STUDIE 80 BEROEPSPROFIEL bedrijfsbeheer opties boekhouder-fiscalist technisch-commercieel medewerker marketeer deskundige milieuadministratie rechtsprakticus verantwoordelijke transport en logistiek transport
BEROEPSPROFIEL boekhouder-fiscalist (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
handel-administratie handelswetenschappen & bedrijfskunde bedrijfsbeheer accountancy-fiscaliteit boekhouder-fiscalist
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/19 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
INHOUD
1
VOORONDERZOEK
1
1.1
1 1 2 2 2 3 4
1.2
2
De socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 1.1.1 Macro-economische situering van de sector 1.1.2 Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector Analyse van de arbeidsmarkt 1.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector 1.2.2 Gegevens over het beroep 1.2.3 Gegevens over de functies verbonden aan het beroep
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL 2.1 2.2 2.3
2.4
2.5
Benaming Beschrijving van het beroep Beschrijving van de activiteiten 2.3.1 Taken 2.3.2 Beroepscontext Ondersteunende kennis 2.4.1 Gemeenschappelijke basiskennis 2.4.2 Algemene beroepsgerichte kennis 2.4.3 Specifieke kennis in functie van het beroep Beroepshoudingen 2.5.1 Deontologische vormen 2.5.2 Conclusie 2.5.3 Bepalen van de belangrijkste beroepshoudingen 2.5.4 Concretiseren van de belangrijkste beroepshoudingen
5 5 5 5 5 8 8 8 8 8 9 9 11 11 12
3
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
15
4
BIBLIOGRAFIE
16
5
MEDEWERKERS
17
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
1
1
VOORONDERZOEK
1.1
De Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector
1.1.1
Macro-economische situering van de sector Een concrete rondvraag in het bedrijfsleven, waar stelt men dit type afgestudeerden tewerk, gaf geen eenvormig antwoord. Men vindt ze in accountantskantoren, revisorenkantoren, boekhoudkantoren en dgl. Bij navraag in het bedrijfsleven, meer typisch een Westvlaams internationaal gerichte onderneming, met een geconsolideerde omzet van 3,7 miljard en worldwide 460 personeelsleden waarvan 300 in België vroeg men hen als “Hoofdboekhouder”, boekhouder van een dochterbedrijf, verantwoordelijke klantenbeheer, verantwoordelijke thesaurie- en valutabeheer enz. In een multinational van Europese origine met ongeveer 10.000 werknemers in België ging men op zoek naar een fiscalist voor de centrale diensten en hier viel vooral op dat de vereisten heel technisch waren. Bij het VEV vroeg men dan weer naar “Boekhouders A1” met nogal wat communicatieve vaardigheden. Het besluit in verband met waar (na een onvolledige inleiding in dit verband) Zeer divers en onmogelijk vast te pinnen op één plaats. Waar men zeker rekening moet mee houden is dat elke werkplaats zijn beroepsprofielen anders uitschrijft zowel naar vorm als naar inhoud. Met de beste wil van de wereld is hier elke eenheid zoek. Soms wordt het schematisch uitgeschreven, soms in vloeiende taal. Bovendien hebben we ondervonden (voorjaar 1996) dat het “beroep” in volle omwenteling is. Hier zijn we het “slachtoffer” van sterke lobby’s achter de schermen. Beroep in volle omwenteling Indien men dan het volgend werkstuk dan leest moet men noodgedwongen met deze feiten rekening houden. Men moet steeds rekening houden met het feit dat beroepsprofielen en opleidingsprofielen soms moeilijk te scheiden zijn. Beroepsprofielen versus opleidingsprofielen Een student met ervaring en een student zonder ervaring geven aanleiding tot totaal verschillende beroepsprofielen. Indien u daarmee rekening houdt bij het lezen van volgende tekst zijn heel wat misverstanden van de baan. Ervaring Tot slot nog volgende bedenking : als accountant stel ik dergelijke afgestudeerden tewerk maar kom ik ook via bedrijven in contact met werknemers van dat niveau.
2
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
De taak van het hoger onderwijs is naar mijn mening mensen te vormen die met een brede maatschappijvisie hun carrière kunnen starten. Ik meen dat het fout is jonge mensen op te leiden tot vakidioten omdat de school, ondanks alle inspanningen, steeds zal achterlopen op de nieuwste technologieën die onmiddellijk toegepast worden in het bedrijfsleven. Belangrijk is het daarom mensen te vormen die weten wat er in de maatschappij en het bedrijfsleven gebeurt. Belangrijk is hen het besef bij te brengen dat potentiële kennis minstens even belangrijk is als parate kennis, dat zij bereid moeten zijn om eenmaal in het beroepsleven, zich aan te passen aan veranderende technologieën en visies. Ik meen dat het de taak is van het bedrijfsleven hun mensen op te leiden in de specifiek door hen gestelde eisen. Accountantskantoor B 14 werknemers : o.a. 2 juristen, 9 accountancy fiscaliteit (huidige benaming).
1.1.2
Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector − − − −
Socio-economische factoren (afzetmarkt en arbeidsmarkt) Technologische factoren (systemen, routines, processen) Politiek-maatschappelijke factoren (arbeidsrecht, arbeidsverhoudingen) Structuur van de bedrijven
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt
1.2.1
Gegevens van tewerkstelling in de sector Huidige tewerkstelling : aantal tewerkgestelden, leeftijd, geslacht, diploma, enz. In deze analyse zijn we vertrokken van een statistisch onderzoek in een van de hogescholen. Alhoewel resultaten geografisch gebonden zijn, menen wij dat bruikbare gegevens kunnen worden afgeleid. De voordelen van deze methode zijn tweevoudig : − men kon moeilijk in de gegeven tijd een dergelijk onderzoek overdoen. Bovendien kon zich het probleem stellen van het beschikbare budget. − gelet op de tijdspanne waarover het onderzoek gehouden werd, nl. 1962-1993, konden niet alleen globale cijfers per sector verzameld worden, maar bovendien ook een evolutie onderkend worden Dat de afgestudeerden behoorden tot afdelingen die in de loop der jaren verschillende namen gekregen hebben (Handel, Boekhouden, Bedrijfsmanagement) zal de waarde van de resultaten niet hypothekeren, daar nooit afbreuk gedaan is aan de doelstelling van de opleiding : aan de afgestudeerden een theoretische basis en goed gefundeerde praktische gerichtheid meegeven m.b.t. commerciële en financiele boekhouding, kostprijsboekhouding, informatieverwerking, financiële analyse, fiscaliteit en andere bedrijfseconomische problemen waarmee het bedrijfsleven voortdurend geconfronteerd wordt.
3
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
1.2.2
Gegevens over het beroep Classificatie van het beroep (plaatsen van het beroep in de sector) Wij hebben de sectorale tewerkstellingsmogelijkheden ingedeeld in een achttal categorieën, te weten : − ziekenhuizen : deze categorie omvat alle medische en paramedische instellingen − financiële instellingen : naast de traditionele banken bedoelen we hier ook de openbare kredietinstellingen, de spaarkassen, de verzekeringsmaatschappijen − grote ondernemingen : zowel de zuivere privébedrijven als semi-openbare nutsbedrijven horen hier onder − accountants : niet enkel accountants- en boekhoudkantoren, maar ook fiscale, verzekerings- en zakenkantoren worden hier bedoeld − zelfstandig accountant : afgestudeerden die zich in deze branche als zelfstandige vestigen − overheid : ministeries, gemeenten, provincies, enz. − KMO’s : tot deze categorie behoren zowel de loontrekkenden in kleine en middelgrote ondernemingen als afgestudeerden die zelf een KMO opstarten − andere : dit is de restgroep bestaande uit verder studerenden, huisvrouwen, overledenen − tewerkstelling onbekend Uit de onderstaande tabel blijkt dat grote ondernemingen nog steeds de belangrijkste werkgever van de afgestudeerden van deze optie zijn. Samen met de KMO’s nemen ze ruim 40% van de tewerkstelling voor hun rekening. Financiële instellingen en accountants vormen een tweede groep, goed voor 25%. Sector Ziekenhuizen financiële instellingen grote ondernemingen Accountants zelfstandig accountants Overheid KMO’s Andere TOTAAL
1962-1993 6,9 % 14,4 % 22,9 % 11,4 % 1,4 % 9,2 % 18,6 % 16,1 % 100 %
Indien men echter de evolutie van de tewerkstelling in de beschouwde periode volgt, constateert men dat de explosie van de zachte sector in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig veel afgestudeerden heeft aangetrokken. Het afzetgebied is daarna serieus versmald. De financiële sector maakte een snelle opgang in de jaren zeventig. De consolidatie op een hoog peil in de volgende decennia doet ons vermoeden dat tal van boekhouders ook in de toekomst in deze sector werk zullen vinden, zelfs op een ogenblik dat men over personeelsinkrimping spreekt. De golden sixties voor de “grote ondernemingen” zijn weliswaar voorbij maar toch vindt momenteel nog 1 op 5 afgestudeerden er een werkkring. Sinds het begin van de jaren tachtig is er een merkbare kentering ten gunste van de tewerkstelling bij “accountants”. Deze doorbraak getuigt van een feitelijk gegeven :
4
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
boekhouding en fiscaliteit worden steeds ingewikkelder, waardoor steeds meer zelfstandigen een beroep moeten doen op een externe boekhouder. Bovendien wordt deze taak ook al in middelgrote bedrijven uitbesteed. Ook de “overheid” trekt in de jaren zeventig veel afgestudeerden aan : het aanwerven van ambtenaren is een alternatief voor de groeiende werkloosheid. De budgettaire moeilijkheden hebben deze tendens gebroken alhoewel de onzekere werkgelegenheidsperspectieven ook nu nog veel laatstejaars doen besluiten hun kans te wagen bij examens voor de fiscale administraties. Tenslotte blijven de “KMO’s” in Vlaanderen een belangrijk afzetgebied voor deze afgestudeerden. Het zal in de toekomst niet veranderen.
1.2.3
Gegevens over de functies verbonden aan het beroep Beschrijving van de functies De beroepen en functies van de gegradueerde in boekhouden-fiscaliteit zijn zowel voor mannen als vrouwen toegankelijk. De toename van boekhouders in een zelfstandige functie verhoogt echter opnieuw de aantrekkingskracht voor mannelijke studenten. Eerder dan een functiebeschrijving te geven per sector hebben we geopteerd voor een uitdieping van volgende typefuncties : − verzameling, rangschikking en controle van documenten − opvolging en toepassing van wetgeving − opvolging van de ontwikkeling van de bedrijfstak, van de algemene economische ontwikkeling, van de omgevingsfactoren − informatieverwerking − opstelling wettelijk vereiste stukken − objectieve en onafhankelijke besluitvorming en adviesverstrekking − opvolgen van beroepsvereisten − contacten met relaties − leiding en advies geven
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
5
2 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
2.1
Benaming Intern of extern boekhouder-accountant.
2.2
Beschrijving van het beroep Bedrijfsbeheer, optie accountancy-fiscaliteit. Voorheen: boekhouden-fiscaliteit, boekhouden-accountancy, bedrijfsadministratie.
2.3
Beschrijving van de activiteiten
2.3.1
Taken 2.3.1.1 Taakgebieden De beroepen en functies van de gegradueerde in boekhouden-fiscaliteit zijn zowel voor mannen als vrouwen toegankelijk. De toename van boekhouders in een zelfstandige functie verhoogt echter opnieuw de aantrekkingskracht voor mannelijke studenten. Eerder dan een functiebeschrijving te geven per sector hebben we geopteerd voor een uitdieping van volgende typefuncties : − verzameling, rangschikking en controle van documenten − opvolging en toepassing van wetgeving − opvolging van de ontwikkeling van de bedrijfstak, van de algemene economische ontwikkeling van de omgevingsfactoren − informatieverwerking − opstelling wettelijk vereiste stukken − objectieve en onafhankelijke besluitvorming en adviesverstrekking − opvolgen van beroepsvereisten − contacten met relaties − leiding en advies geven Verzameling, rangschikking en controle van documenten Informatie en documenten kunnen beschikbaar zijn op de arbeidsplaats of elders. De documenten moeten chronologisch of thematisch gerangschikt worden; er moet ook een controle gebeuren op de juistheid en de volledigheid. Dan pas beschikt men over informatie die kan verwerkt worden. Voor het verzamelen van de gegevens zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar : post, telefoon, fax, e-mail en ondergeschikten. Opvolging en toepassing van wetgeving Ten einde wettelijk in orde te zijn en optimale beslissingen te adviseren, moet de wetgeving strikt opgevolgd en bijgehouden worden. Deze informatie is niet altijd ter plekke aanwezig en kan verworven worden via : een eigen gegevensbank, vakliteratuur, seminaries en consult.
6
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
Opvolging van de ontwikkeling van de bedrijfstak, van de algemene economische ontwikkeling, van omgevingsfactoren : Dit gebeurt vanuit de firma of door contacten met de buitenwereld. Het betreft persoonlijke contacten met collega’s, eventueel via beroepsverenigingen, of met andere beroepsvelden; daarnaast verloopt de opvolging eveneens via vakliteratuur, andere literatuur en seminaries. Goed geïnformeerd zijn over het eigen beroep en de realiteiten van het algemeen economisch leven is primordiaal. Informatieverwerking Dankzij contact met informatici en consult informeert men zich over nieuwe pakketten en gaat men de bestaande pakketten optimaal beheersen. Het betreft voornamelijk software op het gebied van boekhouding en fiscaliteit, alsook spreadsheet. Goede informatieverwerking zorgt er voor dat de informatie zo verwerkt wordt dat ze voldoet aan de informatiebehoefte van verschillende vragers binnen en buiten de firma; daarenboven moet de informatie ook vlot kunnen worden aangevuld. Opstelling wettelijk vereiste stukken Een formalistische deelfunctie behelst de opstelling van wettelijke stukken, zoals: BTW-aangiften en -listings, belastingaangiften (personenbelasting, vennootschapsbelasting en rechtspersonenbelasting), jaarrekeningen, documenten ten behoeve van de personeelsdienst, sociale secretariaten en administraties, allerlei documenten en verslagen voor strategische doeleinden (NBB, Intrastat, Prodcom, diverse statistieken). Met behulp van standaardformulieren of lay-out, informatica en ondergeschikten, voldoet men aan de wettelijk vereiste informatiebehoeften. Objectieve en onafhankelijke besluitvorming en adviesverstrekking Dit moet gebeuren ten behoeve van de opdrachtgever (directie, curator, ...), het betreft bedrijfseconomisch advies voor financiering, voor kostprijsberekening en budgettering, voor prijszetting en bij fusie, splitsing en overname. Er is ook fiscaal advies en administratief-organisatorisch advies. Aldus worden beleidsbeslissingen vakkundig ondersteund. Het moet eveneens gebeuren ten behoeve van de accountantsopleiding als aanbrenger van praktijkmateriaal. Volgende hulpmiddelen helpen deze functie(s) te realiseren: jaarrekeningen, seminaries, vakliteratuur, consult, rapporteren en slides. Bijscholing volgen en/of geven : leiding geven Het volgen en/of geven van bijscholing impliceert bijwerken op het gebied van wetgeving, informatica, vreemde talen (vakliteratuur - symposia) en communicatieve en sociale vaardigheden. Volgende hulpmiddelen kunnen hierbij gebruikt worden : vakliteratuur, beroepsverenigingen en seminaries. Dit alles leidt er toe dat men up-to-date geïnformeerd is en puik werk levert.
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
7
Contacten met relaties De beroepsactiviteit gaat gepaard met veelvuldige contacten met relaties : opdrachtgever, werkgever, klanten en potentiële klanten, overheidsinstanties en dienstverleners uit andere disciplines (banken, verzekeringsinstellingen, notarissen, juristen, informatici, beroepsorganisaties, ...). Die contacten grijpen plaats in en buiten de arbeidsplaats; er zijn ook veel hulpmiddelen voorhanden om correcte, duidelijke en zinvolle contacten te onderhouden (o.a. post, telefoon, fax, e-mail, rapporten, ondergeschikten, meetings van beroepsfederaties of van Kamers van Koophandel, seminaries). 2.3.1.2 Aanverwante taakgebieden In het kader van de courante exploitatiecyclus van elke onderneming dient men vooreerst correct facturen en andere boekhoudkundige verantwoordingsstukken op te stellen. Het dagelijks noteren of inbrengen van deze boekhoudgegevens, die de vertaling zijn van de ondernemingsgebeurtenissen, leidt tot het invullen van de B.T.W-aangifte, het opstellen van de resultatenrekening en de balans na resultaatverwerking. De specifieke problematiek inzake accurate toepassing van de overigens snel wijzigende BTW-wetgeving is hier essentieel, alsook het behandelen van de diverse BTW-problemen en het invullen van alle BTW-documenten. Buiten de dagdagelijkse input van de boekhoudgegevens dient de kostprijs van de geproduceerde goederen en diensten te worden berekend, hetgeen kan leiden tot het analyseren en het verwerken in de analytische boekhouding. Evaluatie van de bekomen cijfers en analyse van de diverse mogelijkheden is hier dan ook de opdracht. Vennootschappen oprichten, omvormen en de boekhoudkundige verwerking van de diverse vennootschapsverrichtingen behoren ook tot de basis-werkzaamheden. Eenmaal de input van de basisgegevens goed is verzorgd, dient aandacht geschonken te worden aan het definitief opstellen van de enkelvoudige (en eventueel de geconsolideerde) jaarrekeningen, het uitvoeren van een volledige financiële analyse en het formuleren van conclusies over de werking van het bedrijf. Ook het controleaspect komt vervolgens aan bod : het uitvoeren van de interne en externe controle van de boekhouding met als doel het opstellen van een volledig controledossier. Met betrekking tot het personeelsaspect dienen de personeelsdossiers te worden behandeld, inclusief de diverse administratieve verplichtingen in verband met de sociale wetgeving. Met de nodige dossierkennis en kennis van de wetgeving dient men ook de onderhandelingen tussen de administratie en de ondernemers tot een goed einde te brengen, waarbij indien nodig, men aan de hand van de geëigende procedures eventuele conflictsituaties tussen de administratie en de ondernemingen kan oplossen. Vanuit het boekhoudkundig periodiciteitsbeginsel dient men uiteindelijk de fiscale problematiek correct aan te pakken : het berekenen en invullen van aangiften inzake personen- en vennootschapsbelasting, het bijhouden van de recente fiscale vernieuwingen, het concreet aanpakken van de verschillende belastingsproblemen, vanuit de boekhoudkundige winst het belastbaar resultaat en de uiteindelijk verschuldigde belastingen berekenen. In dit opzicht dient men de relaties met de Administraties van de Inkomstenbelastingen, het verloop van de eventuele fiscale ge-
8
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
schillen, de diverse procedurestappen en de controle van de Administraties op de voet te volgen.
2.3.2
Beroepscontext Organisatie van de arbeid − Organisatie in de werkplaats : • grondstoffen • gebruik van de hulpmiddelen • beschrijving van de werkvloer − Organisatie buiten de werkplaats : • gezondheid en hygiëne • milieu • veiligheid • deontologie
2.4
Ondersteunende kennis
2.4.1
Gemeenschappelijke basiskennis Om de breedte van de opleiding te waarborgen is een gemeenschappelijke algemene basiskennis naast een algemene kennis over het beroep vereist.
2.4.2
Algemene beroepsgerichte kennis − − − − − − − −
Boekhouden en Boekhoudrecht Handelsrecht Vennootschapsrecht Analytisch boekhouden en budgetteren Financiële analyse Consolidatie Controle (of audit) Fiscaliteit : personenbelasting vennootschapsbelasting BTW Fiscaliteit wordt zoveel mogelijk verweven met boekhouden.
2.4.3
Specifieke kennis in functie van het beroep Traditionele kennis Specifieke kennis dient uitgesplitst naargelang het taakgebied en het beroep. Nieuwe technologie Aanduiden in de taakgebieden waar nieuwe technologie zich ontwikkelt. “Ondersteunende kennis” onderscheidt zich van specifieke, noodzakelijke grondige kennis die in het vorig punt aan bod komt. Een accountant-fiscalist heeft volgende ondersteunende kennis zeker nodig. Het is zeker niet de bedoeling om te vervallen in opleidingsprofielen. Men beperkt zich dan ook meestal tot het aanstippen van voorbeelden.
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
9
− Toegepaste wiskunde en Statistiek bv. aflossingstabellen, beoordeling van sectorgegevens − Informatica de kennis van de meest recente pakketten verhoogt zijn rentabiliteit van werken aanzienlijk. − Algemene economie en bedrijfseconomie de sectorgegevens moeten kunnen begrepen worden alsook bv. investeringsbeslissingen met hun gevolgen − Burgerlijk Recht denk aan bv. familierecht. − Sociale wetgeving bv. moet soms optreden in sociale conflicten − Bedrijfsorganisatie bv. in een flits heeft hij de mankementen van een bestaande organisatie door − Talen communicatieve vaardigheden blijven een must Zonder over al deze kennis in detail te beschikken weet hij vooral waar zich te informeren.
2.5
Beroepshoudingen De volgende beroepshoudingen zijn belangrijk en worden omgezet in gedragsindicatoren. Algemeen kader De deontologische normen die de uitvoering van de taken beheersen, zijn des te strenger naarmate de taak een maatschappelijke functie heeft. Bij dienstverlening die uitsluitend de cliënt aanbelangt, domineren deskundigheid, beschikbaarheid van de nodige tijd en middelen en de correctheid t.a.v. de wetgeving en regelgeving. Daar waar de rapportering kadert in een wettelijke monopolieopdracht (accountant) of in de door wet aan revisoren toegekende controleopdrachten domineren eisen inzake onafhankelijkheid en deskundigheid. Het bewaken van de deontologische regels is toevertrouwd aan het IBR, IDAC of BIB voor de personen die lid zijn van de organisatie en de beschermde titel voeren. Wie geen lid is en bv. in dienstverband boekhouder is, kan zich uitstekend inspireren op de algemene deontologische normen teneinde een beroepsethiek te ontwikkelen.
2.5.1
Deontologische normen 2.5.1.1 Deskundigheid De verhouding tot de cliënt is in wezen een middelenverbintenis. Dit impliceert dat de dienstverstrekker over alle middelen beschikt om de opgedragen taak uit te voeren. Centraal hierbij staat de noodzakelijke kennis en/of ervaring, mensen, tijd en infrastructuur.
10
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
Zijn de middelen beschikbaar dan moeten ze bovendien op een juiste wijze ingezet worden. De dienstverstrekker zal zich dus voorafgaand aan de taakaanvaarding een oordeel vormen over de noodzakelijke in te zetten middelen en hun beschikbaarheid. De factor kennis is een kerngegeven en dient onderhouden te worden. Scholing is bijgevolg een noodzaak en de houders van een beschermende titel zijn dan ook verplicht jaarlijks een aantal uren bijscholing te volgen. Opdrachten die een specifieke kennis vereisen, nodigen uit om met derden - collega’s samen te werken. Confraternele samenwerking is bijgevolg een werkelijkheid en/of noodzakelijkheid om de kwaliteit van de dienstverlening te verzekeren. 2.5.1.2 Onafhankelijkheid Taken die een maatschappelijke functie vervullen, resulteren in een verslaggeving die bestemd is voor aandeelhouders of belanghebbende derden en die deze partijen voorlicht omtrent de financiële kenmerken en/of complicaties. T.a.v. de opdrachtgever is er bijgevolg een hoge graad van onafhankelijkheid nodig. Deze onafhankelijkheid is zowel hiërarchisch, financieel, relationeel als op het vlak van de vergoeding. − hiërarchisch niveau : er is geen band van ondergeschiktheid t.a.v. de gecontroleerde instantie − financieel niveau: er is geen financiële of materiële relatie die van aard is een begin van twijfel aan de onafhankelijkheidsvereiste te veroorzaken − relationeel niveau: familie- en vriendschapsbanden kunnen de onafhankelijkheidsvereiste schade berokkenen. De appreciatie van de dienstverlener is nodig − vergoedingsniveau : waar nodig bepalen partijen vooraf de vergoeding Belangwekkend is dat de formule van eis tot onafhankelijkheid niet alleen geldt t.o.v. de externe accountant bij de uitvoering van de monopolieopdrachten en voor de revisor in zijn wettelijke opdrachten, maar op gepaste wijze ook leidraad en gedragscode is voor elke dienstenverstrekker in de financiële, fiscale en boekhoudkundige sfeer. De onafhankelijkheid vertaalt zich veelal door het feit dat de dienstenverstrekker geen actieve participant is in de door hem geadviseerde constructies. De adviesverlener wordt geen beslissingsnemer. Deontologisch onaanvaardbaar is het advies dat hoofdzakelijk de zelfverrijking van de adviesverstrekker beoogt. Bovendien bepaalt de gedragscode dat elk advies de geldende fiscale, sociale, burgerlijke, ... wetgeving moet respecteren. 2.5.1.3 Vertrouwelijkheid en beroepsgeheim Respect voor de opdrachtgever vertaalt zich in een strenge eis tot vertrouwelijkheid inzake gegevens die medegedeeld zijn in het raam van een concrete opdracht. Het rapporteren dient, waar nodig, beperkt te worden tot het essentiële en vooral de conclusievorming moet eenduidig, klaar en coherent zijn.
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
11
De meer formele eis inzake het respecteren van het beroepsgeheim gaat ervan uit dat geen gegevens, verkregen bij de uitvoering van een opdracht, vrijgegeven of openbaar mogen gemaakt worden, zelfs wanneer het om strafbare feiten gaat. In wel omschreven gevallen zijn hierop uitzonderingen voorzien en de genoemde materie is volop in beweging omdat criminaliteit steeds meer financiële en fiscale constructies als hulpmiddel aanwendt.
2.5.2
Conclusie Deskundigheid, onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid zijn basispijlers van een deontologie die én opdrachtgever én belanghebbende derden in hun belangen wil doen respecteren. Naargelang de opdracht een meer wettelijke rol vervult, ligt het accent op de bescherming van de belangen van derden. Naargelang de maatschappelijke gevoeligheden wijzigen, is ook het deontologische kader een materie in beweging.
2.5.3
Bepalen van de belangrijkste beroepshoudingen − Beroepsbeoefenaars, lid van het BIB, IDAC of IBR, of werknemer in een administratieve organisatie, zijn verplicht om deontologische voorschriften te respecteren. − Uit deze regelgeving van beroepsfederaties kunnen volgende beroepshoudingen weerhouden worden. Taakgerichte beroepshoudingen Onmiskenbare beroepshoudingen : − Accuratesse − Flexibiliteit − Omgaan met stress − Organisatievermogen Wenselijke beroepshoudingen : − Doorzettingsvermogen − Kritische ingesteldheid − Resultaatgerichtheid Persoonsgerichte beroepshoudingen Onmiskenbare beroepsverhoudingen : − Contactbereidheid − Leergierigheid − Zelfstandigheid − Zin voor samenwerking Wenselijke beroepshoudingen : − Assertiviteit − Beslissingsvermogen − Imagobewustzijn − Loyauteit
12
2.5.4
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
Concretiseren van de belangrijkste beroepshoudingen Voornoemde beroepshoudingen kunnen als volgt geconcretiseerd worden via gedragsindicatoren. 2.5.4.1 Onmiskenbare taakgerichte beroepshoudingen Accuratesse − Voortdurend de nodige controles uitvoeren opdat bijvoorbeeld rekenfouten, logische verbandsfouten in balansgegevens enz. vermeden worden en alzo een maximale nauwkeurigheid bereikt wordt. − Door de evolutie van de softwaretoepassingen op de voet te volgen, op zoek gaan naar nieuwigheden, waardoor bij constante werkkwaliteit, dezelfde taken sneller, efficiënter kunnen uitgevoerd worden. − Periodieke financiële analyses uitvoeren om aan het bedrijfsmanagement de nodige beleidsinformatie te bezorgen − Overzichtelijke timetables van deadlines bijhouden. − Op een ordelijke en overzichtelijke wijze klassementen van boekingsstukken, outprints, elektronische data organiseren en controleren. Flexibiliteit − In het eigen boekhoudkantoor, het werksysteem snel aanpassen aan : • nieuwe SW-pakketten • nieuwe wetgevingen • verandering van personeelsformaties − Externe boekhouders moeten zich aanpassen aan de eigenheden van de bedrijven waardoor zij de boekhoudadministratie organiseren of bijhouden. − Bij het voorgaande punt moeten zij hierbij open staan voor verschillen in culturen, die in de huishoudingen van de cliënten worden aangetroffen, zonder daarbij concessies te doen aan de van hen verwachte integriteit en waardigheid. Omgaan met stress − Het boekhoudadministratieve werk wordt geregeld geconfronteerd met vervaldata voor het indienen van fiscale aangiften, balansen voor vennootschappen, intrastataangiften, enz. Tijdens dergelijke drukke perioden bereid zijn af te wijken van de normale werkuurregeling. − Gezond evenwicht nastreven tussen werk en ontspanning. Iets doen aan sport. − In samenspraak met de partner, duidelijke grenzen stellen aan de tijdsbesteding voor de job, na de kantooruren. Organisatievermogen − In boekhouddepartementen waar verschillende personen in groep samenwerken de taken zodanig plannen, coördineren en desnoods delegeren, zodat de opgelegde taken op efficiënte wijze binnen de gestelde tijdslimieten kunnen uitgevoerd worden. 2.5.4.2 Wenselijke taakgerichte beroepshoudingen Doorzettingsvermogen − Bij de aanpassing van werkmethoden of invoering van nieuwe softwaretoepassingen, niet bij de eerste moeilijkheden deze nieuwe systemen verwerpen, voor-
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
13
al als men overtuigd is dat via die nieuwigheden sneller en efficiënter kan gewerkt worden. − Bij conflicten met de administratie (fiscale, RSZ, ...) of andere partijen (banken, leveranciers, ...) desnoods zijn gelijk voor de rechtbank halen, na een kostenbatenanalyse. Kritische ingesteldheid − Bereid zijn, de gebruikte werkmethoden regelmatig te analyseren op efficiëntie, accuratesse, aangepast zijn aan actuele SW-pakketten, enz. om na die evaluatie bereid zijn de werkorganisatie aan te passen en negatieve evaluatiepunten te verbeteren. − De waarde van een bewering of een feit, een persoonlijke of van derden, verifieren door raadpleging van de juiste bronnen of externe specialisten. Resultaatgerichtheid − De gehanteerde werkmethoden regelmatig op snelheid evalueren. Niet bang zijn vastgeroeste werksystemen te veranderen om sneller, efficiënter, maar bij gelijke werkkwaliteit, identieke opdrachten uit te voeren. Hierbij is de nodige flexibiliteit wel nodig. − Nieuwe software/hardware systemen evalueren op prestatiemogelijkheden. Na een kosten-batenanalyse de nodige investeringen uitvoeren in nieuwe software of hardware. 2.5.4.3 Onmiskenbare persoonsgerichte beroepshoudingen Contactbereidheid − Ingaan op uitnodigingen, bijvoorbeeld : opening van nieuwe bedrijven, activiteiten van lokale handelsfederaties, studiedagen georganiseerd door banken, enz. met als hoofddoel niet te vervreemden van wat er leeft in de handels- en nijverheidswereld. − Soepel reageren en omgaan met mensen met een moeilijk karakter. Leergierigheid − Tijdschriften lezen inzake de actuele beroepsproblematieken. − Permanent bijscholen door het regelmatig volgen van studiedagen. − Lid zijn van beroepsverenigingen. Zelfstandigheid − Een bepaalde taak kunnen analyseren in deeltaken en vervolgens een prioriteiten schema in de uit te voeren taken opstellen zonder hierbij voortdurend collega’s of opdrachtgevers te raadplegen. Zin voor samenwerking − Inzien dat alle kennis niet meer in één persoon kan aanwezig zijn en alzo op het juiste ogenblik de hulp van meer gespecialiseerde collega’s of buitenstaanders inroepen. − In grote ondernemingen met boekhouddepartementen met een grote personeelsformatie, een efficiënte arbeidsverdeling organiseren en controleren, waardoor de informatie-uitwisseling tussen collega’s soepel verloopt en “individualisten” geweerd worden.
14
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
2.5.4.4 Wenselijke persoonsgerichte beroepshoudingen Assertiviteit − Permanent uitkomen voor een eigen mening ten opzichte van klanten, fiscus, administratieve overheden, ... terwijl men bewust is van zijn gelijk op basis van beroepservaring of na raadpleging van de nodige bronnen. Beslissingsvermogen − Financieel opportune beslissingen adviseren en helpen doordrukken. − Inefficiënte procedures signaleren en wijzigingen voorstellen. Imagobewustzijn − Zin voor orde en netheid. − Integrale kwaliteitszorg. − Tijdig op afspraken zijn en van zijn medewerkers hetzelfde eisen. Loyauteit − Ook in slechte tijden de belangen van de klanten of opdrachtgevers maximaal verdedigen − Als externe boekhouder staan begrippen als vertrouwen en dienstbetoon centraal. Zijn houding moet de cliënt ervan overtuigen dat de boekhouder voor hem een vertrouwenspersoon is.
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
3
15
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Omschrijving van het niveau Het niveau van het beroep wordt door drie factoren bepaald : − graad van verantwoordelijkheid − graad van complexiteit − graad van transfer De niveaus worden als volgt omschreven : ♦ Niveau 1 Kwalificatie, die bedoeld is om betrekkelijk eenvoudig werk uit te voeren dat vrij snel kan verworven worden. ♦ Niveau 2 Kwalificatie, die vooral praktische werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken. ♦ Niveau 3 Kwalificatie, die praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd op basis van een goed onderbouwde theoretische kennis over het werk en/of verantwoordelijkheden omvat zoals leiding en coördinatie. ♦ Niveau 4 Kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken op autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheden te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer. ♦ Niveau 5 Kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken onafhankelijk een beroepsactiviteit uit te oefenen en de wetenschappelijke achtergronden van het beroep te beheersen.
16
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
4
4.1
BIBLIOGRAFIE
Vraag naar de opleiding De sector vraagt beginnende beroepsbeoefenaars die beantwoorden aan de volgende eisen : − De beginnende beroepsbeoefenaar is polyvalent − De beginnende beroepsbeoefenaar is kwaliteitsbewust − De beginnende beroepsbeoefenaar kan zelfstandig werken − De beginnende beroepsbeoefenaar kan werken met de nieuwe technieken − De beginnende beroepsbeoefenaar heeft zin voor orde, zorg voor de gereedschappen en de machines en oog voor de veiligheid en hygiëne
4.2
Gebruikte bronnen ♦ Werkdocument vanwege Y. Wouters, versie 3 1
Algemeen 1.1 zie J. Bosmans 1.2 zie brochure scholen
2
Standpunt Beroepsfederaties 2.1 IDAC 2.2 IBR zie antwoord van R. Vandelanotte
3
BEROEP ALGEMEEN 3.1 “Steeds meer voor minder accountants” L. De Smet TALENT pg. 6 - 7 Speciale katern Knack 10/01/96 Trends 11/01/96 FET 06/01/96 3.2 Vacatures focus Financiële Functies TALENT pg. 6 - 7 - 8 - 9 idem punt 3.1
4
Functiebeschrijving (praktijkvoorbeelden) Internationaal gericht Westvlaams bedrijf (Pieters Visbedrijven NV Brugge) omzet 3,7 miljard werknemers 460 worldwide, 300 België 4.1 Hoofdboekhouder 4.2 Boekhouder van een dochterbedrijf 4.3 Verantwoordelijke klantenbeheer 4.4 Verantwoordelijke thesaurie- en valutabeheer
5
Fiscalist Philips NV Vertrouwelijk
6
VEV standpunt via 2 functiebeschrijvingen
BEROEPSPROFIEL BOEKHOUDER FISCALIST
5
MEDEWERKERS
De volgende personen verleenden hun medewerking ♦ Hogeschool Gent, mevrouw Erauw (BME) ♦ Hogeschool Gent, mevrouw D. Jacobs (Hohan) ♦ Hogeschool Limburg, de heer A. Thiry ♦ Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, mevrouw Y. Wouters ♦ Mercator Hogeschool Provincie Oost-Vlaanderen, mevrouw S. Stuyts ♦ Karel de Grote Hogeschool Antwerpen, de heer G. Verbeeck ♦ Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, de heer R. De Waele ♦ Katholieke Hogeschool Mechelen, mevrouw M. Smits ♦ Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, mevrouw C. Van de Moorte ♦ Provinciale Hogeschool Limburg, de heer M. Erlingen
17
BEROEPSPROFIEL technisch-commercieel medewerker (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
handel-administratie handelswetenschappen & bedrijfskunde bedrijfsbeheer financie- en verzekeringswezen technisch-commercieel medewerker
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/19 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
INHOUD
1
2
VOORONDERZOEK
1
1.1
De socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 1.1.1 Macro-economische situering van de sector 1.1.2 Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector
1 1 1
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt 1.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector 1.2.2 Gegevens over het beroep
2 2 3
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
4
2.1
Benaming
4
2.2
Beschrijving van de activiteiten
4
2.3
Ondersteunende kennis 2.3.1 Gemeenschappelijke basiskennis 2.3.2 Beschrijving van de activiteiten 2.3.3 Aanbeveling naar het leerplan
4 4 4 4
3
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
5
4
BIBLIOGRAFIE
6
5
MEDEWERKERS
7
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
1
1
VOORONDERZOEK
1.1
Socio-economische structurele ontwikkelingen
1.1.1
Macro-economische situering van de sector De financiële sector is een dienstensector in volle ontwikkeling en heeft een belangrijk aandeel in de economie van het land.
1.1.2
Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector 1.1.2.1
Socio-economische factoren (afzetmarkt en arbeidsmarkt)
Sedert het begin van dit decennium wordt de financiële sector gekenmerkt door een zoeken naar nieuwe en vooral rendabeler werkmethodes om zo efficiënt mogelijk op de behoeften van particulieren en ondernemingen te kunnen inspelen. Tussen banken en verzekeringen is er een steeds verdere branchevervaging zodat men kan spreken van “verzekeringsbankieren” of “bankassurance” al naargelang het vertrekpunt dat men inneemt. Deze evolutie heeft ongetwijfeld te maken met de dereguleringstendens die het financieel gebeuren beheerst sedert het einde van de jaren tachtig. Dit fenomeen vertaalt zich in een zeer hevige concurrentie binnen de financiële sector. Financiële instellingen en verzekeraars kunnen zich nog enkel differentiëren van hun concurrenten door zich enerzijds toe te leggen op specialisatie (maatwerk voor de klant) en anderzijds door een betere kwaliteit van hun commerciële dienstverlening aan te bieden. 1.1.2.2
Technologische factoren (systemen, routines, processen)
De toenemende concurrentiedruk heeft een doorgedreven rationalisatie tot gevolg. In de sector worden de nieuwste informaticatechnieken toegepast zowel bij de administratieve verwerking van de gegevens als bij het op de markt brengen van de verschillende producten en/of diensten. 1.1.2.3
Politiek-maatschappelijke factoren (arbeidsrecht, arbeidsverhoudingen)
De financiële sector geniet een goede reputatie wat betreft arbeidsverhoudingen en verloning. 1.1.2.4
Structuur van de bedrijven
Zowel in het bank- als verzekeringswezen is er een tendens tot schaalvergroting aanwezig. Naast grote ondernemingen met enkele duizenden werknemers, bestaan er eveneens een groot aantal kleinere bedrijven, vooral in de distributie van spaarproducten en verzekeringen.
2
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt
1.2.1
Gegevens van tewerkstelling in de sector 1.2.1.1
Huidige tewerkstelling: aantal tewerkgestelden, leeftijd, geslacht, diploma, enz.
De bovenvermelde tendensen komen tot uiting in het aanwervingsbeleid. De belangrijke verschuivingen m.b.t. de tewerkstelling in de sector zijn zowel van kwantitatieve als van kwalitatieve aard. Hoewel de daling van de tewerkstelling geenszins te verwaarlozen is, stellen we een groeiende vraag vast naar hoog gekwalificeerd personeel. De werkgevers zijn, terecht, veeleisender geworden in die zin dat de kwalificatie van de kandidaten voor de aangeboden functies nauwer moet aansluiten bij de vereiste vaardigheden. Personeel een tewerkstelling
1994
1
Banken
82.094
2
NBB
3.162
3
Leasing- en financieringsmaatschappijen
1.628
4
Overige financiële instellingen
3.204
5
Zelfstandige spaarbankagenten
2.063
6
Verzekeringsmaatschappijen
29.000
7
Verzekeringstussenpersonen in hoofdberoep
11.500
8
Verzekeringstussenpersonen in bijberoep
10.700
Bronnen: Belgische Vereniging der Banken, “Statistisch Vademecum van de banksector in 1994”, Aspecten en documenten nr. 179, Brussel, juli 1995. Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen, “De Verzekering in België”, Jaarverslag 1994, Brussel, 1995.
Zo is bijna twee derden van de tussen 1990 en 1994 aangeworven personen in de financiële sector houder van een diploma hoger of universitair onderwijs (63% in 1994 in de verzekeringssector, 81,7% in de banksector). In de financiële sector heeft anno 1994, 45,6 % van de werknemers een diploma hoger of universitair onderwijs. Opleidingsniveau in 1994
Banken
Verzekeringen
Universitair
15,9%
18%
HOBU
29,7%
25%
38%
31%
16,4%
26%
Hoger secundair Overige
Bronnen: Belgische Vereniging der Banken, “Statistisch Vademecum van de banksector in 1994”, Aspecten en documenten nr.179, Brussel, juli 1995. Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen, ‘De verzekeringen in België’ Jaarverslag 1994, Brussel, 1995.
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
1.2.1.2
3
Toekomstige tewerkstelling: perspectieven
Bij deze “upgrading” van de activiteiten en procedures heeft men vooral oog voor afstudeerrichtingen met een duidelijk raakvlak met het bedrijfseconomisch gebeuren zoals financie- en verzekeringswezen. De financiële dienstverlening legt meer en meer het accent op adviesverlening aan cliënteel. De automatisering heeft een belangrijk deel van de vroegere routinetaken overgenomen. De recruteringscriteria zijn hierbij verschoven van administratieve bekwaamheid naar commerciële begaafdheden. Naast een stevige productkennis is het immers onontbeerlijk om de nodige vaardigheden te bezitten om met deze kennis in te spelen op de behoeften van particulieren en ondernemingen. Hierdoor zijn gekende, klassieke functies sterk veranderd en anderzijds zijn er een aantal nieuwe commerciële en gespecialiseerde functies binnen het bank- en verzekeringswezen ontstaan. Ook binnen KMO en grotere ondernemingen is er een tendens om het financieel- en risicobeheer over te laten aan gespecialiseerd personeel. 1.2.1.3
Instroomproblematiek: verhouding van vraag werkgevers/aanbod van werknemers
Door de steeds hogere eisen die gesteld worden, is er een verschuiving vast te stellen naar hooggeschoolde medewerkers. Ondanks de dalende tewerkstelling van de voorbije jaren is het aantal aanwervingen van medewerkers met een HOBU of universitair diploma toegenomen. De vraag naar afgestudeerden van de studierichting financie- en verzekeringswezen is nog steeds groter dan het aanbod.
1.2.2
Gegevens over het beroep Classificatie van het beroep (plaatsen van het beroep in de sector) In de verzekeringssector zijn de diverse onderdelen van het beroepsprofiel nog min of meer strikt afgelijnd. Zeker in de distributie van verzekeringen is de vrij strikte wetgeving de hiervan de oorzaak. In de banksector daarentegen vertrekt men meer en meer van een takenbundeling waarvoor men een medewerker in dienst neemt. De klassieke benamingen verdwijnen daardoor meer en meer en de medewerker in een bankinstelling kan naargelang de situatie een aangepast en dus verschillende takenpakket krijgen.
4
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
2 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
2.1
Benaming Er bestaat geen algemeen geldende beroepsnaam. Technisch-commercieel medewerker voor de financiële sector kan gebruikt worden, maar is niet herkenbaar aanwezig in de sector. De naam van dit beroepsprofiel omvat verschillende activiteiten binnen de financiele sector en is met opzet vrij algemeen gehouden gezien de diversiteit van de taken. De hierboven gebruikte beroepsnaam is niet herkenbaar aanwezig in de sector.
2.2
Beschrijving van de activiteiten Beroepscontext ♦ Organisatie van de arbeid − organisatie in de werkplaats: • grondstoffen • gebruik van de hulpmiddelen • beschrijving van de werkvloer organisatie buiten de werkplaats: − • gezondheid en hygiëne: • milieu • veiligheid • deontologie
2.3
Ondersteunende kennis
2.3.1
Gemeenschappelijke basiskennis Om de breedte van de opleiding te waarborgen is een gemeenschappelijke algemene basiskennis naast een algemene kennis over het beroep vereist.
2.3.2
Specifieke kennis in functie van het beroep Traditionele kennis Specifieke kennis dient uitgesplitst naargelang het taakgebied het beroep. Nieuwe technologie Aanduiden in de taakgebieden waar nieuwe technologie zich ontwikkelt.
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
3
5
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Omschrijving van het niveau Het niveau van het beroep wordt door drie factoren bepaald: − graad van verantwoordelijkheid − graad van complexiteit − graad van transfer De niveaus worden als volgt omschreven: ♦ Niveau 1 Kwalificatie, die bedoeld is om betrekkelijk eenvoudig werk uit te voeren dat vrij snel kan verworven worden. ♦ Niveau 2 Kwalificatie, die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken. ♦ Niveau 3 Kwalificatie, die praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd op basis van een goed onderbouwde theoretische kennis over het werk en/of verantwoordelijkheden omvat zoals leiding en coördinatie. ♦ Niveau 4 Kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken op autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheden te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer. ♦ Niveau 5 Kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken onafhankelijk een beroepsactiviteit uit te oefenen en de wetenschappelijke achtergronden van het beroep te beheersen.
6
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
4
BIBLIOGRAFIE
Vraag naar de opleiding De sector vraagt beginnende beroepsbeoefenaars die beantwoorden aan de volgende eisen: − − − − −
De beginnende beroepsbeoefenaar is polyvalent. De beginnende beroepsbeoefenaar is kwaliteitsbewust. De beginnende beroepsbeoefenaar kan zelfstandig werken. De beginnende beroepsbeoefenaar kan werken met de nieuwe technieken. De beginnende beroepsbeoefenaar heeft zin voor orde, zorg voor de gereedschappen en de machines en oog voor de veiligheid en hygiëne.
BEROEPSPROFIEL TECHNISCH-COMMERCIEEL MEDEWERKER
5
MEDEWERKERS
Het beroepsprofiel werd ontwikkeld door:
♦ Anita Gielen Hogeschool Limburg Zonneweeldelaan 17/12, 3600 Genk, Tel: 089 36 32 70
♦ Emmanuel Gys Katholieke Hogeschool Kempen Karlsruhelaan 2, 2400 Mol, Tel/Fax: 014 58 36 62 secretaris
♦ Frank Heuring Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen Treemblok 13, 2970 ‘s Gravenwezel, Tel/Fax: 03 658 25 62 coördinator
♦ John Laseel Mercator Hogeschool Gent Jean Baptist d’Hanedreef 2, 9031 Drongen, Tel: 09 227 50 12
♦ Luc Rosiers Hogeschool Antwerpen Hoogstraat 64, 28360 Willebroek, Tel: 03 886 20 87
♦ Elfriede Van der Gheylen Hogeschool Gent Immerzeeldreef 271, 9300 Aalst, Tel/Fax: 053 78 13 87
♦ Carline Vuylsteke Katholieke Hogeschool Leuven E. Carleerlaan 10, 3012 Wilsele, Tel: 016 23 96 37
7
BEROEPSPROFIEL marketeer (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
handel-administratie handelswetenschappen & bedrijfskunde bedrijfsbeheer marketing marketeer
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/19 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL MARKETEER
INHOUD
1
2
3
SITUERING VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
1
1.1
2
Beroepsfuncties opgenomen door marketeers
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
6
2.1
Clustering van de beroepsfuncties voor een marketeer
6
2.2
Beschrijving van de taken per type marketeer 2.2.1 Bediende van de binnendienst van een verkoopafdeling 2.2.2 Verkoper met marketingactiviteiten 2.2.3 Marketingmedewerker van een onderneming 2.2.4 Commercieel geschoold inkoper 2.2.5 Medewerker van een reclamebureau 2.2.6 Medewerker van een marktonderzoeksbureau 2.2.7 Leiding geven aan een commerciële dienst
6 6 6 7 9 10 10 11
2.3
Deelfuncties die aan marketeers worden toevertrouwd
11
VEREISTE KENNIS, VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES
13
3.1
Vereisten
13
3.2
Contextgegevens
16
3.3
De beroepshouding van de marketeer
17
4
BIBLIOGRAFIE
18
5
MEDEWERKERS
19
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
1
1
SITUERING VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Nederlands onderzoek, onderzoek door één van de deelnemende hogescholen en de ervaring van de deelnemers ter gelegenheid van hun veelvuldige contacten met bedrijven, geven aan dat werkgevers van marketeers meer dan vroeger commercieel personeel selecteren op basis van persoonlijkheid en sociale vaardigheden. Meer dan anderen zal de marketeer in werksituaties terecht komen waar teamwork verwacht wordt. De afgestudeerden hoger onderwijs formuleren de wens dat hun opleiding hen beter op de bedrijfspraktijk zou voorbereiden. De overgang van opleiding naar bedrijfsleven is voor hen nog te moeilijk. Bedrijfsleiders stellen vast dat hogergeschoolden meestal niet onmiddellijk inzetbaar zijn. Zowat de helft van de nieuw aangeworven marketeers wordt in het bedrijf zelf bijgeschoold. Grote ondernemingen, onder meer in de bank- en verzekeringssector, vinden dergelijke bedrijfsgerichte bijscholing vanzelfsprekend. Van de marketeer wordt verwacht dat hij of zij een breed inzicht in het ondernemingsgebeuren koppelt aan zin voor initiatief en een sterke persoonlijke motivatie. De meesten onder hen zullen tijdens hun loopbaan in verschillende functies en werksituaties belanden. VDAB-verantwoordelijken en verantwoordelijken van privé-selectiebureaus hebben ervaren dat gegradueerden marketing ook aan de eisen van vacatures kunnen voldoen die niet specifiek op hun opleiding zijn gericht. Het werk dat door een gegradueerde van de economische richting wordt uitgevoerd is sterk verschillend van bedrijf tot bedrijf, alsook de graad van verantwoordelijkheid die men er krijgt. In Vlaanderen wordt veel belang gehecht aan de taalvaardigheid in verschillende internationale talen. Vooral de praktische kennis van het Frans staat bij veel afgestudeerden op een laag peil. In grote ondernemingen en in gespecialiseerde bedrijven, zoals reclame- en marktonderzoekbureaus kan de marketeer zich toespitsen op de typische verkoop- en/of marketinggebonden activiteiten. In kleine ondernemingen, buiten de sector van de marketingcommunicatie of -consultancy, zal de marketeer in veel gevallen een brede waaier van taken op zich nemen. De marketeer kan na verloop van tijd doorgroeien binnen een onderneming. We moeten hier een onderscheid maken tussen een loontrekkende marketeer en een zelfstandige. De loontrekkende heeft tijd nodig om binnen het bedrijf te promoveren. Meestal valt de eerste promotie in de loop van de eerste zeven jaar. Het betreft dan vaak de eerste stap in het middenkader. Uit diverse onderzoeken blijkt dat 25 % van de startende marketeers in loondienst doorgroeien naar het middenkader. De marketeer heeft een zeer ruime beroepskeuze en dat resulteert eveneens in een brede waaier aan instapfuncties in het middenkader. Na gemiddeld 15 tot 20 jaar stoot ongeveer 10 % van het middenkader door tot het eigenlijk kader. Deze cijfers lagen vroeger wel enigszins anders. De ommekeer ligt in het begin van de jaren tachtig: de economie gaat wankelen en universitairen palmen een stuk van de af-
2
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
zetmarkt van onze gegradueerden in. De huidige kaderfuncties liggen in het verlengde van de middenkaderfuncties. Al de functienamen komen terug, maar dan voorafgegaan of gevolgd door hoofddirecteur, -afgevaardigde of -beheerder. Terzelfdertijd verhogen de eisen gesteld aan operationeel personeel. Gegradueerden verdringen op hun beurt lagergeschoolden. Voor de zelfstandige marketeer is de instaptijd moeilijk na te gaan. Sommigen worden na een succesvolle carrière als loontrekkende toch zelfstandig, anderen wagen de sprong onmiddellijk na hun studie. Globaal spreken we over een 10% zelfstandige marketeers. Hoewel de carrière moeilijk na te trekken is, lijkt er ons toch een diversificatie in de verschillende beroepen te zitten. We durven hier dan ook een zekere hiërarchie inbouwen: de instapfunctie (die supra al werd toegelicht), de middenkaderfunctie en de kaderfunctie. De term “marketeer” voor het aanduiden van het beroep dat hier wordt beschreven, is in het bedrijfsleven niet algemeen in gebruik. Er bestaat geen algemeen aanvaarde term voor commerciële medewerkers van niveau 4 en 5. Er bestaat ook geen beroepsvereniging die alle beoefenaars van deze functies groeperen. De Stichting Marketing groepeert wel een groot aantal professionelen die marketingfuncties uitvoeren. Er bestaat ook een vereniging van inkopers, namelijk de VIB, de Vereniging voor Inkoop en Bedrijfslogistiek. Om een volledig beeld te krijgen van de arbeidsmarkt voor "marketeers" en van de eisen die het bedrijfsleven aan hen stelt, is nader onderzoek wenselijk. In elk geval betreft het een beroep met een sterk multisectorieel karakter.
1.1
Beroepsfuncties opgenomen door marketeers De meeste marketeers worden tewerkgesteld in functies die gericht zijn op de verkoop. Ze zijn uiteraard ook vertegenwoordigd in marketingfuncties. Enkele zijn inkoper. Een aantal onder hen bereikt leidinggevende functies. We weten dat ze in de volgende bedrijfsfuncties terecht kunnen − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
administratief commercieel medewerker verkoper binnendienst televerkoper productieassistent assistent manager administratieve functie programmaplanner kantoormedewerker assistant export manager receptioniste-telefoniste assistent van de verkoopdirecteur medewerker klantendienst quality & customer control marketing assistent orderacceptor logistiek medewerker medewerker commercieel secretariaat dossierbeheerder marktonderzoeker loketbediende bank verkoper-adviseur verkoper-magazijnier
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
verkoper agent -buitenland agent -binnenland vertegenwoordiger handelsreiziger commercieel afgevaardigde industriële vertegenwoordiger commercieel medewerker verkooppromotor verkoopmanager export sales manager zelfstandig vertegenwoordiger zelfstandig agent verkoopassistent uitzendconsulent prospecteur cliënteelgelastigde verkoper binnendienst televerkoper account manager merchandiser advertising- & promotioncoördinator advertising manager assistant manager assistant manager product planning & promotion assistant promotion manager assistent persattaché bediende PR assistent marktonderzoeker marktanalist commercieel medewerker export commercieel trainer opleiding bediende traffic department bediende distributieplanning specialist pricing & product specifications key account manager retail account manager klantenadviseur projectleider special events officer assistant marketing manager assistant product manager international assistant product manager international product manager brand manager quality & customer control aankoper aankoopbediende assistant aankoper hoofd van de aankoop
3
4
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
inkoper inkoopbediende assistant inkoper hoofd inkoop voorraadbeheerder administratieve medewerker logistiek bediende projectleider junior account executive assistant account executive projectverantwoordelijke assistant projectleider assistant projectverantwoordelijke (senior) account executive pr-manager projectleider projectverantwoordelijke junior-projectleider junior-projectverantwoordelijke (assistant) - verkoopleider regiomanager verantwoordelijke (administratie) binnendienst verantwoordelijke marketing export en import verantwoordelijke productiemanager, account manager adjunct commerciële directeur afdelingsverantwoordelijke area manager customer-servicemanager distributieverantwoordelijke logistieke manager projectleider pr-verantwoordelijke ...
Voor de middenkaderfunctie als zelfstandige komen de volgende functienamen voor − − − − − − − − − −
assistent-afgevaardigd beheerder assistent beheerder assistent ondernemer co-agentschapsdirecteur co-gerant hoofdconsulent assistent storemanager assistentzaakvoerder assistent-uitbater ...
Voor de kaderfunctie kan men de volgende functienamen vinden − afgevaardigd beheerder − ondernemer
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− − − − − − − −
5
agentschapsdirecteur gerant storemanager zaakvoerder uitbater bestuurder bedrijfsleider ...
En dit is nog maar een greep uit de functies die in het bedrijfsleven in aanmerking komen voor een marketeer. Het was dus voor de werkgroep onbegonnen werk om voor elke soort functie een volledige beschrijving van de taken te geven. Hier volgt enkel de schets van een paar taakbeschrijvingen. ♦ Sales assistant in een industriële onderneming − bestellingen met eventueel prijs en leveringstermijnen doorgeven − courante problemen oplossen door middel van telefonisch contact en/of fax met klanten − brieven typen − vluchtgegevens en details van zendingen doorgeven − bestellingen van toestellen en onderdelen opvolgen − klassement bijhouden − contact met transporteurs voor het regelen van verzendingen − transport laten verzekeren − zendingen naar de klanten coördineren − retourzendingen opvolgen − telefoongesprekken overnemen of klanten opvangen bij afwezigheid van sales managers of andere sales assistants ♦ Commercieel medewerker van een bank − advies verlenen aan bestaande en nieuwe cliënteel over het aangeboden productenpakket − verzorgen van de cliëntenservice − administratief werk verrichten op een geautomatiseerd netwerk
6
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
2 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
2.1
Clustering van de beroepsfuncties voor een marketeer Een onderzoek uitgevoerd in één van de deelnemende hogescholen heeft de werkgroep geholpen om op basis van dit weliswaar onvolledig onderzoek de beroepsfuncties in aanvaardbare categorieën te clusteren. De werkgroep voerde daarnaast een telefonische bevraging uit bij een representatief aantal afgestudeerden. De werkgroep is op basis van een en ander van oordeel dat de volgende types van beroepsfuncties bij marketeers het meest voorkomen: − bediende van de binnendienst van een verkoopafdeling − verkoper met marketingactiviteiten − marketingmedewerker van een onderneming De volgende bedrijfsfuncties komen minder voor: − commercieel geschoold inkoper − dienstverlener i.v.m. marketingcommunicatie − medewerker van een marktonderzoekbureau − manager van een commerciële dienst
2.2
Beschrijving van de taken per type marketeer Op een symposium werden voorontwerpen van de hierna volgende beschrijvingen voorgelegd aan vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, onder andere aan gegradueerden marketing. Aan de hand van de besprekingen werden de beschrijvingen aangepast.
2.2.1
Bediende van de binnendienst van een verkoopafdeling − contacteren van klanten: informeren en opvolgen, orderadministratie, klachtenbehandeling − contacteren van leveranciers: offertes aanvragen, stockbeheer, goederenbegeleiding − verrichten van administratief werk: receptie, telefoneren, secretariaat, facturatie, klasseren, corresponderen en communiceren in verschillende vreemde talen (afhankelijk van de regio), organiseren en plannen − ondersteunen van de verkoop en marketing − verzorgen van interne communicatie
2.2.2
Verkoper met marketingactiviteiten Communicatieve taken − het leggen van contacten met potentiële klanten, zowel in binnen- en buitenland. Dit houdt in : het opzoeken van adressen, voorbereiding van het gesprek, klaarmaken van sales materiaal en telefonisch of schriftelijk een bezoek aankondigen
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
7
− het onderhandelen met externe relaties − het geven van informatie over producten (diensten), het bedrijf en zijn interne organisatie, de service en de manier van leveren − het argumenteren en weerleggen van tegenwerpingen − rapporteren (per bezoek) Commerciële taken − bepaling van de meest economische routing − mee helpen bepalen van productbeleid, prijsbeleid en promotiebeleid − evaluatie eigen taken: • budgetcontrole, • aantal lost-orders • aantal afgelegde bezoeken • aantal offertes • aantal orders per regio Administratieve taken − − − − − − −
2.2.3
telefoneren faxen werken met PC, tekstverwerking fotocopiëren post behandelen brieven schrijven (ook in vreemde talen) opstellen mailings
Marketingmedewerker van een onderneming De marketingmedewerker van een onderneming is iemand die − ofwel een marketingfunctie binnen de onderneming vervult welke ondersteunend is voor andere functies (vnl. marketing en verkoop) − ofwel een marketingfunctie in de buitendienst vervult, gericht op de externe markten waarmee de onderneming wordt geconfronteerd, en waarbij hij/zij ondersteund wordt door diverse interne functionarissen − ofwel een marketingfunctie vervult die een combinatie is van zowel intern als extern gerichte werkzaamheden Taken met betrekking tot de interne functie − informatieverzameling uit primaire en secundaire bronnen, met als doel analyse en vervolgens advies naar zowel interne opdrachtgevers en/of gebruikers als naar de medewerkers buitendienst − marktanalyse, concurrentieanalyse, marketinganalyse, omzetanalyse, communiceren met medewerkers van diverse afdelingen binnen het eigen bedrijf, zoals: marketing administratie, marktonderzoek, productontwikkeling, advertising & sales promotion, product management, verkoop, productieplanning, magazijn, verzending, boekhouding − opstellen van marketing deelplannen, inclusief de budgettering − samenstellen van folders, voorbereiding van incentives − communiceren met medewerkers buitendienst − communiceren en afspraken maken met leveranciers (bijvoorbeeld marktonderzoekbureau, reclamebureau, PR-bureau, enz.) − oplossen van problemen ten behoeve van (vooral) de externe medewerkers − verrichten van administratief werk
8
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− − − − − − − − − − − −
telefoneren werken met PC, waaronder tekstverwerking, databasebeheer en spreadsheet tekstverwerking faxen fotocopiëren post behandelen klasseren brieven schrijven onthaal opstellen agenda presentaties vertalen van commerciële documenten, voorbereiden van vergaderingen, bijwonen van vergaderingen
Taken met betrekking tot de externe functie − bezoeken van klanten met als doel de behoeften van de klant te analyseren − communiceren met medewerkers binnendienst van functies als: • marketing • marktonderzoek • productontwikkeling • advertising & sales promotion • verkoop • productie − concipiëren, uitwerken en budgetteren van campagnes gebaseerd op eigen analyses en op informatie van de medewerkers binnendienst − de klant hieromtrent informeren en adviseren − onderhandelen met medewerkers binnendienst omtrent de uitvoering van de campagne − de klant begeleiden bij de uitvoering van de campagne, klantenbinding realiseren − organiseren en coördineren van de campagne − evalueren van de campagne − rapporteren, zowel naar de klant als naar de interne medewerkers en verantwoordelijken − telefoneren − werken met PC, tekstverwerking, faxen − fotocopiëren − post behandelen − klasseren − brieven schrijven − onthaal − opstellen agenda − presentaties − vertalen − voorbereiden van vergaderingen, bijwonen van vergaderingen Taken met betrekking tot de gecombineerde functie − informatieverzameling uit primaire en secundaire bronnen, met als doel analyse en vervolgens het concipiëren, uitwerken en budgetteren van marketing (deel)plannen − marktanalyse, concurrentie-analyse, marketinganalyse, omzetanalyse
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
9
− concipiëren en doen verrichten van marktonderzoek, impulsen geven tot productontwikkeling, concipiëren en doen uitwerken van advertising & sales promotion − opstellen en budgetteren van marketing (deel)plannen − onderhandelen met en motiveren van medewerkers van diverse afdelingen binnen de eigen onderneming omtrent de uitvoering van de marketing deelplannen, zoals: marketing administratie, marktonderzoek, productontwikkeling, advertising & sales promotion, verkoop, productieplanning, inkoop − selecteren van en onderhandelen met distributeurs − organiseren, coördineren en doen uitvoeren van campagnes − kostenbewaking − controle uitoefenen op en intern rapporteren over de commerciële, financiële en bedrijfseconomische afwikkeling van de campagnes − telefoneren, − werken met PC − tekstverwerking − faxen − fotocopiëren − post behandelen − klasseren − brieven schrijven − onthaal − opstellen agenda − presentaties − vertalen − voorbereiden van vergaderingen, bijwonen van vergaderingen
2.2.4
Commercieel geschoold inkoper Gezien de afwezigheid van inkopers op het symposium moet de hierna volgende opsomming nog worden voorgelegd aan uitvoerders van deze bedrijfsfunctie. Door tijdsgebrek is hier nog niet aan voldaan. Er werd wel rekening gehouden met beroepsprofielen van inkopers zoals deze in Nederland bv. zijn opgesteld. Hieronder vindt men taken die zowel door inkoopmanagers als door operationele inkopers worden vervuld. Strategische taken ♦ − − − − ♦ −
Planning opstellen van een langetermijninkoopplan bestuderen van eigen marktpositie beoordelen van marktontwikkelingen afstemmen van strategieën op deze marktontwikkelingen Controle evaluatie van het inkoopbeleid
Tactische taken ♦ Planning − opstellen van een tactisch inkoopplan: wie doet wat op welk moment en met welk gewenst resultaat ♦ Uitvoering − leiding geven aan inkopers en ze begeleiden
10
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− ♦ − − −
zelf inkopen Controle budgetcontrole controle van voorraden controle op de betalings- en leveringsvoorwaarden van de afdeling
Operationele taken ♦ Planning − plannen van de eigen uitvoerende en controlerende taken organiseren van de eigen uitvoerende en controlerende taken ♦ Uitvoering − inkopen (vooronderzoek, onderhandelen, bestellen, opvolgen,...) − relaties onderhouden met leveranciers (marktonderzoek, evaluatie,...) − verslag uitbrengen over de eigen activiteiten ♦ Controle van de eigen taken
2.2.5
Medewerker van een reclamebureau − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
2.2.6
samenwerken met de senior account executive producten leren kennen concurrentieanalyses maken bestekken maken facturatie opmaken de markt bijhouden reclame-investeringen bijhouden communiceren met andere medewerkers binnen het bureau ideeën aanbrengen voor een strategische benadering van de reclamecampagne mee instaan voor de inhoudelijke evaluatie, de redactie en de uitvoering van de reclameopdracht in overleg met de SAE en de productieverantwoordelijke marktonderzoek en analyse van de gegevens statistische verwerking van de marketinggegevens briefing presentaties voorbereiden vergaderingen bijwonen opstellen mailings vertalen telefoneren faxen werken met PC tekstverwerking fotocopiëren post behandelen brieven schrijven
Medewerker van een marktonderzoekbureau − analysewerk voor projecten doen: opstellen van analyseschema's, hercoderen, vragen verwerken, rapporteren − de enquêteurs controleren − plannen van de controlefase − uitvoeren van de controle: opbellen van respondenten − prospectie ondersteuning doen: verzamelen van informatie, aanmaak van mai-
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
11
lingadressen, versturen − de enquêteurs briefen: concrete afspraken maken, verzamelen van documenten hulp bieden bij het veldwerk − deelnemen aan rapportering − presentaties voorbereiden en uitvoeren: aanmaak van de grafische rapportering, nalezen van teksten, helpen bij het schrijven van bepaalde projectonderdelen, helpen bij het maken van slides voor de presentatie − vragenlijsten, presentaties en rapporten vertalen − vergaderingen bijwonen en verslagen schrijven − resultaten van het marktonderzoek statistisch verwerken projectcoördinatie doen − afspraken invullen − boekhoudkundige documenten en post klasseren − algemene briefwisseling doen − informatie van klanten, prospecten, leveranciers en personeel bijhouden − databank beheren : aanmaak en onderhoud − netwerk onderhouden − faxen
2.2.7
Leidinggeven aan een commerciële dienst Een leidinggevende functie impliceert het takenpakket van de basisfunctie aangevuld met een aantal leidinggevende taken, die sterk afhankelijk zijn van de persoonlijkheid van de leider. We hebben ons daarom beperkt tot de hoofdkenmerken: − het leiden van een team, afdeling, filiaal, bedrijf − het leiden van de dagdagelijkse werkzaamheden − het leiden van een groep medewerkers (motiveren, opleiden, animeren) − het coördineren van de administratie − het opstellen van een haalbaar businessplan − het plannen en formuleren van doelstellingen − de controle van zowel de producten, de klanten als de medewerkers − de communicatielijnen uittekenen, onderhouden en controleren − de verantwoordelijke beslissingen nemen binnen de juiste tijd, planning en omgeving, aangepast aan het vooropgestelde businessplan − het organiseren van de verschillende werkzaamheden − de eindverantwoordelijkheid op een bedrijfsverantwoorde manier dragen − het zelfstandig uitwerken van een aantal beslissingen, rekening houdend met de haalbaarheid binnen de onderneming − de kwaliteit van bedrijf, medewerker, product, klant, leverancier en economische omgeving bewaken
2.3
Deelfuncties die aan marketeers worden toevertrouwd De eerder beschreven taken kunnen worden geclusterd tot een aantal deelfuncties. Omwille van de omvang en de verscheidenheid van de hoger aangehaalde taken, beperken we ons hier tot het aangeven van de deelfuncties die het meest voorkomen: − contacten onderhouden met commerciële partners − verkopen of inkopen − onderhandelingen met commerciële partners voorbereiden en voeren − administratief werk uitvoeren dat verband houdt met commerciële activiteiten
12
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
of met de interne werkorganisatie − interne contacten onderhouden binnen het eigen bedrijf rond de uitvoering van aan- of verkoop − advies verstrekken aan commerciële partners − intern advies verstrekken in verband met de marketingaanpak van de onderneming − rapporteren aan de hiërarchische overste en/of aan teamleden − interne en externe gegevens verzamelen en beoordelen in verband met de behaalde resultaten (omzet, marktaandeel, kosten, klantentevredenheid, ...) − marktonderzoek voorbereiden, uitvoeren en analyseren − plannen uitwerken i.v.m. de commerciële bedrijfsactiviteiten − marketingcommunicatie voorbereiden, bespreken met interne en externe partners en eventueel zelf uitwerken − problemen bij de uitvoering van de commerciële bedrijfsactiviteiten oplossen − budgetten opstellen en hun naleving controleren − bedrijfsdoelstellingen bepalen en het eigen beleid evalueren − commerciële en administratieve bedrijfsactiviteiten organiseren en leiden − een ondernemingsstrategie helpen uitwerken
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
3
13
VEREISTE KENNIS, VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES
Aan het reeds hoger vermeld symposium werd tevens een lijst van verwachte kennis, vaardigheden en attitudes ter discussie voorgelegd per type beroepsfuncties. Veel elementen komen bij elk type beroepsfunctie terug. Dit geeft aan dat het wel om één en hetzelfde beroep gaat waarbij welbepaalde vereisten typisch zijn voor welbepaalde beroepsfuncties.
3.1
Vereisten De marketeer moet − vertrouwd zijn met allerhande verkoops- en onderhandelingstechnieken − zowel schriftelijk maar vooral mondeling in verschillende talen correct kunnen communiceren − kunnen werken met een tekstverwerkingsprogramma, spreadsheet, bestandsorganisatieprogramma en een presentatieprogramma − noties hebben van desktop publishing en een statistisch programma beheersen, − een uitgebreide theoretische kennis hebben over en inzicht hebben in marketing in al zijn aspecten (zowel het conceptuele als het strategische en het tactische) − van de marketing de structuren, modellen en strategische denkwijzen kennen en kunnen toepassen − kennis hebben van macro- en meso-economische ontwikkelingen die deel uitmaken van het krachtenveld waarin zijn onderneming zich bevindt − deze ontwikkelingen kunnen analyseren, beoordelen en vertalen in adviezen m.b.t. het beleid − commerciële probleemsituaties waarmee zijn onderneming wordt geconfronteerd, kunnen analyseren − zijn marketingkennis planmatig kunnen toepassen op deze probleemsituaties, d.w.z. dat hij doelstellingen moet kunnen formuleren, strategieën kunnen selecteren en deze strategieën kunnen concretiseren in tactische beslissingen − bekwaam zijn de uitvoering van marketing(deel)plannen te controleren en te evalueren op hun commerciële en bedrijfseconomische resultaten − kunnen inschatten wat de gevolgen zullen zijn, zowel commercieel als bedrijfseconomisch, van het maken van bepaalde keuzen − een meer dan oppervlakkige kennis hebben van bedrijfseconomische aspecten die verbonden zijn aan marketingbeslissingen − een meer dan oppervlakkige kennis hebben van juridische aspecten die verbonden zijn aan marketingbeslissingen − belangstelling hebben voor en kennis hebben van direct marketing technieken − kunnen rapporteren en presentaties doen − bekwaam zijn om met medewerkers en externe partners (o.a. leveranciers en distribuanten) een relatie op te bouwen en te onderhouden − bekwaam zijn om medewerkers en externe partners te motiveren tot samenwerking − zowel zelfstandig als in teamverband kunnen werken − kritisch staan tegenover de informatie waarmee hij wordt geconfronteerd, te-
14
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
genover de analyses die hij hiervan maakt, de aanbevelingen die hij op deze analyses baseert, tegenover zichzelf en zijn houding tegenover derden bereid zijn te luisteren naar de mening van derden, open staan voor de mening van derden en bereid zijn de eigen mening te wijzigen bereid zijn om als teamlid te functioneren; aanvaarden dat elk teamlid zijn eigenheid heeft en hiernaar handelt gericht zijn op het toepassen van ethische normen en waarden; consequent zijn in het toepassen van deze ethische normen en waarden commercieel ingesteld zijn klantgericht kunnen denken en handelen kunnen synthetiseren (rapport) heel leergierig ingesteld zijn en literatuur op de voet volgen contactvaardig zijn zin hebben voor initiatief hebben nauwkeurig zijn gemotiveerd zijn zelfdiscipline hebben zelfstandig zijn flexibel zijn een flinke dosis zelfvertrouwen en organisatietalent bezitten problemen kunnen oplossen en conflictloos tegenwerpingen kunnen weerleggen stressbestendig zijn een groot doorzettingsvermogen hebben vriendelijk en hulpvaardig zijn een groot aanpassingsvermogen hebben zin hebben voor verantwoordelijkheid zijn eigen sterke en zwakke punten kennen maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen objectieve normen hanteren zich niet te gemakkelijk laten beïnvloeden, integer en eerlijk zijn
Vooral in inkoopfuncties moet de marketeer − de structuren en het functioneren van organisaties kennen − de informatiestromen binnen een organisatie kunnen beheren, voor zover deze stromen nodig zijn voor het ondersteunen van zijn beslissingen − de doelstellingen, strategieën, processen, activiteiten en taken van een inkoopafdeling kunnen uitwerken − het inkoopproces kunnen beheersen − het tactisch en operationeel inkoopbeleid vorm kunnen geven in een inkoopplan − de implementatie van dat plan kunnen inschatten − het plan schriftelijk en mondeling kunnen presenteren − de inkoopactiviteiten alleen of in samenwerking met derden kunnen uitvoeren; het gaat hier om voorbereiden en houden van inkoopgesprekken, onderhouden van contacten en samenwerken met leveranciers, beoordelen van inkoopresultaten, enz. − technologische expertise kunnen verwerven Vooral in marketingcommunicatiefuncties moet de marketeer − een stevige dosis media- en reclametechnieken onder de knie hebben − vertrouwd zijn met business to business en consumer account behandeling − creatief ingesteld zijn
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
15
− − − − −
dynamisch zijn een nuchtere kijk hebben op de dingen vlot en overtuigend kunnen schrijven goed met cijferanalyses kunnen omgaan strategisch inzicht hebben : hij/zij moet zoveel mogelijk elementen van verschillend niveau in overweging nemen om tot concrete beslissingen te komen op product- en communicatieniveau − een passie hebben voor reclame, de media alert in het oog houden en gebeten zijn door de reclamemicrobe − een organisatietalent hebben Vooral in marktonderzoeksfuncties moet de marketeer − een scherpe analytische zin hebben − projectmatig kunnen werken : hij moet kunnen omgaan met meerdere, uiteenlopende takenpakketten en organisatietalent hebben − de knepen van het marktonderzoek kennen en de resultaten statistisch kunnen verwerken − belangrijke zaken kunnen onderscheiden van minder belangrijke en kunnen synthetiseren − voor de presentaties oog hebben voor de interesses van de toehoorders en eenduidig de resultaten kunnen toelichten De leidinggevende marketeer moet daarnaast − een uitgebreide theoretische kennis en inzicht hebben in alle aspecten van de marketing, wat hij eveneens kan plaatsen binnen de ruime context van de macro-, micro- en meso-economische omgeving − elke situatie juist kunnen inschatten en plaatsen in zijn vooropgesteld businessplan − zijn planning/beleid zeer verantwoord en helder kunnen uittekenen en communiceren naar zijn onmiddellijke omgeving (medewerkers, klanten, leveranciers, ...) − de gevolgen van zijn ondernomen acties zeer goed kunnen inschatten en er dadelijk op anticiperen − zijn medewerkers op een professionele manier kunnen leiden, motiveren, analyseren en controleren − heel sterk zijn in het zelfstandig werken en het zelfstandig nemen van beslissingen, waarvan hij de draagwijdte op voorhand moet kunnen inschatten en die perfect passen in het vooropgezet businessplan − organisatorisch een kei zijn en een duidelijke kijk hebben op de impact van zijn beslissingen binnen het groter geheel van het bedrijf en ver daarbuiten, − een zeer nauwkeurige analyse maken van een probleem om van daaruit de gepaste oplossing uit te werken samen met zijn medewerkers − een leider van een team zijn. Hij verstaat de kunst om mensen voor zijn kar te spannen en samen een professionele, langdurige relatie uit te bouwen. Maar bovenal is een leider een sterke persoonlijkheid, die stressbestendig is. − een grote zelfzekerheid hebben − een grote persoonlijkheid ontwikkelen − een daadwerkelijke luisterbereidheid tonen − een grote mensenkennis hebben − een gezonde, kritische en realistische kijk op het bedrijf, de mens en de wereld hebben − een sterk relativeringsvermogen hebben
16
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
− − − − − − − − − − −
3.2
een consequente en rechtvaardige manier van handelen hebben een sociaal, vlot iemand zijn een open geest hebben een strikte deontologie nastreven een gedreven communicator zijn een goede timemanager zijn een groot respect hebben voor zijn medewerkers een sterk creatief vermogen een grote beschikbaarheid kunnen delegeren probleemoplossend kunnen denken een sterke verantwoordelijkheidszin hebben
Contextgegevens Naargelang het bedrijf en de werksituatie verschillen de gebruikte hulpmiddelen. De vandaag onvermijdelijke computer is niet steeds met dezelfde software uitgerust. De modernste communicatiemiddelen zoals het gebruik van E-mail en van Internet dringen niet overal even snel door. Ondertussen is de fax algemeen ingeburgerd. In sommige functies zoals de inkoop ontstaan er systemen van gedeeltelijke automatisering. Voor de verkoper zijn nieuwe middelen ter beschikking om zijn presentatie te doen. Steeds meer wordt in teamverband gewerkt. In een deel van de beroepsfuncties wordt intens intern gecommuniceerd tussen medewerkers met uiteenlopende taken. In het ene bedrijf is het uit te voeren takenpakket toegespitst op één welbepaalde specialisatie. In het andere bedrijf worden uiteenlopende soorten taken, die elk andere kennis en vaardigheid vereisen, door dezelfde marketeer vervuld. In elk geval loopt de marketeer in de loop van zijn/haar carrière veel kans om uiteenlopende taken te vervullen. In het ene bedrijf wordt volgens strikte werkprocedures gewerkt. In het andere werkt men in een minder gereglementeerde wereld. In het ene bedrijf wordt voortdurend gerapporteerd. In het andere wordt slechts met lange tussenpozen naar eindresultaten gekeken. De verwachte resultaten zijn naast omzet, winst en/of kostenbeheersing steeds meer klantentevredenheid en de opbouw van een constructieve langetermijnrelatie met de commerciële partner. Daarnaast is het effectief uitvoeren van de vooropgezette taken en het streven naar efficiëntie bij de uitvoering van deze taken steeds meer een dagelijkse bekommernis. Precieze en heldere analyses en rapporten worden van veel marketeers verwacht. Efficiënte en conflictvrije communicatie met medewerkers en opdrachtgevers is eveneens vereist. Tevredenheid van medewerkers, collega's en opdrachtgevers wordt ook best nagestreefd. Overzichtelijke en realistische marketing- of inkoopplannen worden verwacht van marketeers die hiermee belast worden. Van een marktonderzoeker wordt een wetenschappelijk verantwoorde en voldoende genuanceerde analyse van zijn/haar onderzoek gevraagd. De graad van verantwoordelijkheid hangt sterk af van de plaats van de uitgevoerde functie binnen het organigram van de onderneming en van de graad van zelfstandigheid die er aan de medewerkers wordt gegeven.
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
3.3
17
De beroepshouding van de marketeer De marketeer moet de bovenvermelde basis-, neven- en leidinggevende functies met de aangepaste kennis, vaardigheden en attitudes op een deontologisch verantwoorde manier kunnen ontplooien en in om het even welke economische omgeving. Afhankelijk van de graad van zelfstandig beslissen heeft de marketeer te maken met een hoop vertrouwelijke informatie, die hij met de nodige discretie moet behandelen. De marketeer toont het nodige respect voor zijn economische omgeving. En deze economische omgeving kunnen we afhankelijk van de economische inplanting van het bedrijf heel breed uitsmeren: klant, bedrijf, leverancier, toeleveringsbedrijf, producent, distributeur, medewerker, omgeving, milieu, mensheid, wereld. Als marketeer is men zich ervan bewust dat men een wezenlijke schakel is in de economische ketting van het bedrijf. Daardoor moet de marketeer oog hebben voor de integrale kwaliteitszorg, waarbij zijn functie vaak een cruciale rol speelt. Een marketeer moet zich altijd opstellen als een kwaliteitsbewaker. In de relatie met klanten moet de marketeer een vertrouwensman zijn, die een exclusieve klantenbinding vooropstelt. Tijd staat hier in verhouding tot vertrouwen, discretie en professionaliteit. Bovenal moet een marketeer een professional zijn, die zijn beroep ernstig neemt en het kan plaatsen in een ruimere economische context.
18
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
4
BIBLIOGRAFIE
♦ Opleidingen, bijlage bij het Tijdschrift voor Marketing, juni 1995. ♦ Beroepsprofiel van Graduaat Marketing, eindwerk door 5 studenten van de Hogeschool Gent, Departement Bedrijfskunde BME, juni 1995. ♦ Een onderzoek van de Simon Stevin Hogeschool, Brugge, juni 1995. ♦ Lijst van functies uitgevoerd door afgestudeerden graduaat marketing, Karel de Grote Hogeschool, Antwerpen, 1996. ♦ Lijst van afgestudeerden aan de Hantal te Kortrijk, 1996. ♦ Beroepsprofiel van de afgestudeerden Marketing 1990-'93, Dr. A. Geeraert, KH Leuven, Departement Economische Hogeschool H.-Hart Heverlee, 1996.
19
BEROEPSPROFIEL MARKETEER
5
MEDEWERKERS
De werkgroep bestond uit opleidingsverantwoordelijken van verschillende Vlaamse hogescholen ♦ Mevr. C. De Cubber (secretaris), Hogeschool Gent ♦ Mevr. A. Vervrangen, Katholieke Hogeschool Leuven ♦ Dhr. K. Callens, Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen ♦ Dhr. J. Jacobs, Provinciale Hogeschool Limburg ♦ Dhr. P. Vanbrabant, Vlaamse Autonome Hogeschool West-Vlaanderen ♦ Dhr. R. Vegauwen, Karel de Grote Hogeschool Antwerpen (voorzitter) ♦ Jean-Marie Deleye, medevoorzitter van de VLOR-Commissie voor het beroeps- en opleidingsprofiel van de opleiding bedrijfsbeheer, hielp de werkgroep bij de eindredactie
BEROEPSPROFIEL milieuadministratie (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
handel-administratie handelswetenschappen & bedrijfskunde bedrijfsbeheer milieuadministratie deskundige milieuadministratie
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/19 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL MILIEUADMINISTRATIE
INHOUD
1
2
IDENTIFICATIE
1
1.1
Identificatiegegevens
1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1 1 1
1.3
Procedure
1
1.4
Methode
1
VOORONDERZOEK
2
2.1
Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 2.1.1 De macro-economische situering van de milieuproblematiek 2.1.2 Beschrijving van de huidige en verwachte ontwikkelingen inzake milieuadministratie
2 2
Analyse van de arbeidsmarkt 2.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector 2.2.2 Gegevens over de beroepen: beroepsstructuur van de sector 2.2.3 Functies 2.2.4 Relateren van de functies aan de beroepen c.q. beroepenclusters 2.2.5 Inventaris van de bestaande beroepsprofielen c.q. functieprofielen
6 6 7 9
2.2
3
4
2
11 11
VASTLEGGEN VAN DE BEROEPENCLUSTERS EN DE BEROEPEN
13
IN KAART BRENGEN VAN RELATIE TUSSEN BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
15
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
16
5.1
Exacte benaming van het beroep
16
5.2
Globale beschrijving van het beroep
16
5.3
Beschrijving van de activiteiten
16
INHOUD BEROEPSPROFIEL MILIEUADMINISTRATIE
5.4
5.5
6
Ondersteunende kennis 5.4.1 Gemeenschappelijke basiskennis en algemene beroepskennis 5.4.2 De gegradueerde in de milieuadministratie bezit volgende specifieke beroepskennis
17
De gegradueerde in de milieuadministratie bezit volgende attitudes en vaardigheden
20
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
16 17
21
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
1
1.1
1
IDENTIFICATIE
Identificatiegegevens Sector : Beroep : Beroepsprofiel :
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
administratie milieu milieucoördinator/medewerker milieucel milieuadministratie
De Vlor.
1.2.2
Doelstellingen Binnen het economisch hoger onderwijs neemt de opleiding milieuadministratie een bijzondere plaats in, ze heeft dan ook een fundamenteel ander karakter dan de meeste andere studierichtingen. Enerzijds is de opleiding relatief nieuw maar toch wordt het inhoudelijk overleg tussen het beroepenveld/de sector en het onderwijs over deskundigheden, eindtermen en curriculum reeds op regelmatige basis georganiseerd. Het ontbreken van een specifieke beroepsorganisatie vormt echter een moeilijkheid, zodat totnogtoe veelal eenmalige overlegsituaties gecreëerd werden om relevante informatie uit het werkveld te verkrijgen. Anderzijds is iedereen ervan overtuigd dat de opleiding milieuadministratie een belangrijke maatschappelijke positie zal verwerven, daar de opleiding voorbereidt op diverse taken in het bedrijfsleven, de overheidssector en de non-profit sector.
1.3
Procedure In de navolgende tekst werden de opvattingen over deze nieuwe opleiding zo goed mogelijk verwerkt, waarbij de huidige versie nog niet als de definitieve kan beschouwd worden. De instellingen voor hoger onderwijs zullen samen met alle betrokken bedrijfssectoren en overheidsinstellingen het overleg ter zake voortzetten. Er dient aangestipt dat - gezien het nogal korte implementatietraject - er nog bijkomend professioneel marktonderzoek moet plaatsvinden. Het verdient aanbeveling dit alsnog te doen om tot een validiteit van de arbeidsmarktpositionering van de gegradueerden in milieuadministratie te komen. Zie ook handleiding voor schrijven beroepsprofiel en hiervolgend.
1.4
Methode Dit beroepsprofiel is in drie stappen tot stand gekomen Op basis van de ervaring uit het onderwijs werd een sneuveltekst opgesteld, die vervolgens werd voorgelegd aan een aantal vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven die in de 'sector' werkzaam zijn. Tenslotte werd de tekst tijdens een afsluitende vergadering met alle leden van de werkgroep bijgeschaafd.
2
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
2
VOORONDERZOEK
2.1
Socio-economisch structurele ontwikkelingen
2.1.1
De macro-economische situering van de milieuproblematiek De milieuproblematiek is de laatste jaren ontegensprekelijk een voorname rol gaan spelen in onze maatschappij met belangrijke macro-economische ontwikkelingen tot gevolg (repercussies). Het bedrijfsleven wordt steeds meer geconfronteerd met de kosten en baten van de milieuzorg en met een snel groeiende uitbreiding van de milieuwetgeving. Bedrijven hebben met name vooral aandacht voor de wetgeving ter zake (milieuvergunningen en emissienormen), het afvalprobleem (dure afvalverwerking en milieuheffingen) en de klantenwensen (groen imago en andere ecolabels). Milieuzorg is echter al lang geen zaak meer die alleen met industriële activiteiten geassocieerd wordt. Ook de overheid en de burger spelen op dit vlak een belangrijke rol. Sedert een twintigtal jaar kunnen wij een exponentiële groei van het milieubewustzijn in alle geledingen van de maatschappij vaststellen. De milieubeweging is er in geslaagd om het individu, de overheid en het bedrijfsleven in groeiende mate voor een degelijk milieubeleid te sensibiliseren. Door druk van de publieke opinie en de regelgeving van de overheid is ‘milieu' een economisch gegeven geworden, dat in de strategische visie van de bedrijven een belangrijke rol is gaan spelen. Als gevolg van deze recente macro-economische ontwikkeling is in de private en publieke sector resp. bij profit en non-profitorganisaties een groeiende behoefte ontstaan aan gekwalificeerde medewerkers met een polyvalente bedrijfseconomische opleiding gekoppeld aan een gedegen kennis van de milieuwetgeving en milieuproblematiek.
2.1.2
Beschrijving van de huidige en verwachte ontwikkelingen inzake milieuadministratie 1 Recente socio-economische en politieke ontwikkelingen bewijzen dat het milieubewustzijn in alle geledingen van onze samenleving nog steeds snel groeit. Het verleden heeft aangetoond dat dit - rekening houdend met een zekere inertie steeds leidt tot een meer complexe regelgeving die directe consequenties heeft op het individu, de ondernemingen en de overheid zelf. Dit moet ontegensprekelijk leiden tot een groeiende behoefte aan afgestudeerden in de milieuadministratie. Dit verklaart het feit dat zij nu reeds in de verschillende sectoren van het bedrijfsleven en in de publieke respectievelijk non-profitsector werkzaam zijn. De afgestudeerde milieuadministratie is met name ook een administratieve kracht; binnen zijn brede economische basisopleiding ligt de nadruk op juridische, bedrijfseconomische en bedrijfstechnische kennis. Het is precies de combinatie van de wetenschap-
1
Dit gedeelte bevat ook gegevens over de functies verbonden aan het beroep.
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
3
pelijk-technische en juridische kennis gekoppeld aan de administratieve en bedrijfseconomische vaardigheden die een belangrijke troef vormt op de arbeidsmarkt. Het is vooral de aard van de organisatie die bepaalt of milieufuncties relatief frequent of weinig in de organisatie voorkomen. Bij organisaties uit de (algemene) dienstverlenende sector (zowel bedrijfsleven als overheid) behoren de milieufuncties hoofdzakelijk tot de secundaire, ondersteunende processen. Bij organisaties die zich specifiek richten op de milieuproblematiek zoals milieuadviesbureaus en afvalverwervende en -verwerkende bedrijven maar ook overheidsinstellingen zoals gemeentelijke milieudiensten, AMINAL, OVAM e.d., behoren de functies vooral tot de primaire processen en komen zij derhalve veel voor. De omvang en de aard van de organisatie bepalen in welke mate de taken gecombineerd dan wel gesplitst worden uitgevoerd. Milieufuncties komen voor in kleine, middelgrote en grote organisaties. Hoe kleiner de organisaties des te groter de kans dat verschillende soorten taken bij één persoon verenigd zijn en hoe breder de functie van die persoon is. Bedrijfsleven Het milieubeleid van bedrijven gaat uit van een bekommernis voor het milieu enerzijds maar anderzijds vooral van het kiezen van de meest economische oplossing om te voldoen aan de milieuwetgeving. Daarom hebben veel (vooral grote) bedrijven er voor gekozen milieuzorg als een integrerend deel van de ondernemingsactiviteiten te beschouwen. Voor vele bedrijven betekent milieubeheer zo economisch mogelijk omspringen met materiaal. In grote industriële bedrijven bestaat aldus een belangrijke behoefte aan de gespecialiseerde afgestudeerden van de studierichting milieuadministratie voor het uitvoerend niveau. Hier draaien de 'milieuadministratoren' mee in de milieucel. Met hun juridische en wetenschappelijk technische kennis moeten zij rapporteren welke mogelijkheden het bedrijf heeft binnen de normen van de milieureglementering. Zij moeten het bedrijf behoeden voor overtredingen en vermijdbare milieubeschermingskosten. Door KMO's wordt de milieuwetgeving meestal echter als een bedreiging ervaren. Zij vrezen enerzijds de bijkomende kosten en de administratieve rompslomp bij het aanvragen van vergunningen en anderzijds de repressieve aanpak van de overheid. Men is dikwijls bevooroordeeld en er zijn veel milieuconsulenten die een graantje willen meepikken. Vooral bij KMO's bestaat een grote behoefte aan gekwalificeerde medewerkers met een polyvalente bedrijfseconomische opleiding gekoppeld aan een gedegen kennis van de milieuwetgeving en milieuproblematiek. 'Milieu' is een nieuwe en vrij ingewikkelde materie. Verantwoordelijken in vooral KMO-bedrijven zien door de bomen het bos niet meer en doen zeer graag een beroep op iemand die ten minste deeltijds met de milieuproblematiek in het bedrijf bezig is, maar daarnaast functioneert in de boekhouding of andere diensten van het bedrijf. Natuurlijk kunnen zij terecht in de afvalsector. Bij de milieuconsulenten zijn ze omwille van hun kennis van zaken en administratieve en communicatieve vaardigheden fel gegeerd.
4
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
De toenemende complexiteit van de milieuwetgeving en de daarbij horende administratieve verplichtingen op gewestelijk, nationaal en supranationaal niveau leidt onmiskenbaar tot een groeiende noodzaak aan het doelgericht informeren van de bedrijfsleiding en/of het hoger technisch kader. In die zin is de functie van de afgestudeerde in de milieuadministratie in een bedrijf vooral van adviserende en ondersteunde aard. Bovendien ligt de weg open om zich te vestigen als zelfstandig milieuconsulent, want veel bedrijven opteren voor extern advies. Overheid De hogergenoemde complexiteit heeft natuurlijk ook gevolgen voor de tewerkstelling van gegradueerden in milieuadministratie in de overheidssector. Door de snelle evolutie in de milieusector komen afgestudeerden vooral terecht bij milieudiensten van de gemeentelijke (cfr. milieuambtenaar) of provinciale overheid enerzijds en bij intercommunalen of instellingen zoals het GOM, NCMV anderzijds. Zij worden daar tewerkgesteld in veelsoortige milieuadviesfuncties. Door hun bedrijfsgerichte vorming kunnen ze als ambtenaren beter rekening houden met de specifieke noden van het bedrijfsleven. In de toekomst zullen wijzigende politiek-maatschappelijke en socio-economische factoren de tewerkstellingsmogelijkheden gunstig beïnvloeden. Uit aan de gang zijnde ontwikkelingen in het bedrijfsleven en de maatschappij valt af te leiden dat de vraag naar milieudeskundigen nog zal toenemen. De steeds groeiende regelgeving op het gebied van milieu heeft repercussies op alle geledingen van de maatschappij: privaathuishoudens, overheidsinstellingen, kleine en middelgrote ondernemingen, grote industriële bedrijven en de dienstensector De bedrijven beseffen het toenemende belang van een degelijk gevoerd milieubeleid, als concurrentiefactor. Dit geldt des te meer wegens het wegvallen van allerlei handelsbelemmeringen en de steeds belangrijker wordende supranationale regelgeving, met name de EU-richtlijnen inzake milieu. Milieu krijgt een hoge prioriteit bij strategische en tactische managementbeslissingen. Alleen al ter vrijwaring van hun concurrentiepositie zouden bedrijven vanzelfsprekend graag zien dat minstens binnen de Europese grenzen dezelfde milieunormen worden gehanteerd. Zodoende heeft ook het bedrijfsleven belang bij een internationale uniformering van de regelgeving inzake milieu. Deze ontwikkeling moet noodzakelijkerwijs leiden tot grotere tewerkstellingskansen voor afgestudeerden milieuadministratie. De toenemende complexiteit van de milieuwetgeving en het toenemend belang van milieu als kosten(beheersings)factor leidt tot een grotere onzekerheid bij het nemen van beslissingen en wijst op de noodzaak van een integrale benadering. In deze materie kunnen afgestudeerden milieuadministratie een belangrijke ondersteunende rol vervullen. De Europese verordening (1836/1993) inzake milieubeheer- en milieuauditsystemen, Eco-Management and Audit Scheme (EMAS), geldt voorlopig weliswaar alleen op vrijwillige basis en alleen voor de industriële sector. We mogen echter gerust aannemen dat net zoals bij het opzetten van kwaliteitssystemen de grote industriële bedrijven in deze ontwikkeling het voortouw nemen. De implementatie van een milieuzorgsysteem vereist het engagement van de ondernemingsleiding en de sensibilisering van alle medewerkers. Bijna alle elementen die ook bij IKZ aan de orde zijn komen hier voor (intentieverklaring, milieucharter, iedereen, top-down). Het is dus logisch dat in de meeste bedrijven kwaliteitszorg, milieuzorg en veiligheid in één dienst zijn ondergebracht om een vlotte integratie van de respectievelijke beheersvisie mogelijk te maken. Daardoor zal men in elk proces in de onderne-
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
5
ming (van bv. van ontwerp tot dienst na verkoop) de milieuzorg integreren en telkens rekening houden met de consequenties voor het milieu. In dit opzicht zal er in de toekomst niet alleen in grote industriële bedrijven maar zeker ook in KMO's een blijvende behoefte aan gegradueerden van de opleiding milieuadministratie bestaan. Het is juist de kennis van verwante en niet-verwante vakgebieden die de afgestudeerden in staat stellen het milieubeleid te integreren. Zij kunnen hierbij een verwijsfunctie vervullen en met deskundigen uit die disciplines communiceren. Voorbeelden van deze vakgebieden zijn bedrijfseconomie, fiscaal recht, informatica, accountancy, budgettering en wetenschappelijk-technische disciplines. De integratie van het milieubeleid/milieuzorgsysteem in het dagelijkse beleid van organisaties uit het bedrijfsleven geldt in toenemende mate voor de dienstensector en overheidsinstellingen, die steeds meer behoefte hebben aan polyvalent economisch opgeleide medewerkers, die op gebied van milieu betrouwbare informatie kunnen verstrekken en die kunnen adviseren bij milieueconomische managementbeslissingen. Kenmerkende noemer voor deze functies is de intermediaire positie. Veelal zal de gegradueerde in milieuadministratie binnen een organisatie (bedrijf of overheidsinstelling) met deskundigen van andere disciplines, financieel deskundigen, juristen en wetenschappelijk-technische medewerkers in teamverband moeten samenwerken. Constante in de mogelijke taken van de gegradueerde in milieuadministratie blijft de milieucomponent, waarbij in grotere organisaties een op de vooropleiding aansluitende functiescheiding of specialisatie vaker zal voorkomen dan in kleinere, waar hij met een breed takenspectrum belast is. Gezien het belang van KMO-bedrijven in ons land blijft de gegradueerde in milieuadministratie in de eerste plaats 'all-rounder', die kan worden ingezet in een veelheid van (ondersteunende) functies. Op gebied van milieu opereert hij vaak als meest vooruitgeschoven post en vervult hij een 'eerstelijnsrol', die ten dele bestaat uit doorverwijzing en bemiddeling. Hij houdt zich bij de administratieve en bedrijfseconomische uitvoeringstaken vooral bezig met het initiëren, organiseren, signaleren, adviseren en coördineren van het milieubeleid. Al deze ontwikkelingen zullen er toe leiden dat er zowel in de profit- als de nonprofitsector steeds meer functies zullen ontstaan die gekenmerkt worden door een milieucomponent, met name in contacten tussen industriële en dienstverlenende bedrijven onderling en de overheid en bedrijven. Wij denken hierbij aan: − het onderhandelen/lobbyen met overheidsinstellingen resp. bedrijven − het opstellen en invullen van offertes (bv. inzake milieu-investeringen) − het concipiëren van beleidsnota's − het oplossen van conflicten (bv. tussen overheid en bedrijf) − het verstrekken van informatie (bv. aan overheid of buurtcomités) − het opstellen van rapporten − het verstrekken van adviezen inzake de regionale en Europese regelgeving Om dit soort taken adequaat te kunnen vervullen, dienen de gegradueerden in milieuadministratie het operationele proces dat aan de grondslag van de taken ligt in zo breed mogelijke zin te bestrijken, d.w.z. van de voorbereidingsfase tot de nazorg.
6
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
Voorts dienen zij - naast economische kennis - ook kennis van de wetgeving (m.n. het administratief recht en (Europees) milieurecht) en van informaticatoepassingen te bezitten. Daarnaast moeten zij ook kunnen terugvallen op een actieve en passieve beheersing van de moedertaal en meerdere vreemde talen. Dit omvat een aantal gerichte redactionele en contactuele vaardigheden.
2.2
Analyse van de arbeidsmarkt Inleiding De opleiding Milieuadministratie bereidt enerzijds voor op een breed spectrum van functies in een samenhangend werkveld (milieu) binnen een diversiteit van arbeidsmarktsectoren (privé-ondernemingen én overheidsinstellingen) en anderzijds ook voor een specifiek beroep, met een relatief beperkt scala van functies binnen een beperkt aantal arbeidsmarktsectoren. Van de opleiding milieuadministratie wordt verwacht dat ze voorziet in de behoefte van het bedrijfsleven aan gekwalificeerde werknemers, in voldoende aantallen en adequaat opgeleid. Daar de arbeidsmarkt zeker in deze relatief nieuwe sector verandert in kwantitatief en kwalitatief opzicht blijft communicatie met het werkveld noodzakelijk. Gezien de snelle technologische en socio-economische ontwikkelingen is de gegradueerde in de milieuadministratie in eerste instantie opgeleid voor directe inzetbaarheid voor functies binnen het werkveld dat aansluit op de studierichting. Daarnaast stellen wij echter nu reeds vast (zie lager) dat veel afgestudeerden reeds in hun (korte) carrière de grenzen van het oorspronkelijke werkveld overschrijden.
2.2.1
Gegevens van tewerkstelling in de sector Tewerkstelling van de afgestudeerden Van de eerste afgestudeerden (slechts 3 afstudeerjaren, alleen in Genk) kwam 15% terecht in overheidsinstellingen (OVAM, intercommunalen, provincie e.d.) en ongeveer ± 20% werd gemeentelijk milieuconsulent (of op de technische dienst van de gemeenten). In private milieubedrijven (milieuconsulting, afvalverwerkers e.d.) vonden ook ongeveer ± 20% een functie terwijl bedrijven waar een milieudienst werkt tot nu toe slechts ± 8% van onze afgestudeerden tewerkstellen ± 24% van de gegradueerden kwam terecht in functies van algemeen administratieve aard (banken, boekhouding, KMO's, waar hun milieukennis een voordeel is) 4% studeert voor een bijkomend diploma en ± 10% is nog werkloos. Onder onze afgestudeerden hebben we nu reeds een zelfstandig milieuconsulent. (Het afstudeerjaar 94/95 werd niet in aanmerking genomen zodat deze analyse 3 afstudeerjaren beslaat.). Dit is wat studenten er zelf van vinden: − Milieuadministratie is een vrij recente studierichting. Ik denk dus dat we veel kans maken om een goede job te vinden. Vooral omdat er veel belangstelling voor is in de bedrijfswereld. De milieumarkt zit in de lift. − Ik koos voor de richting milieuadministratie enerzijds omdat ik altijd al interesse voor de natuur heb gehad, anderzijds omdat ik weet dat er vraag is naar vakmensen. − De milieuproblematiek wordt één van de grootste uitdagingen. Algemeen, maar zeker voor de bedrijven. Sommige moeten sluiten omdat ze geen milieuvergunning hadden bijvoorbeeld.
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
7
− De bedrijven zullen milieuspecialisten nodig hebben, die thuis zijn in deze materie, die veel juridische en administratieve aspecten heeft. Het is zeker niet alleen een technisch of technologisch probleem voor ingenieurs. − Milieuvakken en economische vakken worden hier goed gecombineerd: dat verhoogt de kans op tewerkstelling. − Het is een heel gevarieerde richting, waar zowel talen als recht, economische en milieuvakken in het lessenpakket voorkomen. Dat vind ik een interessant allround aanbod. (beter en vollediger dan bv. een richting als "milieuzorg") − Aan de ene kant is het natuurlijk goed dat in het eerste jaar nog een algemene, niet echt op "milieu" gerichte opleiding gegeven wordt. Dan kunnen we na het eerste jaar nog overschakelen, als we dat zouden wensen. − Maar ik had graag in het eerste jaar toch al meer over milieuproblemen bijgeleerd. − Naar tewerkstelling toe verwacht ik geen problemen: ik zie enorme mogelijkheden zowel in het bedrijfsleven als in overheidsdiensten (milieuambtenaar- of op zelfstandige basis als freelance expert). − Veel gemeenten hebben een milieudienst opgericht en de bedrijven zullen een milieucoördinator nodig hebben om hun activiteit conform de alsmaar ingewikkeldere milieureglementering te laten verlopen. − Onze combinatie van juridische kennis (milieurecht en bedrijfsrecht) en administratieve vaardigheden (het omgaan met allerlei documenten enz.) met talen en algemeen economische kennis is volgens mij uniek en interessant voor de bedrijven. − Waarom milieuadministratie? Simpel, het is de enige milieurichting op A1niveau die geen massale voorkennis van chemie vereist. − Ik vind het heel gunstig, dat we stage in een bedrijf lopen. Toekomstige tewerkstelling: perspectieven Zie 2.1.2 + 2.2 (inleiding) hoger. Instroomproblematiek Zie 2.1.2 + 2.2 (inleiding) hoger.
2.2.2
Gegevens over de beroepen: beroepsstructuur van de sector De beroepen van de gegradueerde in milieuadministratie zijn zowel voor mannen als vrouwen toegankelijk. 2.2.2.1 Beroepen De gegradueerde in milieuadministratie kan verschillende beroepen uitoefenen waarvan we hierna de voornaamste aanhalen. Algemeen administratieve beroepen Door hun opleiding in algemeen economische en taalvakken in alle sectoren. Gezien het beperkt aantal afgestudeerden gaan wij niet dieper in op de algemeen administratieve beroepen, de afgestudeerden blijken namelijk vooral gegeerd door de overheid en het bedrijfsleven door hun specifieke milieuopleiding, zelfs indien deze beroepen maar een beperkt aantal specifieke 'milieutaken' inhouden. Bovendien gaan wij ervan uit dat voor deze beroepen reeds beroepsprofielen bestaan.
8
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
Meer specifieke 'milieuberoepen' in loondienst − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
administratief medewerker milieudienst adviseur milieubeleid beheerder afvalstromen commercieel medewerker afvalverwijdering en recyclage contactpersoon bij overheidsinstellingen controleur milieuvergunningen gemeentelijk milieuconsulent medewerker milieuconsulting bureaus medewerker milieu logistiek medewerker milieucel medewerker opstarten milieuzorgsysteem milieuadviseur in bedrijven milieuambtenaar in allerlei overheidsdiensten milieuanalist milieuauditor milieucoördinator milieucoördinatoren in bedrijven onderzoeker van milieuproblematiek planner van milieubeleid projectmedewerker in de afvalsector prospecteur recyclage rapporteur naar overheid (milieuzaken) specialist milieuwetgeving veiligheidschef verantwoordelijke milieuvergunningen (aanvragen + opvolging) verantwoordelijke bedrijfsinterne milieuopleiding verantwoordelijke afvalverwerking verantwoordelijke afvalverwerving verantwoordelijke recyclageprojecten verantwoordelijke milieuzorg vormingsmedewerker voor personeel zelfstandig milieuconsulent
Meer specifieke 'milieuberoepen' als zelfstandige − − − − − − − − − − − − − − − − −
adviseur afvalstromen adviseur afvalverwijdering en recyclage adviseur milieubeleid adviseur milieuwetgeving adviseur milieuzorgsysteem consulent voor overheidsinstellingen opsteller milieuvergunningen opsteller MER-rapporten milieuconsultant milieuanalist milieuauditor milieucoördinator trainer milieuopleiding zaakvoerder afvalverwerkingsbedrijf zaakvoerder afvalverwervingbedrijf zaakvoerder recyclagebedrijf zelfstandig milieuconsulent
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
9
2.2.2.2 Werkveld/beroepencluster Alle beroepen die een afgestudeerde in de milieuadministratie uitoefent hebben een administratieve en milieucomponent. We maken dus het onderscheid tussen enerzijds beroepen specifiek uit de sector milieu (zie hoger milieu-...) eventueel aangevuld met een aantal algemeen administratieve taken en anderzijds beroepen met een overwegend algemeen administratief karakter gekoppeld aan een aantal taken uit het werkveld 'milieu'. Gezien de specificiteit van de opleiding en de bestaande behoefte aan medewerkers met een opleiding milieuadministratie hebben wij in dit beroepsprofiel enkel oog voor de specifieke 'milieuberoepen', waarbij wij het onderscheid maken tussen beroepen die in loondienst of op zelfstandige basis worden uitgeoefend. De gegradueerde in milieuadministratie is zowel werkzaam in de industriële als de dienstensector (ook overheid). Het is niet zinvol hier een opsplitsing te maken omdat, door de steeds strenger en duurder wordende milieureglementeringen, deze gegradueerde met zijn administratieve kwaliteiten bij alle instellingen, overheidsdiensten, bedrijven terecht kan die met milieu te maken hebben. 2.2.2.3 Taakgebieden (algemeen) Buiten de algemeen administratieve functies zal de afgestudeerde instaan en helpen bij: − onderzoeken i.v.m. milieuproblematiek − onderzoek en controle van milieuvergunningen en milieuvoorwaarden − formuleren van adviezen i.v.m. vergunningen en voorwaarden − berekenen van kosten en baten i.v.m. milieu-investeringen, opstellen van milieubalansen − ontwijken van milieuheffingen door voorbereiding van milieusaneringen en milieu-investeringen − onderzoek naar afvalstromen en productieprocessen − optreden als controlerend ambtenaar Beroepenclusters − Milieuambtenaar (overheid) − Medewerker milieudienst (loontrekkende in privésector) − Milieuconsulent (zelfstandige)
2.2.3
Functies De gegradueerde in milieuadministratie is opgeleid voor functies waarin de betrokkene zowel zelfstandig als in samenwerking met technische specialisten of hoger kaderleden de taken moet kunnen uitoefenen. Milieuspecialisten zullen thuis moeten zijn in de "milieumaterie" die vele juridische en administratieve aspecten heeft en zeker niet alleen een zuiver technologisch probleem is voor enkel wetenschappelijk gevormde mensen. De mogelijke functies die de betrokkenen opnemen bij indiensttreding worden hieronder weergegeven. Per functie wordt een korte omschrijving gegeven van enkele mogelijke bijbehorende taken en verantwoordelijkheden.
10
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
2.2.3.1 Gemeenten, provincies en ministeries − kan ruim ingezet worden voor het nazien, adviseren van milieu- en bouwvergunningen − kan controlerend optreden − inventariseren van regionale milieuproblemen − opstellen van het GNOP − meewerken aan het opstellen van MER-rapporten − budgettering van de milieu-inkomsten en uitgaven − rapportering naar de beslissende overheid of instelling − opstellen van de milieubeleidsnota's en convenanten − onderhouden van contacten zowel nationaal als internationaal − contacten met intercommunalen − diverse onderzoeken i.v.m. milieu 2.2.3.2 Diverse overheidsinstellingen − (intercommunales voor afvalverwerking, mestbank, GOM, NCMV, OVAM, VMM, ...) − advies, onderzoek, controle, inventarisatie, rapportering, contacten − controle-inspecteur in de diverse overheidsdiensten (toezicht) − hulp in milieucellen voor KMO's en bedrijven voor het opstellen van vergunningsaanvragen − hulp voor startende zelfstandigen om te voldoen aan de milieuwetgeving en bij de vestigingsproblematiek − hulp bij bewustmakingsacties, bekendmaking van nieuwe reglementeringen en procédés, sensibiliseringsacties − hulp in administratieve verwerking van alles wat met milieu te maken heeft (bv. afvalstoffenaangifte OVAM) 2.2.3.3 Bedrijven − integratie van de milieuzorg in het bedrijfssysteem − onderzoek naar de afvalstromen in de productie, nagaan welke vergunningen dat hiervoor noodzakelijk zijn en welke heffingen betaald zullen moeten worden (normenonderzoek) − berekenen van de heffingen en onderzoek naar subsidies − knipperlichtfunctie voor milieuovertredingen en vermijdbare milieubeschermingskosten − hulp bij onderzoek naar nieuwe procédés of offerteonderzoek van nieuwe investeringen − behoeden voor fouten tegen internationale milieuwetgeving bij export en import − uitvoeren van milieuanalyses (organisatorisch + juridisch) − logistieke steun voor verwijdering en/of ophaling van afval en zoeken naar goedkoopste weg voor beide − hulp en zoeken naar beste technieken, opstellen van preventieve pakketten − alle administratie i.v.m. milieu o.a. hulp bij milieuauditing, bij opstellen milieubalans, kosten-batenonderzoek ... − productontwikkeling vanuit milieuvisie (recyclage) − administratieve functies i.v.m. veiligheid en verzekeringen in bedrijven − bijdrage tot algemene kwaliteitsverbeteringen − coördinerende functies van alles wat met milieu en veiligheid te maken heeft (milieucoördinator) samenwerking en afstemming tussen milieucoördinator en veiligheidschef − opleidings- en vormingsactiviteiten van personeel
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
11
− prospectie en commerciële contacten met bedrijven (bv. i.v.m. afvalverwijdering en recyclage) 2.2.3.4 KMO's Naast dezelfde taken en functies, maar in mindere mate als bij de grote bedrijven oefent de betrokkene hier meer algemene administratieve functies uit. De algemene vakken, taalvakken, administratieve en economische vakken verhogen de kansen op de arbeidsmarkt zodat afgestudeerden ook terechtkunnen voor functies in banken, hulp in boekhouding bij bedrijven enz. 2.2.3.5 Zelfstandige milieuconsulenten, medewerker bij milieuconsulting bureaus Al de hierboven genoemde taken en functies worden door heel wat bedrijven niet zelf uitgeoefend maar uitgegeven. Net als afgestudeerde boekhouders of fiscalisten een intermediaire functie hebben tussen bedrijven en overheid voor wat betreft de fiscale wetgeving, zijn de zelfstandige milieuconsulenten dit voor de milieuwetgeving en -administratie
2.2.4
Relateren van de functies aan de beroepen c.q. beroepenclusters De functies omschreven in 2.2.3.1/2 zijn vooral van toepassing voor de specifieke beroepen: − gemeentelijk milieuconsulent − milieuambtenaar in overheidsdiensten De functies omschreven in 2.2.3.3/4 zijn vooral van toepassing voor de specifieke beroepen: − milieuadviseur in bedrijven − medewerker milieuconsulting bureaus − projectmedewerker in de milieusector − milieucoördinator in bedrijven zie ook 2.2.2.1 (in loondienst) De functies omschreven in 2.2.3.5 hierboven zijn vooral van toepassing voor het specifieke beroep: − zelfstandig milieuconsulent zie ook 2.2.2.1 (als zelfstandige)
2.2.5
Inventaris van de bestaande beroepsprofielen c.q. functieprofielen Gelet op het volgende − de opleiding tot gegradueerde in de milieuadministratie is relatief nieuw − er zijn voorlopig slechts 3 afstudeerjaren in Vlaanderen − het inhoudelijk overleg tussen het beroepenveld/de sector en het onderwijs over deskundigheden, eindtermen en curriculum wordt pas nu op regelmatige basis georganiseerd − het ontbreken van een specifieke beroepsorganisatie − de moeilijkheden om relevante informatie uit het werkveld te verkrijgen − de informatie van de bestaande beroepsprofielen c.q. functieprofielen nagenoeg uitsluitend gebaseerd is op een enquête van de GOM-Antwerpen inzake ‘milieuverantwoordelijken in het bedrijfsleven' − het voorliggend beroepsprofiel in grote mate gebaseerd is op het onderzoek uitgevoerd door de individuele hogescholen die de opleiding milieuadministratie aanbieden
12
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
− het feit dat wij tot op heden niet over andere informatiebronnen beschikken kunnen wij momenteel geen inventaris van de bestaande beroepsprofielen c.q. functieprofielen voorleggen
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
13
3 VASTLEGGEN VAN DE BEROEPENCLUSTERS EN DE BEROEPEN
Op grond van het gevoerde vooronderzoek beslissen wij als sectorcommissie dat een beroepsprofiel zal worden ontwikkeld dat geldt voor onderstaande bestaande en nieuwe specifieke beroepen. Bij de beroepenclusters maken wij alleen een onderscheid tussen de beroepen uitgeoefend in loondienst of als zelfstandige. Gezien de snelle evolutie in de milieuwetgeving en het groeiende milieubewustzijn in de maatschappij, bij de overheid en het bedrijfsleven kunnen wij aannemen dat we op korte termijn een aantal nieuwe beroepsprofielen zullen moeten ontwikkelen voor nieuwe specifieke ‘milieuberoepen’. Wegens de complexiteit van de regelgeving op gebied van milieu zullen een aantal afgestudeerden van de opleiding milieuadministratie zich moeten specialiseren in één onderdeel van de milieuproblematiek/milieusector.
Beroepencluster Gegradueerde in de milieuadministratie − Milieuambtenaar (overheid) − Medewerker milieudienst (loontrekkende in privésector) − Milieuconsulent (zelfstandige)
Beroepen − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
administratief medewerker milieudienst adviseur afvalverwijdering en recyclage adviseur afvalstromen adviseur milieuwetgeving adviseur milieuzorgsysteem adviseur milieubeleid beheerder afvalstromen consulent voor overheidsinstellingen contactpersoon bij overheidsinstellingen controleur milieuvergunningen medewerker milieuconsulting bureaus medewerker milieucel medewerker opstarten milieuzorgsysteem gemeentelijk milieuconsulent milieuadviseur in bedrijven milieuanalist milieuauditor milieucoördinator in bedrijven onderzoeker van milieuproblematiek opsteller MER-rapporten opsteller milieuvergunningen planner van milieubeleid projectmedewerker in de milieusector projectmedewerker in de afvalsector prospecteur recyclage
14
− − − − − − − − − − − − − − −
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
rapporteur naar overheid (milieuzaken) specialist milieuwetgeving trainer milieuopleiding veiligheidschef verantwoordelijke afvalverwerving verantwoordelijke recyclageprojecten verantwoordelijke afvalverwerking verantwoordelijke milieuvergunningen (aanvragen + opvolging) verantwoordelijke milieuzorg verantwoordelijke bedrijfsinterne milieuopleiding vormingsmedewerker voor personeel zaakvoerder afvalverwerkingsbedrijf zaakvoerder afvalverwervingbedrijf zaakvoerder recyclagebedrijf zelfstandig milieuconsulent
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
15
4 IN KAART BRENGEN VAN RELATIE TUSSEN BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
Dit werd reeds uitvoerig besproken in de voorgaande hoofdstukken. Verdere gegevens ontbreken vooralsnog.
16
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
5 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
5.1
Exacte benaming van het beroep Gegradueerde in milieuadministratie − milieuambtenaar (overheid) − medewerker milieudienst (loontrekkende in privésector) − milieuconsulent (zelfstandige)
5.2
Globale beschrijving van het beroep Gegradueerden in milieuadministratie (milieuambtenaar, medewerker van een milieudienst of een zelfstandig milieuconsulent) hebben een administratieve en milieuspecifieke functie. Ze zorgen voor de verwerking, toepassing en vertaling van de milieuwetgeving naar de praktijk. Ze spelen een ondersteunende rol in het bepalen van het milieubeleid van overheid en bedrijfsleven.
5.3
Beschrijving van de activiteiten − − − − − − −
het onderhandelen/lobbyen met overheidsinstellingen resp. bedrijven het opstellen en invullen van offertes (bv. inzake milieu-investeringen) het concipiëren van beleidsnota's het oplossen van conflicten (bv. tussen overheid en bedrijf) het verstrekken van informatie (bv. aan overheid of buurtcomités) het opstellen van rapporten het verstrekken van adviezen inzake de regionale en Europese regelgeving
Om dit soort taken adequaat te kunnen vervullen, dienen de gegradueerden in milieuadministratie het operationele proces dat aan de grondslag van de taken ligt in zo breed mogelijke zin te bestrijken, d.w.z. van de voorbereidingsfase tot de nazorg. Voorts dienen zij - naast economische kennis - ook kennis van de wetgeving (m.n. het administratief recht en (Europees) milieurecht) en van informaticatoepassingen te bezitten. Daarnaast moeten zij ook kunnen terugvallen op een actieve en passieve beheersing van de moedertaal en meerdere vreemde talen. Dit omvat een aantal gerichte redactionele en contactuele vaardigheden.
5.4
Ondersteunende kennis Opleidingsvereisten en beroepsvereisten van een gegradueerde in de milieuadministratie ♦ Kenmerken van de gegradueerde in startfunctie en doorstroomfunctie Deze kenmerken worden in principe beoordeeld door de groep van personen die de gegradueerde in de milieuadministratie als werknemer in normaal toegankelijke functies aanwerft en opvolgt tijdens zijn proefperiode. Na afloop van een proeftijd van 6 tot 12 maanden en mits een gunstige beoordeling moet de gegradueerde in de milieuadministatie de hieronder opgesomde kenmerken bezitten. Deze kenmerken zijn bovendien afhankelijk van de aard van de functie van de ge-
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
17
gradueerde in de milieuadministratie. Sommige kandidaten hebben zich na een aantal jaren ervaring ontwikkeld in gespecialiseerde en/of leidinggevende functies (doorstroom- en finaliteitsfuncties) binnen hun werkomgeving. De onderstaande kenmerken zijn van toepassing.
5.4.1
Gemeenschappelijke basiskennis en algemene beroepskennis − bezit voldoende kennis van de informatica om met de in zijn werkomgeving gebruikelijke programma’s te kunnen werken − heeft kennis van en inzicht in economische vakken om mee te werken in de milieuboekhouding en in budgetbeheer, en kan bijspringen in de algemene boekhoudkundige diensten − bezit voldoende kennis van statistiek om de gegevens statistisch te kunnen verwerken − bezit voldoende talenkennis om de vaktaal te begrijpen en te verwoorden Fysieke en psychische eigenschappen Er zijn geen specifieke fysieke en psychische vereisten voor de gegradueerde in de milieuadministratie. Ook fysiek gehandicapte personen kan zonder ernstige problemen de functie van gegradueerde in de milieuadministratie uitoefenen. Stressbestendigheid is een pluspunt, vooral in de doorstroom- en finaliteitsfuncties.
5.4.2
De gegradueerde in de milieuadministratie bezit volgende specifieke beroepskennis − is in staat zelfstandig problemen op te sporen en de opdrachtgever te behoeden voor overtredingen en vermijdbare milieubeschermingskosten − kan het bedrijf adviseren over de gevolgen van een geplande investering op milieugebied, en helpt de strategie van het bedrijf dienaangaande bij te sturen − kan in samenwerking met personen uit andere vakdiciplines een kosten- batenanalyse uitwerken − is kostenbewust en in staat de bedrijfsvoering in ecologische en economische zin te optimaliseren − kan als overheidsambtenaar zelfstandig een milieu-inspectie verrichten − kan zich als zelfstandig milieuconsulent vestigen en vanuit zijn kennis en vaardigheden diverse bedrijven adviseren en begeleiden op milieugebied − volgt sterkt de vakliteratuur, en kan het bedrijf, anticiperend op reeds aangekondigde nieuwe wetgeving, adviseren om in functie daarvan reeds bepaalde beleidscorrecties aan te brengen − kan leiding geven aan een aantal medewerkers die routine- en semiroutinewerkzaamheden uitoefenen, en beheerst aldus de vaardigheden die van belang zijn om door te groeien naar leidinggevende en managementfuncties − is in staat kennis en vaardigheden over te dragen op andere medewerkers van verschillende niveau en kennis − bezit communicatievaardigheden en is in staat in teamverband te functioneren waar hij kan doorgroeien tot projectleider. − kan adviseren welke vergunningen noodzakelijk zijn voor een bepaalde milieubelastende activiteit − heeft kennis van de vereisten gesteld door de wetgeving op de stedenbouw en de ruimtelijke ordening − kan de noodzakelijke opzoekingen daartoe verrichten in de wetgeving, en is in staat om nieuwe wetgeving daaromtrent te assimileren − weet welke administratieve verplichtingen samenhangen met het aanvragen en het behoud van milieuvergunningen
18
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
− kan de administratie met betrekking tot deze vergunningen zelfstandig verrichten − weet welke instellingen en administraties bevoegd zijn tot het verlenen van de nodige vergunningen − kan in grote lijnen adviseren aangaande de sancties die worden opgelopen indien niet wordt voldaan aan de betrokken milieuverplichtingen − heeft inzicht in de mogelijkheden die de rechtsonderhorige te zijner beschikking heeft om op te komen tegen dergelijke administratieve sancties − kan meewerken aan het opstellen van een zorgsysteem − kan in grote lijnen advies verstrekken aangaande de toe te passen milieutechnologie − kan naar de juiste instanties doorverwijzen voor de technische oplossing van het probleem 5.4.2.1 Milieukennis Van milieuconsulenten wordt in de eerste plaats verwacht dat ze op de hoogte zijn van de milieuwetgeving en dat ze helemaal thuis zijn in de milieuproblematiek. Milieurecht Het vak milieurecht maakt je wegwijs in de regelgeving die nodig is om de oplossing voor de milieuproblematiek voor ieder van ons afdwingbaar te maken. Daartoe kan het milieurecht verschillende instrumenten aanwenden zoals de milieuvergunning, algemene milieuvoorwaarden, ecotaksen, een groene hoofdstructuur. Bedoeling is dat je een grondig inzicht verwerft in dit juridisch instrumentarium. Elk bedrijf dat zich respecteert zal deze juridische spelregels moeten nakomen; het is dus zaak ze te kennen. Zoniet riskeert het aansprakelijkheid voor milieuschade of een fikse geldboete; ook met dit facet van het milieurecht maak je kennis. Vanzelfsprekend is er niet enkel milieurecht in Vlaanderen. In Wallonië gelden reeds andere normen, een andere procedure. Meer nog: ons milieurecht is in grote mate een afspiegeling van de Europese wetgeving, internationale verdragen. Het vak milieurecht maakt je vertrouwd met deze internationale regels, die als het ware een gemeenschappelijke juridische noemer vormen. Dit biedt u de mogelijkheid ook buiten Vlaanderen als milieuconsulent inzetbaar te worden. Milieuverontreiniging en regionale milieu- en vestigingspolitiek Milieuproblemen kunnen zich op lokaal niveau (bv. geluidshinder), op regionaal niveau (bv. verdroging), of op mondiaal niveau (bv. broeikaseffect) voordoen. In de vakken milieuverontreiniging en regionale milieu- en vestigingsproblematiek worden al deze problemen grondig behandeld. Het laatstgenoemde vak legt meteen de link naar de specifieke bedrijfsgebonden milieuproblemen: milieubelastende economische sectoren moeten rekening houden met de wettelijke beperkingen die aan hun vestiging c.q. uitbreiding zijn gesteld. Ondertussen hebben echter heel wat bedrijven reeds fors geïnvesteerd om de milieuhinder, die uit hun activiteit voortvloeit, te beperken. In het vak milieusanering en milieuvriendelijke technieken leer je de meest gebruikte technieken kennen waarmee men (gasvormige, vloeibare of vaste) afvalstoffen kan behandelen, geur-
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
19
componenten kan verwijderen of bodem- en grondwater kan saneren. Maar bedrijven kunnen ook preventief tegen milieuhinder optreden. In dit vak zul je dus ook kunnen zien, hoe ze milieuzorg reeds in de productie zelf integreren, om zo het ontstaan van afval of schadelijke emissies te voorkomen. 5.4.2.2 Positieve wetenschappen De wetenschappelijke vakken (basisbegrippen van natuurkunde en chemie, biologie en aardrijkskundige aspecten van het ecosysteem) worden uitsluitend toegepast op milieu-items. Aan de basiskennis van die wetenschappen zul je een grote steun hebben om de milieuproblemen en hun sanering (de milieuvakken dus) goed te begrijpen. 5.4.2.3 Economische kennis Het uiteindelijke doel van de economische vakken in deze optie is het kunnen opstellen van een kosten- en batenanalyse. De andere economische vakken (algemene economie, statistiek) hebben daarbij een ondersteunende functie. Vooreerst wordt de kostprijs in zijn samenstellende bestanddelen onderzocht. Ook het registreren van kosten en opbrengsten (algemeen boekhouden dus) komt uitvoerig aan bod. Ook de fiscale posten mogen niet vergeten worden: de fiscale heffingen die men door milieu-investeringen en door aanpassingen aan de milieuwetgeving kan voorkomen, betekenen immers opbrengsten voor het bedrijf. Er wordt ook geleerd hoe bepaalde heffingen kunnen omzeild worden. Het sluitstuk is het werken met geraamde cijfers: milieu-investeringen (budgettering en investeringsanalyse). Als milieuconsulent zul je hierbij, in combinatie met de technische specialisten, een belangrijke adviserende rol kunnen spelen. Met strategisch juist gekozen ecologische investeringen kan soms een economischere productiewijze mogelijk worden gemaakt. Wat zuiver budgettair mogelijk of interessant is, moet natuurlijk ook in het algemene bedrijfsmanagement passen en met het bedrijfsrecht en het algemeen recht overeenstemmen. Vandaar dat er in het curriculum ook vakken als industrieel recht en bedrijfsrecht en algemeen, burgerlijk en handelsrecht voorkomen (naast het specifieke milieurecht). 5.4.2.4 Communicatieve vaardigheden De taalvakken in deze optie zijn in de eerste plaats gericht op het verwerven van passieve taalkennis. Na de opleiding zul je in staat moeten zijn, vreemdtalige teksten, documenten, toespraken, gesprekken... i.v.m. milieuproblemen te begrijpen en er verslag over uit te brengen. Dit betekent dat het behandelen van de grammatica hier niet op een perfect actief taalgebruik mikt. Maar als je inzicht hebt in de basisregels van vormleer en zinsbouw zul je bij het lezen van (vrij algemene tot zeer gespecialiseerde, juridische, technische...) teksten veel minder problemen hebben. De typisch Belgische situatie op de arbeidsmarkt, waar tweetaligheid nog steeds gevraagd wordt, verklaart, waarom de eisen voor Frans toch wat hoger liggen. 5.4.2.5 Administratieve vaardigheden Zeer belangrijk uiteraard voor de inzetbaarheid van de student in het latere bedrijfsleven. Alle facetten komen dan ook aan bod.
20
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
5.4.2.6 (Milieu)filosofische aspecten Deze inzichten maken het mogelijk de specifieke problematiek aan te pakken. Milieuproblematiek in al haar facetten wordt in de opleiding verder uitgediept. 5.4.2.7 Stages, seminaries Bij de stage wordt de theoretische kennis, opgedaan gedurende de 3-jarige studie aan de praktijk getoetst, waarbij stageplaatsen en bezoeken kunnen variëren van overheidsdienst tot privébedrijf. Er is nog heel wat onontgonnen gebied op het vlak van milieu zodat het niet moeilijk is een stageplaats te vinden. Aan het eind van de stageperiode moeten de studenten een scriptie verdedigen die de doorlopen stage afrondt. Deze stage blijkt een nuttige ervaring te zijn die de overstap naar het beroepsleven vergemakkelijkt.
5.5
De gegradueerde in de milieuadministratie bezit volgende attitudes en vaardigheden − kan samenwerken met zowel collega’s uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij kan goed functioneren in teamverband. − heeft vaste wil om zich continu bij te scholen in nieuwe wetgeving, nieuwe technieken, nieuwe verworvenheden − houdt zich stipt aan afspraken en regels − geeft blijk van doorzettingsvermogen − heeft een brede belangstelling − kan vlot omgaan met cijfermateriaal − kan synthetiseren, schematiseren, rapporteren − kan optreden als coördinator en als motivator − kan ideeën en informatie vlot mondeling en schriftelijk verwoorden − bezit een groot concentratievermogen
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
6
21
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Niveaubepaling De gegradueerde in de milieuadministratie dient ongeacht de aard van de functie of de tewerkstellingssector een specifieke kennis, een algemene kennis, typische attitudes en vaardigheden te bezitten. Deze kenmerken worden onder 2.2 vermeld. Algemeen kunnen wij stellen dat alle beroepen die de afgestudeerden uitoefenen van niveau 3 of 4 zijn. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de gegradueerde in een startfunctie en iemand met een aantal jaren praktijkervaring. De opleiding gegradueerde milieuadministratie is een kwalificatie die het mogelijk maakt op autonome en onafhankelijke manier verantwoordelijkheid op te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer. − De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket en moet zich tegenover collega’s kunnen verantwoorden (niet-hiërarchisch). Daarnaast draagt hij uitdrukkelijk een hiërarchische verantwoordelijkheid; die verantwoordelijkheid betreft planning en/of administratie en/of beheer en/of ontwikkeling van de gehele productiecyclus. Dit impliceert niet noodzakelijk dat men op deze gebieden ook beslissingsbevoegdheid heeft. − Voorts combineert of bedenkt hij nieuwe procedures. − Het betreft specialistische vaardigheden en kennis en/of beroepsonafhankelijke vaardigheden en kennis. In een startfunctie kunnen vanzelfsprekend de taken en kwalificaties van niveau 3, dat vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd en/of ook andere verantwoordelijkheid omvat, zoals leiding en coördinatie worden uitgevoerd. In een doorstroomfunctie kunnen vanzelfsprekend de taken en kwalificaties van niveau 5 worden uitgevoerd. Deze kwalificatie maakt het mogelijk op autonome en onafhankelijke manier verantwoordelijkheid op te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer met beheersing van de wetenschappelijke achtergronden. − De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket en moet zich daarvoor ook (tegenover collega’s) kunnen verantwoorden (niethiërarchisch). Daarnaast draagt hij uitdrukkelijk een hiërarchische verantwoordelijkheid; het gaat hier echter niet om verantwoordelijkheid in de uitvoerende zin zoals bij controle en begeleiding het geval is, maar meer om verantwoordelijkheid in formele, organisatorische zin. − Dit takenpakket kan op zowel het toepassen als het combineren/bedenken van een beperkt aantal complexe standaardprocedures betrekking hebben (specialisme). Het takenpakket kan ook het toepassen, combineren en bedenken van standaardprocedures voor een scala van werkzaamheden inhouden (breedte). Het zwaartepunt ligt bij het bedenken van nieuwe procedures, tactisch strategisch handelen en vaardigheden met betrekking tot het ontwikkelen en (doen) uitvoeren van beleid.
22
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
− Het betreft specialistische en beroepsonafhankelijke vaardigheden en kennis. Deze kenmerken worden in principe beoordeeld door de groep van personen die de gegradueerde in de milieuadministratie als werknemer in normaal toegankelijke functies aanwerft en opvolgt tijdens zijn proefperiode. Na afloop van een proeftijd van 6 tot 12 maanden en mits een gunstige beoordeling moet de gegradueerde in de milieuadministatie de hieronder opgesomde kenmerken bezitten. − kan adviseren welke vergunningen noodzakelijk zijn voor een bepaalde milieubelastende activiteit − heeft kennis van de vereisten gesteld door de wetgeving op de stedebouw en de ruimtelijke ordening − kan de noodzakelijke opzoekingen daartoe verrichten in de wetgeving, en is in staat om nieuwe wetgeving daaromtrent te assimileren − weet welke administratieve verplichtingen samenhangen met het aanvragen en het behoud van milieuvergunningen − kan de administratie met betrekking tot deze vergunningen zelfstandig verrichten − weet welke instellingen en administraties bevoegd zijn tot het verlenen van de nodige vergunningen − kan in grote lijnen adviseren aangaande de sancties die worden opgelopen indien niet wordt voldaan aan de betrokken milieuverplichtingen − heeft inzicht in de mogelijkheden die de rechtsonderhorige te zijner beschikking heeft om op te komen tegen dergelijke administratieve sancties − kan meewerken aan het opstellen van een zorgsysteem − kan in grote lijnen advies verstrekken aangaande de toe te passen milieutechnologie − kan naar de juiste instanties doorverwijzen voor de technische oplossing van het probleem − bezit voldoende kennis van de informatica om met de in zijn werkomgeving gebruikelijke programma’s te kunnen werken − heeft kennis van en inzicht in economische vakken om mee te werken in de milieuboekhouding en in budgetbeheer, en kan bijspringen in de algemene boekhoudkundige diensten − bezit voldoende kennis van statistiek om de gegevens statistisch te kunnen verwerken − bezit voldoende talenkennis om de vaktaal te begrijpen en te verwoorden. − kan samenwerken met zowel collega’s uit de eigen als uit andere vakdisciplines Hij kan goed functioneren in teamverband − heeft vaste wil om zich continu bij te scholen in nieuwe wetgeving, nieuwe technieken, nieuwe verworvenheden − houdt zich stipt aan afspraken en regels − geeft blijk van doorzettingsvermogen − heeft een brede belangstelling − kan vlot omgaan met cijfermateriaal − kan synthetiseren, schematiseren, rapporteren − kan optreden als coördinator en als motivator − kan ideeën en informatie vlot mondeling en schriftelijk verwoorden − bezit een groot concentratievermogen Er zijn geen specifieke fysieke en psychische vereisten voor de gegradueerde in de milieuadministratie. Ook een fysiek gehandicapte personen kan zonder ernstige problemen de functie van gegradueerde in de milieuadministratie uitoefenen. Stressbestendigheid is een pluspunt, vooral in de doorstroom- en finaliteitsfuncties.
BEROEPSPROFIEL DESKUNDIGE MILIEUADMINISTRATIE
23
Deze kenmerken zijn afhankelijk van de aard van de functie van de gegradueerde in de milieuadministratie. Sommige kandidaten hebben zich na een aantal jaren ervaring ontwikkeld in gespecialiseerde en/of leidinggevende functies (doorstroom- en finaliteitfuncties) binnen hun werkomgeving. De onderstaande kenmerken zijn van toepassing − is in staat zelfstandig problemen op te sporen en de opdrachtgever te behoeden voor overtredingen en vermijdbare milieubeschermingskosten − kan het bedrijf adviseren over de gevolgen van een geplande investering op milieugebied, en helpt de strategie van het bedrijf dienaangaande bij te sturen − kan in samenwerking met personen uit andere vakdiciplines een kosten-batenanalyse uitwerken − is kostenbewust en in staat de bedrijfsvoering in ecologische en economische zin te optimaliseren − kan als overheidsambtenaar zelfstandig een milieu-inspectie verrichten − kan zich als zelfstandig milieuconsulent vestigen en vanuit zijn kennis en vaardigheden diverse bedrijven adviseren en begeleiden op milieugebied − volgt sterkt de vakliteratuur, en kan het bedrijf, anticiperend op reeds aangekondigde nieuwe wetgeving, adviseren om in functie daarvan reeds bepaalde beleidscorrecties aan te brengen − kan leiding geven aan een aantal medewerkers die routine- en semiroutinewerkzaamheden uitoefenen, en beheerst aldus de vaardigheden die van belang zijn om door te groeien naar leidinggevende en managementfuncties − is in staat kennis en vaardigheden over te dragen op andere medewerkers van verschillend niveau en kennis − bezit communicatievaardigheden en is in staat in teamverband te functioneren waar hij kan doorgroeien tot projectleider Hier kan de afgestudeerde doorgroeien tot een functie van niveau 5.
BEROEPSPROFIEL rechtspracticus (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
handel-administratie handelswetenschappen & bedrijfskunde bedrijfsbeheer rechtspraktijk rechtspracticus
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/19 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
INHOUD
1
VOORONDERZOEK
1
2
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
3
2.1
Benaming
3
2.2
Beschrijving van het beroep 2.2.1 Kernachtige beschrijving van de beroepsactiviteiten 2.2.2 Beschrijving van de beroepscontext
3 3 3
2.3
Beschrijving van de activiteiten 2.3.1 Taken 2.3.2 Beroepscontext
4 4 7
2.4
Ondersteunende kennis
8
2.5
Beroepshoudingen
8
BIJLAGEN
13
Bijlage 1: Mogelijke tewerkstellingssectoren binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als deskundige niveau B1
13
Bijlage 2: Bundel onderzoek vacatures
14
Bijlage 3: Overzicht tewerkstellingsgebieden afgestudeerden rechtspraktijk
15
Bijlage 4: Nationale Collectieve overeenkomst voor Notarisbedienden
16
Bijlage 5: Werving va n Nederlandstalige of Franstalige, mannelijke of vrouwelijke gegradueerden in de rechten voor de post (B.S.: 7 september 1995)
17
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
1
1
VOORONDERZOEK
Commissie Rechtspraktijk Door de voorzitters van de werkgroep bedrijfsbeheer, de heren Luc Dekelver en Jean-Marie Deleye, werd een commissie samengesteld die de teksten van de optie rechtspraktijk diende voor te bereiden. Deze commissie werd als volgt samengesteld: − voorzitter : Dirk Scheers (Hogeschool Provincie Antwerpen) − secretaris : Helene François (Hogeschool Gent) : Chantal Ginderachter (EGON Hogeschool Gent) − leden Josee Dreesen (Provinciale Hogeschool Limburg) Viviane Janssens (Vlaamse Autonome Hogeschool West-Vlaanderen)
Werkwijze Bij het opstellen van de tekst zijn de richtlijnen van de "Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen" (DVO2) strikt gevolgd. De teksten werden nadien meermaals aangepast aan de gewijzigde instructies van de VLOR. Uitgangspunt was daarbij het specifieke takenpakket dat de beoefenaar van het beroep dient uit te voeren.
Beroepsveld De volgende beroepsverenigingen werden aangeschreven met het verzoek om mee te werken aan het opstellen van het beroepsprofiel: Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders te Brussel; Koninklijke Federatie van Notarissen te Brussel, De Nationale Orde van Advocaten van België te Brussel, De studiedienst van het Ministerie van Justitie te Brussel en de Vereniging voor Bedrijfsjuristen te Brussel. Enkel de Nationale Kamer van Notarissen reageerde enigszins positief en werd bereid gevonden om enige medewerking te verlenen. Van de anderen werd geen enkele reactie ontvangen. De Nationale Orde van Advocaten was eerder argwanend. Niet onbelangrijk is natuurlijk wel dat twee leden van de commissie advocaat zijn, zodat deze beroepsgroep permanent aanwezig was. Om een beeld te krijgen van het bedrijfsleven in het algemeen werd een analyse gemaakt van een heel aantal vacatures zoals ze verschenen in de pers en waar onze opleiding antwoord op kan bieden. Voor de overheid was de heer Willy François zo vriendelijk om met de commissie de vereisten te bespreken die door de overheid aan de rechtspracticus als ambtenaar worden gesteld. De tekst die door de commissie werd opgesteld werd voorgelegd aan een representatief aantal personen uit de diverse domeinen van het werkveld.
2
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
Specifieke problemen In de eerste plaats werd de commissie geconfronteerd met het ontbreken van een specifieke benaming van het beroep waartoe wordt opgeleid. Er werd gekozen voor de benaming "rechtspracticus". Bij de invulling werd echter vastgesteld dat, hoewel er geen specifieke benaming was, de inhoud van het beroep wel bijzonder was en aan een bijzondere nood van het beroepenveld beantwoord.
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
3
2 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
2.1
Benaming De rechtspracticus is een bedrijfsjuridisch medewerker of een juridisch medewerker bij de overheid of een zelfstandige.
2.2
Beschrijving van het beroep
2.2.1
Kernachtige beschrijving van de beroepsactiviteiten Rechtspracticus De rechtspracticus verricht enerzijds voorbereidend werk door het opzoeken van rechtspraak, wetgeving en rechtsleer, het opstellen van juridische documenten en het verlenen van adviezen. Anderzijds verzorgt hij het opstellen en het beheer van de dossiers en volgt hij de stand van de dossiers op. Tenslotte verzorgt hij de redactie van de juridische documenten onder de verantwoordelijkheid van zijn opdrachtgever. Zelfstandig rechtspracticus Als zelfstandige kan de rechtspracticus rechtsbijstand verlenen aan natuurlijke en rechtspersonen. Hij kan juridische adviezen geven en bijstand verlenen bij het opstellen van overeenkomsten en het voeren van bepaalde procedures. Juridisch medewerker bij de overheid Als ambtenaar kan de gegradueerde in de rechtspraktijk vanuit de eigen inhoudelijke deskundigheid, gespecialiseerde adviezen of specifieke producten en diensten leveren die bijdragen tot een goede werking van de administratie of de afdeling.
2.2.2
Beschrijving van de beroepscontext De gegradueerde in de rechtspraktijk is vooral werkzaam in de financiële sector, de verzekeringssector, bij de sociale organismen, de overheid, advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Hij functioneert onder meer bij: − banken − instellingen van hypothecair krediet − factoringmaatschappijen − wisselkantoren − openbare kredietinstellingen − verzekeringsmakelaars en -agentschappen − verzekeringsmaatschappijen − leasingmaatschappijen − immobiliënkantoren − mutualiteiten
4
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
− − − − − − − − − − − − − − − −
sociale secretariaten kassen voor zelfstandigen werknemers- en werkgeversorganisaties arbitrage-instellingen expertisebureaus juridisch-fiscale adviesbureaus advocatenkantoren gerechtsdeurwaarderskantoren notariskantoren griffies van rechtbanken O.C.M.W.'s gecentraliseerde besturen lokale besturen gerechtelijke politie beroepsverenigingen KMO’s
2.3
Beschrijving van de activiteiten
2.3.1
Taken 2.3.1.1
Taakgebied: voorstudie
Takencluster − formuleren van doel- en probleemstellingen − bijscholing in het vakgebied door middel van vakliteratuur en dergelijke − afgeleverde resultaten maximaal onderbouwen Taken − − − − − − − − − − − − −
opstellen plan van aanpak verzamelen van gegevens formuleren van besluiten en aanbevelingen vakliteratuur bijhouden wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen interne audit (verzekeringen, financiële toestand van de ondernemingen) onderzoeken opportuun statuut voor personeel: tijdelijk, interim,... onderzoeken en analyseren van een geschil speuren naar mogelijke interne of externe informatiebronnen andere deskundigen consulteren of om advies vragen vakgenoten feedback laten geven over eigen werk op verplaatsing informatie inwinnen onderzoek ter plaatse verrichten
2.3.1.2
Taakgebied: creatie
Takencluster − eigen instrumenten en hulpmiddelen ontwerpen, aanleggen, bijhouden en/of toegankelijk maken teneinde het studie- en opzoekingswerk efficiënter te organiseren en te zorgen voor coherentie in de afgeleverde producten
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
5
Taken − de eigen vakbibliotheek van de dienst aanleggen en op een professioneel bruikbaar niveau houden − de officieuze coördinatie aanleggen van alle Vlaamse regelgevingsdomeinen: de "Vlaamse Codex" ten behoeve van de eigen werking, ten behoeve van vakgenoten en andere ambtenaren van het hele ministerie en eventueel ten behoeve van externe vragende partijen (commercialisering van het product) − systematisch verzamelen en terminologisch uitpluizen van technische documentatie, buitenlandse wetgevingen en publicaties, tijdschriften en kranten en op basis daarvan eigen terminologiebestanden aanleggen, informatiseren en/of vertalende woordenlijsten samenstellen − het documentatiearchief informatiseren 2.3.1.3
Taakgebied: advies- en informatieverstrekking
Takencluster − formulering van bedrijfsjuridische adviezen − begeleiding van organisatieactiviteiten − presentatie van beleidsinformatie op juridisch gebied in de verschillende lagen van de organisatie − medeformulering personeelsbeleid en uitvoering personeelsbeleid − vaktechnische informatie verstrekken aan klanten teneinde passend te reageren op de vragen of noden terzake Taken − algemene updating in het bedrijf van directie en personeel i.v.m. de toepasselijke wetgeving en evoluties in de rechtspraak − vulgariseren van nieuwe wetgeving − synthese maken van allerhande juridische teksten − het geven van bedrijfsjuridische adviezen wat betreft o.a.: handelshuur, ruimtelijke ordening, milieuwetgeving, vennootschapsrecht, verbintenissenrecht, fiscaal recht, intellectuele eigendom, consumentenrecht, aansprakelijkheidsrecht, mededinging en verzekeringen − personeelsbeleid: arbeidscontracten en personeelsbeleid aanpassen aan wijzigende sociale wetgeving − problemen i.v.m. arbeidsrecht signaleren − organisatie: advies i.v.m. welke contracten afsluiten; wat en hoe verzekeren − dossiertechnische instructies verstrekken aan advocaten die in opdracht van het bedrijf of de overheid werken − inlichtingen verstrekken aan advocaten, particulieren of bedrijven in het kader van openbare aanbestedingen of overheidsopdrachten − juridische informatie verstrekken aan klanten 2.3.1.4
Taakgebied: productieve informatieverwerking
Takencluster − redactie van notulen en verslagen van bijeenkomsten en consequenties van besluitvorming uitwerken − toepassing van algemene beginselen van staats- en bestuursrecht en aspecten van rechtsbescherming − redactie verordeningen, reglementen, overeenkomsten, contracten, ... − behandeling en begeleiding van procedures, bezwaar- en beroepsschriften
6
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
− implementatie van nieuwe wetgeving Taken − − − − − − − − − − − − − − − −
aanvragen van subsidies toepassen vestigingsvoorwaarden contracten redigeren verslagen van vergaderingen verwerken tot duidelijk leesbare conclusies opstellen algemene verkoopsvoorwaarden opstellen overeenkomsten: huur, verkoop,... opstellen procedurestukken zoals dagvaarding, verzoekschrift, conclusie, proces-verbaal vrijwillige verschijning, oproepingen, gerechtsbrieven,... opstellen oprichtings- en wijzigingsakten vennootschappen opstellen arbeidsovereenkomsten en geschriften i.v.m. personeelsbeleid. opstellen overeenkomsten: huur, verkoop, aanneming, leasing, kredietopening, hypotheek,... opstellen bepaalde volmachten deelnemen aan vergaderingen behandelen en opvolgen van schadegevallendossiers dossiers behandelen die eenvoudige procedure en vereffening inhouden samenstellen en beheer van de dossiers van de rechtspleging agendabeheer
2.3.1.5
Taakgebied: controle
Takencluster − toezicht op de juiste interpretatie en toepassing van reglementen, procedures en richtlijnen − analyse van inkomende juridische stukken en detectie, controle en bespreking van niet-opportune clausules − bewaking interne regelgeving en procedures − toetsing van bestuurlijke zaken op hun juridische consequenties − beheer van het debiteurenbestand Taken − vakliteratuur lezen en toepassen binnen het bedrijf − inkomende juridische stukken bestuderen en eventueel wijzigen en onderhandelen − gewijzigde wetgeving onmiddellijk doorspelen naar de betrokken diensten en doen toepassen − debiteurenbestand: opvolgen dossiers, ingebrekestelling opstellen − opvolgen expertises − instellen en opvolgen gerechtelijke procedures − beheren loonadministratie − opvolgen bepaalde termijnen 2.3.1.6
Taakgebied: onderhandeling; samenwerking; communicatie
Takencluster − − − − −
contact met externe relaties beheersing van onderhandelings- en conflictsituaties behandeling van betwiste zaken omgang met maatschappelijke, bestuurlijke, politieke en ambtelijke instanties contact onderhouden met de klant teneinde maximaal inzicht te hebben in diens verwachtingen, de uitvoering van de opdracht optimaal voor te bereiden en toelichting te geven bij de uitgevoerde taak
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
7
Taken − fungeren als gesprekspartner van specialisten uit andere disciplines − onderhouden van contacten met externe relaties; vertegenwoordigen van de organisatie in onderhandelingen en gerechtelijke procedures − betwiste zaken: onderzoeken van het geschil; afsluiten van dadingen; optreden voor bepaalde rechtscolleges − mondeling of schriftelijk rapporteren aan de klant − via bevraging de behoeften van de klant definiëren − bijkomende inhoudelijke vragen stellen aan de klant − afspraken maken over de opdrachten met de klant − feedback vragen aan de klant 2.3.1.7
Taakgebied: research
Takencluster − belangenbehartiging van het beroep − medewerking aan de profilering van het beroep − de ontwikkelingen in de sector of het vakgebied volgen en informatie uitwisselen met vakgenoten, teneinde steeds te kunnen werken op basis van de meest recente en meest relevante vakinformatie Taken − actieve deelname aan interne en externe vormingsactiviteiten rond het werk- en vakgebied (studiedagen, cursussen, symposia en dergelijke) − organisatie van studiebijeenkomsten − vakliteratuur lezen
2.3.2
Beroepscontext Contextgegevens De aangegeven contextgegevens gelden voor alle type- en deelfuncties die hiervoor zijn weergegeven. Werkomstandigheden Informatie is aanwezig op de arbeidsplaats of ter consultatie in een bibliotheek of juridische databank. Hulpmiddelen − wetgeving, rechtspraak, rechtsleer; aanwezig in de werkplaats of op te zoeken in een bibliotheek − juridische databanken − vakliteratuur, modelcontracten − seminaries Verwachte resultaten − − − − −
Up-to-date zijn op het juridische gebied. Debiteurenbestand dat beheerst en strikt opgevolgd wordt. Onaangename verrassingen worden vermeden bij inkomende contracten. Boetes, moratoire intresten en dergelijke worden vermeden. Optimale contracten worden afgesloten.
8
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
De rechtspracticus zal voor zijn werkgever een oplossing bieden voor verscheidene probleemsituaties waarvoor anders hulp van buitenaf moet betrokken worden. Hij zal door zijn kennis en voortdurende studie het bedrijf behoeden voor complicaties bij wetswijzigingen, conflicten voorkomen, en het bedrijf up-to-date houden op juridisch gebied. Hij zal door zijn praktische scholing onmiddellijk inzetbaar zijn op elk advocatenof notariskantoor.
2.4
Ondersteunende kennis De rechtspracticus dient te beschikken over kennis van en inzicht in de volgende zaken op juridisch en bestuurlijk gebied: − wetgeving, rechtsleer, rechtspraak en algemene leerstukken op het gebied van staatsrecht (waaronder bevoegdheden, wetgeving, bestuur, grondrechten, internationale organen) − administratief recht (waaronder de beginselen van behoorlijk bestuur, organen, bevoegdheden, ruimtelijke ordening, internationaal publiekrecht) − relevante aspecten uit het recht zoals bijvoorbeeld arbeidsrecht, strafrecht, internationaal privaatrecht, milieurecht, sociaal-economisch recht, fiscaal recht, zakenrecht, contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, erfrecht, gerechtelijk recht, verbintenissen, ondernemingsrecht, financieel recht,... De rechtspracticus moet voorbereid zijn op die functies in het bedrijfsleven, bij de overheid waarvoor een gemengde economische en juridische scholing vereist is. Naast juridische en financieel-economische vakkennis en vakkennis op het gebied van het personeel is dus ook kennis en inzicht nodig van de diverse facetten van het management. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor het verzamelen, selecteren en analyseren en waarderen van gegevens en het op grond daarvan opstellen van beleidsalternatieven. De kennis van diverse vreemde talen (Frans, Engels en Duits) is daarbij vereist naast de kennis van de eigen taal.
2.5
Beroepshoudingen Belangrijkste beroepshoudingen Voor elke beroepshouding is de belangrijkheid aangegeven op een vierpuntenschaal gaande van onmisbaar (4) tot wenselijk (1) of niet van toepassing (nvt). De beroepshoudingen van 1 tot 10 zijn eerder taakgericht, de beroepshoudingen van 11 tot 21 zijn eerder persoonsgericht. 4
3
2
✗
1
accuratesse
2
doorzettingsvermogen
3
flexibiliteit
✗
4
kritische ingesteldheid
✗
5
omgaan met stress
✗
✗
1
nvt
9
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
4
3
6
organisatievermogen
✗
7
resultaatgerichtheid
✗
8
veiligheids- en milieubewustzijn
9
zin voor esthetiek
11 aandacht voor competentieontplooiing
✗
12 assertiviteit
✗
13 beslissingsvermogen
✗
14 contactbereidheid
✗
15 dienstverlenende ingesteldheid
✗ ✗
16 empathie
✗
17 imagobewustzijn ✗ ✗
19 loyauteit
21 zin voor samenwerking
nvt
✗ ✗
20 zelfstandigheid
1
✗
10 zin voor initiatief
18 leergierigheid
2
✗ ✗
De volgende beroepshoudingen zijn weerhouden als onmisbaar en noodzakelijk (kolommen 3 en 4) en worden omgezet in gedragsindicatoren: 1 Accuratesse − nauwkeurig interpreteren van de rechtsbronnen − beheersen van programma's van tekstverwerking en courante programma's van gegevensverwerking − gebruik kunnen maken van databanken en de relevante toepassingen van automatisering en informatisering − nauwkeurigheid, ordelijkheid en efficiënt organiseren van het werk, ook onder tijdsdruk − nauwkeurigheid, stiptheid in het samenstellen en opvolgen van dossiers − de juiste toepasselijke wetgeving weten aan te duiden − stiptheid in het respecteren van afspraken en termijnen − accuratesse in het gebruik van de juridische terminologie 2 Doorzettingsvermogen − kritiek kunnen verwerken − voor aanvankelijk "hopeloze" zaken, zeer complexe problemen; de zaak nauwgezet ontleden om toch de weg naar een oplossing te vinden − ook onder tijdsdruk lijvige dossiers of contracten bestuderen − bij conflicten niet de weg van de minste weerstand kiezen
10
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
3 Flexibiliteit − zich kunnen aanpassen in verschillende werkomgevingen − zich vlot kunnen bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines − zich zowel kunnen concentreren op studie en opzoekingswerk, als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn − zich aanpassen in verschillende werkomgevingen en correct blijven tegenover alle partijen in een geschil − weerbaar, wendbaar en mobiel zijn in verband met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt 4 Kritische ingesteldheid − − − −
objectief feiten kunnen weergeven met het oog op de relevantie ervan relativeringsvermogen kritisch kunnen luisteren naar een feitenrelaas argumenten van tegenpartij steeds controleren op juistheid en trachten te ontzenuwen
5 Organisatievermogen − juiste organisatie van tijd in verband met: onderzoek; conclusies en argumenten samenstellen; onderhandelingen met tegenpartij; akkoord of procedure zodat een case nooit fout loopt omwille van foute tijdsbeheersing − materiële organisatie van dossiers, inhoudelijk en naar belangrijkheid − kunnen delegeren − dossieropvolging 6 Resultaatgerichtheid − altijd gericht zijn op oplossing van problemen en (naargelang van het bedrijf) het vermijden van conflicten − bij conflicten, de opportuniteit van procederen in vraag stellen in het belang van het bedrijf; afwegen tegenover de voordelen van een compromis 7 Zin voor initiatief − zoeken naar de niet-evidente weg zoals compromis, arbitrage − bedrijf op de hoogte houden van wetswijzigingen die, alhoewel niet essentieel, toch nuttig kunnen zijn − niet wachten op instructies 8 Aandacht voor competentieontplooiing − vakliteratuur kunnen hanteren − constante studie om op de hoogte te blijven van de evolutie van de wetgeving − relevante nieuwe wetgeving doorspelen aan alle belanghebbenden binnen het bedrijf 9 Assertiviteit − een gemotiveerd standpunt kunnen verdedigen − durven opkomen voor zijn eigen mening − ook tegen hiërarchisch hoger geplaatsten een standpunt verdedigen en onder-
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
11
bouwen − bereid zijn om tegen de administratieve overheid elke beslissing te verdedigen 10 Beslissingsvermogen − een gemotiveerd standpunt naar een rechtsgegeven kunnen formuleren − naargelang van de verantwoordelijkheid die de rechtspracticus in het bedrijf heeft: zelfstandig of in overleg beslissingen nemen − beslissen tot procederen of niet, beslag laten leggen, incassobureau inschakelen, in het belang van het bedrijf − beslissen over het meest opportune contract of clausule 11 Contactbereidheid − − − −
vertrouwen kunnen wekken bij de klant onderhouden van contacten met, overleggen en afspraken maken met klanten correspondentie kunnen voeren (ook in vreemde talen) compromisbereidheid bij conflicten
12 Dienstverlenende ingesteldheid − naargelang van het bedrijf: doorlopend beschikbaar zijn voor superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp − de klanten inlichten omtrent: hun rechten en plichten; de relevantie van de feiten; de te volgen procedure − ook persoonlijke service verlenen − een professionele relatie met de klant kunnen opbouwen met respect voor de eigen deontologische code 13 Empathie − zich kunnen verplaatsen in de gevoelenswereld van de klanten om zich aldus beter in te leven in hun problematiek en van daaruit adviezen op maat te geven − empathisch en correct kunnen omgaan met klanten: klantgericht denken en handelen − relevante vragen kunnen stellen aan klanten 14 Leergierigheid − de noodzaak beseffen tot permanente educatie, ontvankelijk zijn voor de nieuwe ontwikkelingen en bijblijven op zijn vakgebied door middel van vakliteratuur, scholing en dergelijke − nooit aflatende interesse ten aanzien van de evolutie van het recht, dit uit zich in de wil tot permanente bijscholing − brede maatschappelijke interesse hebben, dit uit zich in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden, ethische kwesties 15 Loyaliteit − zich bewust zijn van de vertrouwelijkheid van de informatie waarover men beschikt − medewerkers waarderen en vertrouwen − opposanten respecteren en er constructief mee omgaan
12
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
− kritiek verdragen van anderen − op een correcte en bescheiden manier enkel opbouwende kritiek geven aan medewerkers 16 Zelfstandigheid zelfstandig juridische problemen kunnen analyseren zelfstandig juridische adviezen kunnen formuleren een dossier van het begin af kunnen opbouwen zelfstandig beslissingen kunnen nemen, problemen analyseren en oplossen, procedures in zetten en opvolgen − op eigen initiatief relevante wijzigingen in de wetgeving of rechtspraak doorgeven aan betrokkenen − zelfstandig tijdsbeheer; niet noodzakelijk gebonden aan de officiële werkuren − − − −
17 Zin voor samenwerking − in teamverband activiteiten kunnen plannen en evalueren − onderhandelingsgesprekken kunnen voeren vanuit een eigen deskundigheid in het belang van het cliëntsysteem − probleemoplossend gesprek voeren en leiden − overleg plegen met vakgenoten uit andere disciplines − zich bewust zijn van zijn relatie met de omgeving: het onderkennen van normen, waarden en posities in samenwerkingsverbanden en begeleidingssituaties in relatie tot cultuur en normen en waarden van de beroepsgroep en de betrekkelijkheid van eigen normen en waarden onderkennen
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
13
BIJLAGE 1
Mogelijke tewerkstellingssectoren binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als deskundige niveau B1. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
14
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
BIJLAGE 2
Bundel onderzoek vacatures. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
15
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
BIJLAGE 3
Overzicht tewerkstellingsgebieden afgestudeerden rechtspraktijk Hierbij wordt een overzicht geboden van de tewerkstellingsgebieden van de afgestudeerden waarvan de hogeschool informatie bezit. De studenten die na hun opleiding een bijkomende of verdere opleiding zijn gaan volgen worden volledig buiten beschouwing gelaten. In het overzicht zijn de afgestudeerden opgenomen vanaf het academiejaar 1986-87 tot en met 1994-95. Telkens worden de sectoren aangegeven met het totaal aantal afgestudeerden die er tewerk zijn gesteld.
Plaats tewerkstelling
Aantal
Advocatenkantoren
15
Bedrijven (inbegrepen de KMO's)
16
Het gaat hier onder meer om bedienden op de personeelsdiensten, de juridische afdelingen, de afdeling betwiste zaken Gemeenten
3
Gerechtelijke politie
2
Gerechtsdeurwaarderskantoren
32
Griffies
2
Immobiliënkantoren
3
Juridisch en fiscale adviesbureaus
4
Leasingmaatschappijen
2
Ministeries
2
Mutualiteiten
3
Notariskantoren
27
Sociale secretariaten
1
Verzekeringsmaatschappijen
41
Werknemers- en werkgeversorganisaties
2
Varia
11
onder meer vertegenwoordigers, zaakvoerders van KMO's, een assistent redacteur bij een juridische uitgeverij
16
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
BIJLAGE 4
Nationale Kollectieve overeenkomst voor Notarisbedienden. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
BEROEPSPROFIEL RECHTSPRACTICUS
17
BIJLAGE 5
Werving van Nederlandstalige of Franstalige, mannelijke of vrouwelijke gegradueerden in de rechten voor de Post (B.S., 7 september 1995). Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
BEROEPSPROFIEL verantwoordelijke transport & logistiek
sector : studiegebied : opleiding : optie : beroep :
handel-administratie handelswetenschappen & bedrijfskunde bedrijfsbeheer expeditie, distributie & transport verantwoordelijke transport & logistiek
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/19 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
INHOUD
1
SITUERING VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
1
2
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
4
2.1
Functiebeschrijving
4
2.2
Beschrijving van enkele concrete bedrijfsfuncties 2.2.1 Dispatcher bij een internationale transportfirma 2.2.2 Traffic Manager in een industrieel bedrijf 2.2.3 Assistant Operations Manager bij een luchtvrachtagent 2.2.4 Expediënt bij een logistieke dienstverlener 2.2.5 Operations Manager bij een logistieke dienstverlener
6 6 6 6 7 7
2.3
Opsomming van taken
7
2.4
Opsomming van een aantal deelfuncties
9
3
4
VEREISTE KENNIS, VAARDIGHEDEN & ATTITUDES
10
3.1
Contextgegevens
10
3.2
Specifieke kennis
10
3.3
Attitudes
11
MEDEWERKERS
12
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
1
1
SITUERING VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Het rationaliseren van de goederenstroom binnen en buiten het bedrijf krijgt steeds meer aandacht in het bedrijfsleven. Transport en logistiek zijn in volle mutatie. Evoluties in de Verenigde Staten, in Japan, in het Verenigd Koninkrijk, in Nederland en in de Scandinavische landen spiegelen gedeeltelijk af hoe deze bedrijfsactiviteiten in Vlaanderen verder zullen evolueren. De invoering van de Europese eenheidsmarkt heeft het werkvolume voor expediteurs zeker niet verminderd. Expediteurs en transporteurs van enige omvang zijn vandaag logistieke dienstverleners geworden. Warehousing is veelal een bijkomende activiteit geworden, aangevuld met waardeverhogende activiteiten zoals herverpakking, etikettering en andere VAL-activiteiten (VAL staat voor "Value Added Logistics"). Dit neemt niet weg dat er nog steeds ondernemingen bestaan waar de expeditie- en/of transportactiviteit centraal blijft staan zonder dat er integratie met andere logistieke functies optreedt. Dit is vooral het geval bij sterk gespecialiseerde diensten zoals scheepsagenten en luchtvrachtagenten. Steeds meer handels- en industriële ondernemingen besteden hun fysieke distributie uit. Zo ontstaat er bij hen nood aan professionele inkopers van logistieke diensten. In de meeste ondernemingen blijft de aandacht voor de logistieke functie toenemen. De goederenstroom wordt er steeds méér als één geïntegreerde keten behandeld, die intense samenwerking vergt met leveranciers, klanten en logistieke dienstverleners. Steeds stringentere milieueisen vergen de toepassing van 'reverse logistics' waarbij vooraf de terugname of verwerking van verpakking en van afvalstoffen wordt gepland. Bedrijfsverantwoordelijken leggen steeds meer de klemtoon op de nood aan sociale vaardigheden bij hun medewerkers transport en/of logistiek, bereidheid tot teamwork en zin voor een goede dienstverlening naar de klant toe. Hoeft hier nog te worden aan toegevoegd dat de logistieke dienstverlener, zijn klant en zijn partners meestal met wereldomvattende activiteiten worden geconfronteerd ? Er moet dus snel worden ingespeeld op internationale trends en niet steeds te voorspellen schommelingen in de wereldconjunctuur. Ook de reglementeringen die de verantwoordelijke transport en logistiek moet toepassen zijn aan snelle wijzigingen onderworpen. De snelle technologische ontwikkelingen in verband met transport en warehousing vergen van bedrijfsleven en werknemers bijzonder veel aanpassingsvermogen. Informatisering, automatisering en telematisering hebben hun invloed op de werkomstandigheden. Ondermeer deze technologische ontwikkeling en de trend naar "outsourcing" van de fysieke distributie hebben een schaalvergroting tot gevolg in de sector van de logistieke dienstverlening. Zo neemt de nood aan operationeel leidinggevend personeel toe. Regionaal kan de behoefte aan bepaalde typen van verantwoordelijken transport en logistiek ook sterk verschillen. In het bedrijfsleven wordt vastgesteld dat verantwoordelijkheden in transport en logistiek niet meer kunnen worden toevertrouwd aan lager geschoolden die enkel door ervaring werden opgeleid. In het verleden kwam dit zeer veel voor.
2
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
Men heeft nood aan hoger geschoolden met een degelijk theoretisch inzicht. De meeste bedrijfsleiders dringen echter aan op een voldoende gedetailleerde kennis in verband met de kerntaken die aan een verantwoordelijke transport en/of logistiek worden toevertrouwd. Bij de betrokken beroepsverenigingen kan men een onderscheid maken tussen de sectorgerichte beroepsverenigingen (verenigingen van expediteurs en/of van transportbedrijven) en de sectoroverschrijdende beroepsverenigingen (van transportmanagers, van inkopers en/of van logistieke medewerkers). Het is moeilijk om een zicht te krijgen op het totaal aantal tewerkgestelden als transporten/of logistieke verantwoordelijke en hun kenmerken. Trouwens, de verzamelnaam "verantwoordelijke transport en logistiek" is geen algemeen gangbare term in het bedrijfsleven. Beroepsverenigingen uit de expeditie- en transportsector gebruiken de term "logistiek medewerker" wellicht niet. Zij houden zich trouwens hoogstens bezig met fysieke distributie (of warehousing), een onderdeel van de logistiek. In een sectoroverschrijdende vereniging bedrijfslogistiek wordt onderscheid gemaakt tussen medewerkers van de "supply chain" (onder meer inkopers en bevoorradingsplanners), van het "materials management" (onder meer de productieplanners) en van de fysieke distributie en het transport. Het hier beschreven beroep sluit de bedrijfsfuncties uit waar hooggeschoold technisch personeel voor wordt vereist. Bijkomend onderzoek naar de verdere evolutie van de logistieke functies binnen het bedrijfsleven is wenselijk. Dit onderzoek moet zowel slaan op de evolutie van de functies bij logistieke dienstverleners (expeditie, transport en warehousing) als bij de multisectoriële functies die verband houden met de fysieke distributie (expeditie in eigen beheer, inkoop van logistieke diensten, verzekeren van de bevoorrading...) en met andere onderdelen van de logistiek. Er moet worden nagegaan of de verdere integratie van het logistiek gebeuren de nood doet ontstaan aan een polyvalente logistieke opleiding. Vermoedelijk blijft de bedrijfswereld specialisten in de internationale goederenbehandeling vragen, die gezien de evolutie een bredere kijk hebben op het integraal logistiek gebeuren. De werkgroep wenst zich niet uit te spreken over de graad van specialisatie of van polyvalentie die vandaag aan de "verantwoordelijk transport en logistiek" wordt gevraagd. De werkgroep is het er wel over eens dat het een sectoroverschrijdend beroep betreft. De versnelde evolutie van het beroep vergt een regelmatige bijsturing van het beroepsprofiel. We kunnen stellen dat het werkterrein van de verantwoordelijke transport en logistiek zo verscheiden is dat het niet duidelijk kan worden afgebakend. Hij/zij moet zowel kunnen kijken naar het beheersen en het besturen van de goederenstroom als naar het aantrekken ervan. Hij/zij zou werkzaam kunnen zijn: − in het nationale of internationale beroepsgoederenvervoer via de zee, de weg, het spoor, de lucht of de binnenwateren − bij scheepsagenten (agenturen), expediteurs, bevrachtings- en scheepsmakelaars... − in firma's die zich bezighouden met het opslaan en behandelen van de goederen (zowel in de haven als in het achterland), zoals naties, stuwers, terminal operators, distributiecentra, en op- en overslagbedrijven voor massagoederen − in firma's die optreden als logistiek dienstverlener − in firma's die optreden als consultant − in grote industrie-, productie- en handelsondernemingen, distributieketens... die hun eigen vervoer verzorgen of beschikken over een eigen traffic-departement − in andere ondernemingen (KMO) waar logistiek, transport en traffic niet duidelijk zijn afgelijnd en misschien slechts als deeltaak zullen worden vervuld, in combinatie met een job als inkoper, verkoper...
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
− − − − − −
bij koerier- en expresdiensten bij de overheid in de bank- en verzekeringssector, wegens zijn/haar gespecialiseerde kennis; in de afdeling productieplanning van een industriële onderneming in een import- of exportafdeling of in een inkoopafdeling van een onderneming ...
3
4
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
2 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
2.1
Functiebeschrijving In het bedrijfsleven komen de volgende functies voor, die aan een verantwoordelijke transport en logistiek kunnen worden toevertrouwd: − beursbevrachter binnenscheepvaart − bevrachter binnenscheepvaart − behandelaar van claims en averij − containerplein-coördinator − containerklerk − dossierbeheerder goedereninspectie − manifestklerk − vrachtquoteerder − sales coördinator − sales representative − gespecialiseerd scheepsafrekenaar − transportcoördinator-vervoercommissionnaris − shipping-info-operator − waterklerk − interne waterklerk − hoofdwaterklerk − douanedeclarant en/of tarifeerder − douaneagent − bureelexpediteur − expediteur − dispatcher − canvasser-prospector − claimbehandelaar − acquisiteur − expediënt − assistant operations manager − operations manager − kwaliteitsmanager − warehouse manager − hoofdmagazijnier − productieplanner − distributieplanner − hulpinkoper − inkoper − fleetmanager − traffic manager − administratief bediende − bediende import of export − assistent logistiek manager − logistic manager − distributie manager − vervoersconsultant
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
− − − −
5
logistiek consultant medewerker cel buitenlandse handel (in een financiële instelling) medewerker transport- en goederenverzekering (in de verzekeringssector) ...
Deze lijst is zeker niet volledig. De verantwoordelijke transport en logistiek kan zowel op niveau 4 als op niveau 5 worden teruggevonden. De startfuncties zullen op enkele uitzonderingen na zeker nog niet op een zelfstandig managementsniveau liggen. Als startfuncties denken we hier bijvoorbeeld aan: − bediende bij een expediteur, scheepsagent, scheepsmakelaar, scheepsagentuur, luchtvrachtagent − bediende in import- en exportbedrijf, in de banksector, in een transportonderneming, in een distributie- en opslagbedrijf en goederenbehandelingsbedrijf, tradingfirma, ... − bediende bij de inkoop, de bevoorradingsplanning, de expeditie, het magazijn, de transportplanning, ... Na het verwerven van de nodige ervaring liggen er functies open als assistent logistiek manager, assistent fysiek distributiemanager, commercieel medewerker, dispatcher, hoofd van de import- of exportafdeling, ... . Zij zullen daarna, wanneer de potentie aanwezig is, kunnen groeien naar een verantwoordelijke lijn- of staffunctie zoals die van kwaliteitsmanager, manager van het wagenpark, lijnmanager, bedrijfsleider, area-manager in een distributiefirma, vervoerseconomisch consultant ... We kunnen stellen dat de verantwoordelijke transport en logistiek zijn job kan vinden in een KMO waar hij/zij dan alle taken op zich zal moeten nemen (zowel het operationele als het beleidsgedeelte) tot in het zeer grote bedrijf waar hij/zij de verschillende niveaus kan doorlopen, d.w.z. dat hij/zij meestal zal beginnen in het laagste kader, daarna kan doorstromen tot het middenkader en tenslotte eventueel kan doorstromen naar de leidinggevende niveaus. Een aantal onder hen zal een eigen onderneming runnen in de sector van de logistieke dienstverlening. Hij/zij zal zich, afhankelijk van de aard (expeditie-transport-, productie-, distributie- of handelsbedrijf) en/of de omvang van het bedrijf concentreren op één of meerdere taken, geïntegreerd in één functie of verdeeld over verschillende functies.
6
2.2
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
Beschrijving van enkele concrete bedrijfsfuncties Ter gelegenheid van het onderzoek konden de leden van de werkgroep voor een beperkt aantal functies min of meer volledige functieomschrijvingen vinden zoals deze in bepaalde ondernemingen worden gehanteerd. Als voorbeeld geven we er hiervan enkele weer.
2.2.1
Dispatcher bij een internationale transportfirma − opvolging van de routeplanning, dit is bijhouden waar de chauffeurs zitten op elke dag en hen opvolgen bij het laden en het lossen − het zoeken naar op- en terugvrachten in enkele landen uit de Europese Unie − klachten van klanten, chauffeurs of onderaannemers behandelen − het contact met de klant onderhouden − de laad- en lospapieren nazien
2.2.2
Traffic Manager in een industrieel bedrijf − informatie uitwisselen met klanten − opstellen of nazien van documenten zoals facturen, creditnota's, pro forma facturen, wisselbrieven, enz.... − raadplegen van naslagwerken en documentatie in verband met de reglementering in elk betrokken land − douaneformaliteiten afhandelen − transporteurs bezoeken en/of telefonisch contact met hen onderhouden − prijsoffertes vragen − onderhandelen − interne communicatie met de boekhoudafdeling en de vertegenwoordigers i.v.m. de transportkosten − opvolging van het uitbesteed transport en opvangen van problemen
2.2.3
Assistant Operations Manager bij een luchtvrachtagent − faxen uithalen, copiëren en verdelen aan interne diensten − postbedeling − ondersteuning van de operationele leiding door controle van exportdossiers, werkplanning, organisatie van het magazijn, vervoerplanning, ... − offertes opmaken en opvolgen − gegevens inbrengen op computer − negotiëren van tarieven met luchtlijnen − klachtenbehandeling − douaneformaliteiten regelen − facturen controleren i.v.m. het commissieloon − berekenen commissies agenten − collega's opleiden en stagiaires opvangen − rapporteren − kredietlijnen van klanten bepalen − administratief werk i.v.m. printergebruik, telefoon, fax, koffie zetten, ... − bijhouden vakliteratuur en interne richtlijnen − ...
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
2.2.4
Expediënt bij een logistieke dienstverlener − − − − − − − − − −
2.2.5
7
de opvolging van de levering van importgoederen het aanvullen van het klantendossier het opstellen van een loodslijst voor verwachte goederen klachten doorgeven aan de afzenders gegevens verzamelen en doorgeven aan de facturatiedienst klachten van klanten behandelen het klantenbestand bijhouden rapporteren aan de directe overste het klassement van dossiers bijhouden ondersteuning van de exportafdeling bij het afwerken van dossiers, borderellen, CMR en omslag voor chauffeur en agent
Operations manager bij een logistieke dienstverlener − rechtstreeks leiding geven aan verantwoordelijken en stafpersoneel en onrechtstreeks leiding geven aan hun medewerkers − rapporteren aan de bedrijfsleiding en rapporten van ondergeschikten verwerken − waken over de kwaliteitsbewaking binnen zijn afdeling(en) − bijwonen van directievergaderingen − kostenbewaking en het opstellen van jaarlijkse budgetten − leiding over het informatiesysteem, de klantendienst en het palletbeheer − interne contacten onderhouden binnen de onderneming − waken over de uitvoering van het personeelsbeleid binnen de afdeling(en)
2.3
Opsomming van taken De ervaring van de leden van het onderzoeksteam, via stage- en/of eindwerkbegeleiding en de vele positieve reacties van gecontacteerde bedrijfsleiders staan er borg voor dat de hierop volgende opsomming, die naar alle waarschijnlijkheid toch nog onvolledig zal blijven, een betrouwbaar beeld geeft van de taken die de verantwoordelijke transport en logistiek op zich moet nemen. − administratieve taken vervullen zoals het bijhouden van dossiers, het berekenen van facturen en het opstellen van vervoersdocumenten − het opvolgen van de ontvangst en de verzending van goederen − het verdelen van de taken onder het personeel − het ontvangen, controleren en centraliseren van de betalingen − het behandelen van klachten en van vragen van de klanten − het zoeken naar vrachten − het ontvangen en noteren van alle vrachtreservaties − het bevestigen van die reservaties wanneer de klanten daarom vragen − het beslissen en toewijzen van de vracht − het maken, bevestigen en controleren van boekingen − het vervullen van de douaneformaliteiten bij in-, uit- en doorvoer − het toepassen van de vereenvoudigde procedures inzake douane − het toepassen van de BTW-reglementering die geldt bij invoer en uitvoer alsmede bij het verkeer van communautaire goederen tussen lidstaten − het toepassen van de accijnsreglementering zowel m.b.t. in het binnenland vervaardigde produkten als m.b.t. binnengebrachte en ingevoerde produkten − het uitstellen van de nodige documenten
8
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
− het noteren van de correcte informatie zodat de factuur kan worden opgesteld en het vervoer kan gebeuren conform de procedures, reglementeringen en mogelijke afwijkingen − het inwinnen van details over de verschillende transportmiddelen − het inwinnen van details over de lading − het vaststellen van de schade en het opstellen van schadeclaims − het inleiden van de verzekeringsprocedures − het onderhouden van contact met het management − het tijdelijk vervangen van de manager bij diens afwezigheid − het houden van team-briefings; − het rapporteren aan de managers en aan de ondergeschikten − het bijwonen van vergaderingen − het verzorgen van de interne en externe communicatie − het in acht nemen en handhaven van de discipline − het verzenden van de nodige telex-, fax- of EDI-berichten bij onvoorziene omstandigheden − het dragen van verantwoordelijkheden en het nemen van beslissingen m.b.t. de hele vrachtafdeling − het verzorgen van de dagelijkse organisatie van de afdeling/het bedrijf en van alle activiteiten − de uitbouw van een organisatie voor logistieke dienstverlening − het verlenen van advies bij het aanwerven, opleiden en begeleiden van nieuwe werknemers − het motiveren van de werknemers − het onderhandelen met de klanten en het dagelijks doorspelen van de "shipping info to customers" − het toepassen van de economische douaneregelingen − het aanvragen van de vereenvoudigde procedures inzake douane − het onderhandelen met de vervoerders en de tussenpersonen met het oog op het afsluiten van contracten − het regelmatig evalueren van tussenpersonen en vervoerders − het ontvangen van de klanten − het onderhouden van contacten met de verschillende instanties − het bijwonen van externe en interne vergaderingen − het werken volgens de I.K.Z.-principes en het uitwerken van een kwaliteitshandboek − het inrichten van een magazijn − het organiseren van de magazijnactiviteiten − het organiseren van het herverpakken en van andere VAL-activiteiten − het voeren van het voorraadbeheer − het opstellen van een routeplanning − het opstellen van een bevoorradingsplan − de administratie van de inkoop verzorgen − goederen aankopen − logistieke diensten inkopen − een distributienetwerk opzetten − export- en/of transportgebonden administratieve en/of commerciële taken vervullen in een financiële instelling of in een verzekeringsmaatschappij
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
2.4
9
Opsomming van een aantal deelfuncties − gegevens verzamelen, verwerken, beheren en doorgeven in verband met de goederenstroom, de verzekering ervan, de douaneformaliteiten, de kosten, ... inclusief het opmaken van documenten (zoals vrachtbrieven, facturen en douanedocumenten) en het opvolgen van het verloop van het logistiek proces − documentatie bijhouden over wetgeving en reglementering in verband met inen uitvoer (douane), transport van al dan niet gevaarlijke goederen, van bederfbare waren en van levende dieren, aansprakelijkheid, verzekeringen, enz. − het organiseren van uitvoerend werk van onder meer magazijniers, kaderpersoneel, bedienden, ... − het voorbereiden, uitvoeren en opvolgen van de werkplanning van chauffeurs, verpakkers, verzenders, inkopers, arbeiders, onderhoudswerkers, enz. − problemen tijdens de uitvoering van het logistiek proces oplossen − advies verstrekken aan klanten, interne en externe partners − het onderhouden van contacten met klanten, interne en externe partners in verband met transport en/of logistieke activiteiten − het leggen van contacten en het onderhandelen met klanten en/of leveranciers − rapporteren aan ondergeschikten en aan oversten − controles uitvoeren op de naleving van procedures en op de staat van goederen en hun verpakking − het verzorgen van opleiding van collega's en/of ondergeschikten − leiding geven aan een afdeling
10
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
3 VEREISTE KENNIS, VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES
3.1
Contextgegevens Naargelang het bedrijf is de graad van automatisering, informatisering en telematisering erg uiteenlopend. Veel taken verlopen op kantoor; andere gebeuren in een magazijn; maar ook buiten, op de kaai of op de losplaats, worden activiteiten uitgevoerd. De mate van verwachte integriteit waarmee relaties met klanten en partners worden onderhouden, hangt sterk af van de bedrijfscultuur. De mate van verantwoordelijkheid hangt af van het niveau waarop de verantwoordelijke transport en logistiek wordt ingezet. De verantwoordelijke transport en logistiek kan bijdragen tot een hogere omzet, lagere kosten, een grotere motivatie van het eigen personeel en een grotere klanttevredenheid. Het verwachte resultaat van zijn beroepsactiviteiten hangt af van de bedrijfsdoelstellingen.
3.2
Specifieke kennis De verantwoordelijke transport en logistiek moet beschikken over een gedegen kennis en inzicht (zowel juridisch, technisch als praktisch) in o.a.: − de integrale logistiek, de physical distribution en het material management binnen het bedrijf en de integrale logistieke keten buiten het bedrijf − het functioneren van de verschillende havens en terminals − het kiezen van het optimale transportmiddel − het laten verplaatsen/vervoeren van de goederen van de ene plaats naar de andere − het laten overslaan van goederen van het ene transportmiddel op het andere − het laten bewaren van goederen in de verschillende opslagmodi − het verzamelen van lading en het bundelen ervan tot transporteenheden − het verzorgen van alle administratieve verrichtingen die betrekking hebben op het voorgaande − het toepassen van de douane- en accijnswetgeving; − het toepassen van de BTW-wetgeving bij internationale handel − het toepassen van de principes van de kostprijsberekening in het transport − de grote principes van de in de internationale handel gebruikte terminologie en condities, b.v. INCO-terms − de financiële en commerciële structuur van mogelijke klanten en partners − E.D.I.-toepassingen Naargelang de inhoud van de functie heeft hij/zij tevens inzichten in: − klantvriendelijke dienstverlening − kwaliteitsbewaking bij logistieke activiteiten en bij inkoop − het inkopen van diensten en van goederen − reverse logistics en andere milieuaspecten i.v.m. transport en logistiek − bevoorradings-, productie-, distributieplanningsmethoden − voorraadbeleid − kostprijsberekening en tariefbepaling − de commerciële distributie
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
11
− het naleven van de verplichtingen i.v.m. statistische gegevens − het naleven van veiligheidsvoorschriften − het naleven van sociale voorschriften Verder zal hij/zij in verschillende talen: − lexicologisch onderlegd moeten zijn (actieve en passieve woordenschat) − vlot en foutloos moeten kunnen communiceren (mondeling en schriftelijk) Ook zal hij/zij voldoende kennis van de informatica moeten hebben om met de in de werkomgeving gebruikelijke programma's te kunnen werken.
3.3
Attitudes Om zijn/haar taak goed te kunnen vervullen is één van de belangrijkste vereisten van de afgestudeerde EDT dat hij zich niet richt naar het gesloten denken maar dat hij/zij vatbaar blijft voor de principes van de lerende organisatie. Concreet komt dit erop neer dat hij/zij − − − − − − − − − − −
zich flexibel & vlug moet kunnen inschakelen in diverse concrete werksituaties zich soepel moet kunnen aanpassen aan wijzigende werkomstandigheden moet beschikken over een grote dosis zelfstandigheid goed moet kunnen luisteren naar de personen met wie moet worden gewerkt zich constant zal moeten bijscholen in nieuwe technieken, reglementen, wetgeving... moet kunnen samenwerken met personen uit de verschillende departementen (beschikken over de nodige sociale vaardigheden) kostenbewust moet werken om de bedrijfsvoering in economische zin te optimaliseren beschikken over commercieel inzicht klantgericht moet denken en handelen toegevoegde waarde moet creëren door oplossingen te bieden voor transportvragen, méér dan enkel antwoorden op de vragen van de klanten "as such" de vakliteratuur constant moet kunnen volgen om te anticiperen op aangekondigde nieuwe wetgeving en/of maatregelen van onverschillig welke instantie om te adviseren en in functie daarvan bepaalde beleidscorrecties uit te voeren
− stressbestendig moet zijn − punctueel en disciplinair moet zijn − de principes van het leiding geven moet beheersen om later te kunnen doorgroeien naar leidinggevende en managementfuncties − ertoe in staat zijn kennis en vaardigheden over te dragen op andere medewerkers van verschillend niveau en kennis
12
BEROEPSPROFIEL VERANTWOORDELIJKE TRANSPORT & LOGISTIEK
4
MEDEWERKERS
♦ Vlor Commissie Beroepsprofiel Expeditie, Distributie en Transport ♦ Eindredactie: Jean-Marie Deleye, Hogeschool Gent