders in de academie en in de praktijk kan gevraagd worden. 4
Nu: Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
6
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
5. LEERINHOUD De inhoud van ieder leerplan is ondergebracht in de volgende vijf modulen: • Module 1 Chronisch zieken. • Module 2 Methodische beroepsuitoefening. • Module 3 Zelfmanagement en voorlichting 5 . • Module 4 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering. • Module 5 Bedrijfsvoering, beleid en beheer. De modulen 1, 3, 4 en 5 zijn generiek. Dat betekent dat de leer- en toetsopdrachten van toepassing zijn voor studenten van alle verschillende verpleegkundige vervolgopleidingen. De student past de leer- en toetsopdrachten toe bij zorgvragers uit de eigen beroepspraktijk. Module 2 is een specifieke module. De leer- en toetsopdrachten worden alleen uitgevoerd voor de betreffende verpleegkundige vervolgopleiding en worden toegepast in de eigen beroepspraktijk. In bijlage 1 staat een korte inhoudelijke beschrijving van de thema’s per module.
6. LITERATUUR EN LEERMIDDELEN Bij elke module worden literatuur en andere leermiddelen (verwijzingen naar internetpagina’s en losse publicaties, zelf samengestelde leermiddelen etc.) gebruikt. In enkele gevallen worden ook leerboeken gebruikt. Deze boeken dient de student zelf aan te schaffen.
7. PORTFOLIO Tijdens de Verpleegkundige Vervolgopleiding verwerft de student veel nieuwe kennis en vaardigheden, waarbij zij een persoonlijke ontwikkeling doormaakt. Om deze ontwikkeling voor zichzelf en anderen inzichtelijk te maken is een instrument ontwikkeld: het portfolio. Een portfolio is een overzicht: • van de verslaglegging van geleverde inspanningen en de feedback daarop; • met tastbaar bewijs van de geleverde prestaties. Het portfolio bestaat uit de volgende onderdelen: • de persoonlijke gegevens en de werkervaring van de student; • een overzicht van alle leeropdrachten voor in de praktijk en alle (praktijk)toetsen. In deze overzichten worden de uitgevoerde leer- en toetsopdrachten afgetekend. • de verslaglegging van de opleidingsgesprekken; • logboekgegevens, zoals: - voortgangsrapportages; - reflectieverslagen. • de plannen van aanpak. • Andere inhoud door de student te bepalen. Een portfolio is het eigendom van de student. Zij is dan ook verantwoordelijk voor het up-to-date houden van het portfolio.
5
De titel van module 3 voor de Endoscopie opleidingen is Communicatie en voorlichting.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
7
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
8. TOETSEN EN BEOORDELEN Het vaststellen van studieresultaten en het toekennen van een waardeoordeel vinden binnen de Verpleegkundige Vervolgopleiding regelmatig plaats. Een module wordt behaald door het met goed gevolg afleggen van een proeve van bekwaamheid. Met deze proeve wordt een module afgerond. Wanneer aan het einde van de opleiding alle proeven zijn behaald wordt het diploma van de betreffende opleiding uitgereikt. Een student die alleen een gedeelte van de opleiding heeft gevolgd, ontvangt een bewijs van deelname. De proeve van bekwaamheid kan bestaan uit één of meerdere van de volgende toetsen: • praktijktoets; • kennistoets (met gesloten meerkeuze vragen); • vrije vormtoets. Bij de beoordeling van een toets wordt gebruik gemaakt van de kwalificaties: voldoende of onvoldoende. De proeve van bekwaamheid moet op alle onderdelen met een voldoende beoordeeld zijn. Een behaalde proeve van bekwaamheid leidt tot een deelcertificaat voor de betreffende module. Op de proeven van bekwaamheid is de ‘Regeling proeven van bekwaamheid’ van toepassing (in deze studiegids opgenomen).
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
8
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
9. AANVANG EN DUUR De Verpleegkundige Vervolgopleidingen starten één tot vier maal per jaar. De startmaanden van de verschillende vervolgopleidingen zijn over het kalenderjaar verdeeld. De duur van de praktijkleerperiode wisselt per opleiding en varieert van 7 tot 12 maanden. De student moet gedurende de opleiding minimaal 24 uur binnen het betreffende vakgebied werkzaam zijn. De praktijkleerperiode kan in overleg met de praktijkinstelling worden verlengd. De leeractiviteiten in de academie zijn gepland in opleidingsdagen, verdeeld over meerdere lesblokken. Het aantal lesblokken varieert per opleiding. Voor de startdata en opleidingsdagen kunt u de website van de St. Antonius Academie raadplegen: www.antoniusacademie.nl
10. VRIJSTELLINGENBELEID De student kan voor onderdelen van de opleiding vrijstelling aanvragen. Vrijstelling kan verleend worden voor één of meerdere competenties en de daarbij behorende modulen en Proeven van Bekwaamheid. Vrijstelling wordt verleend op basis van eerder verworven competenties. De verantwoordelijk leidinggevende van de zorginstelling en de opleider/adviseur van de Antonius Academie besluiten hierover. Bij het bepalen van de vrijstelling spelen de volgende vragen een rol: • Welke kennis en vaardigheden heeft de student paraat met betrekking tot de competentie? • Welke diploma’s, getuigschriften en (deel)certificaten heeft een student reeds in haar bezit? • Welke praktijkervaring heeft de student opgedaan? Procedure aanvragen vrijstellingen De student dient een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot vrijstelling in bij de opleider/adviseur van de academie en stuurt een kopie aan de verantwoordelijk leidinggevende van de eigen zorginstelling. In dit verzoek moet weergegeven worden voor welke onderdelen van de opleiding vrijstelling wordt aangevraagd en op grond van welke argumenten dit gebeurt. Wanneer vrijstelling wordt gevraagd voor een volledige competentie of module, moet een kopie van het (deel)certificaat worden bijgevoegd. 1. Het verzoek tot vrijstelling moet uiterlijk één maand vóór de start van de opleiding ingediend zijn. 2. De opleider/adviseur van de academie beoordeelt met de contactpersoon van de zorginstelling het verzoek aan de hand van de bovenstaande vraagstelling. 3. De student wordt schriftelijk door de opleider/adviseur van de academie geïnformeerd over de beoordeling van het verzoek. Uitzonderingen De opleider/adviseur van de academie en de contactpersoon van de zorginstelling overleggen zonder tussenkomst van de student over eventuele vrijstellingen als de student daarvoor al een relevante verpleegkundige vervolgopleiding heeft gevolgd. Informatie over de eventuele vrijstelling in deze situatie kan in eerste instantie bij de zorginstelling verkregen worden.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
9
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
11. LESROOSTER EN LESDATA Aan het begin van de opleiding neemt de student deel aan de informatiebijeenkomst. Dan ontvangt zij informatie over de opleiding en neemt zij de studiematerialen in ontvangst. Het lesrooster wordt ongeveer vier weken voor aanvang van de opleiding per e-mail toegestuurd. Een lesdag bestaat uit twee dagdelen van vier of drie lesuren. Het maximaal aantal lesuren per dag is vastgesteld op zeven lesuren van 60 minuten. Een lesdag start om 09.00 uur en eindigt om 16.30 uur. Tussen de middag is er een half uur lunchpauze. Pauzes tussen de lessen vinden plaats in overleg met de docent. Lesdata staan op de website : www.antoniusacademie.nl . Op deze website worden ook eventuele roosterwijzigingen gepubliceerd. Studenten wordt geadviseerd daags voor een geplande lesdag te controleren of er roosterwijzigingen zijn.
12. STUDIEBELASTING De studiebelasting is het aantal uren dat de student besteedt aan de opleiding. Het betreft leeractiviteiten thuis en in de praktijk ter voorbereiding op de lesdagen, de leeractiviteiten op de lesdagen zelf en de leeractiviteiten thuis en in de praktijk na afloop van de lesdagen. De tijdsinvestering die thuis in de eigen tijd plaats vindt is naar schatting gemiddeld twee keer het aantal lesuren.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
10
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
13. OPLEIDINGSREGLEMENT Inleiding In het opleidingsreglement zijn drie regelingen opgenomen, namelijk een: • Algemene opleidingsregeling. • Regeling proeven van bekwaamheid. • Geschillenregeling. In bijlage 2 van deze studiegids worden de verschillende begrippen verduidelijkt, die in het opleidingsreglement beschreven staan. Algemene opleidingsregeling Artikel 1 Dit opleidingsreglement is van toepassing op alle Verpleegkundige Vervolgopleidingen, die door de Antonius Academie worden verzorgd. Artikel 2
In alle gevallen waarin het opleidingsreglement niet voorziet, beslist de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie.
Artikel 3
De begeleiding van de student in de praktijk vindt plaats door middel van (werk)begeleiding.
Artikel 4
De begeleiding van de student in de academie vindt plaats door de opleider/adviseurs van de academie en door inhoudsdeskundigen.
Regeling Proeven van Bekwaamheid De ‘Regeling proeven van bekwaamheid’ voorziet in een beschrijving van alle regels rondom de organisatie en de beoordeling van de Proeven van Bekwaamheid voor alle Verpleegkundige Vervolgopleidingen van de Antonius Academie. Artikel 1
Het behalen van een proeve van bekwaamheid leidt tot het verkrijgen van een deelcertificaat. Als alle deelcertificaten van de betreffende opleiding verkregen zijn, ontvangt de student het bijbehorende diploma.
Artikel 2
Tijdens de opleidingen worden vijf proeven van bekwaamheid afgelegd.
Artikel 3
Iedere praktijkinstelling komt bij aanvang van de opleiding met de student overeen welke Proeven van Bekwaamheid in welke opleidingsperiode behaald dienen te worden.
Artikel 4
Iedere Proeve van Bekwaamheid bestaat uit één of meer toetsopdrachten.
Artikel 5
De toetsopdrachten zijn (als onderdeel van de Proeve van Bekwaamheid) integraal verwerkt in de bijbehorende module.
Artikel 6
Toetsen worden bij voorkeur in de praktijkinstelling afgenomen. De kennistoets wordt in de academie afgenomen.
Artikel 7
Voor iedere toets is vooraf de grens onvoldoende of voldoende (de cesuur) vastgesteld.
Artikel 8
Voor iedere toets moet een voldoende behaald worden.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
11
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
Artikel 9
Bij een onvoldoende uitgevoerde toets krijgt de student één herkansing. De herkansing vindt op dezelfde wijze plaats als de oorspronkelijke toets, waarbij alleen de onderdelen die onvoldoende behaald zijn, opnieuw afgelegd moeten worden. Wordt de toets opnieuw met een onvoldoende afgesloten, dan wordt de student van verdere deelname aan de opleiding uitgesloten.
Artikel 10
In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de commissie proeven van bekwaamheid (zie artikel 14) en na overleg met de student, kan de student in de gelegenheid worden gesteld de onvoldoende gemaakte toets voor de derde keer af te leggen.
Artikel 11
Indien tijdens de opleiding blijkt dat de student niet de overeengekomen toetsen in de praktijkleerperiode heeft behaald, dan wordt de volgende procedure in acht genomen. Tijdens een opleidingsgesprek wordt vastgesteld welke toetsen alsnog behaald dienen te worden. Ook worden er afspraken gemaakt over: • de leerdoelen die eventueel voorafgaand aan de proeven in de praktijk behaald moeten worden; • de eventueel uit te voeren leeropdrachten; • de leervoorwaarden die hierbij overeengekomen worden; • de termijn waarbinnen de toetsen behaald moeten zijn. Deze termijn duurt minimaal een maand en maximaal twee maanden. Deze periode wordt afgesloten met een opleidingsgesprek. Wanneer ook in dit gesprek blijkt dat de student onvoldoende toetsen heeft behaald, moet de student de opleiding beëindigen.
Artikel 12
Als de student meent dat door bijzondere omstandigheden, buiten haar schuld om, niet alle toetsen behaald zijn dan dient zij een door de leidinggevende van de praktijkinstelling goedgekeurd en ondertekend verzoek in, waarin gevraagd wordt om uitstel van de niet behaalde toetsen. Dit verzoek moet bij de commissie proeven van bekwaamheid ingediend worden.
Artikel 13
In het geval dat de student in de eigen praktijkinstelling niet over de leerwerksituaties beschikt waarin de leer- en toetsopdrachten kunnen worden uitgevoerd, draagt de zorginstelling zorg voor een vervangende leerstage periode in een andere zorginstelling.
Artikel14
De commissie proeven van bekwaamheid bestaat uit: • twee opleider/adviseurs van de Antonius Academie (waarvan één de Verpleegkundige Vervolgopleiding in portefeuille heeft); • één vertegenwoordiger van de praktijkinstelling.
Artikel 15
Bij het voortijdig beëindigen van de opleiding ontvangt de student reeds behaalde deelcertificaten.
Artikel 16
De geldigheidsduur van een deelcertificaat van de Verpleegkundige Vervolgopleidingen bedraagt drie jaar. Binnen deze termijn kan de student de overige deelcertificaten behalen, om te komen tot een volledig diploma.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
12
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
Geschillenregeling Artikel 1
Iedere student heeft het recht van beroep tegen alle binnen de praktijk en de academie gestelde waarderingen gedurende de opleiding en de opleiding betreffend.
Artikel 2
Met waardering wordt de waardering van de toetsopdrachten bedoeld.
Artikel 3
Indien de student gebruik wenst te maken van het recht van beroep dan verplicht zij zich haar bezwaren tegen de waardering vooraf te bespreken met de verantwoordelijk leidinggevende van de zorginstelling of de opleider/adviseur van de Antonius Academie. De verantwoordelijk leidinggevende van de zorginstelling of de opleider/adviseur van de Antonius Academie krijgt hiermee de mogelijkheid geboden de waardering bij te stellen.
Artikel 4
Wanneer een student gebruik wenst te maken van het recht op beroep dient zij dit, op straffe van verval van de omstreden waardering, binnen dertig dagen schriftelijk ter kennis te brengen bij de directie van de zorginstelling waar zij werkzaam is of bij de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie (deze keuze hangt af van de plaats waar de besluitvorming over de waardering heeft plaatsgevonden). In deze kennisgeving dient de aanleiding van het beroep te worden gemeld. De schriftelijke kennisgeving wordt in kopie naar de directie van de zorginstelling of naar de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie gezonden.
Artikel 5
Zodra de kennisgeving van een geschil bij de directie van de zorginstelling waar zij werkzaam is of bij de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie binnenkomt, delegeert zij de zorg voor: A. de samenstelling van een commissie van beroep; B. het schriftelijk voorleggen van het geschil aan deze commissie.
Artikel 6
Een commissie van beroep bestaat uit drie personen. Beide partijen (eiser en gedaagde) wijzen een vertegenwoordiger aan die in onderling overleg een derde persoon als voorzitter aanwijzen. De leden van een commissie van beroep moeten deskundig zijn ter zake van het geschil met betrekking tot het opleidingsaspect en de bereidheid hebben tot objectiveren. De leden van de commissie van beroep mogen niet direct bij de omstreden waardering betrokken zijn.
Artikel 7
Tijdens de eerste bijeenkomst van de commissie van beroep moet de werkwijze en de beroepsprocedure vastgesteld worden. Informatie is pas dan relevant als alle commissieleden hierover kunnen beschikken. De informatie waarover men beschikt mag alleen ten behoeve van het onderhavige geschil worden gebruikt en mag, met uitzondering van de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie, nooit buiten de commissie van beroep bekend worden.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
13
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
Artikel 8
De commissie van beroep doet uiterlijk dertig dagen, gerekend vanaf de eerste bijeenkomst en na de partijen te hebben gehoord, een voor alle partijen bindende uitspraak. Bij de besluitvorming kunnen zich drie mogelijkheden voor doen: A. alle commissieleden komen eenstemmig tot een uitspraak; B. bij verschil van mening tussen de commissieleden is de stem van de voorzitter doorslaggevend; C. bij verschil van mening tussen de commissieleden en de voorzitter wordt de opdracht aan de directie van de zorginstelling is of aan de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie teruggegeven. De verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie start in dit geval binnen dertig dagen een nieuwe procedure met andere commissieleden.
Artikel 9
Een uitspraak kan alleen gedaan worden over het onderhavige geschil. Het genomen besluit is bindend. Daarnaast kan de commissie een vrijblijvend advies geven. Indien de commissie voorwaarden stelt ten aanzien van het besluit, maken deze voorwaarden deel uit van de bindende uitspraak.
Artikel 10
Het door de commissie genomen besluit moet mondeling aan alle betrokken partijen worden medegedeeld. Het besluit moet schriftelijk worden bevestigd. De directie van de zorginstelling of de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie draagt zorg voor archivering.
Artikel 11
De directie van de zorginstelling delegeert de fiattering en verdere afhandeling van gedeclareerde kosten van de voorzitter en/of het, namens de organisatie, zittende commissielid. De verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie regelt de afhandeling, indien het beroep betrekking had op een door de Antonius Academie gegeven waardering.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
14
Studiegids Verpleegkundige Vervolgopleidingen
15. GEDRAGSREGELS Algemeen ‘Doe maar gewoon’. Die regel zou goed genoeg moeten zijn. Geweld, vernieling, discriminatie, intimidatie, kortom: alle zaken die buiten de academie niet mogen, mogen ook binnen niet. Vanzelfsprekend zijn studenten en medewerkers van de Antonius Academie gezamenlijk verantwoordelijk voor een goed leer- en leefklimaat. In dit verband is ook het verbod op het gebruik van mobiele telefoons binnen de onderwijsruimten van de academie verklaarbaar. Eén van de belangrijkste gedragsregels is ‘het tonen van respect’: respect tussen studenten en medewerkers, maar ook tussen studenten onderling. En niet te vergeten respect voor eigen en andermans spullen. Veiligheid Studenten en medewerkers moeten zich houden aan de veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn. Dat geldt in de academie, maar ook in de zorginstellingen. Het is de taak van iedereen om er zorg voor te dragen dat de veiligheid in en buiten deze gebouwen gewaarborgd is. De aanwezigheid van studenten wordt per dag geregistreerd. In geval van ontruiming dienen studenten de aanwijzigen van de medewerkers van de bedrijfshulpverlening op te volgen. Specifieke instructies hierover worden bij aanvang van de opleiding door de opleider/adviseur gegeven. Voorzieningen In het Open Leercentrum hangen instructies voor het gebruik van de computers en het kopieerapparaat. Er wordt van de student verwacht dat deze regels worden gerespecteerd en opgevolgd. Ook bij het gebruik van het praktijklokaal wordt van de student verwacht dat er zorgvuldig met materialen wordt omgegaan. Aansprakelijkheid De Antonius Academie is niet aansprakelijk voor diefstal, vermissingen of schade die wordt toegebracht aan eigendommen van studenten, tenzij er sprake is van grove schuld of opzet van de medewerkers. Studenten die aan de academie, leermiddelen of andere eigendommen van de academie schade toebrengen zijn voor die schade aansprakelijk. Alcohol, tabak en drugs Het bezit en gebruik van alcohol of drugs is niet toegestaan. Voor het gebruik van tabak geldt dat er binnen de Antonius Academie niet mag worden gerookt. Klachten Als Antonius Academie doen wij er alles aan om fouten te voorkomen en – als ze toch zijn gemaakt – deze zo goed mogelijk af te handelen. Studenten kunnen met hun klacht terecht bij degene die de klacht veroorzaakt heeft. In de meeste gevallen wordt het probleem dan naar tevredenheid opgelost. Als dat niet lukt kan de klacht worden neergelegd bij de directeur van de Antonius Academie.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
15
Bijlagen
Bijlage 1 Korte beschrijving van de inhoud van de modulen Hieronder volgt eerst de omschrijving van de inhoud van de generieke modulen 1, 3, 4 en 5. Deze modulen zijn voor studenten van de volgende verpleegkundige vervolgopleidingen van toepassing: • Diabetes mellitus. • Long (astma/COPD). • Reumatologie. • Stoma. • Mammacare. • Continentie. Module 1: Chronisch zieken Door de vergrijzing, het succes van de medische technologische vooruitgang en door de toename van ongezonde leefstijlgewoontes, stijgt het aantal mensen met een chronische ziekte. Ook hebben mensen steeds vaker meerdere aandoeningen tegelijkertijd. Dit heeft consequenties voor de patiënt zelf, de zorg en de maatschappij. Dat betekent dat een zorgvrager met een chronische ziekte moet leren omgaan met de ziekte en zijn leven hierop moeten aanpassen. In deze module, die gericht is op zorgvragergebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Visie op chronisch zieken, de prevalentie en de gevolgen van chronische ziekten De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarbij de student een nieuwsbrief maakt. Module 3: Zelfmanagement en voorlichting De gespecialiseerd verpleegkundige heeft een belangrijke rol in het bevorderen van zelfmanagement, preventie en educatie. Om te komen tot zelfmanagement moet de zorgvrager bewust zijn van de oorzaken en gevolgen van zijn ziekte, moet hij in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedrag en moet hij gemotiveerd zijn deze verantwoordelijkheid te dragen. Om een zorgvrager hierbij te ondersteunen geeft de gespecialiseerd verpleegkundige voorlichting over zaken die gerelateerd zijn aan de gezondheidsproblematiek of behandeling. Dit heeft tot doel om de zorgvrager de ziekte te laten integreren in zijn dagelijkse leven en de ziekte of de gevolgen daarvan zelf te managen Binnen de gespecialiseerde zorg zijn communicatie en voorlichting erg belangrijk. De module richt zich op de verschillende onderdelen van voorlichting: informatie, instructie, educatie en begeleiding. De vaardigheden met betrekking tot zelfmanagement en voorlichting worden getraind met behulp van een trainer-acteur. In de module, die gericht is op zorgvragergebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Zelfmanagement • Voorlichting. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarbij de student een voorlichtingsgesprek uitvoert.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
1
Module 4: Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering blijven actueel omdat de beroepspraktijk voortdurend aan verandering onderhevig is. Kwaliteitszorg staat binnen zorginstellingen hoog op de agenda. Jaarlijks worden onderzoeken gepubliceerd waarmee zorginstellingen soms de publiciteit halen, in positieve maar ook in minder positieve zin. Iedere gespecialiseerd verpleegkundige of assistent is medeverantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid van haar zorginstelling. Van endoscopie verpleegkundigen en assistenten wordt verwacht dat zij daar een bijdrage aan leveren en dat zij bijdragen aan de professionalisering van hun eigen beroepsgroep. Het bijhouden van de eigen deskundigheid is een eigen verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren. In de module, die gericht is op professiegebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering: De competenties • Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering: Het werkplan De module wordt afgesloten met een praktijktoets. Module 5: Bedrijfsvoering, beleid en beheer De gespecialiseerd verpleegkundige levert een belangrijke bijdrage aan het beleid en beheer van materiële en financiële middelen, personele zorg en de organisatie van de werkzaamheden. Hierbij kan het gaan om toepassing van methoden, technieken, producten, materialen en registratie- en rapportagesystemen. Een goed beleid en beheer is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van het team en het uiteindelijk leveren van goede kwaliteit van zorg. Steeds vaker voeren gespecialiseerd verpleegkundigen min of meer zelfstandig een verpleegkundig spreekuur uit en vervullen zij een consultfunctie voor ander beroepsbeoefenaren. Een gespecialiseerd verpleegkundige is veelal lid van een multidisciplinair team. Vanuit haar eigen deskundigheid en verantwoordelijkheid neemt zij in dit team een centrale positie in. Samen met andere professionals werkt zij aan het verzamelen van informatie over de zorgvrager, het stellen van verpleegkundige en gezamenlijke diagnoses en beoogde resultaten, de planning en uitvoering van interventies en de evaluatie van zorg. In deze module, die gericht is op organisatie- en professiegebonden taken, staan de volgende vier thema’s centraal: • Bedrijfsvoering, beleid en beheer. • Verpleegkundig spreekuur. • Consult verlenen. • Multidisciplinair samenwerken. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarin de multidisciplinaire samenwerking centraal staat.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
2
Voor studenten van de opleiding Endoscopie Maag-darm-lever ziekten en opleiding Endoscopie Longziekten zijn de generieke modulen 1, 3, 4 en 5 met de volgende module-inhoud van toepassing: Module 1: Chronisch zieken Ook de endoscopie verpleegkundigen/assistenten zien in hun beroepspraktijk de groep zorgvragers met een chronische aandoening toenemen. In deze module, die gericht is op zorgvragergebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Visie op en gevolgen van chronische ziekten. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarbij de student een nieuwsbrief maakt. Module 3: Communicatie en voorlichting De endoscopie verpleegkundige/assistent communiceert op een beroepsmatige manier met zorgvragers over zaken die gerelateerd zijn aan de behandeling. Dit met het doel om de zorgvrager en/of zijn naasten de ziekte te laten integreren in het dagelijkse leven en zelf te managen. Zij wendt deze communicatie aan bij het geven van voorlichting aan de zorgvrager en/of zijn naasten. De voorlichting die zij geeft - het gaat dan om instructie, informatie, educatie en begeleiding - is afgestemd op de specifieke situatie van de zorgvrager en/of zijn naasten, zodat zij leren om te gaan met alle facetten van de behandeling. De vaardigheden communicatie en voorlichting worden getraind met behulp van een trainer-acteur. In de module, die gericht is op zorgvragergebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Communicatie en voorlichting. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarbij de student een voorlichtingsgesprek uitvoert Module 4: Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering blijven actueel omdat de beroepspraktijk voortdurend aan verandering onderhevig is. Kwaliteitszorg staat binnen zorginstellingen hoog op de agenda. Jaarlijks worden onderzoeken gepubliceerd waarmee zorginstellingen soms de publiciteit halen, in positieve maar ook in minder positieve zin. Iedere gespecialiseerd verpleegkundige of assistent is medeverantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid van haar zorginstelling. Van endoscopie verpleegkundigen en assistenten wordt verwacht dat zij daar een bijdrage aan leveren en dat zij bijdragen aan de professionalisering van hun eigen beroepsgroep. Het bijhouden van de eigen deskundigheid is een eigen verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren. In de module, die gericht is op professiegebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering: De competenties • Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering: Het werkplan De module wordt afgesloten met een praktijktoets.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
3
Module 5: Bedrijfsvoering, beleid en beheer De endoscopie verpleegkundige/assistent levert een belangrijke bijdrage aan het beleid en beheer van materiële en financiële middelen, personele zorg en de organisatie van de werkzaamheden. Hierbij kan het gaan om toepassing van methoden, technieken, producten, materialen en registratie- en rapportagesystemen. Een goed beleid en beheer zijn belangrijke voorwaarden voor het goed functioneren van het team en het uiteindelijk leveren van goede kwaliteit van zorg. Een endoscopieverpleegkundige/assistent werkt in een multidisciplinair team. Vanuit haar eigen deskundigheid en verantwoordelijkheid neemt zij in dit team een belangrijke positie in. Samen met andere professionals werkt zij aan het verzamelen van informatie over de zorgvrager, het stellen van verpleegkundige en gezamenlijke diagnoses en beoogde resultaten, de planning en uitvoering van interventies en de evaluatie van zorg. Deze module die gericht is op organisatie- en professiegebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Bedrijfsvoering, beleid en beheer. • Multidisciplinair samenwerken. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarin de multidisciplinaire samenwerking centraal staat.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
4
Voor studenten van de opleidingen Zorg voor kinderen met diabetes mellitus en Zorg voor kinderen met een longaandoening zijn de generieke modulen met de volgende module-inhoud van toepassing: Module 1 Het chronisch zieke kind Bij een chronische aandoening kunnen somatische ontregelingen optreden, die een groot effect hebben op het opgroeiende kind. Een ernstige aandoening kan leiden tot conditieverlies, wat het kind zal remmen in zijn algehele ontwikkeling, maar ook in het contact met leeftijdsgenoten. Een chronische ziekte heeft effect op het hele gezin. Ouders van een kind met een chronische aandoening, maar ook zijn broers en zusjes, staan voor de opgave het kind ondanks de ziekte een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. Hulpverleners kunnen ouders daarbij tot steun zijn. In deze module, die gericht is op zorgvragergebonden taken,staan de volgende thema’s centraal: • Visie op chronisch zieken, de prevalentie en de gevolgen van chronische ziekten. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarbij de student een nieuwsbrief maakt. Module 3 Communicatie en voorlichting aan kinderen De gespecialiseerd verpleegkundige heeft een belangrijke rol in het bevorderen van zelfmanagement, preventie en educatie. Om te komen tot zelfmanagement moeten het kind en zijn ouders bewust zijn van de oorzaken en gevolgen van de ziekte, moeten zij in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen voor dit gedrag en moeten zij gemotiveerd zijn deze verantwoordelijkheid te dragen. Om een kind en zijn ouders hierbij te ondersteunen geeft de gespecialiseerd verpleegkundige voorlichting over zaken die gerelateerd zijn aan de gezondheidsproblematiek of behandeling. Dit heeft tot doel om de kind en zijn ouders de ziekte te laten integreren in het dagelijkse leven en de ziekte of de gevolgen daarvan zelf te managen. Binnen de gespecialiseerde zorg zijn communicatie en voorlichting erg belangrijk. De module richt zich op de verschillende onderdelen van voorlichting: informatie, instructie, educatie en begeleiding van kinderen. De vaardigheden met betrekking tot zelfmanagement en voorlichting worden getraind met behulp van een trainer-acteur. In de module, die gericht is op zorgvragergebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Zelfmanagement • Voorlichting. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarbij de student een voorlichtingsgesprek uitvoert.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
5
Module 4: Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering blijven actueel omdat de beroepspraktijk voortdurend aan verandering onderhevig is. Kwaliteitszorg staat binnen zorginstellingen hoog op de agenda. Jaarlijks worden onderzoeken gepubliceerd waarmee zorginstellingen soms de publiciteit halen, in positieve maar ook in minder positieve zin. Iedere gespecialiseerd verpleegkundige of assistent is medeverantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid van haar zorginstelling. Van endoscopie verpleegkundigen en assistenten wordt verwacht dat zij daar een bijdrage aan leveren en dat zij bijdragen aan de professionalisering van hun eigen beroepsgroep. Het bijhouden van de eigen deskundigheid is een eigen verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren. In de module, die gericht is op professiegebonden taken, staan de volgende thema’s centraal: • Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering: De competenties • Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering: Het werkplan De module wordt afgesloten met een praktijktoets. Module 5: Bedrijfsvoering, beleid en beheer De gespecialiseerd verpleegkundige levert een belangrijke bijdrage aan het beleid en beheer van materiële en financiële middelen, personele zorg en de organisatie van de werkzaamheden. Hierbij kan het gaan om toepassing van methoden, technieken, producten, materialen en registratie- en rapportagesystemen. Een goed beleid en beheer is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van het team en het uiteindelijk leveren van goede kwaliteit van zorg. Steeds vaker voeren gespecialiseerd verpleegkundigen min of meer zelfstandig een verpleegkundig spreekuur uit en vervullen zij een consultfunctie voor ander beroepsbeoefenaren. Een gespecialiseerd verpleegkundige is veelal lid van een multidisciplinair team. Vanuit haar eigen deskundigheid en verantwoordelijkheid neemt zij in dit team een centrale positie in. Samen met andere professionals werkt zij aan het verzamelen van informatie over de zorgvrager, het stellen van verpleegkundige en gezamenlijke diagnoses en beoogde resultaten, de planning en uitvoering van interventies en de evaluatie van zorg. In deze module, die gericht is op organisatie- en professiegebonden taken, staan de volgende vier thema’s centraal: • Bedrijfsvoering, beleid en beheer. • Verpleegkundig spreekuur. • Consult verlenen. • Multidisciplinair samenwerken. De module wordt afgesloten met een praktijktoets, waarin de multidisciplinaire samenwerking centraal staat.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
6
Specifieke modulen Hieronder volgt een korte omschrijving van de specifieke module van de verschillende opleidingen. Module 2: Methodische beroepsuitoefening Iedere opleiding heeft één specifieke module. In deze specifieke module staat de diagnose, specifieke behandeling en zorgverlening van de betreffende doelgroep zorgvragers centraal. Diabetes opleiding In de drie leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnose en behandeling van diabetes mellitus. • Complicaties bij diabetes. • Capita Selecta met onderwerpen als: zwangerschap en diabetes, het kind met diabetes, seksualiteit, podotherapie, verzekeringaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een zorgvrager met diabetes centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Long opleiding (astma/COPD) In de drie leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnose van astma en COPD. • Behandeling van astma en COPD in de eerste en de tweede lijn. • Capita Selecta met onderwerpen als: fysiotherapie, ergotherapie, kinderen met astma, voeding, palliatieve zorg, verzekeringaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een zorgvrager met astma/COPD centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Reuma opleiding In de vier leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Anatomie, (patho)fysiologie en diagnose van reumatische aandoeningen. • Medicamenteuze therapie en chirurgische behandeling. • Meetinstrumenten. • Capita Selecta met onderwerpen als: fysiotherapie, ergotherapie, podotherapie, maatschappelijk werk, verzekeringaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een zorgvrager met een reumatische aandoening centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
7
Stoma verpleegkundige In de drie leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnose en behandeling van ziekten en aandoeningen van het maagdarmstelsel. • Diagnose en behandeling van ziekten en aandoeningen van de urinewegen. • Capita selecta met onderwerpen als: kinderstoma chirurgie, kinderstoma verpleegkunde, wond- en huidproblemen, seksualiteit, voeding en dieet, open buik behandeling, erfelijkheidsonderzoek, verzekeringsaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een zorgvrager met een stoma centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Mammacare opleiding In de twee leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnose en behandeling van een mammacarcinoom; • Capita selecta met onderwerpen als: seksualiteit, bewegingsstoornissen en lymfeoedeem, borstreconstructie, complementaire alternatieve geneeskunde, verzekeringsaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een zorgvrager met een mammacarcinoom centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Continentie opleiding In de drie leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnose en behandeling van urine continentiestoornissen. • Diagnose en behandeling van fecale continentiestoornissen. • Capita selecta met onderwerpen als: neurogene aandoeningen, zelfcatheterisatie, seksualiteit, bekkenbodem functiestoornissen, bekkenbodem fysiotherapie, catheterbeleid bij ouderen, verzekeringaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een zorgvrager met continentiestoornissen centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Endoscopie opleiding MaagDarmLever ziekten In de twee leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnostische en therapeutische endoscopieën bij aandoeningen van het maagdarmkanaal. • Capita selecta met onderwerpen als: producten, infectiepreventie, sedatie en pijnstilling, endoscopie bij kinderen, functietesten, stralingshygiëne en wetgeving. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening aan een zorgvrager die een endoscopisch onderzoek of behandeling ondergaat centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
8
Endoscopie opleiding Longziekten In de twee leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • Diagnostische en therapeutische endoscopieën bij aandoeningen van longen en luchtwegen. • Capita selecta met onderwerpen als: producten, infectiepreventie, sedatie en pijnstilling, stralingshygiëne en wetgeving. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening aan een zorgvrager die een longendoscopisch onderzoek of behandeling ondergaat centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Opleiding Zorg voor kinderen met diabetes mellitus In de drie leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • De ontwikkeling van het kind • Diagnose en behandeling van kinderen met diabetes • Capita selecta met onderwerpen als: seksualiteit, verzekeringaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een kind met diabetes centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken. Opleiding Zorg voor kinderen met een longaandoening. In de drie leeropdrachten staan de volgende thema’s centraal: • De ontwikkeling van het kind. • Diagnose en behandeling van kinderen met een longaandoening. • Capita selecta met onderwerpen als: seksualiteit, verzekeringaspecten en juridische aspecten. Deze module wordt afgesloten met een kennistoets en een praktijktoets, waarin de specifieke zorgverlening van een kind met een longaandoening centraal staat. Deze module is gericht op zorgvragergebonden taken.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
9
Bijlage 2 BEGRIPSBEPALINGEN St. Antonius Academie De academie die de Verpleegkundige Vervolgopleidingen verzorgt. Commissie proeven van bekwaamheid De commissie die de verantwoording draagt inzake de proeven van bekwaamheid behorend bij de Verpleegkundige Vervolgopleidingen van de Antonius Academie. Geschillenregeling De procedure met betrekking tot geschillen inzake de opleiding, die wordt verzorgd door de Antonius Academie en de zorginstelling waar de student werkzaam is. Verantwoordelijk leidinggevende De persoon in de zorginstelling of de Antonius Academie, die eindverantwoordelijk is voor de opleiding in de praktijk dan wel in de Antonius Academie. Opleiding Verpleegkundige Vervolgopleiding. Opleidingsreglement Het geheel aan bepalingen met betrekking tot de Verpleegkundige Vervolgopleidingen, welke de rechten en plichten regelt van de student, de Antonius Academie en de zorginstelling waar de student werkzaam is. Portfolio Een instrument waarin de ontwikkelingen en leervorderingen van de student verzameld worden, zodat deze voor zichzelf en anderen (opleiders en begeleiders) inzichtelijk gemaakt worden. Competentie Bekwaamheid: kennis, vaardigheden en het gedrag van de student, in relatie tot persoonskenmerken. Een beroepscompetentie is contextafhankelijk. Eindtermen Formulering van leerdoelen, waarin de te verwerven competenties beschreven worden. Kwalificatie Verleende bevoegdheid op basis van bekwaamheid, vastgelegd met behulp van een certificaat. Proeve van Bekwaamheid Toetssituatie waarbinnen een bewijs van bekwaamheid geleverd wordt. Regeling Proeven van Bekwaamheid De voorschriften c.q. bepalingen die gelden met betrekking tot de Proeven van Bekwaamheid van de Verpleegkundige Vervolgopleidingen.
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
1
Student De persoon die deelneemt aan een Verpleegkundige Vervolgopleiding. (Werk)begeleider De persoon in de zorginstelling, die belast is met de werkbegeleiding van de student(en).
St. Antonius Academie Nieuwegein, juli 2010
2