STUDIE 45 BEROEPSPROFIEL automecanicien
BEROEPSPROFIEL automecanicien (m/v)
sector : studiegebied : opleiding : beroep :
metaal-elektriciteit-kunststoffen industriële wetenschappen en technologie mechanica automechanica
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/34 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
INHOUD
1
2
3
4
INLEIDING
1
1.1
Opdracht - werkmethode
1
1.2
De opleiding tot gegradueerde in de mechanica - optie automechanica
1
1.3
Situering van de sector
2
OMSCHRIJVING VAN HET BEROEPENVELD EN DE TEWERKSTELLINGSSECTOREN
5
OMSCHRIJVING VAN TAKEN EN FUNCTIES DIE IN HET BEROEP WORDEN UITGEOEFEND
8
3.1
Taakgebieden en functies
8
3.2
Taakomschrijving van de gegradueerde in de mechanica – optie automechanica 8 3.2.1 Tewerkgesteld als technicus in herstellingswerkplaatsen van voertuigen 8 3.2.2 Tewerkgesteld als technicus in ombouw- en aanpassingsbedrijven van voertuigen 9 3.2.3 Tewerkgesteld als magazijnier 9 3.2.4 Tewerkgesteld in de technisch-commerciële dienst 9 3.2.5 Tewerkgesteld in het onderwijs 10 3.2.6 Tewerkgesteld in opleiding en training 10 3.2.7 Tewerkgesteld in keuringscentra voor motorvoertuigen 10 3.2.8 Tewerkgesteld in expertisesector 10 3.2.9 Tewerkgesteld in onderzoek en ontwikkeling 10
VEREISTE KENNIS, VAARDIGHEDEN & ATTITUDES
11
4.1
Gemeenschappelijke basiskennis
11
4.2
Algemene beroepsgerichte kennis
11
4.3
Algemene vaardigheden en attitudes
11
4.4
Beroepsgerichte kennis, attitudes en vaardigheden
12
5
BIBLIOGRAFIE
14
6
MEDEWERKERS
15
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
1
1.1
1
INLEIDING
Opdracht - werkmethode Op vraag van de minister van onderwijs werd in de schoot van de VLOR het overleg georganiseerd over de beroepsprofielen, de opleidingsprofielen en de basiscompetenties inzake de opleidingen en opties aan de hogescholen. Hiertoe werd voor elke opleiding een voorzitter aangesteld welke een werkgroep samenstelt, waarin bij voorkeur zowel vertegenwoordigers van de onderwijswereld als van de beroepswereld zetelen. Voor de opleiding mechanica van één cyclus vond de startvergadering plaats op 24/01/1996. Deze vergadering ging door voor de 2 opties: mechanica en automechanica. Bij de tweede vergadering op 06/02/1996 werd beslist om voor de opleiding mechanica - optie automechanica een aparte subwerkgroep te installeren. Men stelde immers vast dat het beroepsprofiel en de tewerkstellingssectoren van een gegradueerde mechanica optie automechanica doorgaans grondig verschilt van deze van de gegradueerde mechanica - optie mechanica. Deze subwerkgroep rondde na 5 vergaderingen, op 05/06/1996 haar werkzaamheden af wat betreft het beroepsprofiel van de gegradueerde in mechanica - optie automechanica. Bij de opstelling van het beroepsprofiel maakte de subwerkgroep dankbaar gebruik van enquêtes die de verschillende instituten reeds hielden onder hun afgestudeerden, alsmede van de getuigenissen van de vertegenwoordigers uit de beroepswereld.
1.2
De opleiding tot gegradueerde in de mechanica - optie automechanica De driejarige opleiding tot gegradueerde in de mechanica - optie automechanica wordt in Vlaanderen ingericht in drie hogescholen: − Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - departement Technologie Kardinaal Mercier Instituut - Brussel − Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen departement VHTI - Kortrijk − Karel de Grote-Hogeschool - departement industriële wetenschappen en technologie - Kortrijk Volgens het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap is het een opleiding van één cyclus en behoort ze tot het studiegebied industriële wetenschappen en technologie.
2
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
♦ Instroom Het aantal eerstejaarsstudenten vertoont een licht stijgende trend. Ongeveer 25% van de studenten wordt gerekruteerd uit het ASO: de overige studenten komen overwegend uit het TSO. ♦ Aantal eerstejaarsstudenten per academiejaar 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996
257 254 272 295 287 320
♦ Uitstroom De laatste vijf jaar studeerden gemiddeld 138 studenten per academiejaar af. ♦ Aantal afgestudeerden per jaar 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995 1995-1996
131 afgestudeerden 146 afgestudeerden 142 afgestudeerden 135 afgestudeerden 138 afgestudeerden
♦ Besluit Zowel wat betreft rekrutering als wat betreft jaarlijks aantal afgestudeerden is de opleiding heel stabiel. Een spectaculaire evolutie valt in de toekomst niet te verwachten.
1.3
Situering van de sector Hoewel België niet beschikt over een eigen automerk is ons land per hoofd van de bevolking de grootste autoproducent ter wereld. België produceert 12 wagens per 100 inwoners tegenover slechts 8 voor Japan en 7 voor Duitsland. Van de in België geproduceerde personenwagens is meer dan 98% bestemd voor uitvoer. In 1995 werden in België 1.171.551 wagens geassembleerd. Dit is een lichte daling t.o.v. 1994 (- 2,6% als men in eenheden rekent). Volgens Fabrimetal werkten eind 1995 in de automobielindustrie (producenten en toeleveranciers) 49.481 mensen. Naast deze industriële tak onderscheiden we ook de autodistributie enreparatiesector. Deze sector kenmerkt zich door een groot aantal economische operatoren met sterk verschillende functies: − verkoop en onderhoud van personen- en bedrijfswagens (autodealers, merkagenten en handelaars in occasievoertuigen) − autoschadereparatie − auto-onderdelendistributie − garageuitrusting − bandenspecialisten − motorenrevisiebedrijven − vul- en servicebedrijven − takel- en bergingsbedrijven − tweewielers − land- en tuinbouwmateriaal
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
3
− materieel voor burgerlijke bouwkunde − carwashbedrijven Volgens EDUCAM werken in deze sector 79.788 personen, waaronder 21.900 zelfstandigen en 57.888 loontrekkenden. De autoconstructeurs zijn historisch gezien steeds toonzetters geweest inzake de ontwikkeling en de implementatie van nieuwe technologieën. Dit heeft vanzelfsprekend ook grote gevolgen op de autodistributie- en reparatiesector. We sommen kort de meest relevante innovaties op. Vanzelfsprekend is het hier niet de plaats om gedetailleerd op deze ontwikkelingen in te gaan. ♦ De doorbraak van de elektronica In de eerste fase van de elektronica, aan het eind van de zestiger jaren, werden er eenvoudige mechanische en elektromechanische onderdelen (b.v. richtingaanwijzer, verdeler) vervangen door elektronica. In de tweede fase werden geheel nieuwe functies met behulp van elektronica gerealiseerd, b.v. benzine-inspuiting, ontsteking, antiblokkeersysteem (ABS). In de derde fase is de elektronica reeds een geïntegreerd bestanddeel bij de nieuwe ontwerpen voor motor- en aandrijvingsmanagement, b.v. transmissiebesturing, motorbesturing, chassisbesturing. De verdere ontwikkeling gaat in de richting van een optimalisering van het samenspel tussen auto en verkeer via elektronische geregelde systemen voor verkeersleiding en informatie. Momenteel bevindt de ontwikkeling van de auto-elektronica zich in de overgangsfase van 2 naar 3. ♦ Moderne test- en diagnosetechnieken Bij het veelsoortige test- en diagnosewerk in het automobielbedrijf staat de toepassing van microprocessorgestuurde testapparatuur voor de motordiagnose en de controle van elektronische automobielsystemen meer en meer op de voorgrond. ♦ Moderne smeermiddelen-technologieën ♦ Nieuwe materialen Het aandeel van kunststoffen in de auto is stijgend. De voordelen van deze materialen slaan op het gewicht, de carrosseriebestendigheid, de gemakkelijke vormbaarheid, de economische productie en betere bestendigheid. Daar deze verschillende materialen heel verschillende eigenschappen hebben, heeft dit grote gevolgen voor het recupereren van kunststofonderdelen. Het is nl. niet zo dat al deze onderdelen bij problemen systematisch vervangen worden. ♦ − − − −
Nieuwe informatiesystemen reparatiebegrotingen taxatie van tweedehands auto’s technische service-informatiesystemen nieuwe informatiesystemen - Audatex
De vereiste kennis en vaardigheden die voortspruiten uit deze technologische innovaties worden in veel gevallen doorgegeven door de automerken zelf via trainingen in eigen centra. Uit de casestudies wordt een polarisatie vastgesteld inzake vereiste kwalificaties. De diagnose van het probleem aan de wagen blijkt meer en meer de kerntaak te zijn. Deze kerntaak vereist technisch en algemeen inzicht, redeneervermogen en interpretatievermogen en moet dus worden uitgevoerd door gekwalificeerde medewerkers. Het eigenlijke herstel of vervanging van het defecte onder-
4
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
deel daarentegen is in feite vrij eenvoudig. Producenten proberen meer greep te krijgen op deze kerntaak via de ontwikkeling van interactieve diagnoseapparatuur. Op die manier wordt de diagnose meer gestandaardiseerd. Het werken met deze gesofistikeerde en dure diagnoseapparatuur vereist echter wel gemiddeld hoger geschoold personeel.
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
5
2
OMSCHRIJVING VAN HET BEROEPENVELD EN DE TEWERKSTELLINGSSECTOREN
De automobielindustrie is in België een belangrijke werkgever, van onderhoudswerkplaats tot assemblage. De onderstaande uiteenzetting is zowel van toepassing op personenwagens, vrachtwagens, motorfietsen, land- en tuinbouwvoertuigen, voertuigen burgerlijke bouwkunde enz. De afgestudeerden van het graduaat mechanica - optie automechanica zijn tewerkgesteld in bijna alle geledingen van deze sector en aanverwante sectoren. We denken hierbij dan onder andere aan: ♦ Fabrikanten en assemblagebedrijven Tewerkstelling rechtstreeks bij de fabrikant, dikwijls in de vormingsdienst waar zij de specifieke merktechnische opleiding voor hun rekening nemen. Deze opleidingen kunnen zowel nationaal als internationaal worden gegeven. Verder vindt men gegradueerden mechanica optie automechanica in de technische diensten van de fabrikant, waar ze worden ingezet als verantwoordelijke voor de garantiegevallen of als eindcontroleur van de productie. ♦ Invoerders Ook bij de invoerders vinden de afgestudeerden werk. We denken hier aan : − de homologatiedienst, waar ze verantwoordelijk zijn voor de controles en modificaties aan voertuigen, zoals bijvoorbeeld aan ambulances, brandweerwagens, enz. − de scholingsafdeling, waar ze belast zijn met de opleiding van de mecaniciens − de technische dienst van de invoerders, waar ze instaan voor het oplossen van bijzondere pannes en diverse storingen − de garantieafdeling, waar ze verantwoordelijk zijn voor het regelen van de garantiegevallen − voorraadbeheer en magazijnbeheer. Deze behelzen tegenwoordig meer dan "het gevuld houden van de rekken". Er is een visie op middellange en lange termijn voor nodig. Men merkt ook een permanente evolutie in het magazijnbeheer, waar de toegepaste informatica niet meer uit weg te denken is. Verder blijft een gegronde productkennis een conditio sine qua non. ♦ Concessiehouders (als werknemer of zelfstandige) De eigenaar en/of zaakvoerder van een concessie (vanaf ongeveer 15 werknemers) moet zowel op de hoogte zijn van de economische als technische aspecten van het garagebedrijf dat zelden nog een eenmansbedrijf is. Dit brengt met zich mee dat de zaakvoerder zowel een technisch-, financieel-, als human resources manager moet zijn. Verder dient hij goed op de hoogte te zijn van de wetgeving, onder andere inzake milieu. Deze taken groeien de afgestudeerden uit de afdelingen uit het secundair onderwijs zeer snel boven het hoofd. Een tweede, steeds in belang groeiende taak, in het garagebedrijf is de taak van de receptionist. Hij ontvangt de klanten en geeft hen de nodige informatie. Verder stelt hij een eerste diagnose met een bijbehorende kostenraming. Nadat de herstelling uitgevoerd is, geeft hij de klant toelichting bij de uitgevoerde werken en de factuur. Het is duidelijk dat de receptionist een essentiële taak heeft inzake klantenbinding. Communicatievaardigheid, mensenkennis en een grote technische bagage dienen hand in hand te gaan bij deze persoon, zodat een persoon met een hogere opleiding dan ook aangewezen is.
6
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
Daarnaast is ook de “verantwoordelijke van de herstellingswerkplaats” een omvattende en veeleisende functie. Deze persoon moet in de eerste plaats beschikken over grondige organisatorische vaardigheden. Ook technische problemen moeten voor hem een uitdaging zijn. Zijn belangrijkste eigenschap echter, is wellicht het omgaan met mensen, van leerjongen tot mecanicien. Een tevreden ploeg is een efficiënte ploeg. De taken van de brigadier en de mecaniciens in de werkplaats worden steeds complexer terwijl de klanten, terecht, veeleisender worden. De technische evolutie van de voertuigen vraagt een permanente en zeer doorgedreven bijscholing, waarbij een zeer goede kennis van de elektriciteit en elektronica, toegepast op voertuigen, van het grootste belang is. Gezien de complexiteit van deze taken, is een hogere vorming in autotechnieken aangewezen. Net zoals bij de invoerder heeft de magazijnbeheerder ook bij de concessiehouder een belangrijke taak te vervullen. Bij de concessiehouder omvat deze taak nog een extra aspect. De magazijnbeheerder is hier immers ook verantwoordelijk voor de verkoop van onderdelen aan de balie. Verder zal hij de klant technisch advies geven. Hij moet dan ook over de nodige vaardigheden beschikken inzake klantencontact. Een goed contact met de magazijnbeheerder kan een eerste stap zijn om de klantenbinding te versterken. ♦ Verzekeringen In de verzekeringssector wordt de gegradueerde automechanica doorgaans tewerkgesteld als (auto)schade-expert. ♦ Onderwijs Met het hoogste autotechnisch diploma in België hebben de gegradueerden in mechanica optie automechanica een belangrijke functie in het onderwijs te vervullen. Zij dienen immers met hun gecombineerde praktische autotechnische en brede theoretische achtergrond in de opleiding te voorzien van studenten automechanica. Zowel voor het begeleiden van de praktijkvakken (TSO, BSO en hoger onderwijs van 1 cyclus) als voor het doceren van de technische vakken (BSO en TSO) kunnen deze mensen worden ingeschakeld. ♦ Technische controle De technische controle, die in België zeer goed uitgewerkt is, vereist meer en meer hooggeschoolde mensen die op de hoogte zijn van veiligheids- en milieuaspecten van voertuigen. Afgestudeerden automechanica vinden we naast de meer ‘gewone’ controlefuncties ook terug bij de keuring van voertuigen geschikt voor het vervoer van gevaarlijke producten (ADR). Dit vereist immers een grondige kennis van de betreffende, zeer complexe, wetgeving. De taak van een afdelingshoofd van een keuringsstation is een managementfunctie waarvoor een persoon vereist is die naast een sterke technische bagage ook op de hoogte is van personeels- en financieel beleid. Een voortgezette opleiding is dan ook een must. ♦ Toeleveringsbedrijven (onder andere garageuitrusting, banden, onderdelen, ...) De toeleveringsbedrijven die zonder uitzondering sterk geïnformatiseerd zijn, hebben een grote behoefte aan mensen voor wie de (auto)techniek geen geheimen heeft en die afhankelijk van de functie nog een aantal andere capaciteiten moeten hebben. De afgestudeerden uit het graduaat automechanica vindt men dan ook terug in een groot scala van betrekkingen in deze bedrijven. We denken hierbij onder andere aan : − technisch-commercieel afgevaardigden, die naast hun autotechnische kennis ook een grote kennis moeten hebben van het te demonstreren product, en moeten beschikken over een goede taalvaardigheid − trainers/instructeurs − technische onderzoekers / testers − technici belast met installatie- en herstellingstaken − logistieke functies
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
7
♦ Toegepast onderzoek en ontwikkeling Afgestudeerden uit het graduaat mechanica optie automechanica die terechtkomen in research and development worden meestal ingezet bij de realisatie van diverse proefopstellingen, de uitvoering van metingen en de verwerking en bijsturing van de resultaten i.v.m. alle mogelijke autotechnische aspecten. Ze vormen als het ware de vertalers tussen de ingenieurs en de monteurs. Het is dan voornamelijk hun taak de ideeën van de eerste te visualiseren voor de laatste. ♦ Transport (goederen- en personen) In het eengemaakte Europa heeft een schaalvergroting van transportfirma's plaats. Hierdoor verhoogt de nood aan meer hooggespecialiseerd personeel, dit zowel op technisch als op economisch vlak. Het voertuigenpark, dat vele miljoenen kost, moet nauwlettend worden gevolgd, dit zowel preventief als predicatief. Door de onderhoudskosten te beperken kan immers de rentabiliteit toenemen en de concurrentiepositie worden verbeterd. De taak van de gegradueerde in de automechanica behelst hier voornamelijk de coördinatie van het onderhoud. ♦ Leasingbedrijven De leasingbedrijven werken bij uitstek internationaal en met een grote verscheidenheid aan voertuigen. De gegradueerde in de automechanica wordt hier meestal ingezet voor het technisch en economisch beheer van het voertuigenpark. ♦ Petrochemische industrie Brandstoffen en smeermiddelen. De gegradueerde in de automechanica wordt in de petrochemische industrie voornamelijk tewerkgesteld voor het opstellen van de proeven inzake voertuigtechniek. We denken hierbij dan voornamelijk aan testen op motor- en versnellingsbakoliën, remvloeistof, brandstoffen enz. ♦ Revisiebedrijven De revisie van motoren van personenwagens maar vooral van vrachtwagens, locomotieven en schepen vraagt een uitgebreide kennis van zowel motortechniek als van verspaningstechnologie, materialenleer en materiaalbeproeving. De gegradueerde in de automechanica wordt in al deze domeinen tewerkgesteld.
8
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
3
3.1
OMSCHRIJVING VAN TAKEN EN FUNCTIES DIE IN HET BEROEP WORDEN UITGEOEFEND
Taakgebieden en functies De gegradueerde is opgeleid voor functies waarin de taken zelfstandig moeten kunnen uitgevoerd worden. Hiervoor is een degelijke theoretisch-technische onderlegdheid en een hoog gekwalificeerde praktische vorming vereist. In grotere bedrijven krijgt de gegradueerde gewoonlijk een specifieke taak toegewezen en zijn de verantwoordelijkheden duidelijk omschreven. In kleinere bedrijven daarentegen zijn de opdrachten dikwijls erg verscheiden en variabel en wordt een grote flexibiliteit van de gegradueerde verwacht. Voor de niveaubepaling van de beroepen en de daarmee gepaard gaande beroepsactiviteiten baseert men zich op de Europese normering : Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
een kwalificatie die vrij snel kan worden verworven en die betrekkelijk eenvoudig werk omvat een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat dat zelfstandig kan worden uitgevoerd en/of ook andere verantwoordelijkheid omvat, zoals leiding en coördinatie een kwalificatie die het mogelijk maakt op autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheid op te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer die het mogelijk maakt op autonome en onafhankelijke manier verantwoordelijkheid op te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer, met beheersing van de wetenschappelijke achtergronden
De enquêtes leren dat de meeste afgestudeerden starten in niveau 3 om na enige ervaring op niveau 4 te komen. Enkelen bereiken niveau 5 !
3.2
Taakomschrijving van de gegradueerde in de mechanica - optie automechanica
3.2.1
Tewerkgesteld als technicus in herstellingswerkplaatsen van voertuigen − Grondige diagnose stellen en een volledige tune-up uitvoeren bij personenwagens, bedrijfsvoertuigen, motorfietsen, landbouwvoertuigen, ... m.b.v. moderne testapparatuur en a.d.h.v. technische documentatie en gegevens van de constructeur − Leiding geven aan hulpmecanicien en mecanicien personen- en bedrijfsvoertuigen − Zelfstandig een herstelling uitvoeren en controles van mechanische, elektrische en elektronische aard
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
9
− Aanpassingen uitvoeren of opties monteren van diverse aard: alarmsystemen, mobilofoon, airconditioning, ... − Onderhoud, diagnose en herstelling uitvoeren van pneumatische en hydraulische systemen − Revisie van een verbrandingsmotor uitvoeren − Grondige analyse van de klachten van de klant − Klantgerichte uitleg van de herstelling ( duur en kostprijs van de herstelling) − Werkplanning opstellen − Werkopdracht omschrijven − Afgeleverd werk controleren − Oordelen en behandelen van garantiegevallen − Zich op de hoogte houden van autotechnische en organisatietechnische vooruitgang − De verworven kennis verwerken en overdragen − Bijzondere aandacht schenken aan vigerende voorschriften inzake veiligheid, hygiëne en milieu
3.2.2
Tewerkgesteld als technicus in ombouw- en aanpassingsbedrijven van voertuigen − − − − − −
3.2.3
Tewerkgesteld als magazijnier − − − −
3.2.4
Bespreken van de ombouw met de opdrachtgever Offerte maken met uitgebreid lastenkohier en prijsofferte Werkopdrachten opstellen Aanpassingen uitvoeren of opties monteren Opvolgen van de werkzaamheden Homologatierapport opstellen
Stockbeheer Spoed- en stockbestellingen Toonbankverkoop Garantiegevallen verder behandelen
Tewerkgesteld in de technisch-commerciële dienst − Organiseren van aankoop en verkoop van onderdelen, accessoires, werkplaatsuitrustingen in de personenwagen-, vrachtwagen-, motorfietsen-, en industriële voertuigensector in binnen- en buitenland − Maken van prijsofferte en demonstreren van het toestel − Verschaffen van technisch en financieel advies bij de keuze van gereedschap en uitrusting − Opvolgen van bestellingen en leveringen − Verzorgen van kleine aanpassingen − Bieden van technische ondersteuning bij het in bedrijfstellen − Organiseren van de dienst naverkoop (herstelling en verzamelen van klachten) − Technische documentatie en handleidingen samenstellen (eventueel vertalen) − Afhandelen van herstellings- en garantiegevallen − Meewerken aan de verbetering en de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten (teamwerk)
10
3.2.5
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
Tewerkgesteld in het onderwijs Onderwijzen van technische en praktische vakken in het secundair onderwijs en in het hoger onderwijs van één cyclus.
3.2.6 Tewerkgesteld in opleiding en training − Geven van training, ontwikkelen van technische documentatie − Zich op de hoogte houden van nieuwe technieken
3.2.7
Tewerkgesteld in keuringscentra voor motorvoertuigen − − − − −
3.2.8
Tewerkgesteld in expertisesector − − − − −
3.2.9
Het uitvoeren van de administratieve en technische controle van voertuigen Het uitvoeren van typegoedkeuringen van moto’s, auto’s, vrachtwagens Het uitvoeren van veiligheidskeuringen ADR Het behandelen van klachten Opstellen werkverdeling en planning
Vaststellen van de schade eventueel m.b.v. computerprogramma’s Opstellen van een expertiseverslag voor de verzekeringsmaatschappijen Bepalen van de dagwaarde van het voertuig Uitvoeren van vergelijkende studies Wedersamenstellingen van schadegevallen opvolgen en rapporteren
Tewerkgesteld in onderzoek en ontwikkeling − Realiseren van proefopstellingen − Uitvoeren van metingen en bijsturen van de resultaten − Analyseren en interpreteren van metingen
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
11
4 VEREISTE KENNIS, VAARDIGHEDEN & ATTITUDES
4.1
Gemeenschappelijke basiskennis De gegradueerde in de mechanica - optie automechanica − bezit algemene kennis van en inzicht in wiskunde, fysica, chemie, mechanica, sterkteleer, thermodynamica, elektriciteit, elektronica, thermodynamica, automatisering, materialenkennis (ferro-, non-ferrometalen, kunststoffen) − bezit elementaire kennis van en inzicht in bedrijfsbeheer, -economie, -recht, sociale wetgeving − moet zich correct kunnen uitdrukken en rapporteren in de voertaal − bezit voldoende kennis van toegepaste informatica
4.2
Algemene beroepsgerichte kennis De gegradueerde in de mechanica - optie automechanica − bezit een grondige kennis van en inzicht in verbrandingsmotoren, voertuigtechniek, voertuigelektriciteit en -elektronica − bezit kennis van lastechnieken, motorrevisie, koetswerkherstelling − bezit kennis van expertise − bezit kennis van meet- en controleapparatuur en uitrusting van herstellingswerkplaatsen van voertuigen − bezit voldoende talenkennis om technische documentatie in zijn vakgebied te begrijpen.
4.3
Algemene vaardigheden en attitudes De gegradueerde in de mechanica - optie automechanica − kan een rapport opstellen − kan probleemoplossend denken − kan zelfstandig en in teamverband werken − geeft blijk van een verantwoorde sociale omgang met collega’s, klanten, oversten − kan verworven kennis, vaardigheden en ervaringen op anderen overbrengen − schenkt bijzondere aandacht aan de geldende voorschriften inzake hygiëne, veiligheid en milieu − blijft op de hoogte van nieuwe technologieën in de autotechniek (elektronica, moderne test- en diagnosetechnieken, nieuwe materialen, nieuwe informatiesystemen) door bijscholing en zelfstudie − is communicatievaardig (schriftelijk en mondeling) − kan vlot informatie verwerken en overdragen − is kwaliteits- en kostenbewust − kan delegeren − kan eigen handelen en denken en dat van anderen kritisch evalueren en is bereid daar met de betrokkenen een open gesprek over te voeren − is luisterbereid − heeft verantwoordelijkheidszin − heeft gevoel voor humor
12
4.4
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
Beroepsgerichte kennis, attitudes en vaardigheden ♦ Voor technicus, tewerkgesteld in herstellingswerkplaatsen van voertuigen − Grondige kennis van moderne autoelektronische systemen zoals motormanagementsystemen, multiplexsystemen in voertuigen... (theoretisch en praktisch) − Grondige kennis van airconditioning − Vlot kunnen werken met moderne diagnoseapparatuur − Moet zelfstandig een herstelling kunnen uitvoeren − Orde, netheid − Grondige kennis van moderne herstellingstechnieken in de carrosseriewerkplaats − Goede kennis van milieuwetgeving en Arab − Heeft zin voor organisatie − Kan leiding geven ♦ Voor technicus tewerkgesteld in de sector ombouw en aanpassingen van bedrijfsvoertuigen − Grondige kennis van werking en dimensionering van luchtdrukremmen, luchtdrukvering, sturingen,... − Grondige materialenkennis − Toegepaste kennis van mechanica en sterkteleer − Goede kennis van de homologaties van voertuigen − Grondige kennis van het ARAB en van de ADR- en milieuwetgeving − Grondige kennis van veiligheidssystemen ♦ Voor een tewerkstelling als magazijnier − Grondige kennis van informaticapakketten − Grondige kennis van magazijn- en stockbeheer ♦ − − − − −
Voor een tewerkstelling in de technisch- commerciële sector Meertaligheid (actief en passief) is een vereiste Heeft kennis van commerciële technieken Vertoont een klantgerichte houding Grondige productkennis Heeft administratieve kwaliteiten
♦ Voor een tewerkstelling in het onderwijs, opleiding en training − goede wetenschappelijke basiskennis en degelijke kennis van actuele technologieën − praktische aanleg en creativiteit − leergierigheid: zich voortdurend willen bekwamen en de nieuwe technologieën op de voet volgen − taalvaardigheid − assertiviteit − stiptheid − pedagogische kwaliteiten en psychologisch inzicht − administratieve kwaliteiten − sociale vaardigheden ♦ − − − −
Voor een tewerkstelling in de keuringscentra van motorvoertuigen Grondige kennis van actieve en passieve veiligheidssystemen Grondige kennis van typegoedkeuringen Grondige kennis van ADR-wetgeving Sterke zin voor veiligheid en verantwoordelijkheid
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
♦ − − − −
13
− − − − −
Voor een tewerkstelling in de expertisesector Grondige kennis van moderne koetswerkherstellingstechnieken Grondige kennis en gebruik van informaticapakketten voor schadevaststelling Grondige kennis van E.O. en R.D.R. Houdt zich op de hoogte van de evolutie van de prijzen van de automarkt in het algemeen Is op de hoogte van de verschillende procedures gebruikt bij een expertise Is op de hoogte van en werkt volgens de deontologische regels Goede talenkennis ( actief en passief ) Is communicatievaardig en vaardig in het onderhandelen Kan kritisch evalueren
♦ − − −
Voor een tewerkstelling in onderzoek en ontwikkeling Creatieve ingesteldheid Analytische geest Sterk technisch en theoretisch georiënteerd
14
BEROEPSPROFIEL AUTOMECANICIEN
5
BIBLIOGRAFIE
♦ Fabrimetal: jaarverslag 1995 ♦ VLOR: Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen ♦ VLOR: studie 3: Beroeps- en opleidingsprofielen ♦ Enquêteresultaten − KATHO - departement VHTI - Kortrijk − Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - departement Technologie Kardinaal Mercier Instituut - Brussel − Karel de Grote - Hogeschool - Antwerpen Departement Industriële Wetenschappen en Technologie ♦ EDUCAM: De autodistributie- en reparatiesector (april 1996) ♦ EDUCAM: Nieuwe technologieën en hun invloed op de beroepen in de autobranche ♦ Hoger Instituut voor de Arbeid - KULeuven: tewerkstelling en opleiding in de sector herstel en distributie van auto’s (Jan Denys)
B E R O E P S P R O F IE L AU T O M E C AN IC IE N
6
15
MEDEWERKERS
♦ De heer L. Van Goidsenhoven Voorzitter algemene werkgroep mechanica en subwerkgroep automechanica
♦ Departementshoofd van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst departement Technologie
♦ De heer R. Beké Lector - Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - departement Technologie
♦ De heer Hugo Janssens Hoofd opleiding automechanica - Karel de Grote Hogeschool
♦ De heer F. Devolder Lector - Coördinator opleiding automechanica - Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen
♦ De heer L. De Moor Directeur EDUCAM
♦ Mevrouw N. Lenaerts Consulente EDUCAM
♦ De heer L. Anthonissen FEDERAUTO