STUDIE 105 BEROEPSPROFIEL Journalist
BEROEPSPROFIEL journalist
sector : journalistiek beroep : journalist
Werkgroep beroepsprofielen van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/47 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out
INHOUD BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
I N H O U D
1
IDENTIFICATIE
1.1
Identificatiegegevens
1
1.2
Opdracht
1
1.2.1 1.2.2
2
Opdrachtgever Doelstellingen
1 1
1.3
Procedure
1
1.4
Methode
1
BEROEPSPROFIEL
2.1
Vooronderzoek 2.1.1
3
1
Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 2.1.1.1 Macro-economische situering van de sector 2.1.1.2 Beschrijving van ontwikkelingen in de sector
2
2 2
2.2
Analyse van de arbeidsmarkt
2 2 4
2.3
Gegevens over het beroep
6
2.4
Gegevens over de functies verbonden aan het beroep
7
2.5
Relateren van functies aan het beroep
7
VASTLEGGEN VAN DE BEROEPENSTRUCTUUR EN
8
DE BEROEPENCLUSTERS
4
IN KAART BRENGEN VAN RELATIE TUSSEN
9
BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
5
4.1
Relatie beroepen en opleidingen
9
4.2
Visie ten aanzien van de opleiding
9
BEROEPSPROFIEL
11
5.1
Benaming
11
5.2 5.3
Beschrijving van het beroep Beschrijving van de activiteiten
11 11 11 11 12 12 12 18 18
5.3.1
5.3.2
Taken 5.3.1.1 Taakgebieden 5.3.1.2 Aanverwante taakgebieden 5.3.1.3 Clustering van de taakgebieden tot een beroep 5.3.1.4 Specifieke beschrijving van de taakgebieden Beroepscontext 5.3.2.1 Contextgegevens
INHOUD BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
5.4
Algemene kennis 5.4.1 5.4.2 5.4.3
5.5
Beroepshoudingen 5.5.1 5.5.2
6
7
Talenkennis Algemeen vormende kennis m.b.t. het beroep Basiskennis Beroepshoudingen Beroepsdrempels
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
19 19 19 19 19 20 20
21
6.1
Criteria
21
6.2
Niveaubepaling
21
CONTROLE INTERNE CONSISTENTIE EN VERIFICATIE REALISTISCH KARAKTER
24
7.1
De eisen worden gesteld door een eigen selectiesysteem
24
7.2
De kwaliteitszorg
25
7.3
Gestelde eisen aan de beginnende beroepsbeoefenaar
25
8
BIBLIOGRAFIE
26
9
MEDEWERKERS
27
BIJLAGE
Redactieadressen van de Belgische dagbladen
28
Redactieadressen van nationale omroepen
30
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
1
1.1
1
IDENTIFICATIE
Identificatiegegevens Beroep: Beroepsprofiel:
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
journalist journalist
De minister van onderwijs heeft in 1993 aan de hogescholen de opdracht gegeven om beroepsprofielen en basiscompetenties te maken voor de opleidingen. Hiertoe werden werkgroepen opgestart. De minister duidde per werkgroep een voorzitter aan. Voor de basisopleiding journalistiek werd geen werkgroep geïnstalleerd omdat geen enkele school een aanbod had. In 1995 belastte de minister de Vlor met de begeleiding van de werkzaamheden. In het academiejaar 1995-96 startte de Vlor de werkgroepen beroepsprofielen opnieuw op en toetste de ontwerpen van beroepsprofiel aan de handleiding van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. In 1997 werd een leegte aangevoeld in het medialandschap en werd een werkgroep beroepsprofielen ‘journalistiek’ opgestart met het doel een beroepsprofiel van de journalist te maken.
1.2.2
Doelstellingen Door het aanmaken van beroepsprofielen wordt onderwijs nauwer betrokken bij het arbeidsveld. De beschrijving van de beroepen moet onderwijs toelaten het opleidingsaanbod transparanter te maken en de jongeren beter te informeren over het beroep en de opleidingen ertoe.
1.3
Procedure De procedure werd voorgeschreven door de koepelcommissie opleidingsprofielen van de Vlaamse Onderwijsraad. De beroepsprofielen worden gemaakt volgens de handleiding van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling of volgens de door de koepelcommissie goedgekeurde handleiding van de SERV. Voor het hogeschoolonderwijs werd de DvO-handleiding gebruikt. De sociale partners schrijven het beroepsprofiel. Het beroepsprofiel wordt geëvalueerd door de Raad Hoger Onderwijs en wordt bekleed met een advies aan de minister van onderwijs. Het beroepsprofiel dient als basis voor het opleidingsprofiel en de daaruit af te leiden basiscompetenties.
1.4
Methode De werkgroep werkt volgens de conferentiemethode.
2
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
2
BEROEPSPROFIEL
2.1
Vooronderzoek
2.1.1
Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 2.1.1.1 Macro-economische situering van de sector De Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers telt vandaag ongeveer 250 uitgevers, van eenmanszaken of kleine verenigingen over goed gestructureerde KMO’s tot dochterbedrijven van multinationals. Samen geven zij ruim 600 titels uit, met verschijningsfrequenties die variëren van wekelijks tot jaarlijks, van familiebladen tot hoog gespecialiseerde vakbladen (bv hoefsmeden, organisten, schrijnwerkers, enz) met oplagen van 100 tot 1.200.000 exemplaren, verspreid via losse verkoop, post, huis aan huis of op andere wijzen. Qua periodiciteit kennen we de volgende onderverdeling: jaarboeken halfjaarlijks driemaandelijks tweemaandelijks maandelijks tweewekelijks wekelijks andere totaal
Titel 21 titels 12 titels 108 titels 75 titels 192 titels 56 titels 121 titels 46 titels 631 titels
2.1.1.2 Beschrijving van ontwikkelingen in de sector ♦ Socio-economische factoren De dagbladpers (vestigingen in bijlage) en de weekbladpers zijn voornamelijk gevestigd in en rond grote steden: Brussel, Antwerpen, Gent, Hasselt en Roeselare. De periodieke pers is verspreid over het ganse grondgebied omdat vele kleine KMO’s betrokken zijn bij dit persgebeuren. Naast de vele KMO’s zijn er enkele grote uitgeverijen. Voor de audiovisuele pers, en de multimedia, is er een duidelijke concentratie van de omroepen in en rond Brussel. Dit betreft zowel de nationale televisie- als radioomroepen, als de aanverwante teletekst- en websiteredacties. Het landschap wordt wel aangevuld met een tiental regionale televisieomroepen, die over de Vlaamse provincies zijn gespreid en een groot aantal ‘vrije’ radio’s die zelfs tot op gemeentelijk vlak actief kunnen zijn.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
3
De bedrijven zijn als volgt gestructureerd: ALGEMENE DIRECTIE
PERSONEELSDIENST
GRAFIEK & TECHNIEK
REGIE/LAY-OUT MONTAGE/DRUKKERIJ
ADMINISTRATIE
COMMERCIËLE
REDACTIE ALGEMEEN SPORT
CAMERA/KLANK COMMUNICATIETECHNIEK
MAGAZINES TELEVISIE RADIO
DOCUMENTATIE/ARCHIEF
TELETEKST ANDERE
DIRECTEUR INFORMATIE HOOFDREDACTEUR EINDREDACTEUR
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN PRODUCTIE
REDACTEUREN IN VASTE DIENST
RESEARCH FREELANCE ARCHIEF
♦ Technologische factoren De intrede van de computer en de multimedia opende nieuwe perspectieven voor de pers. Niet alleen komen er nieuwe media bij (internet, teletekst), ook het dagelijkse werk van de doorsnee journalist wordt er fundamenteel door beïnvloed. Zo is het documentatie- en informatieaanbod van de reporter oneindig veel groter geworden. De printjournalist moet zelf zijn stukken doorsturen, corrigeren, en een begin van lay-out meegeven. De radiojournalist neemt zelf zijn interview op, verknipt de klankfragmenten en stuurt zelf zijn verslag door naar de redactie. De televisiejournalist zal straks niet alleen de teksten maken en de interviews, meer en meer zal hij met de montage en de verwerking van de beelden worden geconfronteerd. Er zijn momenteel redacties waar de functie van journalist wordt gecombineerd met die van cameraman. Deze evolutie veronderstelt bij de journalist een doorgedreven technische kennis.
4
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
♦ Politieke en maatschappelijke factoren Wie in België een periodieke publicatie wil opstarten is verplicht daarvan aangifte te doen bij het Wettelijk Depot, een afdeling van de Koninklijke Bibliotheek van België (Brussel). Daar zijn liefst 13.000 titels van periodieken (exclusief jaarboeken) geregistreerd, die effectief vandaag worden uitgegeven en waarbij, volgens een woordvoerder van de dienst zelf, men er moet van uitgaan dat nog een ca 2.000 à 3.000 titels niet gedeponeerd werden. Dat brengt het totaal dus op 15.000 à 16.000 titels. Zeer waarschijnlijk gaat het hier voor een groot deel om eenmansactiviteiten of om bladen uitgegeven door kleine vzw’s, maar het blijft een getal dat te denken geeft. De in de grondwet gegarandeerde vrijheid van meningsuiting en het feit dat aan het uitgeven van een tijdschrift vrijwel geen wettelijke formaliteiten zijn verbonden hebben tot gevolg dat er jaarlijks heel wat nieuwe titels op de markt verschijnen, maar ook dat er steeds een pak verdwijnen. In tegenstelling tot de schrijvende media zijn de openbare en particuliere audiovisuele media scherp gereglementeerd. omdat neutraliteit en objectiviteit vooropgestelde vereisten zijn. De vrije audiovisuele media en de multimedia kennen deze beperkingen nog niet. De dagbladpers en de weekbladpers zijn gemakkelijker in kaart te brengen omdat er veel minder titels zijn.
2.2
Analyse van de arbeidsmarkt Gegevens over de werkgelegenheid in de sector Om een inzicht te verwerven in de tewerkstelling in de sector nemen wij als basis de erkende journalisten. De Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie heeft 4399 identificatiekentekens- en documenten afgeleverd. Deze personen worden erkend als journalist. Het aantal omvat Nederlandstalige en Franstalige beroepsjournalisten en journalisten van de periodieke pers voor gespecialiseerde informatie. Na een bevraging bij een geselecteerd en representatief aantal leden in de vier belangrijkste secties van de Unie der Uitgevers van de Periodieke Pers (UUPP) kunnen wij wel de volgende algemene evolutielijnen geven. Het ledenaantal van de vereniging van de Journalisten van de Periodieke Pers bedraagt momenteel 1.200 leden, terwijl er ook nog een paar splinterverenigingen bestaan. Het gaat hier vooral om freelancers, die meestal voor verschillende bladen tegelijk werken. De periodieke bladen kunnen we indelen in volgende secties: −
Publieksbladen: algemeen informatief of special interest, in losse verkoop of per abonnement. Er zijn twee soorten: verkochte bladen en gratis verspreide bladen. De gratis verspreide bladen dienen minimaal 30% redactieartikels te bezitten. De titels zijn als volgt verdeeld: • •
− − − −
1
verkochte publieksbladen: 141 titels1 gratis verspreide publieksbladen: 91 titels
Vakbladen en gespecialiseerde publicaties met gerichte verspreiding (206 titels) Verenigingsbladen en bladen uitgaande van belangengroepen met hoofdzakelijke verspreiding naar eigen leden (145 titels) Bedrijfsbladen, house organs en sponsored magazines (bladen zijn verenigd in een eigen groepering, 25 titels) Jaarboeken (21 titels)
Titels aangesloten bij de BUVD.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
5
We geven een evolutie weer van 1990 tot 1997 en schetsen de tendensen naar de toekomst:
Verkochte publiekstijdschriften Vakbladen Verenigingsbladen Gratis verspreide publieksbladen
In vast dienstverband huidige toekomstige status quo status quo status quo status quo + 5%
status quo stijgend status quo
Freelance huidige toekomstige + 25% status quo + 80% status quo + 100%
stijgend status quo stijgend
We merken hierbij op dat het werken met freelancers meestal efficiënter ervaren wordt bij de gespecialiseerde bladen. Hiervoor vinden we verschillende redenen: − −
− −
Nieuwe aanwervingen zullen er enkel komen als in de bedrijven innovaties worden ingevoerd. De innovaties vragen gespecialiseerde journalisten omdat deze vernieuwingen worden gerealiseerd binnen een specifiek domein van de sector. Het werkvolume is echter meestal onvoldoende om voltijdse personeelsleden in dienst te nemen (de lonen en de sociale lasten wegen meestal te zwaar door voor de vele kleine bedrijven in de sector). We stellen vast dat ook in de mediawereld vele KMO’s werkzaam zijn. Vaste krachten dienen meer polyvalent te zijn omdat deze worden belast met andere taken in het bedrijf. De aanwervingen moeten de nood aan plaatselijke informatie invullen. Hiervoor zijn plaatselijke losse correspondenten de aangewezen personen. Een vaste hoofdredacteur dirigeert vanuit het bedrijf deze losse medewerkers.
We moeten eveneens rekening houden met het feit dat vele freelancers worden belast met tijdelijke opdrachten. De Belgische Vereniging van de Dagbladuitgevers (BVDU) geeft volgende cijfers: Jaartal 1992 1993 1994 1995 1996 1997
Vast dienstverband 696 711 710 723 696 712
Freelance 13 463 467 434 875 *
een uitgeverij heeft alleen haar cijfers voor 1997 medegedeeld
De dagbladpers merkt op dat het aantal freelancers sterk schommelt. Voor de toekomst voorziet de dagbladpers geen of zeer beperkte groei in het aantal journalisten in vast dienstverband. Er zal meer flexibiliteit verwacht worden van de journalist. Eenzelfde redactie zal de extra activiteiten moeten verwezenlijken wat automatisch een meer polyvalente opstelling vereist van de journalist en een bredere en grotere inzetbaarheid. Voor de freelancers zal een markt ontstaan. De freelance is dikwijls de norm voor de beginnende journalist. Voor de audiovisuele media ligt dit eerder genuanceerder. De VRT werkt met vast personeel en met
6
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
conctractuelen. De particuliere zenders en de regionale zenders werken met vast personeel, contractuelen en enkele freelancers. De eindredactie en de hoofdredactie zullen bestemd zijn voor doorgroei en leiden naar de vaste kaders. De journalist, die als freelance journalist blijft werken, komt niet in aanmerking voor deze vaste kaders. Zij die zich onderscheiden in kwaliteit en/of specialisatie groeien door. De Nationale Federatie der Informatie Weekbladen (NFIW) geeft slechts cijfers voor 1997 in vast verband 232
1997
Freelance 731
Als wij de cijfers totaliseren bekomen we het volgend resultaat voor 1997 1
in vast verband
2
Freelance
944 journalisten voor de dag- en weekbladpers voor de periodieke pers een stijging van 5% in de sectie gratis verspreide publieksbladen 1606 journalisten voor de dag- en weekbladpers voor de periodieke pers een stijging van 100% in de sectie gratis verspreide publieksbladen
In de audiovisuele media onderscheiden we de radio en de televisie. De radio wordt onderverdeeld in openbare omroep, de vrije radio en de particuliere radio. De omroepen kunnen onderverdeeld worden als volgt: de nationale zender, de regionale zenders en de doelgroepenzenders. De televisie wordt onderverdeeld in een openbare televisie, de particuliere televisie en de regionale televisie. Ook hier worden de omroepen ingedeeld in nationale zenders en doelgroepenzenders. In de multimedia vinden we internet en de websites.
2.3
Gegevens over het beroep De journalist werkt in de geschreven pers en de audiovisuele pers. De schrijvende pers omvat nog steeds 75% van de journalistieke bedrijvigheid en 25% gaat naar de audiovisuele pers. Zowel de schrijvende als de audiovisuele pers bedienen zich van de multimedia. Multimedia zal zich aandienen als een afzonderlijk marktsegment en zijn deel van de arbeidsmarkt opeisen. We stellen vast dat het bedienen van bepaalde apparatuur sterk vereenvoudigd wordt zodat de journalist meer genoopt wordt om zelf deze apparatuur te bedienen (b.v. opnemen van geluid bij interview, illustreren van artikel, enz). Het werkveld van de journalist wordt op deze wijze uitgebreid tot domeinen, die voorheen de journalist zijdelings beroerden en die hij momenteel tot zijn taakgebied moet rekenen. In de wereld van de journalisten onderscheiden we volgens de regelgeving de beroepsjournalist van de journalist van beroep.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
2.4
7
Gegevens over de functies verbonden aan het beroep Een journalist kan verschillende functies vervullen. Sommige functies kunnen gezien worden als volwaardige beroepen. In de media worden volgende functies opgesomd2: − Hoofdredacteur: inhoudelijke coördinatie, management en beleidsvorming. − Redactiesecretaris: administratie, dagelijkse kwaliteitscontrole, uitvoerings- en inhoudelijke coördinatie. Bij VRT is de redactiesecretaris een eindredacteur. − Eindredacteur: managementondersteunende specialistenfunctie − Redacteurchef: combinatie van leidinggeven, uitvoeringscoördinatie, kwaliteitscontrole en redactioneel werk. In de audiovisuele media is de chef de medewerker van de hoofdredacteur. − Editorialist (of beeldvormend redacteur): redactioneel werk bepalend voor het beeld van de titel − Lay-out redacteur/regisseur3: maakt lay-out/ maakt de regie van de uitzending − Redacteur specialist desk: concentreert zich op informatieverzameling en opmaken van teksten binnen een afgebakend inhoudelijk gebied. Hij werkt binnen/berichten inlezen. − Redacteur specialist reporter: concentreert zich op informatieverzameling en opmaken van teksten binnen een afgebakend inhoudelijk gebied. Hij werkt buiten/berichten inlezen − Polyvalent redacteur: werkt op verschillende afgebakende inhoudelijke gebieden in een regio − Redacteur fotograaf: nemen van foto’s en de daartoe benodigde informatie − Presentator: het lezen van nieuwsberichten − Cameraman − Beeld- en geluidstechnicus − Researchmedewerker − Correspondent − Redacteur teletekst en multimedia De VUM komt tot een classificatie van het beroep journalist in de dagbladpers4. (bijlage) Belangrijk hierin is de indeling van het beroep in niveaus.
2.5
Relateren van functies aan het beroep Beroep
functies: clusteren tot een beroep JOURNALIST
AANVERWANTE BEROEPEN
EINDREDACTEUR REDACTIECHEF
ART-DIRECTOR/REGISSEUR BEELD- EN GELUIDSTECHNICUS RESEARCH-MEDEWERKER
REDACTIESECRETARIS REDACTEUR PRESENTATOR FOTOGRAAF CAMERAMAN EDITORIALIST LAY-OUT-REDACTEUR SPECIALIST DESK SPECIALIST REPORTER REDACTEUR TELETEKST EN MULTIMEDIA
CORRESPONDENT
HOOFDREDACTEUR 2 3 4
BVDU. Studie journalistieke functies en werkomstandigheden in de Belgische dagbladpers., Berenschot, 1989. In cursief worden de audiovisuele media en multimedia aangeduid. In de audiovisuele media draagt de regisseur geen statuut van journalist. Classificatie journalisten VUM, 1 mei 1998
8
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
3
VASTLEGGING VAN DE BEROEPENSTRUCTUUR EN DE BEROEPENCLUSTERS
We kunnen de sector indelen in grote domeinen: geschreven pers (dagbladpers, weekbladpers, periodieke pers en gespecialiseerde pers), audiovisuele pers (radio en televisie) en de multimedia. Volgens UNESCO wordt een dagblad geacht minimum vier maal te verschijnen per week en een weekblad éénmaal per week. Tijdschriften en kranten die verschijnen met een andere frequentie behoren tot de periodieke pers. De gratis verspreide publieksbladen dienen minimum 30% artikels te bevatten. Structuur MEDIA
SCHRIJVENDE PERS
DAGBLADPERS
WEEKBLADPERS
MULTIMEDIA ...
PERIODIEKE PERS
GESPECIALISEERDE PERS (bv. bedrijfspers)
publieksblad
vakblad
verenigingsblad
AUDIOVISUELE PERS
AGENTSCHAP … PERS BEELD
RADIO
TELEVISIE
nationaal regionaal doelgroepen
verkocht
gratis verspreid
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
4
4.1
9
IN KAART BRENGEN VAN RELATIE TUSSEN BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
Relatie beroepen en opleidingen Beroep Journalist
Voorziene opleidingen Universitair onderwijs Hogeschoolonderwijs 1C Pers en voorlichting Hogeschoolonderwijs 2C Journalist5
Uitgever
De beginnende beroepsbeoefenaar heeft de volgende opleiding genoten in vast verband in % Week Periodiek VP Va Ve GP 65 40 67 75 0 15 60 28 15 0
40 20
Freelance in % Week Periodiek VP Va Ve* GP 37 50 63 0 22 50 37 25
Dag
Universitair 80 HO lange 5 type HO korte 15 12 0 5 type Secundair 0 8 0 0 onderwijs Legende : dag = dagbladpers week = weekbladpers periodiek = periodieke pers VP = verkochte publieksbladen Va = vakbladen Ve = verenigingsbladen GP = gratis verspreide publieksbladen
Dag
5
0
30
16
0
0
35
5
0
10
25
0
0
40
In de audiovisuele media is het percentage universitairen zeker even hoog, zoniet hoger.
4.2
Visie ten aanzien van de opleiding De kracht van een redactie gaat samen met de ervaring, de verscheidenheid, en de vormelijke en inhoudelijke creativiteit van de medewerkers. Om deze kracht te bewaren is het aangewezen om het beroep open te houden voor alle leerwegen. Voor de nationale titels en omroepen is een universitaire opleiding of een gelijkgestelde opleiding in een hogeschool zoniet een minimumvereiste, dan toch een richtsnoer. Voor de regionale en de periodieke pers, vakbladen uitgesloten, zal het redactiebestand zich richten naar niet-universitair geschoolden of gelijkgestelden uit het hogeschoolonderwijs.
5
Decretaal is de basisopleiding journalistiek voorzien, maar nog niet ingericht door de hogescholen.
10
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
De eigenheid van het vak vraagt deontologisch, inhoudelijk en vormelijk een eigen opleiding. Vanuit een generalistische visie vragen de media om hooggekwalificeerde journalisten, die een brede kijk hebben op de actualiteit, de maatschappij en de natuur. Deze journalisten zijn sterk communicatief vaardig, juridisch geschoold en wetenschappelijk onderlegd. Een hogeschoolopleiding van het type hogeschoolonderwijs van twee cycli is hier op zijn plaats Vanuit de specifieke visie vraagt de mediawereld hooggekwalificeerde journalisten, die een specifieke opleiding hebben genoten in een wetenschappelijk domein en journalistiek zijn bijgeschoold. Een postgraduaat ‘journalistiek’ kan deze doelgroep opleiden. Naast deze twee doelgroepen bestaat een ondersteunende doelgroep. Deze journalisten ondersteunen de werkzaamheden van de hogergenoemde doelgroepen. Zij zijn technischer geschoold in een bepaalde ondersteunende activiteit (administratief, beeld-geluid-montage, fotografie, informatieverzameling en archivering). Deze doelgroep kan opgeleid worden in het hogeschoolonderwijs van een cyclus.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
5
5.1
11
BEROEPSPROFIEL
Benaming Journalist
5.2
Beschrijving van het beroep Algemeen kan gesteld worden dat het profiel van de schrijvende journalist en de radio/tv/multimediajournalist niet fundamenteel anders is, ook al is er een grote diversiteit in de organisatievorm van de bedrijven, de arbeidsmarkt, in de technische vereisten van het beroep. Alleen voor de cameraman liggen de normen van de opleiding ver verwijderd van de doorsneejournalist. Anderzijds zijn er in de nieuwe media een aantal functies, die categoriek buiten de journalistiek blijven staan, zoals de regisseurs en hun assistenten, de grafici en andere ‘vormverwerkers’. Een journalist maakt en presenteert bijdragen over de actualiteit (politieke, maatschappelijke, culturele en sportieve), of over de recente ontwikkelingen in de natuur en de maatschappij. De door de nieuwsdienst gemaakte actualiteiten- en duidingsbijdragen zijn bedoeld voor een zo breed mogelijk publiek en moeten inzake vorm en kwaliteit beantwoorden aan de normen van het medium en de journalistieke deontologie. Een onderscheid dient gemaakt tussen een beroepsjournalist (Wet betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist, 30 december 1963) en een journalist van beroep (KB van 12 april 1965 tot het instellen van identificatiedocumenten en kentekens voor de leden van de periodieke pers - gespecialiseerde informatie).
5.3
Beschrijving van de activiteiten
5.3.1
Taken 5.3.1.1 Taakgebieden (typefunctie(s)) We onderscheiden acht taakgebieden: administratie, redactie, presentatie, kwaliteitscontrole, uitvoeringscoördinatie, vormelijke coördinatie, management/staf en beleidsvorming.. De taakgebieden hebben betrekking op de schrijvende pers, de audiovisuele pers en de multimedia. In de takenanalyse zullen deze drie sporen aan bod moeten komen.
12
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
5.3.1.2 Aanverwante taakgebieden Als aanverwante taakgebied bestaat de regisseur, de monteur, de beeldtechnicus, de geluidstechnicus en de communicatietechnicus. 5.3.1.3 Clustering van de taakgebieden tot een beroep De taakgebieden worden geclusterd tot het beroep journalist. Deze taakgebieden kunnen geclusterd worden tot functies, die kunnen uitgevoerd worden door een journalist. Berenschot maakt hiervan een frame. Voor het beroepsprofiel zijn vier clusters essentieel (zie 5.3.1.4): 1 Hoofdredacteur Eindredacteur Redacteur Redactiesecretaris Editorialist Redacteur lay-out Desk Reporter Fotograaf-journalist Cameraman-journalist Presentator Correspondent Redacteur teletekst en multimedia
2
3
4
5
6
✗ ✗ ✗
✗
✗
✗ ✗
7 ✗
8 ✗
✗
✗
✗ ✗
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
✗
✗ ✗
Aanverwante beroepen 1 Art-director/regisseur Beeld-geluidtechnicus Researchmedewerker Grafici Vormverwerkers 1 = administratie 2 = redactie 3 = presentatie 4 = kwaliteitscontrole 5 = uitvoeringscoördinatie 6 = vormelijke coördinatie 7 = management/staf 8 = beleidsvorming
2
3
4
✗
✗
✗ ✗
✗ ✗
5
6 ✗
7
8
✗
De journalist kan in verschillende segmenten van een bedrijf werken. Het is daarom noodzakelijk dat de beginnende journalist thuis is in deze segmenten. 5.3.1.4 Specifieke beschrijving van de taakgebieden (typefunctie(s)), in takenclusters (deelfuncties) en taken Het beroepsprofiel omschrijft het beroep van journalist in de functie van hoofdredacteur, redacteur, redacteur lay-out en redactiesecretaris. We kunnen verder nog een aanverwante functie aanstippen, nl. redacteur fotograaf. Hiervoor dient de verwantschap gezocht met het beroepsprofiel van fotograaf, beeld-geluid-montage en andere.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
TAKENCLUSTER SUBCLUSTER Taakgebied 1: Administratie 2.1 Briefwisseling 1.1.1 Sorteren en verdelen van de post 2.2 Interne admini- 1.2.1 Bijhouden van persoonlijk archief 1.2.2 Verwerken van onkostennota’s stratie 1.2.3 Verwerken, uitschrijven, invoeren en doorgeven van de inkomende informatie
13
TAKEN
KENNIS − secretariaat − archivering − computerken-
nis
− analyse − informatiever-
zameling
Taakgebied 2: Redactie 2.1 Informatiever2.1.1 Desk zameling
2.1.2 Bijdragen
2.2 Tekstredactie
6
2.1.1.1 Organiseert het werk aan de desk 2.1.1.2 Verzamelt en selecteert evenwichti-
ge en juiste informatie om reportages en bijdragen te maken die het grote publiek snel en correct op de hoogte brengen van de actualiteit. 2.1.1.3 Volgt de actualiteit op de voet en beoordeelt maatschappelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen naar belangrijkheid en interesse van het publiek 2.1.1.4 Verzamelt achtergrondinformatie door het lezen van documenten (wetenschappelijk) 2.1.1.5 Zoekt inspiratie voor nieuwe onderwerpen in informatiebronnen 2.1.2.1 Maakt bijdragen in de vorm van berichten, interviews, duiding en reportages. 2.1.2.2 Woont nieuwsevenementen bij zoals politieke debatten, betogingen, persconferenties, calamiteiten 2.1.2.3 Verzamelt nieuws door het bijwonen van gebeurtenissen, interviews en persoonlijke contacten 2.1.2.4 Onderhoudt contacten met externe leveranciers van bronnen (bibliotheken, databanken, documentatiecentra) 2.1.2.5 Onderhoudt contacten met doorvoerwijzers en bevoorrechte getuigen 2.1.2.6 Onderhoudt goede contacten met politici, beleidsverantwoordelijken, organisaties, verenigingen en besturen om de kwantiteit van de informatie te verzekeren 2.1.2.7 Staat in voor verslaggeving: redigeren van commentaren en duiding 2.1.2.8 Bereidt interviews voor 2.1.2.9 Trekt informatie uit tweede hand na 2.2.1 Neemt deel aan de redactievergaderingen 2.2.2 Bepaalt mede de inhoud van de titel/ uitzending: • verzorgt pagina 1/headlines • selecteert, werkt uit en controleert onderwerpen, die bijdragen tot het maken van objectieve, evenwichtige nieuwsbulletins en informatieve bijdragen • stelt een bijdrage samen • geeft vorm aan de bijdrage
Onder bijdrage verstaan we een artikel of een uitzending van radio of televisie
− werkorganisatie − actualiteit op-
volgen
− dossier samen-
stellen
− dossier inter-
preteren
− bronnenstudie − wetenschappe-
lijk onderzoek
− bronnenstudie
− journalistieke
taal
− vergadertech-
nieken
− verslaggeving − interviewtech-
nieken
− talen: Frans en
Engels
− communica-
tietechnieken
− bronnenstudie − omgangsvor-
men
− omgangsvor-
men
− verslag maken − gegevens inter-
preteren
− gegevens dui-
den
− vergadertech-
nieken
− montage en
lay-out technieken − programmatietechnieken − esthetische vormgeving − wetenschappelijk onderzoek
14
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
• bepaalt mede de koppen • controleert de inhoud van de bij-
2.2.3 2.2.4 2.2.5
2.3 Fotograferen
2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
2.4 Lay-out redactie
2.4.1 2.4.2
2.4.3 2.5 Documentatie-
2.5.1
dienst 2.5.2 2.5.3 2.5.4
2.5.5 2.5.6 2.5.7 2.5.8 2.5.9
drage6 • voert de eindevaluatie van de bijdrage uit schrijft een editoriaal verwerkt verzamelde informatie tot bijdrage nazien van bijdragen van de regionale redacteurs op inhoud en taal (herschrijven in journalistieke taal) Coördineert de fotografen en laboranten Ziet de foto’s na en selecteert Ondertitelt de foto’s of maakt een samenvattende beschrijving Volgt de nieuwe technologie Maakt en ontwikkelt fotobeelden Maakt en ontwikkelt fotobeelden voor het archief Bepaalt mede de lay-out Selecteert illustratiemateriaal in functie van de pagina en het onderwerp Bepaalt de visuele stijl van de titel / uitzending Codeert elektronisch en archiveert bijdragen van eigen medium en andere media Legt documentatie aan i.v.m. technische en (foto)grafische evoluties Beheert de documentatiedienst en het budget Leest kranten/bekijkt en beluistert uitzendingen en stelt een lijst op van belangrijke topics Spoort informatie op en organiseert informatiestromen Legt een fotoarchief/beeldarchief aan Vergelijkt eigen onderwerpen met deze van andere media Coördineert de gegevens en bouwt een databank op Commercialiseert de databank
− lay-
out/montagebeeld- geluid − inzicht in nieuwsgaring − leesvaardigheid − evaluatietechnieken − journalistieke taal − fotografie/regie − journalistieke
taal
− lay-out − esthetiek − grafische
vormgeving
− bronnenstudie − fotografie en
beeldvorming
− archivering − wetenschappe-
lijk onderzoek
− bronnenstudie − archivering − techniek om te
vergelijken
− databank − computerken-
nis – software
Taakgebied 3 : Presentatie 3.1 Presentatie
3.1.1 Presenteert de bijdrage als een
aantrekkelijk, gevarieerd en toegankelijk eindproduct Taakgebied 4: Kwaliteitscontrole 4.1 Inhoudscorrectie
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Controleert de taal Controleert de stijl Corrigeert pagina 1 Beoordeelt de andere pagina’s of uitzending op uitzicht en inhoud
4.2 Tekstcorrectie
4.2.1 Controleert de spelling 4.2.2 Leest en corrigeert
4.3 Acceptatie
4.3.1 Accepteert de bijdrage 4.3.2 Voert de eindcontrole van het
− evaluatietech-
nieken
− talenkennis:
moedertaal, Frans, Engels, andere vreemde taal − stijlkennis − evaluatietechnieken − talenkennis
teksten/ondertiteling
totaalbeeld uit en houdt een formele na-evaluatie
− evaluatietech-
nieken
− vergadertech-
nieken
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
4.4 Na-evaluatie
4.5 Bijscholing
Taakgebied 5: Uitvoeringscoordinatie 5.1 Taakverdeling
15
4.4.1 Bespreekt de krant/uitzending
van de vorige dag 4.4.2 Bespreekt de reacties op de krant/uitzending 4.5.1 Schoolt zich permanent bij 4.5.2 Werkt de technische kennis (interviewtechniek, computervaardigheid, montagetechniek, beelden geluidstechniek) bij om een goed product te maken 5.5.1 Waarborgt de goede gang van 5.5.2
5.5.3
5.5.4
5.5.5 5.5.6
5.2 Planning
5.2.1 5.2.2
5.2.3 5.3 Publiciteit
5.3.1
5.3.2
5.4 Techniek
5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.4.6 5.4.7
zaken Neemt de binnenkomende informatie door, selecteert en verdeelt naar de subredacties Verzorgt een aantal personeelsactiviteiten: vakantieregeling en uitschrijven van de opdrachten Overlegt met de medewerkers om een goede teamgeest te verkrijgen Stuurt medewerkers uit Maakt een evenwichtige, betrouwbare, aantrekkelijke en gevarieerde bijdrage voor het publiek Verzamelt het nieuwsaanbod Spreidt in overleg met de layoutman de artikels uit over de krant Stelt in overleg met de regisseur de uitzending samen Bepaalt in overleg met de layoutman waar de publiciteit moet komen Bepaalt in overleg met de regisseur waar de publiciteit moet komen Volgt de grafici op Volgt de fotografen op Volgt het zetwerk op Volgt de technische middelen om informatie te verwerven op Volgt de cameraman op Volgt de beeld- en geluidstechnicus op Volgt de communicatietechnicus op
Taakgebied 6: Vormelijke coördinatie 6.1 Kop-
pen/headlines 6.2 Lay-out/regie
6.1.1 Bepaalt de koppen/headlines
− evaluatietech-
nieken
− procesanalyse − arbeidswetge-
ving
− deontologie − vergadertech-
nieken
− lay-out − regie
− publiciteit − esthetiek − maken van een
bijdrage
− grafiek − fotografie − camerawerk − beeld-geluid − communicatie
16
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
6.2.1 Schrijvende pers: vormgeving
6.2.1.1 6.2.1.2
6.2.1.3
6.2.1.4 6.2.1.5
6.2.1.6 6.2.1.7 6.2.1.8 6.2.2 Audiovisuele pers: regie
6.2.2.1 6.2.2.2
6.2.2.3 6.2.2.4
6.2.2.5 6.2.2.6 6.2.2.7 6.2.2.8
Taakgebied 7: Management en staf 7.1 Titel, uitzen7.1.1 Schrijvende pers ding en onderwerpen 7.1.2 Audiovisuele pers
7.2 Leiding geven
7.3 Personeelsbe-
leid
7.4 Organisatie
Maakt de lay-out: coderen en - lay-out maquetteren van de teksten maakt de pagina aantrekkelijk, overzichtelijk en leesbaar door toe te zien op het evenwicht tussen tekst en illustratie Bereidt het werk van de afdeling pre-press voor en evalueert het werk van de afdeling: coderen van de teksten, kadreren van de illustraties en het uittekenen van de pagina’s Werkt mee aan nieuwe vormconcepten Verwerkt informatie tot een visueel beeld, nl. newsgrafics; bereidt lay-outwerk voor op langere termijn: speciale bijlagen Bepaalt het aantal pagina’s Bepaalt het kleurenschema voor de drukkerij Maakt de pagina’s persklaar Maakt de regie − techniek bijMaakt de uitzending aantrekkelijk en overzichtelijk door drage maken: toe te zien op het evenwicht scenario tussen beeld en klank bij televisie en effecten en klank bij radio Bereidt het scenario voor en evalueert het scenario Werkt mee aan nieuwe concepten, verwerkt informatie tot effecten, beelden en geluid Bereidt regie op langere termijn voor: magazines Bepaalt de duur van de uitzending Bepaalt het kleurenschema Maakt de uitzending klaar rekening houdend met de deadline van de uitzending (klokvastheid)
7.1.1.1 Bepaalt de politieke lijn van de
titel 7.1.1.2 Bewaart de filosofische strekking van de titel 7.1.2.1 Bewaakt het neutraliteitsbeginsel 7.1.2.2 Bewaakt de objectiviteit en de deontologische regels 7.2.1 Superviseert de taakverdeling 7.2.2 Coördineert de werkzaamheden 7.2.3 Zetelt in het directiecomité 7.2.4 Leidt de chefs en de medewerkers 7.3.1 Bepaalt de personeelsbezetting (juiste personeelslid op de juiste plaats) 7.3.2 Lost conflicten op 7.3.3 Neemt aanwervingbeslissingen 7.3.4 Stelt personeelsplanning op 7.3.5 Beoordeelt de chefs 7.4.1 Deelt opdrachten uit
− deontologie
− deontologie
− werkorganisatie − vergadertech-
nieken
− overleg − personeelsad-
ministratie
− human resour-
ces
− planning − evaluatietech-
nieken
− werkorganisatie
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
17
7.4.2 Voert een aantal eigen admini7.4.3 7.4.4
7.4.5 7.4.6
7.5 Financiën
7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4
7.6 Public relations
7.6.1 7.6.2
7.7 Technisch be-
7.7.1
heer 7.7.2
7.7.3 7.7.4
Taakgebied 8: Beleidsvorming 8.1 Titel 8.1.1 Beleid t.a.v. titel/omroep
8.1.2 Bijdragen
8.1.1.1 Bepaalt mede de beleidslijnen 8.1.1.2 Volgt de beleidslijnen op 8.1.1.3 Bepaalt mede het imago en de 8.1.2.1
8.1.2.2
8.1.2.3 8.1.2.4 8.1.2.5 8.2 Relaties
8.2.1 Intern
8.2.1.1 8.2.1.2 8.2.1.3
8.2.2 Extern
stratieve werkzaamheden uit Vervangt tijdelijk de secretaris Stelt redactiewerk op en plant in detail het redactiewerk daarbij een goede balans houden tussen de ernst van de berichtgeving en de zo aantrekkelijk mogelijke verpakking. Werkt samen met de chefs Bespreekt en stemt de onderwerpen af met het doel een grotere groep mensen te bereiken en eventueel een nieuw publiek aan te trekken Zet het financieel beleid uit Volgt het financieel beleid op Controleert het financieel beleid Plant en volgt de budgetten op Verzorgt mede de PR naar het buitenland en de bezoekers Maakt afspraken met de reclamemakers i.v.m. het maken van advertenties en spots Adviseert het technisch beheer inzake verbouwing en aanpassingen van redactie en studio’s Neemt mede aankoopbeslissingen i.v.m. de redactie en titel / uitzending Controleert de redactionele en technische normen Ziet toe op de toepassing van het lay-out- concept/regie
8.2.2.1 8.2.2.2
stijl Ziet toe op de kwaliteit, het imago en de stijl van de titel/uitzending voor wat betreft de inhoud en de vormgeving Zoekt, bespreekt, legt vast, evalueert onderwerpen, koppen en lay-out/ regie met zijn medewerkers Evalueert de inhoudelijke kwaliteit van bijdragen Neemt de eindbeslissing in de acceptatie van delicate stukken Leidt de nabespreking Leidt de redactieploeg en motiveert het team Rapporteert aan de uitgever / directie Verzorgt de contacten met andere diensten van het bedrijf Verzorgt de contacten met de buitenwereld Behandelt lezersbrieven die geen betrekking hebben op subredacties
− administratie − journalistieke
taal
− esthetiek − evaluatie
− financiën − begroting
− public relations − reclame
− standenbouw − studiobouw − aankoop − kwaliteitszorg
− beleid − deontologie − kwaliteitszorg
− lay-out − evaluatietech-
nieken
− deontologie − vergadertech-
nieken
− beheer − rapportering
− public relations
18
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
8.3 Innovatie
5.3.2
8.3.1 Levert onderwerpen aan en initi-
− innovatietecheert reportages in binnen- en nieken − journalistieke buitenland 8.3.2 Treedt occasioneel op als reportaal − wetenschappeter 8.3.3 Volgt de evolutie van de techlijk onderzoek nologie op 8.3.4 Neemt deel aan studiewerk i.v.m. innovaties
Beroepscontext 5.3.2.1 Contextgegevens ♦ Werkomstandigheden − kantooromgeving, aanwezigheid op externe locaties en studio’s ♦ Hulpmiddelen telefoon, fax, computer, journalistiek publicatieplan, gedrukte en digitale informatiebronnen − beeld-, geluid- en montageapparatuur −
♦ Vereiste resultaten professionalisme − kwaliteit van de bijdragen −
5.3.2.2 Organisatie van de arbeid ♦ Organisatievorm De journalist werkt in een redactie. Hij werkt in teamverband onder de leiding van een eindredacteur. Een redactie bestaat meestal uit een of meer journalisten in vast verband en freelance-journalisten. Vooral de vakpers werkt met kleinere redacties. In de wereld van de journalistiek kennen we in de redactie drie organisatiemodellen: − − −
Klassiek model: de redactie bepaalt de inhoud en de vorm van de titel. Uitgebreid model: de redactie bepaalt de inhoud en de vorm van de titel, maakt het budget en het beheert het personeel. Model business: de redactie is verantwoordelijk voor de volledige titel. De redactie bepaalt de inhoud en de vorm van de titel en beheert de titel (boekhouding, management, human resources, commercialisering).
Hoe kleiner de redactie, hoe groter de transfer tussen de functies en hoe groter de verantwoordelijkheid voor de redacteur. De internationalisering opent nieuwe perspectieven. Het openbreken van de grenzen in Europa moet het mogelijk maken om journalisten te transfereren van een redactie naar een andere. In deze context is het wenselijk om het statuut van de journalist aan te passen. ♦ Organisatie van de werkomgeving De journalist organiseert zijn werk in de redactie van het uitgeversbedrijf (geschreven pers of audiovisuele pers). Berenschot ontwikkelde een robotfoto van een redactie. Het gemiddelde Belgische dagblad telt ruim 50 journalisten. In de redactie onderscheidt men acht functies, elk door 7 journalisten bemand. Elke func-tie omvat 9 takenpakketten of verantwoordelijkheden. In de meest polyvalente redactie heeft een functie 13 verantwoordelijkheden, in de meest gespecialiseerde redactie
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
19
6. Het gemiddeld Belgische dagblad is onderverdeeld in 6 subredacties, met een spreiding van 2 tot 16. 2/3 van de journalisten werkt in één subredactie, 1/3 werkt in meerdere subredacties. De sport en de regionale redacties omvatten 1/3 van de journalisten. 80% van de journalisten voert een uitvoerende redactionele taak uit, 20% voert een managementstaak uit. Het is mogelijk dat de journalist werkt op locatie in binnen- of buitenland. Niet zelden werkt hij in een gevaarlijke omgeving (verslaggeving over conflicten) of in bijzonder moeilijke omstandigheden (verslaggeving over rampen). In deze situaties speelt de verzekering van de journalist een belangrijke rol. Een journalist kan eveneens werken als correspondent in het buitenland. Een langdurig verblijf in het buitenland vergt een andere aanpak dan een korte zending met een specifieke opdracht. De journalist kent deontologische regels. Hij dient zich te houden aan de beroepsethiek van de journalist. De wet over de privacy speelt hierin een belangrijke rol. Het ministerie van justitie bereidt deze wet voor en nieuwe elementen kunnen de uitoefening van het beroep sterk beïnvloeden. Een journalist heeft de plicht in alle omstandigheden het publiek te informeren. Voor sommige media wordt een specifieke deontologische code gemaakt. De deontologische code stelt dat de journalist zorgvuldig, nauwkeurig en onpartijdig moet te werk gaan. Onder zorgvuldigheid en nauwkeurigheid verstaan we het verstrekken van correcte informatie, dossierkennis en helder en sober taalgebruik bij het nieuws en de duiding. De code beschermt de bron, die de gegevens aanbrengt als de bron uit het archief. De code waarschuwt voor geweld en fictie. Illustratieve beelden moeten aangekondigd worden en het geweld moet zo getoond of meegedeeld worden dat het functioneel is voor de informatie. De onpartijdigheid moet blijken uit de vraagstelling en de relevantie van de standpunten.
5.4
Algemene kennis
5.4.1
Talenkennis − − −
5.4.2
Grondige kennis van de Nederlandse taal, geschreven en gesproken Zeer goede kennis van de Franse taal en Engelse taal, geschreven en gesproken Goede kennis van de Duitse taal en eventueel een andere vreemde taal
Algemeen vormende kennis m.b.t. het beroep Kennis over de media, beeldcultuur en bronnenstudie
5.4.3
Basiskennis van −
psychologische begrippen, sociologische begrippen, politieke begrippen (structuur van de staat), economische begrippen (marketing, reclame, public relations), geschiedkundige kennis, rechtsbegrippen en ethiek. In de audiovisuele media is een technologische kennis van beeld, geluid en montage nodig.
20
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
5.5
Beroepshoudingen
5.5.1
Beroepshoudingen De volgende beroepshoudingen zijn belangrijk en worden omgezet in gedragsindicatoren: analyse, kritische ingesteldheid, loyaliteit, eerlijkheid, teamwork en nieuwsgierigheid.
5.5.2
Beroepsdrempels Nihil.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
6
6.1
21
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Criteria Het niveau van het beroep wordt door drie factoren bepaald: − graad van verantwoordelijkheid − graad van complexiteit − graad van transfer De journalist is aanspreekbaar op zijn handelen en de gevolgen van zijn handelen voor het handelen van anderen. In de eerste plaats is de journalist verantwoordelijk voor zijn eigen werk en moet zich kunnen verantwoorden voor zijn werk tegenover zijn collega’s en oversten. Tevens draagt hij een hiërarchische verantwoordelijkheid; het gaat hier niet direct over een controle over anderen, maar over de nieuwsgaring en de duiding in se. Het bericht dient gefundeerd te zijn en mag totale berichtgeving niet in de weg staan. Het journalistieke werk is zeer complex en vergt een hoge mate van beroepskennis. Van de journalist wordt verwacht dat hij creatief is en de problemen plaatst in een juist perspectief. Hij heeft een zeer ruime maatschappelijke kennis en inzicht in de maatschappij. Hij wordt geconfronteerd met zeer brede maatschappelijke problemen. Deze vragen een grondig onderzoek en de gegevens dienen op een juiste wijze geïnterpreteerd te worden. De journalist beschikt over een degelijke beroepspecifieke kennis (schrijftalent) en een zeer ruime algemene vorming. Dit laatste houdt in dat hij zeer belezen is en zich zeer vlug kan inleven in zeer verscheiden situaties.
6.2
Niveaubepaling Een kwalificatie op niveau 5 maakt het mogelijk op een autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheid op te nemen voor planning en /of leiding en/of beheer met beheersing van de wetenschappelijke achtergronden. Een kwalificatie op niveau 4 beoogt dezelfde inhoud zonder beheersing van wetenschappelijke achtergronden. De Vlaamse Uitgeversmaatschappij beschrijft 5 niveaus7. De functieklasse 5 wordt gekenmerkt door een grote autonomie om eigen journalistieke werkwijzen te bepalen en toezicht te houden op de resultaten. De journalist is verantwoordelijk voor de inhoud en de coördinatie van een belangrijk deel van de titel. Hij heeft een hiërarchische controle en geeft leiding.
7
Klassen journalisten, VUM, 1 mei 1998.
22
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
Hij heeft een afgetekende en voortdurende impact op de omzet van de titel en het budget. Deze functieklasse vereist leidinggevende capaciteiten naast hoge journalistieke vakbekwaamheid. Een hoge specialisatie of een brede praktische of theoretische kennis, berustend op wetenschappelijke achtergrond is nodig. Een breed inzicht in de complexe samenhang tussen de diverse nieuwsdomeinen en een hoge (foto)grafische vakbekwaamheid op beleidsbepalend niveau zijn vereist. De functieklasse 4 wordt gekenmerkt door een grote autonomie om eigen werkwijze te bepalen en na verschijning toezicht te houden op basis van vergelijking met externe bronnen. Hij heeft een impact op de door de lezer gepercipieerde waarde van de titel. Hij werkt mede aan de inhoudelijke coördinatie van een deel van de titel en geeft plaatsvervangend leiding aan een afdeling met journalistieke functies. Deze functieklasse vereist een journalistieke vakbekwaamheid. Een gespecialiseerde of een brede praktische of theoretische kennis, verkregen door een wetenschappelijk achtergrond, door opleiding of ervaring is nodig. Een breed inzicht in de complexe samenhang tussen de diverse nieuwsdomeinen op basis van verdere studie of meerdere jaren ervaring is vereist. Een hoge (foto)grafische vakbekwaamheid op beleidsbepalend niveau door ervaring verworven is een bijkomende troef. De functieklasse 3 wordt gekenmerkt door een grote autonomie om eigen werkwijze te bepalen en na verschijning toezicht te houden op basis van vergelijking met externe bronnen. Hij heeft een impact op de door de lezer gepercipieerde waarde van de titel. Hij staat in voor de inhoudelijke coördinatie van een rubriek. Hij vindt creatieve oplossingen op basis van moeilijk toegankelijke informatie. Deze functieklasse vereist een journalistieke vakbekwaamheid verkregen door ervaring. Tevens vereist zij een gespecialiseerde of brede kennis, verkregen door een opleiding of door ervaring. De functieklasse 2 wordt gekenmerkt door een beperkte autonomie om eigen werkwijze te bepalen. Hij staat onder regelmatig inhoudelijk toezicht door de leiding op de resultaten voor de verschijning. Hij zoekt creatieve oplossingen op basis van beschikbare informatie. Hij heeft een zeer beperkte impact op de titel. Deze functieklasse vereist een journalistieke of een specifieke (foto)grafische vakbekwaamheid. De functieklasse 1 wordt gekenmerkt door een beperkte autonomie om eigen werkwijze te bepalen. Hij werkt in opdracht. Hij staat onder regelmatig toezicht door de leiding op de resultaten voor de verschijning. Hij zoekt creatieve oplossingen in vrij vergelijkbare situaties binnen strikt afgelijnde methoden. Hij heeft een zeer beperkte impact op de titel. Deze functieklasse vereist een taalkundige of specifieke (foto)grafische vakbekwaamheid. Elk van deze niveaus worden bereikt door ervaring of door een opleiding. Of het beroep van journalist behoort tot een hoger niveau hangt af van de graad van de beheersing van de journalistieke vakbekwaamheid en de graad van verantwoordelijkheid die wordt toegekend aan de journalist. Indien de journalist de wetenschappelijke achtergronden moet beheersen, een zeer brede maatschappelijke kijk moet hebben en leidinggevende capaciteiten bezitten, dan spreken we over niveau 5. Indien deze wetenschappelijke beheersing niet verwacht wordt dan spreken we over niveau 4. In lagere niveaus worden andere accenten gelegd. De accenten in niveau 4 liggen op de administratie, de dagelijkse kwaliteitscontrole en de uitvoerings- en inhoudelijke coördinatie. In niveau 5 wordt een brede algemene vorming verwacht. De verantwoordelijkheid ligt op het vlak van inhoudelijke coördinatie, management en beleidsvorming. De beoogde beroepsjournalist werkt op niveau 5. Hij beheerst de journalistieke taal en beschikt over een zeer brede algemene kennis, die hem toelaat een item te situe-
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
23
ren in de juiste context, te beschrijven, te analyseren en op zijn juiste waarde te schatten. Hij leidt een redactie en beheert met inzicht de titel. Dit houdt in dat hij niet alleen een overzicht houdt over de journalistieke inhoud en vorm van de titel, maar tevens het budget en het personeel controleert. Hij moet aandacht hebben voor de commercialisering van de titel. Hij staat voor de titel en is loyaal tegenover zijn werkgever. Hij verstrekt nieuwsduiding. De redactiesecretaris werkt op niveau 4 en duidt niet. De verantwoordelijkheid bestrijkt een breed scala. De nadruk ligt op de administratie, de dagelijkse kwaliteitscontrole, de uitvoerings- en inhoudelijke coördinatie. Andere journalisten werken nog op een lager niveau. De eisen voor de opleiding liggen dan ook nog lager.
24
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
7
7.1
CONTROLE INTERNE CONSISTENTIE EN VERIFICATIE REALISTISCH KARAKTER
De eisen worden gesteld door een eigen selectiesysteem Een werknemer doorloopt volgende stappen in de aanwerving: − − −
Een journalist vraagt een perskaart aan bij de erkenningscommissie. Hij doorloopt twee jaar stage. De erkenningscommissie verleent de perskaart.
De procedure om een journalist aan te werven verloopt als volgt: − − −
de redactie beschrijft de opdracht en stelt de beroepseisen vast de personeelsdienst maakt op basis van de opdracht en de beroepseisen de advertentie op de kandidaten worden onderworpen aan een proef. De proef omvat volgende delen: • • • • • •
testen van de algemene kennis schrijfproef in functie van de opdracht vertaling in drie talen, Frans, Engels en Duits de kandidaten worden onderworpen aan een interview de kandidaten worden weerhouden in een advies de hoofdredacteur beslist
Volgende eigenschappen worden gewenst voor elke sectie in de pers: − − − −
algemene kennis taalvaardigheid persoonlijkheid inzet, belangstelling, passie voor het werk en beschikbaarheid
Voor de dagbladpers worden volgende eisen toegevoegd: talenkennis en taalbeheersing, schrijftalent (vlotte pen), zin voor actualiteit en kritische zin. Voor de weekbladpers wordt de volgende eis toegevoegd: specifieke kennis. Voor de periodieke pers worden volgende eisen toegevoegd: Periodieke pers verkocht publieksblad specifieke kennis talenkennis
vakblad
verenigingsblad
− stressbestendig − talenkennis − kennis van informati-
− specifieke kennis − talenkennis − kennis van informatica − kennis achtergrond so-
ca
gratis verspreid publieksblad − neus voor nieuws − flair − sociaal voelend
cio-economische actualiteit
Audiovisuele media: talenkennis en taalbeheersing, vlotte presentatie en zin voor objectiviteit.
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
7.2
25
De kwaliteitszorg De pers streeft naar kwaliteitszorg. De opleiding dient vooral te streven naar doorgedreven taalvaardigheden en taalbeheersing. Vooral het kunnen schrijven staat voorop. Een beginnend beroepsbeoefenaar moet in de eerste plaats kunnen mondeling en schriftelijk communiceren. Voor de audiovisuele pers moet hij bijkomend oog hebben voor klank- en beeldcultuur.
7.3
Gestelde eisen aan de beginnende beroepsbeoefenaar De sector vraagt beginnende beroepsbeoefenaars die beantwoorden aan de volgende eisen: − − − −
De beginnende beroepsbeoefenaar is flexibel. De beginnende beroepsbeoefenaar is gedreven in zijn beroep en is steeds beschikbaar. De beginnende beroepsbeoefenaar kan schrijven. De beginnende beroepsbeoefenaar kan zelfstandig werken zonder de werking van het team uit het oog te verliezen.
26
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
8
BIBLIOGRAFIE
Inventaris beroepsprofielen Het beroepsprofiel ‘Pers en voorlichting’ werd geraadpleegd.
Bibliografie ♦ Handleiding voor het maken van beroepsprofielen, Dienst voor Onderwijsontwikkeling 1996 ♦ Studies journalistieke functies, Berenschot, 1990
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
9
27
MEDEWERKERS
Het beroepsprofiel werd ontwikkeld door een werkgroep beroepsprofielen. De werkgroep werd samengesteld door de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties. De Vlaamse Onderwijsraad begeleidde de werkgroep.
Voorzitters ♦ Voor de uitgeverijen: De heer Louis Croonen, voorzitter Nationale Federatie der Informatie Weekbladen ♦ Voor de beroepsjournalisten: De heer René Adams, Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België
Leden ♦ De heer Philippe Leruth, Voorzitter Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België ♦ Mevr E. Neirinck, Secretaris Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België ♦ De heer Louis Weenen, Voorzitter Vereniging van journalisten van de Periodieke Pers ♦ De heer Marcel Meeus, Vereniging van journalisten van de Periodieke Pers ♦ De heer Jan Scheerlinck, Voorzitter Belgische Vereniging van de Dagbladuitgevers ♦ De heer Alex Fordijn, Algemeen Secretaris Belgische Vereniging van de Dagbladuitgevers ♦ De heer Steven Van de Rijt, Voorzitter Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers ♦ De heer Johan Van Cleemput, Algemeen Secretaris Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers ♦ De heer Pierre Van Sint Jan, Voorzitter Federatie van de Periodieke Pers van België ♦ De heer Ronny Vos, VRT-Radionieuwsdienst ♦ De heer Piet Deslé, VTM ♦ Mevr Elisabeth Walgrave, Nationale Federatie Informatie Weekbladen
Vlaamse Onderwijsraad ♦
De heer Willy Vermorgen
28
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
BIJLAGE
Redactieadressen van de Belgische dagbladen 1 Antwerpen ♦ De Financieel Economische Tijd, * 19688 Posthoflei - bus 9, 2600 Berchem, Tel. 03/286.02.11 Afgevaardigd Bestuurder: Jan Lamers Algemeen Directeur: Paul Huybrechts Hoofdredacteur: Hans Maertens Tel. 03/286.02.11 Telex: 32.614 Telefax: 03/286.03.10
♦ Gazet van Antwerpen, * 1891 Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen 5 Algemeen Directeur: Felix Porters Hoofdredacteur: Luc Van Loon Tel. 03/210.02.10 Telex: 31.385 Telefax redactie: 03/219.22.40 Telefax publiciteit: 03/219.78.78 Tele-service: 03/210.04.44
♦ De Lloyd, *1979 Le Lloyd, *1858 Eiermarkt 23, 2000 Antwerpen Postadres: Vleminckstraat 18, 2000 Antwerpen, Directeur: Guy Dubois Hoofdredacteur - rédacteur en Chef : Bernard Van Den Bossche Tel. 03/234.05.50 Telex : 31.446 Telefax : 03/234.25.93
♦ De Nieuwe Gazet, *1897 Posthoflei 5, 2600 Berchem Hoofdredacteur: Peter Verbruggen Tel. 03/286.89.30 Telefax: 03/286.89.40
8
stichtingsjaar
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
2 Brussel ♦ Het Laatste Nieuws, *1888 Brusselsesteenweg 347, 1730 Asse - Kobbegem Directeur-generaal : Rudi Bertels Hoofdredactie: Paul Daenen en Jaak Smeets Tel. 02/454.22.11 Telefax: 02/454.28.22
♦ De Morgen, * 1978 Brogniezstraat 54, 1070 Brussel Business Manager: Koen Clement Hoofdredacteur: Yves Desmet Tel. 02/556.68.11 Telex: 63.428 Telefax administratie: 02/520.41.92 Telefax redactie: 02/520.35.15
♦ De Standaard, * 1914 Het Nieuwsblad, * 1923 Gossetlaan 28 (redactie) Gossetlaan 30 (overige diensten) 1702 Groot-Bijgaarden Directeur-Generaal: Guido Verdeyen Hoofdredacteur: Het Nieuwsblad - De Gentenaar: Pol Van Den Driessche Hoofdredacteur De Standaard: Dirk Achten Tel. 02/467.22.11 Telex: 23.089 Standnieuws Telefax: 02/466.30.93
3 Gent ♦ De Gentenaar, *1879 Forelstraat 22, 9000 Gent Directeur-Generaal: Guido Verdeyen Hoofdredacteur: Het Nieuwsblad - De Gentenaar: Pol Van Den Driessche Tel. 09/265.65.81 Telefax: 09/223.15.31
♦ Het Volk, *1891 Forelstraat 22, 9000 Gent Directeur-Generaal: Guido Verdeyen Hoofdredacteur: Jaki Louage Tel. 09/265.61.11 Telex: 11.228 Telefax: 09/225.20.71 en 225.35.27
29
30
BEROEPSPROFIEL JOURNALIST
4 Hasselt ♦ Het Belang van Limburg, *1879-1993 Herckenrodesingel 10, 3500 Hasselt Algemeen Directeur: Felix Porters Hoofdredactie: Richard Swartenbroekx en Marcus Grauls Tel. 011/87.81.11 Telex: 39.034 Telefax: 011/87.84.97
Redactieadressen van nationale omroepen ♦ Vlaamse Radio en Televisie Reyerslaan, 1040 Brussel
♦ Vlaamse Televisiemaatschappij Medialaan, Vilvoorde