STUDIE 75 BEROEPSPROFIEL audiovisueel kunstenaar
BEROEPSPROFIEL audiovisueel kunstenaar (m/v)
sector studiegebied opleiding opties beroep
: : : : :
audiovisuele productie audiovisuele en beeldende kunst audiovisuele kunst animatie, medium audiovisueel kunstenaar, mediaspecialist
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/14 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De VLOR heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
I N H O U D
1
VOORONDERZOEK
1.1
De ontwikkelingen in de sector
1
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt
1 1 1 2 2
1.2.1
1.2.2
1.2.3 1.2.4
2
1
Gegevens van tewerkstelling in de sector 1.2.1.1 Huidige tewerkstelling in de sector 1.2.1.2 Toekomstige tewerkstelling: perspectieven 1.2.1.3 Instroomproblematiek: verhouding van vraag/aanbod werknemers Gegevens over het beroep 1.2.2.1 Classificiatie van het beroep 1.2.2.2 Beroepenveld 1.2.2.3 Exemplarische beschrijving van drie beroepen in de sector Gegevens over de functies verbonden aan het beroep Relateren van functies aan het beroep
VASTLEGGING VAN DE BEROEPENSTRUCTUREN
3 3 3 3 3 4
5
EN DE BEROEPENCLUSTERS
3
IN KAART BRENGEN VAN RELATIE TUSSEN
7
BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
4
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
8
4.1
Benaming
8
4.2
Beschrijving van het beroep
8
4.3
Beschrijving van de activiteiten 4.3.1
4.3.2
4.4
Taken 4.3.1.1 Taakgebieden 4.3.1.2 Aanverwante taakgebieden 4.3.1.3 Specifieke beschrijving van de taakgebieden, in takenclusters en taken Beroepscontext 4.3.2.1 Contextgegevens 4.3.2.2 Organisatie van de arbeid
Ondersteunende kennis 4.4.1 4.4.2 4.4.3
Gemeenschappelijke basiskennis Algemene beroepsgerichte kennis Aanbeveling naar leerplan
8 8 8 12 13 14 14 14 15 15 15 16
INHOUD BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
4.5
Beroepshoudingen 4.5.1 4.5.2
5
Beroepshoudingen Beroepsdrempels
NIVEAU VAN DE BEROEPEN IN DE SECTOR
5.1 5.2 5.3 5.4
Omschrijving van het niveau Criteria Niveaubepaling Concrete interne consistentie en verificatie realistisch karakter
6
BIBLIOGRAFIE
7
MEDEWERKERS
17 17 17
18
18 18 18 18
19
20
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
1
1.1
1
VOORONDERZOEK
De ontwikkelingen in de sector De audiovisuele wereld is in volle expansie, zowel op gebied van de omroepen, de privé-sector‚ de industrie als van de kunstensector. De werkgelegenheid in de hele audiovisuele mediasector in Vlaanderen is goed voor 10.000 (of nog meer) arbeidsplaatsen. Hierbij moet wel vermeld worden dat het vaak om precaire jobs gaat met bv. het freelancestatuut, onregelmatige werkuren, onzekere vergoedingen... . Belangrijk is verder dat men voor de AV-sector een gestage groei van de werkgelegenheid verwacht. De Europese Commissie maakte een (door politieke overwegingen ingegeven) blunder van formaat door in 1993 te stellen dat er in Europa tegen 2.000 zo'n 2 miljoen nieuwe banen in de AV-sector zouden bijkomen. Die prognose ging er van uit dat het huidig aantal arbeidsplaatsen in de sector 1,8 miljoen bedraagt en dat dat aantal explosief verder zou groeien. Het betrouwbare tijdschrift London Economics geeft realistische cijfers(zie tabel). Zoals de bijgaande cijfers leren, zit er wel groei in het aantal jobs. Dat zal nog bevorderd worden door het multimediaal worden van Internet en de Elektronische Snelwegen. Naarmate er meer breedbandnetwerken ter beschikking komen gaat er meer audiovisueel gewerkt kunnen worden en zullen er dus ook meer AV-programma's nodig zijn. Werkgelegenheid Europese Unie AV-sector 1987 1988 1990 1991 Totale EU-werkgelegenheid AV691.399 752.774 795.136 826.488 sector groei 8,9 5,6 3,9 Percentage AV-sector in totale 0,57 0,61 0,65 0,67 werkgelegenheid EU Bron: London Economics
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt
1.2.1
Gegevens van tewerkstelling in de sector 1.2.1.1 Huidige tewerkstelling in de sector − − − − − −
fictiefilmsector: 200-tal BRTN: 2800 (waarvan 1.800 statutair) VTM: 300,exclusief productiehuizen VT4: 100 Regionale TV-zenders: 300 Filmnet en Multichoice: 240
1992 853.188 3.2 0,70
2
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
Naast de traditionele omroepen komen er Satelietzenders, bv. TV MED (Koerden) in Denderleeuw, 250 werknemers waarvan 50 in België. Er ontstaan nieuwe Mediabedrijfjes waar multimediaprogramma's gemaakt worden. Momenteel werken hier een 200-tal mensen (de nieuwe media moeten in het onderwijs meer aandacht krijgen omdat zich hier de werkgelegenheid van de toekomst situeert). De videoproductiebedrijven: − − − − − −
1987: 450 werknemers 1990: 850 werknemers ontelbare kleine bedrijfjes ( 4 tot 5 werknemers) 10% van de sector heeft 15 tot 25 werknemers er zijn een 30-tal hoofdzakelijk voor TV werkende bedrijven AV-diensten voor het bedrijfsleven (o.a. de banken).
"Een paar duizend" Belgische freelancers (regisseurs, producers, cameralui,...) werken voor de audiovisuele wereld. Animatiefilm Volgens een recente studie (1996) zijn er op Europese schaal 750 vacante jobs in de animatiesector, waarvan 150 in België. Het gaat hier om mensen die op hypermoderne apparatuur kunnen werken. Een spitsbedrijf als het Brusselse TRIX moet daarvoor buitenlandse werknemers zoeken. 1.2.1.2 Toekomstige tewerkstelling: perspectieven ♦ Algemeen Zie 1.1.2. tewerkstelling Europese Unie. ♦ Specifiek de nieuwe media De evoluties binnen de nieuwe media zullen een nieuwe injectie geven aan de tewerkstelling binnen de audiovisuele media. Hiervoor verwijs ik naar New York '96 waar de omzet in drie jaar tijd verdubbelde. In deze relatief nieuwe bedrijfstak, die zich bezighoudt met Internet, on-line entertainment en andere cyberspaceproducten, werken nu meer mensen dan in een van de traditionele mediatakken zoals het krantenbedrijf, de televisie of de boekenuitgeverij... . Volgens onderzoekers zal in 1998 deze nieuwe mediatak zich nog eens verdubbelen. 1.2.1.3 lnstroomproblematiek: verhouding van vraag/aanbod werknemers Voor de werknemers is er geen 'inloop' periode voorzien. Gezien de concurrentieslag binnen de commerciële media moet elke werknemer onmiddellijk inzetbaar zijn en renderen. Binnen de markt van de audiovisuele kunsten is die eis minder dwingend.
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
1.2.2
3
Gegevens over het beroep 1.2.2.1 Classificatie van het beroep Het beroep situeert zich binnen de audiovisuele sector, ook beeldindustrie genoemd. Hieronder verstaan we elke bedrijvigheid die zich toelegt op het creëren, produceren, regisseren, uitvoeren en distribueren van audiovisuele concepten, gebruik makend van verschillende technische procédés; film, video, computer,... . De beoefenaar is evengoed de audiovisuele kunstenaar als de mediaspecialist. De creator zowel als de uitvoerder. 1.2.2.2 Beroepenveld Het beroepsprofiel situeert zich binnen het werkveld van de audiovisuele kunst (kunstensector)en de audiovisuele media (beeldindustrie). Dit betekent dan ook dat een persoon binnen deze sector werkzaam is als audiovisueel kunstenaar of audiovisueel mediaspecialist. Naast het ruime artistieke veld situeert het domein van de beeldindustie zich rond film en videosoftware en in toenemende mate in de nieuwe media, dit zijn; fictiefilms (lange, korte, live of animatie), clips, reclamespots, bedrijfsfilms, documentaires, actualiteitsreportages, televisieprogramma's (live on tape), CDI en CD-rom programma's en het audiovisueel Internetaanbod. Aangezien het opsommen van de verschillende en voortdurend evoluerende beroepen binnen deze audiovisuele en kunstensector ons te ver zou leiden, willen we ons toespitsen op: scenarioschrijver, producent en regisseur. Het zijn ook deze beroepen die de peilers vormen van het opleidingsprofiel. 1.2.2.3 Exemplarische beschrijving van drie beroepen in de audiovisuele sector ♦ Scenarioschrijver, scenarist De scenarioschrijver is diegene die het audiovisueel programma ontwerpt onder de vorm van een beschrijving hoe het audiovisueel product er zal uitzien. ♦ Producer/producent Hij is financieel en organisatorisch verantwoordelijk voor de productie en vertoonbaarheid van het audiovisuele product. ♦ Regisseur De regisseur is artistiek en intellectueel verantwoordelijk voor het eindproduct. Hij heeft een input van concept tot afgewerkt product.
1.2.3
Gegevens over de functies verbonden aan het beroep ♦ Functies, beschrijving van de functies Het beroep van audiovisueel kunstenaar en mediaspecialist wordt bepaald door het onderwerp van de audiovisuele taak. Zo zal de regisseur van een langspeelfilm thuishoren bij de audiovisuele kunstenaar. een regisseur van het journaal daarentegen is een mediaspecialist. De audiovisuele kunstenaar en/of mediaspecialist wordt tewerkgesteld in: ♦ Het ruime artistieke veld − manifesteert zich als zelfstandig kunstenaar − neemt verantwoordelijkheid op voor planning, uitvoering en coördinatie van artistieke producties
4
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
♦ − − − − ♦ − − ♦ −
♦ − ♦ − − −
1.2.4
Openbare, commerciële en regionale TV- en radiostations is werkzaam als programmamaker, regisseur, producer, redactielid,... werkt aan het implementeren van een traditionele of nieuwe beeldtaal draagt bij tot de innovatie van mediatechnieken is medeverantwoordelijk voor het uitvoeren en opvolgen van mediaprocessen en producten Faciliteitenbedrijven en productiehuizen is werkzaam in dienstverband is verantwoordelijk voor diverse werkzaamheden m.b.t. de kwaliteitscontrole binnen het bedrijf Reclame- en publiciteitsbureaus is (mede)verantwoordelijk, op het vlak van de creatie en het artistiek-audiovisueel karakter, voor het plannen, uitvoeren, opvolgen en coördineren van opdrachten Audiovisuele diensten van bedrijven en overheidsinstellingen is medeverantwoordelijk voor de efficiënte uitbouw, programmatie en realisatie van deze dienst. In het hoger onderwijs kan hij tewerkgesteld worden in de functie van docent of assistent van 2 cycli artistiek gebonden opleidingsonderdelen of lector/praktijkleraar van 1 cyclus inzake artistieke vakken en mediaproblematieken als leraar in de eerste, tweede en derde graad van het algemeen, technisch, beroeps en kunstsecundair onderwijs of deeltijds kunstonderwijs. De meester in de audiovisuele kunst dient hiervoor een lerarenopleiding te volgen. naargelang de ervaring, de persoonlijke kwaliteiten en de inzet kan de audiovisuele kunstenaar een ruime artistieke faam verwerven in de internationale kunst- en mediawereld
Relateren van functies aan het beroep De meester in de audiovisuele kunst zal zich in de eerste plaats als zelfstandig kunstenaar manifesteren. Daarnaast kan hij binnen het ruime veld van de audiovisuele kunsten en media ook werkzaam zijn als: regisseur film, TV, video, radio), journalist, journalist-regisseur, producent (film, TV, radio, video), scenarist (film, TV, video, radio), docent, animator, (hoofd- en eind) redacteur, art-director (film, TV) programmamaker (TV, radio), researcher, cultuurfunctionaris, organisator, kunstenaar... . Audiovisueel kunstenaar Artistieke creaties
Kunstenaar
Mediaspecialist Gerelateerde functies scenario schrijven − scenarist regisseren − regisseur/realisator produceren − producer − animator − redacteur − journalist-regisseur − directeur fotografie − creatieve monteur − geluidsdecorateur − programmator/producer
− productieleiders − docent − researcher − organisator − art-director − copywriters − verantw. planning enz..,
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
5
2 VASTLEGGING VAN DE BEROEPENSTRUCTUUR EN DE BEROEPENCLUSTERS
De beroepenstructuur van de audiovisuele wereld (film, TV, video, radio, nieuwe media) is gebaseerd op het productieproces van deze specifieke disciplines: film, video, TV, radio, CDI, CD-rom, Internet, cyberspace, ... . Elke nieuwe audiovisuele drager geeft aanleiding tot een nieuw specifiek beroep, een nieuwe beroepenstructuur en beroepenclusters. Bv. binnen de nieuwe media spreekt men van een programmamaker i.p.v. een regisseur. Op een ogenblik dat de beoefenaars nog bezig zijn de grenzen van de nieuwe media af te tasten is het onmogelijk de beroepenstructuren en de clusters uit te schrijven. De hierna volgende opgesomde beroepen zijn dan ook beperkt tot die audiovisuele beroepen die we terug vinden in de traditionele commerciële film en TV- wereld.
Preproductie Producer: − financiële taak − zoeken van de financiële middelen − zoeken van een afzetmarkt (distributie) Scenarist: − schrijft het audiovisueel programma − bij een opdracht (film, video, TV) kan hij de vraagstelling audiovisueel verwoorden Regisseur: − werkt een draaiboek uit
Productie Producer: − heeft organisatorisch inzicht − samen met de regisseur verantwoordelijk voor de casting, de opname, het engageren van creatief en technisch personeel − financieel verantwoordelijk − hij is in staat een team te doen functioneren Regisseur: − regisseert de acteurs, leidt de technische crew − creatief verantwoordelijk voor de beeld- en acteursregie − hij is in staat om overtuigend te communiceren en een team te inspireren (Art-director) − bij film en sommige TV-programma's − artistiek verantwoordelijk voor het eindproduct − hij bepaalt de stijl en de look van het eindproduct
6
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
Directeur fotografie: − verantwoordelijk voor de fotografische kwaliteiten van het eindproduct Cameraman: − verantwoordelijk voor de cameravoering Opnameleider: − verantwoordelijk voor de praktische organisatie Belichtingstechnici: − uitvoerende functie Geluidstechnici: − verantwoordelijk voor de klankopnames
Postproductie Producer: − verantwoordelijk voor de keuze van montage en postproductiefaciliteiten: o.a. labo, dubbing en muziekproductie − verantwoordelijk dat het eindproduct binnen de afgesproken tijd en budget gerealiseerd wordt Regisseur: − creatief verantwoordelijk voor het eindproduct Monteur: − verantwoordelijk voor de ritmische kwaliteiten en de beeldcontinuïteit van het eindproduct Computergrafici / animators: − verantwoordelijk voor de grafische kwaliteiten van generieken en trucages Klankdecorateur: − verantwoordelijk voor de akoestische en auditieve kwaliteiten van het eindproduct
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
3
7
IN KAART BRENGEN VAN RELATIE TUSSEN BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
Het opleidingsprofiel meester in de audiovisuele kunst is in belangrijke mate (media specialist), maar zeker niet uitsluitend (audiovisueel kunstenaar), afgestemd op een beroepsprofiel van: scenarist (film, TV, video, radio), regisseur/realisator (film, TV, video, radio) en producer (film, TV, video, radio),animator,(hoofd- en eind)redacteur, programmator (radio) De opleidingen zijn minder afgestemd op de beroepen: programmator (TV), productieleider, researcher, organisator, art-director, copywriter,... . Binnen de totaliteit van de 4 kunstscholen, die audiovisueel onderwijs inrichten, worden de opleidingen afgestemd op de beroepen die wij terugvinden in de opsomming: pre-productie, productie en postproductie. Sommigen stemmen het onderwijs af op een arbeidsmarkt (maximale aansluiting met het beroepsprofiel), anderen stellen zich tot opleidingsdoel: het doorgeven van kennis en inzicht in de audiovisuele discipline en het begeleiden van getalenteerde studenten. Beide opleidingsmethoden zorgen er voor dat de meester in de audiovisuele kunst beschikt over voldoende geïntegreerde kennis en inzicht noodzakelijk voor het uitoefenen van het beroep.
8
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
4
4. 1
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
Benaming Scenarioschrijver/Scenarist, Producer, Regisseur, Animator, Redacteur, Programmator, Productieleider, Researcher, Directeur fotografie, Creatieve monteur, Geluidsdecorateur, Organisator, Art-director, Copywriter,... .
4.2
Beschrijving van het beroep De audiovisuele kunstenaar of mediaspecialist heeft een zelfstandige persoonlijkheid die niet alleen kritisch en creatief is maar daarenboven voortdurend in evolutie. Als kunstenaar of mediaspecialist is hij werkzaam als zelfstandige of in dienstverband en kan hij zijn creaties situeren in het historisch en actuele kader van de kunsten en van het maatschappelijk gebeuren. Hij bezit en ontwikkelt een visie op de maatschappij en de daarin werkende kunsten en media.
4.3
Beschrijving van de activiteiten De audiovisuele kunstenaar en/ of mediaspecialist creëert, schrijft, coördineert, regisseert en produceert audiovisuele concepten die geprojecteerd worden binnen het ruime veld van de kunstensector, de festivals, de filmzalen, de culturele centra, de openbare, commerciële en regionale TV- en radiostations. Om zijn creatieve visie te realiseren moet hij communiceren, analyseren, organiseren en leiding geven aan een team. Hij werkt mee aan het implementeren van een beeldtaal, draagt bij tot de innovatie van mediatechnieken, is medeverantwoordelijk voor het uitvoeren en opvolgen van mediaprocessen en audiovisuele producten. Hij plant, voert uit, volgt op en coördineert audiovisuele opdrachten.
4.3.1
Taken 4.3.1.1 Taakgebieden Enerzijds hebben we de werkmethode van de kunstenaar, waarbij het onmogelijk is de opeenvolgende stadia van het arbeidsproces neer te schrijven. Anderzijds hebben we de taakgebieden zoals we die terugvinden in de productieschema's van zowel de speelfilm, de opdrachtfilm als bij televisiestations.
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
9
♦ Het programmaverloop bij een speelfilm/TV-dramaserie Het programmaverloop
00
ontwerpfase
01
ideeëngaring
02
Producer
Overleg
Regisseur
P
P+R Preproductie
R
✗
✗ ✗
argumenteren van een idee
03.1 synopsis 03.2 synopsis
✗ ✗
04
argumenten van synopsis
✗
05
prospectie
✗
06
ontwerpbegroting programmavoorstel
✗
07.1 scenario 07.2 scenario 08
goedkeuring of verwerping van het scenario -scenario wordt goedgekeurd: programmaverloop gaat verder -scenario wordt verworpen: herbeginnen bij 02 ofwel 03.1; 03.2 ofwel 07.1; 07.02
✗
09 keuze van technische middelen: video of film
✗
P
Productiefase
P1
productieschema uitstippelen faciliteiten en timing
P2
productieteam samenstellen keuze regieassistente keuze opnameleider, rekwisiteur of 3 video chef techniek 4 videocameraman (ploeg) of 3 filmdirecteur fotografie 4 filmcameraman 5 geluidstechnicus of 6 videomonteur of 6 filmmonteur 7 componist of sonorisator 8 acteurs 9 figuratie 10 decorontwerper 11 kostuumontwerper/advis eur 12 trucage, animatie, titels 13 fotograaf 1 2
P3
prospectie
Regisseur in samenwerking met anderen
✗ ✗
scenarist
✗ ✗
scenarist
Productie ✗
✗ ✗ ✗ ✗ ✗
✗ ✗
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
− opnameleider
10
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
− rekwisiteur − regieassistente − cheftechnicus − videocameraman − filmdirecteur fotografie − filmcameraman P4 P5
draaiboek draaiboek werkblad
✗
✗ ✗
✗
− scenarist − opnameleider − regieassistente − (cheftechnicus) − directeur fotografie
P6
repetitie film of studiofaciliteiten vastleggen van middelen en mensen
P7
eventuele repetities
✗
− regieassistente − opnameleider − (cheftechnicus) − directeur fotografie − video- of filmcameraman − (acteurs)
P8
opnamen
✗
zie P2 1 tot 5 acteurs
P9
afwerking
E
evaluatiefase
E1
preview: testen van het programma op uitzendbaarheid
✗
E2
eventuele aanpassing van het programma
✗
E3
persvisie
✗
E4
promotie en distributie
✗
postproductie
− opnameleider − regieassistente
zie P2 6 tot 7 regieassistente
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
11
♦ Het programmaverloop bij een opdrachtfilm (video) Het programmaverloop
0
ontwerpfase
01
voorbereiding probleemstelling en probleemanalyse vaststellen van de doelgroepen bepalen van de strategie bepalen van de evaluatiemomenten keuze van techn. middelen film/video/computer (animatie)
02
briefing aan de producer voorlopige begroting
Opdracht -gever
Overleg
Regisseur
O
O+P+R preproductie
R
O+P+S S (scenarist) P (producer)
O+P
03.1 synopsis 03.2 synopsis
O+P+S
04
argumenten van de synopsis
O+P+S
05
definitieve begroting
06.1 scenario 06.2 scenario 07
goedkeuring of verwerping van het scenario -scenario goedgekeurd: programmaverloop gaat verder -scenario verworpen: ofwel 03.1 ofwel 03.2
P
Productiefase
P1
productieteam samenstellen film-(video-)cameraman klankman film-(video-)monteur studio voor klankafwerking: sonorisatie, mixage incl. commentaarstem 5 studio voor beeldafwerking: trucage, animatie, titels
Regisseur in samenwerking met anderen
O+P O+P+S O+P+S
productie producer
1 2 3 4
P2
prospectie
P3
draaiboek
P4
opnamen
P5
afwerking
regieassistente regisseur zie P1 1 tot 2 regieassistente postproductie
zie P1 2 tot 5 regieassistente
12
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
P6
opleveren
O+P
E
evaluatie
O+P+R
♦ Taakgebieden bij televisie: vergelijking verschillen ten opzichte van speelfilm en opdrachtfilmproductie Producer/Producent − Een televisieproducer is een artistiek producer, die vaak meer dan de regisseur de inhoud van het programma bepaalt. − Een belangrijk deel van de activiteiten van een privé-filmproducent bestaat in het bij elkaar halen van het nodige kapitaal om de film te produceren. Een TVproducer daarentegen krijgt een budget om een bepaald programma te maken. TV-producers zijn dus geen boekhouders of productie-executifs. Hun hoofdtaak is programma's tot stand brengen. − Tot nu toe stonden bij de BRTN de producers onder de leiding van productieleiders. Deze productieleiders zijn hoofd van een bepaalde dienst: sport, informatie, cultuur, drama, ontspanning enz. . − Meer en meer evolueert het produceren voor televisie naar een samenwerking met privé-producenten en coproducties. De privé-producent is dan de uitvoerende producent (executif producer) die er voor zorgt dat de productie tot stand komt terwijl de taak van de TV producer ligt op de inhoud, het artistieke van het programma en het toezicht op eindproduct. Scenario en artistieke medewerkers − Vroeger noemde men een scenarist een cultureel medewerker, nu noemt men hem een programmamedewerker. − Scenaristen die voor fictie werken (vooral TV-reeksen, sitcoms...), schrijven soms in groep, onder leiding van een script-editor. Hij is zowat de baas van de scenaristen. Hij moet de continuïteit van de reeks in het oog houden. Hij moet nauw samenwerken met de producer en de regisseur. Regisseur/realisator − Vooral beeldregisseurs werken voor televisie. Op het vlak van fictie worden ze dikwijls bijgestaan door een acteursregisseur of een spelregisseur omdat de beeldregisseur in de regiekamer moet aanwezig zijn en de spelregisseur bij de acteurs in de studio. Deze ontdubbeling van functie geeft aanleiding tot conflicten. Wie van beiden is de baas? Deze opsplitsing is typisch Belgisch. − In tegenstelling met fictiefilm en opdrachtfilm werkt men bij televisie met meerdere camera's (multicamera) om een programma te 'capteren'. Deze an-dere manier van werken vraagt andere vaardigheden van de regisseur. Om dit onderscheid in taak duidelijk te maken sprak men vroeger van een TV-realisator. Met de komst van VTM en de opsplitsing in beeld- en acteursregisseur wordt 'TV realisator' als specifieke taakomschrijving steeds minder gebruikt. Vermits regisseren voor televisie(multicamera) een andere discipline is dan regisseren voor fictie- of opdrachtfilm worden beide taken door andere regisseurs uitgeoefend. 4.3.1.2 Aanverwante taakgebieden Zowel het programma: 'Het vrije Westen' (radio) als 'Tien om te zien' (TV) moeten samengesteld worden door programmamedewerkers. Een presentator voor een liedjesprogramma moet een tekst hebben die een programmamedewerker voor hem schrijft. De presentator doet zijn presentatie
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
13
ogenschijnlijk spontaan naar de kijker, maar in realiteit leest hij zijn tekst via een autocue van een scherm af. Het bedienen van die autocue wordt gedaan door een programmamedewerker. Programmamedewerkers kunnen doorgroeien tot TVproducers. Iemand die een talkshow leidt wordt gebackt door een aantal mensen die op de hoogte zijn van het maatschappelijk gebeuren en hun kennis in dienst stellen van de talkshowpresentator. Een nieuwe presentator(trice) wordt gecoacht door een coach, enz. Als programmamaker, regisseur, producer, scenarist, redactielid, zowel bij radio als televisie, levert hij redactionele, creatieve, organisatorische, commerciële of technische bijdragen aan het tot stand komen van radio en televisieprogramma's. In reclame- en publiciteitsbureaus is hij (mede-)verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, opvolgen en coördineren van opdrachten: in de creatie en uitvoering staat het artistiek-audiovisueel karakter centraal. Hij kan tewerkgesteld worden binnen het onderwijs als docent, gastdocent, assistent, lector, praktijklector in het hoger onderwijs en als leraar in het technisch, beroeps- en kunstsecundair onderwijs. 4.3.1.3 Specifieke beschrijving van de taakgebieden, in takenclusters en taken Bij een commerciële speelfilm of opdrachtfilm (video).De taakgebieden en takenclusters aangeduid met (*) gelden alleen voor opdrachtfilm. De rest is gemeenschappelijk. Taakgebied Takencluster opstarten * analyseren * communiceren * schrijven
scheppen vragen stellen *
informeren * overleggen
prospecteren concretiseren budgetteren beheren produceren
organiseren plannen
realiseren
visualiseren manipuleert
Taken − hij analyseert de opdracht (opdrachtfilm) − hij start een communicatieproces met de opdrachtgever − hij formuleert de doelstelling van de opdracht − hij concretiseert de opdracht (doelgroep, tijdsduur,...) − hij schrijft een oorspronkelijk scenario − hij stelt zich vragen: - wat is het onderwerp van het programma - wat is de premisse welke inhoudselementen moeten worden verwerkt - welke boodschapkenmerken moet het audiovisueel product hebben? − hij gebruikt de informatie bij het oplossen van problemen − hij overlegt, verwoordt en verantwoordt met een opdrachtgever de vraagstelling m.b.t. de gewenste creatie − hij werkt een draaiboek uit − hij zoekt locaties, die de sfeer van zijn ideeëngoed verbeelden − hij beheert tijd en budget hij is financieel verantwoordelijk voor middelen en mensen − hij zet de productie op en organiseert tijd, middelen en de film (video) ploeg − hij maakt een efficiënte planning binnen het beschikbare budget − hij berekent de kosten − hij betrekt .de juridische aspecten in zijn werk − hij visualiseert het scenario via acteurs en beeldregie − hij manipuleert de werkelijkheid tot een nieuwe werkelijkheid :
14
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
Taakgebied
Takencluster
Taken film − hij communiceert met alle geledingen van het realisatieproces − hij regisseert de acteurs, artiesten, technici in functie van het concept, de stijl, de sfeer en de karakters projecteren testen − hij test het programma op uitzendbaarheid − hij doet eventuele aanpassingen evalueren oordelen * − hij controleert of de vooropgezette doelstelling bereikt is programme- plaatsen − hij plaatst het programma binnen het programmaschema en ren promotie distribueren commercialiseren − hij verkoopt het audiovisueel product om het kenbaar te maken aan het publiek voor wie het bestemd is en om geld te recupereren om nieuwe audiovisuele producten te kunnen opstarten. communiceren regisseren
4.3.2
Beroepscontext 4.3.2.1 Contextgegevens − Werkomstandigheden − Hulpmiddelen − Vereiste resultaten 4.3.2.2 Organisatie van de arbeid ♦ Organisatievorm De audiovisuele kunstenaar en of mediaspecialist wordt tewerkgesteld: − als zelfstandig kunstenaar − in de openbare, commerciële en regionale TV- en radiostations − faciliteitsbedrijven en productiehuizen (KMO's) − reclame en publiciteitsbureaus − audiovisuele diensten van bedrijven en overheidsinstellingen Preproductie Scenarist, regisseur werken individueel zolang ze met hun voorbereiding bezig zijn. Productiefase Het meest specifiek karakter voor de audiovisuele sector is het werken in teamverband, waarbij elkeen een specifieke taak heeft en de daarbij aansluitende verantwoordelijkheid. Postproductie Hier wordt ofwel alleen gewerkt (monteur) ofwel in kleine entiteiten: monteur + regisseur, regisseur + componist, ... . ♦ Organisatie in de werkplaats − Afhankelijk van werkplaats: lokaal, studio, regieruimte... . Alleen aan een tafel, een audiovisueel toestel. Met meerderen, ofwel autonoom maar meestal gecoördineerd of in teamverband. − Afhankelijk van de discipline: film, TV, radio, faciliteitenbedrijf, ... . − Grondstoffen De audiovisuele kunstenaar en/of mediaspecialist werkt in de eerste plaats op de drager film of video. Alle voorbereidingen gebeuren op papier of op computer. Een traditionele animator werkt op cellofaan (doorschijnende
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
15
kunststof waarop kan getekend of geschilderd worden, een cel = na opname op film = 1 filmbeeld). − Gebruik van de hulpmiddelen Film, TV, animatiefilm of andere audiovisuele producties worden gerealiseerd via/met een technische infrastructuur: studio's, decors, opnametoestellen voor beeld en/of geluid, montagetoestellen, computers,... − Beschrijving van de werkvloer Een opnamestudio met decorelementen, accessoires en camera's, een regieruimte met technische infrastructuur om in opname te gaan (life of 'on tape'), een opnameruimte voor animatiefilm met tricktafel om beeld per beeld op te nemen, een montagecel met montagetafel, een computerruimte met computer en monitors,... . ♦ Organisatieregels buiten de werkplaats − Milieu De audiovisuele sector is een milieuvriendelijke sector. Er wordt uitsluitend software geproduceerd. − Veiligheid Speciale voorzieningen moeten getroffen worden in verband met brandveiligheid in studio's. Bijzondere veiligheidsvoorschriften zijn noodzakelijk voor de elektrische en elektronische apparatuur. − Gezondheid en hygiëne Het opstellen van fysieke en psychische vereisten is eigenlijk uitgesloten gezien de grote verscheidenheid in werkomstandigheden. − Deontologie Als creator moet hij zich grondig bewust zijn van de eindverantwoordelijkheid ten aanzien van medewerkers, opdrachtgevers en publiek. Hij moet de artistieke, ethische en sociale gevolgen inschatten van zijn denken en handelen.
4.4
Ondersteunende kennis
4.4.1
Gemeenschappelijke basiskennis Hij bezit voldoende artistieke, technologische en maatschappelijk onderbouwde kennis van media en kunsten om: − de artistieke waarden van de audiovisuele producten te onderkennen − deze informatie te gebruiken bij het oplossen van specifiek artistieke en/of praktische problemen − de ontwikkelingen op artistiek-technisch vlak, die aansluiten bij zijn werksituatie te blijven volgen − zich grondig te verdiepen in zijn eigen vakgebied en voeling te houden met aanverwante sectoren in kunsten en media
4.4.2
Algemene beroepsgerichte kennis Traditionele kennis De audiovisuele kunstenaar/mediaspecialist heeft: − Inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van het beschikbare instrumentarium . − Hij kan bondig en duidelijk communiceren met zijn collega's en zijn publiek, klanten en opdrachtgevers en − Hij kan aan hen verslag uitbrengen van de processen en de productkwaliteit.
16
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
− Hiervoor moet hij resultaten van uitgevoerde onderzoeken of experimenten kunnen structureren, interpreteren, samenvatten en rapporteren. − Hij is in staat innoverend te werken. Nieuwe technologie De traditionele audiovisuele communicatiemiddelen worden vervangen door nieuwe mediatechnieken: hij moet zich deze nieuwe mediatechnieken eigen maken: Internet, specifieke audiovisuele computersoftwareprogramma's,... .
4.4.3
Aanbeveling naar leerplan Aangezien het kunstonderwijs zelf een creatieve impuls geeft aan de artistieke en audiovisuele mediawereld kunnen de onderwijsdoelstellingen nooit volledig en automatisch afgestemd worden op de beroepsprofielen. De doelstellingen moeten gerealiseerd worden door de opleidingsverantwoordelijken en beoordeeld worden door de opleidingsverantwoordelijken en de betrokkenen uit de audiovisuele kunsten en media. Opdat een afgestudeerde met een meestergraad in de audiovisuele kunst de opgesomde taken, opdrachten en werkzaamheden met succes zou kunnen opnemen, worden er in de opleiding minimale en algemene opleidingsdoelstellingen gerealiseerd. Binnen het geschetste profiel leggen de verschillende hogescholen hun eigen klemtonen. ♦ Specifieke opleidingsdoelstellingen De meester in de audiovisuele kunst beschikt over voldoende geïntegreerde kennis en inzicht in: − verbaal/non-verbaal/beeldende communicatie- en/of artistiek proces − maatschappelijk, socioculturele, historische en politieke onderbouw van media en/of artistiek gebeuren − de technieken van audiovisuele processen − analytische methoden om verbale/non-verbale/beeldmatige uitdrukkingsvormen en mogelijkheden te duiden − economische en juridische aspecten van de audiovisuele en/of artistieke processen in een evoluerende maatschappij − ethische, psychologische, sociologische, filosofische en maatschappelijke impact van de audiovisuele processen De meester in de audiovisuele kunst beschikt over creatieve en communicatieve vaardigheden en productietechnieken om audiovisueel en/of artistiek werk uit te voeren en te evalueren. ♦ Algemene doelstellingen De meester in de audiovisuele kunst kan: − kritisch denken en handelen − zelfstandig werken − in teamverband werken − verworven inzichten en vaardigheden naar anderen overbrengen − doeltreffend en adequaat communiceren − de hoofdzaken van de bijzaken onderscheiden en dit op een gepaste wijze tot uiting brengen − kritisch (samen)werken
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
17
De meester in de audiovisuele kunst: − is zich bewust van de impact van zijn creëren, handelen en denken − beschikt over de nodige taalvaardigheid, kennis en inzicht om de internationale evolutie − in de artistieke, technische en wetenschappelijke informatie in het eigen vakgebied en/of − het artistieke veld in het algemeen te kunnen begrijpen en te kunnen over dragen
4.5
Beroepshoudingen
4.5.1
Beroepshoudingen De audiovisuele kunstenaar/mediaspecialist bezit volgende attitudes: − hij kan op een persoonlijke manier zelfstandig of in teamverband werken met zowel collega's uit de eigen als uit andere disciplines − hij evalueert de eigen creaties kritisch. Hij kan verantwoordelijkheid nemen. − hij die in dienstverband werkt, bezit de nodige flexibiliteit om zich aan te passen aan de wijzigende werkomstandigheden die het gevolg zijn van de evoluties op technisch of sociocultureel, maatschappelijk en wetenschappelijk gebied
4.5.2
Beroepsdrempels Gezien de grote verscheidenheid in werkzaamheden is het opstellen van de fysieke en psychische vereisten zeer uiteenlopend. Een groot weerbaarheidsvermogen en een grote stressbestendigheid zijn mogelijkerwijze fysieke vereisten. Hij die het beroep als zelfstandige uitoefent wordt geacht op de hoogte te zijn van de wettelijke reglementeringen betreffende het zelfstandig statuut.
18
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
5
5.1
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Omschrijving van het niveau De scenarioschrijver, de regisseur, de producer, de journalist,... manifesteren zich als kunstenaar of mediaspecialist, als zelfstandige of in dienstverband en is (eindverantwoordelijk voor de audiovisuele creatie. Hij moet plannen, organiseren, coördineren en controleren en bezit voldoende artistieke, technologische en maatschappelijke kennis van media en kunsten. Hij is in staat de complexe audio-visuele vraagstelling constructief, structureel en doelgericht op te lossen.
5.2
Criteria De audiovisuele kunstenaar/mediaspecialist is verantwoordelijk voor: − plannen uitvoeren, volgen en coördineren van artistieke processen en producties − eindverantwoordelijk voor, artistieke, redactionele, organisatorische, financiële, commerciële of technische mediaprocessen en -producten
5.3
Niveaubepaling De kwalificatie van het beroep audiovisueel kunstenaar en/of mediaspecialist wordt bepaald door de complexiteit van de artistieke creatie en de grote verantwoordelijkheid t.a.v. medewerkers, financiën, en de audiovisuele opdracht.
5.4
Controle interne consistentie en verificatie realistisch karakter − − − −
Bezoek aan werkplaats. Beroepsbeoefenaar voldoet aan de gestelde eisen. De eisen worden gesteld door een eigen selectiesysteem. De sector ontwikkelde een eigen systeem van kwaliteitszorg.
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
6
BIBLIOGRAFIE
♦ AV Industrie Making Magazines, Baudelostr 29-9000 Gent ♦ Application & Co, P. Josset, Luchtschipstr.55,1 130 Brussel ♦ Mediadoc, Rogierstr. 217,1030 Brussel
19
20
BEROEPSPROFIEL AUDIOVISUEEL KUNSTENAAR
7
MEDEWERKERS
♦ Jan Van Praet, departementshoofd KHLim ♦ Marc De Boever, docent KHLim ♦ Willem De Greef, directeur St.-Lukas Brussel ♦ Gilbert Luyten, departementshoofd Rits ♦ Hilde Saenen, coördinator Rits ♦ Wouter Hessels, ass. van de directie Rits ♦ Chantal De Smet, departementshoofd KASK, Gent