STUDIE 170 BEROEPSPROFIEL textiel
BEROEPSPROFIEL textiel
sector : textiel studiegebied : industriële wetenschappen en technologie opleiding : gegradueerde in textiel
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/2000/6356/40 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
INHOUD
1
2
IDENTIFICATIEGEGEVENS
1
1.1 1.2 1.3
1 2
Situering van de opdracht Bestaande opleidingen Werkwijze bij het opstellen van de beroepsprofielen voor de textielsector
VOORSTELLING VAN DE TEXTIELSECTOR 2.1 2.2 2.3 2.4
2
4
Inleiding De textielproducten Geografische ligging Kerncijfers van de Belgische textielnijverheid 2.4.1 Een globaal overzicht 2.4.2 Productie en toegevoegde waarde 2.4.3 Buitenlandse handel textiel/confectie 2.4.4 Handelsbalans 2.4.5 Uitvoer naar bestemming 2.4.6 Investeringen Tewerkstelling in de textiel- en kledingsector Arbeidskostenvergelijking
4 4 6 7 7 8 8 9 9 10 10 12
3
TEXTIEL, EEN INDUSTRIE MET TOEKOMST
13
4
SITUERING VAN DE BEROEPEN IN DE TEXTIELSECTOR
14
4.1 4.2
14 14 15 15 15 15 15
2.5 2.6
Type organisatie Doorsnee textielbedrijf 4.2.1 De ontwerpafdeling 4.2.2 Het magazijn (in- en output) 4.2.3 De productieafdeling 4.2.4 De laboratoria 4.2.5 De staffuncties, logistieke ondersteuning en leiding
5
DE BEROEPEN IN DE TEXTIELSECTOR
17
6
DE BEROEPEN AANSLUITEND OP HOGER ONDERWIJS
19
7
BEGRIPPENKADER I.V.M. HET BEROEPSPROFIEL
20
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
8
DE BEROEPSPROFIELEN
21
8.1
21 21 21 24 26 28 30 31 33
8.2
9
De beroepsprofielen 8.1.1 Productiemedewerkers/meestergast 8.1.2 Ploegoverste textielveredeling 8.1.3 Ploegoverste fabricage 8.1.4 Afdelingsoverste textielveredeling 8.1.5 Afdelingsoverste fabricage (spinnen, weven, breien) 8.1.6 Productiedirecteur 8.1.7 Laborant textielveredeling 8.1.8 Laborant fabricage (spinnerijlabo) Beroepen i.v.m. ontwerpen van textiel en het ontwikkelen van nieuwe producten 8.2.1 Verantwoordelijke technische uitvoering ontwerpen 8.2.2 Productontwikkelaars
35 35 37
BESLUIT
39
Bijlagen
40
Bijlage 1: Lijst der medewerkers
40
Bijlage 2: Gebruikte bronnen
42
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
1
1.1
1
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Situering van de opdracht In 1993 reeds formuleerde de heer L. Van den Bossche, Vlaams minister van onderwijs, de vraag naar de expliciete formulering van de beroepsprofielen waarop graduaatopleidingen zich richten. In maart 1993 is door de dienst voor onderwijsontwikkeling (DVO) op een installatievergadering tekst en uitleg verstrekt bij de opdracht. Vooraf waren per opleiding, op verzoek van de inspectie hoger onderwijs, de minimumlessentabellen vastgelegd. Hierin was een gemeenschappelijk deel opgenomen dat door alle hogescholen zou ingericht worden. In de daaropvolgende periode waren de besprekingen en onderhandelingen gestart voor de invoering van een nieuw decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap. Dit decreet is goedgekeurd op 13 juli 1994. De toepassing van het decreet leidde tot een grondige hertekening van het Vlaamse onderwijslandschap. Er ontstonden verschillende fusies van hogescholen, bepaalde afdelingen en opties kregen een andere benaming of een andere inhoud. De werkwijze binnen de hogescholen wijzigde eveneens grondig. Door al deze onzekerheden en veranderingen kwam de werking van een aantal werkgroepen voor de opstelling van de beroepsprofielen niet van de grond. De meeste werkgroepen zijn gestart midden 1995. De werkgroep textiel is met een jaar vertraging, half 1996, van start gegaan. Er is een coördinatievergadering geweest in aanwezigheid van een lid van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) op 26 juni 1996. De industrie dient nauw betrokken te worden bij de opstelling van de beroepsprofielen van de sector. Zij zijn de belangrijkste bron voor het opstellen van de (volledige) lijst van de functie. Een “beroepsprofiel” is dan te omschrijven als een benaming met bijhorende “taakomschrijving” (= inhoud) die maatschappelijk in consensus aanvaard is in organisatieoverschrijdende omstandigheden. De indeling van de werkgroepen houdt met dit gegeven geen rekening en is geënt op de structuur binnen het onderwijs: voor opleidingen waar er verschillende onderwijsniveaus bestaan is er voor elk niveau een afzonderlijke werkgroep opgericht. Zo is het beroepsprofiel voor het secundair onderwijs textiel reeds afgewerkt terwijl op het niveau industrieel ingenieur nog werkvergaderingen plaats vinden. Het voorliggend verslag is ontstaan uit de bespreking en de gegevensverzameling binnen de werkgroep beroepsprofielen textiel graduaat.
2
1.2
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Bestaande opleidingen Het hoger onderwijs van één cyclus wordt georganiseerd na het behalen van het diploma secundair onderwijs en omvat drie studiejaren. DE HOGESCHOOL GENT heeft in het DEPARTEMENT TECHNOLOGIE de opleiding voor GEGRADUEERDE in de TEXTIEL (met studiekeuze TEXTIELVEREDELING en TEXTIELFABRICAGE). Het KORTE TYPE, gericht naar de textielnijverheid, wordt georganiseerd sedert 1979 en voerde aldus opnieuw het diplomaniveau in van de vroegere TEXTIELBEDRIJFSLEIDER, een diploma dat in het oude textielonderwijs te Gent kon behaald worden, vóór 1950, in de Hogere Nijverheidsschool aan de Lindelei. In 1989 werd de tweejarige opleiding omgevormd tot de huidige driejarige studierichting. In 1991 studeerden de eerste gegradueerden na een driejarige opleiding af. Het aantal studenten in de textielafdelingen is in de loop der jaren nogal aan schommelingen onderhevig geweest. Een vergelijking tussen het studentenaantal in 1980-1981, met 17 studenten, en in 1985-1986, met 76 studenten, spreekt voor zichzelf. De spectaculaire vooruitgang van het studentenaantal was vooral te danken aan de goed doordachte publiciteit voor het textielonderwijs, waaraan niet alleen textielbedrijven maar vooral een zeer groot aantal organismen hun medewerking verleenden, zowel van de zijde van de werkgevers als van de werknemers en van de overkoepelende organisaties. De laatste jaren is het studentenaantal echter gedaald ten gevolge van de negatieve publiciteit in de media. Er dient wel opgemerkt dat de vraag van de industrie naar gegradueerden textiel, zowel voor de fabricage als voor de veredeling, met de dag toeneemt. Alle afgestudeerden vinden direct na hun studies een geschikte baan in de textielindustrie. In de industrie ziet men de daling van het aantal studenten dan ook met lede ogen aan en is het niet onwaarschijnlijk dat in de nabije toekomst de vraag groter zal zijn dan het aanbod.
1.3
Werkwijze bij het opstellen van de beroepsprofielen voor de textielsector Na de eerste verkennende vergadering op 25 juni 1996 is door de opleidingscoördinator nagegaan welk materiaal beschikbaar was m.b.t. beroeps- en opleidingsprofielen in de textielsector. Voor de betrokken graduaatsopleidingen is echter niet veel voorhanden. Bevraging bij COBOT en FEBELTEX, alsmede de uitwisseling van gegevens van de textielindustrie, rechtstreeks en via onze tewerkgestelde graduaatstudenten, heeft dan tot het opstellen van een voorlopig document geleid. Dit werd dan ter bespreking voorgelegd aan de werkgroep op 1 oktober 1996. Een derde vergadering vond plaats op 22 oktober 1996. Nadien volgde op 31 oktober nog een vergadering met een beperkte groep medewerkers. De werkgroep is samengesteld als volgt: − de voorzitter − vier personeelsleden van de hogeschool Gent − twee externen van de textielindustrie − acht oud-studenten van de hogeschool Gent, tewerkgesteld in de textielsector
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
− − −
3
één vertegenwoordiger van de Belgische textielfederatie één vertegenwoordiger van de Vlor één vertegenwoordiger van COBOT.
De uiteindelijke samenstelling van de werkgroep is opgenomen op het einde van dit verslag.
4
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
2
2.1
VOORSTELLING VAN DE TEXTIELSECTOR
Inleiding Over de inhoud van de term textielnijverheid bestaat nogal wat verwarring. Met de textielnijverheid in enge zin wordt bedoeld: het voortbrengen van intermediaire goederen (vezels, garens, weefsels, …) en eindproducten voor huishoudelijk en industrieel gebruik. Het vervaardigen van kleding behoort niet tot de textielnijverheid, maar wel tot de confectienijverheid. Daar de confectienijverheid garens en weefsels verwerkt, ligt ze in het verlengde van de textielnijverheid.
2.2
De textielproducten De textielnijverheid brengt een grote verscheidenheid aan producten voort. Ze kunnen onderverdeeld worden in twee grote productgroepen: - Klassiek textiel - Technisch textiel. Elk van deze groepen kan men nu nog verder indelen naargelang het toepassingsgebied. Klassiek textiel omvat: - Kledingtextiel - Interieurtextiel - Spinnerij en voorbereiding - Veredeling. Technisch textiel omvat: - Geotextiel: 15 %
-
Agrotextiel: 5%
-
Constructietextiel: 15 %
-
Medisch textiel: 10 %
-
Voertuigtextiel: 15 %
Wegenbouw en –onderhoud, gewapende aarde, zeedijken, oeverbescherming, betonmatras, geocontainers, drainage, stortplaatsen, gronddicht scherm, olieabsorberende geobags, Omgevingscontrole van gewassen, bevloeiingssystemen, kweektafelbekleding, bescherming van kuilen en tanks, wateropslag, grondwaterbescherming, Integratiemateriaal, dakbedekking, dakmembranen, ondertapijt, wandbekleding, zonnewering, werfschermen, daktuinen, Hospitaaltextiel, operatielinnen, therapeutische toepassingen, elastisch verband, stoffen voor warmtetherapie en botgeneratie, Autozetelbekleding, gemodelleerde panelen, afdichtingen, veiligheidsgordels, onderdelen voor watersport, zetel- en wandbekleding van vliegtuigen, pilootzetels, onderdelen van raketten,
5
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
-
Filters, toepassingen van vilt, afdichtingen en bescherming, gelamineerd glas-10 weefsel voor elektronica, Beschermingstextiel: Fluorescerende kleding, warme werkkleding, antistatische kleding, beschermkleding, 15 % schuiltenten, Zeildoek, camouflagedoek, ballistische beDefensietextiel: scherming, hospitaaldoek, NBC-kleding, 7% plunjezakken, skibekleding, Transportbanden, big bags, opvouwbare Transporttextiel: containers, opplooibare verpakking, dekzei5% len, buigzame leidingen, touwen, reistassen, Compositiemateriaal: Voor transport, industrie en landbouw, bouwkunde, sportartikelen, vliegtuigbouw, 3% helmen, enz. Industrieel textiel: 10 %
Uit het Jaarverslag van 1996 van Febeltex citeren wij de volgende kerngegevens van de vijf subsectoren. KLEDINGTEXTIEL Aantal bedrijven * Aantal werknemers Productie (ton) Omzet (in miljard frank) Exportquote Evolutie van de activiteit in 1995 Aandeel toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
WEVERIJ (*) 37 4.400 43.000 21,5 76 % - 15 % 30 %
BREIERIJ 153 4.800 9.700 8,5 25 % - 15 %
(*)inclusief accessoires
De productgroep “Kledingtextiel” omvat weefsels en breigoederen voor: sportkleding, vrijetijdskleding, regenkleding, nachtkleding, werkkledij, ondergoed en “fashion wear”, alsook afgewerkte bonnetterieproducten zoals: baby- en kinderkleding, pulls en andere bovenkleding, panty’s, kousen, sokken, handschoenen, mutsen, enz. INTERIEURTEXTIEL Aantal bedrijven * Aantal werknemers Omzet (in miljard frank) Evolutie van de activiteit in 1995 in waarde: in volume: Aandeel in toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
200 14.500 125 -4% -3% 38 %
(*) inclusief accessoires
De productgroep “Interieurtextiel” omvat: Tapijt (geweven, tuft, naaldvilt, badsets,…) meubelstoffen (plat, fluweel, uni, jacquard, bedrukt,…), decoratiestoffen (overgordijnen, muurtextielbekleding,…), huishoudlinnen (keuken-, tafel-, bed-, en badlinnen), matrastijk, dekens en dekbedden, passementerie.
6
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
SPINNERIJ EN VOORBEREIDING Aantal bedrijven * Aantal werknemers Productie (ton) Omzet (in miljard frank) Exportquote Evolutie van de activiteit in 1995 Aandeel in de toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
Woltype 35 4.500 75.000 n.b. 60 % - 20 % 6%
Katoentype 11 1.410 58.500 3,8 (*) 30 % - 12 % 3%
Vlas 7 500 3.700 0,83 82 % - 38 % 1%
(*) uitsluitend leveringen aan derden
VEREDELING Aantal bedrijven Aantal werknemers Productie (ton) Omzet in miljard frank Exportquote Evolutie van de activiteit in 1995 Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
75 5.000 175.000 10 25 % -3% 10 %
N.B. Deze tabel heeft enkel betrekking op de loomveredeling
Subsectoriële geleding “Veredeling” wast, bleekt, verft, bedrukt en coat vezels, garens en stoffen; maakt tapijt, breigoed, non-wovens, geconfectioneerde artikelen enz. vuilafstotend, krimpvrij, brandvertragend, enz. en omvat zowel loomveredeling (voor derden) als de geïntegreerde veredeling (voor eigen rekening). TECHNISCH TEXTIEL Aantal bedrijven (*) Aantal werknemers Omzet in miljard frank Exportquote Evolutie van de activiteit in 1995 Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
130 6.500 30 65 % +5% 12,5 %
N.B. Deze tabel heeft enkel betrekking op de loomveredeling
De productgroep “Technisch Textiel” Geo en bouw, agro, tuinbouw en visvangst, defensie, bescherming en veiligheid, voertuigen, doeleinden, transport en verpakking, industriële toepassingen (filtermedia, enz.)
2.3
Geografische ligging De Belgische textielnijverheid is hoofdzakelijk geconcentreerd in de provincies West- en Oost-Vlaanderen en het noorden van Henegouwen. Er is nog een kleine kern rond Verviers.
7
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
2.4
Kerncijfers van de Belgische textielnijverheid
2.4.1
Een globaal overzicht Teneinde een beter inzicht te verwerven in de structuren, de mogelijkheden en vooral de toekomstmogelijkheden in de textielindustrie geven we hieronder een aantal gegevens over de Belgische textiel- en breigoednijverheid. De tabel bevat enkel de kerncijfers van de Belgische textielnijverheid, dus zonder de kledingnijverheid. Bron: Febeltex 1985
1990
1991
1992
1993
1994
1995
100,0
113,2
99,7
106,7
95,7
96,7
90,9 (3)
231,5
242,0
239,3
236,3
222,4
233,7
226,0
77,0
77,0
78,0
79,2
65,8
66,8
67,2
239,1 186,4 52,7 13,9
232,0 180,4 51,6 13,7
240,7 166,2 74,5 11,7
257,2 185,5 71,7 15,8
12,3
Productie en leveringen Productie (volume index 1985 = 100) Totale leveringen (in miljard BEF) Waarvan buitenlandse (in %) (1)
Buitenlandse handel (in miljard BEF) Uitvoer Invoer Saldo Investeringen (in miljard BEF)
199,9 160,9 39,0 10,8
236,9 183,7 53,2 15,6
Aantal en grootte van de ondernemingen (2) Totaal Waarvan < 5 tewerkgestelden (in %) 5-49 tewerkgestelden (in %) 50-99 tewerkgestelden (in %) > 100 tewerkgestelden (in %) Tewerkstelling Totaal
1.270
1.211
1.172
1.141
1.537
1.476
30
29
28
29
39
37
49
51
51
50
46
48
9
10
11
11
7
8
12
10
10
10
8
7
64.713
59.227
57.414
54.950
50.945
49.573
46.599 (3)
Opmerkingen: 1
2
Vanaf 1993, bij de inwerkingtreding van de nieuwe BTWreglementering, worden de binnen de EU met uitvoer gelijkgestelde verrichtingen niet meer opgenomen bij de uitvoer, maar bij de leveringen op de binnenlandse markt. Hierdoor steeg het aandeel van de binnenlandse leveringen van 20,8 % in 1992 naar 34,2 % in 1993. Het aandeel van de uitvoer in de totale omzet daalde van 79,2 % in 1992 naar 65,8 % in 1993. De cijfers die betrekking hebben op het aantal ondernemingen en op de tewerkstelling zijn RSZ-gegevens. Door de omschakeling van de
8
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
3 2.4.2
Nace naar de Nace Bel-nomenclatuur op 01.01.93 zijn de gegevens m.b.t. de ondernemingen vanaf 1993 niet meer vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Voor de tewerkstelling werd de reeks herberekend. Deze cijfers zijn een schatting.
Productie en toegevoegde waarde Index productie en toegevoegde waarde textiel (basis 1990 = 100) Bron: NIS Jaar 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995
Productie-index 99,7 95,1 81,0 90,8 79,7 76,1 81,9 85,2 82,6 82,0 87,9 88,3 88,3 90,5 89,7 90,9 94,3 100,0 88,1 94,3 84,5 85,4 80,3
Index toegevoegde waarde 74 69 54 66 58 57 65 70 72 66 76 73 75 83 85 83 98 100 97 100 99 100
De productie-index voor 1995 is slechts een schatting. de De textiel- en kledingnijverheid komt op een 4 plaats tussen de andere nijverheidssectoren voor wat betreft het creëren van toegevoegde waarde: 6 % van de toegevoegde waarde in de bewerkende en verwerkende nijverheid, in absolute termen komt dit neer op een toegevoegde waarde van ca 100 miljard BEF. 2.4.3
Buitenlandse handel textiel / confectie De onderstaande tabel geeft de evolutie van de uitvoer van textiel en confectie (in miljard BEF) weer. Bron: NIS Jaar 1973 1974 1975 1976 1977
Uitvoer textiel 81,112 90,485 83,550 97,343 99,360
Uitvoer confectie 17,477
Textiel + confectie 98,589 90,485 83,550 97,343 99,360
9
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994
2.4.4
99,115 107,170 119,860 127,211 140,932 161,292 189,072 199,875 192,939 193,586 205,916 232,776 236,860 239,094 231,996 240,723 257,164
21,238
120;353 107,170 143,959 127,211 169,047 191,508 222,385 233,898 229,581 232,971 242,594 275,678 288,500 295,157 289,229 293,473 305,916
24,099 28,115 30,216 33,313 34,023 36,642 39,385 36,678 42,902 51,640 56,063 57,233 52,750 48,752
Handelsbalans Handelsbalans textiel (in miljard BEF) Bron: NIS Jaar 1990 1991 1992 1993 1994
2.4.5
Uitvoer textiel 236,860 239,094 231,996 240,723 257,164
Invoer textiel 183,659 186,385 180,409 166,210 185,475
Saldo 53,201 52,709 51,587 74,513 71,689
Uitvoer naar bestemming Geografische structuur uitvoer textiel- en confectieproducten naar de wereld (in miljard BEF) Bron: NIS
Wereld EU-landen West-Europa Oost-Europa Azië Afrika Noord-Amerika Latijns Amerika Oceanië
Textiel 257,164 195,116 12,314 15,844 14,079 9,670 7,165 1,997 0,979
Confectie 48,752 44,390 1,381 0,994 0,502 1,139 0,282 0,042 0,019
Textiel + Confectie 305,916 239,507 13,695 16,838 14,581 10,809 7,447 2,039 0,998
10
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Geografische structuur uitvoer textiel- en confectieproducten binnen de EU (in miljard BEF - jaar 1994) Bron: NIS-Douanestatistieken EUR 12 Duitsland Frankrijk Nederland Verenigd Koninkrijk Italië Spanje Portugal Denemarken Griekenland Ierland
2.4.6
Textiel + Confectie 69,317 68,103 41,521 32,430 12,275 5,914 3,731 2,770 1,841 1,603
Investeringen Sinds 1980 hebben de textielondernemingen voor 190,6 miljard BEF geïnvesteerd, voornamelijk in nieuwe machines. Deze investeringsinspanningen zijn trouwens het meest intens geweest tijdens de jongste jaren, met als uitschieter 1989 en 1994 toen voor 15,8 miljard BEF werd geïnvesteerd. Even ter vergelijking: In de jaren 1973-1981 bedroegen de investeringen in de textielsector ca. 44 miljard BEF, twee en een half keer minder dan in de even lange periode 1982-1990, hetgeen wijst op het historisch hoge investeringspijl dat de jongste jaren in de textielnijverheid werd bereikt.
2.5
Tewerkstelling in de textiel- en kledingsector In een tijdsspanne van twintig jaar, namelijk tussen 1973 en 1994 heeft de textiel- en confectienijverheid een algehele grondige verandering en vernieuwing doorgemaakt. Het is daarbij opmerkelijk te kunnen vaststellen dat de textiel- en confectieondernemingen al de beschikbare middelen (zowel menselijke als financiele) hebben ingezet om: - de meest performante afdelingen verder uit te bouwen - een heroriëntatie van de productie af te stemmen op de subsectoren die het meest succesvol bleken - over te gaan tot rationalisatie en verbetering in de productie-, marketingen beheerstechnieken. Deze herstructurering werd in niet onbelangrijke mate mogelijk gemaakt door de middelen afkomstig uit het ‘Textielplan’ (periode 1980-1985, deels verlengd tot 1989). Zoals elke gezondmaking, is ook deze van de textielnijverheid gepaard gegaan met een aantal pijnlijke gevolgen. Het aantal ondernemingen daalde en de tewerkstelling nam eveneens af zoals blijkt uit onderstaande cijfers. De onderstaande tabel is reeds een herberekening van de tewerkstellingscijfers volgens de nieuwe Nace Bel-nomenclatuur, zodat opnieuw een continu vergelijkbare reeks ontstaat. Het cijfer voor 1995 is slechts een schatting.
11
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Evolutie van de tewerkstelling in de textiel en confectie Bron: CRB/RSZ per 30/06 Jaar 1973 1978 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995
Textiel 112.019 77.349 70.289 66.319 63.107 63.047 64.438 64.713 63.033 61.139 59.991 60.329 59.227 57.414 54.950 50.945 49.573 46.599
Confectie 82.407 52.002 45.957 41.566 39.319 38.445 39.319 36.486 35.453 34.257 33.170 31.763 30.815 29.104 26.658 23.509 20.560
Textiel + confectie 194.426 129.351 116.255 107.885 102.426 101.492 102.104 101.192 98.486 95.396 93.161 92.092 90.042 86.518 81.608 74.454 70.133
Aandeel van de provincies en gewesten in het totaal aantal in de textiel tewerkgestelde werknemers per 30.06 (in %) Antwerpen Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Henegouwen Luik Limburg Luxemburg Namen Vlaanderen Wallonië Brussel Hoofdstad Het Rijk
% 1994 2,40 2,10 42,60 38,10 9,30 2,90 2,60 0,09 0,03 86,80 12,50 0,70 100,00
Pers. 1994 1.189 1.027 21.096 18.895 4.611 1.420 1.275 47 13 43.037 6.203 333 49.573
12
2.6
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Arbeidskostenvergelijking Werner International Inc. maakt jaarlijks een arbeidskostenvergelijking op. De onderstaande tabel geeft de kosten weer van één uur arbeid in de textielnijverheid. USA = index 100 Land Japan Zwitserland België Denemarken Nederland West-Duitsland Oost-Duitsland Italië Frankrijk USA Ierland Groot-Brittanië Spanje Taïwan Portugal Tunesië Turkije Tsjechië China Pakistan
Index arbeidskost 1994 215 214 194 185 183 175 138 132 129 100 93 90 72 50 34 25 19 13 4 4
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
3
13
TEXTIEL, EEN INDUSTRIE MET TOEKOMST
De vernieuwing van het productieapparaat tijdens de laatste jaren stelt de textielindustrie momenteel in staat met de meest geavanceerde machines op een efficiënte, economische en concurrentiële manier hoogwaardige producten te fabriceren. Daarbij hebben de bedrijven zich zo omgevormd dat ze naast de klassieke toepassingen, waarbij vooral grondstoffen en/of intermediaire stoffen omgevormd, of verwerkt worden tot textiel door de kledingssector, eveneens veel andere producten en hightechmaterialen produceren. Naast tapijt, waarvan 90 % van de productie geëxporteerd wordt en waarvoor Vlaanderen de grootste producent van Europa is, bestaan ook andere interieurtextielspecialiteiten: meubel-, decoratiestoffen, huishoudlinnen, matrastijk, dekens, dekbedden en passementerie. Technisch textiel vindt ook meer en meer toepassing in wegen- en waterwerken, tuinbouw, defensie en visvangst, in de verpakkingsindustrie, de transport- en medische sector, voor veiligheidsdoeleinden en bescherming. Het spreekwoord indachtig: “het donkerste uur van de nacht is één uur voor het opgaan van de zon”, kan men gerust stellen dat er inderdaad nog een toekomst is voor onze textielindustrie. Onze industrie is jong, dynamisch, toekomstgericht, gegroeid rond jarenlang opgebouwde knowhow met een hoge toegevoegde waarde via een kapitaalintensief en hoogtechnologisch productieapparaat. Onze textielindustrie opereert binnen de grootste economische markt en in de nabijheid van de grootste toeleveringsbedrijven zoals de chemische industrie en machineconstructeurs. Zij steunt vooral op bedrijfsleiders en medewerkers die nog geloven in de toekomst en bovendien op twee belangrijke goed uitgebouwde pijlers, namelijk het onderzoek en het textielonderwijs. Hooggeschoolde jongeren met een degelijke textielvorming, die de nodige creativiteit en flexibiliteit hebben, vinden dan ook gemakkelijk een job, hetzij in de textielindustrie zelf, hetzij in de toeleveringsbedrijven of hun vertegenwoordiging, zowel in de zuiver technologische als in de technisch-commerciële richting. Om de belangstelling van de jongeren voor het textielonderwijs te intensifiëren is in 1995 de start gegeven aan een voortgezette dagopleiding, gegeven in avondformule, namelijk “Productontwikkeling en –beheer in de Textielindustrie”. Dit postgraduaat, gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid, is een initiatief van de Hogeschool Gent in samenwerking met het Henry van de Velde Instituut. Deze opleiding heeft de bedoeling aan de afgestudeerden de mogelijkheid te bieden hun basisdiploma, gestoeld op technische en technologische kennis, aan te vullen, waardoor de mogelijkheid wordt geschapen technische intelligentie te koppelen aan creatieve oplossingen. Tevens is tot de oprichting overgegaan van een Technologisch opleidingscentrum ten behoeve van de verdere opleiding (theoretische, praktische) van werknemers uit de textielindustrie en aanverwante sectoren. Hiervoor werd in samenwerking met diverse partners, in de laboratoria van de Hogeschool, een moderne infrastructuur uitgebouwd die een kopie is van de industriële realiteit. Dit kan alleen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen.
14
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
4
4.1
SITUERING VAN DE BEROEPEN IN DE TEXTIELSECTOR
Type Organisatie De verschillende beroepen in de textielsector situeren zich grotendeels binnen de klassieke afdelingen en functies in een doorsnee textielbedrijf. In mindere mate bekleden de gegradueerden textiel een functie binnen de industriële bedrijven die grondstoffen, chemicaliën, machines, systemen e.d. toeleveren aan textielbedrijven alsook in industriële bedrijven die gebruiker zijn van textielproducten zoals confectiebedrijven, industriële wasserijen, wasmiddelenproducenten e.d.. Weinig talrijk, maar toch bestaand, zijn de functies in de openbare diensten, het onderwijs, het onderzoek en de dienstensector.
4.2
Doorsnee textielbedrijf Om van grondstof tot (half)afgewerkt textielproduct te komen, zijn diverse bewerkingen nodig. Hieronder volgt een textielflow (ruw - klassiek schema) van de mogelijke opeenvolgingen van textielbewerkingen. grondstoffen
verven/ veredelen
non-woven spinnen
verven/ veredelen
weven
tuften
verven/ veredelen
textielproduct
breien
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
15
Hiermede stemmen een aantal afdelingen overeen: - de ontwerpafdeling - het magazijn in- en output - de productieafdeling - de laboratoria - de staffuncties, ondersteuning en leiding. 4.2.1
De ontwerpafdeling -
4.2.2
Het magazijn (in- en output) -
4.2.3
magazijnverantwoordelijke.
De productieafdeling -
4.2.4
verantwoordelijke technische uitvoering ontwerpen technisch uitvoerder textielontwerpen ontwikkelingscoördinator.
arbeiders of productiemedewerkers technici (monteurs, installateurs) chef / meestergast ploegoverste, ploegleider assistent afdelingsoverste afdelingsoverste.
De laboratoria -
laborant laboverantwoordelijke.
4.2.5 De staffuncties, logistieke ondersteuning en leiding Leidinggevenden - productiedirecteur. Productieondersteuning - kwaliteitscontrole - onderhoudstechnici, monteurs, installateurs. Productievoorbereiding - aankoper grondstoffen - productieplanner - arbeidsanalist. Stafdiensten - marketing - technisch commercieel medewerker - kostprijscalculatie - bedrijfsadministratie / facturering - Kwaliteitsverantwoordelijke. Een aantal van die beroepen zijn niet van bij de start toegankelijk voor een gegradueerde textiel in een groot bedrijf. In een klein textielbedrijf zal een gegradueerde een meer verantwoordelijke, een hogere functie kunnen uit-
16
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
oefenen dan in bijvoorbeeld een multinationaal bedrijf. Een gegradueerde zal meestal starten in een bepaalde (lage) functie om dan na verloop van tijd te promoveren naar hogere verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld een laborant wordt kwaliteitsverantwoordelijke en later ontwikkelingscoördinator.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
5
17
DE BEROEPEN IN DE TEXTIELSECTOR
In de vergadering van dinsdag 2 oktober 1996 is er unanimiteit bij de vertegenwoordigers van de Textielindustrie om de Textielsector in twee grote subsectoren in te delen, de TEXTIELVEREDELING en de TEXTIELFABRICAGE, die heel wat gemeenschappelijke kenmerken hebben maar toch eigen specificiteiten. De TEXTIELVEREDELING omvat het BLEKEN, het VERVEN, het BEDRUKKEN en het APPRETEREN van textielmateriaal, vervaardigd in de TEXTIELFABRICAGE door het SPINNEN, het WEVEN, het TUFTEN of het BREIEN. Het staat dan ook vast dat de afgestudeerde Gegradueerde Textiel steeds in die sector zal tewerkgesteld worden die overeenstemt met de gevolgde specialisatie tijdens de opleiding. In bepaalde van de hierboven opgesomde afdelingen en de daarbijbehorende beroepen dient dan ook dit onderscheid gemaakt te worden. Dit geldt in de eerste plaats voor de PRODUCTIEAFDELING, de LABORATORIA en de ONTWERPAFDELING. De beroepen die specifiek met de productie te maken hebben zijn: - productiechef, productieleider - afdelingsoverste - ploegoverste, werkleider, meestergast - productiemedewerkers, arbeiders - laborant. Elk van die beroepen wordt uitgeoefend in de veredelingsafdelingen en in de fabricageafdelingen. Grosso modo kan men stellen dat volgende diploma’s vereist zijn voor onderstaande functies: - productiemedewerkers; meestergast: A2 Textiel, startfunctie gegradueerde - Werkleider, Ploegoverste; Gegradueerde Textiel - Afdelingsoverste: Gegradueerde Textiel, startfunctie Industrieel Ingenieur - Laborant: Gegradueerde Textiel / Industrieel Ingenieur Textiel. De beroepen die eveneens een specifieke textielkennis vereisen zijn te situeren in de ontwerpafdeling en de productontwikkeling: - verantwoordelijke technische uitvoering ontwerpen (CAD/CAM) - weven - drukken - productontwikkelaar. Een derde groep beroepen heeft een vakoverschrijdend karakter. Voor het uitoefenen ervan in de Textielsector zal een degelijke basis van textiel een onbetwist hulpmiddel vormen. Maken hiervan deel uit, de volgende beroepen: Kwaliteitsverantwoordelijke Productieplanner Arbeidsanalist Aankoper grondstoffen Technisch commercieel medewerker
18
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Opleidingsverantwoordelijke Marketing / Kostprijsberekening Bedrijfsadministratie. In eerste instantie gaan we ons nu, op voorstel van de vertegenwoordiger van de Vlor, toespitsen op de meer specifieke textielberoepen die in verband staan met de FABRICAGE, het VEREDELEN en het ONTWERPEN van textielmateriaal in al zijn verscheidenheid.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
6
19
DE BEROEPEN AANSLUITEND OP HOGER ONDERWIJS
Voor elk van de opgesomde beroepen zijn die gegevens en uitspraken verzameld die aangeven welk opleidingsniveau er nodig en verwacht is. Specifiek voor de gegradueerde textiel is de enquête, doorgevoerd in 1994, naar de plaatsing van onze afgestudeerden in de beroepswereld, een waardevol gegeven. De beroepen waarvan hier sprake zijn van het niveau 3 en 4 van het Europese SEDOC-systeem. -
niveau 3: een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd en/of ook andere verantwoordelijkheden omvat, zoals leiding en coördinatie. niveau 4: een kwalificatie die het mogelijk maakt op autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheden op te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer.
20
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
7
BEGRIPPENKADER I.V.M. BEROEPSPROFIEL
In overeenstemming met de richtlijnen van de Vlor worden volgende begrippen gebruikt. Beroepsprofiel: een geordende opsomming van taken, die doorgaans in een beroep of functie worden uitgevoerd en de kwaliteitsstandaarden en vereiste kwalificaties die daarvoor gelden. Beroepsprofielen situeren zich op het niveau van de sector en ruimer. Functieprofielen: houden rekening met de interne beleidsvoering, de bedrijfsorganisatie en de beoogde veranderingen. Functieprofielen situeren zich op het niveau van het bedrijf. Opleidingsprofiel: een gestructureerde keuze van kennis, vaardigheden en attitudes om de beginnende beroepsbeoefenaar of de doorstromer naar vervolgonderwijs in staat te stellen taken, beroepstaken en/of studietaken op een gegeven beheersingsniveau uit te voeren.
21
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
8
DE BEROEPSPROFIELEN
De beroepsprofielen zijn opgesteld volgens de richtlijnen van de volledige bundel DVO-publicatie: “Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen”. -
Beroep: benaming van het beroep Benaming: verduidelijking van de benaming, andere benamingen Globale omschrijving: definities en vastleggen van de betreffende beroepstaken Opleidingsvereisten en beroepservaring Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving: meer omstandige beschrijving van de taakinhouden Arbeidsomstandigheden: omschrijving van de omgevingsvoorwaarden waarin de opdracht dient te worden vervuld Kennis: specifieke kennis die verwacht wordt om de vermelde taken te vervullen Beroepshoudingen of attitudes: opsomming van de bijhorende gewenste beroepshoudingen.
Volgens de indeling zijn de textielberoepsprofielen opgesteld voor de geselecteerde beroepen die relevant aansluiten bij de graduaatopleidingen zoals vermeld in punt 5.
8.1
Beroepen rechtstreeks i.v.m. de productie
8.1.1
Productiemedewerker / meestergast Gezien het hier om een startfunctie gaat en dit zich niet zo frequent voordoet, gaan we niet over tot de beschrijving van de functie van arbeider.
8.1.2
Ploegoverste textielveredeling Benaming Ploegverantwoordelijke, werkleider. Globale beschrijving De ploegoverste veredeling organiseert de dagelijkse werkregeling en controleert de productie in een specifieke afdeling. Bij afwezigheid van de afdelingsoverste zal hij de leiding van de ververij, de blekerij… waarnemen. Opleidingsvereisten Gegradueerde TEXTIEL specialiteit VEREDELING. Beschrijving van de Beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefuncties met de daarbij behorende deelfuncties en taken.
22
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Organisatie - werkverdeling regelen onder de ververs, drukkers, appreteerders… - programmatie van de procesbesturing op de automatische verfapparaten, bleek- en wasmachines - planning opstellen van de verflijnen, druklijnen, bleeklijnen bij afwezigheid van de afdelingsoverste. Controle - opvolging van stalen, dringende verfpassen - opvolging bij ingebruikname van nieuwe machines - controle van het machinepark naar rendement, kwaliteit en functioneren - controle van de afgewerkte goederen vooraleer ze de afdeling verlaten. Diagnose/herstelling/onderhoud - regelmatig onderhoud van machines en materieel doorvoeren - bij storingen aan de machines naar oplossingen zoeken in samenspraak met de arbeiders (ververs, drukkers…), mecaniciens, elektriciens - bij fouten in de geproduceerde textielwaar de oorzaken opsporen en remediëren. Voorbereiding - coördinatie tussen de blekerij, de ververij, de drukkerij, de confectieafdeling. Interventie - EHBO Reproductieve informatieverwerking - kwaliteitshandboeken: wijzigingen of aanvullingen invoeren - uitschrijven verffiches - ingeven in computerdatabank. Bediening - staalvervingen klaarmaken voor verzending. Goederenbehandeling - inventarisopname productenvoorraad. Arbeidsomstandigheden Verblijf in werkplaatsen, waarbij er blootstelling is aan stofontwikkeling, geurhinder en lawaai. Kennis Opdeling in algemene en textielspecifieke kennis. Algemene kennis -
Op technisch gebied basisbegrippen van mechanica, elektronica, pneumatica, hydraulica grondige kennis van de chemie i.v.m. textiel – textielchemie kennis van informatica en tekstverwerking / spreadsheets.
-
Op taalkundig gebied noties van Frans, Duits en Engels – in staat zijn teksten te begrijpen
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
-
23
Op gebied van veiligheid – milieu – kwaliteit noties van veiligheid, kwaliteit, milieuzorgsystemen noties van arbeidsanalyse en logistiek beschikken over de nodige communicatieve vaardigheden om leiding te geven aan de operatoren en om een beperkte vergadering te leiden.
Textielspecifieke kennis Opdeling in productgebonden kennis, productiegebonden kennis en kwaliteitszorg. -
Productgebonden kennis vezelkennis, noties van bindingsleer- en karakteristieken van textielmaterialen kennis van textielproducten en textielhulpmiddelen -zoals kleurstoffen, appretuurmiddelen, drukpasta’s, detergenten, dispergeermiddelen, e.a.
-
Productiegebonden kennis grondige kennis van machines en automatische doseerinstallaties met betrekking tot de voorbehandeling, het verven, het bedrukken, het appreteren, de coating en het lamineren volgens zowel discontinue, semi-continue als continue procédés grondige kennis van de toegepaste informatica (CAM) met betrekking tot het opstellen van verf-, druk- of appretuurrecepten grondige kennis van de automatisering i.v.m. het instellen, het besturen van de computergestuurde installaties voor het verven, het bedrukken, het appreteren enerzijds en i.v.m. de monitoring en de bijsturing van het productieproces anderzijds.
-
Kwaliteitszorg kennis i.v.m. ingangs-, tussen- en eindcontroles op textielmateriaal onder de vorm van vezels, garens, weefsel en breigoederen alsook op alle textielproducten en textielhulpmiddelen kennis van ingangs-, tussen-, en eindstaalname.
Beroepshoudingen ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
flexibiliteit accuratesse organisatievermogen doorzettingsvermogen resultaatgerichtheid zin voor teamwork veiligheids- en milieubewustzijn.
24
8.1.3
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Ploegoverste fabricage Benaming Ploegleider, werkleider. Globale beschrijving De ploegoverste zal met het ter beschikking zijnde personeel op een veilige manier de beste productieresultaten proberen te bereiken zowel op kwalitatief, als kwantitatief niveau. Hij zorgt ervoor dat het bestaande machinepark zo efficiënt mogelijk functioneert door preventief onderhoud en snelle herstellingen. Opleidingsvereisten Gegradueerde TEXTIEL specialisatie SPINNEN, WEVEN, BREIEN. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefunctie, deelfuncties, taken. Organisatie - van het dagelijks werk van de arbeiders van zijn ploeg - noteert per functie de afwezigheden - regelt de personeelsbezetting bij afwezigheid van zijn overste - volgt de evolutie van het werk op en indien nodig stuurt hij bij (aan de hand van monitoringrapporten) - zorgt voor een normale werkbelasting bij de arbeiders (vb. getouwenregelaars). Controle - controleert de machines bij het opstarten en na het stalen - controleert de weefsels op gebied van kwaliteit en doet metingen in verband met kwaliteit - staat in voor orde, netheid, veiligheid en stiptheid binnen zijn ploeg. Educatie - zorgt voor de goede integratie van nieuwe arbeiders. Samenwerking - rapporteert bij ploegenwisseling aan zijn collega-opvolger en aan de afdelingsoverste - onderhoudt contacten met kwaliteitsdienst, preparatie en planning - woont de kwaliteitsvergaderingen bij. Diagnose/herstelling/onderhoud - houdt zich persoonlijk bezig met abnormale storingen - voert technische aanpassingen uit voor kwaliteitsverbetering - houdt een permanente voorraad aan wisselstukken bij - opmaken van herstellingsaanvraag en bestelbons voor wisselstukken. Verzorging/interventie - zorgt voor verzorging en bijstand bij arbeidsongevallen
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
-
25
is buiten de gewone diensturen verantwoordelijk bij brand.
Arbeidsomstandigheden Verblijf in werkplaatsen – geurhinder, lawaai, trillingen, stofontwikkeling. Kennis Opdeling in algemene en textielspecifieke kennis. Algemene kennis -
onderscheid met ploegoverste textielveredeling: op technisch gebied: grondige begrippen van mechanica, elektronica, pneumatica, hydraulica; basisbegrippen van de chemie i.v.m. textiel – textielchemie.
Textielspecifieke kennis -
Productgebonden grondige kennis van vezels, bindingsleer en de karakteristieken van geweven, gebreid en getuft textielmateriaal kennis van spinoliën, ensimage- en sterkmiddelen.
-
Productiegebonden grondige kennis van machines en installaties met de betrekking tot spinnen, extrusie, weven (plat, jacquard, tapijt) tuften, breien (vlak, rond, ketting) en non woven grondige kennis van toegepaste informatica (cad/cam) met betrekking tot het ontwerpen van weefsels, breisels en tapijten grondige kennis van automatisering i.v.m. het instellen en besturen van machines en installaties de monitoring en de bijsturing van het productieproces.
-
Kwaliteitszorg kennis van ingangs-, tussen- en eindstaalname kennis i.v.m. ingangs-, tussen- en eindcontroles op vezels, garens, weefsel en breigoederen.
Beroepshoudingen ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
accuratesse doorzettingsvermogen flexibiliteit organisatievermogen veiligheids- en milieubewustzijn resultaatgerichtheid zin voor teamwork.
26
8.1.4
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Afdelingsoverste textielveredeling Benaming Afdelingverantwoordelijke. Globale beschrijving De afdelingsoverste organiseert en controleert de productieactiviteit van zijn afdeling (ververij, drukkerij, e.a.). Hij stelt zich tot doel zowel kwalitatief als kwantitatief de vooropgestelde normen te bereiken en een gezonde werksfeer in zijn afdeling te bewerkstelligen. Opleidingsvereisten Gegradueerde Textiel, Specialisatie Veredeling. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefuncties met de daarbij behorende deelfuncties en taken. Bedrijfsbeleid - voorbereiden en opstellen van het productiebudget en daarbijbehorende personeelsbezetting ten behoeve van de productieleider. Bedrijfsbeheer - organisatie van de taken van zijn administratief personeel. Voorstudie - opstellen van tijdsorganisatie en technische studies van de afdeling ten behoeve van de productieleider. Inkoop/aankoop - periodieke voorraadopnames van textielproducten en hulpmiddelen om tijdig bestellingen te kunnen plaatsen - bestellen van benodigde wisselstukken, onderhoudswerken. Organisatie - van het verven, appreteren, e.a. van de door de planning gevraagde hoeveelheid binnen de overeengekomen termijn - van een optimale personeelsbezetting naar aantal, vakkennis, opleiding, motivatie en ingesteldheid - van een regelmatig onderhoud van machines en materieel - van een evenwichtige werkverdeling in de afdeling resulterend in een gezonde werksfeer. Controle - van de correcte uitvoering van het voorkomingbeleid inzake orde en netheid in de afdeling - van de juiste implementatie van het kwaliteitsborgingsysteem in overeenstemming met het door de bedrijfsleiding goedgekeurd kwaliteitsbeleid.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
27
Educatie - zorgen voor de integratie en opleiding van nieuw personeel. Voorbereiding - coördineren van de productiestromen in de afdeling in overeenstemming met de productspecificaties, volgens het vooropgestelde planningsschema en subsidiair volgens afspraak met de verkoopverantwoordelijke. Samenwerking/communicatie - woont de vergaderingen bij van de afdelingsoversten van de verschillende afdelingen in het bedrijf - onderhoud een regelmatige communicatie met de interne afdelingen om een vlotte samenwerking mogelijk te maken - rapporteert aan de productieleider (coördinator). Informatieverwerking - opmaken maandelijks van een statische rapportering betreffende productievolumes, productiviteit en kwaliteit & kosten. Research - doet staalvervingen, bedrukkingen, e.a. in het kader van technische verbeteringen - doet proeven met nieuwe producten. Arbeidsomstandigheden beperkt verblijf in werkplaatsen, overwegend bureelwerk. Kennis Opdeling in algemene en textielspecifieke kennis. Algemene kennis -
Op technisch gebied analoog met ploegoverste veredeling.
-
Op taalkundig gebied grondige, actieve talenkennis van Frans, Duits en Engels grondige kennis van veiligheid – milieu - kwaliteit gericht naar management kennis van juridische aspecten en milieuzorgsystemen grondige kennis van arbeidsanalyse (industrial engineering, logistiek, kostprijsberekening & budgettering) beschikken over de nodige communicatieve vaardigheden in staat zijn hiërarchisch leiding te geven, vergaderingen te leiden en uitgebreide schriftelijke rapportering te geven.
Textielspecifieke kennis Analoog met ploegoverste veredeling. Beroepshoudingen ➢
doorzettingsvermogen
28
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
8.1.5
flexibiliteit omgaan met stress resultaatgerichtheid veiligheids- en milieubewustzijn zin voor initiatief aandacht voor competentieontplooiing beslissingsvermogen organisatievermogen.
Afdelingsoverste fabricage (spinnen, weven, breien) Benaming Afdelingsverantwoordelijke, afdelingsoverste. Globale beschrijving -
de afdelingsoverste spinnerij organiseert en controleert de productieactiviteit spinnen, dubbelen en twijnen de afdelingsoverste weverij verzekert op de meest efficiënte manier de kwalitatief en kwantitatief best mogelijke productie bij de inslagverzorging, de weverij en de stukkencontrole de afdelingsoverste breierij organiseert en coördineert de productieactiviteiten van de breierij en controleert de kwaliteit van de in de loomveredeling geappreteerde stukken.
Hij is verantwoordelijk voor de dagelijkse werking van zijn afdeling en voor het afleveren van de goederen binnen de door de centrale planning gevraagde termijnen. Hij is tevens verantwoordelijk voor het op peil houden van de technische en technologische noodwendigheden en ontwikkelingen verbonden aan de respectievelijke activiteiten. Opleidingsvereisten Gegradueerde textiel, specialisatie spinnen, weven, breien. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakomschrijving Organisatie/controle - afdelingsoverste weverij staat in voor het dagelijkse werkverloop in de inslagvoorziening, de weverij (door middel van loommonitoring) en stukkencontrole. Hij zorgt voor het bedrijfsklaar maken van de loommonitoring. Hij organiseert ook de onderhoudszaken in samenspraak met de productieleider weverijen - de afdelingsoverste spinnerij zorgt dat de door het spinnen, dubbelen en twijnen geproduceerde hoeveelheden voorradig zijn binnen de overeengekomen termijn. Bij afwezigheid van de coördinator voorbereiding neemt hij de taak over voor de goedkeuring en overgave van de binnengekomen garens en van de samenstelling van de katoenmenging
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
-
29
de afdelingsoverste breierij zorgt dat de vooropgestelde volumes binnen de kortst mogelijke tijd tegen de laagste kost geproduceerd worden in overeenstemming met de productspecificaties.
Ze zorgen allemaal voor: - een optimale personeelsbezetting naar aantal, vakkennis, opleiding, motivatie en ingesteldheid - het doen naleven van alle wetten en reglementeringen inzake veiligheid en milieu, gezondheid en hygiëne in de werkplaatsen volgens de voorschriften van het ARAB, in samenwerking met het diensthoofd veiligheid en de milieucoördinator - doorvoeren van procesverbeteringen ter bevorderen van kwaliteit, productiviteit, veiligheid en milieu - de juiste toepassing van het kwaliteitsborgingsysteem in overeenstemming met het door de bedrijfsleiding goedgekeurd kwaliteitsbeleid in weverij, spinnerij, breierij, in samenspraak met de kwaliteitsdienst. Ze zorgen allemaal voor: - het doorvoeren van de ingangscontrole van grondstoffen, hulpproducten en producten - de coördinatie van het voorraadbeheer van producten, hulpproducten en wisselstukken - de receptie van de binnengekomen goederen (producten, wisselstukken, machines). Bedrijfsbeheer - organisatie van de taken van zijn administratief personeel. Research - de afdelingsoverste houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op machinegebied - de afdelingsoverste gaat de permanente ontwikkelingen na van nieuwe producten en technologieën in verband met de productie van nieuwe vezeltypes, geweven en gebreide stoffen. Inkoop/aankoop - bestellen van het nodige materiaal voor zijn afdeling bij de aankoopdienst. Voorstudie/bedrijfsbeleid - opstellen van het jaarlijks productieplan op basis van de voorziene afzet, voor wat betreft: de nodige machinecapaciteit de personeelsbezetting en de werkorganisatie de grondstoffen, wisselstukken, energie e.a. in functie van de bestaande afdelingsstructuur - opstellen van een investeringsplan in geval van uitbreiding of vervangen of verbeteren van het bestaande machinepark - opstellen van het jaarlijks werkplan. Samenwerking/communicatie - houdt contacten met volgende diensten: de preparatie in verband met bevoorrading, kwaliteit en technische aspecten de kwaliteitsdienst de planning
30
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
-
de technische dienst de veiligheidsdienst de verkoopsafdeling de productontwikkeling woont vergaderingen bij van afdelingsoversten.
Informatieverwerking - rapporteren aan de productieleider. Arbeidsomstandigheden Verblijf in lawaaierige werkplaatsen met stofontwikkeling en trillingen. Kennis Opdeling in algemene en textielspecifieke kennis. Algemene kennis -
Op technisch gebied: analoog met ploegoverste fabricage.
-
Op taalkundig gebied: analoog met afdelingsoverste fabricage.
Textielspecifieke kennis Analoog met ploegoverste fabricage. Beroepshoudingen ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
8.1.6
doorzettingsvermogen flexibiliteit omgaan met stress organisatievermogen resultaatgerichtheid veiligheids- en milieubewustzijn zin voor initiatief aandacht voor competentieontplooiing beslissingsvermogen.
Productiedirecteur Deze functie wordt slechts bij uitzondering ingenomen door een gegradueerde textiel en wordt daarom niet opgenomen in deze bespreking.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
8.1.7
31
Laborant textielveredeling Benaming Laborant. Globale beschrijving De laborant textielveredeling voert testen en laboratoriumonderzoeken uit, in opdracht van de laboratoriumverantwoordelijke en in een geest van kwaliteitszorg. Opleidingsvereisten Gegradueerde Textiel, specialisatie Veredeling. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefuncties met de daarbij behorende deelfuncties en taakbeschrijvingen. Analyse - is verantwoordelijk voor: het uitvoeren van alle soorten veredelingsbewerkingen (bleken, verven, appreteren) op laboratoriumschaal op de verschillende textielmaterialen met diverse producten (verfstoffen, appreteermiddelen) het uitvoeren van kwalitatieve en kwantitatieve testen met behulp van alle soorten proef- en testapparatuur zoals bijvoorbeeld: het uitvoeren van echtheidsbepalingen op halfafgewerkte en afgewerkte producten het optimaliseren van verfrecepten voor staaluitvervingen en productievervingen - maakt gebruik van het kleurmetingsysteem voor het opstellen van verfrecepten en kleurcorrecties - doet laboratoriumonderzoek i.v.m. productieafwijkingen en zal aan de hand van de bekomen onderzoeksresultaten de nodige correcties formuleren. Controle - is verantwoordelijk voor: de ingangscontrole van grondstoffen en hulpstoffen i.v.m. fysische en chemische eigenschappen de analyse van proces- en ketelwater. Onderhoud - optimaal doen functioneren van de waterbehandelingsinstallatie voor de productie van het vereiste proceswater. Research - staat in voor het uittesten van nieuwe producten (verfstoffen, textielhulpmiddelen) en recepten voor de verschillende veredelingsafdelingen (blekerij, ververij, drukkerij, appretering) en het evalueren van de bekomen resultaten.
32
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Informatieverzameling - kan in het kader van onderzoek op nieuwe producten diverse literatuur en andere bronnen raadplegen en bijeenbrengen. Reproductieve informatieverwerking - is verantwoordelijk voor het rapporteren van de uitgevoerde testen aan de hand van cijfermateriaal en geschreven conclusies. Arbeidsomstandigheden Verblijf situeert zich hoofdzakelijk in het textiellaboratorium. Kennis Opdeling in algemene en textielspecifieke kennis. Algemene kennis -
noties technische kennis (textielchemie) kennis van informatica kennis van vreemde talen (Frans, Engels en Duits) om de werkwijze van normen te kunnen begrijpen en uit te voeren kennis van kwaliteits- en milieutechnische aspecten.
Textielspecifieke kennis - kennis van de verschillende textielvezels: hun karakteristieken, specifieke eigenschappen zowel fysisch als chemisch - kennis van de verschillende bindingen in een weefsel of tricot - kennis van de verschillende voorbehandelingsprocédés met de gebruikte chemicaliën, de fysische omstandigheden en de machines - kennis van de verschillende verfprocédés, gebruikte kleurstoffen, chemicaliën, hulpmiddelen en machines - kennis van de verschillende appreteerprocédés (mechanisch en chemisch) en machines - kennis van de gebruikte analysemethodes voor vezelbepaling, sterktemiddelbepaling, kleurstofbepaling, … - kennis van de normen voor de echtheden en fysieke kwaliteiten van garen en weefsels - kennis van de colorimetrie: basisprincipes en toepassingen. Kwaliteitszorg - uitvoeren van ingangs-, tussen- en eindcontroles volgens de voorgeschreven procedures - interpreteren van de resultaten en adviseren i.v.m. remediëring. Beroepshoudingen ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
accuratesse resultaatgerichtheid zelfstandigheid zin voor orde en netheid oplettendheid.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
8.1.8
33
Laborant fabricage (spinnerijlabo) Benaming Laborant. Globale beschrijving De laborant spinnerij staat de technische leiding bij voor het uitvoeren van de proeven en testen voor de keuring van garens. Opleidingsvereisten Gegradueerde textiel, specialisatie fabricage. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefunctie: CONTROLE Deelfunctie: is verantwoordelijk voor de uitvoering van de ingangscontrole van grondstoffen i.v.m. de fysische eigenschappen. Taken: - staat in voor de uitvoering van de controles op garens, wieken, linten en vezels - doet input van warp- en weefresultaten ter beoordeling van aangekochte garens. Typefunctie: DIAGNOSE Deelfunctie: evalueren van bekomen resultaten en het uitvoeren van de nodige correcties. Taak: - opzoeken van de productiegegevens van de stalen van de afgekeurde stukken ten behoeve van de coördinator voorbereiding. Typefunctie: ANALYSE Deelfunctie: het gebruik van alle soorten proef- en testapparaten. Reproductieve informatieverwerking - doet het klassement van laboratoriumrapporten - staat in voor het inlezen van de dagelijkse productie van de spinnerij. Goederenbehandeling - staat in voor de verzending van de onderzochte stalen - uitschrijven van de transportbons voor de verzending van garens van de afdeling spinnen en twijnen. Research - uittesten van nieuwe producten en recepten voor de sterkerij. Typefunctie: ONDERHOUD / HERSTELLING Deelfunctie: zorgen voor een optimale werking van de laboratoriumapparatuur. Taak: - staat in voor de ijking van de meettoestellen voor het uitvoeren van de fysische metingen.
34
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Arbeidsomstandigheden Verblijft het grootste deel van de werktijd in het laboratorium. Kennis Opdeling in algemene en textielspecifieke kennis. Algemene kennis -
noties technische kennis (mechanica, elektronica) kennis van informatica kennis van vreemde talen (Frans, Engels en Duits) om de werkwijze van normen te kunnen begrijpen en uit te voeren.
Textielspecifieke kennis -
kennis van de technieken voor de totstandkoming van een garen of weefsel en de verschillende machines kennis van verschillende textielvezels: hun karakteristieken, specifieke eigenschappen zowel fysisch als chemisch kennis van de verschillende bindingen in een weefsel of tricot kennis van de gebruikte analysemethodes voor vezelbepaling, sterktemiddelbepaling, kleurstofbepaling,... kennis van de normen voor de echtheden en fysieke kwaliteiten van garen en weefsels.
Kwaliteitszorg -
uitvoeren van ingangs-, tussen- en eindcontroles volgens de voorgeschreven procedures interpreteren van de resultaten en adviseren i.v.m. remediëring.
Beroepshoudingen ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
accuratesse oplettendheid resultaatgerichtheid zelfstandigheid zin voor orde en netheid.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
35
8.2
Beroepen i.v.m. ontwerpen van textiel en het ontwikkelen van nieuwe producten
8.2.1
Verantwoordelijke technische uitvoering ontwerpen Benaming CAD/CAM verantwoordelijke, designverantwoordelijke. Globale beschrijving De verantwoordelijke ontwerpen organiseert, coördineert en controleert de tijdige en juiste uitvoering van de goedgekeurde ontwerpen - tot karton of elektronische weefdiskette voor de weverij - tot sjablonen of films voor de drukkerij. Opleidingsvereisten Gegradueerde TEXTIEL, specialisatie VEREDELING of FABRICAGE. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefuncties met deelfuncties en taken. Organisatie - zorgt voor de werkverdeling onder de technische uitvoerders van ontwerpen - is verantwoordelijk voor het CAD/CAM systeem, hardware, software en de opgeslagen dessininformatie - bepaalt de manier waarop ontwerpen worden uitgevoerd en is verantwoordelijk voor de continue verbetering van deze systemen - is verantwoordelijk voor het bijhouden en actualiseren van het bindingsbestand en het dessinbestand - staat in voor het ontwikkelen van bindingspakketten op de CAD/CAM voor de weverij en van dessin- en kleurenbestand voor de drukkerij. - is verantwoordelijk voor de organisatie en juiste implementatie van het kwaliteitsborgingsysteem in zijn afdeling, in overeenstemming met het door de bedrijfsleiding goedgekeurd kwaliteitsbeleid - is verantwoordelijk voor de organisatie en juiste implementatie van het kwaliteitsborgingsysteem in zijn afdeling in overeenstemming met het door de bedrijfsleiding goedgekeurd kwaliteitsbeleid. Controle - helpt bij het opsporen en voorkomen van fouten m.b.t. de uitgevoerde ontwerpen. Research - volgt de mode en trendbeweging in de textielsector vooral op het gebied van weefselstructuren, bedrukkingen, kleuren en combinaties van kleuren en bindingen - volgt de evolutie van CAD-CAM systemen van toepassing op ontwerp en uitvoering van ontwerpen - bezoekt beurzen, voordrachten e.a. i.v.m. zijn taken.
36
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Advies - doet voorstellen aan de directeur productontwikkeling inzake nieuw toe te passen technieken die ten goede kunnen komen van het product en de efficiënte werking van de afdeling. Samenwerking/communicatie - is verantwoordelijk voor de vlotte samenwerking binnen de afdeling creatie en design - assisteert de rechtstreekse medewerkers bij de uitoefening van hun functie - kan ingeschakeld worden bij de opleiding van stagiairs en nieuwelingen. Arbeidsomstandigheden Bureelwerk, bezoekt beurzen, is aanwezig op voordrachten. Kennis Voldoende talenkennis die een goed begrip van systemen en technologieen verzekert en een vlotte communicatie (zowel gesproken als geschreven) mogelijk maakt. Kennis van CAD-CAM systemen. Voldoende kennis van het eigen productieproces (weverij en drukkerij) bijv. jacquard weven en rotatiefilmdruk. Grondige kennis van alle administratieve procedures die betrekking hebben op creatie. Grondige kennis van weefselstructuren, bindingen, bedrukkingen en de creatieve toepassing ervan teneinde aan de creatieve en de kwalitatieve marktwensen te voldoen. Kennis van kleurharmonie, kleurfilosofie, kleurthematiek. Combinatie kleur – materie – structuur. Kennis en interpretatievermogen van komende kleur- en modetrends. Beroepshoudingen ➢ organisatievermogen ➢ zin voor esthetiek – kunstzin – artistiek aanvoelen ➢ openheid voor alle stromingen binnen het vakgebied (leergierig) ➢ oplettendheid en accuratesse ➢ contactbereidheid: contact nodig tussen stylist, ontwerper en technicus ➢ zin voor samenwerking ➢ resultaatgerichtheid ➢ zin voor initiatief ➢ flexibiliteit.
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
8.2.2
37
Productontwikkelaars Benaming Ontwikkelingscoördinator. Globale beschrijving De productontwikkelaar staat in voor het ontwikkelen en het opvolgen van nieuwe kwaliteiten en nieuwe producten. Opleidingsvereisten Graduaat TEXTIEL, specialisatie TEXTIELVEREDELING of TEXTIELFABRICAGE. Beschrijving van de beroepsactiviteiten Taakbeschrijving Typefuncties met deelfuncties en taken. Organisatie - zorgt voor de correcte en tijdige uitvoering van de productontwikkelingproeven evenals de administratie hiervan tot en met de volledige afwerking - zorgt voor de correcte en tijdige uitvoering van laboratoriumtesten m.b.t. productontwikkeling en de inventarisatie van de testen. Controle - zorgt voor de toepassing van het kwaliteitsborgingsysteem binnen zijn verantwoordelijkheid. Creatie/informatieverzameling - zorgt voor de ontwikkeling van een nieuw product tegen beste prijskwaliteitverhouding - verzamelt de nodige informatie i.v.m. het doel, de bestemming, de afzetmogelijkheden, de vereiste kwaliteit en dan wordt een eerste ontwerp gesimuleerd met een CAD systeem - gaat na of het ontwerp goed bevonden wordt door de klant - → zo ja: dan wordt een staal gedaan in productie - → zo neen: dan vertrekt men opnieuw van bij het begin. Research/voorstudie - opvolgen en rapporteren van de mode- en trendevolutie in de textielsector waarbij speciale aandacht uitgaat naar ‘mogelijke’ nieuwe producten - doet evaluaties en test nieuwe technieken uit - bezoekt beurzen waar nuttig in het kader van productontwikkeling. - doet studies en onderzoek i.v.m. productontwikkeling. Advies - doet voorstellen voor de ontwikkeling van nieuwe producten die passen in de organisatorische, commerciële en/of technische sterkte van het bedrijf.
38
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
Samenwerking - zorgt voor de nodige steun aan de diverse afdelingen bij de introductie van de in productontwikkeling ontworpen nieuwe producten - onderhoudt een goede communicatie met de interne afdelingen om een vlotte samenwerking mogelijk te maken. Onderhandeling - onderhoudt externe contacten in direct verband met de toegewezen opdrachten - voert gesprekken met de klant met betrekking tot het te maken product. Arbeidsomstandigheden - werkt veel met de computer - doet studiewerk op het bureel - 1/3 van de tijd heeft hij interactie met derden - doet zakenreizen. Kennis Grondige kennis van het productieproces. Grondige kennis van alle administratieve procedures die betrekking hebben op creatie en productontwikkeling. Grondige kennis van textiel, zowel grondstoffen, producten als toepassingsmogelijkheden, die toelaat op efficiënte wijze aan productontwikkeling te doen. Kennis van DOS-CAD/CAMSYSTEEM. Kennis van talen: Duits, Engels en Frans. Kennis van alle mogelijke machines en hun principes. Kennis van textielchemie en laboratoriumonderzoeken. Beroepshoudingen ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
oplettendheid en accuratesse flexibiliteit kritische ingesteldheid organisatievermogen zin voor esthetiek zin voor initiatief resultaatgerichtheid beslissingsvermogen contactvaardigheid zin voor samenwerking.
39
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
9
BESLUIT
Na een laatste bespreking op 31 oktober 1996 van de voorliggende tekst wordt een voorstel van afsluitende tekst aan alle leden van de werkgroep bezorgd met de vraag schriftelijk hun goedkeuring te bevestigen en eventuele (in de regel beperkte) opmerkingen door te spelen. Deze kunnen dan nog opgenomen worden in de tekst die afgeleverd wordt aan de Vlor.
40
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
BIJLAGE 1
Lijst der Medewerkers Samenstelling van de werkgroep -
-
Vanwege de Hogeschool Gent
Dirk Theuns
Voorzitter Departementshoofd Technologie Hogeschool Gent Voskenslaan 270 9000 Gent tel.: 09/242 42 42 fax: 09/243 87 7
Irène Isselée
Opleidingscoördinator Textiel Hogeschool Gent
Kristien Temmerman
Geert De Smedt
Romain De Vreeze
Leerkrachten Textiel Hogeschool Gent
Vanwege de beroepsverenigingen
Michel Annaert
Adjunct Directeur COBOT-Bedienden Centrum voor opleiding, bij- en omscholing voor de bedienden van de textiel- en breigoednijverheid Burggravenlaan 10 9000 Gent tel.: 09/222 26 14 fax: 09/222 02 58
Michel Michiels
Directeur FEBELTEX Belgische textielfederatie Montoyerstraat 24 1000 Brussel tel.: 02/287 08 11 fax: 02/230 65 85
Marc Blomme
Adviseur FEBELTEX Belgische textielfederatie Montoyerstraat 24 1000 Brussel tel.: 02/287 08 11 fax: 02/230 65 85
41
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
-
Vanwege de Vlor
-
-
Willy Vermorgen
Vertegenwoordiger Vlaamse Onderwijsraad Leuvenseplein 4 1000 Brussel tel.: 02/219 42 99 fax: 02/219 81 18
Vanwege de textielindustrie
J. M. Roels
Hoofd Textiellabo Hoechst Belgium N.V. Dep. Textielkleurstoffen Ter Eecken 6 9700 Oudenaarde tel.: 055/33 00 21
N. Otten
Kwaliteitssysteembeheerder Bekaert Textiles N.V. Deerlijkseweg 22 8790 Waregem tel.: 056/62 41 11
B. Barrez
Ontwikkelingscoördinator Denderland Mart i n N.V. Nijverheidslaan 2/4 9803 Gijzegem/Aalst tel.: 053/77 55 10
P. Fortems
Aankoper grondstoffen Lee Europe N.V. Industriepark Noord 29 9100 Sint-Niklaas tel.: 03/780 06 11
T. Belon
Kwaliteitsauditor Lee Europe N.V. Industriepark Noord 29 9100 Sint-Niklaas tel.: 03/780 06 11
Vanwege de textielindustrie
J. Plasschaert
Y. Gillegot
Finishing engineer Lee Europe N.V. Industriepark Noord 29 9100 Sint-Niklaas tel.: 03/780 06 11
Laborant Ciba Geigy N.V. Industriepark Noordzone Noordkust 18 1720 Groot-Bijgaarden tel.: 02/467 07 47 K. Van den Meerschaut Werkleider ververij SANTENS N.V. Galgestraat 157 9700 Oudenaarde tel.: 055/ 31 22 91
42
BEROEPSPROFIEL TEXTIEL
BIJLAGE 2
Gebruikte bronnen Algemeen -
-
Brief van de Heer Minister (RHO/EXT/DOC/017) Beroepsprofiel – Inleidende Begrippen – 1993 DVO Cel Hoger Onderwijs Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs D. Vandenberghe Afdelingshoofd ISO 9000
Studie over situatie en evolutie van de Textielsector -
Voorstelling van de textielsector – COBOT 1995 Technisch Textiel – Febeltex 1995 Jaarverslag Belgische Textielnijverheid – Febeltex 1995 Textiel Industrie met toekomst – Febeltex 1995
Studies over situatie en evolutie van de opleidingen voor de textielsector -
De Industriële Hogeschool in het Hoger Textielonderwijs L. Claus Hoofd Studiebureau CTL – Juli 1986 Belangrijkste Primeurs aan de Hogeschool Gent M. Van Parys UNITEX 1996 Verslagen opleidingsdoorlichting Afdeling Textiel – Juni 1995
Bevraging van studenten en afgestudeerden -
Enquête i.v.m. de tewerkstelling van de afgestudeerden 1981-1994 door opleidingscoördinator I. Isselée – Maart 1995 Bevraging van de studenten van het graduaat Textiel Mei 1994